ouv/ GEBREIDE HUISSLOFJES EN GEHAAKTE MUILTJES OMGANG MET KINDEREN BLOUSE MET PATENTSLUITING ■B AVOND JAPONNEN WAT ZULLEN WE KOKEN? MODERNE SPELDENKUSSENS NIEUWE KALENDERS n 1913 m' i A Voor jongens van lO jaar mmm Ir m Gehaakte muiltjes Verschillende gevraagde recepten Schapenvleesch Slaatjes van koolsoorten Ouderwetsch poffertjesrecept OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN OP VERZOEK De hieronder beschreven huisslofjes zijn al heel gemakkelijk te breien, want ze be staan uit een dubbel gevouwen rechten lap, die zich geheel voegt naar den vorm van den voet. Men Dreit deze slofjes in 2 kleuren, bijv. beige met tomatenrood. Men begint met de beige wol, zet 68 st. op en breit steeds 2 r 2 aver Eerst 6 toeren beige, vervolgens 6 toeren met roode wol, 2 toeren beige, 6 toeren rood en verder beige, tot men in het geheel 15 c.M. heeft. Dan breit men weer 6 toeren rood, 2 toeren beige, 6 toeren rood en 6 toeren beige, waarna men het werk afkant. Men vouwt nu het breiwerk dubbel en naait de beide zijkanten dicht. Ter verster king van hiel en teen breit men dan met roode wol nog 'n reepje* waarvoor men 5 st opzet en aldoor r. breit, tot men 10 c.M. heeft. Men heeft dus 4 zulke reepjes noodig en naait aan voor- en achterkant zoo'n gebreid reepje over den naad heen. Dan haakt men boven rondom de slofjes 'n toertje met roodè wol: 1 stokje, 1 losse, voor het doorhalen van 'n elastiek, dat precies den enkel moet omspannen. Zijn deze slofjes bestemd voor 'n dame, dan maakt men ten slotte nog 'n paar kleine pompons in de beide kleuren wol en naait die aan den voorkant op de slofjes. Deze warme, zachte slofjes, waarvoor men liefst dikke, sterke wol neemt, zijn ook zeer geschikt voor zieken en voor slaapsokken. In het laatste geval neme men er witte wol voor, al dan niet met 'n zacht kleurtje als garneering. Voor deze muiltjes heeft men 'n paar Vilten zooltjes noodig en 4-draads wol in de kleur, die men wenscht, met 'n garnee- ringskleur. Men begint het muiltje te haken bij den teen en werkt het geheel in vaste steken. Men haakt 10 losse st., slaat den lsten st. over en haakt 1 vaste st. in de overige 9 st. 2de toer: 1 losse, 4 vaste, 3 vaste in den 5clen st., 4 vaste. 3den en 4den toer haakt men op dezelfde wijze, dus 3 st. in den middelsten st. Dan haakt men verder, om en om, 1 toer zonder meerderen en 1 toer met meerderen in het midden, zooals bij den 2den toer, tot roen in het geheel 29 st. heeft in 1 toer. In den 19den toer meerdert men dan niet. In den 20sten toer haakt men slechts 12 vaste st. Dan 1 losse, het werk omkeer en, den lsten st. overslaan, 11 vaste st haken. In den 22sten toer: 1 losse, 9 vasten, 1 losse, omkeeren. 23ste toer: 1 losse, 8 vasten. 24ste toer: 1 losse, 6 vasten. 25ste toer: 1 losse, 5 vasten. 26ste toer: 1 losse, 3 vasten. 27ste toer: 1 losse, 2 vasten. Hiermee is de eene zijkant van het slofje klaar, men haakt nu den anderen zijkant op dezelfde wijze en ten slotte haakt men 1 toer vaste st. om het geheele werk heen, liefst in 'n afstekende kleur. De zooltjes voor deze muiltjes omwerkt men met een festonneersteek in de kleur van de wol; heeft men twee tinten, dan neemt men hiervoor de garneeringswol. Ook kan men de zooltjes omboorden met een zijden lint, wat sterker is. De voorstukken worden dan op de zooltjes vastgenaaid en ten slotte versierd met 'n pompon van wol in een of twee kleuren of met 'n strikje