De gebeurtenissen te Beauraing De veertig-urige arbeidsweek Prikkeldraad NIEUWE VERKLARINGEN Mgr. Dr. Hensen Het loonvraagstuk Knipseltje WOENSDAG 11 JANUARI Getuigenissen van anderen, die nu ook de verschijningen zouden hebben gezien Nog steeds vele belang stellenden DEKEN Dr. J. MAAS BEDIEND R.K. Verbond van Technici DE AUTOMATENKWESTIE De heer Jamin voor de rechtbank HET HEK DOOR DE DUINEN Vragen aan Ged. Staten van Noord-Holland •-> De Haarlemsche bijdragen in rouw Kans op vriezend weer BURGEMEESTER WASZINK Een ongeval bij zijn wandeling DE ZONDAGSSLUITING Sigarenwinkeliers en automaten Moet zeer gering worden geacht DE VERLOREN DOCHTER Weer naar huis teruggekeerd NU GEEN KORTSLUITING Opzettelijke brandstichting? STAKING BEËINDIGD ONGELUK VOORKOMEN Boomen van bewaakten overweg geopend OFFERBLOK MEEGENOMEN Jeugdige kerkdieven Jongeman vermist J. B„ achter welke initialen we den beken den Vlaamschen publicist Jan Boonen meenen te mogen herkennen is voor de katholieke Brus- selsche Standaard naar Beauraing gegaan en heeft alles opgeteekend, hetgeen hij zelf waar nam of wat hij hoorde van anderen die hü dan met naam en omschrijving opgeeft. „Wat hier volgt zal ontdaan blijven van elke moedwillige woordenwisseling en is niets dan de vrucht van rustig bezoek te Beauraing. Wat J. B. dan over al 't gebeurde meedeelt komt geheel overeen met hetgeen onze lezers uit onze eigen correspondentie reeds weten. Maar over de allerlaatste dagen, nu ook andere per sonen de verschijningen zouden gezien heb ben, vermeldt hij nieuwe bijzonderheden. Wij releveeren hier deze met de volgende in- leid'ng van J. B. De verschijningen aan personen uit de me nigte echter, bieden zij geen grooter gevaar, is hier collectieve begoocheling niet veel meer te vreezen, vooral bij den schokkenden indruk. Dinsdagavond gewekt door de nieuwe en lang durige extase der kinderen? Want, zooals werd vastgesteld, de stemmen der kinderen bidden vreemd, onmenscheiyk, tijdens deze extase; en dit kan niet anders dan het hart der menigte, welke dit hoort, zeer diep ontstellen. Te Beauraing werd mij trouwens gevraagd, door katholieke personen, door katholieke ge- neesheeren, dit nieuwe feit met verdubbelde om zichtigheid te behandelen; als het kon: er zelfs over zwijgen. En dit uit een gevoel van vertrou wen, dat toch heerlijk genoeg zal blijken wat tot de glorie van den Heer en van Zijne Heilige Moeder te Beauraing is bedoeld. Ik heb me echter, na twee dagen ondervra gen, niet meer aan de mij verzochte „beschei denheid" kunnen houden, wegens het al te treffende der hardnekkige, vastberaden verkla ringen welke ik hoorde. Vooraf nog deze zeer beteekenisvolle aandui ding: .1 op geen enkelen anderen der 31 dagen der „verschijning" heeft één enkele der dui zenden pelgrims (er is ongetwijfeld reeds een half millioen menschen te Beauraing geweest tusschen 29 November en 6 December) ooit be weerd, ook de verschijning te hebben gezien; 2. Dinsdagavond echter hebben, wellicht een 100-tal personen, in tranen, of in angst, of In verrukking, op de knieën zakkend, luid geroe pen, dat ze de Allerheiligste Maagd zagen; 3. alle verklaringen, die ik zelf hoorde en opnam, en verschillende die ik mij op papier deed neerschrijven, zijn benauwend overeen stemmend wat betreft: het beeld der verschij ning, de plaats in de denneboomen, het oogen- blik der verschijning; 4. de meeste der personen, welke ik onder vroeg zeggen „totterdood", „al moesten zij er voor sterven", er zeker van te zijn, dat zij de ver schijning zagen; 5. ik heb vérklaringen gehoord van perso nen die volslagen ongeloovig, zelfs met Ironische hij bedoelingen, bij de biddende menigte waren gekomen, of uit hun venster naar de menigte en de kinderen keken. Ik overschrijd dus de mij gevraagde discretie en