Onze Rerlijn-reis en Het Graalspel „Rorate" 1 Rond de veertig-uren-week V\M *VJ De eigen omroep Groote geestdrift De aankomst Wat de praktijk uitwijst 1 MAANDAG 9 JANUARI eso VAN ALLES EN OVERAL Drie Bisschoppen als toeschouwers bij het spel De Duitsche hoofdstad in drie uren ,Jlorate" voor een uitverkochte Sportpalast x W 7 A V'V^i 1 Mgr. Aengenent Graal-tocht door Berlijn De drievoudige taak van de Graal Mgr. Schreiber BenUwmhe Graalhuis Zoo hebben, de „Harburger Oelwerke HET KAMERLID J. MAENEN Jhr. VAN DER DOES DE WILLEBOIS Prof. dr. B. J. Kouwer f Katholiekenweest op uw hoede! Steunt uitsluitend den K. R. O. Nieuwe actie op komst Prof. dr. B. J. Kauwen i*= Wie naar Berlijn gaat en dat niet doet voor z'n zaken, doet het gewoonlijk om Berlijn ook eens gezien te hebben, of als hij het al kende, er nog eens een paar prettige dagen door te brengen. Wij zijn ook naar Berlijn geweest en wel met z'n honderden, allemaal abonné's van ons blad, maar we deden dat niet in de eerste plaats om Berlijn te leeren kennen, of om Ber lijn nog eens terug te zien na jaren van afwe zigheid, maar wèl om er Hollandsche meisjes, samen met Duitsche, het derde Graalspel te Zien opvoeren. Maar al was dat nu ook de hoofdzaak en het eigenlijke doel van de reis, dat wil daar om niet zeggen, dat we niet' ook tegelijk van het goede van Berlijn genoten hebben. Want al is er veel slechts in Berlijn (kijk maar eens in de etalages der boekwinkels, waar 50 pet. van wat Je er ziet liggen pornografische lec tuur is) er is toch ook wel wat goeds, bijvoor beeld de restaurants, waar we lekker gegeten hebben en de vele inrichtingen, waar je voor een beetje geld een glas bier kan krijgen, zoo als je het in Holland nog nooit gedronken hebt. En dan, Berlijn is een stad van vier-en-een- kwart millioen inwoners, en zoo een vind je er bij ons niet zoo gemakkelijk, zoodat dat op zichzelf al een aantrekkingskracht uitoefent op iemand die er nog nooit geweest is. En zoo waren er nog al wat bij ons gezel- Ichap. Stel je voor, een stad met de helft van het aantal bewoners van heel Nederland als bewo ners, wat moet dat een reusachtig huizenbosch Zijn! Nou, dat is het dan ook en onze niet be reisde abonné's, of zij die nooit verder waren gekomen dan een Rijnreisje, raakten er dan ook niet over uitgepraat. Het begon al op de heenreis, die bij prachtig Weer plaats had. Daar was het de verwach ting van wat men te zien zou krijgen, de ver wachting, die veelal de werkelijkheid in genot overtreft, wat, laat ik er dat maar dadelijk bij zeggen, hier gelukkig niet het geval is geweest. Maar in elk geval is het een prettige reis ge weest, een reis, niet van honderd toevallig bij elkaar gekomen menschen, maar een reis van honderd abonné's, een reis dus van menschen, die, nu ja, elkaar wel niet kenden toen ze in den trein stapten, maar die met elkaar omgin gen als oude bekenden, toen ze den eersten voet op het Berlijnsche asfalt van de Frie- drichstrasse zetten. Waren het niet allemaal abonné's van de Vereenigde Katholieke Pers en .stonden ze als zoodanig elkaar niet nader, dan anders het ge val zou zijn geweest? Daar waren oude néenschen bij en jonge, men schen die weten wat het leven is en aanstaande menschen, die het nog moeten leeren kennen; daar waren menschen bij, die van nature opge ruimd en blij zijn, maar ook anderen, die, nou ja, wel graag eens mopperen en een beetje nurk- sig doen, maar toch waren ze al heel gauw alle maal goede maatjes en dat zijn ze gebleven tot ze, twee dagen later, in Utrecht weer uit elkaar gingen. Prettig, zoo'n reis met gelijkgezinden, al is het ook geen groep Graalleden, die onverbidde lijk aan de leiding gehoorzamen. In Berlijn kwamen we 's avonds aan op een Uur, waarop de meeste deelnemers aan onze Berlijn-reis gewoonlijk wel netjes in bed zullen liggen, maar op dezen Zaterdagavond was het bed wel iets waar ze het allerminst aan dachten en de meesten zetten dan ook hun koffertje in het hotel Europaischer Hof neer en trokken dadelijk weer naar buiten, om al vast dadelijk Wat te genieten van de drukte op straat en de tallooze kleurige lichtreclames, die voor die van Parijs, dat de reputatie heeft de lichtstad te zijn, niet onderdoen. En dan was het toch ook wel een eigenaar dige