Uit Sovjet-Rusland verbannen f 2Vet mfiad mn den daa 214e UITKEERING VIJFTIG GULDEN f 71.405.- MISS CLYMAN ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Wie stevig in zijn schoenen wil staan Hij trekke ROBINSONschoenen aan MT IJZEREN PAARD BRAND vlammende anjelier DINSDAG 13 DECEMBER Hoe een Britsche journaliste Rus land binnen vier en twintig uur moest verlaten De G. Poe beveelt zy wees er den beambte voorts op dat vol- Bens een internationale overeenkomst de Autoriteiten van elk land zich omtrent onge- «enschte vreemdelingen altyd kunnen ver baan met diens diplomatieken vertegenwoor diger. De G. P. Oe. echter toonde niet de Minste begeestering voor een raadpleging van het Engelsche gezantschap te Moscou. *en S?er PaPleren-" Ondank is 's werelds loon Schakel vlug de automatische uitsmijters in En uw leven is gered PUROLft Regende nog 'n I V ICtOria-ödr l beetje en 't licht r Hongersnood in Chili? Ultkeering van aan den Heer A. OLGERS, van Hogendorpplein 7 huis, Am sterdam, wegens een aan hem overkomen ongeval. Thans hebben wij voor een gezamenlijk bedrag van Een en zeventig duizend Vier honderd en vijf gulden uitgekeerd aan onze verzekerde abonné's. DE DIRECTIE. Aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk driemaal vier en twintig uren na het ongeval AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL iiiimmiiiiimiiiiinwiiii FEUILLETON Naar het Duitsch van Paul Oskar Hoecker I ^"""iiiiiiinHuiiiiiiiiuiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiiumuuiiiiuiuiii Burgeres, er wachten twee mannen op u. Wilt u oogenblikkelyk komen?" De stem van den maitre d'hótel klonk Neigend. «Dit was de laatste keer dat ik burgeres Benoemd werd. De mannen die my wachtten, Jachten het bevel over van myn verdry'ving Rusland. Vanaf dit oogenblik was ik in Qe macht der G.P.Oe." Miss Rhea G. Clyman die voor rekening Bh de „Daily Express" vier jaren in Sovjet- rusland vertoefde en wegens „valsche be- ichtgeving" over de grens werd gezet, vangt JJet deze woorden het verhaal van haar uit drijving aan. Zij was door de hongersnoodgebieden van ^Uid-Rusland en de Oekraïne gereisd en juist r~n avond te voren aangekomen in Tiflis ^aar dit minder aangename bezoek haar Jachtte. Aan de deur van haar kamer vond ze een man in het uniform der G.P.Oe. met een Kroot gouden polshorloge op zyn mouw. Een ^eede beambte was in burger. Nog een derde, eveneens in uniform, stond in de hal van het hotel. Zij opende de deur harer kamer en ver rekt de twee die er voor stonden, binnen te Jflllen gaan. zy voldeden aan dit verzoek en d® man in burger begon zonder verdere in leiding een document voor te lezen dat in het Fransch was gesteld: «De Britsche journaliste Rhea Clyman heeft het Sovjet-territorium binnen vier-en-twintig 'hen te verlaten wegens valsche berichtge ving." Reeds den avond te voren had de plaatse- dike g. p. Oe. de opdracht voor deze uitdry- ^hg ontvangen. De gestelde termijn van /Uer-en-twintig uren was dus byna voorby. bovendien vertrok er niet voor vier uur in den Morgen een trein naar Bakoe. «I's kan het Sovjet-territorium niet binnen vier-en-twintig uren verlaten, wanneer er ïeeds twee-en-twintig uren verstreken zijn," Merkte Miss Clyman op. ^talegrafeeren was moeilijk, daar de tele- Btemmen toch wel onderschept zouden wor den en ook inderdaad onderschept werden. Er ieek echter een consul te Tiflis bereid om en codetelegram naar zijn gezant te Moscou Je zenden met het verzoek om den Britschen ertegenwoordiger op de hoogte te stellen. -De G_P.oe. bleef natuuriyk niet onkundig an dit telegram, maar waagde toch ook niet ®et op te houden. Ze probeerde te redden