bevestig, dat de hierna volgende personen, staande in vensters van huizen tegenover kloos tertuin en grot, of onder de menigte in de rue de Rochefort, hardnekkig volhouden, dat zij de verschijning hebben gezien. Paul Bourlon, rue de Rochefort, 22, gepen- sionneerd gendarm, nog wat timmerwerk ver richtend, zegt dat hij de verschijning heeft ge zien vlak vóór zijn huis in de dennen, terwijl de menigte nog bad, vermoedelijk terwijl de kin deren vóór de grot hun dankgebed zeiden, want hunne stemmen werden nog gehoord. Het was naast den kloostertuin, rechts, in een den- neboom van het park Saint Omer. Hij is zeer vastberaden in zijn beweringen. Hij teekent den vorm uit: als een wolk die open en toescheurt, ovaalvormig de H. Maagd mét kroon, alles glanzend wit, echter met blauwen gordel. Zijn zoon Paul Emile, bijna 12 jaar oud, leer ling in de 5e voorbereidende der middelbare staatsschool, beweert evenals zijn vader de ver schijning te hebben gezien en dit meerdere malen achtereenvolgend als weesgegroeten. Mevrouw Bourlon eveneens. Het gezin Bourlon is geloovig. De heer Albert Mouvet, een der socialistische voormannen van Beauraing (men noemde hem mij zelfs, vermoedelijk met eenige overdrijving, als een „bolchevisant") rue de Rochefort 20. werkzaam in de fabriek van Floymont. die sedert 14-jarigen ouderdom geen voet meer in een kerk had gezet, houdt op leven en dood staande, dat hij de verschijning heeft gezien. Hij is ontsteld begonnen te bidden. Driemaal! heeft hü „duidelijk, onbetwistbaar, zeker" zegt hü, de verschü'ning gezien. In de denneboomen, nabij den. telefoonpaal, naast den kloostermuur, in het park Saint Omer. Men hoorde nog de kinderen bidden, zegt hü, naar hem leek bü de grot (dus na den rozenkrans). Geheel de fabriek heeft hem uitgelachen, zün directeur heeft hem geroepen, hü zegt totter dood te willen getuigen, dat hü de Heilige Maagd heeft gezien, hü wil alles geven, om Haar nog eenmaal te mogen zien. „Je crois et je prie" (ik geloof en ik bid, zegt hü) en wil voor allen, overal getuigen van de verschü'ning. Hü wist niets van mün ondervraging van Paul Bourlon, toen ik bü hem kwam, hü zeide mü, dat O. L. Vrouw in een ovaal licht was verschenen, dat zü wit was en een blauwen gordel droeg, haar handen waren samenge vouwen. Zün dochtertje Nelly, in het 6e jaar der ge meenteschool, verklaart eveneens de verschij ning te hebben gezien. Zelfde tüdsopgave, zelf de beschrijving. Het duurde vüf Weesgegroet jes. Zü zag den gordel echter wit. Bourlon's vrouw Antoinette, naaister, ging sedert jaren niet meer naar de kerk, zag de verschijning, gelooft, bidt, wil iedereen aanzet ten te gelooven en te bidden. Er is geen twyfel omtrent de verschüning, meent zü- Verklaarden eveneens de verschüning te heb ben gezien, toen het rozenkransgebed der kin deren was geëindigd, in de dennen naast den kloostertuin, twijfelen niet, aarzelen niet, wil len alles geven om te bevestigen „dat zü zagen"; Een atheneumprofessor te Virton (geen ge- loovige) die verzocht zün naam in de pers niet te noemen, maar „getuigen" wil. Fernande Havenne, zuster van den blinden Havenne, jong naaister. Weduwe Louise Toussaint-Monet. Haar zoon Jean,, 14 jaar oud, leerling op de middelbare staatsschool. Mevrouw Paula Nicaise-Mouvet, Beauraing. Personen uit Poperinge en personen uit Luik, hebben verklaard eveneens de verschüning Dinsdagavond te hebben gezien. De heer Maurice Warzée, handelaar, Violet- tenstraat te Brussel, verwoed ongeloovige, in het openbaar werkzaam geweest tegen geloo- vigen en geestelüken, heeft de verschijning ge zien, is doodelyk ontsteld neergestort ten huize van zijn vriend Albert Mouvet, rue de Roche fort, 20, na de verschüning, en „wenscht zijn leven te wijden om te getuigen, dat hü de Al lerheiligste Maagd heeft