felle brand te heiloo ItING Auto te water Zóó eindigde hun Kerstfeest Laffe overval Verduistering van een ton Tegen afsluitboom gereden De nood in het Visscherijbedrijf Tragisch ongeval W 'T ST. WILLIBRORDUS- GESTICHT DINSDAG 27 DECEMBER h Open brief aan den minister PEPERMUNT Het St. Joseph-paviljoen geheel vernield. Groote matérieele schade Geen persoonlijke ongelukken De oorzaak 'b den mist van een 2Vz meter hoogen taalmuur gereden De schade Graaf van Lynden van Sandenburg f Vice-President van den Raad van State DE BRAND TE HEILOO Verloofd paar door roekeloozen chauffeur overreden Het meisje gedood Kort daarop bezweken Indringers doen een inval in het huis van een zeventigjarige Met f 500.- er vandoor f K Een kijkje in de geheel uitgebrande slaapzaal van het St. Joseph-paviljoen van het psychopatengesticht te Heiloo Leidsch Weeshuis zijn bezit kwijt Haagsch accountant aangehouden INBRAAK VERHINDERD Goede vangst door de politie Twee jeugdige motorrijders te Soest dijk gedood Door den mist misleid IN EEN VLAAG VAN DELIRIUM Steekpartij te Rotterdam DOOR AUTO AANGEREDEN Aan de gevolgen bezweken MOORD TE LUTTERADE De dader meldt zich zelf aan e«tuurder verdronken Zestienjarige jongeman te Den Haag doodgereden Zijn broer stuurde OP RIJDENDE TRAM GESPRONGEN Onder den wagen geraakt en gedood ARBEIDSCONTRACT OPGEZEGD Boerderij afgebrand Zielig Kerstfeest Brand in een landbouwschuur Met de heerlijke, opwekkende eigenschappen van het edele natuurproduct en onder controle van het laboratorium: Dr. van Hamel Roos Harmens, A dam. Op den vroegen Kerstmorgen heeft een felle rand gewoed in het St. WiUibrordusgesticht Heiloo. In dit mooie, landelijke dorp bü Alkmaar is dert enkele jaren het groote gesticht voor armelijke zenuwpatiënten en psychopaten ge estige), bestuurd door de Eerw. Broeders van L. Vrouw van Lourdes van het Moederhuis st Dongen' geweldige complex gebouwen aat aan den Rijksstraatweg naar Haarlem en nog lang niet gereed. Verschillende pavil- ns zijn nog in aanbouw. Hl den Kerstmorgen omstreeks zes uur, ont- ekte de nachtwaker, dat er rook en vlammen °6gen uit het dak van 't St. Joseph-paviljoen, et oudste der bestaande gebouwen. Onmiddellijk werd de broeder machinist ge- aarschuwd, die tevens de eigen brandblusch- nstallatie bedient. In allerijl begaf zich deze een brandslang naar boven, waar hij zag, at de kapel op de 2e verdieping in lichte laaie t°nd. ziende, dat tegen deze vlammenzee met ;^t beschikbaar materiaal niets was uit te j11toten, werd de Alkmaarsche brandweer gea- airneerd, daar de gemeente Heiloo met Alk maar een overeenkomst tot hulpverleening neeft gesloten, inmiddels waren broeders en patiënten in Uerijl gewekt. In dit paviljoen bevinden zich behalve de kapel, slaapzalen, de ziekenzaal de zaal voor opname of observatie-patiën- etl> alles bijeen meer dan 100 personen. Met j*e grootste koelbloedigheid, terwijl boven hun °ofd alles brandde, brachten de broeders •beer dan 50 patiënten naar beneden waama verdeeld werden over de andere pavil- öeze foens. Bewonderenswaardig was ook het gedrag ^er patiënten zelf. Zij, die goed ter been wa- en hielpen mee de anderen weg te dragen, en bet was opmerkelijk, dat de lastigsten en ook op wie anders het meest gelet moet Wor sen wegens hun neiging tot wegloopen, nu het "nkst en het ijverigst hielpen. Ook meerdere erpleegden van het St. Paulus paviljoen (de bsychopaten-afdeeling) hebben kranig gehol pen. Aan de groote kalmte en toewijding van al- en is het zeker te danken, dat geen oogenblik bbf paniek ontstond en dat geen enkel per- °°onlijb ongeluk zich heeft voorgedaan. Ook is •bemand der patiënten tijdens de eerste ver warring ontsnapt. Ondertusschen was de Alkmaarsche brand eer onder leiding van haar