wat r te redden viel door snel te handelen. Vroeg in den morgen werd er op de deur Beklopt en nauweiyks had Miss Clyman deze Beopend, of, gevolgd door een kellner die een dienblad met een ontbyt droeg, trad een Meine, dikke man binnen die in het uniform G. p.Oe. gekleed was en zich voorstelde 's de plaatselijke commandant der gevrees de bolsjewistische politieke politie. Ky begon met te zeggen dat hy een Geor- Blër Was iets wat zyn koolzwarte haren en 'Vine oogen overigens dadeiyk verraadden: to,en ^us een gentleman en dat hy geen ge- eld wilde gebruiken met een vrouw. Maar ehalve Georgiër en gentleman, was hy ook JMdaat, hy moest gehoorzamen aan de ont ogen orders en zou zeker aansprakeiyk wor den gesteld wanneer Miss Clyman niet op taande voet uit Tiflis verdween. Ry verdedigde zyn zaak naar best vermo- °®n> maar toen hy om tien uur Miss Clyman ®rtiet, vertoonde deze nog steeds geen nei gde om aan zyn verzoek te voldoen. Wel ver liet zy kort na hem het hotel, doch alleen om j "U ttUi V «WK WV/vl* consul te bezoeken die voor haar het d°detelegram verzonden had. eerste ontdekking, welke zy, buiten ge- omen, deed, was de verdwyning van haar ^Uto. Waar de tyd drong, besloot ze dit feit uorloopig maar te nemen zooals het was en ®Mg ze te voet. Ze had echter nauweiyks hkele passen gedaan, toen een man op haar Jfam toerennen die haar een revolver in de ®yde duwde. «Terug! Terug! U is in staat van arrest." «Uw papieren, astublief?" .«Ik heb geen papieren. Ik heb geen papie- noodig. Ik ben lid der geheime afdeeling ah de G. P. Oe. en kan arresteeren wie ik wil ontstond een oploopje en de menigte lachte onderdrukt om de zenuwachtigheid van den geheimen tsjekist die Miss Clyman, steeds onder de bedreiging van haar dood te zullen schieten, terugleidde naar het hotel. Ook de toegang tot haar kamer werd haar thans ont zegd. Op haar verzoek verscheen weer de plaat- seiyke commandant der G. P. Oe. uit wien alle Georgische hoffelijkheid plots verdwenen was en die woedend uitviel: „Jou sluw schepsel! Jü hebt je Ameri- kaansche vrienden naar een buitenlandsch consulaat durven zenden om je arrestatie be kend te maken? Ik gelast je deze stad onmid- deliyk te verlaten." Miss Clyman lachte den man in het ge zicht uit en zeide hem dat zy de G. P. Oe. voldoende had leeren kennen om er geen ver trouwen in te stellen, zy probeerde hem schrik aan te jagen door hem te verzekeren dat hy voor alles wat haar zou overkomen, zeker ver- antwoordeiyk zou worden gesteld. Zonder een woord te zeggen ging de man heen. Het duurde langer dan een uur voor hy terugkwam met de mededeeling dat hy een telegram had ontvangen uit Moscou en dat nu alles in orde was. „Ik heb opdracht gekregen", zeide hy: „om u zoo voorzichtig te behandelen als een ei. U hoeft niet bang meer te zijn dat wy u over de Perzische grens zullen zetten. Ik moet u te rugsturen naar Moscou." Hij vertelde ook dat alles neerkwam op een vergissing en vroeg ten slotte aan Miss Clyman aan het consulaat dat haar geholpen had, te willen telefoneeren dat zy niet op straat gearresteerd was. Dit laatste weigerde zij, onder voorwendsel dat het overbodig was, daar men haar den tijd niet gelaten had om het bedoelde consu laat van haar arrestatie in kennis te stellen. Korten tijd later verscheen er een staalgryze Mercedes voor de deur, waarin twee soldaten van de G.P.Oe. voorop zaten. De commandant nam naast Miss Clyman plaats en men reed naar het station. „Twee bewakers, die my naar Moscou zouden vergezellen", vertelt Miss Clyman, „bevonden zich reeds in den trein. De vyf dagen van Tiflis naar Moscou waren een nachtmerrie. Mijn be wakers bleven