Onze Rerlijn-reis en Het Graalspel „Rorate"
1
Rond de veertig-uren-week
V\M *VJ
De eigen omroep
Groote geestdrift
De aankomst
Wat de praktijk uitwijst
1
MAANDAG 9 JANUARI
eso VAN ALLES EN OVERAL
Drie Bisschoppen als toeschouwers
bij het spel
De Duitsche hoofdstad
in drie uren
,Jlorate" voor een uitverkochte
Sportpalast
x
W
7 A V'V^i 1
Mgr. Aengenent
Graal-tocht door
Berlijn
De drievoudige taak
van de Graal
Mgr. Schreiber
BenUwmhe Graalhuis
Zoo hebben, de „Harburger Oelwerke
HET KAMERLID J. MAENEN
Jhr. VAN DER DOES
DE WILLEBOIS
Prof. dr. B. J. Kouwer f
Katholiekenweest op uw hoede!
Steunt uitsluitend
den K. R. O.
Nieuwe actie op komst
Prof. dr. B. J. Kauwen
i*=
Wie naar Berlijn gaat en dat niet doet
voor z'n zaken, doet het gewoonlijk om
Berlijn ook eens gezien te hebben, of
als hij het al kende, er nog eens een paar
prettige dagen door te brengen.
Wij zijn ook naar Berlijn geweest en wel
met z'n honderden, allemaal abonné's van ons
blad, maar we deden dat niet in de eerste
plaats om Berlijn te leeren kennen, of om Ber
lijn nog eens terug te zien na jaren van afwe
zigheid, maar wèl om er Hollandsche meisjes,
samen met Duitsche, het derde Graalspel te
Zien opvoeren.
Maar al was dat nu ook de hoofdzaak en
het eigenlijke doel van de reis, dat wil daar
om niet zeggen, dat we niet' ook tegelijk van
het goede van Berlijn genoten hebben. Want
al is er veel slechts in Berlijn (kijk maar eens
in de etalages der boekwinkels, waar 50 pet.
van wat Je er ziet liggen pornografische lec
tuur is) er is toch ook wel wat goeds, bijvoor
beeld de restaurants, waar we lekker gegeten
hebben en de vele inrichtingen, waar je voor
een beetje geld een glas bier kan krijgen, zoo
als je het in Holland nog nooit gedronken hebt.
En dan, Berlijn is een stad van vier-en-een-
kwart millioen inwoners, en zoo een vind je
er bij ons niet zoo gemakkelijk, zoodat dat op
zichzelf al een aantrekkingskracht uitoefent
op iemand die er nog nooit geweest is.
En zoo waren er nog al wat bij ons gezel-
Ichap.
Stel je voor, een stad met de helft van het
aantal bewoners van heel Nederland als bewo
ners, wat moet dat een reusachtig huizenbosch
Zijn!
Nou, dat is het dan ook en onze niet be
reisde abonné's, of zij die nooit verder waren
gekomen dan een Rijnreisje, raakten er dan
ook niet over uitgepraat.
Het begon al op de heenreis, die bij prachtig
Weer plaats had. Daar was het de verwach
ting van wat men te zien zou krijgen, de ver
wachting, die veelal de werkelijkheid in genot
overtreft, wat, laat ik er dat maar dadelijk bij
zeggen, hier gelukkig niet het geval is geweest.
Maar in elk geval is het een prettige reis ge
weest, een reis, niet van honderd toevallig bij
elkaar gekomen menschen, maar een reis van
honderd abonné's, een reis dus van menschen,
die, nu ja, elkaar wel niet kenden toen ze in
den trein stapten, maar die met elkaar omgin
gen als oude bekenden, toen ze den eersten
voet op het Berlijnsche asfalt van de Frie-
drichstrasse zetten.
Waren het niet allemaal abonné's van de
Vereenigde Katholieke Pers en .stonden ze als
zoodanig elkaar niet nader, dan anders het ge
val zou zijn geweest?
Daar waren oude néenschen bij en jonge, men
schen die weten wat het leven is en aanstaande
menschen, die het nog moeten leeren kennen;
daar waren menschen bij, die van nature opge
ruimd en blij zijn, maar ook anderen, die, nou
ja, wel graag eens mopperen en een beetje nurk-
sig doen, maar toch waren ze al heel gauw alle
maal goede maatjes en dat zijn ze gebleven tot
ze, twee dagen later, in Utrecht weer uit elkaar
gingen.
Prettig, zoo'n reis met gelijkgezinden, al is
het ook geen groep Graalleden, die onverbidde
lijk aan de leiding gehoorzamen.
In Berlijn kwamen we 's avonds aan op een
Uur, waarop de meeste deelnemers aan onze
Berlijn-reis gewoonlijk wel netjes in bed zullen
liggen, maar op dezen Zaterdagavond was het
bed wel iets waar ze het allerminst aan dachten
en de meesten zetten dan ook hun koffertje in
het hotel Europaischer Hof neer en trokken
dadelijk weer naar buiten, om al vast dadelijk
Wat te genieten van de drukte op straat en de
tallooze kleurige lichtreclames, die voor die van
Parijs, dat de reputatie heeft de lichtstad te
zijn, niet onderdoen.