commandant, den br. P. Ringers met den meesten spoed uitgerukt, eerst enkel met de autospuit. Toen men den °«ivang van den brand zag, werd groot alarm p'Aaakt, en verschenen weldra ook eenige mo espuiten en de ladderwagen. Met talrijke ®8hgen werd toen het vuur aangetast. Geluk- fbg bevonden zich op het terrein enkele bouwputten die vol water stonden. Was dit b'et het geval geweest en had men enkel de ^'aisrleiding ter beschikking gehad, dan was ramp niet te overzien geweest. Want door geweldige hitte en de overvliegende vonken, *°uden dan zeker de aangrenzende paviljoens 0o't aangetast zijn. Nu wist de kranig werkende Alkmaarsche randweer den brand tot het St. Joseph-pa- bjoen te beperken en na enkele uren was het °®vaar voor uitbreiding bezworen. Zelfs was ?en er in geslaagd de benedenvertrekken van bet St. Josephpaviljoen te behouden. bp °mstreeks 1 uur in den middag kon de 'andweer inrukken. °ver de oorzaak van den brand was niets zekerheid te zeggen. Vast staat dat deze in _e kapel is aangekomen, 's Nachts van 12 tot Uur was hier de Nachtmis gehouden, waar- j'i een 150 menschen tegenwoordig waren. Te B uUr was de broeder koster nog in de ka- geweest en nergens was toen vuur of licht btdekt. begrijpelijk is het, dat 't vuur in deze houten bedkapel gretig voedsel vond. Bijzonder treffend is de omstandigheid dat bist 3 jaar geleden, op 25 December 1929 in 62e kapel voor het eerst de H. Mis was op dragen. Alles was in feesdos ter gelegen- eid van het Kerstfeest en van het zilveren professiefeest van een der Broeders, dat den 2den Kerstdag zou gevierd worden. op Over de schade valt uiteraard nog niet veel te zeggen. Van het geheele paviljoen ongeveer 11 bij 50 M. groot, is de geheele verdieping verwoest. De benedenvertrekken kregen zeer veel waterschade. Geheel vernield is de kapel met alle kerk sieraden en paramenten. Ook de H.H. Vaten kon den niet gered worden, hoewel de ZeerEerw. Rector nog de uiterste pogingen daartoe in het werk heeft gesteld. Heel veel beddenmateriaal ging verloren, benevens de kleine bezittingen der daar verpelegde patiënten. Enkelen van hen wisten nog wat kleeren mee te nemen. Op het terrein van den brand waren zeer velen aanwezig, o. a. de rector en de genees heer-directeur, burgemeester en secretaris van Heiloo, de pastoor der parochie en de directeu ren van het waterleiding- en electriciteitsbe- drijf uit Alkmaar. Algemeen werd het optreden van de Alk maarsche brandweer zeer geroemd. Commandeur in de Orde van den Nederland- schen Leeuw en in de Oranje-Nassau-Orde, ontving het Grootkruis in de Huisorde van Oranje, terwijl hem ook verschillende hooge buitenlandsche onderscheidingen ten deel zijn gevallen. De ter aardebestelling van het stoffelijk over schot zal plaats hebben op aanstaanden Don derdag des namiddags te 1 uur op de begraaf plaats te Neer Langbroek. Op 59-jarigen leeftijd is op Eersten Kerstdag nadat hij nog kort te voren in schijnbaar vol maakte gezondheid de Kerstfeestviering in de Groote Kerk had bijgewoond, ten zijnen huize te Den Haag overleden Mr. Dr. P. A. C. Graaf van Lynden van Sandenburg, Vice-President van den Raad van State, Opperkamerheer van H. M. de Koningin. De dood heeft hier wel plotseling een zeer zwaar offer geëischt. Nog in de volle kracht des leven is Graaf van Lynden van Sandenburg eensklaps ontrukt aan zijn gezin en aan zijn hoog ambt. De Kroon verliest door dit verschei den een hoogst bekwaam raadsman, de Raad van State een eminenten leider zijner vergade ringen. In tal van gewichtige betrekkingen heeft de thans ontslapene ons Vorstenhuis en den lande gediend. Graaf van Lynden van San denburg was daarbij niet de man, wiens stre ven er op gericht was om hooge ambten te be- kleeden, maar die geroepen