Dominicanenklooster te Zwolle door brand verwoest
Nieuwe rem op onzen uitvoer?
Een zwaar verlies voor de Predikheeren
Gevaar voor vele
kunstwerken
Het nieuws van heden
Een wonderbril
VEREENIGOE KATHOLIEKE PERS
STREVEN NAAR A UTARKIE
IN DUITSCHLAND
DE BAROMETER
WOENSDAG 4 JANUARI 1933
BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen per week 25 cent;
per kwartaal f 3.25; per post, per
kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling
DAGBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866
Van het archief konden de voor
naamste stukken in veilig
heid worden gebracht
Bibliotheek en kerk
behouden
Dak ingestort
Enorme belangstelling
Het vuur meester
De oorzaak
De schoonheid der kerk
Foto van het Zwolsche Dominikanenkloostervoordat het
vuur zijn vernielend werk verrichtte
Zullen we met onze boter de wa
gens smeren en aan het vee
onze bloembollen
opvoeren?
Regeering en boeren
Aardverschuiving op
Mallorca
Boerderij onder aarde bedolven
Bibliotheek zwaar getroffen
Wat verloren ging
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TIEN BLADZIJDEN
Nagenoeg blinde menschen kunnen
er weer normaal door zien
DE „MALYGIN"
De toestand van den gestranden
ijsbreker zeer ernstig
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VIJF EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18268
Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 cf.; ingez.
mededeel in gen 50 cent; idem op pag. één 65 cent
per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor
de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek
Dinsdagavond omstreeks 7 uur is brand
uitgebroken in het Dominikanenklooster aan
de Assendorperstraat te Zwolle.
In zeer korten tijd sloegen de vlammen fel
vit het monumentale gebouw, terwijl een
dichte rook zich in de onmiddellijke omgeving
verspreidde. De brandweer van Zwolle, die
dadelijk gewaarschuwd was, rukte spoedig met
al het materiaal uit om het vuur te bestrijden.
Omstreeks half acht stond het gebouw in
lichterlaaie.
Kader seinde men ons;
Op het oogenblik is het klooster zelf reeds
vrijwel geheel een prooi der vlammen, terwijl
de naastgelegen kerk reeds door het
vuur is aangetast en vermoedelijk niet behou
den zal kunnen blijven.
Te zeven uur bevond zich het geheele Con
vent in het koor voor het bidden der Com
pleten, toen een broeder door een der ramen
van de kerk een eigenaardigen lichtschijn zag.
Hij maakte hierop een der paters, pater Ha-
geman, attent, die zich terstond uit het koor
verwijderde.
Hij ijlde in de richting van waar een sterke
brandlucht hem tegemoet kwam, nJ. naar den
rechterachtervleugel van het klooster, waar zich
de cellen der paters bevinden.
Het bleek hem, dat op den boven de cellen
gelegen zolder brand was uitgebroken, die zich
met een angstwekkende snelheid uitbreidde.
De pater snelde terug naar het huis; het
gebed werd terstond gestaakt, brandweer en
politie waarschuwen was het werk van een
oogenblik. Aanvankelijk poogden de paters, fra
ters en broeders met vereende krachten het
vuur te beperken, doch met een ongelooflijke
snelheid breidde dit zich uit over den zolder.
Reeds te 7 uur 10 sloegen de vlammen uit
het dak. De politie-brandspuit was omstreeks
dienzelfden tijd aanwezig en tastte met twee
slangen het vuur aan.
Tegen 7.20 uur arriveerde de auto-spuit der
Zwolsche brandweer en even later nog een
motorspuit.
Met alle beschikbare materiaal werd nu ge
werkt en de brandweer meende aanvankelijk
bet vuur nog meester te worden.
Zoodoende werd niet terstond hulp gere-
quireerd van de brandweer te Zwollerkerspel,
doch kort daarop, toen dit gebeurde, was het
klooster niet meer te redden.
Te half acht stortte reeds een gedeelte van
het dak boven de cellen der paters in. Snel en
zeker woedde het vuur in de richting van den
voorkant van het klooster en in de richting
van de kerk.
Te acht uur brandde ook reeds het dak van
de voorzijde van het klooster. Tegen negen uur
had het vuur de kerk bereikt en begon het dak
en een der kleine torentjes aan de achterzijde
van het kerkgebouw te branden.
