IN EN OM HAARLEM
TUdaJandpaséei®
Een Interlinguistisch Babel"
Prikkeldraad
DONDERDAG 22 DECEMBER
Het parkeeren van auto's
in Haarlem
VRIENDEN DER H.O.V.
IN ACTIE
8
De „Graal" promotrice
Esperanto in dienst der
kerk
Van 'n vredesdemonstratie
m
VOORKOMT TANDBEDERF
en poetst 's avonds en 'smorgens met
76 ets pep Yi tube 25 ets,per 'A tube.
CHRISTUSGEBOORTE
Houtsnede van Martin Schongauer Ct 1491
HET FORCEEREN VAN BLOEM
BOLLEN
Nieuw preparatie'Systeem
""""iiiiiiiimiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiimmiiiiimiimiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiiiiiiiimmiimim
Het verkeer is in de laatste jaren, ook in
Haarlem, ontzaglijk toegenomen. Het
aantal auto's, fietsen en andere voer
den, dat zich daar op den openbaren weg
eegt, is in het laatste decennium meer dan
^fdriedubbeld. En nog steeds neemt de drukte
zoodat de autoriteiten zich bezorgd afvra-
Ben waar dat op den duur naar toe moet. Men
er in Haarlem tot nu toe vrij goed in ge
slaagd de opdoemende verkeersmoeilijkheden
hoofd te bieden en orde te brengen in een
Eigenden chaos, o.m. door het verbreeden
'a& bruggen en straten en door bepaalde rege-
voor de richting van het verkeer voor te
6chrijven. Maar de oplossing van het parkeer-
^aagstuk ligt nog in de windselen. Tot erger-
ftis van menigen stadgenoot en vooral ook van
^oemdelingen.
Typeerend voor den gemoedstoestand van
Öen
regelmatigen bezoeker onzer bloemenstad
%as het ingezonden stuk, dat niet lang geleden
bloembollenhandelaar, die gewoonlijk des
aandags de bollenbeurs in Haarlem bezoekt,
de Nieuwe Haarlemsche Courant schreef en
^aarin hij zich beklaagde over het feit, dat
Haarlemsche politie wel eenige beursbezoe-
ers bekeurde, omdat zij hun auto hadden neer-
Bazet op de Zijlvest, maar de tallooze auto's in
e Groote Houtstraat, Gierstraat, Zijlstraat en
andere drukke verkeerswegen ongemoeid
et- Het trof- zijn aandacht overal verschei-
detie auto's langs de trottoirs te zien staan. In
*'e Zijlstraat naast het stadhuis, zelfs aan beide
^den. In een lunchroom ging hij een kop kof-
*'e drinken, zoo vertelde hij, waarna weer een
handeling door de stad volgde. Na verloop van
uur was hij weer terug in de Zijlstraat naast
^®t stadhuis en vond daar nog steeds vier
auto's, dezelfde van l'A uur geleden. En dit
felt, zoo schreef hij, staat niet op zichzelve,
'haar komt op meerdere plaatsen dagelijks voor
Haarlem. Twee minuten loopen vanaf de het
Verkeer belemmerende en opstoppingen veroor
zakende auto's is het officieele parkeerterrein,
daarop drie auto's stonden. Scherp contrast. In
drukke verkeersstraten vele, zeer vele par
kerende auto's, welke voortdurend het verkeer
in
gevaar brengen en opstoppingen veroor-
Zhken. De parkeerplaats nagenoeg ledig. Politie
01,1 de desbetreffende chauffeurs te bekeu-
ten, zag men niet, want het was Dinsdag en er
h'as dus geen bloembollenbeurs. En dan voegde
k inzender daaraan spijtig het volgende toe:
gaan een dag terug naar de stille straten
tondom het beursgebouw. Motorbrigade, politie
her fiets en te voet is daar thans overvloedig
aanwezig. De beursbezoekers, die per auto ko-
hien, trachten hun wagen in de stille zijstraten
Vah de Wilhelminastraat, Zijlvest en op de
keede Wilhelminastraat zelve neer te zetten
Van twee tqt, yier uur, enkele tot vijf uur. Elke
h'eek staan -daar ongeveer 150 auto's, terwij] er
hiihstens nog eenzelfde getal op parkeerterrei
nen en andere plaatsen staan. Zeer velen bren-
Ben hun vrouw en kinderen mee om te winke-
ki. wat voor Haarlem ongetwijfeld zijn voor
kelen medebrengt.
Geen enkele beursbezoeker plaatst zijn auto
k de Groote Houtstraat of op een anderen
kukken verkeersweg, want dan zou natuurlijk
kt verkeer ernstig belemmerd worden. Wat ge
beurt nu op de stille Zijlvest voor no. 25 A, waar
'otaal geen verkeer is. Daar zijn enkele beurs-
kzoekers bekeurd omdat zij op order der poli-
"e zich niet verwijderden. Als reden gaf de
kiltie op, dat door het aldaar parkeeren het
krkeer gehinderd werd en opstoppingen kun-
hen ontstaan. Toen hij in de Zijlstraat stond te
"mken en constateerde, dat daar auto's gedu
bde twee uur het verkeer werkelijk ernstig
klemmerden en geen proces-verb. volgde,
keeg ik onwillekeurig den indruk, dat het de
kdoeling is de vreemdelingen, althans de zeer
kle beursbezoekers op Maandag onaangenaam
k bejegenen en te verjagen, want waarom wei
kkeuren op de stille Zijlvest voor no. 25 A en
daarom niet op de drukke Zijlstraat."
