De 49ste staat van de Unie Md v&t&aal am dm day BEZUINIG NIET E.R.K. Bij Verkoudheid VER-AMERIKAANSCHT Mijnhardt's DE KERSTBOOM ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Uw eigen winkelier verkoopt ROBINSONschoenen De vlammende anjelier ZATERDAG 17 DECEMBER De Amerikaansche films hebben veel invloed op Europa Voor- en nadeel Alles de schuld van Amerika' Jeugdige apostelen In menig opzicht een verbetering!-. Hoest - Keelpijn - Griep - helpen tabletten, poeders of siropen het best. Alléén echt en goed wanneer de naam Mijnhardt op de verpakking staat. Let hierop. In prijzen vanaf 20 en 30 ct. Bij Uw Drogist. Herriot over de Saar- kwestie Zwart-wit-rood ïn Siberië Een nederzetting van Duitsche oud-strijders DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN Populaire Micky-Maus Jeugdige vagebonden in Amerika Een millioen jonge zwervers 300.000 brieven kwamen aan LEVENSVERZEKERING MIJ. te Nijmegen Nassausingel 3 Kapitaalsverzekering - Volksverzekering AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL |)niiiiimiiHiiuiiii!iiiiiiimuiiiiiiiii FEUILLETON Naar het Duitsch van Paul Oskar Hoecker g ^>lll|||||||||||||i||||i|||j||j||uiuui||uuuuiliuiiuiiuilillllliuiiuiliuii Dezen zomer hebben wij weer eens in het bijzonder kunnen opmerken, hoezeer Europa reeds ver-Amerikaanscht is, want *?u zijn er zóó weinig Amerikaansche touristen ®_eij Oceaan overgestoken, nu hebben wij zoo geinig kastkoffers, hoornen brillen en plus- ours gezien, dat niemand nog kan beweren, «at Europa alleen maar Amerikaansch deed, 0m bij de Amerikaansche touristen in het ge- Wei te komen. Of men wandelt „Unter den landen", of dat men op het trottoir zit voor ®en café aan de Champs Elysées, of dat men uoezelt in een leeren stoel in de hal van het Savoy Hotel, overal ziet men de verandering! Pe vroeger zoo forsche Duitsche meisjes, het 'ype van de oer-Germaansche Vrouw, zijn thans slank geworden, „Manhattan" en „Bronx" zijn Cocktails, die u op de Parijsche wijnkaart wor den aangeboden en de zuivere Engelsche taal *ordt doorspekt met Amerikaansche „slang"- "itdrukkingen, zoogenaamde „Amerikanismen". .Moderne Amerikaansche badkamers" zijn een Aanbeveling voor élk Europeesch hotel! Als ik nu door Europa reis en menschen be *oek, die ik jaren lang gekend heb als ik Juister naar brokstukken van gesprekken in weinen, in particuliere woningen of in restau rsik kan niet ontkomen aan den in druk, dat, terwijl de Amerikanen steeds min der populair worden, Europa meer en meer bezig is om zooiets als een 49ste staat van de linie te worden. En ik ga zelfs vérder. Als Europa niet in toenemende mate ver Amerikaanscht was, zouden de Amerikanen misschien nog dezelfde eereplaats in de pu blieke opinie innemen als sleohts enkele jaren Seleden. Nü worden zij verantwoordeijk gesteld 'oor alles, wat er in Europa niet is, zooals het *ezen moest. Een van mijn Fransche vrienden, een rijk ®n aanzienlijk man, klaagde bij mij zijn nood °ver zijn zeventienjarige dochter. „Zij weigert Pertinent om gechaperonneerd te worden, als rij naar een souper of een cocktailfuifje gaat." Ik zuchtte, maar zweeg. Ik wist, wat er op zou v°lgen en dat kwam dan ook: „Het komt alle maal van de Amerikaansche films!" riep mijn Griend in wanhoop uit. „Dié en niéts anders bebben de harmonie van het gezinsleven ver hoest. Zij hebben onzen zoons geleerd hun vader ongehoorzaam te zijn, zij leeren onzen dochters te drinken en te rooken! Ik wenschte hel, dat de Atlantische Oceaan driemaal zoo breed was; dan konden wij ons beter te weer stellen tegen het binnenstroomen van Ameri kaansche ideeën!", En deze man staat in zijn opvattingen niet Alleen. Als hij zijn geestverwanten in een «Eurppeesche Oudervereeniging" organiseerde, Zou hij in elk land van het Oude Werelddeel