van lint. DORA Opvoeden kan eigenlijk slechts hij, die het Evangelie-woord naleeft: „Zoo ge niet wordt als de kinderen...." In de „Groszer Irrgarten" verhaalt Otto Ernst, hoe hij eens een groot geleerde bezig zag met het optuigen van een Kerstboom, hoe deze daarbij op de knieën of op de hurken om den boom rondkroop. Op zijn verbaasde vraag antwoordde de geleerde: „Ja, je moet bedenken, dat de kleuters den boom van onder af zien, je moet hem van het perspectief der kinderen versieren." Dit ai dalen tot het kind, dit zich-inleven in zijn gezichtskring, is de eerste voorwaarde voor den omgang met kinderen, wil deze dien naam verdienen, en niet alleen maar een drillen, een dresseeren zijn. Het is voor ons volwassenen echter geen gemakkelijke taak nog 't gemakkelijkst, wanneer waarachtige liefde en warm meeleven ons den weg bereiden. En hoe moet ge met uw kind omgaan? Op de eerste plaats: Ga op zijn vragen in! Bedenk, dat ons kind als een radelooze wandelaar is, die in een onbekende streek weg noch steg weet! Wees niet wrevelig of kortaf, wanneer 't zich vol vertrouwen tot u wendt, verwijs 't niet uit gemakzucht naar de school, zelfs als het 't u met zijn duizendkoppig: „Waarom?" leelijk lastig maakt. Het „waarom?" is toch immers, zoo als Ann Sullivan, de opvoedster van Helen Keiler, zoo treffend zegt, „de poort, waar door het kind de wereld van denken en overleggen betreedt!" De voor de toekomst beslissende vraag: „vertrouwelijkheid of vervreemding tusschen u en uw kind, ligt reeds hier in uw hand. Daarom moet u uw kind ook nu serieus nemen! Bij hoe vele, zelfs theoretisch welmeenende ouders is 't practisch niet veel meer dan speelgoed en tijdverdrijf! Men lacht om 't komische kleine ding, begeleidt zijn doen en laten met ironische uitroepen van verwondering, behandelt het met neerbuigend sarcasme en babbelt tegen familieleden en kennissen in zijn bijzijn ongegeneerd over zijn be scheiden geheimen, ja, over de subtielste neigingen van zijn innerlijk leven. Een vandalisme, waaraan veel ouders hun kin deren gedachteloos blootstellen. Is het een wonder, dat kinderen zich dan gekrenkt voelen en schreien. Hoeveel vertrouwen wordt daarmee in de kiem verstikt! En is het dan een wpnder, wanneer kinderen ge sloten worden, en 't later tegenover ande ren, ja, tegenover hun ouders, óók aan tact en fijngevoeligheid laten ontbreken? OP VERZOEK m'Ê?' Opgegeven maten: bovenw. 80 c.M., mouwl. 55 c.M. Benoodigd: 1.10 M stof van 100 c.M. br., 20 c.M. sluiting, 1 knot wol. Ge teekent 't pa troon van de blouse op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Vervolgens legt ge de patronen op de stof en wel zóó, dat ge 't geheel met een naad uit kunt knippen. Vervolgens knipt ge voor de te- genrevers twee stuk ken stof, welke 24 c.M. lang en 8 c.M. breed lijn. Dan wordt het split 20 c.M. lang ingeknipt, waarna ge de têgenrevevs op den goeden kant op K> c-M langs kunt stikken. De revers komen tot koven in den schouder. Hierna rijgt ge deze op den kant om, waarna ge den halsvorm ook in de revers uit kunt knippen en deze langs de rafelkanten omnaalt. Hierna kunt ge de schouder-, zij- en mouwnaden dichtstikken, waarna de mouw wordt inge- set. Hiervoor neemt ge den mouwnaad 3 ■slM gi»S«»:ÉÉ1 - - - ft c-M. meer naar voren dan den zijnaad. Onder aan de blouse en aan de mouw kruist ge 'n inslag in van één c.M De revers kunt ge tegen elkaar innaaien, terwijl ge de rest