werd om die voor posten in ons Staatsbestel te bezetten. Daarbij kwam dat hij aan groote geestesgaven die eigenschappen paarde, welke hem stempelden tot den edelman in den besten zin des woords. Van 1904 tot 1914 maakte de overledene deel uit van de Provinciale Staten van Utrecht, van welk tijdsbestek hij gedurende negen jaren zit ting had in het College van Gedeputeerde Sta ten, terwijl hij tevens in de zittingsperiode van 1909 tot 1913 het toenmalige Kiesdistrict Kam pen vertegenwoordigde in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In 1914 werd Graaf van Lynden benoemd tot Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht, welk ambt hij heeft bekleed tot 1924 toen hem op zijn verzoek op de meest eervolle wijze ontslag werd verleend. Want in laatstge noemd jaar werd zijne echtgenoote, gravin van Lynden van Sandburg, geb. barones van Nagell, benoemd tot grootmeesteres van het Huis der Koningin. Graaf van Lynden die in 1920 opperkamer heer van H. M. de Koningin was geworden, werd in 1927 als zoodanig ter beschikking ge steld van Prinses Juliana, bij wier Huis hij als grootmeester optrad. De thans ontslapene, die bekend stond als een bekwaam scherpzinnig rechtsgeleerde, ook op internationaal en volkenrechtelijk gebied, heeft in den loop der jaren zitting gehad in on derscheidene staatscommissiën of wèl was de leiding daarvan aan hem toevertrouwd. Onderscheidene publicaties zagen van hem het licht. Graaf van Lynden van Sandenburg .was Maandagavond omstreeks kwart vóór twaalf reed in zeer snelle vaart een luxe-auto van de richting van het Surinameplein in de richting van het Mercatorplein te Amsterdam. Bij de kruising HoofdwegPostjesweg zagen voorbij gangers, dat de wagen plotseling begon te slin geren en hierbij over een vluchtheuvel reed. Op dit kruispunt liepen een dame en een heer, die niet meer voor den plotseling naderenden auto konden uitwijken en gegrepen werden. Beiden werden tegen den grond geslingerd en door den auto overreden. De auto reed nog even door en kwam bij het tegenover liggend trottoir tot staan. De chauffeur verklaarde aan een voorbijganger dat een band was gespron gen; toen hij evenwel bemerkte, dat hij twee slachtoffers gemaakt had, sloeg hij op de vlucht en was spoedig verdwenen. De dame was in- tusschen in zwaar gewonden toestand, men vreest zelfs, dat zij spoedig zal overlijden een café binnengedragen. De heer, haar ver loofde, bleek minder ernstig gewond te zijn. Beiden zijn door den G. G. en G. D. naar het Wilhelmina-gasthuis overgebracht. De auto is in beslag genomen. De naam van den chauffeur is bekend. Er zijn tal van ge tuigen, die verklaren, dat de man met buiten gewone snelheid heeft gereden. Nader vernemen wij, dat de bij het auto ongeluk op den hoek van den Hoofdweg en Postjesweg overreden dame, de 28-jarige A. E. D. B., kort na het ongeluk is overleden. De toe stand van haar verloofde, den 22-jarigen J. P. B., is redelijk wel. De chauffeur is inmiddels gearresteerd. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn twee onbekende mannen binnengedrongen op de tweede étage van een perceel aan de St. Ma- riastraat te Rotterdam, waar de zeventig-jarige mejuffrouw P. M. W. alleen woont. Deze juf frouw staat in de buurt bekend als iemand die nogal wat geld in huis heeft en dit in bed be- waart. De indringers hebben de vrouw een prop in den mond gestopt waardoor zij het bewustzijn verloor. Tegen den ochtend is zij weer tot bewustzijn gekomen en heeft de prop uit haar mond ver wijderd. Zij ontdekte toen, dat twee zakken met geld uit haar bed verdwenen waren. Deze bevat ten 22 gouden tientjes, een briefje van 100 gul den, vier bankbiljetten van 25 gulden, f 50. aan los geld en vreemde gouden munten, een spaarbankboekje