De 49ste staat van de Unie
Md v&t&aal am dm day
BEZUINIG NIET
E.R.K.
Bij Verkoudheid
VER-AMERIKAANSCHT
Mijnhardt's
DE KERSTBOOM
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Uw eigen winkelier verkoopt
ROBINSONschoenen
De vlammende
anjelier
ZATERDAG 17 DECEMBER
De Amerikaansche films hebben
veel invloed op Europa
Voor- en nadeel
Alles de schuld van
Amerika'
Jeugdige apostelen
In menig opzicht een
verbetering!-.
Hoest - Keelpijn - Griep - helpen
tabletten, poeders of siropen het best.
Alléén echt en goed wanneer de naam
Mijnhardt op de verpakking staat.
Let hierop. In prijzen vanaf 20 en 30 ct.
Bij Uw Drogist.
Herriot over de Saar-
kwestie
Zwart-wit-rood ïn
Siberië
Een nederzetting van Duitsche
oud-strijders
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
Populaire Micky-Maus
Jeugdige vagebonden
in Amerika
Een millioen jonge zwervers
300.000 brieven kwamen aan
LEVENSVERZEKERING MIJ.
te Nijmegen Nassausingel 3
Kapitaalsverzekering - Volksverzekering
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
|)niiiiimiiHiiuiiii!iiiiiiimuiiiiiiiii
FEUILLETON
Naar het Duitsch van
Paul Oskar Hoecker g
^>lll|||||||||||||i||||i|||j||j||uiuui||uuuuiliuiiuiiuilillllliuiiuiliuii
Dezen zomer hebben wij weer eens in het
bijzonder kunnen opmerken, hoezeer
Europa reeds ver-Amerikaanscht is, want
*?u zijn er zóó weinig Amerikaansche touristen
®_eij Oceaan overgestoken, nu hebben wij zoo
geinig kastkoffers, hoornen brillen en plus-
ours gezien, dat niemand nog kan beweren,
«at Europa alleen maar Amerikaansch deed,
0m bij de Amerikaansche touristen in het ge-
Wei te komen. Of men wandelt „Unter den
landen", of dat men op het trottoir zit voor
®en café aan de Champs Elysées, of dat men
uoezelt in een leeren stoel in de hal van het
Savoy Hotel, overal ziet men de verandering!
Pe vroeger zoo forsche Duitsche meisjes, het
'ype van de oer-Germaansche Vrouw, zijn thans
slank geworden, „Manhattan" en „Bronx" zijn
Cocktails, die u op de Parijsche wijnkaart wor
den aangeboden en de zuivere Engelsche taal
*ordt doorspekt met Amerikaansche „slang"-
"itdrukkingen, zoogenaamde „Amerikanismen".
.Moderne Amerikaansche badkamers" zijn een
Aanbeveling voor élk Europeesch hotel!
Als ik nu door Europa reis en menschen be
*oek, die ik jaren lang gekend heb als ik
Juister naar brokstukken van gesprekken in
weinen, in particuliere woningen of in restau
rsik kan niet ontkomen aan den in
druk, dat, terwijl de Amerikanen steeds min
der populair worden, Europa meer en meer
bezig is om zooiets als een 49ste staat van de
linie te worden. En ik ga zelfs vérder.
Als Europa niet in toenemende mate ver
Amerikaanscht was, zouden de Amerikanen
misschien nog dezelfde eereplaats in de pu
blieke opinie innemen als sleohts enkele jaren
Seleden. Nü worden zij verantwoordeijk gesteld
'oor alles, wat er in Europa niet is, zooals het
*ezen moest.
Een van mijn Fransche vrienden, een rijk
®n aanzienlijk man, klaagde bij mij zijn nood
°ver zijn zeventienjarige dochter. „Zij weigert
Pertinent om gechaperonneerd te worden, als
rij naar een souper of een cocktailfuifje gaat."
Ik zuchtte, maar zweeg. Ik wist, wat er op zou
v°lgen en dat kwam dan ook: „Het komt alle
maal van de Amerikaansche films!" riep mijn
Griend in wanhoop uit. „Dié en niéts anders
bebben de harmonie van het gezinsleven ver
hoest. Zij hebben onzen zoons geleerd hun
vader ongehoorzaam te zijn, zij leeren onzen
dochters te drinken en te rooken! Ik wenschte
hel, dat de Atlantische Oceaan driemaal zoo
breed was; dan konden wij ons beter te weer
stellen tegen het binnenstroomen van Ameri
kaansche ideeën!",
En deze man staat in zijn opvattingen niet
Alleen. Als hij zijn geestverwanten in een
«Eurppeesche Oudervereeniging" organiseerde,
Zou hij in elk land van het Oude Werelddeel
geestdriftige aanhangers bij de vleet vinden!
