IN EN OM HAARLEM TUdaJandpaséei® Een Interlinguistisch Babel" Prikkeldraad DONDERDAG 22 DECEMBER Het parkeeren van auto's in Haarlem VRIENDEN DER H.O.V. IN ACTIE 8 De „Graal" promotrice Esperanto in dienst der kerk Van 'n vredesdemonstratie m VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 's avonds en 'smorgens met 76 ets pep Yi tube 25 ets,per 'A tube. CHRISTUSGEBOORTE Houtsnede van Martin Schongauer Ct 1491 HET FORCEEREN VAN BLOEM BOLLEN Nieuw preparatie'Systeem """"iiiiiiiimiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiimmiiiiimiimiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiiiiiiiimmiimim Het verkeer is in de laatste jaren, ook in Haarlem, ontzaglijk toegenomen. Het aantal auto's, fietsen en andere voer den, dat zich daar op den openbaren weg eegt, is in het laatste decennium meer dan ^fdriedubbeld. En nog steeds neemt de drukte zoodat de autoriteiten zich bezorgd afvra- Ben waar dat op den duur naar toe moet. Men er in Haarlem tot nu toe vrij goed in ge slaagd de opdoemende verkeersmoeilijkheden hoofd te bieden en orde te brengen in een Eigenden chaos, o.m. door het verbreeden 'a& bruggen en straten en door bepaalde rege- voor de richting van het verkeer voor te 6chrijven. Maar de oplossing van het parkeer- ^aagstuk ligt nog in de windselen. Tot erger- ftis van menigen stadgenoot en vooral ook van ^oemdelingen. Typeerend voor den gemoedstoestand van Öen regelmatigen bezoeker onzer bloemenstad %as het ingezonden stuk, dat niet lang geleden bloembollenhandelaar, die gewoonlijk des aandags de bollenbeurs in Haarlem bezoekt, de Nieuwe Haarlemsche Courant schreef en ^aarin hij zich beklaagde over het feit, dat Haarlemsche politie wel eenige beursbezoe- ers bekeurde, omdat zij hun auto hadden neer- Bazet op de Zijlvest, maar de tallooze auto's in e Groote Houtstraat, Gierstraat, Zijlstraat en andere drukke verkeerswegen ongemoeid et- Het trof- zijn aandacht overal verschei- detie auto's langs de trottoirs te zien staan. In *'e Zijlstraat naast het stadhuis, zelfs aan beide ^den. In een lunchroom ging hij een kop kof- *'e drinken, zoo vertelde hij, waarna weer een handeling door de stad volgde. Na verloop van uur was hij weer terug in de Zijlstraat naast ^®t stadhuis en vond daar nog steeds vier auto's, dezelfde van l'A uur geleden. En dit felt, zoo schreef hij, staat niet op zichzelve, 'haar komt op meerdere plaatsen dagelijks voor Haarlem. Twee minuten loopen vanaf de het Verkeer belemmerende en opstoppingen veroor zakende auto's is het officieele parkeerterrein, daarop drie auto's stonden. Scherp contrast. In drukke verkeersstraten vele, zeer vele par kerende auto's, welke voortdurend het verkeer in gevaar brengen en opstoppingen veroor- Zhken. De parkeerplaats nagenoeg ledig. Politie 01,1 de desbetreffende chauffeurs te bekeu- ten, zag men niet, want het was Dinsdag en er h'as dus geen bloembollenbeurs. En dan voegde k inzender daaraan spijtig het volgende toe: gaan een dag terug naar de stille straten tondom het beursgebouw. Motorbrigade, politie her fiets en te voet is daar thans overvloedig aanwezig. De beursbezoekers, die per auto ko- hien, trachten hun wagen in de stille zijstraten Vah de Wilhelminastraat, Zijlvest en op de keede Wilhelminastraat zelve neer te zetten Van twee tqt, yier uur, enkele tot vijf uur. Elke h'eek staan -daar ongeveer 150 auto's, terwij] er hiihstens nog eenzelfde getal op parkeerterrei nen en andere plaatsen staan. Zeer velen bren- Ben hun vrouw en kinderen mee om te winke- ki. wat voor Haarlem ongetwijfeld zijn voor kelen medebrengt. Geen enkele beursbezoeker plaatst zijn auto k de Groote Houtstraat of op een anderen kukken verkeersweg, want dan zou natuurlijk kt verkeer ernstig belemmerd worden. Wat ge beurt nu op de stille Zijlvest voor no. 25 A, waar 'otaal geen verkeer is. Daar zijn enkele beurs- kzoekers bekeurd omdat zij op order der poli- "e zich niet verwijderden. Als reden gaf de kiltie op, dat door het aldaar parkeeren het krkeer gehinderd werd en opstoppingen kun- hen ontstaan. Toen hij in de Zijlstraat stond te "mken en constateerde, dat daar auto's gedu bde twee uur het verkeer werkelijk ernstig klemmerden en geen proces-verb. volgde, keeg ik onwillekeurig den indruk, dat het de kdoeling