GEBREIDE JUMPER VOOR MEISJE FLUWEEL VOOR ONZE WINTER- JAPONNEN HOEDJE VOOR KINDEREN VAN 3 JAAR DIENSTMEISJES, DIE HET VER BRACHTEN WAT ZULLEN WE KOKEN? HET THEE- OF ONTBIJTKLEED i EO Thee- of kof f iemuts met bi jbehoorende eierwarmers p VAN 8 a 9 JAAR Trui voor 'n meisje van 5 jaar WARME PUDDINGEN Jus zonder vleesch beide oi>d OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN OP VERZOEK De hieronder beschreven jumper wordt gebreid in een effen kleur wol, rood of blauw bijv., met gestreepten boord, man chetten en omgeslagen kraagje. Bij roode wol neemt men beige en enkele gele streep jes. Men breit met aluminiumnaalden no. 2 'A. Beginnende öiet de roode wol, zet men voor den rug 96 st. op en breit 5 toeren 1 r. 1 aver. Verder breit men voor den boord steeds 1 r. 1 aver. 2 toeren beige, 1 toer rood, 2 toeren beige, 5 toeren rood, 1 toer geel, 2 toeren rood, 1 toer beige, 2 toe ren rood, 1 toer geel. Nu herhaalt men al deze toeren nog eens, beginnende met de 5 toeren rood. Verder breit men, met roode wol, in tri cotsteek dus r. aan den rechter- en aver, aan den linkerkant tot men ongeveer 20 c.M heeft. Het werk moet dan tot aan het armsgat reiken. Voor de armsgaten kant men dan, aan het begin van de eerstvolgende 4 naalden, 3 st. af. Verder breit men nog 7 keer, aan eiken kant van de naald, 2 st. samen. Nu breit men 3)4 a 4 c.M. zonder minde ren. Dan is men gevorderd tot aan den hals. Met den rechterkant van het werk naar zich toe breit men dan 25 st., kant 29 st. af, breit 25 st. Op deze laatste 25 st. breit men verder voor den linker schouder. Men breit eerst 'n naald aver, en begint dan af te schuinen. Men breit 5 st., keert het werk om, haalt den lsten st. af en breit aver terug Bij den volgenden r. toer breit men 10 st., keert het werk om, enz. Bij iederen volgenden r. toer breit men 5 st- meer, tot men ten slotte weer alle st. op de naald heeft, waarna men den schouder afkant. Den rechter schouder breit men op de zelfde wijze hieraan tegenovergesteld. Bij het afschuinen breit men dus, beginnende met 5 st., telkens 5 st. meer aan den aver, kant, om r. terug te breien. Het voorpand wordt precies eender ge breid, tot men voor de armsgaten 4 maal 3 st. heeft afgekant. Men heeft dan nog 84 st. op de naald. Met den rechterkant van het werk naar zich toe breit men dan 2 st. samen, men breit 37 st. r. en 3 st. aver.; dan zet men 4 st. bij op voor het split, breit 3 st. aver., 37 st. r. en breit 2 st. samen. Bij den vol genden toer breit men 38 st aver., 3 st. r. en keert het werk om. Volgende toer; 39 r-, 2 st. samenbreien. Volgende: 37 aver., 3 r. Volgende: 38 r., 2 st- samenbr. Volgende: 36 aver. 3 r. Volgende: 37 r-, 2 st. samenbr. Volgende 35 aver., 3 r. Volgende: 36 r. 2 st samenbr. Volgende: 34 aver., 3 r. Volgende: 35 r., 2 st. samenbreien. Volgende: 33 aver., 3 r. Volgende: 34 r., 2 samenbr. Volgende 32 aver., 3 r. Op deze 35 st. breit men nog 3 A a 4 c.M. in tricotst., waarbij men de 3 st. aan den kant van het split steeds ribbels breit. Dan kant men voor het halsje 10 st. af en breit nog 5 st. r. Men keert het werk om, haalt den lsten st. af en breit 4 st. aver. Bij den volgenden r. toer breit men 10 st., waarna men terug breit, enz., tot men ten slotte weer alle st. heeft gebreid. Afkan ten. De tweede schouder breit men op dezelf de manier, hieraan tegenovergesteld. Aan den kant van het split je breit men in plaats van 3 echter 7 st. aldoor