gezien". Ik verzwijg enkele meer vage getuigenissen, en verklaar nogmaals, dit alles slechts open baar mede te deelen met dit ééne doel, de waarheid te dienen. Tenslotte nog dit laatste feit: Vrijdagmorgen was in voorzichtigen vorm in ons blad mededeeling gedaan, dat personen uit de menigte volhielden, dat de Allerheiligste Maagd Dinsdagavond, na de verschijning aan de kinderen, zich ook aan hen had vertoond. Bü onzen terugkeer Vrijdagmorgen werd ons door den heer Herman Deckers, bankbestuur- der te Antwerpen, secretaris van „De Pelgrim", telefonisch meegedeeld, dat zün vrouw en zün doof zoontje (13 jaar oud) staande hielden de verschüning te hebben gezien. Ik vroeg dadelük aan den heer Herman Deckers mü met zoo juist mogelüke woorden te zeggen, hoe beiden de verschüning beschre ven. Ik had nog aan niemand mededeeling kun nen doen van de beschrüving mij gegeven door de heeren Bourlon, Mouvet, e.a. te Beauraing. en die mij waren gedaan Donderdagmiddag en Donderdagavond (te 5.45 uur). De beschrüving der verschijning aan mevr en zoontje Deckers, en de aanduiding van de plaats en tüd, zooals ik die vernam, waren treffend in overeenstemming met die. welke mij te Beauraing waren gedaan en die men hierboven heeft gelezen. Intusschen hebben mevrouw Carmen Deckers Lintzen-Wiegand en de heer Herman Deckers mü de hiernavolgende verklaring, in eer en ge weten en met alle christelüke voorzichtigheid, geschreven en toegezonden: „Ik ondergeteekende Herman Deckers, wo nende te Boechout bij Lier, „Angelus", 32. Frans Segersstraat, verklaar, dat Dinsdag 3 Januari müne echtgenoote, Carmen Lintzen Wiegand, met vier onzer kinderen, naar Beau raing geweest is. Bij hen waren nog de geleider der auto. een priester en nog eene dame. Terug te Boechout om 3 uur 's nachts ver klaarde mevrouw Deckers onmiddellijk: Verschillende honderden personen, waaron der ik en Ignace (Ignace is mijn dertienjarig zoontje die in 1927 als gevolg van eene menin- gite, totaal doof geworden is) hebben Onze Lieve Vrouw gezien. Mevrouw Deckers gaf de volgende beschrij ving: Zü verscheen in een ovalen nimbus, rechts van het kapelleken van O. L. Vr. van Smarten, boven de boomen. Uit de nimbus gin gen gouden stralen uit. Zü stond in den nim bus in een diepte van licht. Ik kon het gelaat, door de intensiteit van licht, of door mijn tranen, niet goed onderscheiden, ook niet de houding der handen. Het kleed was wit, ver rukkelijk wit; de gordel rond de lenden gebon den en opzij vallende uit een knoop, blauw. Ik heb Haar tweemaal gezien. De tweede maal heb ik de samengevoegde handen gezien. In het midden van het lichaam was de gordel overdekt door het overhangende kleed. Mijn zoontje Ignace (die doof zijnde, geen beschrüving van anderen heeft kunnen hooren) gaf de volgende beschrüving onmiddellijk daarop: Ik heb Onze Lieve Vrouw gezien. Zij was in een witte Hostie, niet rond, maar langwerpig. Daarvan gingen gouden naalden uit. Zü stond in een diepte in de hostie, zooals in een Kapel leken. Zij glimlachte, Hare handen kon ik niet goed zien. Het kleed was spierwit. Het ceintuur blauw met een knoop opzü. Agnes (een ander mijner kinderen) die zelf niets gezien heeft, verklaarde van eene vreem de dame uit de menigte een gelijkluidende be schrüving gehoord te hebben. Het was Ignace, die eerst riep „Mama ik zie O. L. Vr. Ziet gij ze niet?" Het kind beefde als een riet. Mevrouw Deckers zag toen reeds eenigen tijd de verschijning." Aldus de mededeelingen van J. B. in „De Standaard", die we thans nog releveeren, omdat we ook een andere zienswü ze in het volgend nummer wi'len overnemen, waarvoor men deze mededeelingen moet kennen. hebben zich in 1932 laten inschrijven. Het aantal directe aanvragen door werk gevers is achteruitgegaan. Geplaatst werden door bemiddeling