is de vreemdelingen, althans de zeer kle beursbezoekers op Maandag onaangenaam k bejegenen en te verjagen, want waarom wei kkeuren op de stille Zijlvest voor no. 25 A en daarom niet op de drukke Zijlstraat." Gp een vreemdeling moet dat inderdaad een keemden indruk maken en deze klager heeft Zhbijnbaar het gelijk volkomen aan zijn zijde, "ant het is juist, dat er bollenbezoekers be- kurd zijn, terwijl parkeerende auto's in de kofdstraten ongemoeid werden en worden ge kten. De reden daarvan is, dat er geen verbod auto's in Haarlems straten neer te zet- aan de Tempeliersstraat. Men zal daar alleen even met een auto mogen stilstaan voor het onmiddellijk uit- en inladen van passagiers of waren. Iedereen zal toegeven, dat daar zulk een verbod op zijn plaats is. In andere straten zullen de auto's alle op de even dagen moeten staan aan de zijde waar de even huisnummers zijn en op de oneven dagen aan de zijde met de oneven huisnummers. Dat zal het geval zijn in de Anegang, in de Barrevoetestraat, Gen. Cronjéstraat, Hoogstraat, op Kleine Houtweg, in Korte en Lange Veerstraat, Ridderstraat, Schagchelstraat, Spaarnwouderstraat, Zijlstraat en op den Wagenweg van het Plein af tot aan de Jordensstraat. De benoodigde borden zijn daarvoor in de maak en zoodra die zijn geplant, treedt de genoemde verordening in werking. Dit zal een groote verbetering geven, alhoewel waarschijnlijk klachten van bewoners, vooral van gesloten huizen, wel niet zullen uitblijven. Maar men mag van hen een offer vragen in het algemeen belang. Ideaal zou natuurlijk wezen als zij, die Haar lem per auto bezoeken, hun auto op een der door de gemeente aangewezen parkeerplaatsen zouden kunnen en willen zetten. Zouden „kun nen" zetten, want het malle feit ligt er, dat als alle autorijders dat deden, de gemeente ze niet zou weten te bergen, omdat er geen vol doende parkeerruimte in Haarlem aanwezig is. Het aantal pleinen en straten, dat daarvoor in aanmerking komt, is zeer klein. Maar al zou den die er voldoende zijn, dan zouden de auto bestuurders ook nog moeten „willen". En die welwillendheid laat, helaas, te wenschen over. Helaas, maar de schuld ligt niet geheel bij hen. Want wie zijn auto parkeert en dus de orde in Haarlem helpt bevorderen, wordt daarvoor door het gemeentebestuur van Haarlem belast. Hij moet voor zijn ordelievendheid betalen. Wie zijn auto langer dan een half uur op een par keerplaats deponeert, moet een kwartje (waar een fooi bij komt) betalen. Wie bij Brinkmann op de Groote Markt een kopje koffie gaat ge bruiken en zijn auto op de Markt zet, betaalt dan behalve zijn consumptie aan Brinkmann, een kwartje plus fooi aan den autobewaarder. Vele bestuurders ontduiken deze belasting en zetten daartoe hun voertuigen in de straten rond de Markt. In Den Haag is het parkeeren ook duur. Iemand, die met zijn auto eenige boodschappen in de Residentie had gedaan, vertelde ons, dat dit hem op drie kwartjes par- keergeld plus de fooien was komen te staan. In Amsterdam is het parkeeren van auto's ge durende de eerste vier uur vrij. Dat is een veel betere regeling, die ook voor Haarlem de over weging ten volle waard is. De orde in Haarlem zou er sterk door worden bevorderd. In 's Her togenbosch en in misschien nog andere plaatsen bestaat een maatregel, die ook in den smaak valt. Daar worden zoogenaamde dagkaarten gegeven, die een kwartje kosten. Men heeft daarvoor het recht zijn auto zoo dikwijls en zoo lang als men wil op dien dag te parkeeren. Éénmaal plaatsen kost 10 cent. Deze voorbeel den mogen aantoonen, dat, alhoewel er in de naaste toekomst een belangrijke verbetering in Haarlem zal worden verkregen, het gewenscht is een studie te maken van de maatregelen, die in andere steden worden toegepast, om daaruit te leeren hoe men de geuite grieven in onze stad kan ondervangen. VneOERLAIIDSCH FABRIKAATT ^eh en ieder dat dus vrij kan doen. Maar wel keeft iedere automobilist, evenals trouwens '®der burger den plicht om te voldoen aan een van de politie om zich te verwijderen of na te laten, indien zulks in verband met 5® openbare orde of veiligheid noodig is. Do ^Wuste beursbezoekers werden bekeurd, omdat aan zulk een bevel van de politie niet vol- ^e^en. De politie wenschte namelijk niet, dat auto's vóór