ribbels voor 'n overslag je en voor het halsje kant men, in plaats van 10, 14 st. af. Men naait dan de schoudernaden dicht en neemt langs de halsopening 66 st. op voor het omgeslagen kraagje. De 4 st. van het overslagje laat men hierbij overschie ten. Men breit nu dezelfde strepen als voor den boord, doch slechts éénmaal al de strepen, zooals hierboven beschreven, met tot slot nog 5 toeren rood. Men meerdert bij het kraagje aan het einde van iederen toer door 2 st. in 1 st. te breien, de 1ste ge woon en de 2de in den achterkant van den steek. Ten slotte kant men het kraagje losjes at Voor de mouwen zet men 60 st. op en breit eerst de gestreepte manchet 1 r. 1 aver. 5 toeren rood, 2 beige, 1 rood, 2 beige, 5 rood, 1 geel, 2 rood, 1 beige, 2 rood, 1 geel, 5 rood, 2 beige. Verder breit men met de roode wol in tricot-steek. Men meerdert in iederen lOden toer, tot men 10 st. heeft gemeerderd. Nu breit men recht door tot de mouw lang genoeg is ongeveer 30 c.M. Dan kant men aan het begin van elke naald 3 st. af, tot men nog 16 st. overhoudt, die men afkant. Men strijkt nu eerst alle deelen onder 'n vcchtigen doek, naait de mouwen in en de mouw- en zijnaden dicht. Het split bezet men met kleine knoopjes en naait drukker tjes aan voor de sluiting. OP VERZOEK Kan op dezelfde manier gebreid worden als de hierboven beschrevene. Men zet dan ongeveer 80 st. op in plaats van 96. Bij het minderen voor de armsgaten mindert men 4 st. minder. Men houdt dan, bij den rug, 12 st. minder over dan bij de grootere trui en verdeelt die steken voor den hals als volgt: 21 st. breien, 16 st. afkanten, 21 st. breien. Voor het voorpand houdt men nu, na 4 maal 3 st. te hebben afgekant voor de armsgaten, 68 st. op de naald over. Men verdeelt die voor het split aldus: 2 st. sa menbreien. 29 st. r-, 3 aver., 4 st. bij opzet ten, 3 aver., 29 r., 2 st. samenbr. Men heeft dus nu, aan iederen kant van het split, 8 st. minder dan bij de grootere trui: Aan den kant van het'armsgat breit men slechts 5 keer 2 st. samen in plaats van 7 keer. Voor het omgeslagen kraagje worden 60 st. opgenomen. Voor de mouwen worden 55 st. opgezet. De lengte tot aan de armsgaten en de lengte van de mouwen bepaalt men zelf. DORA Het geeft zoo'n apart cachet aan onze thee- of koffietafel als de gebruiksvoorwer pen, zooals koffiewarmers, theemutsen en eierwarmers, alle overeenstemmen in kleur, lijn en bewerking. Men kan deze combinatie ook nog verder uitbreiden, tot tafelkleed en aanpakkertje toe, ons koffie- uurtje zal er zeker gezelliger en behaaglij ker door worden En om ons huishoudbud get bij aanschaffing van dit nieuwtje nu niet al te zeer te bezwaren, heb ik maar weer iets bedacht uit „resten". No. I op onze teekening is een keurige koffiemuts met bijpassenden eierwarmer. Deze is geheel met den kruissteek gewerkt uit allerlei res ten wol en zijde De muts vertoont klokvorm en is uit vijf baantjes in elkaar gezet. Deze vijf baantjes knipt men uit grove etamine of stramien. Met een enkelen draad wol verdeelt men zoo'n baantje in hoekjes, rondjes en vierkantjes. Deze nu bewerkt men met allerlei gekleurde wol en zijde De laatste vooral niet vergeten, want dat geeft juist zoo'n bijzonder mooie schakeering tusschen de doffe wollen hoekjes, die glan zende rondjes. Als alle baantjes bewerkt zi>n, worden deze aan elkaar gestikt en op de bekende wijze van watten en voering voorzien. De warmer wordt afgewerkt met een