en een pensioenbrief. De vrouw waarschuwde de buren, die hierop de politie van de zaak in kennis hebben gesteld. Tot op heden zijn de daders nog niet opge spoord. HÜ ,Wmt' Op last van den Officier van Justitie bij de Rechtbank te Den Haag heeft de Haagsche politie Zondagochtend gearresteerd den accoun tant E. V. Szn., oud-lid van den Haagschen Gemeenteraad en exploitant o. a. van het Apollo-Theater in de Spuistraat. De heer V. wordt n.l. verdacht zich te heb ben schuldig gemaakt aan verduistering van effecten en kasgelden tot een totale waarde van ongeveer 100.000, ten nadeele van de Stichting „Het Nederlandsch-Israëlietisch Wees- en Doorgangshuis" te Leiden, van welke stichting hij regent-penningmeester is, en welke Waarden door hem in die functie werden be heerd. Hij zou deze gelden n.l. hebben aangewend in zijn particuliere zaken, waarvan de finan ciën in de laatste jaren in de war waren ge raakt. De verduistering moet dan ook reeds in de laatste jaren gepleegd zijn. De effecten van het Ned. Israël. Wees- en Doorgangshuis bestonden nagenoeg alle uit so- liede fondsen, zooals Staatsleeningen e. d., waar van de koers ongeveer de normale waarde nabij kwam. De reëele waarde van deze stukken wordt dan ook op ƒ90.000 geschat, het overige bedrag bestond uit kasgelden e. d. De heer V. is thans aan het hoofdbureau van politie te Den Haag in verzekerde bewaring gesteld. Zaterdagnacht deed de rijksveldwacht onder Hoorn een belangrijke vangst door een vracht auto met drie inbrekers aan te houden, waar van de bestuurder niet in het bezit was van de noodige papieren, terwijl het nummer ver- valscht bleek; van het nummer 6 was een 8 gemaakt. In de auto werd aangetroffen een groote hoeveelheid inbrekersmateriaal, valsche knevels enz.' Uit het verhoor is gebleken, dat zij op weg waren naar Enkhuizen, waar een handlanger gereed lag om met een boot achterom bij de firma Gebr. S. te varen, teneinde daar de brand kast mee te voeren, als die niet ter plaatse ge leegd kon worden. Met het oog op de uitbeta ling van de zaadtelers op Zaterdag voor Kerst mis wist de handlanger dat er veel geld in kas moest zijn. Alle vier personen, de drie in den auto en de man in Enkhuizen, werden ge arresteerd. Nadat drie er van een volledige be kentenis hadden afgelegd zijn zij op vrije voe ten gesteld. De vierde de hoofddader, die tevens van andere delicten verdacht wordt ontkent. Hij is in arrest gesteld. De drie personen in den auto waren afkomstig uit Broek op Langendijk; het zij de gebroeders C. en M. den H. en Abr. V. De mededader uit Enkhuizen is P. M. In den Kerstnacht beeft te Soestdijk een em-' stig motorongeval plaats gehad, waarbij twee personen het leven hebben verloren. De gebroeders Lieftink uit Leusden bij Amers foort, die per motorrijwiel een bezoek hadden gebracht aan een familielid te Hilversum, zijn vermoedelijk tengevolge van den plaatselijken mist omstreeks half twaalf, toen zij op weg naar huis waren, tegen den gesloten afsluitboom van den spoorwegovergang nabij Het station Soest dijk gebotst. Het motorrijwiel snelde daarbij onder den afsluitboom door, terwijl de 26-jarige motor rijder en de 24-jarige duorijder met de hoofden tegen den opgelichten afsluitboom vlogen. Het vernielde motorrijwiel en de beide slachtoffers bleven op den spoorweg liggen. Spoedig was geneeskundige hulp van drie artsen uit de omgeving aanwezig. Uit het onder zoek bleek echter, dat de motorrijder op slag was gedood. Zijn 24-jarige broer werd bewusteloos opge nomen en naar het ziekenhuis „De Lichtenberg" te Amersfoort overgebracht. Zondagochtend te zes uur is ook hij aan de gevolgen van het ongeval overleden. De trein naar Baam had 20 minuten vertra ging. Op den avond van den eersten Kerstdag is