Millionnairs en bedelaars, baronnen en kruide
niers, conservatieven en bolsjewiekenzij
ii, zouden allen zijn wantrouwen tegen Amerika
déelen! De bolsjewieken niet? Dat denkt u
maar! In een communistisch blad, dat te Mos
kou verschijnt, las ik dezer dagen: „Wij zou-
den onzen kameraden aanraden, om minder tijd
Zoek te brengen met het afdraaien van Ame-
ïikaansche gramofoonplaten!" En vrijwel tege
lijkertijd stond in een ultra-reactionnair Pa-
Zijsch tijdschrift: „Frankrijk zou er veel beter
Aan toe zijn, wanneer onze jeugd de verder
felijke Amerikaansche gewoonte van cocktails-
brlnken achterwege liet". Wat niet wegneemt,
Het gebeurt herhaaldelijk dat de missionaris
zen onverwachte hulp krijgen waarop ze niet
badden gerekend aldus meldt Agentia Fides uit
Haying. Shak Chin is een klein dorp in het
Noord Oosten van de Provincie Kwantsoeng in
china behoorende tot de Apostolische Prefec
tuur van Kaying, de Amerikaansche missiona-
Nssen van Maryknoll. De missionarirsisen hebben
daar een school waar zoowel heidenen als
christenen onderricht ontvangen. Zij volgen de
lfde klassen en zijn ook bij het godsdienst
onderricht tegenwoordig; zoodoende kennen zij
®°k de gebruiken, Sacramenten en ceremoniën.
Nu waren er onlangs twee heidensche leerlin
gen die hun vacantie doorbrachten bij hun fa
milie waar een klein kindje ernstig ziek lag. De
'Wee scholieren beraadslaagden onder elkaar,
eh besloten de kleine het H. Doopsel toe te
menen. Ze vroegen en verkregen de toestem
ming der ouders, doopten hun klein neefje,
*be enkele uren later kwam te overlijden.
De missionaris aan wien zij het vertelden
O'óeg him, hoe ze het gedaan hadden en welke
bedoeling zij daarmee hadden gehad. De twee
Jeugdige apostelen antwoordden: „Wij wilden
®ns klein neefje naar den hemel helpen. En
uaar willen wij ook heen!"
3»iiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiMiiiiiiiiiii<i
Groothertog Alexander van Rusland 1
geeft in dit artikel als zijn meening
te kennen, dat Europa ver-Amen-
kaanscht.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiriiiiiiimnii,^;
dat de roode kameraden natuurlijk blijven dan
sen op jazzmuziek, terwijl de Fransche jonge
lui hun schouders ophalen en nog eens een
rondje Martini's bestellen
Hm.over het algemeen moeten wij dit
toejuichen. Want de Amerikanisatie van Euro
pa kan ik, als niet-belanghebbend toeschou
wer in menig opzicht slechts een verbete
ring noemen. Aan tafel wordt minder gulzig
gegeten, de jongelui vertellen minder leugens;
zelfs in afgelegen landen a's Roemenië en
Joego-Slavië zijn de hygiënische toestanden
verbeterd; ook eenvoudige menschen beginnen
er prijs op te stellen, een schoonen boord te
dragen en in alle standen is het een eisch ge
worden zich dagelijks te scheren. De goed-
koope Amerikaansche automobielen, die op af
betaling worden verkocht, hebben er veel toe
bijgedragen om een einde te maken aan de
ontstellende onkunde betreffende het buiten
land (aangrenzende landen niet uitgezonderd)
welke zelfs bij het uitbreken van den wereld
oorlog nog typeerend was voor Europa. En de
Amerikaansche films, die zelfs in de meest
primitieve bioscopen der Fransche, Italiaan-
sche en Duitsche dorpen worden vertoond, heb
ben in menig opzicht opvoedend gewerkt, ook
al was de inhoud nietszeggend en het artis
tieke peil laag. Zij openen soms een andere
wereld voor het publiek, wat blijkt uit de op
merkingen, die er gemaakt worden. Bijv.: „Kijk
eens naar die gaskachel, die gaat vanzelf
aan!" „Eten ze daar 'smorgens vroeg al Si
naasappelen?" „Wat was dat voor een zelf-
starter?" „Kijk eens, daar wandelen kleine
kinderen alleen door Chicago!" Diezelfde men
schen geloofden vóór den oorlog, dat men goud
kon vinden in de straten van San-Francisco
en dat er nog steeds wilde Indianenstammen
rondzwierven in de vlakten van Illinois.