kleurigen pompon. Als de kleuren goed gekozen en met zorg samengesteld zijn, zal deze koffiewarmer met eierwarmer bui tengewoon mooi zijn. No. II van onze tee kening heeft den vorm van een zonnebloem en is als deze in goudgeel en lichtbruin ge houden De teekening wordt op wit linnen aangebracht en de puntige bloemblaadjes met genoemde kleuren. Alles wordt met den ingrijpsteek bewerkt en wel de binnenste blaadjes goudgeel en de buitenste licht bruin. Aan den omtrek blijven dan kleine eveneens puntige gedeelten van het witte linnen zichtbaar. Het hart van de bloem bestaat uit doorstipte gele zijde. Twee gril lig gevormde groene bladeren doen dienst als aanpakker. Deze zijn uit vilt of peau-de-peche ge knipt en in 't laatste geval gefestonneerd. Bij vilt is zulks overbodig De omtrek van muts en eierwarmer is met een picotje af gezet. Het laatste model is wel bijzonder origineel. Het doet ons denken aan stra lende, brandende zon en wuivende palmen En al hebben wij dan nu ook weinig of geen zon hier in ons regenlandje, in ons theeuurtje zullen wij genieten van gouden zonnestralen, al is 't dan maar op theemuts en eierwarmer. De eigenlijke muts bestaat uit beige linnen of ribzijde. Het stukje „rots" wordt geknipt uit licht-lila zijde en opgefestonneerd De wuivende palmen zijn donkergroen met bruine stammen. Het bor duurwerk is geheel in den steelsteek gehou den. De zon met haar schitterende stralen bestaat uit oploopende tinten rood. De stra len zijn met gouddraad aangebracht en wel worden deze voor den omtrek opgenaaid en voor de vulling met den rijgsteek doorge trokken. Zoodoende verkrijgt men echte stralen. Twee met roode zijde omwoelde ringen voltooien de prachtige muts. De eierv/armer is op dezelfde wijze vervaar digd, alleen in miniatuur. Wie zich nu de moeite wil getroosten om een passend thee kleed te vervaardigen, zal ruimschoots be loond worden door het prachtige decora tief effect van haar theetafel, om welke zij zeker door velen zal benijd worden, ETA Zooals de meeste onzer lezeressen wel zullen weten, mag fluweel zich dezen win ter in de bijzondere gunst van de mode verheugen. Wij zien het zoowel voor avond japonnen als voor diner- en ontvangcostu- mes. Wij geven hierboven van alle drie categorieën één voorbeeld. Fig. 995 kunnen we voor verschillende gelegenheden, waar we in min of meer gekleed toilet moeten verschijnen, gebrui ken. De raglan-mouwen eindigen in een groote pof, die insnijdingen heeft, aange vuld met reepen herminette, die beeldige, witte, sneeuwachtige stof. Hiervan is ook het vest gemaakt, dat opzij met een grooten knoop sluit. Fig. 996 is een japon met een meer een voudig cachet. Het geestige witte vestje is van 'n zware crêpe georgette, evenals de groote manchetten. Het ceintuurtje is wat gedrapeerd- De rok heeft van voren een godet, van boven smal beginnend en naar enderen wijd uitloopend. Fig. 997 is een avondjapon, die zeer de cent en tegelijk smaakvol en modem is. Wij nemen hiervoor natuurlijk 'n soepele velours chiffon. Deze laat zich uitstekend cirapeeren en is ook geschikt om fijn ge rimpeld te worden zooals dit voor de mouw, die zeer wijd uitloopt, noodig is. Deze mouw moet gevoerd ofwel van onderen voorzien zijn van een elastiekje, daar ze natuurlijk poffend moet zijn. We hebben ons dit toi letje evenals de andere in 't zwart ge dacht, maar wie extra mooi wil zijn, kan ook wit fluweel nemen, dat schitterend slaat met een