geestdriftige aanhangers bij de vleet vinden! Millionnairs en bedelaars, baronnen en kruide niers, conservatieven en bolsjewiekenzij ii, zouden allen zijn wantrouwen tegen Amerika déelen! De bolsjewieken niet? Dat denkt u maar! In een communistisch blad, dat te Mos kou verschijnt, las ik dezer dagen: „Wij zou- den onzen kameraden aanraden, om minder tijd Zoek te brengen met het afdraaien van Ame- ïikaansche gramofoonplaten!" En vrijwel tege lijkertijd stond in een ultra-reactionnair Pa- Zijsch tijdschrift: „Frankrijk zou er veel beter Aan toe zijn, wanneer onze jeugd de verder felijke Amerikaansche gewoonte van cocktails- brlnken achterwege liet". Wat niet wegneemt, Het gebeurt herhaaldelijk dat de missionaris zen onverwachte hulp krijgen waarop ze niet badden gerekend aldus meldt Agentia Fides uit Haying. Shak Chin is een klein dorp in het Noord Oosten van de Provincie Kwantsoeng in china behoorende tot de Apostolische Prefec tuur van Kaying, de Amerikaansche missiona- Nssen van Maryknoll. De missionarirsisen hebben daar een school waar zoowel heidenen als christenen onderricht ontvangen. Zij volgen de lfde klassen en zijn ook bij het godsdienst onderricht tegenwoordig; zoodoende kennen zij ®°k de gebruiken, Sacramenten en ceremoniën. Nu waren er onlangs twee heidensche leerlin gen die hun vacantie doorbrachten bij hun fa milie waar een klein kindje ernstig ziek lag. De 'Wee scholieren beraadslaagden onder elkaar, eh besloten de kleine het H. Doopsel toe te menen. Ze vroegen en verkregen de toestem ming der ouders, doopten hun klein neefje, *be enkele uren later kwam te overlijden. De missionaris aan wien zij het vertelden O'óeg him, hoe ze het gedaan hadden en welke bedoeling zij daarmee hadden gehad. De twee Jeugdige apostelen antwoordden: „Wij wilden ®ns klein neefje naar den hemel helpen. En uaar willen wij ook heen!" 3»iiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimiiiMiiiiiiiiiii<i Groothertog Alexander van Rusland 1 geeft in dit artikel als zijn meening te kennen, dat Europa ver-Amen- kaanscht. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiriiiiiiimnii,^; dat de roode kameraden natuurlijk blijven dan sen op jazzmuziek, terwijl de Fransche jonge lui hun schouders ophalen en nog eens een rondje Martini's bestellen Hm.over het algemeen moeten wij dit toejuichen. Want de Amerikanisatie van Euro pa kan ik, als niet-belanghebbend toeschou wer in menig opzicht slechts een verbete ring noemen. Aan tafel wordt minder gulzig gegeten, de jongelui vertellen minder leugens; zelfs in afgelegen landen a's Roemenië en Joego-Slavië zijn de hygiënische toestanden verbeterd; ook eenvoudige menschen beginnen er prijs op te stellen, een schoonen boord te dragen en in alle standen is het een eisch ge worden zich dagelijks te scheren. De goed- koope Amerikaansche automobielen, die op af betaling worden verkocht, hebben er veel toe bijgedragen om een einde te maken aan de ontstellende onkunde betreffende het buiten land (aangrenzende landen niet uitgezonderd) welke zelfs bij het uitbreken van den wereld oorlog nog typeerend was voor Europa. En de Amerikaansche films, die zelfs in de meest primitieve bioscopen der Fransche, Italiaan- sche en Duitsche dorpen worden vertoond, heb ben in menig opzicht opvoedend gewerkt, ook al was de inhoud nietszeggend en het artis tieke peil laag. Zij openen soms een andere wereld voor het publiek, wat blijkt uit de op merkingen, die er gemaakt worden. Bijv.: „Kijk eens naar die gaskachel, die gaat vanzelf aan!" „Eten ze daar 'smorgens vroeg al Si naasappelen?" „Wat was dat voor een zelf- starter?" „Kijk eens, daar wandelen kleine kinderen alleen door Chicago!" Diezelfde men schen geloofden vóór den oorlog, dat men goud kon vinden in de straten van San-Francisco en dat