Gp een vreemdeling moet dat inderdaad een
keemden indruk maken en deze klager heeft
Zhbijnbaar het gelijk volkomen aan zijn zijde,
"ant het is juist, dat er bollenbezoekers be-
kurd zijn, terwijl parkeerende auto's in de
kofdstraten ongemoeid werden en worden ge
kten. De reden daarvan is, dat er geen verbod
auto's in Haarlems straten neer te zet-
aan de Tempeliersstraat. Men zal daar alleen
even met een auto mogen stilstaan voor het
onmiddellijk uit- en inladen van passagiers of
waren. Iedereen zal toegeven, dat daar zulk
een verbod op zijn plaats is. In andere straten
zullen de auto's alle op de even dagen moeten
staan aan de zijde waar de even huisnummers
zijn en op de oneven dagen aan de zijde met
de oneven huisnummers. Dat zal het geval zijn
in de Anegang, in de Barrevoetestraat, Gen.
Cronjéstraat, Hoogstraat, op Kleine Houtweg,
in Korte en Lange Veerstraat, Ridderstraat,
Schagchelstraat, Spaarnwouderstraat, Zijlstraat
en op den Wagenweg van het Plein af tot aan
de Jordensstraat. De benoodigde borden zijn
daarvoor in de maak en zoodra die zijn geplant,
treedt de genoemde verordening in werking. Dit
zal een groote verbetering geven, alhoewel
waarschijnlijk klachten van bewoners, vooral
van gesloten huizen, wel niet zullen uitblijven.
Maar men mag van hen een offer vragen in
het algemeen belang.
Ideaal zou natuurlijk wezen als zij, die Haar
lem per auto bezoeken, hun auto op een der
door de gemeente aangewezen parkeerplaatsen
zouden kunnen en willen zetten. Zouden „kun
nen" zetten, want het malle feit ligt er, dat
als alle autorijders dat deden, de gemeente ze
niet zou weten te bergen, omdat er geen vol
doende parkeerruimte in Haarlem aanwezig is.
Het aantal pleinen en straten, dat daarvoor in
aanmerking komt, is zeer klein. Maar al zou
den die er voldoende zijn, dan zouden de auto
bestuurders ook nog moeten „willen". En die
welwillendheid laat, helaas, te wenschen over.
Helaas, maar de schuld ligt niet geheel bij hen.
Want wie zijn auto parkeert en dus de orde
in Haarlem helpt bevorderen, wordt daarvoor
door het gemeentebestuur van Haarlem belast.
Hij moet voor zijn ordelievendheid betalen. Wie
zijn auto langer dan een half uur op een par
keerplaats deponeert, moet een kwartje (waar
een fooi bij komt) betalen. Wie bij Brinkmann
op de Groote Markt een kopje koffie gaat ge
bruiken en zijn auto op de Markt zet, betaalt
dan behalve zijn consumptie aan Brinkmann,
een kwartje plus fooi aan den autobewaarder.
Vele bestuurders ontduiken deze belasting en
zetten daartoe hun voertuigen in de straten
rond de Markt. In Den Haag is het parkeeren
ook duur. Iemand, die met zijn auto eenige
boodschappen in de Residentie had gedaan,
vertelde ons, dat dit hem op drie kwartjes par-
keergeld plus de fooien was komen te staan.
In Amsterdam is het parkeeren van auto's ge
durende de eerste vier uur vrij. Dat is een veel
betere regeling, die ook voor Haarlem de over
weging ten volle waard is. De orde in Haarlem
zou er sterk door worden bevorderd. In 's Her
togenbosch en in misschien nog andere plaatsen
bestaat een maatregel, die ook in den smaak
valt. Daar worden zoogenaamde dagkaarten
gegeven, die een kwartje kosten. Men heeft
daarvoor het recht zijn auto zoo dikwijls en zoo
lang als men wil op dien dag te parkeeren.
Éénmaal plaatsen kost 10 cent. Deze voorbeel
den mogen aantoonen, dat, alhoewel er in de
naaste toekomst een belangrijke verbetering in
Haarlem zal worden verkregen, het gewenscht
is een studie te maken van de maatregelen, die
in andere steden worden toegepast, om daaruit
te leeren hoe men de geuite grieven in onze
stad kan ondervangen.