voortdurend bij mij. „Ik kreeg in Moscou acht-en-veertig uren om myn bezittingen te verzamelen en mijn papieren te verbranden. Myn proletarische buren kwamen goedendag zeggen; de oude vrouw in mijn flat schreide, omdat er nu nie mand meer was, die haar te eten zou geven. „De politie-agent in myn flat had tot taak aanteekening te houden van degenen, die mü kwamen bezoeken. Hij heeft het druk gehad in die acht-en-veertig uren." Onlangs had in Londen de plechtige herden king plaats van den geboortedag van een groot Engelschman, Warren Hastings, die twee hon derd jaar geleden werd geboren. Wie was Hastings? Hij was, een man, dien men een collega van den Nederlandschen Jan Pieterszoon Coen zou kunnen noemen. Zooals Coen de Nederlandsche Oost-Indische Compag nie stichtte, zoo heeft Hastings, de Engelsche Indische Compagnie opgericht. Uit arme ouders geboren, trok Hastings als jeugdig employé naar Engelsch-Indië, waar hy werkzaam werd gesteld bij de East India Com pany. Hij bleef er meer dan dertig jaren en klom op tot gouverneur-generaal. Deze presta tie was een gevolg van zyn ongelooflijken ar beid in dienst van deze Engelsche kolonie en het was aan de energie en het beleid van Has tings te danken, dat de Engelsche compagnie, die by zijn komst allesbehalve bloeiend was, ten slotte alle concurrenten voorbüstreefde. Bengalen was het terrein van zyn arbeid. Oorspronkeiyk was dit land ten prooi gevallen aan een hopeloozen chaos en het was aan Has tings te danken, dat orde en tucht werden her steld. Men neemt thans zelfs aan, dat Engelsch- Indië voor het moederland zou verloren gegaan zijn, wanneer Hastings, er niet was geweest om het gezag te herstellen en te handhaven. Het is inmiddels een groote vraag of deze gouverneur wel altyd zyn toevlucht nam tot sympathieke maatregelen. Deze vraag wordt ook nu nog gesteld, maar vooral in zyn eigen tyd werd Hastings' beleid scherp aangevallen. Toen hy met roem en eer beladen in het vaderland terug kwam, vielen zyn vyanden en dezen waren talrijk en machtig op hem aan. Men beschuldigde hem van omkoopery en vele an dere duistere practyken en het kwam zoo ver, dat hy zich in de volksvertegenwoordiging te verdedigen had. Het conflict, dat enorme af metingen had aangenomen, eindigde met een overwinning van den aangevallene maar ook met zijn volkomen gebrokenheid. Het proces had bovendien het weinige geld, dat hy uit Indië meegebracht had, verslonden, zoodat hy zich op een klein buitengoed moest terug trek ken, waar hy van een matig pensioentje sober en stil verder ging leven. Hastings overleed op zyn zes en tachtigste jaar, teleurgesteld, gekrenkt en verbitterd. De groote diensten, aan het vaderland bewezen, de enorme schatten, voor Engeland uit Indië ge haald, waren beloond met haat, ondank en be schuldiging. De laatste jaren van zyn leven bracht hy dan ook door in diepe droefheid en vernedering, hoewel toch een zekere kentering in de gevoelens van zijn landgenooten was waar te nemen. Thans, na meer dan honderd jaren, heeft men zyn verdiensten erkend naast zijn tekortkomin gen en heeft men de nagedachtenis geëerd van een der grootste organisators uit de Britsche ge schiedenis. Robbie en Topsy hadden een prach tig zandkasteel gebouwd, en ze haalden Ivy erby om het te zien. Polly de kat ging ook mee. „Waar heb je die vlaggen vandaan?" vroeg Ivy, toen ze het kasteel bewon derd had. „Die heeft Freddy Vrydag gevonden op het wrak", zei Robbie. „Kijk eens wat een mooie poort- bogen", zei Topsy trotsch. Zoodra Polly hoorde, dat er poorten aan het kasteel waren, moest ze haar itod er door steken. WM///M Maar terwyl Polly door een van de