er nog steeds wilde Indianenstammen rondzwierven in de vlakten van Illinois. In zijn Kamerrede van 12 December heeft minister Herriot onder meer ook over de Saarkwestie gesproken, aldus meldt men ons uit Saarbriicken. Herriot beweerde ongeveer het volgende: „Toen men het vredesverdrag ging uitwerken, heeft Frankrijk, geprest door Amerika, afgezien van wat het als een recht matig bezit meende te mogen beschouwen. Tengevolge daarvan hebben de Franschen moeten afzien van het herstel der grenzen van 1914, zoodat zij met een volksstemming moesten tevreden zijn, inplaats van een een voudige inlijving te kunnen voltrekken." Ziedaar een betoog, dat aan duidelijkheid niets te wer.schen overlaat. Herriot heeft dus ondubbelzinnig blijk gegeven van instemming met de oorlogsbedoelingen van Frankrijk. Wat te denken van den waanzin, die Europa be- heerscht, zoolang men neg in 1932 een inlijving beschouwt als een eenvoudige daad van rechtvaardigheid. Wanneer men hier tegenover stelt, dat de bevolking van het Saargebied kort geleden met meer dan 90 pet. stemmen zich tegen Frankrijk heeft verklaard, dan valt de schriile tegensteling wel erg in 't oog. Het Saargebied wil terug naar een verbinte nis met het eigen vaderland, al heeft het ver drag van Versailles dan ook gewild, dat vijf tien jaar geleden deze bevolking van her vaderland werd afgescheurd. Men heeft ver zuimd in de Fransche Kamer den minister president hierop te wijzen. Destijds geloofden de Franschen, dat zij door een permanente propaganda de volkstemming zouden kunnen veranderen op den duur. Nu echter is zulk een geloof vrij onzinnig en niettemin houdt men de propaganda systematisch vol. Daarom voe ren zij voor de houding aan, alsof het verdrag van Versailles nog niet verstrekkend genoeg was, de eenige houding, die de Franschen nog kunnen probeeren, nu zij zien, dat zij er met de volksstemming nooit zullen komen. De Saarbevolking echter werpt een derge lijke metrode ver van zich af, om de een voudige reden, dat zij de geweld-politiek der Franschen als een daad van om-echt voelt. Het recht kan, volgens de bewoners van het Saar gebied, alleen zijn loop krijgen, wanneer in de toekomst de vrijheid van de bevolking wordt gewaarborgd en als de Saar wederom bij het oude vaderland wordt gevoegd. Een andere op lossing is niet aannemelijk. Frankrijk zal volkomen moeten afzien van alel eischen op het Saargebied. De vroegere geruchten, dat op afgelegen plaat sen in Siberië Duitsche krijgsgevangenen-kolo nies zonder eenige verbinding met de wereld, bestaan, schijnen thans, volgens betrouwbare berichten bevestiging gevonden te hebben. In Helsingfors bevindt zich momenteel een Duit- scher, Dr. Hilton, die in een opzienbarend in terview het volgende daaromtrent mededeelde: Het betreft het plaatsje Baranowitsch Ucho- ly, dat in 1919 op 35 dagreizen (dagen rijdens) ten Noord-Oosten van Wladiwostok gesticht werd. Toen in 1918 revolutie in Rusland uitbrak bevonden zich in een Siberisch gevangenkamp 4000 Duitsche krijgsgevangenen, meest mijnwer kers uit Westfalen en Rijnland. Na de revolu tie probeerden zij, zich eerst met het leger van Kotschak te vereenigen en later met Denikin. Het gelukte hun echter niet, zich er door heen te slaan, vooral omdat zij geen goede wapens hadden. Het grootste gedeelte van de 4000 man stierf van honger en koude en de 1800 over- blijvenden stichtten een kolonie, die naar beide plaatsen genoemd werd, waar de Duitschers in gevangenschap geraakt waren. De leider der ko lonie was ritmeester von Versen. De relates tusschen de Duitsche krijgsgevangenen-kolonie en de Russische autoriteiten zijn volgens het inter view zeer gering. Drie vier maal per jaar wordt een karavaan naar Wladiwostok gezon den. De Duitsche kolonisten houden zich hoofd zakelijk