bekoring, om een uur of twee in den nacht nog even een glaasje bier met een paar warme worstjes te bestellen in een nog in vollen licht glans schitterend café met marmeren wanden en twee strijkjes. Zooiets gaat nu eenmaal in Holland niet en dus.... De bekoring van de verboden vrucht, maar niet zoo erg. Het eerste wat we den volgenden dag, een Zondag, als goede Katholieken allemaal deden was naar de kerk gaan en wel naar de Hedwig's kathedraal, die, liturgisch niets op een kerk, laat staan op een kathedraal lijkt, maar waar mee ze het in Berlijn, dat nog niet' zoo lang Bisschopsstad is, dan toch maar doen. Mgr. Aengenent, die voor het Graalspel naar Berlijn gekomen was, samen met plebaan Wes- terwoudt van de Haarlemsche Kathedraal, droeg er de Hoogmis op voor de bijna duizend Nederlandsche Graalmeisjes, die gekomen wa ren om haar Duitsche zusters te helpen bij de reuzentaak Berlijn nader tot God te brengen een taak, die in dit moderne Babel een onmo gelijke schijnt, maar die de Graal toch wil trachten te vervullen en die door de uitvoering van het Graalspel „Rorate" een stevigen on dergrond heeft gekregen. Maar daarover straks; we zijn nu nog in de Hedwigskathedraal. Daar was het middenschip gevuld met de Hollandsche Graalmeisjes, allen in uniform. In het middenpad stonden meisjes met de prachtige, kleurige Graalbanieren en ter weerszijden daarvan knielden de leidsters, de cadetten, de gewone leden in breede rijen, heel het middenschip van de cirkelvormige kerk vullend. Langs de wanden, in een kring er om heen, stonden de geloovigen, als de donkere om lijsting van een kleurig schilderij. En boven, op het koor, geschaard om den organist, die het klavier bespeelde van het orgel, waarvan de pijpen op drie verschillende plaatsen in de kerk zijn opgesteld, een koortje van leidsters, dat de liturgische en ook de andere gezangen ten gehoore bracht op een wijze, die in vol maaktheid alleen overtroffen werd door de su blieme begeleiding van den organist. Na het ontbijt zijn we gaan wandelen naar het Graalhuis op de Belle Alliance Platz, op welke wandeling we een flink gedeelte van de 4 y2 K.M. lange in een rechte lijn aangelegde Friedrichstrasse, de Kalverstraat van Berlijn, met voeten getreden hebben. We gingen naar het Graalhuis, omdat de Hollandsche Graalmeisjes, op haar propaganda- tocht door de stad, voor onzen Haarlemschen Bisschop zouden defileeren. Vóór het gebouw een groote menigte en op het balkon naast Z. D. H. Mgr. Aengenent ook Mgr. Myers, wij-bisschop von Londen, die, in verband met de reeds ver gevorderde plannen der Hollandsche Graalleiding om ook daar met deze prachtige meisjesbeweging te beginnen, naar Berlijn was gekomen. Aan de andere zijde van den Haarlemschen Bisschop prelaat Stein- mann, die als vertegenwoordiger van Berlijns Bisschop, Z. D. H. Mgr. Schreiber, aanwezig was. Ook Haarlems plebaan, de hoogeerw. heer Westerwoudt, was op het balcon aanwezig en met die verschillende hooge geestelijken, de beide vrouwen van Nazareth, mej. Kersbergen en mej. Mia v. d. Kallen, die zooveel voor de Graal hebben gedaan. Laatstgenoemde is de organisatrice van de Graalbeweging in Duitsch- land en tevens de schrijfster der verschillende Graalspelen; mej. Kersbergen zal binnenkort naar Londen vertrekken, om daar op te treden als hoofdleidster der daar te stichten Graal. Daar kwam hij aan, de kleurige stoet, op- marcheerend in zes rijen, de heele breedte der- straat innemend en begeleid door een auto vol Schupo's. Met uitgestrekten arm marcheerden de meisjes in kranige houding voorbij de bis schoppen en toen ze, na het heele reusachtige plein omgemarcheerd te zijn, weer voor het Graalhuis kwamen, stelden ze zich daar op en begonnen te spreekkoren, in het Duitsch, in het Engelsch en in het Nederlandsch, daarmee ieder der hooge geestelijken in eigen taal hul digend. Daarna werd afgemarcheerd en ook wij gingen naar huis toe om te gaan eten. Die tocht naar huis was voor velen weer een nieuwe sensatie, omdat ze geschiedde per Untergrundbahn, die velen der aan onze Berlijn-reis deelnemenden alleen nog maar van hooren zeggen kenden. Na den maaltijd kwamen de schitterende autocars van de Mij. Elite voor, die ons, in een tocht van drie uren, door heel Berlijn voerden, een