in een pension aan de Oostmolenstraat te Rotterdam de 30-jarige G. P., met een mes in den buik gestoken door de 28-jarigen J. G. T., even nadat zij samen in het pension waren teruggekeerd. Beide mannen verkeerden on der den invloed van sterken drank. Een eigen lijke ruzie heeft niet plaats gehad. T. handelde vermoedelijk in een toestand van delirium. Het slachtoffer is in zeer ernstigen toestand naar een ziekenhuis overgebracht. De dader is door de politie aangehouden. De echtgenoot van den heer Moes, aan de Noordervaart te Smilde, die Vrijdag door een auto werd aangereden, is Zondagavond, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, aan de gevol gen overleden. Op den eersten Kerstdag heeft zich onder de gemeente Lutterade een ernstig drama afge speeld. Toen de nachtwaker S. thuis kwam, vond hij daar K., 42 jaar oud. De waker trok zijn re volver en trof K. met een schot in de hart streek. K. was terstond dood. S. heeft zich daarop zelf bij de politie aan gemeld. te den Kerstnacht heeft nabij de Bontebrug OjBtobbengat, onder Heerenveen, een droef 5evai plaats gehad. teT:. 27-jarige M. Nappert, die bij zijn broer O Nieuwebrijg woonde, had per auto zijn moe- Haar Stavoren gebracht, die bij een anderen O Den Helder de Kerstdagen ging door- v*h n- °p de terugreis had hij zijn verloofde Leeuwarden gehaald en was met haar naar r ouders, den veehouder H. van der Meulen, ■|,aan om bij hen den avond door te brengen, kwart over twaalf begaf de heer N. zich l(jur Huis. Bij de Bontebrug is hij waarschijn- tw^oor den mist misleid en is hij met ziin Van den 2y. Meter hoogen walmuur in tef ^ater gestort" De auto kwam op den kop stal0Ht en toen het voertuig gevonden werd, hit 611 de achterwielen alleen nog boven water zoon van den veehouder Klaver, die op hiM~Veer goo M. achter den auto reed, bemerkte kv,5 van het ongeval, voordat hij ter plaatse Hij trachtte hulp te bieden, doch was 106 aHeen niet in staat. Met een praam en ^aüi r slaagde daarop de heer Tj. van der ï*t 11 m het slachtoffer te vinden. De heer N. hia dog achter het stuur. Een uur lang heeft hw nadat hij op het droge was gebracht, ge- de levensgeesten weer op te wekken, doch Hljt 8eefs. De dood was reeds ingetreden. Het jtebfa naar de woning van de ouders over- y9Ht. De auto is Zondagmorgen met een khwagen opgehaald. Door het Bestuur der Vereeniging van Ree- ders van Visschersvaartuigen te IJmuiden is aan den Minister van Economische Zaken een open brief gericht, waarin wordt opgekomen tegen de wijze, waarop de Minister bij de be handeling van de begrooting 1933, van de Af- deeling Visscherijen, heeft gemeend te mogen spreken over den noodtoestand in het bedrijf, tengevolge waarvan, ongerekend nog de groote bedrijfsverliezen, ongeveer 2500 menschen in en buiten IJmuiden door geheele of gedeeltelijke werkloosheid zijn getroffen, met al de gevolgen daarvan. In dezen brief wordt o.m. het volgende ge schreven: „Er is een tijd geweest, dat de Regeering zóó grooten prijs stelde op het behoud van de Ne- derlandsche stoomtrawlervloot, dat zij ons ver bood einde 1917 uit te varen, uit vrees, dat de schepen naar vreemde havens zouden worden opgebracht, terwijl ze zelfs einde 1918 geen ver gunning verleende tot verkoop van oudere sche pen naar het buitenland. Gedurende de jaren 1914 tot 1919 moest het bedrijf een aanzienlijk gedeelte der vangst af staan tegen sterk verminderde prijzen ten be hoeve der vischdistributie, en de reederijen en de opvarenden hebben ieder hun deel daaraan moeten helpen bijdragen. Dit bedrijf heeft ook in de na-oorlogsjaren zoozeer van de inzinking te lijden gehad, dat de winsten, gedurende den oorlog gemaakt, meer dan weggesmolten zijn en van een algemeene débacle kon worden