Het klooster was toen een vuurzee. Intus-
schen hadden de Paters het blusschingswerk
overgelaten aan de brandweer en waren ge
holpen door politie, marechaussee, rijksveld-
wacht en vele tientallen omwonenden begon
nen met het redden van alles wat te redden
viel.
In allerijl werden zooveel mogelijk vracht
auto's en wagens gerequireerd. waarin alles
geladen werd, terwijl de kostbaarste voorwer
pen in tegenover kerk en klooster gelegen par
ticuliere woningen werden overgebracht.
Het eerst werd bij het reddingswerk gedacht
aan het Tabernakel. Ciborie en monstrans
werden daarheen overgebracht.
Vervolgens mocht het gelukken alle zich in
de kluis bevindende kostbaarheden en kerk
sieraden te redden.
Inmiddels waren anderen begonnen aan het
redden der bibliotheek, waarvan ook een ge
deelte kon worden gered, al is thans met geen
mogelijkheid te schatten wat en hoeveel er
verloren is gegaan.
Schilderstukken, beelden, meubelen, bidstoe-
len, kleeren, kortom alles wat los was en ge
dragen kon worden, werd, voor zoover nog
bereikbaar, weggesleept; ook de kerk werd van
haar luister ontdaan. Het groote kruis van het
hoogaltaar werd naar buiten gebracht. De
prachtige bronzen door engelen gedragen kroon
boven het hoogaltaar kon tot dusver niet ge
red worden.
Overweldigend was de vuurgloed van het
klooster, gezien door de prachtige gebrand
schilderde ramen van de kerk.
De geredde voorwerpen, bestemd voor den
eeredienst werd voorloopig ondergebracht in de
nabijgelegen azijn- en miskaarsenfabriek der
fa. Heerkens, Schaepman en Co.
Begrijpelijkerwijze waren alle leden van de
zoo zwaar getroffen kloostergemeenschap zeer
onder den indruk, doch niettemin werkte de
overgroote meerderheid onversaagd en kalm
aan de redding der bezittingen mede.
Op het terrein van den brand waren aan
wezig os. de burgemeester van Zwolle en
Zwollerkerspel, wethouders en raadsleden, de
commissaris van politie, de commandant der
marechaussee, de districtscommandant der
Rijksveldwacht.
De wind, die uit het Zuid-Westen woei, was
zeer gunstig, zoodat er geen direct gevaar voor
de omliggende perceelen het klooster ligt m
de Assendorperstraat, een winkelstraat van
Zwolle bestond. Aan den overkant van het
klooster ligt het gebouw van de Coöperatieve
Winkelvereeniging, doch ook al door oen gun-
stigen wind bestond er voorloopig geen gevaar
voor dit pand. üit het klooster kon weinig
worden gered. Verschillende schilderstukken
van den bekenden kerkschilder, pater van Ber
gen, werden een prooi der vlammen.
De belangstelling van de zijde van het pu
bliek was enorm. Vrijwel geheel Zwolle was
uitgeloopen, om iets van het machtige vlam
menspel te kunnen aanschouwen. De nieuws
gierigen werden door de politie op behoorlijken
afstand gehouden. Persoonlijke ongevallen von
den niet plaats. Alles geschiedde in de vol
maaktste orde en kalmte.
Behalve de burgemeester van Zwolle was
ook de Commissaris van de Koningin in de
Provincie Overijsel, baron Van Voorst tot Voorst,
op het terrein van den brand aanwezig De
schade, die uit den aard der zaak zeer groot
is, kon nog niet worden overzien. Zij wordt
door verzekering gedekt.
De fraters, die in het klooster hun opleiding
genoten, zijn naar Nijmegen vertrokken. De
paters werden in de verschillende parochies te
Zwolle ondergebracht.
Tot ver in den omtrek was de geweldige
vuurzee zichtbaar..