tocht waar allen volop van genoten, niette- genstaande het intusschen was gaan regenen. Zoo'n tocht maakt hongerig en dus maar di rect naar het Abendessen, waarop andermaal de autocars voorkwamen om ons naar het Sport palast te brengen voor de bijwoning van het Graalspel „Rorate". Toen wij er aankwamen was de reusachtige zaal reeds zoo goed als geheel gevuld (de 16000 plaatsen waren reeds dagen te voren uitver kocht) en leverde een schitterenden aanblik op. Alle wanden tot aan het kleurige rose dak toe opgestapeld met menschen en in dien kring door deze levende muren gevormd, een groote kale, hel verlichte plek de plek waar straks het spel op zal gespeeld worden. Daar komen ze al aan, de Graalleden, met wapperende banieren opmarcheerend naar het midden van de zaal, waar ze haar „Was wir wollen" uitzeggen, klaar en duidelijk en eindi gend met: Und es lebe der Gral. Denn wir haben zusammen Nur ein Ideal; Gott sei Herr der Welt. Das will der Gral. Dan volgt: „Was wir sind" en „Was wir hof- fen", alles ter inleiding tot het eigenlijke Graal spel, dat onmiddellijk daarop aanvangt. En nu volgt een spel, zóó mooi van lijn en kleur, zóó getuigend van liefde en bekeerings- ijver, dat ik dit derde Graalspel van mej. Mie van der Kallen gerust het beste der tot-nu-toe uitgevoerde durf noemen. Het is korter dan het Paasch- en Pinkster spel, dat wij al kenden, maar ook compacter, wat een voordeel is. Met dit spel wil de Graal aantoonen, dat juist in deze moeilijke tijden de Katholieke levensbe schouwing en ook d i e alleen, 't mogelijk maakt, werkelijk gelukkig te wezen. En niet wil zij dat aantoonen met lange redeneeringen, zegt het voorwoord in het programmaboek; haar beste bewijs is dit, dat hier een groep jonge meisjes staat, die, niettengestaande zij, zoo goed als an dere menschen, de zorgen van den tijd moeten dragen tóch de kracht toonen, vreugde en le vensmoed af te stralen. Als het eerste deel van het spel begint staan de Graalleden, die de inleiding zegden, in een kring rondom de arena, om nu als koor op te treden. De muziek gaat over in de Adventshymne Rorate coelj desuper en terwijl het koor den nood en de verwachting van het volk van Is raël vóór 2000 jaar vergelijkt met den nood van onzen tijd, komen de in lila kleederen ge hulde Hoffnungslosen van alle kanten de arena binnen. Maar ook de groene Hoffnungsfrohen komen binnen en buigen zich met de anderen ter aarde, maar niet als dezen in vertwijfeling, maar om vol vertrouwen verlossing af te smee- ken. En als dan de muziek het Rorate coeli inzet, danst heel de groep deze schoone Ad ventshymne. Troostend komen de profeten op en boet- predikend de Johannesgroep, waarvoor èn Hoff- nungslosen èn Hoffenden terugschrikken en afdeinzen. En Johannes staat alleen: De stem des roependen in de woestijn! Dan is weer het woord aan de Graalgroep, die verklaart dat weliswaar het geluk in de Katholieke Kerk te vinden 'is, maar dat dit door de Hoffnungslosen niet wordt aangenomen, zoolang zij het bewijs ervan niet zien: Johannes dem Taufer allein ist es nicht gelungen Die Welt zu bekehren. Mit Maria als Bundesgenossin 1st seine Predigt Zur frohen Botschaft geworden. En daarom: Will sie uns werben, so soil die Busse jung sein, liebestrahlend und milde, Will sie überzeugen, so muss ihre Sprache hold sein und leuchtende Augen haben. In dit eerste deel, dat uitmunt door kleur en lijn, komen bijzonder mooie gedachten voor, waarvan het alleen maar te betreuren valt, dat de buitengewoon slechte acoustiek der zaal den indruk eenigszins schaadde. In het tweede gedeelte, waarin de vergelij king met Maria wordt voortgezet, stijgt aan het slot het Magnificat als een jubel uit de harten der meisjes omhoog, dat God haar zulk een grootsche taak heeft gegeven. Hoe die taak vervuld kan worden toont het derde gedeelte aan, dat ons Christus, den Red der der wereld als Offerlam toont Christus, Die de zonden der wereld wegnam en die het zelfde verlangt van hen, die voor Zijn Rijk willen werken. Ik heb reeds gezegd, dat ik dit Kerstspel mooier vind dan het Pinkster-, mooier ook dan het Paaschspel. Hier toch zijn de kleuren woorden geworden, hier spreekt het rhythmische beweeg der ge waden, zooals bijvoorbeeld in het groote slot koor een duidelijke