VneOERLAIIDSCH FABRIKAATT
^eh en ieder dat dus vrij kan doen. Maar wel
keeft iedere automobilist, evenals trouwens
'®der burger den plicht om te voldoen aan een
van de politie om zich te verwijderen of
na te laten, indien zulks in verband met
5® openbare orde of veiligheid noodig is. Do
^Wuste beursbezoekers werden bekeurd, omdat
aan zulk een bevel van de politie niet vol-
^e^en. De politie wenschte namelijk niet, dat
auto's vóór de H.B.S. op de Zijlvest parkeerden.
ondervinding toch heeft geleerd, dat daar-
®°°i bij het uit- en aangaan van de klassen
Aanrijdingen plaats hebben tusschen fietsende
polieren en auto-ende beursbezoekers en dat
st getoeter van op- en aanrijdende auto's voor
et onderwijs in de school hinderlijk is.
daarom geen verbod om auto's in de hoofd
platen van Haarlem te parkeeren? Omdat
aardoor de winkeliers in de betrokken straat
hun belangen geschaad worden. Onlangs
*erd voor een klein gedeelte straat in het cen-
óm der stad verboden auto's langs de trot
ss te laten staan. Binnen enkele dagen kwam
winkelier, die daar woont, met een lijst van
J'aalf goede klanten, die hem hadden doen
®ten, dat zij voortaan zijn zaak niet meer
^hden bezoeken, omdat zij met hun wagen niet
eef vóór zijn winkeldeur mochten rijden. Dit
as dus directe schade voor den winkelier.
T°ch
dient er meer orde in Haarlem te ko-
eh. De gemeenteraad heeft dan ook onlangs
«ah
Beh,
Politieverordening aangenomen, waarbij het
eel verboden wordt auto's te parkeeren in
h klein aantal straten, nJ. op de Groote
arkt (zuidzijde), in de Jansstraat van de Ri-
®rvischmarkt tot aan de Lombardsteeg, op de
Groenmarkt voor de kleine winkels en
D het Plein van de Groote Houtbrug af tot
Nauwelijks opgericht met het bekende doel
om de Haarlemsche Orkestvereeniging door den
moeilijken tijd heen te helpen, laat het Comité
van Actie van vrienden van de H.O.V. reeds
van zich hooren.
Men is onmiddellijk vol goeden moed aan het
werk getogen en de eerste gunstige resultaten
zijn al bereikt, zooals men in de nieuwskolom
men van ons blad heeft kunnen lezen.
Ongetwijfeld is deze taak, zoo moedig opge
nomen, geen gemakkelijke en er is wel een
stevige dosis optimisme noodig voor de heeren
Mollerus, Beets en van Tetering, die het Uit
voerend Comité vormen, om in de gegeven moei
lijke omstandigheden, toch op steun te durven
rekenen van de Haarlemsche burgerij voor de
instandhouding van het eigen stedelijk orkest.
Ware het niet, dat deze heeren diep overtuigd
zijn van het groote belang van een flink eigen
orkest voor een stad als Haarlem, dat steeds
een muziekcentrum van beteekenis was en nóg
is, dan zouden ze hun oproep zeker niet heb
ben gepubliceerd.
Vooral echter door onze katholieke Haarlem
sche ingezetenen, die, behalve hun verplichtin
gen jegens de algemeene liefdadigheid, ook nog
de talrijk, vaak terugkeerende en veel steun
behoevende eigen kerkelijke instanties hebben
die zij moeten steunen, zou dit hernieuwd be
roep op hun gemeenschapszin wel eens minder
gunstig kunnen worden ontvangen. Echter,
zoolang men redelijkerwijze steun verleenen
kan aan een vereeniging van zoo algemeen be
lang en van zoo groote cultureele waarde als
de H.O.V. in den loop der jaren heeft getoond
te zijn, mag men toch wel op algemeene mede
werking rekenen.
Vroeger, zoo deelde op het laatste volkscon
cert de secretaris der H.O.V. mede, kon onze
Orkestvereeniging blijven bestaan door den
steun van enkele goedwillenden, die veel gaven.
Thans echter, nu deze weinige groote gevers
niet meer in staat zijn het orkest te steunen
in dezelfde mate als vroeger, moeten er velen
gevonden worden, die, al is het ook nóg zoo
weinig, geven.
Reeds zijn, zooals men uit de krantenberich
ten heeft gelezen, een aantal vrijwillige kleine
giften binnengekomen. Men kan evenwel de
vereeniging ook helpen door den aankoop van
kaarten voor een der concerten.
Zoowel voor het een als voor het ander kan
men aan het adres van den voorzitter, Jhr. dr.
J. C. Mollerus, Nassauplein 6, tel. 15254, van
den secretaris van het Comité Groote Markt 4
en den penningmeester, Mr. A. Beets, Hout
plein 8, tel. 12049, terecht. Mocht men er de
voorkeur aan geven kleine of grootere bijdra
gen aan onze Redactie ter hand te stellen, dan
zal deze zeer gaarne zorgen, dat de gelden hun
bestemming bereiken.
Daarom nog eens: Allen gezamenlijk gearbeid
voor het behoud onzer H.O.V.l
De heer Arthur Tervooren heeft mij niet
overtuigd van de bestaansnoodzakelijk-
heid eener speciale „Graal"-taal.
De auteur van Occidental, de heer Von Wahl,
heeft bij de creatie van zijn project nimmer de
intentie gehad, een verstaansmiddel voor be
perkt internationaal of „sectarisch" gebruik te
ontwerpen.