van den hals met 'n schuin biesje afwerkt. De boord, de manchetten en de kraag van de blouse worden van dikke wol gebreid, 1 recht, 1 aver. Voor 't aantal steken breit ge even 'n klein proeflapje met breinaalden no. 3. Den kraag breit ge 8 c.M. hoog en 30 cM breed, den boord 8 c M. hoog en 40 c-M. wijd en de manchet 5 c.M. hoog en 18 cM. wijd. De blouse en de mouw onderaan worden even ingerim- peld, waarna ge den boord en de manchet stevig aannaait De patentsluiting wordt èn op den goeden, èn op den verkeerden kant stevig langs gezoomd. Een volgenden keer hoop ik u een patroon voor een bij passende broek te kunnen geven. DINY ooo Wij, katholieke vrouwen, hoeven op het oogenblik heelemaal niet bevreesd te zijn, dat we er met een avondjapon, die een vol doende bedekking over schouders en armen heeft, ouderwetsch zullen uitzien Schou dervolants, capes en pelerientjes zijn nog steeds en vogue, al is het dan om het ge brek aan bedekking van de eigenlijke avondjapon te camoufleeren. Dit neemt niet weg, dat de dames soms het grootste deel van den avond dit kleedingstukje om houden. Dikwijls ook maakt het een deel uit van de japon, zooals te zien is aan fig. 1000. Dit costuum is gemaakt van twee kleuren fluweel, b.v. licht- en donkerblauw rose en rood, etc., en is vrij gecompliceerd van lijn. Zooals we zien, heeft de oorspron kelijke japon maar een schouder. De rech terschouder wordt bedekt door een drape rie, die van achteren is aangezet en van voren door de stof van de japon gehaald. De rok heeft een smalle baan, die zich over de heup van voren naar achteren doorzet. De ceintuur, die zoo los om de heupen hangt, moeten we weg laten, als we niet al te slank meer zijn. Minder chique maar gemakkelijker voor de naaister is fig. 999, waarbij we op 'n lichte japon of desnoods alleen een rok een corsage maken van zwart fluweel met groo- ten, ronden kraag en ceintuur, die in lange slippen afhangt. Bij fig. 1001 zien we een japon van zwarte crêpe, versierd met een geplisseerde cape of eigenlijk twee capes, die met bre tels om de taille gedragen worden. Als kleur zouden wij willen aam-aden: zacht- rose. Het doorgestikte ceintuurtje, eenvoudig sluitend met een gesp, is het allernieuwste détail van de avondjapon. POLA Hoe maakt men schapenvleesch klaar? wordt me gevraagd. Men kan schapenvleesch op verschillende manieren toebereiden. Gebraden schapebout kan men bijv- heel eenvoudig klaar maken met 1 K.G. schape bout, 1 ons rundvet of half boter en halt vet, ongeveer 10 gram zout, peper en 6 kruidnagelen. Het vleesch wordt gewasschen en inge wreven met zout en peper, waarna men er do kruidnagelen insteekt. Men laat vet of boter goed heet worden in 'n ijzeren braadpan, wentelt het vleesch daar aan alle kanten goed doorheen en laat het dan gaar worden in 'n heeten oven, waarbij men het nu en dan moet bedruipen, ofwel op een flink vuur, waarbij men het vleesch nu en dan moet omkeeren. terwijl men er ook af en toe water bijvoegt. Het deksel moet telkens weer goed gesloten worden. Als braadtijd rekent men uur per pond vleesch. Gebraden gemarineerde schapebout De schapebout wordt hiervoor eerst 2 dagen gemarineerd in slaolie, peper, zout, 'n fijn gesneden ui, wat peterselie en 'n klein scheutje azijn. Men braadt den bout dan op de gewone wijze in boter, doch bedruipt hem met de marinade in plaats van met gewoon water Van de saus kan men het vet verwijderen eer men