bezig met paardenfokkerij, landbouw en jacht op pelsdieren. Eenig contact met Duitsch- 3IIIIIIIHIIII llllflIIIIIIIC: Waar de kribbe op haar plaats is En het stalletje moet staan, Waar gedachten naar iets anders Dan naar pretjes moeten gaan, Zet men meer en meer den kerstboom Want zoo'n boompje staat geklèèd. En men meent ook tegenwoordig Is het ook wel up-to-date! Kijkdiezelfde mooie boompjes Liggen nu nog op de kar Of op markten neergesmeten Met de takken in de war. Eerst nog moeten ze bepingeld En bekeken en gekocht Voor men van dat kleine boompje Dan dat groote kunststuk wrocht! Dan verhuist het voor het venster, Waar de schemerlamp eerst stond En men plant het, zonder wortels. In een zandbak op den grond. En natuurlijk veel geschitter Tot verhooging van 't effect. Onderwijl het door de kaarsjes Nog iets meer de aandacht trekt. En als dan de menschen kijken Of ze blijven even staan Wel, dan is weer voor een jaartje Aan de ijdelheid voldaan! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) riiiiiiMiiiniiiHimmiiiiimmiiiiiiiiiiiiimtmmiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiih- land bestond niet: men vond bij de kolonisten de zwart-wit-roode vlag. maar het lijden in de oorlogsjaren had de herinneringen en al hun wenschen om naar de oude toestanden terug te keeren bijna geheel gedoofd. Politieke partijen bestonden er niet. Radio en vreemde couranten kent men niet. De eerste burgemeester van de kolonie, die thans 4000 zielen telt, is nog altijd ritmeester von Versen en zijn plaatsvervanger Dr. Hilton zelf. De ko lonie geeft zelf een eigen gehectografeerde krant uit en heeft een Duitsche school waar Dr. Hilton onderwijs gaf. De mooiste herinnering was de» figuur van Elsa Brandstriom, die op een Kerstavond daar geweest is. Ten Zuid-Westen van de Duitsche kolonie zou ook nog een kolonie van Oostenrjjksche krijgs gevangenen zijn. In de pers is het interview met Dr. Hilton met de noodige sensatie en zonder twijfel aan de juistheid weergegeven. STEUNT: DOOR UW' GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23853 Uhelpt, ons hierdoor j,o n gen s- zielen redden voor Ohrlatu3 „We gaan naa rde bosschen, om wat brandhout te halen," zei Willie Woens dag. „Ja, maar de thee?" zei Ivy. „t Is haast theetijd." „Dat zal niet gaan, zoo vroeg kunnen we niet terug zijn," grinnikte Willie. „Ja, maar de kinderen dan?" zei Ivy. „En ikzelf? Wij willen wel thee. Heb je niets te eten achtergelaten?" „Je behoeft niet te denken, dat je van honger zult omkomen," zei Willie. „In de keuken ligt een groot stuk brood, 't Is versch, want ik heb het vandaag pas gebakken." Toen Willie en Freddy genoeg hout gesprokkeld hadden, gingen ze terug naar het kamp en legden het hout op een droge plaats naast de Artiskeuken neer. Toen gingen ze op zoek naar Ivy en de kinderen. Ze troffen Ivy aan, terwijl ze bezig was met een zaag een paar boterham men te snijden van het brood, dat Willie haar gegeven had. „Wat voer je daar uit?" vroeg Willie verbaasd. „Dat brood kunnen we. niet eten, maar ik ben bezig een paar sneedjes er af te krijgen voor de kat." (Maandag vervolg). —KatTfcunr (Ingezonden mededeeling) G;orge, de oberkellner in de „Vergulde Os", was slecht gehumeurd. Zéér slecht gehu meurd. Niet, omdat de zaken bij het ont bijt zoo slecht waren geweest. Integendeel. George kon met de financieele resultaten van dezen morgen tevreden zijn. Meer dan tevre den zelfs. Neen, er was een diepere oorzaak voor George's slecht humeur. Dit kwam, om zoo te zeggen, voort uit zijn innerlijk wezen. Zijn ijdelheid was gegriefd, hij was in zijn beroeps eer gekrenkt, zijn zelfbewustzijn was beleedigd. George was woedend op alles en iedereen en het meest op zichzelf. Hem was bij het betalen valsch geld in handen gestopt en hij, die