poorten naar binnen stapte, kwamen er door een andere zes aardmannetjes naar buiten. „Ik wist niet, dat er menschen in je kasteel woonden," zei Ivy. „Wy ook niet", verklaarde Topsy. „Ze moeten erin geklommen zyn, terwyl we jou aan het zoeken waren". „Misschien dachten ze, dat ze een nieuw huis ontdekt hadden", veron derstelde Robbie. „Ja, maar dan waren ze er toch uit verdreven, als de vloed komt opzetten", zei Ivy. (Morgenavond vervolg) (Ingezonden Mededeeling). «mini lllllll£ Wanneer men van verlaging spreekt, f Maar 't raakt ons zelve niet, Dan zeggen wij: het wordt ook tijd, Dat zoo iets nu geschiedt! Want alles toch is veel te duur En wil men meerder vraag, Dan moet het slagwoord opgeld doen: De prijzen naar omlaag! De prijzen gaan ook naar omlaag, Men ziet het eiken dag. Iets, dat ons dan van zelve "brengt Tot goed humeur en lach. Maar ook het reizen was te duur, De wissel stond verkeerd, Het liep ook niet op rolletjes i En 't ging ook niet gesmeerd. Men zei al lang, het wordt toch i tijd.... En zie die tijd komt aan, I Dat wij dan ook per spoortrein voor I Een prikje kunnen gaan! In deze tijden van techniek, Van auto, vliegmachien, Van motorfietsen, autobus, Van hoogtij der benzien, In deze tijden is het paard Een ouderwetsch geval, En wat er nog aan paarden is Staat vastgeroest op stal! Maar wat zich niet verdringen laat, i Dat is het ijz'ren paard; i Een ritje met dit trouwe beest Wordt nu het geld weer waard! 1 MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) Biiiiiiiiiiiimiiuiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiifi Een zekere Manshardt, woonachtig in de Pfalz, een eenvoudige brouwer, die eens een ern- stigen schouwburgbrand meemaakte, heeft een ingenieuze uitvinding gedaan. Of liever: van uit vinding mag hier niet bepaald worden gespro ken. Hij is op het denkbeeld gekomen een thea ter te bouwen, waarin, zoodra er brand ontstaat, de bezoekers allen automatisch op straat worden gezet. Automatische „uitsmyters" dus. Het lykt ietwat ridicuul en toch is het volle ernst. Eu wat zou het ook? De meerderheid van het publiek wordt liever op een belachelijke manier buiten gegooid, dan op een hoog-deftige manier levend verbrand! Het vernuftige van het denkbeeld is, dat de zwaarte der bezoekers van de hoogere rangen „engelenbak" en ga lerijen de bezoekers van de lagere rangen, stalles, parterre, loges, enz., naar buiten moet drukken. Het heele parterre gedeelte van het theater is op rollen gezet en kan dus, binnen korten tyd, over rails naar het plein bulten het theater rollen. De bezoekers van de hoogere rangen moeten zich echter, zoodra brand dreigt, naar een galery begeven, buiten het gebouw aangebracht, welke galery onmiddellyk aan hun zitplaatsen grenst en gemakkelyk bereikbaar is. Zoodra de bezoekers op de galery zijn, zakt deze, door het gewicht van de menschen, auto matisch. Maar die galery is met zeer zware trossen van staal in verbinding gebracht met den reusachtigen wagen op rollen, waarop zich parterre, loges garderobe, enz. bevinden. Zakt de galerij, dan trekken vanzelf de stalen tros sen de lagere rangen naar buiten. En, op het zelfde oogenblik, waarop de bezoekers van den engelenbak in hun galery de straat hebben be reikt, is de reuzenrolwagen het gebouw uitge rold en kunnen dus alle toeschouwers van een mooi en veilig plaatsje, verder het verloop van den brand afwachten. „Geld spielt keine Rolle," zyn de Duitschers gewoon te zeggen, doch in de uitvoering van dit plan, dat in een „kring van vakmenschen" ernstig wordt overwogen, speelt het ditmaal de hoofdrol. Diezelfde vakmenschen hebben indertyd het model gemaakt van het