In zijn Kamerrede van 12 December heeft
minister Herriot onder meer ook over de
Saarkwestie gesproken, aldus meldt men ons
uit Saarbriicken. Herriot beweerde ongeveer
het volgende: „Toen men het vredesverdrag
ging uitwerken, heeft Frankrijk, geprest door
Amerika, afgezien van wat het als een recht
matig bezit meende te mogen beschouwen.
Tengevolge daarvan hebben de Franschen
moeten afzien van het herstel der grenzen
van 1914, zoodat zij met een volksstemming
moesten tevreden zijn, inplaats van een een
voudige inlijving te kunnen voltrekken."
Ziedaar een betoog, dat aan duidelijkheid
niets te wer.schen overlaat. Herriot heeft dus
ondubbelzinnig blijk gegeven van instemming
met de oorlogsbedoelingen van Frankrijk. Wat
te denken van den waanzin, die Europa be-
heerscht, zoolang men neg in 1932 een inlijving
beschouwt als een eenvoudige daad van
rechtvaardigheid. Wanneer men hier tegenover
stelt, dat de bevolking van het Saargebied
kort geleden met meer dan 90 pet. stemmen
zich tegen Frankrijk heeft verklaard, dan valt
de schriile tegensteling wel erg in 't oog.
Het Saargebied wil terug naar een verbinte
nis met het eigen vaderland, al heeft het ver
drag van Versailles dan ook gewild, dat vijf
tien jaar geleden deze bevolking van her
vaderland werd afgescheurd. Men heeft ver
zuimd in de Fransche Kamer den minister
president hierop te wijzen. Destijds geloofden
de Franschen, dat zij door een permanente
propaganda de volkstemming zouden kunnen
veranderen op den duur. Nu echter is zulk een
geloof vrij onzinnig en niettemin houdt men
de propaganda systematisch vol. Daarom voe
ren zij voor de houding aan, alsof het verdrag
van Versailles nog niet verstrekkend genoeg
was, de eenige houding, die de Franschen nog
kunnen probeeren, nu zij zien, dat zij er met
de volksstemming nooit zullen komen.
De Saarbevolking echter werpt een derge
lijke metrode ver van zich af, om de een
voudige reden, dat zij de geweld-politiek der
Franschen als een daad van om-echt voelt. Het
recht kan, volgens de bewoners van het Saar
gebied, alleen zijn loop krijgen, wanneer in
de toekomst de vrijheid van de bevolking wordt
gewaarborgd en als de Saar wederom bij het
oude vaderland wordt gevoegd. Een andere op
lossing is niet aannemelijk.
Frankrijk zal volkomen moeten afzien van
alel eischen op het Saargebied.
De vroegere geruchten, dat op afgelegen plaat
sen in Siberië Duitsche krijgsgevangenen-kolo
nies zonder eenige verbinding met de wereld,
bestaan, schijnen thans, volgens betrouwbare
berichten bevestiging gevonden te hebben. In
Helsingfors bevindt zich momenteel een Duit-
scher, Dr. Hilton, die in een opzienbarend in
terview het volgende daaromtrent mededeelde:
Het betreft het plaatsje Baranowitsch Ucho-
ly, dat in 1919 op 35 dagreizen (dagen rijdens)
ten Noord-Oosten van Wladiwostok gesticht
werd. Toen in 1918 revolutie in Rusland uitbrak
bevonden zich in een Siberisch gevangenkamp
4000 Duitsche krijgsgevangenen, meest mijnwer
kers uit Westfalen en Rijnland. Na de revolu
tie probeerden zij, zich eerst met het leger van
Kotschak te vereenigen en later met Denikin.
Het gelukte hun echter niet, zich er door heen
te slaan, vooral omdat zij geen goede wapens
hadden. Het grootste gedeelte van de 4000 man
stierf van honger en koude en de 1800 over-
blijvenden stichtten een kolonie, die naar beide
plaatsen genoemd werd, waar de Duitschers in
gevangenschap geraakt waren. De leider der ko
lonie was ritmeester von Versen. De relates
tusschen de Duitsche krijgsgevangenen-kolonie en
de Russische autoriteiten zijn volgens het inter
view zeer gering. Drie vier maal per jaar
wordt een karavaan naar Wladiwostok gezon
den.