Ober was geweest in Engeland, Italië en Frankrijk, hij had het niet eens dadelijk bemerkt. Een valsch twee markstuk had hij voor echte munt aangenomen. Het was afschuwelijk! George koelde eerst zijn woede op den pic> colo, dien hij een oorvijg toediende, omdat hij vroolijk lachend de leege zaal binnenkwam. Daarna begon hij een woordenwisseling met den huisknecht, begaf zich in een dispuut met de buffetjuffrouw en zocht daarop gelegenheid met de keukenmeid een twistgesprek aan te gaan. Daarna begon hij echter met zich zelf te overleggen. Hij was dus het slachtoffer van een schandelijk bedrog. Die erkentenis bracht hem het bloed weer aan 't koken. Maar toen hij na ging, wie er als gasten waren geweest, kwam hij tot de slotsom, dat het allen bekende bezoekers waren en geen van hen zou hem, opzettelijk een valsch geldstuk in de handen hebben ge drukt. Het moest dus onwetend zijn gebeurd. Dit streelde zijn eigenliefde tenminste. Hij moest het weer iemand anders in de han den stoppen, dat sprak van zelf. Den stam gasten durfde hij dit niet doen, het moest dus een vreemde zijn. Dat was alles héél duidelijk! Het vooruitzicht zich te rehabiliteeren stemde George weer geheel monter. Hij keek naar het werk van den piccolo,, die de tafels voor het diner dekte en gaf hem, in het voorbijgaan, een sigaret, als schadeloosstelling voor de onge motiveerde oorvijg. Daarna trok hij zijn diner- rok aan en wachtte gelaten de komende dingen. De eerste gasten kwamen. George scherpte zijn blik. Tot dusver was er niemand onder hen, tegen wien hij het waagstuk durfde onder nemen. Reeds was een half uur verstreken, toen een hem onbekende heer en dame de zaal binnen traden. „Jong echtpaar, misschien op de huwe lijksreis", concludeerde George en hielp de bin. nentredenden met het uitzoeken van een tafel tje. Met al zijn overreding wist hij den heer te bewegen, het „uitgebreide" diner te nemen en een dure flesch te bestellen. George vloog naar het buffet, heen en weer. Hij bracht de soep, daarna den wijn in het koelemmertje, schonk zijn eleganten gasten de glazen halfvol en liep in stormpas naar de keu ken. Daar bood hij de keukenmeid een glas Münchener aan, waarvoor hü zich de mooiste stukken vleesch op den schotel liet leggen en daarmee keerde hij naar zijn gasten terug. Deze hadden nauwelijks de vork uit de hand ge legd of de volgende gang werd reeds opgediend. George stelde met voldoening vast, dat zijn tak- tiek het gewenschte gevolg had: het paar was tevreden. De heer bestelde tenslotte nog een kleintje mokka, dat George reeds vooruit had besteld en een sigaar. George bood hem een tiental kistjes aan en zou zich geschaamd hebben, als hij zijn gast geen Havana had kunnen ver- koopen. Zoo naderde het oogenblik, dat hij het val- sche geldstuk eindelijk kwijt zou worden. Als de heer nu maar niet met gepast geld betaalde. Maar neen, hij had geluk. De heer legde een vijftigmarkbiljet op de tafel en hielp zijn dame in haar mantel. George beijverde zich het vereischte geld terug te geven, waaronder hij heimelijk het tweemarkstuk mengde. De heer gaf hem een prachtige fooi en ver dween met de dame. George was tevreden over zich zelf. Hij had wel een luchtsprong kunnen maken, als de def tige omgeving en zijn waardigheid j"»..III III It till Ml III lil «III Ml lit zich daartegen TT 7 7 niet hadden ver- f Het VdiSCflC I zet. Hij gaf den piccolo een twee- I /C/i7/7n4« L, de sigaret en ^CluStllfZ voelde zich won- „„..r ■derlijk voldaan. Maar dat was waar ook! Hij zou het bijna ver geten hebben! Hedenavond was er een souper in de kleine feestzaal. Zijn boord was niet heelemaal schoon meer. Hij riep den piccolo en vroeg hem in de mode zaak een half dozijn boorden te halen. Hij gaf hem het vijftig-mark-biljet mee. De piccolo wou den Ober