Dominicanenklooster te Zwolle door brand verwoest Nieuwe rem op onzen uitvoer? Een zwaar verlies voor de Predikheeren Gevaar voor vele kunstwerken Het nieuws van heden Een wonderbril VEREENIGOE KATHOLIEKE PERS STREVEN NAAR A UTARKIE IN DUITSCHLAND DE BAROMETER WOENSDAG 4 JANUARI 1933 BUREAUX: NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling DAGBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 Van het archief konden de voor naamste stukken in veilig heid worden gebracht Bibliotheek en kerk behouden Dak ingestort Enorme belangstelling Het vuur meester De oorzaak De schoonheid der kerk Foto van het Zwolsche Dominikanenkloostervoordat het vuur zijn vernielend werk verrichtte Zullen we met onze boter de wa gens smeren en aan het vee onze bloembollen opvoeren? Regeering en boeren Aardverschuiving op Mallorca Boerderij onder aarde bedolven Bibliotheek zwaar getroffen Wat verloren ging DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN Nagenoeg blinde menschen kunnen er weer normaal door zien DE „MALYGIN" De toestand van den gestranden ijsbreker zeer ernstig NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VIJF EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 18268 Advertentieprijzen: Per lossen regel 30 cf.; ingez. mededeel in gen 50 cent; idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek Dinsdagavond omstreeks 7 uur is brand uitgebroken in het Dominikanenklooster aan de Assendorperstraat te Zwolle. In zeer korten tijd sloegen de vlammen fel vit het monumentale gebouw, terwijl een dichte rook zich in de onmiddellijke omgeving verspreidde. De brandweer van Zwolle, die dadelijk gewaarschuwd was, rukte spoedig met al het materiaal uit om het vuur te bestrijden. Omstreeks half acht stond het gebouw in lichterlaaie. Kader seinde men ons; Op het oogenblik is het klooster zelf reeds vrijwel geheel een prooi der vlammen, terwijl de naastgelegen kerk reeds door het vuur is aangetast en vermoedelijk niet behou den zal kunnen blijven. Te zeven uur bevond zich het geheele Con vent in het koor voor het bidden der Com pleten, toen een broeder door een der ramen van de kerk een eigenaardigen lichtschijn zag. Hij maakte hierop een der paters, pater Ha- geman, attent, die zich terstond uit het koor verwijderde. Hij ijlde in de richting van waar een sterke brandlucht hem tegemoet kwam, nJ. naar den rechterachtervleugel van het klooster, waar zich de cellen der paters bevinden. Het bleek hem, dat op den boven de cellen gelegen zolder brand was uitgebroken, die zich met een angstwekkende snelheid uitbreidde. De pater snelde terug naar het huis; het gebed werd terstond gestaakt, brandweer en politie waarschuwen was het werk van een oogenblik. Aanvankelijk poogden de paters, fra ters en broeders met vereende krachten het vuur te beperken, doch met een ongelooflijke snelheid breidde dit zich uit over den zolder. Reeds te 7 uur 10 sloegen de vlammen uit het dak. De politie-brandspuit was omstreeks dienzelfden tijd aanwezig en tastte met twee slangen het vuur aan. Tegen 7.20 uur arriveerde de auto-spuit der Zwolsche brandweer en even later nog een motorspuit. Met alle beschikbare materiaal werd nu ge werkt en de brandweer meende aanvankelijk bet vuur nog meester te worden. Zoodoende werd niet terstond hulp gere- quireerd van de brandweer te Zwollerkerspel, doch kort daarop, toen dit gebeurde, was het klooster niet meer te redden. Te half acht stortte reeds een gedeelte van het dak boven de cellen der paters in. Snel en zeker woedde het vuur in de richting van den voorkant van het klooster en in de richting van de kerk. Te acht uur brandde ook reeds het dak van de voorzijde van het klooster. Tegen negen uur had het vuur de kerk bereikt en