En dan was het toch ook wel een eigenaar
dige bekoring, om een uur of twee in den nacht
nog even een glaasje bier met een paar warme
worstjes te bestellen in een nog in vollen licht
glans schitterend café met marmeren wanden
en twee strijkjes.
Zooiets gaat nu eenmaal in Holland niet en
dus....
De bekoring van de verboden vrucht, maar
niet zoo erg.
Het eerste wat we den volgenden dag, een
Zondag, als goede Katholieken allemaal deden
was naar de kerk gaan en wel naar de Hedwig's
kathedraal, die, liturgisch niets op een kerk,
laat staan op een kathedraal lijkt, maar waar
mee ze het in Berlijn, dat nog niet' zoo lang
Bisschopsstad is, dan toch maar doen.
Mgr. Aengenent, die voor het Graalspel naar
Berlijn gekomen was, samen met plebaan Wes-
terwoudt van de Haarlemsche Kathedraal,
droeg er de Hoogmis op voor de bijna duizend
Nederlandsche Graalmeisjes, die gekomen wa
ren om haar Duitsche zusters te helpen bij de
reuzentaak Berlijn nader tot God te brengen
een taak, die in dit moderne Babel een onmo
gelijke schijnt, maar die de Graal toch wil
trachten te vervullen en die door de uitvoering
van het Graalspel „Rorate" een stevigen on
dergrond heeft gekregen.
Maar daarover straks; we zijn nu nog in de
Hedwigskathedraal. Daar was het middenschip
gevuld met de Hollandsche Graalmeisjes, allen
in uniform. In het middenpad stonden meisjes
met de prachtige, kleurige Graalbanieren en
ter weerszijden daarvan knielden de leidsters,
de cadetten, de gewone leden in breede rijen,
heel het middenschip van de cirkelvormige kerk
vullend. Langs de wanden, in een kring er om
heen, stonden de geloovigen, als de donkere om
lijsting van een kleurig schilderij. En boven,
op het koor, geschaard om den organist, die het
klavier bespeelde van het orgel, waarvan de
pijpen op drie verschillende plaatsen in de
kerk zijn opgesteld, een koortje van leidsters,
dat de liturgische en ook de andere gezangen
ten gehoore bracht op een wijze, die in vol
maaktheid alleen overtroffen werd door de su
blieme begeleiding van den organist.
Na het ontbijt zijn we gaan wandelen naar
het Graalhuis op de Belle Alliance Platz, op
welke wandeling we een flink gedeelte van de
4 y2 K.M. lange in een rechte lijn aangelegde
Friedrichstrasse, de Kalverstraat van Berlijn,
met voeten getreden hebben.
We gingen naar het Graalhuis, omdat de
Hollandsche Graalmeisjes, op haar propaganda-
tocht door de stad, voor onzen Haarlemschen
Bisschop zouden defileeren.
Vóór het gebouw een groote menigte en op
het balkon naast Z. D. H. Mgr. Aengenent ook
Mgr. Myers, wij-bisschop von Londen, die, in
verband met de reeds ver gevorderde plannen
der Hollandsche Graalleiding om ook daar met
deze prachtige meisjesbeweging te beginnen,
naar Berlijn was gekomen. Aan de andere zijde
van den Haarlemschen Bisschop prelaat Stein-
mann, die als vertegenwoordiger van Berlijns
Bisschop, Z. D. H. Mgr. Schreiber, aanwezig
was. Ook Haarlems plebaan, de hoogeerw. heer
Westerwoudt, was op het balcon aanwezig en
met die verschillende hooge geestelijken, de
beide vrouwen van Nazareth, mej. Kersbergen
en mej. Mia v. d. Kallen, die zooveel voor de
Graal hebben gedaan. Laatstgenoemde is de
organisatrice van de Graalbeweging in Duitsch-
land en tevens de schrijfster der verschillende
Graalspelen; mej. Kersbergen zal binnenkort
naar Londen vertrekken, om daar op te treden
als hoofdleidster der daar te stichten Graal.
Daar kwam hij aan, de kleurige stoet, op-
marcheerend in zes rijen, de heele breedte der-
straat innemend en begeleid door een auto vol
Schupo's. Met uitgestrekten arm marcheerden
de meisjes in kranige houding voorbij de bis
schoppen en toen ze, na het heele reusachtige
plein omgemarcheerd te zijn, weer voor het
Graalhuis kwamen, stelden ze zich daar op en
begonnen te spreekkoren, in het Duitsch, in het
Engelsch en in het Nederlandsch, daarmee
ieder der hooge geestelijken in eigen taal hul
digend.
Daarna werd afgemarcheerd en ook wij gingen
naar huis toe om te gaan eten. Die tocht naar
huis was voor velen weer een nieuwe sensatie,
omdat ze geschiedde per Untergrundbahn, die
velen der aan onze Berlijn-reis deelnemenden
alleen nog maar van hooren zeggen kenden.