gaarne in diens goede stemming houden en haastte zich dus naar den modewinkel. George echter ging de thans leege zaal bin nen. Hij stak vergenoegd een sigaret aan en oogde de blauwe rookkringetjes na. Daar kwam plotseling de piccolo, buiten adem, binnenstormen. „Ober!Ober! „Nu, wat is ér? Waar heb Je de boorden?" „Die heb ik niet!" „Waarom niet?" „De meneer in den winkel zei „Nou?" „De meneer zei „Nu, vooruit....! „Dat het biljet valsch was!" De Amerikaansche bladen die enkele jaren geleden nog met afschuw uitvoerige berichten brachten over de verwaarloosde jeugd en kleine vagebonden, die zonder dak boven hun hoofd rondzwierven, moeten thans tot hun leed wezen zelf verklaren dat als gevolg van de economische wereldcrisis dit zelfde verschijnsel zich ook voordoet in de Vereenigde Staten. De oud-commissaris van politie van Washington Brigadegeneraal Grafsford heeft onlangs een be weging in het leven geroepen die wil trachten om de doelloos rondzwervende jonge vagebon den weer gewoon te maken aan normale ver houdingen. De generaal schat het totaal aantal van deze jeugdige zwervers op meer dan eer, millioen; dus ongeveer een honderdste deel van de totale bevolking van de Vereenigde Staten. Deze beweging wil op de eerste plaats van het Congres de noodige middelen ter beschik king gesteld zien die over de afzonderlijke Staten zouden worden verdeeld om deze Jeug dige vagebonden onder te brengen in opvoedings gestichten, waar men zal trachten om deze verwaarloosde jeugd weer te maken tot orden telijke burgers in de maatschappij. De wereldberoemde Bonzo is gestorven. Ieder kind komt dit komisch-trouwhartig buldoggen- gengezicht en Bonzo's streken en avonturen hebben ook reeds den grootsten isegrim aan het lachen gemaakt. Bonzo is 12 jaar oud gewor den. In den loop van zijn leven heeft hij zijn eigenaar honderd duizend gulden ingebracht. Hij behoorde aan een zeeman, die de heele we reld met hem doorgereisd is; alle havens van het Zuidelijk halfrond heeft hij bezocht. Onge veer twee jaar geleden, liep Bonzo een kwetsuur op, waarbij hij een oog verloor. Van dezen tijd af was het met zijn levenslust gedaan. Hij gaf niet meer om reizen en bleef liever stilletjes thuis zitten. Daar zijn meester echter een lange reis naar de tropen moest maken, moest hij den hond alleen laten en deze scheiding ging Bonzo zóó ter harte, dat hij niet meer at of dronk en ten slotte van uitputting stierf. De tweede lieveling van het publiek is de Micky Maus. Er wordt zeifs beweerd, dat zij alle filmsterren in populariteit overtreft; in den loop van het laatste jaar heeft dit schepseltje niet minder dan 800.800 brieven ontvangen. Micky heeft overigens juist haar 4en verjaar dag gevierd, want in October was het 4 jaar geleden dat zij geboren werd. En al is Micky Maus dat ook maar een schepsel van papier en inkt, toch bezit zü zoo'n levendigheid, dat haar populariteit best te begrijpen is. Alleen Felix de kater doet haar concurrentie aan. in de verkeerde richting. Een levensverzekering is een levensbehoefte. Sluit haar bij de Bijkantoor: J. J. A. DUIJNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag. 1 ff f 'f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f hij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor 7F/J bij een ongeval met O Cf) bij verlies van een hand IOC oij verlies van een Cf) bij een breuk van Af) bij verlies van 'n éxllQ 0,00111X6 S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen f f l/i/." doodelljken afloop een voet of een oog f duim of wijsvinger f */l/.