begon het dak en een der kleine torentjes aan de achterzijde van het kerkgebouw te branden. Het klooster was toen een vuurzee. Intus- schen hadden de Paters het blusschingswerk overgelaten aan de brandweer en waren ge holpen door politie, marechaussee, rijksveld- wacht en vele tientallen omwonenden begon nen met het redden van alles wat te redden viel. In allerijl werden zooveel mogelijk vracht auto's en wagens gerequireerd. waarin alles geladen werd, terwijl de kostbaarste voorwer pen in tegenover kerk en klooster gelegen par ticuliere woningen werden overgebracht. Het eerst werd bij het reddingswerk gedacht aan het Tabernakel. Ciborie en monstrans werden daarheen overgebracht. Vervolgens mocht het gelukken alle zich in de kluis bevindende kostbaarheden en kerk sieraden te redden. Inmiddels waren anderen begonnen aan het redden der bibliotheek, waarvan ook een ge deelte kon worden gered, al is thans met geen mogelijkheid te schatten wat en hoeveel er verloren is gegaan. Schilderstukken, beelden, meubelen, bidstoe- len, kleeren, kortom alles wat los was en ge dragen kon worden, werd, voor zoover nog bereikbaar, weggesleept; ook de kerk werd van haar luister ontdaan. Het groote kruis van het hoogaltaar werd naar buiten gebracht. De prachtige bronzen door engelen gedragen kroon boven het hoogaltaar kon tot dusver niet ge red worden. Overweldigend was de vuurgloed van het klooster, gezien door de prachtige gebrand schilderde ramen van de kerk. De geredde voorwerpen, bestemd voor den eeredienst werd voorloopig ondergebracht in de nabijgelegen azijn- en miskaarsenfabriek der fa. Heerkens, Schaepman en Co. Begrijpelijkerwijze waren alle leden van de zoo zwaar getroffen kloostergemeenschap zeer onder den indruk, doch niettemin werkte de overgroote meerderheid onversaagd en kalm aan de redding der bezittingen mede. Op het terrein van den brand waren aan wezig os. de burgemeester van Zwolle en Zwollerkerspel, wethouders en raadsleden, de commissaris van politie, de commandant der marechaussee, de districtscommandant der Rijksveldwacht. De wind, die uit het Zuid-Westen woei, was zeer gunstig, zoodat er geen direct gevaar voor de omliggende perceelen het klooster ligt m de Assendorperstraat, een winkelstraat van Zwolle bestond. Aan den overkant van het klooster ligt het gebouw van de Coöperatieve Winkelvereeniging, doch ook al door oen gun- stigen wind bestond er voorloopig geen gevaar voor dit pand. üit het klooster kon weinig worden gered. Verschillende schilderstukken van den bekenden kerkschilder, pater van Ber gen, werden een prooi der vlammen. De belangstelling van de zijde van het pu bliek was enorm. Vrijwel geheel Zwolle was uitgeloopen, om iets van het machtige vlam menspel te kunnen aanschouwen. De nieuws gierigen werden door de politie op behoorlijken afstand gehouden. Persoonlijke ongevallen von den niet plaats. Alles geschiedde in de vol maaktste orde en kalmte. Behalve de burgemeester van Zwolle was ook de Commissaris van de Koningin in de Provincie Overijsel, baron Van Voorst tot Voorst, op het terrein van den brand aanwezig De schade, die uit den aard der zaak zeer groot is, kon nog niet worden overzien. Zij wordt door verzekering gedekt. De fraters, die in het klooster hun opleiding genoten, zijn naar Nijmegen vertrokken. De paters werden in de verschillende parochies te Zwolle ondergebracht. Tot ver in den omtrek was de geweldige vuurzee zichtbaar.. Van alle kanten wordt de uitgebreide vuur zee door tientallen waterstralen aangetast. Als evenwel de vlammen zijn overgeslagen naar een van de kerktorentjes en het kerkdak, wordt bijna heel het blusschingsmateriaal geconcen treerd op het behoud van de kerk. Om elf uur woedde de brand van alle kanten