de H.B.S. op de Zijlvest parkeerden. ondervinding toch heeft geleerd, dat daar- ®°°i bij het uit- en aangaan van de klassen Aanrijdingen plaats hebben tusschen fietsende polieren en auto-ende beursbezoekers en dat st getoeter van op- en aanrijdende auto's voor et onderwijs in de school hinderlijk is. daarom geen verbod om auto's in de hoofd platen van Haarlem te parkeeren? Omdat aardoor de winkeliers in de betrokken straat hun belangen geschaad worden. Onlangs *erd voor een klein gedeelte straat in het cen- óm der stad verboden auto's langs de trot ss te laten staan. Binnen enkele dagen kwam winkelier, die daar woont, met een lijst van J'aalf goede klanten, die hem hadden doen ®ten, dat zij voortaan zijn zaak niet meer ^hden bezoeken, omdat zij met hun wagen niet eef vóór zijn winkeldeur mochten rijden. Dit as dus directe schade voor den winkelier. T°ch dient er meer orde in Haarlem te ko- eh. De gemeenteraad heeft dan ook onlangs «ah Beh, Politieverordening aangenomen, waarbij het eel verboden wordt auto's te parkeeren in h klein aantal straten, nJ. op de Groote arkt (zuidzijde), in de Jansstraat van de Ri- ®rvischmarkt tot aan de Lombardsteeg, op de Groenmarkt voor de kleine winkels en D het Plein van de Groote Houtbrug af tot Nauwelijks opgericht met het bekende doel om de Haarlemsche Orkestvereeniging door den moeilijken tijd heen te helpen, laat het Comité van Actie van vrienden van de H.O.V. reeds van zich hooren. Men is onmiddellijk vol goeden moed aan het werk getogen en de eerste gunstige resultaten zijn al bereikt, zooals men in de nieuwskolom men van ons blad heeft kunnen lezen. Ongetwijfeld is deze taak, zoo moedig opge nomen, geen gemakkelijke en er is wel een stevige dosis optimisme noodig voor de heeren Mollerus, Beets en van Tetering, die het Uit voerend Comité vormen, om in de gegeven moei lijke omstandigheden, toch op steun te durven rekenen van de Haarlemsche burgerij voor de instandhouding van het eigen stedelijk orkest. Ware het niet, dat deze heeren diep overtuigd zijn van het groote belang van een flink eigen orkest voor een stad als Haarlem, dat steeds een muziekcentrum van beteekenis was en nóg is, dan zouden ze hun oproep zeker niet heb ben gepubliceerd. Vooral echter door onze katholieke Haarlem sche ingezetenen, die, behalve hun verplichtin gen jegens de algemeene liefdadigheid, ook nog de talrijk, vaak terugkeerende en veel steun behoevende eigen kerkelijke instanties hebben die zij moeten steunen, zou dit hernieuwd be roep op hun gemeenschapszin wel eens minder gunstig kunnen worden ontvangen. Echter, zoolang men redelijkerwijze steun verleenen kan aan een vereeniging van zoo algemeen be lang en van zoo groote cultureele waarde als de H.O.V. in den loop der jaren heeft getoond te zijn, mag men toch wel op algemeene mede werking rekenen. Vroeger, zoo deelde op het laatste volkscon cert de secretaris der H.O.V. mede, kon onze Orkestvereeniging blijven bestaan door den steun van enkele goedwillenden, die veel gaven. Thans echter, nu deze weinige groote gevers niet meer in staat zijn het orkest te steunen in dezelfde mate als vroeger, moeten er velen gevonden worden, die, al is het ook nóg zoo weinig, geven. Reeds zijn, zooals men uit de krantenberich ten heeft gelezen, een aantal vrijwillige kleine giften binnengekomen. Men kan evenwel de vereeniging ook helpen door den aankoop van kaarten voor een der concerten. Zoowel voor het een als voor het ander kan men aan het adres van den voorzitter, Jhr. dr. J. C. Mollerus, Nassauplein 6, tel. 15254, van den secretaris van het Comité Groote Markt 4 en den penningmeester, Mr. A. Beets, Hout plein 8, tel. 12049, terecht. Mocht men er de voorkeur aan geven kleine of grootere bijdra gen aan onze Redactie ter hand te stellen, dan zal deze zeer gaarne zorgen, dat de gelden hun bestemming bereiken. Daarom nog eens: Allen gezamenlijk gearbeid voor het behoud onzer H.O.V.l De heer Arthur Tervooren heeft mij niet overtuigd van de bestaansnoodzakelijk- heid eener speciale „Graal"-taal. De auteur van Occidental, de heer Von Wahl, heeft bij de creatie van zijn project nimmer de intentie gehad, een verstaansmiddel voor be perkt internationaal of „sectarisch" gebruik te ontwerpen. Evenzeer als Vader