Van alle kanten wordt de uitgebreide vuur
zee door tientallen waterstralen aangetast. Als
evenwel de vlammen zijn overgeslagen naar
een van de kerktorentjes en het kerkdak, wordt
bijna heel het blusschingsmateriaal geconcen
treerd op het behoud van de kerk. Om elf uur
woedde de brand van alle kanten nog fel,
doch de brandweer was toen het vuur in zoo
ver meester, dat met zekerheid gezegd kon
worden, dat de kerk behouden bleef. Intus-
schen waren door talloos vele helpers de voor
naamste altaarstukken en schilderijen in vei
ligheid gebracht. Van belangrijke beteekenis is
de omstandigheid, dat de betonnen vloeren
boven de eerste verdieping hebben standge
houden. Hierdoor werden de verblijven der pro
fessoren en overige paters niet aangetast door
het vuur en bleven kostbare werken, manus
cripten en studiemateriaal behouden. Wel
ging het archief verloren, op enkele van
de belangrijkste werken na, die ternau
wernood aan de vlammen werden ontrukt.
De geheele voorraad misgewaden, schilderstuk
ken, paramenten enz. werden buiten het kloos
ter gedragen. De vijf en dertig fraters zijn om
half tien met den trein naar Nijmegen ver
trokken. Een twaalftal paters zijn onderge
bracht in het R. K. ziekenhuis en in de pasto
rieën te Zwolle. In verschillende deelen van het
gebouw o.a. in de traptorens en de linnenkamer
woedde om half twaalf de brand nog fel. Uit
breiding van het vuur was om dien tijd niet
meer te vreezen. Het klooster was verzekerd
Den geheelen nacht zal nog worden doorge
spoten.
Omtrent de oorzaak vernamen wij, dat men
vermoedt, dat het vuur ontstaan is bij de warm
waterovens, welke zich aan den achterkant van
het klooster bevinden.
De kloosterstichting der Predikheeren te
Zwolle dagteekent van het jaar 1465. In den
jare 1572 werden de kloosterlingen gedwongen
voor een tijd de stad te verlaten. De laatste
Zwolsche prior. Adrianus van Zierikzee, werd in
1580 met de geheele communiteit uit de stad ge
wezen en het klooster werd te huur aangeboden.
Keerden de paters tot het jaar 1672 bij tusschen-
poozen als missionarissen terug, in 1674 moesten
de kloosterlingen voorgoed voor de niet-katholie-
ken wijken, waardoor de band tusschen het
klooster en de oude bewoners verbroken werd.
Eerst op het einde der vorige eeuw kwam
Zwolle wederom voor een kloostervestiging in
aanmerking.
Het gevolg was, dat in 1900 de grondslagen
gelegd werden van het nieuwe klooster, dat gis
teravond afbrandde.
Den derden Mei 1900 werd de eerste steen
gelegd door den Hoogeerw. Pater Provinciaal
L. Theissling, den lateren eersten Nederland-
schen Generaal der Orde.
Het klooster is gebouwd door den Maastricht-
schen architect J. Kayser, hierin bijgestaan door
den bouwkundigen Belgischen pater R. Biolley,
en is in gebruik genomen op 12 December 1901,
tijdens het provincialaat van pater Theissling
Het is te beschouwen als een voortzetting van
het oude klooster, dat in 1465 was gesticht en
opgeheven in 1580. Het gebouw, dat gesteld is
onder het patronaat van den H. Thomas van
Aquino, bestaat uit een carré, dat een fraaien
binnentuin omsloten houdt. De kapel is daaraan
gebouwd.
Na den dag der kerkwijding op den 19en
Augustus 1902, kwamen kerk en klooster weldra
gereed, al waren zij feitelijk nog pas van het
meest noodzakelijke voorzien. Doch vooral on
der het prioraat van den zeereerw. pater B. D.
van Breda (1910—1918) werd de kloosterkerk
veel verfraaid. De koorvloer in mozaiek, die
symboliseert hoe onze pelgrimstocht van Adam's
paradijs uit door aarde en sterrenhemel moet
stijgen naar God, werd toen gelegd en kreeg
weldra een waardige omlijsting in de kunstig
gebeeldhouwde koorstallen.
Het rijzige orgel met zijn opstrevende lijnen
vormt den majestueuzen achtergrond voor het
indrukwekkende hoogaltaar, dat een stuk is van
zeldzame schoonheid.
En over dat alles spreidt sindsdien het gou
den licht, dat door de gekleurde ramen naar
binnen vloeit, een innigen toon van mystieke
warmte. Ook het Sint Petrus-altaar en de de
vote Sacramentskapel, preekstoel en communie
bank werden in denzelfden tijd geplaatst. Het
is op dit uur nog niet uit te maken, wat hier
van is gered.