nog fel, doch de brandweer was toen het vuur in zoo ver meester, dat met zekerheid gezegd kon worden, dat de kerk behouden bleef. Intus- schen waren door talloos vele helpers de voor naamste altaarstukken en schilderijen in vei ligheid gebracht. Van belangrijke beteekenis is de omstandigheid, dat de betonnen vloeren boven de eerste verdieping hebben standge houden. Hierdoor werden de verblijven der pro fessoren en overige paters niet aangetast door het vuur en bleven kostbare werken, manus cripten en studiemateriaal behouden. Wel ging het archief verloren, op enkele van de belangrijkste werken na, die ternau wernood aan de vlammen werden ontrukt. De geheele voorraad misgewaden, schilderstuk ken, paramenten enz. werden buiten het kloos ter gedragen. De vijf en dertig fraters zijn om half tien met den trein naar Nijmegen ver trokken. Een twaalftal paters zijn onderge bracht in het R. K. ziekenhuis en in de pasto rieën te Zwolle. In verschillende deelen van het gebouw o.a. in de traptorens en de linnenkamer woedde om half twaalf de brand nog fel. Uit breiding van het vuur was om dien tijd niet meer te vreezen. Het klooster was verzekerd Den geheelen nacht zal nog worden doorge spoten. Omtrent de oorzaak vernamen wij, dat men vermoedt, dat het vuur ontstaan is bij de warm waterovens, welke zich aan den achterkant van het klooster bevinden. De kloosterstichting der Predikheeren te Zwolle dagteekent van het jaar 1465. In den jare 1572 werden de kloosterlingen gedwongen voor een tijd de stad te verlaten. De laatste Zwolsche prior. Adrianus van Zierikzee, werd in 1580 met de geheele communiteit uit de stad ge wezen en het klooster werd te huur aangeboden. Keerden de paters tot het jaar 1672 bij tusschen- poozen als missionarissen terug, in 1674 moesten de kloosterlingen voorgoed voor de niet-katholie- ken wijken, waardoor de band tusschen het klooster en de oude bewoners verbroken werd. Eerst op het einde der vorige eeuw kwam Zwolle wederom voor een kloostervestiging in aanmerking. Het gevolg was, dat in 1900 de grondslagen gelegd werden van het nieuwe klooster, dat gis teravond afbrandde. Den derden Mei 1900 werd de eerste steen gelegd door den Hoogeerw. Pater Provinciaal L. Theissling, den lateren eersten Nederland- schen Generaal der Orde. Het klooster is gebouwd door den Maastricht- schen architect J. Kayser, hierin bijgestaan door den bouwkundigen Belgischen pater R. Biolley, en is in gebruik genomen op 12 December 1901, tijdens het provincialaat van pater Theissling Het is te beschouwen als een voortzetting van het oude klooster, dat in 1465 was gesticht en opgeheven in 1580. Het gebouw, dat gesteld is onder het patronaat van den H. Thomas van Aquino, bestaat uit een carré, dat een fraaien binnentuin omsloten houdt. De kapel is daaraan gebouwd. Na den dag der kerkwijding op den 19en Augustus 1902, kwamen kerk en klooster weldra gereed, al waren zij feitelijk nog pas van het meest noodzakelijke voorzien. Doch vooral on der het prioraat van den zeereerw. pater B. D. van Breda (1910—1918) werd de kloosterkerk veel verfraaid. De koorvloer in mozaiek, die symboliseert hoe onze pelgrimstocht van Adam's paradijs uit door aarde en sterrenhemel moet stijgen naar God, werd toen gelegd en kreeg weldra een waardige omlijsting in de kunstig gebeeldhouwde koorstallen. Het rijzige orgel met zijn opstrevende lijnen vormt den majestueuzen achtergrond voor het indrukwekkende hoogaltaar, dat een stuk is van zeldzame schoonheid. En over dat alles spreidt sindsdien het gou den licht, dat door de gekleurde ramen naar binnen vloeit, een innigen toon van mystieke warmte. Ook het Sint Petrus-altaar en de de vote Sacramentskapel, preekstoel en communie bank werden in