taal, onderstreept het althans het gesprokene op treffende wijze. En zóó groot was herhaaldelijk de indruk dien het spel maakte, mede door de geestdrift die uit de uitvoerenden oplaaide, door de vervoe ring op haar gezichten te lezen, dat telkens weer de zakdoeken te voorschijn werden ge haald. En niet door de dames alleen en ook niet alleen door de leeken. Onder de Bisschoppen, die hier alle drie aanwezig waren, tusschen de Nederlandsche en de Engelsche zat nu ook de Duitsche, Mgr. Schreiber, bisschop van Berlijn, scheen vooral laatstgenoemde meermalen werkelijk aangegre pen te worden. En Berlijnsche priesters, die ik tijdens het spel sprak, waren eensgezind in hun bewon dering dat vrouwen en vrouwen alléén, iets dergelijks konden tot stand brengen. Dat zouden Duitsche meisjes niet klaar spelen, zei er een, ten minste niet zóó, niet dat er die bezieling van uitging, die deze Hol landsche meisjes wisten te voorschijn te roepen. En een andere priester maakte mij de vol gende veelzeggende opmerking: Wij hebben hier in Berlijn ongeveer 400.000 menschen die Katholiek heeten, maar waarvan er niet meer dan 100.000 ook werkelijk Katho liek zijn. Nog één zoo'n machtig Graalspel en we hebben er 150.000! Zijn deze twee uitspraken niet voldoende om de stemming van de Duitsche geestelijkheid ten opzichte van de Graal te kenschetsen? Want in dien geest waren ze immers allemaal! En het publiek! Dat was in een woord in laaiende geestdrift gezet en bij het défilé der 1200 deelneemsters na afloop van het spel, was het een applaus- storm, alsof men het Sportpalast wilde af breken. Toen stilte: Mgr. Aengenent verhief zich van zijn zetel en sprak de aanwezigen, speciaal de Duitsche Graalmeisjes als volgt toe: Met groote vreugde aldus ongeveer Zijne Hoogw. Excel lentie ben ik naar Berlijn ge komen om dit spel te kunnen bijwonen en van het werk der Graal in de Duitsche hoofdstad te vernemen. In mijn diocees heeft de Graal-beweging reeds groote vruchten voort gebracht en het verheugt mij, dat ook in deze Langs verschillende wegen heeft men in verschillende landen ernaar ge streefd, tot een korter werkweek dan van 48 uren te komen, ten einde de werk loosheid te verminderen. Reeds in November 1931 heeft de Belgi sche Minister van Arbeid, Heyman, getracht werkgevers en arbeiders tot overeenstem ming te brengen, niet door voorschriften, maar door overreding door de Arbeidsin specteurs. Na de mijnwerkersstaking in 1932 stelde de Minister een rouleerings-systeem voor. Op gelijke wijze handelde de Fransche Minister van Arbeid in 1932: hij droeg den arbeidsinspecteurs op bemiddelend tusschen werkgevers en arbeiders op te treden. Ook President Hoover sprak zich in ge lijken geest uit. Hij ging verder. Op grond van de „Economy Act-1932" werd de werk tijd der ambtenaren met dag per week verminderd, en hun loon met 1/11 ver laagd: feitelijk werd daardoor voor hen de vijf-dagen-week ingevoerd. Eenige gemeenten in Tsjecho-Slowakije voerden voor hun ambtenaren en werklie den de 40-uren-week in. In 1931 bepaalden de Provinciale Raden van Antwerpen en Oost-Vlaanderen, dat in de bestekken voor publieke werken voor rekening van de provincie de 40-uren-week werd voorgeschreven, echter met gelijk blijvend uurloon (het weekloon werd dus evenredig verlaagd). In N. Z. Wales (Australië) werd in de openbare bestekken ook de 40-uren-week voorgeschreven, echter ook daar met gelijk blijvend uurloon. In de Ver. Staten ging men nog een stap verder: bij den gesubsidieerden wegenaan leg werd de 30-uren-week als voorwaarde gesteld. Zoo ook in verschillende afzonder lijke Staten. Het Dekreet van 5 Juni 1931 gaf in Duitschland aan de Rijksregeering de be voegdheid (behoudens goedkeuring van den Rijksraad) om bij Besluit de werkweek van 40 uren voor te schrijven aan bepaalde takken van industrie, administraties, of bepaalde categorieën van arbeiders, mits er in die ondernemingen minstens 10 ar beiders werkzaam waren, zich geen techni sche of economische moeilijkheden voor deden en er voldoende arbeiders te krijgen waren. Bovendien werd nog bepaald, dat de wet zou geacht worden te zijn nageleefd, wanneer de gemiddelde werkduur in een tijdperk van zes weken niet hooger was geweest dan 40 uren per week. Ten aanzien