De Duitsche kolonisten houden zich hoofd
zakelijk bezig met paardenfokkerij, landbouw en
jacht op pelsdieren. Eenig contact met Duitsch-
3IIIIIIIHIIII
llllflIIIIIIIC:
Waar de kribbe op haar plaats is
En het stalletje moet staan,
Waar gedachten naar iets anders
Dan naar pretjes moeten gaan,
Zet men meer en meer den kerstboom
Want zoo'n boompje staat geklèèd.
En men meent ook tegenwoordig
Is het ook wel up-to-date!
Kijkdiezelfde mooie boompjes
Liggen nu nog op de kar
Of op markten neergesmeten
Met de takken in de war.
Eerst nog moeten ze bepingeld
En bekeken en gekocht
Voor men van dat kleine boompje
Dan dat groote kunststuk wrocht!
Dan verhuist het voor het venster,
Waar de schemerlamp eerst stond
En men plant het, zonder wortels.
In een zandbak op den grond.
En natuurlijk veel geschitter
Tot verhooging van 't effect.
Onderwijl het door de kaarsjes
Nog iets meer de aandacht trekt.
En als dan de menschen kijken
Of ze blijven even staan
Wel, dan is weer voor een jaartje
Aan de ijdelheid voldaan!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
riiiiiiMiiiniiiHimmiiiiimmiiiiiiiiiiiiimtmmiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiih-
land bestond niet: men vond bij de kolonisten
de zwart-wit-roode vlag. maar het lijden in de
oorlogsjaren had de herinneringen en al hun
wenschen om naar de oude toestanden terug
te keeren bijna geheel gedoofd.
Politieke partijen bestonden er niet. Radio en
vreemde couranten kent men niet. De eerste
burgemeester van de kolonie, die thans 4000
zielen telt, is nog altijd ritmeester von Versen
en zijn plaatsvervanger Dr. Hilton zelf. De ko
lonie geeft zelf een eigen gehectografeerde
krant uit en heeft een Duitsche school waar Dr.
Hilton onderwijs gaf.
De mooiste herinnering was de» figuur van
Elsa Brandstriom, die op een Kerstavond daar
geweest is.
Ten Zuid-Westen van de Duitsche kolonie zou
ook nog een kolonie van Oostenrjjksche krijgs
gevangenen zijn.
In de pers is het interview met Dr. Hilton
met de noodige sensatie en zonder twijfel aan
de juistheid weergegeven.
STEUNT:
DOOR UW' GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23853
Uhelpt, ons hierdoor j,o n gen s-
zielen redden voor Ohrlatu3
„We gaan naa rde bosschen, om wat
brandhout te halen," zei Willie Woens
dag.
„Ja, maar de thee?" zei Ivy. „t Is
haast theetijd."
„Dat zal niet gaan, zoo vroeg kunnen
we niet terug zijn," grinnikte Willie.
„Ja, maar de kinderen dan?" zei Ivy.
„En ikzelf? Wij willen wel thee. Heb je
niets te eten achtergelaten?"
„Je behoeft niet te denken, dat je
van honger zult omkomen," zei Willie.
„In de keuken ligt een groot stuk
brood, 't Is versch, want ik heb het
vandaag pas gebakken."
Toen Willie en Freddy genoeg hout
gesprokkeld hadden, gingen ze terug
naar het kamp en legden het hout op
een droge plaats naast de Artiskeuken
neer. Toen gingen ze op zoek naar Ivy
en de kinderen.
Ze troffen Ivy aan, terwijl ze bezig
was met een zaag een paar boterham
men te snijden van het brood, dat
Willie haar gegeven had.
„Wat voer je daar uit?" vroeg Willie
verbaasd.
„Dat brood kunnen we. niet eten,
maar ik ben bezig een paar sneedjes er
af te krijgen voor de kat."
(Maandag vervolg).
—KatTfcunr
(Ingezonden mededeeling)
G;orge, de oberkellner in de „Vergulde Os",
was slecht gehumeurd. Zéér slecht gehu
meurd. Niet, omdat de zaken bij het ont
bijt zoo slecht waren geweest. Integendeel.
George kon met de financieele resultaten van
dezen morgen tevreden zijn. Meer dan tevre
den zelfs.
Neen, er was een diepere oorzaak voor
George's slecht humeur. Dit kwam, om zoo te
zeggen, voort uit zijn innerlijk wezen. Zijn
ijdelheid was gegriefd, hij was in zijn beroeps
eer gekrenkt, zijn zelfbewustzijn was beleedigd.
George was woedend op alles en iedereen en
het meest op zichzelf. Hem was bij het betalen
valsch geld in handen gestopt en hij, die Ober
was geweest in Engeland, Italië en Frankrijk,
hij had het niet eens dadelijk bemerkt. Een
valsch twee markstuk had hij voor echte munt
aangenomen. Het was afschuwelijk!