Evenzeer als Vader Schleyer, Dr. Zamenhof
en prof. Jespersen, heeft óók de heer Von Wahl
aan het menschdom wel degelijk eene wereldtaal
willen praesenteeren 2).
Allerminst zal deze voortreffelijke Esthlander
bij 't lanceeren zijner schepping hebben ge
droomd, dat zijn als wereldhulptaal bedoeld
Occidental (voorheen: Auli) ooit tot particuliert
„Graal"-taal zoude worden geproclameerd.
Door 't aanvaarden van Occidental heeft do
Graal zich derhalve practisch aangesloten bij
de door den heer Von Wahl gepropageerde
wereldtaalbeweging; werkt dus de Esperanto én,
als Katholieke internationale Organisatie, tege
lijkertijd de Katholieke wereldhulptaal-beweging
tegen!
Maar waar moet het tenslotte heen, als, op
't voorbeeld van de Graal, de eene internationale
Katholieke corporatie het Ido, eene tweede het
Novial, eene derde „Latino-sine-Flexione", eene
volgende 't a priorische „Ro" tot particulier
corporationneel wederlandsch verstaansmiddel
gaat verheffen, alleenlijk, omdat volgens 't
bloot-persoonlijke, dus louter subjectieve oordeel
van eenige leidsters of leiders 't Esperanto eenige
hevig-begeerende qualiteiten heet te missen? 1)
Ik heb alle respect voor 't paedagogisch-lin
guïstisch inzicht van onze Gr aalleidsters; maar
met haar Occidental zijn ze toch waarlijk op
den verkeerden weg!
U, hooggeachte Redactie, ten zeerste dankend
voor de plaatsing,
Uw meest d.v.,
JAC. VAN DIEMEN.
Brouwersstraat 40.
1) Wat de Graal thans doet met haar Occi
dental begint ernstig te gelijken op een streven
naar secretarisch-particularistische isolatie bin
nen het terrein der Katholieke wereldtaalbewe
ging.
Opdat moge blijken, dat mijn eigen project
„Inter Nos" nóch wat natuurlijkheid en wel
luidendheid, nóch wat eenvoud en onmiddellijke
verstaanbaarheid aangaat, voor de wereldtaal
Occidental behoeft onder te doen, voigt
hieronder eene vertaling van het „Onze Vader'
Toch heb ik, om in mijn vorig artikel ont
vouwde redenen, in 1926 mijn systeem uit de
propaganda teruggenomen, om in den vervolge
nog slechts voor Esperanto te ijveren.
Patre Nostri, qui es in li coeles,
Sanctificati sé Nomine Tui;
Tui Regne adveni;
Voluntate Tui fiét sciut in coele etiarn
sur terre;
Pane nostri quotidian! doné, ad nos hodic;
Et demitté ad nos offensiones nostri;
Sicut nos etiam demitte ad nostri debi-
tores;
Et non inducó nos ad in tentatione;
Sed liberificé nos ab li malo. Amen.
Ave Maria, pleni da gratie,
Domine cum Tu,
Benedict! Tu es super omni mulieres;
Et benedicti es Fructu de Tui ventre:
Jezus;
Sancti, Maria, Matre Dei,
Oré pro nos, peccatores, nunc et in li hore
de nostri mortu. Amen.
Glorie sé ad li Patre, et ad li Filie et ad
li Spiritu Sancti;
Sicut era in principle, et nunc et semper,
et in saecules de saecules. Amen.
2) De wereldhulptaal Occidental wordt be
oefend door eenige groepen, vooral in Czecho-
Slovacia; verder in Engeland, Frankrijk en
Oostzee-Ianden. De heer Edgar von (de) Wahl
is voor zoover mij bekend, niet Roomsch-Kathc-
liek.
Het is nooit mijn bedoeling geweest, den in
zender te overtuigen van de „bestaansmogelijk
heid" eener speciale Graal-taal, om de een
voudige reden, dat die noodzakelijkheid er niet
is.
De Graalmeisjes willen elkaar kunnen ver
staan; het bleek haar. dat dit niet zou lukken
met Esperanto, omdat dit te moeilijk is te leeren
voor velen harer en déarom werd Occidental
gekozen.
En ook déérom alleen!
Dus niet om een eigen speciale taal te hebben.
Trouwens, Occidental is óók geen taal van de
„Graal" alleen; de inzender zelf zegt, dat ze
ook in Engeland, Frankrijk, Tsjeeho-Slowaküe
en de Oostzee-landen wordt beoefend.
En als ze werkelijk zooveel gemakkelijker is
te leeren, vooral voor ongeletterden, dan Es
peranto, zooals de Graal-leiding zegt, dat pro
ven haar hebben bewezen (ik zelf kan dat niet
beoordeelen), dan lijkt het mij niet twijfelach
tig, welke taal tenslotte als het ooit zoover
zal komen de wereldtaal zal worden, d.wz.
de taal, die iedereen, naast zijn eigene, verstaat.
Ik neem dan tenminste geen aandeelen Espe
ranto, daarmee zou het wel eens kunnen gaan
als met m'n vroegere aandeelen Volapuk- die
door de Esperanto-hausse van de markt werden
gedrukt.