van het loon werd bepaald, dat het, hoewel bij collectief of individueel contract anders vastgesteld, met een gelijk percentage mocht verlaagd worden als waarmee de arbeidsduur verkort werd. De Regeering trachtte toen eerst door overleg en bemiddeling iets te bereiken. Zoo werd bij collectief contract de werkweek verkort in de brouwerijen, in de chemische industrie en het bouwbedrijf te Berlijn. In de meeste andere industrieën kwam men niet tot overeenstemming, omdat men 't niet eens kon worden over het loon. Tot verplichte werkweek-verkorting kwam het nog niet. Er was al een verplichte loonsverlaging van 10 pet. De Minister van Arbeid zag er bezwaar in, door de verkor ting van de werkweek het weekloon nog weer met 1/6 te verminderen. In Polen werd in October 1931 een wet aangenomen, waarbij aan de Regeering de bevoegdheid werd gegeven, om in tijd van crisis den arbeidsduur te verlengen of te ver korten, voor den tijd van één jaar. Het is echter aan het Intern. Arbeidsbureau niet bekend, of deze wet toepassing heeft ge vonden. Langs wetgevenden weg is er dus nog niet veel bereikt. Wel echter door het particulier initia tief, uitgaande hetzij van de werkgevers, hetzij van de arbeiders. In de Vereenigde Staten hebben in Sept. 1932 de directeuren van het Amerikaansche Petroleum-Instituut, dat vrijwel de geheele petroleum-industrie van de Ver. Staten omvat, aan hun dochter-maatschappijen de 40-uren-week aanbevolen. Ook de Kamer van Koophandel van de Ver. Staten sprak zich vóór de 40-uren-week uit. Sinds eenige maanden heeft zich een industrieel Comité geconstitueerd, afhankelijk van het Indus trieel en Bank-Comité van den „Federal Reserve Board", dat zich ook uitsprak voor verkorting van de werkweek, ten einde het voorhanden werk billijker onder de arbei ders te verdeelen. Het gemakkelijkst is de werkweek-ver korting in te voeren in de continu-bedrij- ven, hetzij ze zes etmalen werken, hetzij ze ook des Zondags doorwerken. Brinckman Meryele" te Harburg Wil helmsburg (Duitschland) reeds in October 1930 het 3-ploegen-stelsel (met 8-urendag) vervangen door een vier-ploegen-stelsel (met 6-urendag). Bij de reeds werkende 1000 arbeiders konden er daardoor nog 350 werklooze arbeiders in dienst genomen worden. Evenwel: de uurloonen bleven on veranderd, zoodat dus de weekloonen ver minderd werden. De Fabrieksraad, vooraf hierover gehoord, keurde toch den maat regel goed, omdat hij in 't belang was der werkloozen. Hier werd dus niet alleen over solidariteit geschetterd, maar werd zij in praktijk gebracht. Ook de „Kellogg Food Company" (Ver. Staten), die voedingsmiddelen produceert, en waarvan de voornaamste fabriek ligt te Battle Creek (Michigan), heeft den werk dag van 8 op 6 uur gebracht, sinds 1 Dec 1930. Daardoor konden 33 1/3 pet. méér arbeiders te werk worden gesteld. Het grondloon werd met 12/2 pet. verhoogd, m.a.w. voor de 6 uren werden 7 uren uit betaald. De arbeiders verloren dus maar 1 uur per dag. Ook de Suiker-industrie in Polen heeft het 4-ploegen-stelsel ingevoerd, met een werkdag van 6 uur. Daardoor konden 4500 arbeiders méér dan in 't vorige jaar tijdens de campagne worden tewerk gesteld. In de Duitsche brouw-industrie werden al reeds meer dan 60 overeenkomsten ge sloten, om de werkweek van 48 uur te ver vangen door een van 40 uur, verdeeld over 5 dagen. Dit betrof 559 brouwerijen met meer dan 30.000 arbeiders, van wie aan ongeveer 22.000 een compenseerende uur- loonsverhooging werd toegekend. Daardoor behoefden 8000 arbeiders niet te worden ontslagen, wat wegens vermindering van de productie en de rationaliseering anders noodzakelijk zou zijn geweest. Ook de „Manufacturing Chemists Asso ciation" (Ver. Staten) heeft aan zijn leden aanbevolen het 4-ploegen-stelsel in te voe ren, met behoud van het uurloon. Zoo kon den in een fabriek met 600 arbeiders 135 werkloozen worden aangesteld. Ook de „Standard Oil Company" (New- Jersey) heeft met 1 Juli 1932 de 40-uren- week ingevoerd, allereerst om niet tot ont slag te behoeven over te gaan. Daarom werd de 5-dagen-week ingevoerd, wat ech ter hier en daar tot moeilijkheden aanlei ding gaf. Enzoovoort. Er blijkt echter uit al deze gegevens één ding: de groote, vaak onoverkomelijke, moeilijkheid levert de loonregeling