Na den maaltijd kwamen de schitterende
autocars van de Mij. Elite voor, die ons, in een
tocht van drie uren, door heel Berlijn voerden,
een tocht waar allen volop van genoten, niette-
genstaande het intusschen was gaan regenen.
Zoo'n tocht maakt hongerig en dus maar di
rect naar het Abendessen, waarop andermaal de
autocars voorkwamen om ons naar het Sport
palast te brengen voor de bijwoning van het
Graalspel „Rorate".
Toen wij er aankwamen was de reusachtige
zaal reeds zoo goed als geheel gevuld (de 16000
plaatsen waren reeds dagen te voren uitver
kocht) en leverde een schitterenden aanblik op.
Alle wanden tot aan het kleurige rose dak toe
opgestapeld met menschen en in dien kring
door deze levende muren gevormd, een groote
kale, hel verlichte plek de plek waar straks
het spel op zal gespeeld worden.
Daar komen ze al aan, de Graalleden, met
wapperende banieren opmarcheerend naar het
midden van de zaal, waar ze haar „Was wir
wollen" uitzeggen, klaar en duidelijk en eindi
gend met:
Und es lebe der Gral.
Denn wir haben zusammen
Nur ein Ideal;
Gott sei Herr der Welt.
Das will der Gral.
Dan volgt: „Was wir sind" en „Was wir hof-
fen", alles ter inleiding tot het eigenlijke Graal
spel, dat onmiddellijk daarop aanvangt.
En nu volgt een spel, zóó mooi van lijn en
kleur, zóó getuigend van liefde en bekeerings-
ijver, dat ik dit derde Graalspel van mej. Mie
van der Kallen gerust het beste der tot-nu-toe
uitgevoerde durf noemen.
Het is korter dan het Paasch- en Pinkster
spel, dat wij al kenden, maar ook compacter, wat
een voordeel is.
Met dit spel wil de Graal aantoonen, dat juist
in deze moeilijke tijden de Katholieke levensbe
schouwing en ook d i e alleen, 't mogelijk maakt,
werkelijk gelukkig te wezen. En niet wil zij dat
aantoonen met lange redeneeringen, zegt het
voorwoord in het programmaboek; haar beste
bewijs is dit, dat hier een groep jonge meisjes
staat, die, niettengestaande zij, zoo goed als an
dere menschen, de zorgen van den tijd moeten
dragen tóch de kracht toonen, vreugde en le
vensmoed af te stralen.
Als het eerste deel van het spel begint staan
de Graalleden, die de inleiding zegden, in een
kring rondom de arena, om nu als koor op
te treden.
De muziek gaat over in de Adventshymne
Rorate coelj desuper en terwijl het koor den
nood en de verwachting van het volk van Is
raël vóór 2000 jaar vergelijkt met den nood
van onzen tijd, komen de in lila kleederen ge
hulde Hoffnungslosen van alle kanten de arena
binnen. Maar ook de groene Hoffnungsfrohen
komen binnen en buigen zich met de anderen
ter aarde, maar niet als dezen in vertwijfeling,
maar om vol vertrouwen verlossing af te smee-
ken. En als dan de muziek het Rorate coeli
inzet, danst heel de groep deze schoone Ad
ventshymne.
Troostend komen de profeten op en boet-
predikend de Johannesgroep, waarvoor èn Hoff-
nungslosen èn Hoffenden terugschrikken en
afdeinzen. En Johannes staat alleen: De stem
des roependen in de woestijn!
Dan is weer het woord aan de Graalgroep,
die verklaart dat weliswaar het geluk in de
Katholieke Kerk te vinden 'is, maar dat dit
door de Hoffnungslosen niet wordt aangenomen,
zoolang zij het bewijs ervan niet zien:
Johannes dem Taufer allein ist es nicht
gelungen
Die Welt zu bekehren.
Mit Maria als Bundesgenossin
1st seine Predigt
Zur frohen Botschaft geworden.
En daarom:
Will sie uns werben, so soil die Busse
jung sein, liebestrahlend und milde,
Will sie überzeugen, so muss ihre Sprache
hold sein und leuchtende Augen haben.
In dit eerste deel, dat uitmunt door kleur en
lijn, komen bijzonder mooie gedachten voor,
waarvan het alleen maar te betreuren valt, dat
de buitengewoon slechte acoustiek der zaal den
indruk eenigszins schaadde.
In het tweede gedeelte, waarin de vergelij
king met Maria wordt voortgezet, stijgt aan het
slot het Magnificat als een jubel uit de harten
der meisjes omhoog, dat God haar zulk een
grootsche taak heeft gegeven.
Hoe die taak vervuld kan worden toont het
derde gedeelte aan, dat ons Christus, den Red
der der wereld als Offerlam toont Christus,
Die de zonden der wereld wegnam en die het
zelfde verlangt van hen, die voor Zijn Rijk
willen werken.
Ik heb reeds gezegd, dat ik dit Kerstspel
mooier vind dan het Pinkster-, mooier ook
dan het Paaschspel.
Hier toch zijn de kleuren woorden geworden,
hier spreekt het rhythmische beweeg der ge
waden, zooals bijvoorbeeld in het groote slot
koor een duidelijke taal, onderstreept het
althans het gesprokene op treffende wijze.