denzelfden tijd geplaatst. Het is op dit uur nog niet uit te maken, wat hier van is gered. Tijdens het bestuur van den volgenden prior, den zeereerw. pater Gijlswijk (19181924), werd de aankleeding der kerk o.a. door den aanleg eener electrische verlichting voortgezet, en meerdere kerkbenoodlgdheden kwamen voor de voorloopige in de plaats. Zoowel een Kardinaal als een Apostolisch Delegaat, een Pauselijk In ternuntius, verschillende aartsbisschoppen en bisschoppen heeft de kloosterkerk in de jaren van haar bestaan met passend ceremonieel ont vangen. Alle H.H. Orden, ook de priesterwijding heeft zij op haar presbyterium zien voltrekken, hetgeen haar als het ware nog een bijzondere wijding geeft. Behalve voor datgene, dat uiteraard tot de wezenlijke taak van iedere religieuze communi teit behoort n.l. gebed en beschouwing, was het (Van onzen Berlijnschen correspondent) Berlijn, 2 Januari Zooeven is t handelsverdrag met Frankrijk afgesloten, en het heeft te Parijs evenals Berlijn een goede noot gekregen. Een nieuw handelsverdr.-.g met Engeland is ook op komst en het zal eveneens wederzij dsche faciliteiten brengen; van Duitsche zijde wenscht men een verlaging der invoerrechten op ver schillende industrieproducten, en in Engeland zou men gaarne een verruimiifg van het Duitsche kolen-contingent zien. Wat zal de handelsovereenkomst met Holland, die hernieuwd moet worden, inhouden? Ofschoon de stemming in Holland door de reeds genomen maatregelen tegen onze land- en tuinbouw producten niet al te gunstig voor Duitschland is, schijnt men hier nog niet van zins. een anderen weg in te slaan. Nederland is nu eenmaal de groote concurrent voor de Duitsche landbouwgebieden, en de Duitsche regeering dingt thans evenals vroeger naar de gunst der boeren. Practisch kan een rechtsch kabinet heelemaal niet buiten de boeren. Zij zijn de labiele factor in de politiek; het kan den agrariër immers weinig schelen, wie er in de Rijkskanselarij zit. Hitier dan wel Brüning of Schleicher. Hij beziet de geheele politiek van het standpunt der hulp aan den landbouw en der tarievenbescherming. Natuurlijk heeft het kabinet-Schleicher niet nagelaten, reeds in zijn radio-Regeerings- verklaring enkele beloften aan het adres der boeren te doen. De Vrijwillige Boerenhulp. waarvan hij sprak, en die thans druk bespro ken wordt in de ministeries, wil jeugdige werk- loozen uit de groote steden naar de provincie brengen, om bij de boeren te werken. Natuurlijk enkel bij zulke, die zoo hulpbehoevend zijn, dat ze geen betaalden knecht kunnen houden. De nieuwbakken boereknecht-uit-de-stad krijgt voor zijn arbeid kost en inwoning en een klein zakgeld. Het is dus een nieuwe vorm van „arbeidsdienst" die tot boeren-hulp wordt omgevormd. Of deze plannen verwezenlijkt kunnen worden in zulk een zin als ze bedoeld zijn. is twijfelachtig. Behalve dat het moeilijk, zoo niet onmogelijk is om er achter te komen, welke boer hulpbehoevend is, en welke zich maar zoo houdt, om een knecht van den arbeidsdienst toegewezen te krijgen, is het ook nog mogelijk, dat vele boeren er heelemaal niet aan willen, om een ongeschoolde kracht uit de stad op te nemen, en die tegen kost. inwoning en ongeveer dertig Mark zakgeld in de maand van meet af aan in het boeren bedrijf in te werken. Is het niet te voorzien, of den boeren inder daad een weldaad bewezen wordt door de vrijwillige boerenhulp, dat die andere hulp. welke aan de grenzen in den vorm van tarie ven geboden wordt, hun weinig zal helpen, is van te voren reeds zeker. In de radiorede, die minister Braun vóór Kerstmis hield, hoorde men het woord der „autonome tarieven" het duidelijkst: „Door het opzeggen van verschillende han delsovereenkomsten met andere landen." aldus