Karlsruh°r Hoftheater. Welnu, het nieuwe, ver- rolbare IV ater heeft ongeveer denzelfden vorm als 't eerstgenoemde. Het beschikt alleen niet over een ruime beurs, waarover indertijd de aannemers van het Karlsruher Theater te be schikken hadden. Alleen dit is de reden, waar om nog niet met den bouw is begonnen, zoo meldde de „Technische Rundschau," want dit plan is bouw-technisch zeer goed uitvoerbaar. Voor het geval, dat er niet genoeg of te „ma gere" engelenbakbezoekers zijn, kan de galery ook door middel van een motor naar beneden worden getrokken, in welk geval natuurlijk het parterre óók naar buiten rolt.... In af wachting van dit ideaal-veilige theater zullen wy het voorloopig maar met koelbloedigheid en kalmte moeten doen, teekent „Ons Tooneel" hierbij aan. BENEZIN6 A?" ooon ö'YV Doos 30 -60,Tube 80 ct. Bij Apoth.en Drogisten Het was rumoerig in de kleine gelagkamer. Boven 't harde gezoem der stemmen klonk soms t korte ketsen van een biljartkeu of de schorre lach van 'n matroos. In 't drenzige licht walmden de rookwolken onder de lampen. Langs de ruiten druilde wat trage regen. Buiten werd 't benauwd-donker in 't enge onverlichte steegje. In 'n schemerig hoekje by 't raam voerden twee ongure typen 'n fluisterend gesprek. De oogen van den een 'n rooie lichtten scherp op. „Nou?" polste ie. Hy tipte even aan z'n bor- ïel en wachtte, „Tja," zei de ander 'n donkere verloopen kerel ,,'t was in elk geval 'n reuze krakie. Veertig mille stond er in de krant." ,,'n Heele bom," meende de ander. „De goozer is meteen binnen." De zwarte grinnikte met irriteerende zelfvol doening. De rooie hield vast. „Denk ie datte.... eh.... dinges d'r weer achter zit?" „Wie meen je?" „Nou jaehbevobbeldeh Ober, breng nog 'n paar glaasjes van die zoe tigheid! Rook jeGerrit, niet?" „Ja. Even, terwijl ze hun Virginia's opstaken, in 't harde licht van den lucifer, loerden hun blikken elkaar toe. Ze dronken 'n teug. Er was 'n stilte. De rooie beet op z'n snor. ,,'t Was 'n pracht-stuk, die kraak by Breu- kers," hield ie vol. „Ja jö," grynsde de ander, „dat is heusch niet zoo eenvoudig geweest. D'r zou heel wat over te vertellen wezen." „La komme," zei de rooie. „Ik weet eigenlyk nog niet precies hoe 't gegaan is. Ober!" De zwarte zweeg. Hij liet z'n eigen niet ach ter z'n tong kijken. Z'n blik scheen te turen naar de regendruppels, die even-lichtend neer spatten op de ruit, telkens een, dan hier, dan daar, of ie ze telde. Hij lachte wat triomfante- ïyk voor zich heen. t Viel den ander op, hoe 'n blinkend witte tanden ie had. „Nou dan; wat weet je d'r eigenlijk al van?" vroeg de zwarte ineens. De rooie sloeg de asch van z'n sigaret en keek peinzend. „Veertig duizend," zei ie zacht fluitend. „Ober! Gevaarlyk goedje anders die parels en zoo." Hy rammelde in z'n zak en liet heel even, opzy onder tafel, 'n collier zien. „In Amster dam 's gehaald onderlaatst. Driehonderd piek waard." „Zoo'n ding heb ik dok," zei de zwarte. Hy toonde 'n zelfde collier, 't Glinsterde fel in z'n zwarte hand. „Waar vandaan?" vroeg de rooie. De zwarte sloeg z'n borrel naar binnen. Hij leunde voorover, z'n slendere body ver over ta fel. „Bij Tasman vorige week; weet je wel, dat inbraakje." „Ja juist. Maarre, hoe zit dat nou met die kraak by Breukers? Vertel 's op!" De zwarte hing loom over tafel; hij schudde met z'n kop en z'n oogen knipperden. Hij had blijkbaar wat te veel gedronken. „Somedeen heb ik 't nog gedaan," brabbelde ie. De rooie lachte sluw. Even later lag de zwarte voorover op tafel te snurken. Da rooie stond snel op, keek rond en ver dween in de telefooncel naast 't buffet. „Hallo, politiebureau. Met