Tijdens het bestuur van den volgenden prior,
den zeereerw. pater Gijlswijk (19181924), werd
de aankleeding der kerk o.a. door den aanleg
eener electrische verlichting voortgezet, en
meerdere kerkbenoodlgdheden kwamen voor de
voorloopige in de plaats. Zoowel een Kardinaal
als een Apostolisch Delegaat, een Pauselijk In
ternuntius, verschillende aartsbisschoppen en
bisschoppen heeft de kloosterkerk in de jaren
van haar bestaan met passend ceremonieel ont
vangen. Alle H.H. Orden, ook de priesterwijding
heeft zij op haar presbyterium zien voltrekken,
hetgeen haar als het ware nog een bijzondere
wijding geeft.
Behalve voor datgene, dat uiteraard tot de
wezenlijke taak van iedere religieuze communi
teit behoort n.l. gebed en beschouwing, was het
(Van onzen Berlijnschen correspondent)
Berlijn, 2 Januari
Zooeven is t handelsverdrag met Frankrijk
afgesloten, en het heeft te Parijs evenals
Berlijn een goede noot gekregen. Een
nieuw handelsverdr.-.g met Engeland is ook
op komst en het zal eveneens wederzij dsche
faciliteiten brengen; van Duitsche zijde wenscht
men een verlaging der invoerrechten op ver
schillende industrieproducten, en in Engeland
zou men gaarne een verruimiifg van het
Duitsche kolen-contingent zien.
Wat zal de handelsovereenkomst met Holland,
die hernieuwd moet worden, inhouden? Ofschoon
de stemming in Holland door de reeds genomen
maatregelen tegen onze land- en tuinbouw
producten niet al te gunstig voor Duitschland
is, schijnt men hier nog niet van zins. een
anderen weg in te slaan. Nederland is nu
eenmaal de groote concurrent voor de Duitsche
landbouwgebieden, en de Duitsche regeering
dingt thans evenals vroeger naar de gunst der
boeren. Practisch kan een rechtsch kabinet
heelemaal niet buiten de boeren. Zij zijn de
labiele factor in de politiek; het kan den
agrariër immers weinig schelen, wie er in de
Rijkskanselarij zit. Hitier dan wel Brüning of
Schleicher. Hij beziet de geheele politiek van
het standpunt der hulp aan den landbouw en
der tarievenbescherming.
Natuurlijk heeft het kabinet-Schleicher niet
nagelaten, reeds in zijn radio-Regeerings-
verklaring enkele beloften aan het adres der
boeren te doen. De Vrijwillige Boerenhulp.
waarvan hij sprak, en die thans druk bespro
ken wordt in de ministeries, wil jeugdige werk-
loozen uit de groote steden naar de provincie
brengen, om bij de boeren te werken. Natuurlijk
enkel bij zulke, die zoo hulpbehoevend zijn, dat
ze geen betaalden knecht kunnen houden. De
nieuwbakken boereknecht-uit-de-stad krijgt
voor zijn arbeid kost en inwoning en een klein
zakgeld. Het is dus een nieuwe vorm van
„arbeidsdienst" die tot boeren-hulp wordt
omgevormd.
Of deze plannen verwezenlijkt kunnen
worden in zulk een zin als ze bedoeld zijn. is
twijfelachtig. Behalve dat het moeilijk, zoo
niet onmogelijk is om er achter te komen,
welke boer hulpbehoevend is, en welke zich
maar zoo houdt, om een knecht van den
arbeidsdienst toegewezen te krijgen, is het ook
nog mogelijk, dat vele boeren er heelemaal
niet aan willen, om een ongeschoolde kracht
uit de stad op te nemen, en die tegen kost.
inwoning en ongeveer dertig Mark zakgeld in
de maand van meet af aan in het boeren
bedrijf in te werken.
Is het niet te voorzien, of den boeren inder
daad een weldaad bewezen wordt door de
vrijwillige boerenhulp, dat die andere hulp.
welke aan de grenzen in den vorm van tarie
ven geboden wordt, hun weinig zal helpen, is
van te voren reeds zeker. In de radiorede,
die minister Braun vóór Kerstmis hield,
hoorde men het woord der „autonome tarieven"
het duidelijkst:
„Door het opzeggen van verschillende han
delsovereenkomsten met andere landen." aldus
de minister voor Voeding, „bereiken wij de
bevrijding van de tarievenverdragen. die thans
de prijzen van onze voornaamste landbouw
producten drukken, en door een autonome
tarievenwetgeving evenals door andere maat
regelen (contingenten) zullen wij in de toe
komst kunnen voorkomen, dat de landbouw
producten van de wereldmarkt Duitschland
binnenstroomen en den prijs omlaag drukken."