En zóó groot was herhaaldelijk de indruk dien
het spel maakte, mede door de geestdrift die
uit de uitvoerenden oplaaide, door de vervoe
ring op haar gezichten te lezen, dat telkens
weer de zakdoeken te voorschijn werden ge
haald. En niet door de dames alleen en ook
niet alleen door de leeken.
Onder de Bisschoppen, die hier alle drie
aanwezig waren, tusschen de Nederlandsche en
de Engelsche zat nu ook de Duitsche, Mgr.
Schreiber, bisschop van Berlijn, scheen vooral
laatstgenoemde meermalen werkelijk aangegre
pen te worden.
En Berlijnsche priesters, die ik tijdens het
spel sprak, waren eensgezind in hun bewon
dering dat vrouwen en vrouwen alléén, iets
dergelijks konden tot stand brengen.
Dat zouden Duitsche meisjes niet klaar
spelen, zei er een, ten minste niet zóó, niet
dat er die bezieling van uitging, die deze Hol
landsche meisjes wisten te voorschijn te roepen.
En een andere priester maakte mij de vol
gende veelzeggende opmerking:
Wij hebben hier in Berlijn ongeveer 400.000
menschen die Katholiek heeten, maar waarvan
er niet meer dan 100.000 ook werkelijk Katho
liek zijn. Nog één zoo'n machtig Graalspel en
we hebben er 150.000!
Zijn deze twee uitspraken niet voldoende om
de stemming van de Duitsche geestelijkheid
ten opzichte van de Graal te kenschetsen?
Want in dien geest waren ze immers allemaal!
En het publiek!
Dat was in een woord in laaiende geestdrift
gezet en bij het défilé der 1200 deelneemsters
na afloop van het spel, was het een applaus-
storm, alsof men het Sportpalast wilde af
breken.
Toen stilte: Mgr. Aengenent verhief zich van
zijn zetel en sprak de aanwezigen, speciaal de
Duitsche Graalmeisjes als volgt toe:
Met groote
vreugde aldus
ongeveer Zijne
Hoogw. Excel
lentie ben ik
naar Berlijn ge
komen om dit
spel te kunnen
bijwonen en van
het werk der
Graal in de
Duitsche
hoofdstad te
vernemen. In
mijn diocees
heeft de
Graal-beweging
reeds groote
vruchten voort
gebracht en het
verheugt mij,
dat ook in deze
Langs verschillende wegen heeft men
in verschillende landen ernaar ge
streefd, tot een korter werkweek dan
van 48 uren te komen, ten einde de werk
loosheid te verminderen.
Reeds in November 1931 heeft de Belgi
sche Minister van Arbeid, Heyman, getracht
werkgevers en arbeiders tot overeenstem
ming te brengen, niet door voorschriften,
maar door overreding door de Arbeidsin
specteurs. Na de mijnwerkersstaking in 1932
stelde de Minister een rouleerings-systeem
voor.
Op gelijke wijze handelde de Fransche
Minister van Arbeid in 1932: hij droeg den
arbeidsinspecteurs op bemiddelend tusschen
werkgevers en arbeiders op te treden.
Ook President Hoover sprak zich in ge
lijken geest uit. Hij ging verder. Op grond
van de „Economy Act-1932" werd de werk
tijd der ambtenaren met dag per week
verminderd, en hun loon met 1/11 ver
laagd: feitelijk werd daardoor voor hen de
vijf-dagen-week ingevoerd.
Eenige gemeenten in Tsjecho-Slowakije
voerden voor hun ambtenaren en werklie
den de 40-uren-week in.
In 1931 bepaalden de Provinciale Raden
van Antwerpen en Oost-Vlaanderen, dat
in de bestekken voor publieke werken voor
rekening van de provincie de 40-uren-week
werd voorgeschreven, echter met gelijk
blijvend uurloon (het weekloon werd dus
evenredig verlaagd).
In N. Z. Wales (Australië) werd in de
openbare bestekken ook de 40-uren-week
voorgeschreven, echter ook daar met gelijk
blijvend uurloon.
In de Ver. Staten ging men nog een stap
verder: bij den gesubsidieerden wegenaan
leg werd de 30-uren-week als voorwaarde
gesteld. Zoo ook in verschillende afzonder
lijke Staten.
Het Dekreet van 5 Juni 1931 gaf in
Duitschland aan de Rijksregeering de be
voegdheid (behoudens goedkeuring van den
Rijksraad) om bij Besluit de werkweek van
40 uren voor te schrijven aan bepaalde
takken van industrie, administraties, of
bepaalde categorieën van arbeiders, mits
er in die ondernemingen minstens 10 ar
beiders werkzaam waren, zich geen techni
sche of economische moeilijkheden voor
deden en er voldoende arbeiders te krijgen
waren. Bovendien werd nog bepaald, dat
de wet zou geacht worden te zijn nageleefd,
wanneer de gemiddelde werkduur in een
tijdperk van zes weken niet hooger was
geweest dan 40 uren per week. Ten aanzien
van het loon werd bepaald, dat het, hoewel
bij collectief of individueel contract anders
vastgesteld, met een gelijk percentage
mocht verlaagd worden als waarmee de
arbeidsduur verkort werd.