inspecteur Smit. Stuur direct 'n paar mannetjes hierheen. Vic toria-bar, Nieuwsteeg 63. De dader van de inbraak by Tasman; en vermoedelyk meer nieuws over de affaire Breukers. Ja hoor, in orde! Opschieten hè!" Hy legde den haak neer en ging terug in 't café. Aan 't tafeltje in den hoek by t raam zat niemand meer. Inspecteur Smit holde de straat op. Juist nog zag hij den zwarte om den hoek verdwij nen. Hij trok z'n revolver en rende 'm achterna. Op den hoek stonden ze ineens tegenover el kaar. De zwarte had ook 'n revolver. Hy scheen niet dronken, 'n Oogenblik staarden ze elkaar aan. Beiden bleven onbeweeglijk. „Wat mot je?" dreigde de zwarte. Inspecteur Smit behield z'n kalmte. „Wees voorzichtig, vriend," zei hij, „ik ben inspecteur Smit van de geheime politie." De zwarte liet z'n revolver zakken. „Verduiveld, Frank, ben jy 't!" Hij trok z'n pet af en tevens z'n pruik. „Verdraaid Frits!" riep inspecteur Smit. Ze liepen sa men in het don- ker naar huis de I twee collega's- -LIL LIL rechercheurs. t I - van de enkele ■■■■»"- lantaarn glinsterde in groote glimplekken op de natte straat. Uit 'n openslaande deur woei wat lawaaierige dansmuziek. In de verte, op 't dak van 'n dagbladbureau, draaide de schyf met de lichtletters: ....laat 'n vrouw en twee kinderen na voor maatkleeding.... „Ja," vertelde Frits, „ik wou dat geval Breu kers oplossen; en nou dacht ik vanavond 's iemand op te schommelen, die meer van dat zaakje kon weten." „In de Victoria-bar?" „Juist, in de Victoria-bar." „Ik ook. Jij was schitterend vermomd, zeg; m'n compliment!" „Dank je, ook zoo." „Die rooie snor flatteert je bepaald." „Val om." .om 7.47 te Bagdad geland weerver- wachting.... „Zeg, waar heb jy dat collier gehaald?" Nieuwe Bazar; 23 cent." „Wat 'n verlakkery. Heb je je weer laten be dotten? Ik heb 't van de markt; uitzoeken maar, al die mooie spulletjes 'n duppie." Hun grimmig lachen sloeg vreemd ver in de stille straat. Ze slenterden traag verder in den miezerigen regen. Boven schoven de lichtletters voorbij: verandering in temperatuur*** heden avond werd te Kerkrade, waar hy zich over de grens trachtte te begeven, door de politie aan gehouden de dader van den bekenden diefstal by de firma Breukers in de Molenstraat al hier. De geheele buit, ter waarde van veertig duizend gulden, werd nog op hem gevonden.... FRITS WTLLIN LONDEN, 12 Dec. (V. D.) Volgens Engel sche berichten uit Santiago heerscht in vele districten van Chili hongersnood. Vele per sonen, waaronder talryke kinderen, zyn omge komen. In sommige steden hebben demonstra ties van arbeiders tegen de regeering plaats gehad. li 11*% °P dlt Wad z0n ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Oflflfi bi) levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f '71!fï by een ongeval met f O Cf) Q. O OTITIS S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen tJi/f/tC." verlies van beide armen, belde beenerx of belde oogen f doodelijken afloop by verlies van een hand f 1 Of een voet of een oogJAVt" Dij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) bij verlies van 'a duim of wijsvinger I OU*~been of arm# tU»m anderen vinger §""111111111] u e tatte voortaan beter op Eva en nu sloeg ar toch eigenlyk de schrik om het hart. Het jjjO'iJke Beriynsche meisje was erg afgevallen. Jui f*atl 'e beden^en' dat haar familie haar Etaurd°°r haar ®ezondlleid naar buiten had ge- Jta°fl°°pig werd Eva genoodzaakt by het ont- Jt eieren te eten en room te drinken. Maar al staakte ze. Haar maag kon deze sterke eóing niet verdragen. «Morgen ga Je naar den dokter, hoor kind", Catharina bezorgd. ar vol8enden dag was het weer ver- Waaraan moesten ze het eerst denken? toezicht in de kas, als Mr. Gabb er niet s» het toezicht in de tuinen, waarvan Catha- fleb °hderhoud aangenomen had, het toe- ?.