de minister voor Voeding, „bereiken wij de bevrijding van de tarievenverdragen. die thans de prijzen van onze voornaamste landbouw producten drukken, en door een autonome tarievenwetgeving evenals door andere maat regelen (contingenten) zullen wij in de toe komst kunnen voorkomen, dat de landbouw producten van de wereldmarkt Duitschland binnenstroomen en den prijs omlaag drukken." Dat zijn woorden, die niet veel goeds belo ven. De land- en tuinbouw- en zuivel-produc- ten zijn het, die nog verder geweerd zullen worden. Het is dus alweer Nederland dat van deze maatregelen den weerslag zal ondervinden Wij zullen met onze boter de wagens kunnen smeren en de bloembollen als veevoeder kunnen gebruiken: onze eieren-uitvoer, die voor het overgroote deel naar Duitschland ging en gaat ligt tegen den grond, wanneer men hier inder daad de nieuwe projecten realiseert. De voor uitzichten voor onzen export zijn dus uiterst somber. Wanneer echter de regeering hier gelooft, dat de Duitsche boeren wel zullen varen bij de nieuwe regeling, schijnt dat een grove misrekening. De gedachtengatig 's natuurlijk de volgende: wanneer de binnenlandsche markt gesloten blijft en de Duitsche landbouw producten (die immers tegen de buitenlandsche niet concurreeren kunnen wat den prijs en wat de kwaliteit betreft) tegen hoogeren prijs verkocht worden, kan de landbouwer weer ademen. De bevolking wordt dus eenvoudig gedwongen de dure Duitsche producten te koopen, omdat zij geen kans meer heeft, aan de goedkoope buitenlandsche te komen. Doch de bevolking der steden lijdt nood, en het is niet gemakkelijk uit oe maken, of het onderscheid tusschen haar ellende en die der boeren nog zoo groot is, dat men op haar als consumente de eigenlijke kosten van de invoer rechten kan afwentelen in den vorm van prijsopslag. De koopkracht der steden slinkt nog voortdurend, en de Duitsche boter is er het voorbeeld van wat er gebeurt wanneer de grenzen van de betalingscapaciteit bij -den consument bereikt zijn. De Duitsche landbouw heeft gehoopt, nadat de concurrentie op de binnenlandsche markt door tarieven en con tingenten zoo goed als geweerd was (er kwam slechts zooveel buitenlandsche boter binnen als ter aanvulling der Duitsche productie noodig was; de Duitsche landbouw is namelijk niet in staat ten volle in de boterbehoeften van het land te voorzien) den prijs te kunnen maken, die hem goed leek en niettemin al zijn boter van tweede kwaliteit af te zetten. Wat gebeurde echter? Het publiek weigerde de dure boter te koopen en ging in massa over tot het gebruik van margarine. Thans heeft de regeering echter raad geschaft voor de jammerende boterboeren; een margarinemengwet! Op Kerstavond deed het nieuws van een dergelijke verordening, die de margarine-industrie dwingt een zeker percen tage boter bij haar producten te mengen, de ronde, tot groote vreugde van de weinige belanghebbenden en tot ontsteltenis van de eerste. Men kan zich voorstellen, welk een nieuwe druk het juist voor de onderste volks klassen beteekent. wanneer de margarine nu ook al duurder gaat worden! De partijen liebben onmiddellijk de hoofden bij elkaar gestoken, en een aanval in den Rijksdag voor bereid. Ook het Centrum zal daarbij wel niet achterblijven, ofschoon het agrarisch deel dezer partij onder afgevaardigde Hermes de eenzijdige landbouwpolitiek der regeerïrg niet ongaarne ziet. De regeering tracht de partijen weliswaar te intimideeren door hun de Rijks dag-ontbinding als karwats voor te houden, doch ook hierdoor laten de ontstelde gemoe deren zich niet afschrikken. De partijen zijn van meening dat zij voor nieuwe verkiezingen niet bang behoeven te zijn. wanneer deze veroorzaakt worden door hun krachtdadige oppositie tegen een