van het Plaatsingbureau: 10 R.K. technici, tegen in 1931: 23 technici. Een vast bureau van het Plaatsingbureau is tot stand gekomen, terwül de uitgezonden va cature-lijsten grondige verbetering hebben on dergaan. Het bureau is gevestigd: Caumertnolenweg No. 25 te Heerlen. Uit goede bron vernemen wü, dat aan den Hoogeerw. heer kanunnik dr. Jos. Maas, d:ken van Eindhoven, hedenmorgen de laatste H.H. Sacramenten zün toegediend. Zijn toestand is zeer zorgehjk. Verschenen is het jaarverslag van het Plaat singsbureau van het R.K. Verbond van Tech nici in Nederland. De Arbeidsbeurs voor de R. K. Technici, wat betreft de werkzoekenden, is met grocte cüfers gestegen. 278 georganiseerde R.K. technici Dinsdagmiddag is door de Rechtbank te Rotterdam behandeld het hooger beroep van den heer P. H- L. Jamin, tegen het vonnis van den kantonrechter aldaar. waarbij hü was veroordeeld tot 50 cent boste, subs, één dag hechtenis, wegens overtreding der Win kelsluitingswet. De vraag was of het glazen kastje, dat in een van de winkels der firma Jamin in ge bruik was geweest en thans in de rechtzaal als stuk van overtuiging aanwezig was, als automaat aangemerkt kon worden. Dit technisch kunstwerk werd het eerst door den heer Jamin zelf gedemonstreert. Het dubbeltje viel door de gleuf in een daaronder aangebrachten jampot, 't deurtje sprong open en men kon er uit nemen, wat men wenschte. Doordat het heel kastje wat achterover helde viel de deur daarna vanzelf weer dicht. De president merkt op, dat deze autcmaat toch toezicht behosfde, omdat anders de eerst? kooper het heele toestel kan leeg rooven. Verdachte gaf deze mogelijkheid toe, doch was overtuigd, dat geen züner koopers tot zu.k een boosheid in staat was. Het apparaat werd nog meerdere malen be proefd en werkte onberispclük, totdat de in specteur Takke met triomfantelijk gebaar liet zien, hoe met zün dubbeltje het toestel open was blijven staan. „Er kan in den tüd, dat het kastje hier is geweest, wel aan gemorreld zün," verklaarde de technicus, die het toestel had uitgevonden. Het O. M„ waargenomen door mr. J. S. Loke, kon zich vereenigen met het go?dë ver trouwen, dat de heer Jamin in zijn ciëntèle had. Maar de vraag was, of het kastje wel automatisch sloot. Was dit niet het geval, dan was er toezicht noodig en geen sprake van een automaat. Of het zoo was, dat meest de recht bank uitmaken. In dat geval eischte spr. be- vesting van het vonnis van den kantonrech ter. De verdediger mr. L. E. Roes, zeide, dat het al of niet automatisch sluiten geen toetssteen was voor een automaat. Ook al sloot het kastje niet vanzelf, dan was het nog een automaat, omdat er slechts toezicht en geen bediening noodig was. Uitspraak over veertien dagen. De heer H. F. van Nuland, lid der Provinciale Staten van Noord-Holland, heeft de volgende vragen tot Ged. Staten gericht: Kunnen Gede puteerde Staten mededeelen wat de totale kost prijs is van het om de eigendommen van het P. W. N. in de duinen van Bergen geplaatste hek? Ken uw College mededeeling doen, welke post en in welk dienstjaar bovenbedoeld bedrag aan de Provinciale Staten is aangevraagd en door dit College is goedgekeurd? Willen Gedeputeerde Staten bevorderen, dat de beantwoording van bovenstaande vragen vóór de vergadering van 17 Januari 1933 van Provinciale Staten, kan worden tegemoet ge zien? Had de redactie met haar vorige aflevering opgewekt haar vü'ftigste deel op touw ge zet, de heden verschenen tweede aflevering rouwt om een der redacteuren, die den 4 De cember 1.1. aan haar kring ontviel: om Mgr. Dr. Hensen. De Nestor der redactie, de tachtigjarige eere-kanunnik, pastoor L. Stolk, opent het nummer met een gevoelig I n m e- m o r i a m, waaraan wü het volgende ontlee- nen: „Dr. Hensen was een echte geschiedenisman, een