George koelde eerst zijn woede op den pic>
colo, dien hij een oorvijg toediende, omdat hij
vroolijk lachend de leege zaal binnenkwam.
Daarna begon hij een woordenwisseling met
den huisknecht, begaf zich in een dispuut met
de buffetjuffrouw en zocht daarop gelegenheid
met de keukenmeid een twistgesprek aan te
gaan.
Daarna begon hij echter met zich zelf te
overleggen. Hij was dus het slachtoffer van een
schandelijk bedrog. Die erkentenis bracht hem
het bloed weer aan 't koken. Maar toen hij na
ging, wie er als gasten waren geweest, kwam hij
tot de slotsom, dat het allen bekende bezoekers
waren en geen van hen zou hem, opzettelijk
een valsch geldstuk in de handen hebben ge
drukt. Het moest dus onwetend zijn gebeurd.
Dit streelde zijn eigenliefde tenminste. Hij
moest het weer iemand anders in de han
den stoppen, dat sprak van zelf. Den stam
gasten durfde hij dit niet doen, het moest dus
een vreemde zijn. Dat was alles héél duidelijk!
Het vooruitzicht zich te rehabiliteeren stemde
George weer geheel monter. Hij keek naar het
werk van den piccolo,, die de tafels voor het
diner dekte en gaf hem, in het voorbijgaan, een
sigaret, als schadeloosstelling voor de onge
motiveerde oorvijg. Daarna trok hij zijn diner-
rok aan en wachtte gelaten de komende dingen.
De eerste gasten kwamen. George scherpte
zijn blik. Tot dusver was er niemand onder
hen, tegen wien hij het waagstuk durfde onder
nemen.
Reeds was een half uur verstreken, toen een
hem onbekende heer en dame de zaal binnen
traden.
„Jong echtpaar, misschien op de huwe
lijksreis", concludeerde George en hielp de bin.
nentredenden met het uitzoeken van een tafel
tje. Met al zijn overreding wist hij den heer
te bewegen, het „uitgebreide" diner te nemen
en een dure flesch te bestellen.
George vloog naar het buffet, heen en weer.
Hij bracht de soep, daarna den wijn in het
koelemmertje, schonk zijn eleganten gasten de
glazen halfvol en liep in stormpas naar de keu
ken. Daar bood hij de keukenmeid een glas
Münchener aan, waarvoor hü zich de mooiste
stukken vleesch op den schotel liet leggen en
daarmee keerde hij naar zijn gasten terug. Deze
hadden nauwelijks de vork uit de hand ge
legd of de volgende gang werd reeds opgediend.
George stelde met voldoening vast, dat zijn tak-
tiek het gewenschte gevolg had: het paar was
tevreden.
De heer bestelde tenslotte nog een kleintje
mokka, dat George reeds vooruit had besteld
en een sigaar. George bood hem een tiental
kistjes aan en zou zich geschaamd hebben, als
hij zijn gast geen Havana had kunnen ver-
koopen.
Zoo naderde het oogenblik, dat hij het val-
sche geldstuk eindelijk kwijt zou worden. Als
de heer nu maar niet met gepast geld betaalde.
Maar neen, hij had geluk.
De heer legde een vijftigmarkbiljet op de tafel
en hielp zijn dame in haar mantel.
George beijverde zich het vereischte geld
terug te geven, waaronder hij heimelijk het
tweemarkstuk mengde.
De heer gaf hem een prachtige fooi en ver
dween met de dame.
George was tevreden over zich zelf. Hij had
wel een luchtsprong kunnen maken, als de def
tige omgeving en
zijn waardigheid j"»..III III It till Ml III lil «III Ml lit
zich daartegen TT 7 7
niet hadden ver- f Het VdiSCflC I
zet. Hij gaf den
piccolo een twee- I /C/i7/7n4« L,
de sigaret en ^CluStllfZ
voelde zich won- „„..r
■derlijk voldaan.
Maar dat was waar ook! Hij zou het bijna ver
geten hebben! Hedenavond was er een souper
in de kleine feestzaal. Zijn boord was niet
heelemaal schoon meer.
Hij riep den piccolo en vroeg hem in de mode
zaak een half dozijn boorden te halen. Hij gaf
hem het vijftig-mark-biljet mee.
De piccolo wou den Ober gaarne in diens
goede stemming houden en haastte zich dus
naar den modewinkel.