ze presenteert. Schouder van schapenvleesch. De schou der wordt ontbeend, gezouten, gepeperd en half gaar gebraden in boter. Dan doet men het vleesch over in n vuurvasten schotel voegt er 'n paar groote in stukjes gesneden aardappelen bij en een in schijven gesne den ui. Men zet dan den schotel in den oven, tot alles gaar is ongeveer J4 uur. Lamscoteletten d la Mainletton. Men braadt de coteletten gezouten en gepeperd in boter, maar niet al te gaar en laat ze dan tusschen 2 bordjes, waarop men 'n ge wicht plaatst, koud worden. Intusschen fruit men zeer fijn gehakte uien in boter lichtbruin, men legt op iedere cotelet 'n weinig van de uienpures, strooit es paneer meel over, legt er 'n stukje boter op en zet ze in den oven om mooi bruin te worden. Gepaneerde lamslapjes. Men wascht de lapjes, wrijft ze in met peper en zout, haalt ze dan eerst door losgeklopt ei, vervolgens door paneermeel en bakt ze in kokend heet frituurvet ofwel met boter in de koekepan. Resten van schapevleesch met rijst. Men snijdt het overgebleven vleesch in kleine stukjes, voegt er de overgebleven jus bij, die'men zoo noodig met water aanvult en roert er eenige in stukjes gesneden cham pignons door, waarna men alles goed ver warmt, zonder het te laten koken. Men kookt intusschen rijst op de gewone manier, in water ofwel in bouillon, drukt hem in een rijstrand, stort hem om en schikt het vleesch in 't midden van den rijstrand. Hoe maakt men slaatjes van kool? Rau we andijvie, roode en witte kool, spruitjes, Brusselsch lof, het is allemaal geschikt voor sla, evenals worteltjes. Men moet de groente dan eerst door den molen fijn malen, waarna men ze 1 uur in zout water zet. Daarna wascht men ze nog eens in schoon water. Voor het aanmaken van zulke sla roert men I eierdooier goed los en voegt er dan druppelsgewijze, onder voortdurend roeren, slaolie bij, tot men voldoende heeft. Bij 1 eierdooier kan men 250 gram slaolie ver werken. Tot slót voegt men er nog 1 lepel citroensap bij. In plaats van deze gebonden saus kan men ook gewone mayonnaise ne men, waardoor men 'n fijn gesnipperden ui roert. De saus roert men door de rauwe groente en strooit er fijngehakte peterselie over- Heeft men verschillende soorten groente, dan kan men die in vakjes apart leggen Weet u ook een eenvoudig recept voor poffertjes? Poffertjes volgens bi oud recept. Men maakt 'n beslag van 4 ons boekweitenmeel, 8 d.L. melk, 30 gram gist, 1 lepel bruine suiker en 'n ietsje zout. Het beslag moet voldoenden tijd hebben om te rijzen la 114 uur. Dan wordt de poffertjespan goed droog uitgeveegd en door middel van 'n kwastje ingesmeerd met gesmolten reuzel. Men bakt hierin de poffertjes aan beide kanten lichtbruin en dient ze op met boter en peeóeKSUiker. ADRLm» «KUIST—POLLEPEL Van snippers zijde en fluweel zijn ze in elkaar getooverd deze grappige speldenkus sens, die iedereen zeer gaarne zal willen bezitten. Zoo'n fleurig dingetje is bijzonder leuk voor de toilettafel of voor baby's aan- kleeatafel. Het vervaardigen biedt geen enkele moeilijkheid, in een enkel verloren uurtje kunnen wij zoo'n nieuwtje laten „rijpen". De lijvige ananas is bijzonder aardig en practisch, daar in haar groenen biadertooi onze vingerhoed zijn vaste plaats aangewezen krijgt. Ze is vervaardigd van zacht-gele zijde, waarvan men twee cirkels tegen elkaar naait, zoodat men een rond zakje verkrijgt. Aan den bovenkant laat men een gleufje, waardoor men het zakje met zemelen opvult. In dit nu ietwat stijve zakje brengen wij de ruiten aan, door een bruinen draad D. M. C.