~been of arm Tl/." anderen vinger 30 Allen merkten, hoe zij zich Inspande. Ook Gabb. Niemand had er een idee van, wat er in de jjAgen voor de groote tennismatch zoo al in 2®°) omging. Eenmaal liet hij zich tegenover r'A Stuckradt een beetje gaan. Ze was weer uit 2®' sanatorium terug, bleek en zielig; in een Jakken bontmantel zat ze in het zonnetje voor kas, ontstemd dat ze niet kon helpen, terwijl r^och zoo'n behoefte aan hulp was. Van de reoegere verloving van Catharina en van alle 'eUwe kletspraatjes er over had ze voor het r®tst gehoord bij een bezoek, dat juffrouw r®keiand, de Deensche gezelschapsdame, haar het sanatorium had gebracht. •Jk ga niet weer naar den Amselberg, als ik eer beter ben", zei ze met haar zwakke, nog at trillende stem. „Ik verlang meneer Troilo niet meer te ontmoeten. Ik kan hem gewoon niet meer uitstaan." En Mr. Gabb, die bezig was stokjes te snijden voor de anjelierbedden, stond wijdbeens voor haar, er in zijn gemoedelijke onverschilligheid er niet aan denkend, dat hij haar het beetje Zon benam, zei op rustigen toon: „Mevrouw Rettberg gedraagt zich niet als een lady." En met vuur antwoordde Eva: „En meneer Troilo niet als een gentleman." Mr. Gabb sneed verder aan zijn stokjes. De spaanders vlogen in het rond. „Ik geloof, dat ik de heele zaak doorzie. Ze koketteert met hem, alleen maar om juffrouw Lutz pijn te doen." „O, ze heeft heelemaal geen hart", antwoord de Eva. „Neen, dat heeft ze zeker niet. En op zooiets vliegt meneer Troilo af, de sukkel." Den volgenden morgen stuurde mevrouw Rettberg om half acht den boy naar Mr. Gabb. Of hij niet kwam tennissen vandaag? „Ik heb vandaag geen tijd", gaf hij den jon gen kortaf ten antwoord. Dezelfde boodschap kreeg het jongmensch den tweeden en derden dag weer. Den middag voor den grooten wedstrijd kwam mevrouw Rettberg zelf naar de kweekerjj. Ca tharina was naar Wiesbaden, naar haar advo caat. Eva zat in de huiskamer aan werk- schorten te naaien, Mr. Gabb was in de kas aan het werk. Hier waren nu meisjes aan het werk, die geen vakkennis hadden, maar alleen be paalde handgrepen leerden. Het gevaar voor verraad werd daardoor veel minder, al bleef scherp toezicht natuurlijk dringend noodig. Toen de oude Reuss den Engelschman het bezoek aandiende, zei deze kort: „Ik heb het te druk." Maar mevrouw Rettberg liet zich niet af schepen. Toen ze door de ruiten haar tennis- partner ontdekt had, trad ze dritig de kas binnen. Ze zag er op haar voordeeligst uit en met haar slanke figuur leek ze tusschen de bloemen en planten wel een bakvisch. „Mr. Gabb, eigenlijk gezegd ben ik buiten me zelf. Wat bezielt U? Morgen om 10 uur be ginnen de wedstrijden. We hebben in drie dagen niet samen geoefend. Kan ons succes U heele maal niets schelen?" „No, Mrs. Rettberg." „Nadat we ons maandenlang ingespeeld heb ben? Ik kan van U verlangen, dat U mij ten minste niet mijn succes onmogelijk maakt." Hij werkte rustig door. Duizenden miniatuur bloempotjes stonden te wachten op de kleine spruitsels, die zich in het zandbed in de kas uit de nieuwe stekken ontwikkeld hadden. „Ik ben niet van plan, mevrouw Rettberg, aan de wed strijden deel te nemen." Mevrouw Fulvia Rettberg deed een stap ach teruit en nam hem met een hoogmoedig ge zicht van het hoofd tot de voeten op. Op haar effen, blank voorhoofd kwam een scherpe, diepe rimpel. „U staakt?" „Yes, I do." „Waarom?" „Ik heb er geen pleizier meer in om met te spelen. Juffrouw Driesel, U moet niet zoo vast planten. Kijkt U, zóó. Neen, het is overbodig om er over te spreken, ik zal niet meer met U spelen." „Dan zal ik U eens vertellen, wat ik van U denk. Ik vind het...." Ze stokte en begon drif tig te huilen. „U hebt me eenvoudig voor den mal gehouden. Jawel. Den heelen tijd al. Zoo is het. En ik was nog zoo goedig en vertrouwde U. En nam U in mijn kring op. Maar U hoort niet thuis in goede kringen. Een man, die zoo iets doet.... Maar ik kan me wel voorstellen, wie U heeft opgestooktt...." De glazen deur ging open en Catharina kwam binnen. Ze was