George echter ging de thans leege zaal bin
nen. Hij stak vergenoegd een sigaret aan en
oogde de blauwe rookkringetjes na.
Daar kwam plotseling de piccolo, buiten
adem, binnenstormen.
„Ober!Ober!
„Nu, wat is ér? Waar heb Je de boorden?"
„Die heb ik niet!"
„Waarom niet?"
„De meneer in den winkel zei
„Nou?"
„De meneer zei
„Nu, vooruit....!
„Dat het biljet valsch was!"
De Amerikaansche bladen die enkele jaren
geleden nog met afschuw uitvoerige berichten
brachten over de verwaarloosde jeugd en
kleine vagebonden, die zonder dak boven hun
hoofd rondzwierven, moeten thans tot hun leed
wezen zelf verklaren dat als gevolg van de
economische wereldcrisis dit zelfde verschijnsel
zich ook voordoet in de Vereenigde Staten. De
oud-commissaris van politie van Washington
Brigadegeneraal Grafsford heeft onlangs een be
weging in het leven geroepen die wil trachten
om de doelloos rondzwervende jonge vagebon
den weer gewoon te maken aan normale ver
houdingen. De generaal schat het totaal aantal
van deze jeugdige zwervers op meer dan eer,
millioen; dus ongeveer een honderdste deel van
de totale bevolking van de Vereenigde Staten.
Deze beweging wil op de eerste plaats van
het Congres de noodige middelen ter beschik
king gesteld zien die over de afzonderlijke
Staten zouden worden verdeeld om deze Jeug
dige vagebonden onder te brengen in opvoedings
gestichten, waar men zal trachten om deze
verwaarloosde jeugd weer te maken tot orden
telijke burgers in de maatschappij.
De wereldberoemde Bonzo is gestorven. Ieder
kind komt dit komisch-trouwhartig buldoggen-
gengezicht en Bonzo's streken en avonturen
hebben ook reeds den grootsten isegrim aan het
lachen gemaakt. Bonzo is 12 jaar oud gewor
den. In den loop van zijn leven heeft hij zijn
eigenaar honderd duizend gulden ingebracht.
Hij behoorde aan een zeeman, die de heele we
reld met hem doorgereisd is; alle havens van
het Zuidelijk halfrond heeft hij bezocht. Onge
veer twee jaar geleden, liep Bonzo een kwetsuur
op, waarbij hij een oog verloor. Van dezen tijd
af was het met zijn levenslust gedaan. Hij gaf
niet meer om reizen en bleef liever stilletjes
thuis zitten. Daar zijn meester echter een lange
reis naar de tropen moest maken, moest hij
den hond alleen laten en deze scheiding ging
Bonzo zóó ter harte, dat hij niet meer at of
dronk en ten slotte van uitputting stierf.
De tweede lieveling van het publiek is de
Micky Maus. Er wordt zeifs beweerd, dat zij
alle filmsterren in populariteit overtreft; in den
loop van het laatste jaar heeft dit schepseltje
niet minder dan 800.800 brieven ontvangen.
Micky heeft overigens juist haar 4en verjaar
dag gevierd, want in October was het 4 jaar
geleden dat zij geboren werd. En al is Micky
Maus dat ook maar een schepsel van papier en
inkt, toch bezit zü zoo'n levendigheid, dat haar
populariteit best te begrijpen is. Alleen Felix
de kater doet haar concurrentie aan.
in de verkeerde richting. Een levensverzekering is een
levensbehoefte. Sluit haar bij de
Bijkantoor: J. J. A. DUIJNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag.
1 ff f 'f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f hij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor 7F/J bij een ongeval met O Cf) bij verlies van een hand IOC oij verlies van een Cf) bij een breuk van Af) bij verlies van 'n
éxllQ 0,00111X6 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen f f l/i/." doodelljken afloop een voet of een oog f duim of wijsvinger f */l/.~been of arm Tl/." anderen vinger
30
Allen merkten, hoe zij zich Inspande. Ook
Gabb.
Niemand had er een idee van, wat er in de
jjAgen voor de groote tennismatch zoo al in
2®°) omging. Eenmaal liet hij zich tegenover
r'A Stuckradt een beetje gaan. Ze was weer uit
2®' sanatorium terug, bleek en zielig; in een
Jakken bontmantel zat ze in het zonnetje voor
kas, ontstemd dat ze niet kon helpen, terwijl
r^och zoo'n behoefte aan hulp was. Van de
reoegere verloving van Catharina en van alle
'eUwe kletspraatjes er over had ze voor het
r®tst gehoord bij een bezoek, dat juffrouw
r®keiand, de Deensche gezelschapsdame, haar
het sanatorium had gebracht.