Schleyer, Dr. Zamenhof en prof. Jespersen, heeft óók de heer Von Wahl aan het menschdom wel degelijk eene wereldtaal willen praesenteeren 2). Allerminst zal deze voortreffelijke Esthlander bij 't lanceeren zijner schepping hebben ge droomd, dat zijn als wereldhulptaal bedoeld Occidental (voorheen: Auli) ooit tot particuliert „Graal"-taal zoude worden geproclameerd. Door 't aanvaarden van Occidental heeft do Graal zich derhalve practisch aangesloten bij de door den heer Von Wahl gepropageerde wereldtaalbeweging; werkt dus de Esperanto én, als Katholieke internationale Organisatie, tege lijkertijd de Katholieke wereldhulptaal-beweging tegen! Maar waar moet het tenslotte heen, als, op 't voorbeeld van de Graal, de eene internationale Katholieke corporatie het Ido, eene tweede het Novial, eene derde „Latino-sine-Flexione", eene volgende 't a priorische „Ro" tot particulier corporationneel wederlandsch verstaansmiddel gaat verheffen, alleenlijk, omdat volgens 't bloot-persoonlijke, dus louter subjectieve oordeel van eenige leidsters of leiders 't Esperanto eenige hevig-begeerende qualiteiten heet te missen? 1) Ik heb alle respect voor 't paedagogisch-lin guïstisch inzicht van onze Gr aalleidsters; maar met haar Occidental zijn ze toch waarlijk op den verkeerden weg! U, hooggeachte Redactie, ten zeerste dankend voor de plaatsing, Uw meest d.v., JAC. VAN DIEMEN. Brouwersstraat 40. 1) Wat de Graal thans doet met haar Occi dental begint ernstig te gelijken op een streven naar secretarisch-particularistische isolatie bin nen het terrein der Katholieke wereldtaalbewe ging. Opdat moge blijken, dat mijn eigen project „Inter Nos" nóch wat natuurlijkheid en wel luidendheid, nóch wat eenvoud en onmiddellijke verstaanbaarheid aangaat, voor de wereldtaal Occidental behoeft onder te doen, voigt hieronder eene vertaling van het „Onze Vader' Toch heb ik, om in mijn vorig artikel ont vouwde redenen, in 1926 mijn systeem uit de propaganda teruggenomen, om in den vervolge nog slechts voor Esperanto te ijveren. Patre Nostri, qui es in li coeles, Sanctificati sé Nomine Tui; Tui Regne adveni; Voluntate Tui fiét sciut in coele etiarn sur terre; Pane nostri quotidian! doné, ad nos hodic; Et demitté ad nos offensiones nostri; Sicut nos etiam demitte ad nostri debi- tores; Et non inducó nos ad in tentatione; Sed liberificé nos ab li malo. Amen. Ave Maria, pleni da gratie, Domine cum Tu, Benedict! Tu es super omni mulieres; Et benedicti es Fructu de Tui ventre: Jezus; Sancti, Maria, Matre Dei, Oré pro nos, peccatores, nunc et in li hore de nostri mortu. Amen. Glorie sé ad li Patre, et ad li Filie et ad li Spiritu Sancti; Sicut era in principle, et nunc et semper, et in saecules de saecules. Amen. 2) De wereldhulptaal Occidental wordt be oefend door eenige groepen, vooral in Czecho- Slovacia; verder in Engeland, Frankrijk en Oostzee-Ianden. De heer Edgar von (de) Wahl is voor zoover mij bekend, niet Roomsch-Kathc- liek. Het is nooit mijn bedoeling geweest, den in zender te overtuigen van de „bestaansmogelijk heid" eener speciale Graal-taal, om de een voudige reden, dat die noodzakelijkheid er niet is. De Graalmeisjes willen elkaar kunnen ver staan; het bleek haar. dat dit niet zou lukken met Esperanto, omdat dit te moeilijk is te leeren voor velen harer en déarom werd Occidental gekozen. En ook déérom alleen! Dus niet om een eigen speciale taal te hebben. Trouwens, Occidental is óók geen taal van de „Graal" alleen; de inzender zelf zegt, dat ze ook in Engeland, Frankrijk, Tsjeeho-Slowaküe en de Oostzee-landen wordt beoefend. En als ze werkelijk zooveel gemakkelijker is te leeren, vooral voor ongeletterden, dan Es peranto, zooals de Graal-leiding zegt, dat pro ven haar hebben bewezen (ik zelf kan dat niet beoordeelen), dan lijkt het mij niet twijfelach tig, welke taal tenslotte als het ooit zoover zal komen de wereldtaal zal worden, d.wz. de taal, die iedereen, naast zijn eigene, verstaat. Ik neem dan tenminste geen aandeelen Espe ranto, daarmee zou het wel eens kunnen gaan als met m'n vroegere aandeelen Volapuk- die door de Esperanto-hausse van de markt werden gedrukt. Waarom ons dus eigenlijk zoo druk te maken, mijnheer van Diemen? Een werkelijk universeeie wereldtaal komt er toch nooit, want niet