geboren historicus. Reeds als student op het Seminarie Hageveld was hü bekend om zün geschiedkundige belezenheid, zün aanleg en liefde voor de historie. En het is waarlijk een zegen des hemels geweest, dat hij later als op volger van Professor J. W. L. Smit aan het Groot-Seminarie te Warmond en daarna als Di recteur van het Ned. Historisch Instituut te Rome, als wachter dus aan de bronnen, zoo ruimschoots gelegenheid vond zün aanleg en liefde voor de geschiedenis te ontwikkelen en te vermeerderen. De Büdragen hebben overvloedig genoten van de door hem vergaarde kennis omtrent verschil lende kerkelüke gebeurtenissen in het Bisdom van Haarlem en menig geschiedkundig onder werp is in züne geschriften door hem behan deld. Ja, het opnoemen van de verschillende bouwstoffen, die hü voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem geleverd heeft, zou ze ker eenige bladzijden dezer Büdragen vorderen. Blijkbaar zün alle onderwerpen, die hü in dit tüdschrift behandeld heeft, gaven van zijn over vloed, giften van den grooten schat van histo rische kennis, dien hü van jongs af tot aan zün hoogen ouderdom had vergaderd. Dit kwam vooral uit, wanneer men het voorrecht had met hem over geschiedkundige gebeurtenissen te mo gen spreken." De aflevering besluit met de lükrede op Mgr. Hensen, uitgesproken door Deken Dr. G. C. van Noort, een rede die een zielkundig beeld schetst van Hensen's büzondere en innemende persoonhjkheid. bewezen, dat schromehjke misbruiken van het gebruik der automaten ontstaan zün. De Bond verzoekt met klem te bevorderen dat wettelüke voorziening hiertegen tot stand kome en geeft den Minister in overweging vast te stellen: a. dat automaten alleen buiten de winkels mogen geplaatst worden en alleen die artikelen er zich in mogen bevinden, die als regel door den betreffenden winkelier plegen te worden verkocht; b. geen automaten mogen worden bügevuld gedurende de sluitingsuren der winkels; c. de bepalingen a en b ook van toe passing te doen zün op ale openbare gelegen heden, als café's, cabarets en dergelijke inrich tingen. De burgemeester van Roermond, oud-minister mr. M. A. M. Waszink, kwam Dinsdagavond, toen h met zün echtgenoote uitging voor een wandeling, op korten afstand van zün woning bü een misstap van het trottoir zoo ernstig te vallen dat hü zün linker bovenknie brak. Hü werd naar het St. Laurentius-ziekenhuis overgebracht. Het hoofdbestuur van den Nat. Hanzebond van Sigarenwinkeliers heeft een tweetal adres sen gezonden aan den Minister van Arbeid en Economische Zaken. Aan het eerste adres ontleenen wü: „dat de Bond om principieele redenen voor Zondagssluiting is en zich indertijd vóór tot standkoming van de Winkelsluitingswet heeft uitgesproken. De praktük der wet heeft echter geleerd, dat zeer veel sigarenwinkeliers een belangrijke scha de van de sluiting op Zondag ondervinden, om redenen, nader omschreven in een adres van September 1932 aan Z.Exc. den Minister van Financiën. Mocht onverhoopt op dit adres aan Züne Ex cellentie den Minister van Financiën geen gun stige beslissing komen, dan ziet de Bond zich gedrongen den Minister te verzoeken, fiat de sigarenwinkeliers gelegenheid krügen hun za ken des Zondags eenige uren geopend te heb ben, gelük de banketbakkers." In het tweede adres lezen wü, dat op het oogenblik geen enkel verbod omtrent het ge bruik van automaten gedurende sluitingstüd der winkels bestaat en de praktük ruimschoots heeft Een paar dagen geleden is door den radio berichtendienst in Engeland de mededeeling verspreid, dat van Vrüdag. op Zaterdag de laagste temperatuur van dezen winter in En geland was voorgekomen. Het moet hier en daar zelfs vrij hard hebben gevroren. Te Kent werd op den grond een temperatuur van 28 gr. Fahrenheit waargenomen. Te South Famborough