gesproken. Excellentie, ondanks dit alles is het IJmuider stoomtrawlvisscherijbedrijf in stand gebleven en heeft zich in den loop der jaren hersteld, n'en déplaise de omstandigheid, dat nimmer door de Regeering steun is geboden, zelfs niet in de jaren 1920 tot 1924. Het Bestuur meent, dat zulk een bedrijf, ook al zouden er hier en daar fouten aankleven, iets beters van U had mogen verwachten, dan een reeks onbewezen openbare beschuldigingen op een tijd en plaats, waar belanghebbenden zich niet konden verdedigen." De actie van onze Vereeniging uitgegaan, heeft nimmer het karakter gehad van een ar tistiek en bekwamelijk overdreven tooneelvoor stelling, maar is uitsluitend geweest een harde strijd om bestaansmogelijkheden voor dit be- drijf. „Ons Bestuur wenscht zich evenwel niet te beperken tot een protest over den geest die uit Uwer Excellenties woorden heeft gesproken, maar acht zich ook verplicht op te komen te gen meerdere feitelijke onjuistheden, die in Uwe beschouwingen voorkomen. Uwe Excellentie schrijft, dat bij de Regeering sinds vele jaren het besef bestond, dat het be drijf niet gezond is, maar waarom heeft dan de Regeering gedurende die vele jaren den tijd ongebruikt laten voorbijgaan, om daarin ver andering aan te brengen, en de medewerking om verbeteringen, waar die door de reederij werd gevraagd, geweigerd? (pufverbod, on rechtmatige indirecte heffing van havengelden, enz.). Van een permanenten nood, waarin ons be drijf regelmatig zou verkeeren, is ons niets be kend. Ons bedrijf is door factoren, aan den aard van het bedrijf inhaerent, onderhevig aan groote schommelingen en aan meer en ver houdingsgewijs grootere risico's, dan vele an dere bedrijven. Uwe Excellentie maakt er ons bedrijf een grief van, dat een goed deel, en vooral de klei nere bedrijven, niet op voldoend financieele basis zijn gevestigd. „Wanneer hier sprake zou mogen zijn van een verwijt, dan zou dat verwijt nooit ons be drijf mogen treffen, maar den geldschieters en credietgevers, op wier daden ons bedrijf geen enkelen invloed kan doen gelden. Maar er zijn toch te IJmuiden ook vele goede en goedbeheerde reederijen, wier exploi tatie door de door U genoemde factoren niet te ddur wordt gemaakt, en het zal U toch niet onbekend zijn, dat ook deze niet in staat zijn onder bestaande omstandigheden het bedrijf op den gewonen voet uit te oefenen en zich genoodzaakt zien vele schepen langdurig op te leggen, en andere met verliezen te laten varen. Wat de loon- en arbeidsvoorwaarden der op varenden en andere groepen arbeiders betreft, is het Uwe Excellentie bekend, dat de contrac ten eerst per 31 December as. afloopen en ons bedrijf niet in staat was daarin tusschentijds verandering aan te brengen, zonder contract breuk te plegen." Maar ook ten opzichte van den handel meent de Vereeniging reden te hebben van klagen over gebrek aan medewerking van de Regee ring. „Het verzoek, reeds voor vele jaren tot de Nederlandsche Regeering gericht, om in de gevangenissen uitsluitend Nederlandsche visch te geven in plaats van ook vreemde visch, heeft nimmer genade kunnen vinden, terwijl ook in meer Rijks-, Provinciale- en Gemeentelijke in stellingen, aan de visch een betere plaats op de tafel had kunnen worden ingeruimd. Dat de binnenlandsche handel terecht zou klagen over gebrek aan gelegenheid om visch te verkrijgen, moet beslist worden ontkend Het directe bewijs daarvoor is te vinden in twee omstandigheden, één, dat een zoo groot deel der IJmuider trawlervloot niet in de vaart kan worden gebracht, en twee, dat bij eenlgs- zins ruimere aanvoeren de prijzen zóó snel dalen, dat niet van een kostendekkende op brengst kan worden gesproken. Wanneer dan ook de binnenlandsche handel visch wil hebben, kan hij die krijgen, evenwel