De Regeering trachtte toen eerst door
overleg en bemiddeling iets te bereiken. Zoo
werd bij collectief contract de werkweek
verkort in de brouwerijen, in de chemische
industrie en het bouwbedrijf te Berlijn. In
de meeste andere industrieën kwam men
niet tot overeenstemming, omdat men 't
niet eens kon worden over het loon.
Tot verplichte werkweek-verkorting
kwam het nog niet. Er was al een verplichte
loonsverlaging van 10 pet. De Minister van
Arbeid zag er bezwaar in, door de verkor
ting van de werkweek het weekloon nog
weer met 1/6 te verminderen.
In Polen werd in October 1931 een wet
aangenomen, waarbij aan de Regeering de
bevoegdheid werd gegeven, om in tijd van
crisis den arbeidsduur te verlengen of te ver
korten, voor den tijd van één jaar. Het is
echter aan het Intern. Arbeidsbureau niet
bekend, of deze wet toepassing heeft ge
vonden.
Langs wetgevenden weg is er dus nog
niet veel bereikt.
Wel echter door het particulier initia
tief, uitgaande hetzij van de werkgevers,
hetzij van de arbeiders.
In de Vereenigde Staten hebben in Sept.
1932 de directeuren van het Amerikaansche
Petroleum-Instituut, dat vrijwel de geheele
petroleum-industrie van de Ver. Staten
omvat, aan hun dochter-maatschappijen
de 40-uren-week aanbevolen. Ook de Kamer
van Koophandel van de Ver. Staten sprak
zich vóór de 40-uren-week uit. Sinds eenige
maanden heeft zich een industrieel Comité
geconstitueerd, afhankelijk van het Indus
trieel en Bank-Comité van den „Federal
Reserve Board", dat zich ook uitsprak voor
verkorting van de werkweek, ten einde het
voorhanden werk billijker onder de arbei
ders te verdeelen.
Het gemakkelijkst is de werkweek-ver
korting in te voeren in de continu-bedrij-
ven, hetzij ze zes etmalen werken, hetzij
ze ook des Zondags doorwerken.
Brinckman Meryele" te Harburg Wil
helmsburg (Duitschland) reeds in October
1930 het 3-ploegen-stelsel (met 8-urendag)
vervangen door een vier-ploegen-stelsel
(met 6-urendag). Bij de reeds werkende
1000 arbeiders konden er daardoor nog 350
werklooze arbeiders in dienst genomen
worden. Evenwel: de uurloonen bleven on
veranderd, zoodat dus de weekloonen ver
minderd werden. De Fabrieksraad, vooraf
hierover gehoord, keurde toch den maat
regel goed, omdat hij in 't belang was der
werkloozen. Hier werd dus niet alleen over
solidariteit geschetterd, maar werd zij in
praktijk gebracht.
Ook de „Kellogg Food Company" (Ver.
Staten), die voedingsmiddelen produceert,
en waarvan de voornaamste fabriek ligt te
Battle Creek (Michigan), heeft den werk
dag van 8 op 6 uur gebracht, sinds 1 Dec
1930. Daardoor konden 33 1/3 pet. méér
arbeiders te werk worden gesteld. Het
grondloon werd met 12/2 pet. verhoogd,
m.a.w. voor de 6 uren werden 7 uren uit
betaald. De arbeiders verloren dus maar 1
uur per dag.
Ook de Suiker-industrie in Polen heeft
het 4-ploegen-stelsel ingevoerd, met een
werkdag van 6 uur. Daardoor konden 4500
arbeiders méér dan in 't vorige jaar tijdens
de campagne worden tewerk gesteld.
In de Duitsche brouw-industrie werden
al reeds meer dan 60 overeenkomsten ge
sloten, om de werkweek van 48 uur te ver
vangen door een van 40 uur, verdeeld over
5 dagen. Dit betrof 559 brouwerijen met
meer dan 30.000 arbeiders, van wie aan
ongeveer 22.000 een compenseerende uur-
loonsverhooging werd toegekend. Daardoor
behoefden 8000 arbeiders niet te worden
ontslagen, wat wegens vermindering van
de productie en de rationaliseering anders
noodzakelijk zou zijn geweest.
Ook de „Manufacturing Chemists Asso
ciation" (Ver. Staten) heeft aan zijn leden
aanbevolen het 4-ploegen-stelsel in te voe
ren, met behoud van het uurloon. Zoo kon
den in een fabriek met 600 arbeiders 135
werkloozen worden aangesteld.
Ook de „Standard Oil Company" (New-
Jersey) heeft met 1 Juli 1932 de 40-uren-
week ingevoerd, allereerst om niet tot ont
slag te behoeven over te gaan. Daarom
werd de 5-dagen-week ingevoerd, wat ech
ter hier en daar tot moeilijkheden aanlei
ding gaf.
Enzoovoort.
Er blijkt echter uit al deze gegevens één
ding: de groote, vaak onoverkomelijke,
moeilijkheid levert de loonregeling op.