roode corsagebloem. POLA. OP VERZOEK Maten: hoofdwijdte 51 cM., hoofdlengte van voorhoofd tot hals 30 c.M. Benoodigd' uitknipsels van jasje of manteltje of 30 c-M. stof van 100 c.M. breedte, 40 cM. voe ring. gelegd, terwijl ge den rand van dubbele stof neemt. Wanneer alles is geknipt, rijgt ge den bol stevig in elkaar en past dan even met den naad naar den buiten kant toe. Alles, wat te veel is, kunt ge dan gemakkelijk wegspelden. Dan kunt ge de naadjes stikken Hierna worden de naden plat geperst en desgewenscht aan weers kanten van den naad gestikt. Dan stikt ge de 5 lA c-M. breede zijkantjes van den rand, L£Ll_ Het hoedje maakt ge van een stevige stof. Voor den bol hebt ge 6 partjes noodig, terwijl de rand voor deel is aangegeven. Rand I kan zoowel voor jongens als voor meisjes genomen worden. Rand II is een geheele platte rand en speciaal voor meis jes en niet geschikt voor iéder kind, omdat het lang niet ieder staat. Maar bij een passend, hoog gesloten jasje, en dan van een stevige stof gemaakt, kan het erg aar dig staan. Voor beide randen kan het hoed je precies hetzelfde in elkaar gezet worden Voor het hoedje, dat op het bijgegeven plaatje te zien is, is rand I genomen. Ge knipt eerst de patroontjes; hierna legt ge ze op de stof, waarna ge alles met een naad uitknipt. Voor den rand wordt mid denvoor en middenachter tegen de vouw lm. «o waarna ge de beide randen met de goede kanten op elkaar legt en den heelen bui- cenrand langs stikt. Hierna wordt deze op den kant omgeregen en goed glad op el kaar gelegd. Dan kunt ge den rand steeds op V\ c.M. vanaf elkaar doorstikken, vanaf den buitenkant te beginnen. Vervolgens rijgt ge den bol op den rand, waarna ge dezen opstikt. In den rand geeft ge op 2 c-M. afstand van elkaar knipjes tot aan den süknaad. De bol wordt gevoerd met dunne katoen en iets kleiner genomen dan den buitenbol. Op de naden wordt het stevig vastgezet, waarna ge den onderkant op het stiksel overzoomt. Het bandje neemt ge van schuine stof en wordt na afwerking IK a 2 c.M. breed. DINY Eenige jaren geleden kwam een Schotsch meisje, Lena Wilson, als dienstmeisje in be trekking bij den multi-millionnair Stillman in Amerika en niet lang duurde het, of de zoon van den millionnair werd op haar verliefd En in plaats van tegenwerking te ondervinden bij zijn ouders, bleken deze met zijn keuze zeer ingenomen, zóó zelfs, dat zijn moeder de verloofde van haar zoon een ring ter waarde van 24000 dollar ten geschenke gaf. Deze geschiedenis doet andere dergelijke verlovingen en huwelijken in gedachten komen. Het is meermalen gebeurd, vooral ook in Engeland, dat rijke erfgenamen een eenvoudig dienstmeisje tot hun vrouw maakten en zooals in alles in Engeland met records gewerkt wordt, is er hier ook een, dat staat ten name van sir Gervose Ciiston, een van de rijkste edellieden van Engeland, wiens eerste vrouw vroeger dienstmeisje bij hem was. Blijkbaar was hij met haar overgelukkig, want na haar dood is hij nog zesmaal getrouwd en telkens met een dienstbode. Het in Engeland het meest bekend ge worden geval van een gelukkig huwelijk tusschen een millionnair en een dienst meisje is wel dat van baron Thomas Coutts, den oprichter van de nu nog bestaande grootste particuliere bankinstelling, de Coutts Bank. In het huis van zijn oudsten broeder deed de mooie, maar arme Schot- sche Betty Starkey dienst als keukenmeisje. Thomas Coutts, een verstokt vrijgezel, bo