tegen prijzen waarvoor gevaren kan worden en in de soorten, zooals de zee die in de verschil lende tijden van het vorig jaar oplevert." „Uwe Excellentie, zoo vervolgt het schrijven, beschuldigt verder „IJmuiden" dat men daar „werkt met cijfers". Uwe Excellentie spreekt daarbij op een wijze, alsof dat een ondeugdelijk werken zou zijn en alsof Uw eigen cijfers zich gunstig zouden on derscheiden van de „IJmuidensche cijfers". Uwe Excellentie houde ons ten goede, dat wij dit moeten betwisten, en dat wij zelfs willen trachten het tegendeel aan te toonen. Uwe Excellentie heeft drie vergelijkende cij fers over de Nederlandsche vangst, maar al leen in guldens en zegt er ook niet bij, welke vischsoorten hierin zijn begrepen en van welke schepengroepen en typen. Excellentie, wij hebben het over de stoom- trawlvisscherij te IJmuiden, die in nood ver keert, en wanneer wij daarover spreken, dan moet U daarover, en daarover alleen, de cijfers geven. Ook verder in Uw betoog doet U dit niet, maar haalt er drifterharing bü, die met ons bedrüf niets heeft uit te staan. Maar is het zelfs bü de cüfers, die U zelf geeft, al niet erg genoeg? Een verhouding van 7 tot 9.8 tot 12.7 mil- lioen gulden, beteekent, vergeleken bü 1930, een achteruitgang in 1931 met ongeveer 22 y, pet. en in 1932 met ongeveer 45 pet. Is het overdreven onder deze omstandigheden van een noodtoestand te spreken? En over de vreemde visch, waarover U schrüft, dat ten aanzien daarvan nog meer wordt overdreven. Uwe Excellentie zegt, dat de door de belang hebbende gegeven statistieken niet juist zijn, althans onvolledig. Dat zün ze niet, Excellentie! Want wü hebben het alleen over het stoom- trawlvisscherübedrüf te IJmuiden, dat in nood verkeert. En wat de juistheid betreft? Deze cüfers zün ten deele ontleend aan het maandblad voor In-, Uit- en Doorvoer en voor het overige afkomstig van het Staatsvïsschers- havenbedrüf te IJmuiden en derhalve authen tiek. Maar U begint de cüfers onjuist te groepee- ren, want wü hebben het niet over zeevisch en de zeevisscherü in het algemeen. Daarom behoort de haring er niet bü en moogt U deze er ook niet bü rekenen, met uit zondering van de trawlharing, die door de stoomtrawlers wordt aangevoerd. Maar gezou ten haring en Engelsche drifterharing moeten buiten beschouwing blüven. Eerst dan heeft men de zuivere en vergelük- bare cüfers, die op de zaak betrekking hebben. En dan stellen wü tegenover Uw cüfers, die van het Centraal Bureau voor de Statistiek en voor het Staatsvisschershavenbedrü'f en zullen wij U bewü'zen, dat die vreemde invoer niet op hetzelfde niveau is gebleven, maar dat, waar eigen aanvoer met minstens 4.5 pet. achteruit is gegaan, de vreemde invoeren zün verdubbeld en in sommige gevallen veel meer dan ver dubbeld." Aan de hand van de cüfers wordt in den brief geconstateerd, dat in de gegeven beschou wingen in geen enkel opzicht overdrüving schuilt, dat de invoer van vreemde visch wel de spuigaten uitloopt en inderdaad zoo extra ordinair is als dezerzijds geschetst, waarmede wü meenen tevens bewezen te hebben, dat de IJmuidensche cüfers juist zün en dat wanneer er sprake is van werken met cüfers, dat verwüt niet tot ons mag worden gericht. Door het bedrüf is ook nimmer speciaal ge vraagd de erfpachtscanon, door Waterstaat op de haven geheven, af te schaffen of te ver minderen. Wat door het bedrüf is gevraagd, is rechts herstel, aangezien in strüd met de wet van 1899, verkapte havengelden werden geheven, door middel van te hooge retributies, erfpachts canon en dergelüke. Dat is geen verzoek om geld of steun, dat is alleen een verzoek om niet langer belastingen te moeten opbrengen, die ten onrechte worden geheven. Ons Bestuur is van oordeel, dat U tot dus verre