Waarom ons dus eigenlijk zoo druk te maken,
mijnheer van Diemen? Een werkelijk universeeie
wereldtaal komt er toch nooit, want niet zcodra
is het uitvindsel van den een zoover, dat het
dreigt algemeen te worden, of een ander, ja-
loersch op het succes, vindt weer een andere
taal uit en brengt verdeeldheid. Niet iedereen
trekt zijn systeem uit de propaganda terug
en blijft dan toch nog propaganda maken, door
te laten zien hoe welluidend en eenvoudig het
„Onze Vader" in zijn „taal" klinkt.
Hoeveel „wereldtalen" hebben we nü al niet!
ARTHUR TERVOOREN
Na het bovenstaande ontvingen wij nog van
andere zijde onderstaand, goed gedocumenteerd
pleidooi ten gunste van Esperanto. Daar de
schrijver hiervan zich niet, zooals de heer van
Diemen, tot mij wendt, maar rechtstreeks tot
„De Graal" m.i. ook het juiste adres laat
ik een eventueele beantwoording daarvan gaarne
aan de Graalleiding over, die beter nog dan ik
haar eigen motieven voor de keuze van Occi
dental zal kunnen verdedigen.
A. T.
Door bemiddeling van den zeereerw. heer J.
van Muyen, geen onbekende onder den rook
van Haarlem, gewerd mij 't nummer van 2
December der „Nieuwe Haarlemsche Courant",
waarin weer eens ter sprake kwam „De Graal"
in verband met de Katholieke Esperanto-be-
weging, waarop zijneerw. met een beweging
als „da's kostje voor jou!" m'n aandacht ves
tigde; ja, ja, de jonge wachters van den oud
kapelaan van Bloemendaal leeren ook Espe
ranto!
Uit onderstaande zal u blijken, dat het me
een waar genoegen is de pen op te nemen in
het belang der Katholieke Esperanto-beweging
en haast me de Graalleidsters toe te roepen:
„Ja, komt ons helpen, want de strijd tegen de
z.g. „neutrale" internationale pers is ontzet
tend zwaar en niet 't minst voor prof. J. Font-
Giralt, dien onvermoeiden priester, die vanuit
z'n seminarie uit Spanje ons internationaal
orgaan „Espero Katolika" redigeert.
We respecteeren 't werk van onzen beminden
Bisschop en daarom doet 't ons zoo pijn, dat
ons werk hoewel onwetend zoo ge
weldig wordt tegengewerkt door de Graallei
ding: niet alleen de Katholieke Esperanto-be
weging in haar strijd tegen t gevaarlijk mon
ster der neutrale pers, doch ook 't werk van
het katholiek intern, informatie-bureau voor
niet-katholieken van de Apologetische Ver
eeniging „Petrus Canisius", tenminste indirect.
Lang geleden toen 't „silentium!" van onzen
Magister prof. J. D. J. Aengenent nog door de
studiezaal van Oud-Hageveld weerklonk, hoor
de men wel eens iets over Esperanto, zag men
wel eens een foto van congresleden, doch dan
haalde ik de schouders op en bekommerde me
verder niet om al dat egoïstisch gedoe, totdat
de bekende frater Wigbertus van Zon me wak
ker schudde en me o. a. wees op den arbeid
van een missionaris in een stad van Canada,
't hartje van Amerika, waar 30 verschil1 ende
talen werden gesproken en alwaar hij Espe
ranto als een soort grootste gemeene deeler in
toepassing bracht. Z. H. Pius X z.g. prees zijn
arbeid en gaf hem Zijn Pauselijken Zegen ter
aanmoediging om aldus voort te gaan; Kardi
naal van Rossum z.g., de Prefect van de „Pro
paganda Fide" schreef hem een brief, waarin
o. a. geschreven stond: „Esperanto van
Zamenhof zal aan de Kerk groote
diensten bewijzen". Kardinaal Piffl z.g.,
aartsbisschop van Weenen, die in het Amster-
damsche Stadion ter gelegenheid van het In
ternationaal Eucharistisch Congres wees op 't
gemis van een internationale taal, doelde met
nadruk op Esperanto; Zijne Eminentie propa
geerde Esperanto met de volgende veelzeggen
de woorden. „Laat uw kinderen Espe
ranto leeren; 't is de wereldtaal dei
t o e k o m s t." Tenslotte wil ik nog even me-
moreem 't geen Mgr. Orsenigo, de vroegere
nuntius in Den Haag, indertijd Pauselijk nun
tius te Budapest, zei ter gelegenheid van een
audiëntie aan een talrijke priesterschaar, welke
het 21e algemeene Esperanto-congres aldaar
bijwoonde: De latijnsche taal is de
intern, taal der Kerk tot de 20e eeuw. Ziet,
nu hebben de Esperantisten een nieuwe inter
nationale taal gevonden, welke de menschen
niet slechts vereenigt, maar hen „in liefde" te
samen brengt. Esperanto is de taal der lief
de"Hij begeert vurig dat ze meer en
meer verbreid worde in kerkelijke kringen."