op. Daarom zullen wij daaraan een volgend artikel wijden. grootstad dat zegenrijk werk is aangevangen. Want het doel van de Graal is heilig en verheven. Ze wil, energiek, er toe meewerken, om de wereld voor Christus terug te winnen, die wereld terug te voeren naar Hem, die alleen haar gelukkig maken kan. En ze wil dat be reiken door de jonge katholieke vrouw voor dit ideaal te bezielen. De Graal heeft een drievoudige opgave. Op de eerste plaats is ze een religieuze be weging; op de allereerste plaats wil ze de jonge vrouwen tot overtuigde katholieken vormen, die den Katholieken godsdienst als het hoogste goed beschouwen en die, wanneer zij eenmaal gehuwd zijn, haar kinderen tot getrouwe be geesterde katholieken zullen vormen. De Graal wil de jonge vrouwen zoo opvoeden, dat ze trotsch zijn op haar godsdienst, dat ze openlijk haar katholiek-zijn toonen en dat Katholicisme in de wereld uitdragen. Dat is in onzen tijd noodzakelijk. De Kerk zelf geeft daarvan een heerlijk voorbeeld in haar liturgie, met haar heilige handelingen, haar gebaren, haar para menten. Wat innerlijk in de ziel leeft, dient naar buiten te treden. Alle richtingen treden thans in het openbaar op, laten zich zien, spreken tot de massa, willen openlijk getuigen van haar kracht, om door die geestelijke pro paganda de menschen tot zich te trekken. Daarom treedt ook de Graal naar buiten, om wat in haar leeft trotsch en blij onder de men schen te dragen. Op de tweede plaats is de Graal een maat schappelijke, een sociale beweging-. Ze wil haar leden maken tot flinke huisvrouwen. Daarom organiseert zij cursussen in naaien, koken, wasschen enz. Die cursussen vallen niet zoo zeer naar buiten op, trekken niet zoo de aan dacht, maar in mijn bisdom zijn ze alreeds tot grooten bloei gekomen. Op de derde plaats is de Graal een cultuur beweging. Ze streeft na een katholieke cultuur; op het gebied van kleeding, zang, dans, ver maak. Ze tracht daarin naar iets hoogers en het leekenspel is daarvan een uiting. Ik wil er echter sterk den nadruk op leggen, dat, hoe gewichtig en belangrijk dit deel van hetgeen de Graal beoogt, ook is, het een groote dwaling zou zijn, daarin het wezen van de Graal te zien. De religieuze en de sociale vorming zijn veel belangrijker en vooral daaraan moeten de eerste krachten worden gewijd. Moge God de Graal zegenen ook in de groot stad Berlijn. Ik twijfel daaraan niet, gezien den zegen dien ze in mijn bisdom, waar ze ondanks groote moeilijkheden in 3 jaar tijds tot 15.000 leden uitgroeide, ontving. Ook de duivel zal zich inspannen om het werk van de Graal te bemoeilijken. Maar is het niet reeds een zegen, dat deze beweging, zoo fonkel nieuw, door iedereen begrepen wordt? Zonder Gods zegen zou dat niet het geval zijn geweest. Ook hier, in Berlijn, zal men moeilijkheden ondervinden, maar ze zullen worden overwonnen, want God zal helpen, om dat de Graal niet anders wil dan de eere Gods. Moge de Graal ook hier echt-katholieke, flinke vrouwen vormen, die Berlijn zullen herwinnen voor onzen Koning Jezus Christus. (Daverend applaus) Vervolgens sprak de wijbisschop van Londen, Mgr. Myers, zijn groote vreugde uit over hetgeen hij hier gezien had. Hij bracht de groeten van de Engelsche Katholieken en van Kardinaal Bourne over en zal van de groote vurigheid der Graalmeisjes, vooral tot bevordering van den vrede, getuigen. Tot slot sprak nog de bisschop van Berlijn, Z.Hoogw. Excellentie Mgr. Schreiber. Hij bracht zijn hartelijken dank aan de meisjes uit Hol land en sprak zijn oprechte bewondering uit voor hetgeen ze hadden tot stand gebracht. Ge zijt, aldus Monseigneur, gisteren reeds op weg gegaan. Ge hebt onderweg gezwegen en gebeden en dat offer gebracht voor de Graalmeisjes hier, en voor de groote Katholieke zaak. Ge hebt de pontifi cale Hoogmis, in de kathedraal door uw bisschop Mgr. Aengenent, gecelebreerd, bijgewoond en ge zijt allen te communie gegaan met uw vriendin nen in Berlijn. Ge hebt een mysteriespel opge voerd, dat op alle aanwezigen een geweldigen in druk heeft gemaakt. Ik dank u en ik hoop dat uw begeestering, uw enthousiasme, uw offergeest op ons moge zijn overgegaan. Mgr. Schreiber begroette dan de beide Hoog waardige Bisschoppen, wier aanwezigheid weer de groote