°ht op de kookkunst van Marie.... En daar- a°g de drukkende geldzorgen.... Een avontuuriyke gedachte kwam plotseling in het brein van Catharina op. Als ze Mr. Gabb eens vroeg of die haar by zijn ryken oom niet een leening kon bezorgen? Mr. Gabb kon dan een aandeel in de winst krygen en zoo kon zy hem dan meteen daadwerkeiyk haar dankbaar heid toonen. Als ze ér eens met grootvader Troilo over sprak? Misschien zou die het hem willen vragen. Want de jonge Engelschman had al zooveel voor haar gedaan, dat ze hem bijna niet weer durfde lastig vallen met een verzoek. Het was nacht. Eva sliep al. Catharina had een schermpje voor de lamp gehangen dat het licht haar niet zou hinderen. Een oogenblik bleef Catharina voor het bed van het meisje staan. Haar kin was spits geworden," haar wan gen waren ingevallen, een trek van verdriet lag op haar smal gezichtje. Weer voelde Catharina zich gedrukt door haar gebrek aan zorg voor het meisje. „Morgen moet ze naar den dokter", zei ze in zichzelf. „Of nog beter: ik ga zelf met haar naar het Sanatorium Dietenmühle en spreek met den dokter." Toen ze by het raam kwam, zag ze dat by den ouden Balthazar het licht nog brandde. Het lichtschynsel kwam van het hoekvenster, waar het oude cylinderbureau stond. Dus zat hy nog te schrijven of te rekenen of las in een van de vaktydschriften. Hy interesseerde zich geweldig voor de bloemkweekery en wilde ook theoretisch goed op de hoogte zyn, zoodat hy altyd kon meepraten. Catharina aarzelde niet lang. „Ik ga nog een ronde doen over het terrein en als hij dan nog aan de schryftafel zit, klop ik aan." In diepe stilte lag de tuin. Spookachtig lag daar de groote kas. Het was een zwoele nacht. „Morgen zullen we weer geducht moeten sproeien", flitste haar door het hoofd. Uit de verte, van de sloot, klonk gekwaak van kikkers. De toren van Sonnenberg sloeg half twee. De afnemende maan kwam te voorschyn en ver lichtte haar weg. Tusschen haar terrein en dat van den ouden man was een hek, waarvan ze allebei een sleutel hadden. Ze voelde zich zoo wakker, alsof ze nog in geen uren zou kunnen slapen. En om vyf uur moest ze weer op. Er moesten stekken geplant worden, planten worden verpot en de bloemen in de bedden moesten bygesneden worden. Er was nu weer voor weken ononderbroken arbeid. Als ze maar wist, waar ze menschen vandaan halen moest, die te vertrouwen waren. De ge dachte, dat Eva misschien ziek zou worden, vervulde haar met nieuwe zorg. „Wie is daar in de struiken, hé?" De kraaistem van den ouden Troilo klonk scherp door den nacht. „Ik ben het, meneer Troilo," „Maar Catharientje, het is nu toch tyd om te slapen?" „U slaapt toch ook niet, Grootpapa?" De oude lachte. „Ja, maar ik houd er een by- zondere manier van slapen op na. Dat kan een man op myn leeftyd zich permitteeren. Ik heb al drie uur vast op de canapé geslapen. Meer dan drie uur achter elkaar houd ik het nooit vol. Toen heb ik nog een beetje gelezen en een paar appeltjes gegeten. Nu denkt de machine van binnen: Zie zoo, al weer een dag om. En dan ga ik in myn bed liggen en slaap weer myn drie uur. Versta je?" Catharina trad binnen. Hij wilde met alle geweld, dat ze iets zou gebruiken. Een glaasje bessenwyn, een bord yoghurt, een peer. Die nam ze dan maar. „Overdag kom je er niet toe een verstandig idee te hebben", zei ze een beetje verlegen. „En als je er 's nachts een hebt, dan moet je het vasthouden, anders vliegt het zoo weer weg." „Kom er dan maar mee voor den dag, Kat- chenl" Ze zat