Dat zijn woorden, die niet veel goeds belo
ven. De land- en tuinbouw- en zuivel-produc-
ten zijn het, die nog verder geweerd zullen
worden. Het is dus alweer Nederland dat van
deze maatregelen den weerslag zal ondervinden
Wij zullen met onze boter de wagens kunnen
smeren en de bloembollen als veevoeder kunnen
gebruiken: onze eieren-uitvoer, die voor het
overgroote deel naar Duitschland ging en gaat
ligt tegen den grond, wanneer men hier inder
daad de nieuwe projecten realiseert. De voor
uitzichten voor onzen export zijn dus uiterst
somber.
Wanneer echter de regeering hier gelooft,
dat de Duitsche boeren wel zullen varen bij
de nieuwe regeling, schijnt dat een grove
misrekening. De gedachtengatig 's natuurlijk
de volgende: wanneer de binnenlandsche markt
gesloten blijft en de Duitsche landbouw
producten (die immers tegen de buitenlandsche
niet concurreeren kunnen wat den prijs en wat
de kwaliteit betreft) tegen hoogeren prijs
verkocht worden, kan de landbouwer weer
ademen.
De bevolking wordt dus eenvoudig gedwongen
de dure Duitsche producten te koopen, omdat
zij geen kans meer heeft, aan de goedkoope
buitenlandsche te komen.
Doch de bevolking der steden lijdt nood, en
het is niet gemakkelijk uit oe maken, of het
onderscheid tusschen haar ellende en die der
boeren nog zoo groot is, dat men op haar als
consumente de eigenlijke kosten van de invoer
rechten kan afwentelen in den vorm van
prijsopslag. De koopkracht der steden slinkt
nog voortdurend, en de Duitsche boter is er
het voorbeeld van wat er gebeurt wanneer de
grenzen van de betalingscapaciteit bij -den
consument bereikt zijn. De Duitsche landbouw
heeft gehoopt, nadat de concurrentie op de
binnenlandsche markt door tarieven en con
tingenten zoo goed als geweerd was (er kwam
slechts zooveel buitenlandsche boter binnen als
ter aanvulling der Duitsche productie noodig
was; de Duitsche landbouw is namelijk niet
in staat ten volle in de boterbehoeften van
het land te voorzien) den prijs te kunnen
maken, die hem goed leek en niettemin al
zijn boter van tweede kwaliteit af te zetten.
Wat gebeurde echter? Het publiek weigerde
de dure boter te koopen en ging in massa
over tot het gebruik van margarine.
Thans heeft de regeering echter raad
geschaft voor de jammerende boterboeren; een
margarinemengwet! Op Kerstavond deed het
nieuws van een dergelijke verordening, die de
margarine-industrie dwingt een zeker percen
tage boter bij haar producten te mengen, de
ronde, tot groote vreugde van de weinige
belanghebbenden en tot ontsteltenis van de
eerste. Men kan zich voorstellen, welk een
nieuwe druk het juist voor de onderste volks
klassen beteekent. wanneer de margarine nu
ook al duurder gaat worden! De partijen
liebben onmiddellijk de hoofden bij elkaar
gestoken, en een aanval in den Rijksdag voor
bereid. Ook het Centrum zal daarbij wel niet
achterblijven, ofschoon het agrarisch deel
dezer partij onder afgevaardigde Hermes de
eenzijdige landbouwpolitiek der regeerïrg niet
ongaarne ziet. De regeering tracht de partijen
weliswaar te intimideeren door hun de Rijks
dag-ontbinding als karwats voor te houden,
doch ook hierdoor laten de ontstelde gemoe
deren zich niet afschrikken. De partijen zijn
van meening dat zij voor nieuwe verkiezingen
niet bang behoeven te zijn. wanneer deze
veroorzaakt worden door hun krachtdadige
oppositie tegen een landbouwpolitiek, die de
buurlanden tegen Duitschland in het harnas
jaagt en de binnenlandsche bevolking onbe
taalbare prijzen afperst.