-perlégaren in rijg- steek door te trekken. De puntige bladeren worden uit groen fluweel dubbel geknipt en dichtgestikt, terwijl men een dun ijzer draadje inschuift om elk blad een wille- keurigen vorm te kunnen geven. Deze bla deren naaien wij om de opening van het zakje en trekken deze dan pas dicht. Dan buigen wij de blaadjes een beetje naar bui ten, zoodat er plaats is voor den vinger hoed. De goudgele banaan bestaat uit drie schuingeknipte reepen zijde, die naar het uiteinde puntig toeloopen. Nadat de naad jes dichtgestikt en het zakje gevuld is, hechten wij aan den bovenkant een met gele zijde omwoelde gordijnring Het £akje „sappige" kersen is wel iets bewerkelijker, maar daarvoor ook buitengewoon aardig. Een stukje stevig laiton omwoelen wij met bruine wol; dit is het takje. De bladen worden uit groen laken of peau-de-pêche geknipt en met groene zijde gefestonneerd. Aan de achterzijde der bladeren naaien wij een dun groen bloemendraad, dat eenige C.M. langer zijn moet dan het eigenlijke blad- Dit uiteinde wordt in den bruinen tak geduwd. De kersen zijn ronde zakjes van rood fluweel, welke alweer met zemelen ge vuld zijn en die met een uit roode zijde gehaakten stengel aan het takje bevestigd worden. Nu de donkerblauwe pruimen. Uit diepblauw fluweel knippen wij den lang- werpigen vorm en vullen dezen op de be kende wijze. De bladeren zijn natuurlijk groen en de bewerking is geheel dezelfde als bij het kersentakje. Zijn wij nu niet erg knap, dat wij zoo maar naar willekeur vruchten kunnen laten groeien? Natuurlijk willen wij niet zoo maar vier speldenkus sens in gebruik nemen, maar deze dinge tjes vormen een zeer origineel geschenkje, dat met vreugde ontvangen zal worden en datons niets kost dan een beetje han digheid. ETA Professor (in de philosofie): .Mijne hee- ren! ik kan geen betere uitlegging geven van een gemengd gevoel dan door een voor beeld. Veronderstelt: Uw kleermaker en de brievenbesteller schellen tegelijkertijd, de een met zijne on betaalde rekening en de ander met een aangeteekenden brief." In de eerste plaats begin ik dit keer met de beste wenschen voor het nieuwe jaar aan alle lezeressen, hopende, dat dat voor velen een beter jaar zal zijn dan het afge- loopene, een jaar van gezondheid, vrede en geluk! Tevens bied ik u aan verschillende ideeën voor kalenders om zelf te maken. Deze komen misschien evenals mijn gelukwen- schen reeds eenige dagen na het begin van het nieuwe jaar. doch over 't algemeen, we weten het, zijn we nooit zoo voortvarend wat 't koopen van een nieuwen kalender betreft en een om zelf te maken zal dan ook nog niet te laat komen. Voor kalender no. 1 nemen we een vel papier voor ons en zooals u ziet trekken we op een rechthoekig stuk papier weer een kleineren rechthoek precies in 't mid- c<en, daarop teekenen we met den passer halve cirkels af met gelijke tusschen- ïuimten. Als u zelf geen maten kunt aangeven, dan kan u het beste onze teekening eenige ma len vergrooten. U koopt nu een vel zwart etalagekarton van 15 ct en snijdt daaruit twee rechthoe ken zoo groot als uw rechthoekig papier. Een van deze rechthoeken wordt beplakt met een vel zilverpapier van 10 ct., niet te dun zilverpapier U kunt dit soort papier nJ. in verschillende dikten krijgen, doch het heel dunne kan