vendien een van de rijkstè mannen in het begin van de vorige eeuw, had tot dusver weerstand geboden aan alle aanvallen van de voornaamste dames uit den koninklijken hofkring. Voor de onoprechtheid van de aanzienlijke vrouwen, die hem vanwege zijn rijkdom naliepen, nam hij de vlucht in de keuken van Betty Starkey, liet zich haar uitstekende appelkoeken smaken en ver lustigde zich in de natuurlijke betoovering van haar verschijning, haar frissche humor en haar gezonde meeningen. De aanzienlijke kringen in Londen waren ontsteld, toen de rijkste man van zijn tijd zijn voorgenomen huwelijk met de arme Betty aankondigde. Het mooie Schotsche meisje toonde zich evenwel volkomen op gewassen tegen haar nieuwe positie en de toenmalige prins van Wales, later George IV, merkte eens tegenover Coutts afgunstig op, dat hij blij zou zijn, als zijn aanstaande vrouw maar half zoo voornaam en betoo- verend was als de vroegere keukenmeid. De drie dochters van de mooie Betty trouwden allen met leden van den hoogen Engelschen adel. Ook een historische persoonlijkheid met een onsterfelijken roem behoort tot dege nen, die hun vrouw uit de dienstbodenka mer hebben gehaald: George Stephenson, „de vader van den spoorweg", heeft een dienstmeisje tot vrouw genomen. Wereldberoemd is een andere dienstbode geworden, die als keukenmeid was begon nen. Daarna werd zij gewoon dienstmeisje bij een groentenhandelaar. Daar viel haar buitengewone schoonneid een voorname dame op, die in den winkel kwam. Zij nam het mooie meisje als gezelschapsjuffrouw in haar dienst en bracht haar in de groote wereld. De verdere avonturen van de me nigmaal beminde, haar huwelijk met lord Hamilton, den Engelschen gezant te Napels, haar vrijage met lord Nelson, den zeeheld, haar levenseinde in armoede en eenzaam heid, is bekend uit romans en films- Het veroveren van één der rijkste peers van Engeland gelukte de betooverend mooie Mary Cole, de dochter van een vleeschhou- wer in Gloucester. Toen de graaf van Berkeley haar het eerst zag, was zij dienst meisje bij een kruidenier. Toen hij haar nog slechts acht dagen kende, besloot de graaf met haar in het huwelijk te treden. En ten slotte noemen wij nog, als klap cp den vuurpijl, het winkelmeisje, dat later Katharina van Rusland is geworden. Toen Tsaar Peter haar voor de eerste maal zag. stond ze bij haar toenmalige meesteres de ruiten te lappen. Broodpudding. Van oudbakken brood kan men 'n heerlijke warme pudding maken Het brood wordt van de korsten ontdaan, in dunne sneedjes gesneden en fijn gebrok keld. Dan weekt men het in warme melk. 1 of 2 eieren worden, goed geklutst met suiker, er door geroerd- Verder voegt men er krenten en rozijnen bij, of een van bei de, al dan niet met wat gesnipperde su- cade. In plaats van een en ander kan men ook gember nemen, in kleine stukjes gesneden met iets van het gembernat, terwijl vanille of geraspte citroenschil of kaneel den smaak verhoogen, evenals gepelde en fijn gesneden amandelen. Zoo kan men broodpudding op allerlei manieren varieeren. Voor 'n pudding voor 3 a 4 personen kan men volstaan met een enkel ei. Meer eieren maken den pudding echter nog smakelijker en luchtiger. Ook 'n stukje boter aan het beslag toegevoegd ver hoogt den smaak. Voor het koken van warme puddingen bestrijkt men den vorm goed met boter of slaolie en bestrooit hem dan overal van binnen zorgvuldig met fijngestampte be schuit eer men er het beslag in