Katholieke eenheid demonstreert en neemt dan afscheid van de Hollandsche Graal meisjes met de wenschen: en gij, Graalmeisjes uit Holland, neemt het bewustzijn met u mee, dat gij een groot enthousiasme hebt gekweekt, het bewustzijn, dat wij zullen trachten uw voetstap pen, de voetstappen van de Graal na te volgen. Van deze toespraken hebben de Hollandsche Graalmeisjes niet veel gehoord, die moesten weer terug naar Holland en doordat het spel later uit was dan verwacht werd, moesten die haast-je- je-rep-je naar den trein, waarvan de eerste toch niet eer dan met een uur vertraging kon vertrek ken; de tweede, ook die voor de deelnemers aan onze Berlijn-reis, vertrok met een half urn: ver traging. Waarlijk, wie deze meisjes op het perron en bij 't vertrek in den trein gezien had, wie de stra lende gezichten zag, den frisschen zangthoorde, zou niet geloofd hebben, dat deze zelfde "meisjes 's morgens na de Hoogmis een straffe wandeling door Berlijn gemaakt hadden, 's middags van 1 tot 7 uur gerepeteerd en daarna van acht tot half elf aan de uitvoering van het Roratespel hadden meegemaakt. En toch is dat zoo. Maar het waren Hollandsche meisjes beter nog Hollandsche Graalmeisjes! ARTHUR TERVOOREN. Naar wij vernemen zal de heer Jos. Maenen, lid der Tweede Kamer, zich voor de a.s. verkie zingen, niet meer beschikbaar stellen. In intiemen familiekring vierde vandaag Jhr. P. J. S. M. van der Does de Willebois te 's-Her- togenbosch, oud-burgemeester der stad en oud lid van de Eerste Kamer, onder zeer talrijke en veelzijdige blijken van belangstelling zijn negen tigsten verjaardag. Het Kon. 's-Hertogenbosch' Mannenkoor en het Kon. Muziekkorps 's-Hertogenbosch, waar van de hooggeachte en algemeen beminde jubi laris eere-voorzitter ij beschermheer is, brach ten hun gevierden beschermheer een serenade. In den ouderdam van 72 jaar is Zondagmid dag te zijnen huizen te Utrecht, na een lang durige ongesteldheid overleden prof. dr. B. J. Kouwer, oud hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht. Prof. dr. B. J. Kouwer werd te Wormerveer geboren op 31 Augustus 1861. Hij studeerde te Leiden in de geneeskunde en werd daar 2 jaren assistent van professor S. Thomas. Hij promo veerde op een proefschrift, getiteld „Verslag van de Volkskundige Kliniek en Polikliniek van het Academisch Ziekenhuis te Leiden 1882 1884". Na zijn promotie vestigde hijzich te Haarlem, waar hij als practicus groote reputa tie verwierf en waar hij in de gelegenheid was als geneesheer aan het St. Elisabeths Gasthuis zich in het bijzonder te bekwamen. In 1898 volgde hij prof. Halbertsma op om onderwijs te geven aan de Universiteit te Utrecht in de ver loskunde en de leer der vrouwenziekten. Hij aanvaardde zijn ambt op 16 Januari 1899 met het uitspreken van een rede getiteld: „Over Zondag werd onder de H. H. Missen het vol gende schrijven van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent van den kansel bekend gemaakt: Het is Ons bekend, beminde Diocesanen, dat in den loop dezer maand Januari door den Ka tholieken Radio-bond in het Bisdom Haarlem een krachtige actie zal worden gevoerd om onder de Katholieken van dit Diocees grootere belangstelling en sympathie te wekken voor de instelling van den Katholieken Radio-Omroep, dien wij, God zij dank, in ons land bezitten. Diep doordrongen als Wij zijn van de groote beteekenis van den Katholieken Radio-Omroep, en van ganscher harte hopende, dat de bedoelde actie zoo volledig mogelijk zal slagen, wenschen Wij heden, op den dag waarop de actie zal aan vangen. Onze stem te doen hooren, ten einde U met vaderlijken ernst te vragen, aan den op roep der propagandisten, die tot U zullen ko men, gehoor te willen geven. De uitvindingen van het menschelijk vernuft op het gebied der techniek zijn door God be doeld en bestand om het geluk van den mensch te bevorderen voor den tijd en voor de eeuwig heid. Maar zij kunnen ook door den mensch worden misbruikt, en worden dientengevolge meermalen een belemmering niet alleen voor het bereiken van zijn geluk op deze aarde, maar zelfs voor 't bereiken van zijn geluk hier namaals. Wü behoeven U niet te zeggen, hoe door Om roepen van andere richting getracht wordt ge schriften, boeken en ideeën te propageeren, die lijnrecht