Dit zei Zijne Hoogw. Exc. op de toespraak an
dr. Samuel Holik, prof aan de academie in de
theologie en kerkelijk recht, waarin aeze er
gewag van maakte, dat de tijd daar is, dat de
Kerk volstrekt noodig heeft behalve de latijn
sche taal óók Esperanto: Latijn voor de pries
ters en Esperanto voor de leeken van heel de
wereld onderling te verbinden. Nu zijn dit in
de verste verte geen .„Kerkelijke" uitspraken,
doch de persoonlijke meeningen van Pausen,
Kardinalen, Bisschoppen en zoovele priesters
leggen toch wel voldoende gewicht in de schaal
ten gunste van Esperanto en ik overdrijf niet,
als ik beweer, dat geen enkele internationale
taal op een staat van dienst kan wijzen als
het Esperanto van den Poolschen geneesheer
Zamenhof, wiens vernuftig meesterwerk de
bewondering wekt van nieuwe en oude wereld.
Een afdoend bewijs is toch zeker wel het ge
bruik van Esperanto in plaats van het door
hen gehate Engelsch als voertaal bij de onder
handeling aan het front tusschen China en
Japan. Een Chinees b.v. heeft 8 10 jaar
noodig om een der moderne talen aan te
leeren, doch Esperanto leert hij in 2 jaar. Dui
delijk is 't gezegde van frater Wigbertus van
Zon, die 10 jaar als missionaris is werkzaam
geweest en verscheiden talen machtig is; zoo
vele jaren iemand noodig heeft om een der
moderne talen aan te leeren, zooveel maanden
heeft hij of zij noodig voor Esperanto. Maar
niemand r oet hieruit nu de conclusie trekken,
dat men Esperanto als 't ware slapende kan
leeren. Neen, neen, de grammatica kent men al
heel spoedig, maar dan begint als 't ware het
trainen, het oefenen en hoe ijveriger men dat
doet des te beter wordt men die taal meester.
Velen schijnen voor Esperanto terug te schrik
ken, omdat zoo zeggen ze tenminste die
taal zoo leelijk klinkt, waarop ik het volgende
antwoord: talenkenners, die Esperanto door
en door kennen, zullen u zeggen, dat Espe
ranto welluidend klinkt en t meest op
Spaansch of Italiaansch gelijkt, welke worden
gehouden voor de mooiste talen. Nu kan ik
me heel goed voorstellen, dat, als iemand die
Esperanto wel kent, doch zelden of nooit in
de gelegenheid is zich te oefenen door con
versatie, wil laten hooren hoe Esperanto klinkt,
dan zul'en degenen, die daaruit een oordeel
moeten vellen hoe die taal klinkt, een zeer
verkeerde gevolgtrekking gaan maken, want
zoo iemand maakt een bespottelijk figuur zeer
ten nadeele van Esperanto.
'tZal nu ongeveer een jaar geleden zijn, dat
in 5 verschillende internationale Esperanto-
tijdschriften verscheen de volgende adverten
tie, welke vertaald luidt als volgt: „Katholiek
internationaal informatie-bureau. Niet-katho
lieken, die inlichtingen wenschen over den
Katholieken godsdienst, kunnen deze gratis
verkrijgen door middel van de correspondenten
te Brielle, Nobelstraat 10, Nederland, en H.
Paruzel, college der Paters Oblaten te Lubli-
niec, Silezisch Polen." Als eerste inlichting
wordt toegezonden het bekende werkje van
pater M. v. d. Hagen S. J.: „Waar is de Kerk
van Christus?", dat reeds lang geleden door
Fino M. Borret z.g. vertaald werd in Espe
ranto, n.l. „Kie estas la eklezio de Kristo?"
Prof. H. Th. Mets mocht het genoegen sma
ken talrijke aanvragen te ontvangen uit: ten
le Duitschland, 2e Zweden, 3e Noorwegen, 4e
Letland, 5e Estland, 6e Tsjecho-Slowakije, 7e
Oostenrijk, 8e Hongarije, 9e Bulgarije, 10e
Griekenland, 11e Sovjet-Rusland, 12e Japan.
13e Australië, 14e Amerika, 15e Spanje, 16e
Zwitserland, 17e Nederland, 18e zelfs uit Soe
dan in Afrika. Het voorstel van den onver-
moeiden werker van „P.-C.", prof. H. Th.