doet. Men laat zulk een broodpudding ongeveer l'A uur au bain Marie koken. Men presenteert deze puddingen met va nillesaus, die men het gemakkelijkst en voordeeligst maakt van custardmeel. Overgeschoten pudding kan men koud eten, ofwel, in schijven gesneden, even bakken in de koekepan. Bitterkoekjespudding. Ook hiervoor ge bruikt men oud brood, dat men van de korsten ontdoet en in dunne sneedjes ver deelt, die goed met boter besmeerd worden. Men maakt nu 'n vorm klaar door ze met boter te bestrijken en met van binnen fijngestampte beschuit te bestrooien. On der in dien vorm legt men 'n laagje van de gesmeerde broodsneedjes, daarop krui melt men 'n laag bitterkoekjes en zoo gaat men door, tot de vorm vol is. Dan giet men er zooveel melk over, tot de massa goed week is en laat den pudding 1 uur koken au bain Marie. Ook hierbij presenteert men vanillesaus. Brood- en appelpudding. 120 gr. oud brood zonder korst, l'A ons zure appelen, 1 ons krenten, 'A ons boter, 60 gr. suiker, 'n weinig nootmuskaat en 2 eieren. De appelen worden geschild en dun ge snipperd, het brood fijn gekruimeld en een en ander vermengd met de gewasschen krenten, de noot en de met 'n weinig melk losgeklopte eierdooiers en de boter. Men roert alles goed dooreen en roert er ten slotte het stijfgeklopte eiwit luchtig door. Men doet de massa over in 'n op de gewone wijze geprepareerden puddingvorm en laat den pudding ongeveer 2 a 3 uur koken au bain Marie. Trommelkoek. Bij 1 pond zelfrijzend bak meel neemt men 2 eieren, 1 ons krenten, 1 ons rozijnen, 'n weinig gesnipperde su- cade. ongeveer 1 d.L. melk en suiker naar smaak. Van bloem, eieren, melk en suiker maakt men 'n stevig deeg, dat men klopt tót zich blaasjes vertoonen. Dan voegt men er krenten, rozijnen en sucade by, klopt alles nog eens flink en doet de massa dan terstond in den tevoren op de gewone wijze klaar gemaakten vorm. Men laat dezen pudding ongeveer 2 uren zachtjes koken au bain Marie. Warme griesmeelpudding. Men laat '4 liter melk met vanille zachtjes trekken, ofwel met afgeraspte citroenschil, strooit er, als de melk kookt, 1 ons griesmeel in> terwijl men voortdurend roert en laat dit koken tot 'n dikke pap, die men koud laat worden. Is de griesmeel koud, dan roert men er 2 of 3 goed geklopte eierdooiers met suiker door en ten slotte het stijfg®" klopte wit der eieren. Men doet alles over in den tevoren klaar gemaakten vorm en laat den pudding ongeveer 1 uur koken au bain Marie. Warme vermicellipudding. Bij 1 L. melk heeft men hiervoor noodig: l'A ons vermi celli, 60 gr. boter, 75 gr. suiker, 'A pns aman delen, citroenschil en 4 eieren. Men kookt de melk met de citroenschil, blancheert de vermicelli en voegt ze daar- na bij de kokende melk, waarin men ze, nu en dan roerend, laat gaar koken- Als daar na de massa wat bekoeld is, roert men er de suiker, de geklopte dooiers, de boter en de gemalen amandelen door en ten slotte het stijfgeklopte eiwit. Men doet alles dan in een klaar gemaakten puddingvorm en laat den pudding ongeveer 2 uur au bain Marie koken. ADRIANA KNUIST—POLLEPE& Jus zonder vleesch. Op verzoek geef Ik hiervan nog eens het recept. Men heeft er voor noodig: 2 ons boter of 1 ons boter en 1 ons vet, 1 theelepel bloem, 2 theelepels soja, 1 d.L. water of groente- nat, 'n tikje zout- Het water zet men klaar met de helft van de boter of met het vet, de soja en het zout. De overige boter braadt men lichtbruin in de koekepan, roert de bloem er door en laat ook die lichtbruin roosteren. Dan neemt men de koekepan van het vuur, roert er langzaam de vloeistof in en zet de pan dan weer op het vuur, waarna men alles, onder flink roeren, nog even laat doorkoken. Deze jus is heel smakelijk. Men kan ze 'n pikant smaakje geven door 'n fijnge snipperd uitje of 'n weinig kerry met boter en bloem mee te braden; ook kan men er nootmuscaat of peper bij voegen. Mocht de saus klonteren, dan drukt men ze even door 'n zeef. A. K.