zcodra is het uitvindsel van den een zoover, dat het dreigt algemeen te worden, of een ander, ja- loersch op het succes, vindt weer een andere taal uit en brengt verdeeldheid. Niet iedereen trekt zijn systeem uit de propaganda terug en blijft dan toch nog propaganda maken, door te laten zien hoe welluidend en eenvoudig het „Onze Vader" in zijn „taal" klinkt. Hoeveel „wereldtalen" hebben we nü al niet! ARTHUR TERVOOREN Na het bovenstaande ontvingen wij nog van andere zijde onderstaand, goed gedocumenteerd pleidooi ten gunste van Esperanto. Daar de schrijver hiervan zich niet, zooals de heer van Diemen, tot mij wendt, maar rechtstreeks tot „De Graal" m.i. ook het juiste adres laat ik een eventueele beantwoording daarvan gaarne aan de Graalleiding over, die beter nog dan ik haar eigen motieven voor de keuze van Occi dental zal kunnen verdedigen. A. T. Door bemiddeling van den zeereerw. heer J. van Muyen, geen onbekende onder den rook van Haarlem, gewerd mij 't nummer van 2 December der „Nieuwe Haarlemsche Courant", waarin weer eens ter sprake kwam „De Graal" in verband met de Katholieke Esperanto-be- weging, waarop zijneerw. met een beweging als „da's kostje voor jou!" m'n aandacht ves tigde; ja, ja, de jonge wachters van den oud kapelaan van Bloemendaal leeren ook Espe ranto! Uit onderstaande zal u blijken, dat het me een waar genoegen is de pen op te nemen in het belang der Katholieke Esperanto-beweging en haast me de Graalleidsters toe te roepen: „Ja, komt ons helpen, want de strijd tegen de z.g. „neutrale" internationale pers is ontzet tend zwaar en niet 't minst voor prof. J. Font- Giralt, dien onvermoeiden priester, die vanuit z'n seminarie uit Spanje ons internationaal orgaan „Espero Katolika" redigeert. We respecteeren 't werk van onzen beminden Bisschop en daarom doet 't ons zoo pijn, dat ons werk hoewel onwetend zoo ge weldig wordt tegengewerkt door de Graallei ding: niet alleen de Katholieke Esperanto-be weging in haar strijd tegen t gevaarlijk mon ster der neutrale pers, doch ook 't werk van het katholiek intern, informatie-bureau voor niet-katholieken van de Apologetische Ver eeniging „Petrus Canisius", tenminste indirect. Lang geleden toen 't „silentium!" van onzen Magister prof. J. D. J. Aengenent nog door de studiezaal van Oud-Hageveld weerklonk, hoor de men wel eens iets over Esperanto, zag men wel eens een foto van congresleden, doch dan haalde ik de schouders op en bekommerde me verder niet om al dat egoïstisch gedoe, totdat de bekende frater Wigbertus van Zon me wak ker schudde en me o. a. wees op den arbeid van een missionaris in een stad van Canada, 't hartje van Amerika, waar 30 verschil1 ende talen werden gesproken en alwaar hij Espe ranto als een soort grootste gemeene deeler in toepassing bracht. Z. H. Pius X z.g. prees zijn arbeid en gaf hem Zijn Pauselijken Zegen ter aanmoediging om aldus voort te gaan; Kardi naal van Rossum z.g., de Prefect van de „Pro paganda Fide" schreef hem een brief, waarin o. a. geschreven stond: „Esperanto van Zamenhof zal aan de Kerk groote diensten bewijzen". Kardinaal Piffl z.g., aartsbisschop van Weenen, die in het Amster- damsche Stadion ter gelegenheid van het In ternationaal Eucharistisch Congres wees op 't gemis van een internationale taal, doelde met nadruk op Esperanto; Zijne Eminentie propa geerde Esperanto met de volgende veelzeggen de woorden. „Laat uw kinderen Espe ranto leeren; 't is de wereldtaal dei t o e k o m s t." Tenslotte wil ik nog even me- moreem 't geen Mgr. Orsenigo, de vroegere nuntius in Den Haag, indertijd Pauselijk nun tius te Budapest, zei ter gelegenheid van een audiëntie aan een talrijke priesterschaar, welke het 21e algemeene Esperanto-congres aldaar bijwoonde: De latijnsche taal is de intern, taal der Kerk tot de 20e eeuw. Ziet, nu hebben de Esperantisten een nieuwe inter nationale taal gevonden, welke de menschen niet slechts vereenigt, maar hen „in liefde" te samen brengt. Esperanto is de taal der lief de"Hij begeert vurig dat ze meer en meer verbreid worde in kerkelijke kringen." Dit zei Zijne Hoogw. Exc. op de toespraak an dr. Samuel Holik, prof aan de academie in de theologie en kerkelijk recht, waarin aeze er gewag van maakte, dat de tijd daar is, dat de Kerk volstrekt noodig heeft behalve de latijn sche taal óók Esperanto: Latijn voor de pries ters en Esperanto voor de leeken van heel de wereld onderling te verbinden. Nu zijn dit in de verste verte geen .