verbluft over wat ze zag. Toen ze het terrein was opgekomen, had ze de kij vende vrouwenstem al gehoord. .Mevrouw Rettberg bent U het? Maar wat gebeurt hier dan in vredesnaam?" De dame strekte met een theatraal gebaar haar arm uit in de richting van Mr. Gabb: „Hier, Uw Mr. Gabb weigert om verder met mi) te tennissen, nadat ik maandenlang mijn huis voor hem opengesteld hebNoemt U mij dan toch de reden, Mr. Gabb. Dat is toch wel het minste wat ik verlangen kan." Mr. Gabb had zijn werk nog geen seconde laten rusten. „Misschien wilt U wel tegen lady zeggen, Miss Lutz, dat ik haar de reden al ge noemd heb: namelijk dat ik geen pleizier meer heb om met haar te spelen." „Wat heb ik dan plotseling op mijn geweten?" „Zegt IJ toch asjeblieft de ware reden, Mr. Gabb", drong Catharina aan. „Zegt dan maar tegen de lady, dat het ge zelschap, dat ik tegenwoordig op den Amselberg aantref, me niet aanstaat." „Zoo, zoo." Mevrouw Rettberg draaide zich op haar hakken om en rood van drift keek ze Ca tharina recht in het gezicht. „Dat is afgesproken werk. Het gaat tegen meneer Troilo. Dat is dus jullie wraak, nietwaar....?" Catharina maakte een afwerend gebaar: „Maar mevrouw Mr. Gabb zette het bloempotje, dat hij onder handen had, weer in de rij en wendde zich naar mevrouw Rettberg. Zijn kaarsrechte houding had iets dreigends. Hij zag er uit om bang voor te worden. „Bent U klaar? Goed. U wilt dus hooren, wat U al heel goed weet. Wat iedereen al weet. Alleen juffrouw Lutz nog niet. En haar had ik het graag nog verzwegen." Catharina zag haar vriend angstig-vragend aan: „Maar nu zou ik zelf graag willen weten.." ,Mr. Troilo heeft zich de vorderingen uit Mainz laten cedeeren, juffrouw Lutz. Hij wil U den eersten October in moeilijkheden brengen heb ik gehoord. Is 't not so, Mrs. Rettberg? Ziet U van zulk soort zakenmanieren houd ik niet. Zoo handelt geen gentleman tegen de vrouw, waarmee hij eens verloofd geweest is." Stom verbaasd had Catharina de handen in elkaar geslagen: „Dat zijn ze van plan Mevrouw Rettberg haalde spottend-glimla chend de schouders op. „Maar beste Mr. Gabb. als Uw aanklacht niets anders is.... Ik weet natuurlijk niets van de verhouding van de beide firma's. Het zou te ver gaan, dat ik inzage zou moeten nemen van de. boekhouding van mijn vrienden, om te voorkomen dat ze zaken doen, die Mr. Gabb niet aanstaan. Als ik Victor Troilo vertel, „waarom U niet wil meespelen, zal hij er hartelijk om lachen." „Misschien zal Mr. Troilo niet lachen misschien zal hij zich schamen!" „Prachtig." Mevrouw Rettberg frommelde ze nuwachtig aan een paar draden van haar zijden manteltje. „Ik zal het hem meedeelen. En ik zal er bijvoegen: als de firma Troilo rich ver plicht haar concurrente op 1 October geen moei lijkheden in den weg te leggen, dan zal Mr. Gabb misschien zoo genadig zijn met mij te willen spelen. Is het zoo goed?" „Nearly. Vrijwel", zei Mr. Gabb doodkalm. Hij was allang weer met zijn werk doorgegaan. De jonge vrouw lachte zenuwachtig. „Op stuk van zaken was het voor mü een kleine moeite geweest, om aan juffrouw Lutz de paar stuivers voor te schieten, waar het om te doen zal zijn! Maar dan had ik een verzoek van haar zelf ver wacht, geen bedreigingen van haar vriend. Geenafpersing Met voldoening zag mevrouw Rettberg de uit werking van het scherpe woord. Catharina waa doodsbleek geworden. De Engelschman, die naast haar was komen staan, legde snel zijn hand op haar arm, als wilde hij haar van iets onnaden kends terughouden. Met vlugge passen verliet mevrouw Rettberg de kas. De beide achterblijvenden spraken langen tijd geen woord. Mr. Gabb nam een arbeidster een bloempotje uit de hand en toonde haar zwijgend, hoe ze de aarde moest ophoopen en aandruk ken. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 15