in gebreke züt gebleven aan te toonen, dat in het bedrijf zooveel te verbeteren en te saneeren zou zün en derhalve begrijpen wü Uwe edelmoedigheid niet, dat U aan ons bedrijf de eere wilt laten de eerste te zün. Om het vergif van overheidssteun, zooals U het gelieft te noemen, hebben wü niet gevraagd; wü vragen alleen dien steun en die medewer king van de Regeering, waarop wü in alle bil- lükheid, evenals ieder ander bedrüf, aanspraak meenen te mogen maken en onze wenschen op dit gebied zün U niet onbekend. Naar aanleiding van de repliek van den Mi nister, schrüven de reeders nog het volgende: „Wü moeten nogmaals ontkennen, dat de binnenlandsche markt onvoldoende van visch zou worden voorzien, tenzü U de zaak aldus stelt, dat, waar tengevolge van de internatio nale handelspolitiek, de valuta, en andere oor zaken, het buitenland ons land kan overstroo- men met visch tegen prüzen, waarvoor het Nederlandsche visscherübedrüf onmogelük kan visschen, U de voorkeur geeft daaraan, boven de instandhouding van ons nationaal bedrüf en dus van Nederland wilt laten groeien een visch-importeerend inplaats van een visch- exporteerend land." Na een bespreking van het pufvraagstuk, ein digen de reeders hun brief als volgt: „Wü willen dit schrüven niet beëindigen, zon der met ernst en klem bü U te heb>n aan gedrongen een ander standpunt tegenover ons bedrüf In te nemen, dan tot heden is geschied. Het bedrüf zelf is het waard; de duizenden die er hun brood in hebben verdiend en ge- deeltelük er nog in verdienen, hebben het noodig. De instandhouding van het bedrüf is even goed een landsbelang, als de instandhouding van zooveel andere bedrüven." Op Eersten Kerstdag des voormiddags tien uur heeft op de Laan van Meerdervoort onder Loosduinen een ernstig auto-ongeluk met doo- delijken afloop plaats gehad. Ter plaatse reed de achttien jarige B. uit de Koekstraat in gezelschap van zün zestien jari gen broer in een Chrysler-auto. Op tot nu toe onverklaarbare wüze is de bestuurder in volle vaart tegen een aan de langs den weg staande gereedschapswagen van de gemeente opgebotst. De bestuurder, die later niet in het bezit van een rübewüs bleek te zün, bekwam geen noe- menswaardig letsel, doch de zestienjarige Th. B. werd met een gecompliceerden beenfractuur op genomen en naar het R. K. Ziekenhuis in het Westeinde vervoerd, alwaar hü spoedig aan de gevolgen is overleden. De auto werd zwaar beschadigd. De brigade der Kon. Marechaussée te Loos duinen, stelt een onderzoek naar de schuld vraag in. De 54-jarige heer A. Rovers is te Katwük aan Zee bü het springen op een in beweging zünde tram gevallen en onder den wagen ge raakt. In ernstigen toestand is hü naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd, waar hü aan de bekomen wonden is bezweken. Men deelt ons mede, dat thans ook de Chr. Patroonsorganisatie in het Bloembollenbedrüf het collectief arbeidscontract met ingang van 1 Maart heeft opgezegd. Te Rucphen ontstond door onbekende oor zaak brand in de boerderü van den landbouwer P. L. Huis en schuur gingen in de vlammen op; drie varkens en een vaars kwamen door het vuur om. Een en ander was verzekerd. Bü het opdraaien der heipalen aan de St. Servatius-brug te Maastricht, kreeg de 27-jarige S. uit 't Witte vrouwe veld een der palen op het hoofd. De getroffene was op slag dood. Het slachtoffer was vier weken geleden gehuwd. Voor de jonge weduwe een zielig Kerstfeest. Op den avond van den eersten Kerstdag is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in den grooten landbouwschuur van den landbou wer P. Troost te Ooltgensplaat. Het vee kon worden gered. De schuur brandde geheel uit. De schade wordt door verzekering gedekt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 3