•Jk ga niet weer naar den Amselberg, als ik
eer beter ben", zei ze met haar zwakke, nog
at trillende stem. „Ik verlang meneer Troilo
niet meer te ontmoeten. Ik kan hem gewoon
niet meer uitstaan."
En Mr. Gabb, die bezig was stokjes te snijden
voor de anjelierbedden, stond wijdbeens voor
haar, er in zijn gemoedelijke onverschilligheid
er niet aan denkend, dat hij haar het beetje
Zon benam, zei op rustigen toon:
„Mevrouw Rettberg gedraagt zich niet als
een lady."
En met vuur antwoordde Eva: „En meneer
Troilo niet als een gentleman."
Mr. Gabb sneed verder aan zijn stokjes. De
spaanders vlogen in het rond. „Ik geloof, dat
ik de heele zaak doorzie. Ze koketteert met
hem, alleen maar om juffrouw Lutz pijn te
doen."
„O, ze heeft heelemaal geen hart", antwoord
de Eva.
„Neen, dat heeft ze zeker niet. En op zooiets
vliegt meneer Troilo af, de sukkel."
Den volgenden morgen stuurde mevrouw
Rettberg om half acht den boy naar Mr. Gabb.
Of hij niet kwam tennissen vandaag?
„Ik heb vandaag geen tijd", gaf hij den jon
gen kortaf ten antwoord. Dezelfde boodschap
kreeg het jongmensch den tweeden en derden
dag weer.
Den middag voor den grooten wedstrijd kwam
mevrouw Rettberg zelf naar de kweekerjj. Ca
tharina was naar Wiesbaden, naar haar advo
caat. Eva zat in de huiskamer aan werk-
schorten te naaien, Mr. Gabb was in de kas aan
het werk. Hier waren nu meisjes aan het werk,
die geen vakkennis hadden, maar alleen be
paalde handgrepen leerden. Het gevaar voor
verraad werd daardoor veel minder, al bleef
scherp toezicht natuurlijk dringend noodig.
Toen de oude Reuss den Engelschman het
bezoek aandiende, zei deze kort: „Ik heb het te
druk."
Maar mevrouw Rettberg liet zich niet af
schepen. Toen ze door de ruiten haar tennis-
partner ontdekt had, trad ze dritig de kas
binnen. Ze zag er op haar voordeeligst uit en
met haar slanke figuur leek ze tusschen de
bloemen en planten wel een bakvisch.
„Mr. Gabb, eigenlijk gezegd ben ik buiten me
zelf. Wat bezielt U? Morgen om 10 uur be
ginnen de wedstrijden. We hebben in drie dagen
niet samen geoefend. Kan ons succes U heele
maal niets schelen?"
„No, Mrs. Rettberg."
„Nadat we ons maandenlang ingespeeld heb
ben? Ik kan van U verlangen, dat U mij ten
minste niet mijn succes onmogelijk maakt."
Hij werkte rustig door. Duizenden miniatuur
bloempotjes stonden te wachten op de kleine
spruitsels, die zich in het zandbed in de kas uit
de nieuwe stekken ontwikkeld hadden. „Ik ben
niet van plan, mevrouw Rettberg, aan de wed
strijden deel te nemen."
Mevrouw Fulvia Rettberg deed een stap ach
teruit en nam hem met een hoogmoedig ge
zicht van het hoofd tot de voeten op. Op haar
effen, blank voorhoofd kwam een scherpe, diepe
rimpel. „U staakt?"
„Yes, I do."
„Waarom?"
„Ik heb er geen pleizier meer in om met
te spelen. Juffrouw Driesel, U moet niet zoo
vast planten. Kijkt U, zóó. Neen, het is
overbodig om er over te spreken, ik zal niet
meer met U spelen."
„Dan zal ik U eens vertellen, wat ik van U
denk. Ik vind het...." Ze stokte en begon drif
tig te huilen. „U hebt me eenvoudig voor den
mal gehouden. Jawel. Den heelen tijd al. Zoo
is het. En ik was nog zoo goedig en vertrouwde
U. En nam U in mijn kring op. Maar U hoort
niet thuis in goede kringen. Een man, die zoo
iets doet.... Maar ik kan me wel voorstellen,
wie U heeft opgestooktt...."
De glazen deur ging open en Catharina kwam
binnen. Ze was verbluft over wat ze zag. Toen
ze het terrein was opgekomen, had ze de kij
vende vrouwenstem al gehoord.
.Mevrouw Rettberg bent U het? Maar
wat gebeurt hier dan in vredesnaam?"
