e kerstboom m Kerstfeest k er Mengeling van christelijke en heidensche gewoonten S Hrj Oude gebruiken Kerstverhalen DE AANBIDDING DER WIJZEN Naar een schilderij van Hugo van der Goes Jaarlijks worden er meer dan twintig millioen omgehakt EEN NAPOLITAANSCHE KERSTGROEP Een deel van een Napolitaansche kerstgroep uit het Aarts bisschoppelijk Museum te Utrecht Sint Nicolaas is voorbij. Het is kouder ge- Worden. We hebben vorst gehad. De win- ter is strenger geworden. De beroemdi akere dagen zijn voorbij en de helderheid. 1 den Kerstnacht is aangebroken. O, Kerst- ..^t, schooner dan de dagen, hoe kan Hero Js 't licht verdragen, dat in uw duisternissen' Het was voor Herodes inderdaa. eenvoudige taak, het licht van den, etstnacht te verdragen. En dit geldt ook he 11 ten dage voor alle Herodessen, voor de ve- die in onmin leven met God, met zich zelf, hun naaste verwanten, met hun vrienden. ö°0r allen, die niet de boodschap van den vre- dienden maar de boodschap van den haat hebzucht j^erstmis, het feest der Geboorte. Het oude est> dat geen mensch voorbij laat gaan zonder r°ering en zonder drang naar liefde. Kerst- s- het feest, dat zelfs in de leegste en koud-| hienschenziel vonken doet opspatten, hei ^"hiaaks, waar minstens de kerstboom glansl Waar het „Stille Nacht" weemoedig weer- /hikt, omdat het daar geen dieper beteekeni: hebben, geen diepere dan een o, zoo flau- afglans van het heimwee naar het verlor® Ij ^rstmis in de kerken en thuis.Na he| gefeest de twee dagen van huiselijker fami ,/eluk. De dagen, dat we ook simpel en vroo feestvieren en het lied laten klinken m h feestmaaltijd, dien we ons niet behoeven te] wanneer we althans gedachl h aan den evenmensch, die zonder ons zou kunnen vieren het feest, dat vóór alle: arme recht tot blijdschap moest geven, at Christus armer dan wie ook in een ar- stal werd geboren onder den kouden gla: Ier sterren. aen zegt, dat het Kerstfeest langzaam aan, Verminderen in glans en blijdschap. Me: echter niet durven voorspellen, dat het oor kwijnen, want zoo oud als de nieuwe aard' Zoo oud is het Kerstfeest en als het ver| ^ringen heeft ondergaan, dan was dat tocj ^chts in uiterlijken vorm van viering. Niet i' O berken, warm in den kouden nacht, maar ii vroeger reeds in de midde: ^eh hebben zich verbasteringen ingedron' °hder heidensche invloeden, maar het fees kleef toch zuiver bewaard onder de geloo l- In de eerste middeleeuwen brachten d ^kschen geschepken rond bij hun vriend«j 1,, Geschiedde onder luidruchtig gezang en aT Gevolgen van dien, bestaande in opstootjes tjj kchte schermutselingen. Dit duurde echter ^ng, want het werd van hooger hand ver- Toen liep deze gewoonte, maar in ver- vorm over naar het Nieuwjaarsfeest, tu Kerstfeest heeft het oude heidensche kiaansche „Joelfeest" volkomen verdrongen 6^°k het Midwinterfeest, dat met Kerstmis V^kviel, is geheel uit de mode. Het Joelfeest ij. Gewijd aan den Germaanschen Zonnegod, Verdween langzaam aan onder invloed van V kerstfeest. De liederen, die op Kerstmis gezongen, kan men verdeelen in kerk- kinderliederen en nachtwachtliedjes, ker oudste kinderliedjes is „Susa minne", ^edje, dat men nog wel eens hoort zingen, Het kerstblok inspireerde tot verhalen en sprookjes. Moeder de Gans, eigenlijk de kerst gans, was een van de meestgeliefde vertelsels en Roodkousje, eveneens de kerstgans met haar roode pooten, behoorde ook tot de gebruikelijke sprookjes, die uiteraard in vele variaties wer den verteld. Over geheel West-Europa waren deze sprookjes verspreid en de volksdichters begonnen ze op te teekenen en vasten' vorm te geven. Toen kwamen ze weer