Daarom zullen wij daaraan een volgend
artikel wijden.
grootstad dat zegenrijk werk is aangevangen.
Want het doel van de Graal is heilig en
verheven. Ze wil, energiek, er toe meewerken,
om de wereld voor Christus terug te winnen,
die wereld terug te voeren naar Hem, die alleen
haar gelukkig maken kan. En ze wil dat be
reiken door de jonge katholieke vrouw voor
dit ideaal te bezielen.
De Graal heeft een drievoudige opgave.
Op de eerste plaats is ze een religieuze be
weging; op de allereerste plaats wil ze de jonge
vrouwen tot overtuigde katholieken vormen,
die den Katholieken godsdienst als het hoogste
goed beschouwen en die, wanneer zij eenmaal
gehuwd zijn, haar kinderen tot getrouwe be
geesterde katholieken zullen vormen. De Graal
wil de jonge vrouwen zoo opvoeden, dat ze
trotsch zijn op haar godsdienst, dat ze openlijk
haar katholiek-zijn toonen en dat Katholicisme
in de wereld uitdragen. Dat is in onzen tijd
noodzakelijk. De Kerk zelf geeft daarvan een
heerlijk voorbeeld in haar liturgie, met haar
heilige handelingen, haar gebaren, haar para
menten. Wat innerlijk in de ziel leeft, dient
naar buiten te treden. Alle richtingen treden
thans in het openbaar op, laten zich zien,
spreken tot de massa, willen openlijk getuigen
van haar kracht, om door die geestelijke pro
paganda de menschen tot zich te trekken.
Daarom treedt ook de Graal naar buiten, om
wat in haar leeft trotsch en blij onder de men
schen te dragen.
Op de tweede plaats is de Graal een maat
schappelijke, een sociale beweging-. Ze wil haar
leden maken tot flinke huisvrouwen. Daarom
organiseert zij cursussen in naaien, koken,
wasschen enz. Die cursussen vallen niet zoo
zeer naar buiten op, trekken niet zoo de aan
dacht, maar in mijn bisdom zijn ze alreeds
tot grooten bloei gekomen.
Op de derde plaats is de Graal een cultuur
beweging. Ze streeft na een katholieke cultuur;
op het gebied van kleeding, zang, dans, ver
maak. Ze tracht daarin naar iets hoogers en
het leekenspel is daarvan een uiting. Ik wil
er echter sterk den nadruk op leggen, dat, hoe
gewichtig en belangrijk dit deel van hetgeen
de Graal beoogt, ook is, het een groote dwaling
zou zijn, daarin het wezen van de Graal te
zien. De religieuze en de sociale vorming zijn
veel belangrijker en vooral daaraan moeten
de eerste krachten worden gewijd.
Moge God de Graal zegenen ook in de groot
stad Berlijn. Ik twijfel daaraan niet, gezien
den zegen dien ze in mijn bisdom, waar ze
ondanks groote moeilijkheden in 3 jaar tijds
tot 15.000 leden uitgroeide, ontving. Ook de
duivel zal zich inspannen om het werk van
de Graal te bemoeilijken. Maar is het niet
reeds een zegen, dat deze beweging, zoo fonkel
nieuw, door iedereen begrepen wordt?
Zonder Gods zegen zou dat niet het geval
zijn geweest. Ook hier, in Berlijn, zal men
moeilijkheden ondervinden, maar ze zullen
worden overwonnen, want God zal helpen, om
dat de Graal niet anders wil dan de eere Gods.
Moge de Graal ook hier echt-katholieke, flinke
vrouwen vormen, die Berlijn zullen herwinnen
voor onzen Koning Jezus Christus. (Daverend
applaus)
Vervolgens sprak de wijbisschop van
Londen, Mgr. Myers, zijn groote vreugde
uit over hetgeen hij hier gezien had. Hij bracht
de groeten van de Engelsche Katholieken en
van Kardinaal Bourne over en zal van de
groote vurigheid der Graalmeisjes, vooral tot
bevordering van den vrede, getuigen.
Tot slot sprak nog de bisschop van Berlijn,
Z.Hoogw. Excellentie Mgr. Schreiber. Hij bracht
zijn hartelijken dank aan de meisjes uit Hol
land en sprak zijn oprechte bewondering uit voor
hetgeen ze hadden tot stand gebracht. Ge zijt,
aldus Monseigneur, gisteren reeds op weg gegaan.
Ge hebt onderweg gezwegen en gebeden en dat
offer gebracht voor de Graalmeisjes hier, en voor
de groote Katholieke zaak. Ge hebt de pontifi
cale Hoogmis, in de kathedraal door uw bisschop
Mgr. Aengenent, gecelebreerd, bijgewoond en ge
zijt allen te communie gegaan met uw vriendin
nen in Berlijn. Ge hebt een mysteriespel opge
voerd, dat op alle aanwezigen een geweldigen in
druk heeft gemaakt. Ik dank u en ik hoop dat
uw begeestering, uw enthousiasme, uw offergeest
op ons moge zijn overgegaan.