„Kerkelijke" uitspraken, doch de persoonlijke meeningen van Pausen, Kardinalen, Bisschoppen en zoovele priesters leggen toch wel voldoende gewicht in de schaal ten gunste van Esperanto en ik overdrijf niet, als ik beweer, dat geen enkele internationale taal op een staat van dienst kan wijzen als het Esperanto van den Poolschen geneesheer Zamenhof, wiens vernuftig meesterwerk de bewondering wekt van nieuwe en oude wereld. Een afdoend bewijs is toch zeker wel het ge bruik van Esperanto in plaats van het door hen gehate Engelsch als voertaal bij de onder handeling aan het front tusschen China en Japan. Een Chinees b.v. heeft 8 10 jaar noodig om een der moderne talen aan te leeren, doch Esperanto leert hij in 2 jaar. Dui delijk is 't gezegde van frater Wigbertus van Zon, die 10 jaar als missionaris is werkzaam geweest en verscheiden talen machtig is; zoo vele jaren iemand noodig heeft om een der moderne talen aan te leeren, zooveel maanden heeft hij of zij noodig voor Esperanto. Maar niemand r oet hieruit nu de conclusie trekken, dat men Esperanto als 't ware slapende kan leeren. Neen, neen, de grammatica kent men al heel spoedig, maar dan begint als 't ware het trainen, het oefenen en hoe ijveriger men dat doet des te beter wordt men die taal meester. Velen schijnen voor Esperanto terug te schrik ken, omdat zoo zeggen ze tenminste die taal zoo leelijk klinkt, waarop ik het volgende antwoord: talenkenners, die Esperanto door en door kennen, zullen u zeggen, dat Espe ranto welluidend klinkt en t meest op Spaansch of Italiaansch gelijkt, welke worden gehouden voor de mooiste talen. Nu kan ik me heel goed voorstellen, dat, als iemand die Esperanto wel kent, doch zelden of nooit in de gelegenheid is zich te oefenen door con versatie, wil laten hooren hoe Esperanto klinkt, dan zul'en degenen, die daaruit een oordeel moeten vellen hoe die taal klinkt, een zeer verkeerde gevolgtrekking gaan maken, want zoo iemand maakt een bespottelijk figuur zeer ten nadeele van Esperanto. 'tZal nu ongeveer een jaar geleden zijn, dat in 5 verschillende internationale Esperanto- tijdschriften verscheen de volgende adverten tie, welke vertaald luidt als volgt: „Katholiek internationaal informatie-bureau. Niet-katho lieken, die inlichtingen wenschen over den Katholieken godsdienst, kunnen deze gratis verkrijgen door middel van de correspondenten te Brielle, Nobelstraat 10, Nederland, en H. Paruzel, college der Paters Oblaten te Lubli- niec, Silezisch Polen." Als eerste inlichting wordt toegezonden het bekende werkje van pater M. v. d. Hagen S. J.: „Waar is de Kerk van Christus?", dat reeds lang geleden door Fino M. Borret z.g. vertaald werd in Espe ranto, n.l. „Kie estas la eklezio de Kristo?" Prof. H. Th. Mets mocht het genoegen sma ken talrijke aanvragen te ontvangen uit: ten le Duitschland, 2e Zweden, 3e Noorwegen, 4e Letland, 5e Estland, 6e Tsjecho-Slowakije, 7e Oostenrijk, 8e Hongarije, 9e Bulgarije, 10e Griekenland, 11e Sovjet-Rusland, 12e Japan. 13e Australië, 14e Amerika, 15e Spanje, 16e Zwitserland, 17e Nederland, 18e zelfs uit Soe dan in Afrika. Het voorstel van den onver- moeiden werker van „P.-C.", prof. H. Th. Mets op de vergadering van het hoofdbestuur werd dan ook niet alleen goedgekeurd, doch het werd noodzakelijk geacht dat meer apolo getische brochures in Esperanto zouden ver taald worden. Eenige fraters van Tilburg wa ren aanstonds bereid een aanvang te nemen met de vertaling van de mooie brochure van Mgr. Huurdeman: „Waarom ben ik katholiek?" en „de gouden keten der Waarheid* van pater Hendrichs S J. Naar fr. Wigbertus me mede deelde zou de vertaling al gereed zijn, echter betwijfel ik ten zeerste of er wel een begin kan worden gemaakt met het drukken, want prof. Mets klaagt steen en been dat zijn stem klinkt als van een roepende in de Woestijn, want hoewel op de eerste plaats het gebed wordt vereischt voor ons werk, kan er toch met de uitgave geen aanvang gemaakt worden, als de kas den bodem laat zien en dat schijnt een kwaal te zijn waaraan de kas van „Petrus Ca nisius" nog al eens lijdende is. 