langs anderen weg terug en werden vertaald uit het Spaansch, Italiaansch en het Fransch. Sinds lang zijn deze sprookjes niet meer levend onder ons. Thans kunnen wij in alle mogelijke tijdschrif ten en periodieken andere verhalen vinden, die n de Maagd, baarde haar eerstgeboren Zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. En dan komt de engelen-boodschap: „Ziet ik verkondig u een groote vreugde, die voor geheel het volk zijn zal: dat u een Zaligmaker werd geboren, die Christus de Heer is, in de stad van David." In het Evangelie van de „Dageraadsmis" wordt ons verteld, hoe de herders kwamen om het kind te aanbidden en de Introïtus van deze Mis spreekt' van den Vader der toekomende eeuwen aan wiens Rijk geen einde zal wezen. En verder bidden wij in dezelfde Mis: „Al machtige God, wij smeeken u, geef ons die overstroomd worden van het nieuwe licht van het menschgeworden Woord, dat in onze wer ken weerschijne, wat in onzen geest door het Geloof schittert." In de derde Mis opent het Evangelie met de beroemde woorden: „In den beginne was het woordhet Evangelie dat dagelijks in de heilige missen als laatste Evangelie wordt ge lezen. In deze Mis echter wordt het als hoofd evangelie gebruikt en dit heeft zijn bijzondere beteekenis, omdat Kerstmis het feest is van de geboorte van Christus, den Zoon Gods, die het begin en het einde is van alle dingen. Daar om bidt de Kerk tot Christus: „U behooren de Hemelen en behoort de aarde, het wereld rond en zijn volheid. Gij hebt ze gegrondvest." Aldus zegt het Offertorium in zijn hooge wijs heid. Dit is de juichtoon van de Kerstmis al den tijd, dat het feest duurt. Voortdurend wordt in de liturgie, ook in de feesten na Kerstmis, ge sproken over het Kerstkindje, geboren in een armen stal. Ook op het feest van Sint Stepha- nus worden wij er aan herinnerd, dat Christus om onzentwil een wreeden dood is gestorven en het feest der Onnoozele Kinderen herinnert ons, hoewel in minder juichenden toon, aan de geboorte van den Godmensch, voor wien zoovele onschuldige kinderen het leven lieten Aan deze liturgió laatsten advent-Zondag voorafgegaan, beheerscht door het Rorate Coeli: „Dauwt Hemelen, dauwt en dat de wolken den Gerechten regenen, de Aarde opene zich en doe den verlosser ont spruiten In de collecten der Mis zegt de Kerk: „Ver wekt, smeeken wij, Heer, uwe macht en kom en sta ons bij met groote kracht, opdat door de hulp Uwer genade, Uwe barmhartigheid ont ferming bespoedige, wat door onzen zonden wordt tegengehouden." De volheid der tijden is gekomen. De Boetprediker Joannes roept in de woestijn: Bereidt den weg des Heeren, maakt recht Zijne paden.... alle vleesch zal het Heil Gods aanschouwen." En in de Com- munio: „Zie, de Maagd zal ontvangen en een Zoon baren, wiens naam Emmanuel zal zijn," Speciaal wordt zijn weesgegroet vermeld. „Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U, gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht uws lichaams." De Kerk telt als een verheugde Moeder de dagen waarna zij het Goddelijk Kind ontvan gen zal: „Dezen dag zult Gij weten, dat de Heer zal komen en ons verlossen zal, en mor gen zult Gij de heerlijkheid des Heeren zien." (Vigilie van Kerstmis). De Heer zal komen en ons redden indien wij vol eenvoud, onze zuive ring bewerken. De Kribbe is gereed en ge maakt om „Met blijdschap Uwen Eenig Ge boren Zoon als onzen Verlosser te ontvangen." En indien onze harten gezuiverd zijn, wordt ook het doel, dat zich de Kerk voor den Advent voorstelt bereikt: „Dat wij Hem ook als Rech ter met gerustheid aanschouwen mogen." De Advent is voorbij. Christus