Mets op de vergadering van het hoofdbestuur
werd dan ook niet alleen goedgekeurd, doch
het werd noodzakelijk geacht dat meer apolo
getische brochures in Esperanto zouden ver
taald worden. Eenige fraters van Tilburg wa
ren aanstonds bereid een aanvang te nemen
met de vertaling van de mooie brochure van
Mgr. Huurdeman: „Waarom ben ik katholiek?"
en „de gouden keten der Waarheid* van pater
Hendrichs S J. Naar fr. Wigbertus me mede
deelde zou de vertaling al gereed zijn, echter
betwijfel ik ten zeerste of er wel een begin
kan worden gemaakt met het drukken, want
prof. Mets klaagt steen en been dat zijn stem
klinkt als van een roepende in de Woestijn,
want hoewel op de eerste plaats het gebed
wordt vereischt voor ons werk, kan er toch met
de uitgave geen aanvang gemaakt worden, als
de kas den bodem laat zien en dat schijnt een
kwaal te zijn waaraan de kas van „Petrus Ca
nisius" nog al eens lijdende is. 'tZou toch ont
zettend jammer zijn en een schande voor de
Katholieken, als dót werk moest worden stop
gezet bij gebrek aan steun der Katholieken,
en als men dan ziet wat er op dat gebied ge
presteerd wordt door niet-katholieken. Als men
de anti-katholieke propaganda gadeslaat en
niet het minst door middel van Esperanto,
dan staat men niet meer verwonderd over den
toestand in Spanje. Katholieken, weet ge niet
dat de sovjet juist door middel van Esperanto
haar duivelschen haat en lasterlijke propaganda
en niet zonder succes de Kerk in het
aangezicht slingert? En hierbij gebruikt men
niet slechts de pers, doch vooral ook verschei
dene zenders, want Esperanto is uitmuntend
geschikt voor de Radio. Dat toont duidelijk
de stoere werker Sro. Heilker, naar wiens stem
men tot ver in 't buitenland luistert. Waarom
moeten de Katholieken op dit gebied weer
achteraan komen?
Hier wend ik me ook tot de vele katholieke
Esperantisten om pastro Font-Giralt
toch te steunen met een abonnement op het
internationaal orgaan, dat ten koste van alles
op de eerste plaats stand moet houden, zooals
ik zeer duidelijk in m'n twee uitgebreide cir
culaires heb aangetoond en dat alle particu
liere of persoonlijke belangen hiervoor op
geofferd moeten worden, want als we niet op
ons „qui vive" zijn, dan is de ongeloovige pers
meester op 't gebied van Esperanto, waarom
dan ook pastro Font-Giralt zich verplicht zag
op eigen risico het internationaal orgaan
uit te geven onder aanmoediging van zijn
Bisschop. Ons katholiek internationaal or
gaan kan ternauwernood deszelfs bestaan
rekken en toch heeft het schitterend gepro
pageerd de Graal-beweging tot aan het uit
einde der aarde en de Graal gesteld tot een
voorbeeld van alle katholieke meisjes. Hier
voor me ligt no. 23 van „Katolika Vivo waar
in de schitterende beschrijving van Pastro G.
ten Hagen met foto's geïllustreerd van de
machtige, heerlijke Graalmanifestatie in het
Stadion te Amsterdam; het doet een katholiek
Esperantohart pijn, dat deze mooie katholieke
internationale krant moest verdwijnen en al
lang niet meer verschijnt, terwijl er een schit
terende z.g. neutrale krant verschijnt onder
hoofdredactie van een afgevaTen katholiek en
een dito katholiek aan een andere groote orga
nisatie werkt, die zich ook neutraal noemt.
Ziet ge wel, geachte Graalleiding, dat het hier
niet gaat om Esperanto zelf, dat ook zonder
katholieken steeds meer en meer veld wint,
Het was op Zondag 7 Augustus, dat de
S. D. A. P. bü Breda een „Vredes
demonstratie" hield.
Gedurende den optocht der vredesengelen zijn
toen door spreekkoren herhaaldelijk hymnen en
dithyramben aangeheven, welke voor de minis
ters Ruys en Verschuur, nou ja, u begrijpt
ons welgeen vrede-wensch inhielden.
Bij de begrootingsdebatten in den Bredaschen
gemeenteraad is daarover nu het woord gevoerd
namens de katholieke raadsfractie door haar
voorzitter, den heer W. v. d. Ven. Deze be
toogde, dat deze heele beweging geen „Vredes
demonstratie" is geweest, maar alleen een stuk
propaganda-actie van de S. D. A. P.
Zulk een lage insinuatie was natuurlijk
onduldbaar en de S. D. A. P. in den Raad
eischte op hoogen toon, dat de lasteraar zijn
bewering waar zou maken!
Welnu, dat bleek een koud kunstje: de katho
lieke woordvoerder noemde naam en adres van
het S. D. A. P.-orgaan, waarin over het groote
propagandistische nut van de demonstratie ge
sproken was.
Die zat!
De voorzitter der S. D. A. P.-fractie, de heer
Gruys, was wel zoo nobel, het te betreuren, dat
de gewraakte uitroepen gebezigd waren; dat
kwam niet te pas, maar.... dat bij zoo'n op
tocht menschen meeloopen, die zich niet orde
lijk gedragen, is niet te voorkomen. Intus-
schen.... de optocht zelf had toch een heel
ordelijk verloop gehad!
Partijgenoot Meyvis kwam dit nog even aan
dikken. De optocht was zóó volmaakt ordelijk
verloopen, dat het politie-rapport van dien Zon
dag van veel minder onregelmatigheden gewag
maakte dan op andere Zondagen.
Maar jammer, heel jammer wéér was
't mis!