op de doorgezakte, oer-oude canapé en wipte een beetje op en neer. Ze draalde, want ze wist eigenlyk niet goed, hoe ze begin nen moest. Ze had al vaak op dit plaatsje haar geldzorgen met den ouden man besproken. Maar nu voelde zy zich gegeneerd. Hy keek glimlachend naar haar. „Kom je me weer aanpompen, kwaje meid?" Ze maakte een afwerend gebaar. Hy schudde het hoofd. „Neen, Cathrientje, ik hob zelf ook niets meer waar ik geld op kan krygen. Het spyt me erg. Het is ook een be roerde geschiedenis. Als je eerst maar over den berg bent, dan gaat alles vanzelf." „Ik weet werkeiyk niet, waar Ik het dezen keer vandaan moet halen. En toch moet ik een middel vinden, om geld te krygen. Voor den October-wissel. En nu had Ik gedacht, of we het niet aan Mr. Gabb zouden kunnen vragen. Als die zich tot zyn oom. in Leicester zou wil len wendenHy is altyd zoo vriendschap- peiyk geweestWaarom kykt u me zoo eigenaardig aan, Grootpapa?" „Neen, meisje, zet je dat maar direct uit je hoofd. Hij nam het zwarte sigarenstompje. dat op den rand van den aschbak lag, op en stak het aan. Hij deed drie trekken en legde het dan weer hoofdschuddend weg. „Je Engelsch- mannetje heeft, eergisteravond by me gegeten." Balthazar knipoogde. „Ik had hem gezegd, dat als hy het weer waagde in avondtoilet te ko men, dan liet ik hém niet binnen. En dat hij alleen roggebrood met kaas kreeg. Maar toen zyn schrik: ik had voor een echt souper ge zorgd. Uit het logement. Eerst visch, daarna biefstuk." „Keurig. En hoe was het?" „Verschrikkeiyk. Den heelen nacht heb ik een zwaar gevoel In myn maag gehad." Catharina glimlachte. „Dan begrijp ik, hoe het komt, dat Mr. Gabb gisteren den heelen dag zoo stil en gedrukt was. Ik heb hem nog nooit zoo gezien." „Neen, meisje, dat heeft een andere oorzaak gehgd. Want dat jongemensch heeft een struis vogelmaag: die zou steenen kunnen eten zon der er last van te hebben. Hy heeft hier zyn hart eens uitgestort. Als je denkt, dat hy een stokvisch is, dan vergis je je erg, juffertje." „Ik heb toch nog nooit gezegd „Maar hy denkt, dat jy denkt, dat hy er een is. En dat hindert hem verschrikkeiyk." „Hy is ernstiger geworden, geslotener" zei Catharina. ,,'s Avonds is hy nooit meer geweest en dat was toch in het begin zoo gezellig. En sedert hij op den Amselberg tennist, spreken wy alleen nog maar over zakeiyke aangelegen heden." „Hm. Zoo. Verder over niks." De oude sloeg op de tafel. „Wat je iemand maar wys wilt maken, kleine aap." Hy lachte. „Daar heeft hij gezeten, waar jij nu zit en hy heeft my alles verteld. Hy heeft je gevraagd en jy hebt hem een blauwtje laten loopen." Ze werd doodsbleek, Met groote oogen staar de zy hem aan. „My gevraagd? Maar daac is geen woord van aan, grootvader." „Als je me dat met zoo'n doodschrik verze kert, Katchen, moet ik het wel gelooven. Maar ik zie hem daar nog op hetzelfde plaatsje zit ten, terwyl hij zijn hart by my uitstortJa, dan weet ik er maar één verklaring voor: dat zyn aanzoek niet erg duideiyk was." „Ik bezweer u, grootpapa, ik heb er niets van gemerkt." „Je bent toch een komiek exemplaar van een meisje, Cathrientje. .Van louter botanische ge dachten, heb je de natuuriyke historie van het hart verleerd! Zoo iets niet gemerkt! Hy zal toch in elk geval wel een toespeling gemaakt .hebben." Ze hield het hoofd In de handen. „Ik prakkezeer me suf. Neen, grootpapa, zelfs van een toespeling weet lk me niets te herin neren." „Hy heeft je op een keer gevraagd, Cathrien tje, hoe lang je hem nog by je wou houden en je hebt hem geantwoord: zoolang, tot Jé zaak on streek was." (Wordt vervolgd)t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9