'tZou toch ont zettend jammer zijn en een schande voor de Katholieken, als dót werk moest worden stop gezet bij gebrek aan steun der Katholieken, en als men dan ziet wat er op dat gebied ge presteerd wordt door niet-katholieken. Als men de anti-katholieke propaganda gadeslaat en niet het minst door middel van Esperanto, dan staat men niet meer verwonderd over den toestand in Spanje. Katholieken, weet ge niet dat de sovjet juist door middel van Esperanto haar duivelschen haat en lasterlijke propaganda en niet zonder succes de Kerk in het aangezicht slingert? En hierbij gebruikt men niet slechts de pers, doch vooral ook verschei dene zenders, want Esperanto is uitmuntend geschikt voor de Radio. Dat toont duidelijk de stoere werker Sro. Heilker, naar wiens stem men tot ver in 't buitenland luistert. Waarom moeten de Katholieken op dit gebied weer achteraan komen? Hier wend ik me ook tot de vele katholieke Esperantisten om pastro Font-Giralt toch te steunen met een abonnement op het internationaal orgaan, dat ten koste van alles op de eerste plaats stand moet houden, zooals ik zeer duidelijk in m'n twee uitgebreide cir culaires heb aangetoond en dat alle particu liere of persoonlijke belangen hiervoor op geofferd moeten worden, want als we niet op ons „qui vive" zijn, dan is de ongeloovige pers meester op 't gebied van Esperanto, waarom dan ook pastro Font-Giralt zich verplicht zag op eigen risico het internationaal orgaan uit te geven onder aanmoediging van zijn Bisschop. Ons katholiek internationaal or gaan kan ternauwernood deszelfs bestaan rekken en toch heeft het schitterend gepro pageerd de Graal-beweging tot aan het uit einde der aarde en de Graal gesteld tot een voorbeeld van alle katholieke meisjes. Hier voor me ligt no. 23 van „Katolika Vivo waar in de schitterende beschrijving van Pastro G. ten Hagen met foto's geïllustreerd van de machtige, heerlijke Graalmanifestatie in het Stadion te Amsterdam; het doet een katholiek Esperantohart pijn, dat deze mooie katholieke internationale krant moest verdwijnen en al lang niet meer verschijnt, terwijl er een schit terende z.g. neutrale krant verschijnt onder hoofdredactie van een afgevaTen katholiek en een dito katholiek aan een andere groote orga nisatie werkt, die zich ook neutraal noemt. Ziet ge wel, geachte Graalleiding, dat het hier niet gaat om Esperanto zelf, dat ook zonder katholieken steeds meer en meer veld wint, Het was op Zondag 7 Augustus, dat de S. D. A. P. bü Breda een „Vredes demonstratie" hield. Gedurende den optocht der vredesengelen zijn toen door spreekkoren herhaaldelijk hymnen en dithyramben aangeheven, welke voor de minis ters Ruys en Verschuur, nou ja, u begrijpt ons welgeen vrede-wensch inhielden. Bij de begrootingsdebatten in den Bredaschen gemeenteraad is daarover nu het woord gevoerd namens de katholieke raadsfractie door haar voorzitter, den heer W. v. d. Ven. Deze be toogde, dat deze heele beweging geen „Vredes demonstratie" is geweest, maar alleen een stuk propaganda-actie van de S. D. A. P. Zulk een lage insinuatie was natuurlijk onduldbaar en de S. D. A. P. in den Raad eischte op hoogen toon, dat de lasteraar zijn bewering waar zou maken! Welnu, dat bleek een koud kunstje: de katho lieke woordvoerder noemde naam en adres van het S. D. A. P.-orgaan, waarin over het groote propagandistische nut van de demonstratie ge sproken was. Die zat! De voorzitter der S. D. A. P.-fractie, de heer Gruys, was wel zoo nobel, het te betreuren, dat de gewraakte uitroepen gebezigd waren; dat kwam niet te pas, maar.... dat bij zoo'n op tocht menschen meeloopen, die zich niet orde lijk gedragen, is niet te voorkomen. Intus- schen.... de optocht zelf had toch een heel ordelijk verloop gehad! Partijgenoot Meyvis kwam dit nog even aan dikken. De optocht was zóó volmaakt ordelijk verloopen, dat het politie-rapport van dien Zon dag van veel minder onregelmatigheden gewag maakte dan op andere Zondagen. Maar jammer, heel jammer wéér was 't mis! Daar kwam de burgemeester, mr. Van Sons- beeck, deze sfeer van voldaanheid wreedelijk verstoren „Ook ik," aldus de burgemeester, „heb een politie-rapport ter inzage gevraagd, niet één, maar twee. En ze waren van dien aard, dat ik heb gemeehd ze ter waarschuwing