landbouwpolitiek, die de buurlanden tegen Duitschland in het harnas jaagt en de binnenlandsche bevolking onbe taalbare prijzen afperst. Men ziet, er is in Duitschland genoeg gezond verstand aanwezig om te erkennen, dat er een eind moet komen aan het verhoogen van tariefrechten en de daarvan consequente maatregelen. Doch de regeering heeft belang bij de boeren, en de boeren willen eieren voor hun geld. of. in het onderhavige geval, geld voor.hun eieren. Zij zijn slechts met attenties te winnen. Zoo gaat Duitschland steeds verder den gevaarlijken weg der autarkie op. En ter verantwoordelijker plaatse schijnt men vergeten te zijn, dat de eenige ware autarkische periode, welke men in Duitschland gekend heeft tijdens den oorloe namelijk die der kool rapen was. PALMA, 4 Jan. (Reuter.) Nabij de stad Estal- les (Mallorca) heeft een groote aardverschui ving plaats gehad. Een geheele boerderij en talrijke boomen zijn door de aarde bedolven. Het verschijnsel heeft zich over een groote uitgestrektheid voorgedaan. De weg van Palma naar Estalles is versperd. nieuwe klooster vóór al het overige als een studiehuis gesticht. Onder de bescherming ge steld van den grooten waarheidszoeker en waarheidsleeraar Thomas van Aquino, was het op de allereerste plaats bedoeld als een .in richting voor bijzonder hooger onderwijs." Tegenover den ingang staat dan ook in het claustrum St. Thomas' beeld in gebrandschil derd glas. Dit klooster vond immers zijn meest eigen karakter in de studie der waarheid. Koorgebed, beschouwing en studie waren er de hoofdver plichtingen. Het Zwolsche klooster was een studiehuis in den vollen zin des woords. En toen het zesde eeuwfeest van St. Thomas' heiligverklaring plechtig zou worden herdacht (1923) scheen dit Convent de aangewezen plaats voor een luis terrijke viering. Uit naam der Nederlandsche Dominicanen werd St. Thomas niet alleen als Ordebroeder, maar vooral als de providentieele Leeraar der Waarheid tijdens het Wetenschappelijk Con gres gehuldigd in dit naar hem genoemd klooster. Het Zwolsche Convent verkreeg ook bekend heid door een bijzondere werkzaamheid de voordrachten voor niet-katholieken (niet lan ger in een particuliere zaal. maar in het sa- "tholieke kerkgebouw zelf), en van Zwolle uit heeft dit Apostolaat zich verder verbreid. In het klooster was gevestigd de klasse der philosophic van de in opleiding zijnde paters; eenige jaren geleden is de klas der ethica (het derde jaar der philosophie) overgebracht naar Huissen. De tegenwoordige prior is P. Hubers. In het gebouw waren gehuisvest ongeveer 15 pa ters, onder wie de bekende schilder P. Ray- mundus van Bergen, die daar zijn atelier had, en verder ongeveer 30 fraters en ongeveer 15 broeders. De brand is ontstaan op de zolder boven de priors-kamer in de reekter-achtervleugel van het klioster, bij het warmwater-reservoir der centrale verwarming. Vandaar heeft het vuur zich meester gemaakt van het noviciaat, waar van de plafonds niet brandvrij zijn. De brand heeft zich voorts overgeplant naar het woon huis. Het archief, dat zich bevindt naast de priors kamer, is gered. De bibliotheek echter, welke is ingebouwd in het hospicium, heeft zooveel ge leden door waterschade, dat zij vrijwel als ver loren kan worden beschouwd. Waar de groote bibliotheek zich in het klooster te Huissen be vindt, zijn geen groote kunstwaarden verloren gegaan. Ook de paters-kamers op de eerste ver dieping hebben enorme waterschade. Het groote kerkorgel zal hoogstwaarschijnlijk door de waterschade definitief onbruikbaar zijn. De kleermakerij van het klooster is geheel uitgebrand. De inventaris ging eveneens ver loren. De twee onderste verdiepingen van het kloos ter zijn brandvrij. De plafonds en het metsel