men bijna wegblazen en dit kan men onmogelijk opplakken. Dit opplakken geschiedt met dun ge kookte stijfsel; dun, maar niet waterig (even gebonden). Iemand van uw huisgenooten zal u daar bij moeten behulpzaam zijn, want het moet zacht opgestreken worden met een flanel len doek, terwijl een ander het vel vast houdt en langzaam neerlegt Nu laat u het drogen. Bij het drogen zal de plaat krom trekken en daarom gaan we den an deren kant ook plakken, doch dit kunt u doen met dun kastpapier, vooral dun, an ders trekt deze kant weer meer krom. Is dit droog, dan leggen we de teekening, op het rechthoekig stuk papier gemaakt, op den zilver beplakten kant, een blaadje car bon er tusschen en trekken de lijnen zui ver over. niet te zwaar krassen, zoodat ze te vet worden. De teekening staat aldus op het zilver en we trekken alle lijnen met een liniaal en de cirkels met den passer nog een keer zuiver over. Vervolgens neemt u een scherp Gi- lette-mesje, kartonmesje, of scherp aardap pelmesje en snijdt de middenfiguur uit, zoodat u in 't zilver een open figuur krijgt zooals op teekening 3 Op het zwarte rechthoekige stuk karton plakken we nu een uitgeknipte foto- Hetzij een van uw kleine baby van uw aardigen boy, of een portret van het meisje, wanneer het voor haar verloofde bestemd is, op diens schrijftafel. Houdt u niet van een portret, dan zullen een of meer mooie foto's van uw zomeruitstapje in aanmerking kunnen komen. De portretfoto's knippen we zuiver uit en plakken deze op 't kar ton, zorgende, dat, wanneer de zilveren omlijsting er voor komt, de foto voordeelig geplaatst is. We gebruiken voor het opplakken een beetje gluton. De arceerstreepjes, welke u ontdekt, zijn aangebracht met een pijpje wit krijt of wit potlood, men teekent van de foto streepjes naast elkaar in een schuine richting. U krijgt zoo een aardige waas om de foto- U doet het alleen rechts of alleen links. Nu wordt de uitgesneden zilveren rechthoek op het zwarte karton geplakt, de kanten recht op elkaar. Alleen wat kleefstof wordt langs de kanten gestreken en wat zwaars zetten we er op, zoodat het goed houdt. Een blokje, dat er bij past, komt onder aan. Voor bureau of schrijftafel komt het blokje geheel op 't schild. Fig. 3 laat u nog een andere snijding voor het schild zien. Een poot van karton komt er achter, zooals 4 aangeeft. Het reepje wordt even ingesne den, doch vooral niet door en door: het wordt omgevouwen en tegen den achter kant geplakt, zoodat de poot uit komt te staan. Vervolgens behandelen we fig. 5. Dit schildje is gesneden uit een bruin vel kar ton, de bovenkant loopt gebogen. We plak ken aan beide kanten een reep zilverpapier van 3 a 4 cM. Fig. 6 wordt nu geteekend en van karton uitgeknipt. Van deze halve tulpen komen er 4 links en 4 rechts, pre cies langs de lijn van het zilver. We knip pen ze uit een vel oranjekleurig, dof papier, verkrijgbaar a 15 ct. per meter en we ge bruiken de uitgesneden figuur om om te trekken. De oranjetulpen worden opgeplakt met gluton en wat schaduw wordt onderaan aange bracht met rood potlood, zooals op fig. 6. In het mid den een tulp in haar geheel ook uit oranje geknipt, blad en steel van groen papier. Het blokje komt onderaan, zooals op fig. 5 Het bruin van den on dergrond te zamen met oranje, groen en zilver geeft een aardig ef- fect. I I ANEMOON 4 vi. V i in i „-v..-:- 's r T -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 15