wees de thermometer 14 graden vorst. Verschil lende kranten in ons land hebben dit bericht opgenomen en het is' geen wonder, dat het oen indruk heeft gewekt, alsof de winter in En geland in aantocht is. Het is echter wel wenschelük de waarde van deze mededeeling in het juiste licht te stellen. De juistheid behoeft niet in twijfel te worden getrokken, daar het van den officieelen meteo- rologischen dienst afkomstig was. Een zoo ster ke vorst als 14 gr. F., gelük staande met een thermometerstand van ongeveer 8 gr. C„ is wel geschikt om de aandacht te trekken. Niet temin is deze van geen beteekenis voor de verdere vooruitzichten, want men had een voudig te doen met een plaatselijke sterke af koeling tengevolge van warmte-uitstraling ge durende een helderen nacht, waarschü'nlijk on dersteund door de toevloeiing van koude lucht uit het Zuid-Oosten. Zaterdagmorgen lag bo ven Engeland een klein centrum van (agere temperaturen dan in de omgeving. Daarna heeft echter de warme Zuid-Westelijke luchtstroo- ming, die over West-Europa vloeit, weer de overhand gekregen en heeft de temperatuur overal doen stijgen. Ook het Duitsche middel gebergte kwam onder den invloed van den warmen luchtstroom, zoodat van vorstkansen stellig geen sprake meer kan zün, althans voor de eerstvolgende dagen. Wel zal tüdehjk de afkoeling, die Dinsdag onder invloed van een winddraaiing naar N. W. in West-Europa tot stand kwam, voor een of twee dagen den in druk kunnen geven, dat het met het zachte weer gedaan is, maar hoogstwaarschijnlijk is deze afkoeling slechts van korten duin en zal zü weer worden afgelost door zacht weer. Tot nog toe komen nergens in Europa aan duidingen voor dat spoedig vriezend weer te verwachten is. Integendeel, het is overal zoo zacht, dat er veel meer aanleiding is te gaan denken, dat de geheele winter voorbü zal gaan zonder sneeuw en üs- Zonder zeer groote ver anderingen in den algemeenen weerstoestand blüft de kans op vriezend weer zeer gering. (Nadruk verboden) De minderjarige dochter van T. uit Helkat onder Hooge Zwaluwe, die met Nieuwjaarsdag de ouderlijke woning had verlaten, is door de politie van Terheyden opgespoord en wederom ter beschikking van de ouders gesteld. Hiermee raken wij het moeilijkste punt van het geheele vraagstuk van de 40-urige arbeidsweek. Immers uit onze voorafgaande beschou wingen is wel gebleken, dat inderdaad ver korting van arbeidsduur een middel kan zijn tot vermindering van werkloosheid Alleen moesten wij er eerlijkheidshalve voor waarschuwen, dat men zich hier te hoeden heeft voor al te hoog gespannen verwachtingen. Immers: lo. zijn er al tal van ondernemingen, die al 40 of minder uren per week in bedrijf zijn: daar zal dus geen enkel resultaat bereikt worden, tenzij misschien, wanneer er een kentering komt in de conjunctuur, waardoor men weer langer dan 40 uren per week zou kunnen laten werken; 2o. zijn er verschillende bedrijven, waarin de verkorting van de werkweek tot 40 uren door de techniek van 't bedrijf onuitvoerbaar moet worden ge acht; 3o. is deze maatregel practisch alleen van belang in het middel- en grootbedrijf. Hieruit volgt, dat het aantal onderne mingen, waarin de 40-uren-week tot ver mindering van werkloosheid kan leiden niet zoo heel groot is. Hierbij komt dan nog deze moeilijkheid, dat juist in de on dernemingen, waarin thans nog 48 uur per week gewerkt wordt, er groote kans is, dat men bij verkorting tot 40 uur geen voldoend aantal vakbekwame arbeiders zal kunnen vinden. Maar hoe dit alles ook zij, eenige ver mindering van de werkloosheid zou onge twijfeld door de invoering van de 40-uren - week kunnen worden verkregen. Mits het loonvraagstuk opgelost kan worden. Nu is dit punt in het buitenland nóg moeilijker op te lossen dan bij ons. In 't algemeen toch kan men wel aannemen, dat in 't buitenland de loondaling reeds veel algemeener en veel dieper is doorgevoerd dan bij ons. En het is begrijpelijk, dat daar dan een verdere daling van het weekloon nóg meer bezwaar zal ondervinden dan bij ons. In 't buitenland wordt dan ook de eisch van de 40-uren-week vrijwel steeds gesteld met de bijvoeging: met behoud van het bestaande weekloon. Een arbeider, die 50 ets. per uur verdient, ontvangt thans per week 24.Maar wan neer de 40-uren-week wordt ingevoerd, daalt zijn weekloon van 24.tot 20.