De dame strekte met een theatraal gebaar
haar arm uit in de richting van Mr. Gabb:
„Hier, Uw Mr. Gabb weigert om verder met mi)
te tennissen, nadat ik maandenlang mijn huis
voor hem opengesteld hebNoemt U mij dan
toch de reden, Mr. Gabb. Dat is toch wel het
minste wat ik verlangen kan."
Mr. Gabb had zijn werk nog geen seconde
laten rusten. „Misschien wilt U wel tegen lady
zeggen, Miss Lutz, dat ik haar de reden al ge
noemd heb: namelijk dat ik geen pleizier meer
heb om met haar te spelen."
„Wat heb ik dan plotseling op mijn geweten?"
„Zegt IJ toch asjeblieft de ware reden, Mr.
Gabb", drong Catharina aan.
„Zegt dan maar tegen de lady, dat het ge
zelschap, dat ik tegenwoordig op den Amselberg
aantref, me niet aanstaat."
„Zoo, zoo." Mevrouw Rettberg draaide zich op
haar hakken om en rood van drift keek ze Ca
tharina recht in het gezicht. „Dat is afgesproken
werk. Het gaat tegen meneer Troilo. Dat is dus
jullie wraak, nietwaar....?"
Catharina maakte een afwerend gebaar:
„Maar mevrouw
Mr. Gabb zette het bloempotje, dat hij onder
handen had, weer in de rij en wendde zich naar
mevrouw Rettberg. Zijn kaarsrechte houding
had iets dreigends. Hij zag er uit om bang voor
te worden. „Bent U klaar? Goed. U wilt dus
hooren, wat U al heel goed weet. Wat iedereen
al weet. Alleen juffrouw Lutz nog niet. En haar
had ik het graag nog verzwegen."
Catharina zag haar vriend angstig-vragend
aan: „Maar nu zou ik zelf graag willen weten.."
,Mr. Troilo heeft zich de vorderingen uit
Mainz laten cedeeren, juffrouw Lutz. Hij wil U
den eersten October in moeilijkheden brengen
heb ik gehoord. Is 't not so, Mrs. Rettberg? Ziet
U van zulk soort zakenmanieren houd ik
niet. Zoo handelt geen gentleman tegen de
vrouw, waarmee hij eens verloofd geweest is."
Stom verbaasd had Catharina de handen in
elkaar geslagen: „Dat zijn ze van plan
Mevrouw Rettberg haalde spottend-glimla
chend de schouders op. „Maar beste Mr. Gabb.
als Uw aanklacht niets anders is.... Ik weet
natuurlijk niets van de verhouding van de beide
firma's. Het zou te ver gaan, dat ik inzage zou
moeten nemen van de. boekhouding van mijn
vrienden, om te voorkomen dat ze zaken doen,
die Mr. Gabb niet aanstaan. Als ik Victor Troilo
vertel, „waarom U niet wil meespelen, zal hij
er hartelijk om lachen."
„Misschien zal Mr. Troilo niet lachen
misschien zal hij zich schamen!"
„Prachtig." Mevrouw Rettberg frommelde ze
nuwachtig aan een paar draden van haar zijden
manteltje. „Ik zal het hem meedeelen. En ik
zal er bijvoegen: als de firma Troilo rich ver
plicht haar concurrente op 1 October geen moei
lijkheden in den weg te leggen, dan zal Mr. Gabb
misschien zoo genadig zijn met mij te willen
spelen. Is het zoo goed?"
„Nearly. Vrijwel", zei Mr. Gabb doodkalm. Hij
was allang weer met zijn werk doorgegaan.
De jonge vrouw lachte zenuwachtig. „Op stuk
van zaken was het voor mü een kleine moeite
geweest, om aan juffrouw Lutz de paar stuivers
voor te schieten, waar het om te doen zal zijn!
Maar dan had ik een verzoek van haar zelf ver
wacht, geen bedreigingen van haar vriend.
Geenafpersing
Met voldoening zag mevrouw Rettberg de uit
werking van het scherpe woord. Catharina waa
doodsbleek geworden. De Engelschman, die naast
haar was komen staan, legde snel zijn hand op
haar arm, als wilde hij haar van iets onnaden
kends terughouden. Met vlugge passen verliet
mevrouw Rettberg de kas.
De beide achterblijvenden spraken langen tijd
geen woord. Mr. Gabb nam een arbeidster een
bloempotje uit de hand en toonde haar zwijgend,
hoe ze de aarde moest ophoopen en aandruk
ken.
(Wordt vervolgd)