werk hebben evenwel zeer veel geleden. De totale materieele schade is nog niet te ramen. Voor eenige dagen zijn loodgieters voor her stel aan het dak aan het werk geweest. In hoe verre deze werklieden mede oorzaak zijn aan de vreeselijke brand, is niet met zekerheid te zeggen. Hoewel het tot vanmorgen nog niet mogelijk was om een volledig overzicht te krijgen van de groote schade die deze geweldige brand in het Zwolsche klooster der Paters pominicanen heeft aangericht, kunnen we thans toch mel den. dat de voornaamste stukken uit het be langrijke archief zijn gered. Behoudens de mogelij kheid van waterschade is de bibliotheek gelukkig intact gebleven, al luidden de eerste berichten, dat de bibliotheek geheel verloren was gegaan. DOMINICANENKLOOSTER TE ZWOLLE DOOR BRAND VERNIELD. De nieuwe beurs te Rotterdam. Ingrijpende maatregelen in verband met Rot terdams financieelen toestand. De moord te Rheydtbekentenis van den dader. De staking te IJmuiden; gedeeltelijke overeen stemming bereikt. Sterke achteruitgang in de Rotterdamsche haven. Wijziging winkelsluitingswet; binnenkort een voorstel. De afsluitdijk binnenkort voor het verkeer open. De toestand van de „Malygin". Een wonderbril in Amerika uitgevonden. Drie communistische partijleiders gevonnist. Sjanhaikwan door de Japanners platgeschoten; 500 Chineesche soldaten verbrand. De brand bleef in hoofdzaak beperkt tot de bovenverdieping, daar de betonnen vloer ge lukkig stand hield en verder doorbranden daardoor onmogelijk werd. Wel heeft natuur lijk het blusehwater schade in de benedenver trekken aangericht, doch gelukkig is hier veel kostbaar studiemateriaal, boeken, enz. behou den gebleven. De brandweer heeft den geheelen nacht doorgespoten. Om één uur laaide het vuur evenwel opnieuw op en er ontstond brand in. een der torentjes boven den hoofdingang van het klooster. Het brandde geheel leeg en stort te naar beneden. Ook aan de achterzijde van de kerk is een torentje bijna geheel meegebrand. Door de ijverige bemoeiingen van een 15-tal burgers, die naar boven gingen om de atelier- installatie van Pater van Bergen te redden, zijn zoo goed als alle stukken van dezen bekenden kerkschilder voor het vuur gespaard gebleven. In den loop van den ochtend is men, zoodra het eenigszins mogelijk was, begonnen om den omvang der schade op te nemen. CHICAGO, 3 Jan. (Reuter.) Na een studie van zeven jaar en tallooze experimenten is de bekende Amerikaansche oogarts, dr. William Feinbloom, er in geslaagd een bril te con- strueeren, welke personen, wier gezichtsver mogen slechts 2 procent van het normale be draagt en die vroeger als geheel blind werden beschouwd, in staat stelt alles gewoon waar te nemen. Deze nieuwe bril bestaat uit drie telescopi- sehe glazen voor ieder oog en kan als een ge wonen bril gedragen worden. Dr. Feinbloom beeft zijn uitvinding uiteen gezet voor de American Academy of Optome try en in optische kringen wordt aan zijn uit vinding groot belang gehecht, daar hierdoor 40 procent van de blinden in Amerika weer zal kunnen zien. LENINGRAD, 3 Jan. (VDJ De positie van den bij Spitsbergen gestranden Russischen ijs- breker „Malygin" is, naar draadloos wordt mee gedeeld, zeer verslechterd. In de machineka mer is water gedrongen, dat niet kan werden weggepompt. Er bestaat zelfs gevaar, dat het water de geheele machinekamer zal vullen. De kapitein van den ijsbreker heeft opnieuw om hulp verzocht. Een andere ijsbreker heeft ge tracht de „Malygin" op sleep te nemen, doch de pogingen waren vergeefsch. De Russische ijsbreker „Lenin" bevindt zich thans op weg naar Spitsbergen. Ir) tvvuiuiniiiniiiii».';;»!/// f Hoogste stand op Woensdag 1 nar ua: 762 Vooruit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 1