is gekomen. Indien de Kribbe van ons Hart bereid gemaakt is, kunnen wij met den Psalmist uitroepen: „Opent Uw poorten: en de Koning der Glorie zal binnentreden". Wanneer nu Christus bij ons binnentreedt, kunnen wij vreugdevol zin gen de Hymne van Kerstmis: „Glorie zij God in den Hooge en vrede op aarde aan de men- schen van goeden wil." Susa ninna, susa noe! Jesus minne sprac Marien toe. Die moeder makede den Kint een bat. Hoe lieflic dattet daer inne sat; Wel was haer doe! Susa ninna, susa noe! Jesus minne sprac Marien toe! Die os end' ooc dat eselkyn, Die aanbaden dat soete Kindekyn. Wel was haer doe! Susa ninna, susa noe! Jesus minne sprac Marien toe. et is niets nieuws, dat er handel wdrdt gedreven in kerstboomen, doch het is wellicht minder bekend, dat er jaarlijks leer dan twintig millioen boomen voor wor den omgehakt. Een heele onderneming dus, Ie kerstboom. Intusschen is het nog geen eeuw geleden, lat de kerstboom uit Duitschland over Europa ;n Amerika werd verspreid. In dien eersten tijd >estond er uiteraard geen handel in deze boo- en. Wie een kerstboom wilde hebben, trok iaar een bosch en hakte een spar om en hij ras gered. Maar langzamerhand groeide het ebruik, de behoefte werd zoo groot, dat niet .Heen de bosschen werden bedreigd, maar een ;eorganiseerde kerstboomenhandel noodzake lijk werd. De eigenaars van sparrenbosschen •egonnen nu natuurlijk bezwaren te ma>pn ■egen de plunderingen, omdat zij ontdekten, lat de jonge boomen meer dan ooit waarde •egen en zoo ontstond langzamerhand een ilangrijke handel in sparren en dennen. Men legde zich ook toe op een bepaalde cul- -Uur van spar en den omdat de kerstboom [bijzonder van vorm moest zijn: van onderen >reed, spits toeloopend naar den top. Bij voor- :eur gebruikt men die soorten boom, die een .angenamen harsgeur verspreiden. Het hakken van kerstboomen begint reeds in October en men hakt juist die boomen, die le verdunning der bosschen het eerst over ig maken. Dit is nog een groot voordeel voor de bezitters bovendien, want ook zonder [vraag naar kerstboomen, zouden honderden lboomen moeten verwijderd worden, om aan de andere boomen een vrijen groei te kunnen toe staan. We verbazen ons soms over de hooge prijzen, die voor kerstboomen worden gevraagd, maar de schuld hiervan ligt niet bü de eigenaans der boomen, maar bü de tusschenhandelaars, die groote kosten hebben aan het verroer en die er nooit zeker van zijn of de bocraen goed van de hand zullen gaan. De b°omen die zij ge kocht hebben, kunnen ztt*ds ze verder onver kocht blijven, niet teru"?even. Daarom moeten zij in het begin wei tamelijke prijzen vragen. Hoe dichter men '°hter Kerstmis nadert, des te goedkooper "órden de boomen. Wie her innert zich.^net de kerstboomenmarkten, die jaarlijks j'>s" ih de allerlaatste dagen voor het Hoogfee*' de drukste belangstelling trekken? Dan «®an de boomen als het ware bij bosschen van de band, maar dan is de winst voor den versper ook bijna nihil. Den dag na Kerst mis, of liever op Kerstmis zelf reeds zijn de boomen geen cent meer waard. pnder deze omstandigheden mag men de verkoopers, die in de donkere dagen eii avon den bij hun boomen staan te rillen van de kou, niet boos aankijken, wanneer zij soms een winst van honderd procent maken op hun ar tikel, al is het dan ook te betreuren, dat vele minder bedeelden zich de vreugde van den kerstboom moeten ontzeggen, omdat zij geen geld hebben. Het feest van Kerstmis immers zou juist vóór alles het feest der armen moe ten zijn, want Christus werd arm geboren uit een arme moeder.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 13