—. Hetzelfde verschijnsel doet zich ook voor bij arbeiders, die op stukloon of in tarief werken. Bij 8 uur minder werken zal zijn werk-productie verminderen, en dus zijn weekloon evenredig dalen. Wel is al reeds gebleken, dat althans in sommige onder nemingen bij invoering van de 40-uren- week de productie per uur toenam: klaar blijkelijk trachten dus daar de arbeiders door harder te werken de weekloon-daling zooveel mogelijk te voorkomen. Maar dan mist de maatregel ook zijn effect ten aan zien van de vermindering der werkloosheid! Stellen de arbeiders den eisch, dat in elk geval het weekloon niet verminderd mag worden, dan beteekent dit dus feite lijk een verhooging van het uurloon met 20 pet. M.a.w. beteekent dit een verhooging van de productie-kosten. Leidt dit tot ver hooging van de prijzen, dan is daarvan hoogstwaarschijnlijk het gevolg verminde ring van den afzet, dus inkrimping der productie. Ook daardoor wordt dan het beoogde doel: vermindering der werkloos heid, gemist. Het stelt dan ook wel zeer te leur, dat in het Rapport, door het Intern. Arbeids bureau uitgegeven ter voorbereiding van de op 10 Jan. aanvangende Arbeids- conferentie te Genève, dit hoogst belang rijke, immers goeddeels beslissende, punt zelfs niet wordt aangeroerd. Maar het is wel begrijpelijk. Immers in April 1932 nam de Intern. Arbeidsconfe- rentie een motie aan ten gunste van de 40-uren-week met behoud van het bestaan de weekloon. Een wonderlijke beslissing, omdat bijv. de Duitsche Regeeringsgede- legeerden ervóór stemden, hoewel ze ver klaarden met het onveranderd laten der weekloonen niet te kunnen instemmen. Stonden Frankrijk, België, Oostenrijk. Italië, enz. óók op dit standpunt? Men weet het niet. Engeland en Nederland stemden om dezelfde reden tegen deze motie. Het was dus een volkomen onzuivere stemming. Maar formeel was de motie- Jouhaux aangenomen, en daarin was de clausule opgenomen: behoud van het be staande weekloon. Tegenover deze beslissing staande, kon het Intern. Arbeidsbureau daar moeilijk stelling tegen nemen. Het liet het dus aan de komende conferentie over, omtrent dit punt meer klaarheid te verschaffen, en het zweeg daarom in zijn Rapport over het penibele loonvraagstuk. De vraag is toch: hoe staan de arbeiders tegenover de 40-uren-week, als door haar invoering hun weekloon met 17.5 pet. zal dalen? Zeker, men kan nu wel zeggen, dat de arbeiders, die altijd nog werk hadden, uit solidariteit dit offer moeten willen brengen, om hun werklooze collega's aan werk te helpen. Maar wanneer in het buitenland de loonen vaak al met 20, ja zelfs 30 pet. verminderd zijn, zal men begrijpen, dat er in arbeiderskringen ernstig verzet opkomt tegen een verlaging van dit reeds sterk verlaagde weekloon met nog eens 17.5 pet. In zijn belangrijk artikel „La réduction internationale de la durée du travail" (Revue Internationale du travail, Dec. 1932; behandelt de Directeur van het Duitsche Ministerie van Arbeid, de bekende en zeer bekwame Dr. Fritz Sitzler, dit punt dan ook uitvoerig. Hij noemt daarin den eisch: behoud van het weekloon van 48 uur, ook na invoering van de 40-uren-week, volkomen begrijpe lijk, maar practisch onuitvoerbaar. Immers op 't oogenblik bemoeit noch de nationale, noch de