Men ziet, er is in Duitschland genoeg
gezond verstand aanwezig om te erkennen, dat
er een eind moet komen aan het verhoogen
van tariefrechten en de daarvan consequente
maatregelen. Doch de regeering heeft belang
bij de boeren, en de boeren willen eieren voor
hun geld. of. in het onderhavige geval, geld
voor.hun eieren. Zij zijn slechts met attenties
te winnen.
Zoo gaat Duitschland steeds verder den
gevaarlijken weg der autarkie op. En ter
verantwoordelijker plaatse schijnt men vergeten
te zijn, dat de eenige ware autarkische periode,
welke men in Duitschland gekend heeft
tijdens den oorloe namelijk die der kool
rapen was.
PALMA, 4 Jan. (Reuter.) Nabij de stad Estal-
les (Mallorca) heeft een groote aardverschui
ving plaats gehad.
Een geheele boerderij en talrijke boomen zijn
door de aarde bedolven.
Het verschijnsel heeft zich over een groote
uitgestrektheid voorgedaan.
De weg van Palma naar Estalles is versperd.
nieuwe klooster vóór al het overige als een
studiehuis gesticht. Onder de bescherming ge
steld van den grooten waarheidszoeker en
waarheidsleeraar Thomas van Aquino, was het
op de allereerste plaats bedoeld als een .in
richting voor bijzonder hooger onderwijs."
Tegenover den ingang staat dan ook in het
claustrum St. Thomas' beeld in gebrandschil
derd glas.
Dit klooster vond immers zijn meest eigen
karakter in de studie der waarheid. Koorgebed,
beschouwing en studie waren er de hoofdver
plichtingen.
Het Zwolsche klooster was een studiehuis in
den vollen zin des woords. En toen het zesde
eeuwfeest van St. Thomas' heiligverklaring
plechtig zou worden herdacht (1923) scheen dit
Convent de aangewezen plaats voor een luis
terrijke viering.
Uit naam der Nederlandsche Dominicanen
werd St. Thomas niet alleen als Ordebroeder,
maar vooral als de providentieele Leeraar der
Waarheid tijdens het Wetenschappelijk Con
gres gehuldigd in dit naar hem genoemd
klooster.
Het Zwolsche Convent verkreeg ook bekend
heid door een bijzondere werkzaamheid de
voordrachten voor niet-katholieken (niet lan
ger in een particuliere zaal. maar in het sa-
"tholieke kerkgebouw zelf), en van Zwolle uit
heeft dit Apostolaat zich verder verbreid.
In het klooster was gevestigd de klasse der
philosophic van de in opleiding zijnde paters;
eenige jaren geleden is de klas der ethica (het
derde jaar der philosophie) overgebracht naar
Huissen.
De tegenwoordige prior is P. Hubers. In
het gebouw waren gehuisvest ongeveer 15 pa
ters, onder wie de bekende schilder P. Ray-
mundus van Bergen, die daar zijn atelier had,
en verder ongeveer 30 fraters en ongeveer 15
broeders.
De brand is ontstaan op de zolder boven de
priors-kamer in de reekter-achtervleugel van
het klioster, bij het warmwater-reservoir der
centrale verwarming. Vandaar heeft het vuur
zich meester gemaakt van het noviciaat, waar
van de plafonds niet brandvrij zijn. De brand
heeft zich voorts overgeplant naar het woon
huis.
Het archief, dat zich bevindt naast de priors
kamer, is gered. De bibliotheek echter, welke is
ingebouwd in het hospicium, heeft zooveel ge
leden door waterschade, dat zij vrijwel als ver
loren kan worden beschouwd. Waar de groote
bibliotheek zich in het klooster te Huissen be
vindt, zijn geen groote kunstwaarden verloren
gegaan. Ook de paters-kamers op de eerste ver
dieping hebben enorme waterschade.
Het groote kerkorgel zal hoogstwaarschijnlijk
door de waterschade definitief onbruikbaar zijn.
De kleermakerij van het klooster is geheel
uitgebrand. De inventaris ging eveneens ver
loren.
De twee onderste verdiepingen van het kloos
ter zijn brandvrij. De plafonds en het metsel
werk hebben evenwel zeer veel geleden.
De totale materieele schade is nog niet te
ramen.