in strijd zijn met onze Katholieke be ginselen, en hoe dus die Omroepen een der be wonderenswaardigste uitvindingen van onze eeuw misbruiken tot schade van den mensch vooral tot schade van zijn onsterfelijke zieL Maar wat Wij U wel meenen te moeten zeg gen, is, dat gij verplicht zijt om aan de Omroe pen, die zich aan dat euvel schuldig maken, allen steun te onthouden, omdat gij anders mede verantwoordelijk zijt voor de verspreiding van het kwaad, dat door hen wordt gesticht, en daarnaast staat de plicht der Katholieken om hun eigen Omroep, den K.R.O., zoo krachtig mogelijk te steunen, en hem zoodoende in staat te stellen zijn programma's tot zoo hoog moge lijk peil op te voeren en aan de verspreiding der goede beginselen op zijn wijze mede te wer ken. Het doel van dit schrijven is echter niet al leen om U tot daadwerkelijken steun aan den K.R.O. aan te sporen. Wij achten Ons ook ver plicht, beminde Diocesanen, U ernstig te ver manen, zoowel in het belang van Uw eigen zie lenheil als van dat Uwer huisgenooten, vooral der opgroeiende jeugd, om door middel van Uw radio-toestel niet toe te laten het gesproken woord, wanneer het wordt uitgezonden door een Omroep, waarvan gij verwachten kunt, dat hij denkbeelden zal verkondigen, die in strijd zijn met de Katholieke beginselen om trent godsdienst en zeden. Om dezelfde reden moet gij U ook onthouden van het lezen van radio-tijdschriften, die door dergelijke Omroe pen worden uitgegeven, omdat ook daarin ideeën worden verkondigd, waardoor het godsdienstig en zedelijk leven gevaar loopt schade te lijden. De Katholieke Radio-gids zij het eenige radio tijdschrift, dat Uwe woning mag binnenkomen. Volgaarne roepen Wij Gods Zegen af over de propaganda-actie, die de Katholieke Radio- bond in het Bisdom Haarlem vandaag gaat be ginnen. Wij hopen, dat de resultaten dezer ac tie, onder de Katholieken van Ons Bisdom aan Onze verwachtingen zullen beantwoorden. Maar reeds nu, vóórdat die actie U bereikt heeft, roepen wij U toe: STEUNT UITSLUITEND DEN KATHOLIEKEN RADIO-OMROEP, EN LEEST UITSLUITEND DEN KATHOLIEKEN RADIO-GIDS. het verband tusschen gynaecologische en andere ziekten". Men zal zich herinneren, hoe prof. Kouwer destijds de oogen van geheel Nederland op zich gevestigd zag, toen hij te Den Haag H. M. de Koningin in moeilijke uren bijstond. Hij was het ook, die de bulletins betreffende de ge boorte van Prinses Juliana onderteekende. Te Utrecht, waar onder zijn professoraat een nieuwe kliniek werd gesticht, heeft hij school gemaakt, zoodat 't tot een bijzondere onderschei ding geworden is een geneesheer uit „de school van Kouwer" te zijn. Het is niet in kort be stek te zeggen, hoe prof. Kouwer met een onuit puttelijke zelfopoffering en toewijding, met ijzeren energie en een spreekwoordelijk gewor den critische gestrengheid het hooger onderwijs in zijn nobel en menschlievend vak heeft om hoog gebracht en ook de geneeskundige practijk heeft beoefend. Onverbiddelijk voor zich zelf was hij dit ook voor anderen. Hij werd gedreven door een hooge opvatting van het moederschap, een zuivere liefde voor zijn werk en wetenschap, maar vooral door een warme genegenheid voor den evenmensch. Eüj stond altijd en overal voor iedereen klaar, geschraagd door het diep gewortelde bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid. Tal van wetenschappelijke geschriften op gynaecologisch gebied verschenen van zijn hand in de vak bladen. Van de Maatschappij voor Geneeskunde heeft hij geruimen tijd het voorzitterschap be kleed evenals van de Utrechtsche afdeeling dier Maatschappij. Den Nederlandschen Bond- van Ziekenverpleging heeft hij mede helpen oprich ten en van de gynaecologische congressen te Parijs en Berlijn heeft hij het eere-voorzitter- schap aanvaard. Ter gelegenheid van zijn 25-jarig professoraat, werd hij op 19 Januari 1924 op bijzondere wijze gehuldigd. In 1926 heeft prof. Kouwer zijn ambt neer gelegd. De eerste maanden van het vorig jaar bleek het, dat een ongeneeslijke ziekte hem had aangegrepen. Op zijn ziekbed heeft hij nog een werk voltooid over de geschiedenis der medische faculteit van de Utrechtsche Universiteit, dat in verband met het komende Eeuwfeest wordt samengesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5