-P- Dit kleed leent zich byzonder om zelf te maken, het bewerken er van is niet moei- lyk. Een precies vierkante lap, afhangende van de grootte der tafel, waarop het kleed komt, wordt rondom gewerkt met den knoops- gatensteek (zie fig. a). Op 10 c.M. van den buitenkant trekt men rond om een rechte lijn met potlood, 5 c-M. daarboven weer een. Deze lynen worden met een rijgsteek gewerkt in een donkere tint. De pot met de herfst-chry- santen is eenvou dig te teekenen op de juiste grootte. De pot komt precies in het midden van de iyn, die van den hoek van het kleed door de hoeken der met den rygsteek be werkte lynen staat. We teeke nen een verticale lijn precies over het midden (zie fig. B.>. De pot is aan beide kan ten van de lijn gelijk, de stam wordt door twee lynen aangege ven en de bloem kroon valt in een zuiver ovaal, ook de bloempjes zijn zooals men ziet eenvoudig te tee kenen. De omlijs ting van den pot is terra of groen, gewerkt met den kettingsteek (zie C.). D. geeft de steken der bloe men aan (de middencirkel tjes), het hartje van de bloem kan met platte ste ken in geel opge vuld worden, een enkel blaadje in groen komt rond om. Het is aardig crème, of zand kleurig linnen te kiezen, de randen negerbruin te werken, bloemen lila, rose of kar- mynrood, pot ter ra. Hier en daar komen een paar losse bloe men tusschen den dubbelen rand, twee of drie te zamen, en vry gerangschikt. Eerst als de pot met bloemen moo! ge- teekend is op papier, wordt deze op de vier hoeken overgeteekend met behulp van een blaadje carbon-papier. Vingerdoekjes kunt u bijpassend maken, door rondom de» knoopsgatensteek te werken, een lijn rond om en op de hoeken een paar losse chry* santen. Onder een aa_r- dig idee om moeder van een baby te verras sen, 't is speciaa' voor het jong® kindje, dat aan tafel mede eet. Het kleedje *s bedoeld als mors- servet onder he bordje van de kleine, terwijl eeJz bijpassende bave er bij geniaa^ kan worden. kleedje is In0?» werpig met rono® hoeken en 8et maakt van wit o crème linnen, bavet is van zelfde kleur. Rondom ^er ken we v knoopsgatenste in een friss®?/ kleur, bijv. roo De beide na»s elkaar geze„jm konijntjes zute gemakkeiyk ,s teekenen, evena de denneboom® iedereen zal «e eenvoudige te keningen kunn maken, e het lijnen geven n golvende aan en een recb te streep op den grond. De nijntjes wor omwerkt met t kettingsteek, j. dezen steek Vf.iag ook de scheid'?| van kop e? tj® en het stac?ha' gewerkt, de s duwstreepJ® t9 worden dor steken. Het v ste denneboo j ie wordt fteg graS voor' ko rnet platte gevuld en achterste b°ileed je wordt a óen omwerkt me get kettingsteek- 0p lage gebood pd den ^phterë yj- wordt met „®a zontale ste gevuld. bayet Op de JV? kunnen een 0P%, ie denhebooni vjjl werken, teJs ifl de konuntJ^r het midden zitten. Op den voorgron en daar een paar grassprietjes. ^,0° - T V. .v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 10