Voor eenige dagen zijn loodgieters voor her
stel aan het dak aan het werk geweest. In hoe
verre deze werklieden mede oorzaak zijn aan
de vreeselijke brand, is niet met zekerheid te
zeggen.
Hoewel het tot vanmorgen nog niet mogelijk
was om een volledig overzicht te krijgen van
de groote schade die deze geweldige brand in
het Zwolsche klooster der Paters pominicanen
heeft aangericht, kunnen we thans toch mel
den. dat de voornaamste stukken uit het be
langrijke archief zijn gered.
Behoudens de mogelij kheid van waterschade
is de bibliotheek gelukkig intact gebleven, al
luidden de eerste berichten, dat de bibliotheek
geheel verloren was gegaan.
DOMINICANENKLOOSTER TE ZWOLLE
DOOR BRAND VERNIELD.
De nieuwe beurs te Rotterdam.
Ingrijpende maatregelen in verband met Rot
terdams financieelen toestand.
De moord te Rheydtbekentenis van den dader.
De staking te IJmuiden; gedeeltelijke overeen
stemming bereikt.
Sterke achteruitgang in de Rotterdamsche
haven.
Wijziging winkelsluitingswet; binnenkort een
voorstel.
De afsluitdijk binnenkort voor het verkeer open.
De toestand van de „Malygin".
Een wonderbril in Amerika uitgevonden.
Drie communistische partijleiders gevonnist.
Sjanhaikwan door de Japanners platgeschoten;
500 Chineesche soldaten verbrand.
De brand bleef in hoofdzaak beperkt tot de
bovenverdieping, daar de betonnen vloer ge
lukkig stand hield en verder doorbranden
daardoor onmogelijk werd. Wel heeft natuur
lijk het blusehwater schade in de benedenver
trekken aangericht, doch gelukkig is hier veel
kostbaar studiemateriaal, boeken, enz. behou
den gebleven.
De brandweer heeft den geheelen nacht
doorgespoten. Om één uur laaide het vuur
evenwel opnieuw op en er ontstond brand in.
een der torentjes boven den hoofdingang van
het klooster. Het brandde geheel leeg en stort
te naar beneden.
Ook aan de achterzijde van de kerk is een
torentje bijna geheel meegebrand.
Door de ijverige bemoeiingen van een 15-tal
burgers, die naar boven gingen om de atelier-
installatie van Pater van Bergen te redden, zijn
zoo goed als alle stukken van dezen bekenden
kerkschilder voor het vuur gespaard gebleven.
In den loop van den ochtend is men, zoodra
het eenigszins mogelijk was, begonnen om den
omvang der schade op te nemen.
CHICAGO, 3 Jan. (Reuter.) Na een studie
van zeven jaar en tallooze experimenten is de
bekende Amerikaansche oogarts, dr. William
Feinbloom, er in geslaagd een bril te con-
strueeren, welke personen, wier gezichtsver
mogen slechts 2 procent van het normale be
draagt en die vroeger als geheel blind werden
beschouwd, in staat stelt alles gewoon waar
te nemen.
Deze nieuwe bril bestaat uit drie telescopi-
sehe glazen voor ieder oog en kan als een ge
wonen bril gedragen worden.
Dr. Feinbloom beeft zijn uitvinding uiteen
gezet voor de American Academy of Optome
try en in optische kringen wordt aan zijn uit
vinding groot belang gehecht, daar hierdoor
40 procent van de blinden in Amerika weer
zal kunnen zien.
LENINGRAD, 3 Jan. (VDJ De positie van
den bij Spitsbergen gestranden Russischen ijs-
breker „Malygin" is, naar draadloos wordt mee
gedeeld, zeer verslechterd. In de machineka
mer is water gedrongen, dat niet kan werden
weggepompt. Er bestaat zelfs gevaar, dat het
water de geheele machinekamer zal vullen. De
kapitein van den ijsbreker heeft opnieuw om
hulp verzocht. Een andere ijsbreker heeft ge
tracht de „Malygin" op sleep te nemen, doch
de pogingen waren vergeefsch. De Russische
ijsbreker „Lenin" bevindt zich thans op weg
naar Spitsbergen.
Ir) tvvuiuiniiiniiiii».';;»!///
f
Hoogste stand op Woensdag 1 nar ua: 762
Vooruit.