Daar kwam de burgemeester, mr. Van Sons-
beeck, deze sfeer van voldaanheid wreedelijk
verstoren
„Ook ik," aldus de burgemeester, „heb een
politie-rapport ter inzage gevraagd, niet één,
maar twee. En ze waren van dien aard, dat ik
heb gemeehd ze ter waarschuwing te moeten
opzenden naar den burgemeester van Maas
tricht."
Die zat óók!
doch dat hier hooger belangen op het spel
staan? Als 't alleen ging om Esperanto, dan
zou ik zonder twijfel de moeite sparen om te
trachten u te winnen. Luister nog een oogen-
blik! Hier voor me ligt de copie van den tienden
brief van een Schismatiek priester uit het
verre oosten, waar men nog viert dezelfde H.
Liturgie der eerste tijden van het Christen
dom, waarvan wij nog het Kyrië hebben be
waard. Deze priester nu heeft contact gezocht
met „Petrus Canisius" door middel van Espe
ranto. Om verschillende redenen mag ik den
inhoud niet publiceeren, doch wenscht ge meer
zekerheid wendt u dan tot den zeereerw. heer
pastoor Poell te Gemert, wien prof. Mets de
origineele esperanto-stukken heeft opgezonden,
dan kunt ge u overtuigen, dat iedere brief
eindigt met de volgende zinsnede: „Ciam mi
senpacience atendas viajn interesajn leterojn",
met ongeduld wacht ik steeds op uwe interes
sante brieven. Hieruit begrijpt u wel, dat op
de eerste plaats noodig is een aanhoudend en
vurig gebed voor onze arme afgescheiden broe
ders, die heel dicht bü ons staan en toch zoo
ver van ons verwijderd zijn. En mag ik alle
katholieken, die dit lezen, uit naam van prof.
Mets attent maken, dat het secretariaat, hoofd
bestuur Apol. Vereen. „Petrus Canisius", Semi
narie „Rijsenburg" te Driebergen een post
rekening heeft, n.l. no. 116478, en laat u heusch
niet afschrikken in dezen crisistijd, want de
secretaris is o zoo gauw tevreden en zegt altijd:
Het penningske der weduwe is o zoo vrucht
baar voor ons werk. En gij, Graal-leidsters! Zet
nu de kroon op het werk en laten we samen
opmarcheeren in dienst van Koning Christus.
Ge zult zien en ondervinden, dat ik waarheid
spreek als ik zeg, dat Esperanto in alle op
zichten zal voldoen aan de eischen van de
Graal. Tenslotte spreek ik den wensch uit
en twijfel er niet aan of ik vertolk hier den
wensch van alle katholieke Esperantisten
dat nu het Bisschop „Silentium" moge onder
broken worden door den Bisschoppelijken Ze
gen over onzen gemeenschappelijken arbeid
ORDENANO
In het laatst van het vorige jaar hebben wij
in ons blad mededeelingen gedaan over een
nieuw preparatie-systeem bij het trekken van
bloembollen, het systeem-De Weijer van Bug-
genum, dat voor het eerst toegepast wa sop
de Kleekerij van den heer v. Buggenum, aan
den Hoflanderweg bij Beverwijk.
Het systeem berust op den grondslag, dat
bloembollen (tulpen en narcissen), in den vrijen
grond geplant en onder een bepaalde constante
temperatuur gehouden, buitengewoon geschikt
zijn voor het trekken van bloemen in den vroe
gen winter. Deze constante temperatuur wordt
verkregen door in den akker, waar de bollen
in den grond gebracht zijn, buizen aan te leg
gen, waardoor grondwater gevoerd wordt, met
een constante temperatuur van 10 graden Cel
sius. Hierdoor is men geheel onafhankelijk ge
worden van wisselende weers- en temperatuur-
gesteltenissen, welke anders van invloed zijn op
den tijd, waarin de bollen getrokken kunnen
worden.
De proef heeft het vorige jaar niet aan de
verwachtingen beantwoord. De firma de Weijer
van Buggenum heeft echter den moed niet op
gegeven en, toegerust met de eerst opgedane
ervaringen, de proef dit jaar herhaald, thans
met volkomen succes.
In de groote kas van het bedrijf bloeide op
12 December reeds de „Golden Spur". Hier
worden de Copland-tulpen in 3 weken tot bloei
gebracht, waarvoor anders 5 weken noodig wa
ren. De „Prins van Oostenrijk" bloeit er vier
weken langer dan anders, terwijl de Narcissen,
als „Laurene Coster", „Cervantes" e.a. een
maand eerder dan anders in volle schoonheid
bloeien.
De kwaliteit wordt door deskundigen uitste
kend genoemd en steekt verre boven die van
bollen, welke in de koelhuizen zijn gepreparerd-
Nu deze uitgebreide proef zulke uitstekende
resultaten heeft opgeleverd, stellen de onder
nemers, die hun systeem in 7 verschillende lan
den gepatenteerd hebben, zich voor, om in het
volgend seizoen ook andere bloemen er bij te
betrekken. Zoo worden ten opzichte van anemo
nen en irissen groote verwachtingen gekoesterd.
Zooals te begrijpen is ondervindt het bedrijf
van de zijde van vaklieden, groote belangstel
ling.
i