Mgr. Schreiber begroette dan de beide Hoog
waardige Bisschoppen, wier aanwezigheid weer
de groote Katholieke eenheid demonstreert en
neemt dan afscheid van de Hollandsche Graal
meisjes met de wenschen: en gij, Graalmeisjes
uit Holland, neemt het bewustzijn met u mee, dat
gij een groot enthousiasme hebt gekweekt, het
bewustzijn, dat wij zullen trachten uw voetstap
pen, de voetstappen van de Graal na te volgen.
Van deze toespraken hebben de Hollandsche
Graalmeisjes niet veel gehoord, die moesten weer
terug naar Holland en doordat het spel later uit
was dan verwacht werd, moesten die haast-je-
je-rep-je naar den trein, waarvan de eerste toch
niet eer dan met een uur vertraging kon vertrek
ken; de tweede, ook die voor de deelnemers aan
onze Berlijn-reis, vertrok met een half urn: ver
traging.
Waarlijk, wie deze meisjes op het perron en bij
't vertrek in den trein gezien had, wie de stra
lende gezichten zag, den frisschen zangthoorde,
zou niet geloofd hebben, dat deze zelfde "meisjes
's morgens na de Hoogmis een straffe wandeling
door Berlijn gemaakt hadden, 's middags van 1
tot 7 uur gerepeteerd en daarna van acht tot half
elf aan de uitvoering van het Roratespel hadden
meegemaakt.
En toch is dat zoo.
Maar het waren Hollandsche meisjes beter
nog Hollandsche Graalmeisjes!
ARTHUR TERVOOREN.
Naar wij vernemen zal de heer Jos. Maenen,
lid der Tweede Kamer, zich voor de a.s. verkie
zingen, niet meer beschikbaar stellen.
In intiemen familiekring vierde vandaag Jhr.
P. J. S. M. van der Does de Willebois te 's-Her-
togenbosch, oud-burgemeester der stad en oud
lid van de Eerste Kamer, onder zeer talrijke en
veelzijdige blijken van belangstelling zijn negen
tigsten verjaardag.
Het Kon. 's-Hertogenbosch' Mannenkoor en
het Kon. Muziekkorps 's-Hertogenbosch, waar
van de hooggeachte en algemeen beminde jubi
laris eere-voorzitter ij beschermheer is, brach
ten hun gevierden beschermheer een serenade.
In den ouderdam van 72 jaar is Zondagmid
dag te zijnen huizen te Utrecht, na een lang
durige ongesteldheid overleden prof. dr. B. J.
Kouwer, oud hoogleeraar aan de Universiteit te
Utrecht.
Prof. dr. B. J. Kouwer werd te Wormerveer
geboren op 31 Augustus 1861. Hij studeerde te
Leiden in de geneeskunde en werd daar 2 jaren
assistent van professor S. Thomas. Hij promo
veerde op een proefschrift, getiteld „Verslag
van de Volkskundige Kliniek en Polikliniek
van het Academisch Ziekenhuis te Leiden 1882
1884". Na zijn promotie vestigde hijzich te
Haarlem, waar hij als practicus groote reputa
tie verwierf en waar hij in de gelegenheid was
als geneesheer aan het St. Elisabeths Gasthuis
zich in het bijzonder te bekwamen. In 1898
volgde hij prof. Halbertsma op om onderwijs te
geven aan de Universiteit te Utrecht in de ver
loskunde en de leer der vrouwenziekten. Hij
aanvaardde zijn ambt op 16 Januari 1899 met
het uitspreken van een rede getiteld: „Over
Zondag werd onder de H. H. Missen het vol
gende schrijven van Z. H. Exc. Mgr. J. D. J.
Aengenent van den kansel bekend gemaakt:
Het is Ons bekend, beminde Diocesanen, dat
in den loop dezer maand Januari door den Ka
tholieken Radio-bond in het Bisdom Haarlem
een krachtige actie zal worden gevoerd om
onder de Katholieken van dit Diocees grootere
belangstelling en sympathie te wekken voor de
instelling van den Katholieken Radio-Omroep,
dien wij, God zij dank, in ons land bezitten.
Diep doordrongen als Wij zijn van de groote
beteekenis van den Katholieken Radio-Omroep,
en van ganscher harte hopende, dat de bedoelde
actie zoo volledig mogelijk zal slagen, wenschen
Wij heden, op den dag waarop de actie zal aan
vangen. Onze stem te doen hooren, ten einde U
met vaderlijken ernst te vragen, aan den op
roep der propagandisten, die tot U zullen ko
men, gehoor te willen geven.
De uitvindingen van het menschelijk vernuft
op het gebied der techniek zijn door God be
doeld en bestand om het geluk van den mensch
te bevorderen voor den tijd en voor de eeuwig
heid. Maar zij kunnen ook door den mensch
worden misbruikt, en worden dientengevolge
meermalen een belemmering niet alleen voor
het bereiken van zijn geluk op deze aarde,
maar zelfs voor 't bereiken van zijn geluk hier
namaals.