te moeten opzenden naar den burgemeester van Maas tricht." Die zat óók! doch dat hier hooger belangen op het spel staan? Als 't alleen ging om Esperanto, dan zou ik zonder twijfel de moeite sparen om te trachten u te winnen. Luister nog een oogen- blik! Hier voor me ligt de copie van den tienden brief van een Schismatiek priester uit het verre oosten, waar men nog viert dezelfde H. Liturgie der eerste tijden van het Christen dom, waarvan wij nog het Kyrië hebben be waard. Deze priester nu heeft contact gezocht met „Petrus Canisius" door middel van Espe ranto. Om verschillende redenen mag ik den inhoud niet publiceeren, doch wenscht ge meer zekerheid wendt u dan tot den zeereerw. heer pastoor Poell te Gemert, wien prof. Mets de origineele esperanto-stukken heeft opgezonden, dan kunt ge u overtuigen, dat iedere brief eindigt met de volgende zinsnede: „Ciam mi senpacience atendas viajn interesajn leterojn", met ongeduld wacht ik steeds op uwe interes sante brieven. Hieruit begrijpt u wel, dat op de eerste plaats noodig is een aanhoudend en vurig gebed voor onze arme afgescheiden broe ders, die heel dicht bü ons staan en toch zoo ver van ons verwijderd zijn. En mag ik alle katholieken, die dit lezen, uit naam van prof. Mets attent maken, dat het secretariaat, hoofd bestuur Apol. Vereen. „Petrus Canisius", Semi narie „Rijsenburg" te Driebergen een post rekening heeft, n.l. no. 116478, en laat u heusch niet afschrikken in dezen crisistijd, want de secretaris is o zoo gauw tevreden en zegt altijd: Het penningske der weduwe is o zoo vrucht baar voor ons werk. En gij, Graal-leidsters! Zet nu de kroon op het werk en laten we samen opmarcheeren in dienst van Koning Christus. Ge zult zien en ondervinden, dat ik waarheid spreek als ik zeg, dat Esperanto in alle op zichten zal voldoen aan de eischen van de Graal. Tenslotte spreek ik den wensch uit en twijfel er niet aan of ik vertolk hier den wensch van alle katholieke Esperantisten dat nu het Bisschop „Silentium" moge onder broken worden door den Bisschoppelijken Ze gen over onzen gemeenschappelijken arbeid ORDENANO In het laatst van het vorige jaar hebben wij in ons blad mededeelingen gedaan over een nieuw preparatie-systeem bij het trekken van bloembollen, het systeem-De Weijer van Bug- genum, dat voor het eerst toegepast wa sop de Kleekerij van den heer v. Buggenum, aan den Hoflanderweg bij Beverwijk. Het systeem berust op den grondslag, dat bloembollen (tulpen en narcissen), in den vrijen grond geplant en onder een bepaalde constante temperatuur gehouden, buitengewoon geschikt zijn voor het trekken van bloemen in den vroe gen winter. Deze constante temperatuur wordt verkregen door in den akker, waar de bollen in den grond gebracht zijn, buizen aan te leg gen, waardoor grondwater gevoerd wordt, met een constante temperatuur van 10 graden Cel sius. Hierdoor is men geheel onafhankelijk ge worden van wisselende weers- en temperatuur- gesteltenissen, welke anders van invloed zijn op den tijd, waarin de bollen getrokken kunnen worden. De proef heeft het vorige jaar niet aan de verwachtingen beantwoord. De firma de Weijer van Buggenum heeft echter den moed niet op gegeven en, toegerust met de eerst opgedane ervaringen, de proef dit jaar herhaald, thans met volkomen succes. In de groote kas van het bedrijf bloeide op 12 December reeds de „Golden Spur". Hier worden de Copland-tulpen in 3 weken tot bloei gebracht, waarvoor anders 5 weken noodig wa ren. De „Prins van Oostenrijk" bloeit er vier weken langer dan anders, terwijl de Narcissen, als „Laurene Coster", „Cervantes" e.a. een maand eerder dan anders in volle schoonheid bloeien. De kwaliteit wordt door deskundigen uitste kend genoemd en steekt verre boven die van bollen, welke in de koelhuizen zijn gepreparerd- Nu deze uitgebreide proef zulke uitstekende resultaten heeft opgeleverd, stellen de onder nemers, die hun systeem in 7 verschillende lan den gepatenteerd hebben, zich voor, om in het volgend seizoen ook andere bloemen er bij te betrekken. Zoo worden ten opzichte van anemo nen en irissen groote verwachtingen gekoesterd. Zooals te begrijpen is ondervindt het bedrijf van de zijde van vaklieden, groote belangstel ling. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5