Wü behoeven U niet te zeggen, hoe door Om
roepen van andere richting getracht wordt ge
schriften, boeken en ideeën te propageeren, die
lijnrecht in strijd zijn met onze Katholieke be
ginselen, en hoe dus die Omroepen een der be
wonderenswaardigste uitvindingen van onze
eeuw misbruiken tot schade van den mensch
vooral tot schade van zijn onsterfelijke zieL
Maar wat Wij U wel meenen te moeten zeg
gen, is, dat gij verplicht zijt om aan de Omroe
pen, die zich aan dat euvel schuldig maken,
allen steun te onthouden, omdat gij anders
mede verantwoordelijk zijt voor de verspreiding
van het kwaad, dat door hen wordt gesticht, en
daarnaast staat de plicht der Katholieken om
hun eigen Omroep, den K.R.O., zoo krachtig
mogelijk te steunen, en hem zoodoende in staat
te stellen zijn programma's tot zoo hoog moge
lijk peil op te voeren en aan de verspreiding
der goede beginselen op zijn wijze mede te wer
ken.
Het doel van dit schrijven is echter niet al
leen om U tot daadwerkelijken steun aan den
K.R.O. aan te sporen. Wij achten Ons ook ver
plicht, beminde Diocesanen, U ernstig te ver
manen, zoowel in het belang van Uw eigen zie
lenheil als van dat Uwer huisgenooten, vooral
der opgroeiende jeugd, om door middel van Uw
radio-toestel niet toe te laten het gesproken
woord, wanneer het wordt uitgezonden door
een Omroep, waarvan gij verwachten kunt,
dat hij denkbeelden zal verkondigen, die in
strijd zijn met de Katholieke beginselen om
trent godsdienst en zeden. Om dezelfde reden
moet gij U ook onthouden van het lezen van
radio-tijdschriften, die door dergelijke Omroe
pen worden uitgegeven, omdat ook daarin ideeën
worden verkondigd, waardoor het godsdienstig
en zedelijk leven gevaar loopt schade te lijden.
De Katholieke Radio-gids zij het eenige radio
tijdschrift, dat Uwe woning mag binnenkomen.
Volgaarne roepen Wij Gods Zegen af over de
propaganda-actie, die de Katholieke Radio-
bond in het Bisdom Haarlem vandaag gaat be
ginnen. Wij hopen, dat de resultaten dezer ac
tie, onder de Katholieken van Ons Bisdom aan
Onze verwachtingen zullen beantwoorden.
Maar reeds nu, vóórdat die actie U bereikt
heeft, roepen wij U toe:
STEUNT UITSLUITEND
DEN KATHOLIEKEN RADIO-OMROEP,
EN LEEST UITSLUITEND
DEN KATHOLIEKEN RADIO-GIDS.
het verband tusschen gynaecologische en andere
ziekten".
Men zal zich herinneren, hoe prof. Kouwer
destijds de oogen van geheel Nederland op zich
gevestigd zag, toen hij te Den Haag H. M. de
Koningin in moeilijke uren bijstond. Hij was
het ook, die de bulletins betreffende de ge
boorte van Prinses Juliana onderteekende.
Te Utrecht, waar onder zijn professoraat een
nieuwe kliniek werd gesticht, heeft hij school
gemaakt, zoodat 't tot een bijzondere onderschei
ding geworden is een geneesheer uit „de school
van Kouwer" te zijn. Het is niet in kort be
stek te zeggen, hoe prof. Kouwer met een onuit
puttelijke zelfopoffering en toewijding, met
ijzeren energie en een spreekwoordelijk gewor
den critische gestrengheid het hooger onderwijs
in zijn nobel en menschlievend vak heeft om
hoog gebracht en ook de geneeskundige practijk
heeft beoefend. Onverbiddelijk voor zich zelf
was hij dit ook voor anderen.
Hij werd gedreven door een hooge opvatting
van het moederschap, een zuivere liefde voor
zijn werk en wetenschap, maar vooral door een
warme genegenheid voor den evenmensch. Eüj
stond altijd en overal voor iedereen klaar,
geschraagd door het diep gewortelde bewust
zijn van zijn verantwoordelijkheid. Tal van
wetenschappelijke geschriften op gynaecologisch
gebied verschenen van zijn hand in de vak
bladen. Van de Maatschappij voor Geneeskunde
heeft hij geruimen tijd het voorzitterschap be
kleed evenals van de Utrechtsche afdeeling dier
Maatschappij. Den Nederlandschen Bond- van
Ziekenverpleging heeft hij mede helpen oprich
ten en van de gynaecologische congressen te
Parijs en Berlijn heeft hij het eere-voorzitter-
schap aanvaard.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig professoraat,
werd hij op 19 Januari 1924 op bijzondere wijze
gehuldigd.
In 1926 heeft prof. Kouwer zijn ambt neer
gelegd. De eerste maanden van het vorig jaar
bleek het, dat een ongeneeslijke ziekte hem had
aangegrepen. Op zijn ziekbed heeft hij nog een
werk voltooid over de geschiedenis der medische
faculteit van de Utrechtsche Universiteit, dat
in verband met het komende Eeuwfeest wordt
samengesteld.