internationale arbeidswetgeving zich met de vaststelling van een bepaald loonniveau. De loonen worden vastgesteld bij individueel of collectief arbeidscontract. Nu kan men geen vaste, bepaalde loons- verhooging eischen op een systeem van vrije en beweeglijke loonen. Wat zou een procentsgewijze verhooging baten, als de grondslag der berekening elk oogenblik kan gewijzigd worden? Welke reden is er. om het loon, zooals dit op een toevallig oogenblik betaald wordt, te verstijven? Geen verstandig man zal dit mogelijk, noch zelfs wenschelijk, achten. Maar zelfs als men het deed, en in de Conventie zou bepalen, dat de weekloonen bij 48 uur arbeid niet mogen verminderd worden, als de 40-uren-week wordt inge voerd, dan zou dit tot de grootste onrecht vaardigheden leiden. Immers de loonen voor gelijken arbeid zijn in de verschil lende landen, vaak zelfs in de verschil lende ondernemingen in eenzelfde land. verschillend: dit alles hangt samen met het gebruikelijk loon-niveau, den graad van rationalisatie en den arbeidsduur. De ongelijkheid der loonen in de ver schillende landen van Europa, en nog meer in de buiten-Europeesche landen, is welbekend. Wanneer men nu overal de uur- loonen met 20 pet. zou verhoogen, zouden de landen met de hoogste loonen daardoor het zwaarst getroffen worden. Verdient een arbeider hier 1.per uur, in Duitsch- land 0.70, in België 0.50, in Japan 0.20. dan worden dezë uurloonen, verhoogd met 20 pet.: bij ons 1-20, in Duitschland 0.84. in België 0.60, in Japan 0.24, m.a.w. bij ons wordt het uurloon verhoogd met 20 ets., in Duitschland met 14 ets., in België met 10 ets. en in Japan met 4 cents. Men ziet aanstonds het gevolg hiervan op de wereldmarkt, als men bedenkt, dat het uurloon-verschil tusschen ons en Duitschland was 30 ets. en nu wordt 36 ets. Het verschil met België was 50 ets. en wordt nu 60 ets.;- dat met Japan was 80 ets. en wordt nu 96 ets. M.a.w. het gevolg hiervan zou zijn, dat de industrie, die de laagste loonen betaalt, een nog weer grooteren voorsprong krijgt tegenover de industrieën met hooge loonen Gevolg: grooter aandrang, ja noodzaak, bij deze, om nog straffer te rationalisee- ren, wat leiden zou tot ontslag van arbei ders, dus tot uitbreiding van de werkloos heid. En het beoogde doel is juist, haar te doen afnemen! Dr. Sitzler ziet er dan ook weinig heil in, in de op te stellen conventie iets over het loon te bepalen. Hij wenscht dit aan de afzonderlijke Regeeringen vrij te laten. In elk geval zal men dan, bij invoering van de 40-uren-week, wel op een serie loon- conflicten kunnen rekenen. Juist daar. waar de loonen nog het hoogst en de ar beiders het sterkst georganiseerd zijn, zul len de weekloonen 't minst verlaagd wor den, en omgekeerd: de laagste loonen zul len 't eerst voor verlaging in aanmerking komen. Maar hieruit ziet men wel, van hoeveel belang het loonvraagstuk is, wanneer men den eisch van de 40-urige-werkweek wil stellen. Een deur slaat open; het tocht en plotse ling warrelt er een papiertje ergens van daan, dat neerstrijkt op het schrijfbureau. Het blijkt een krantenknipseltje, dat, wie weet hoelang begraven in vergetelheid, thans aan het daglicht is gekomen. Een bron van her komst vermeldt het niet. Het handelt over de politiek, de veel en dikwijls terecht gesmade politiek. Dit knipseltje is echter een gloeiende apologie daarvoor. Gloeiend niet alleen; ook overtuigend. En nu dit jaar de politiek zoo'n belangrijk deel der publieke belangstelling vraagt, hjkt het ons gewenscht, het onbekende knipseltje even te laten spreken. „Hoe zouden wü in Nederland zonder de poli tiek aan de vrijheid en gelijkstelling van het bijzonder onderwijs zijn gekomen? Hoe waren de sociale misstanden, welke Paus Leo XIII zijn wereldschokkende encycliek Rerum Nova rum ingaven, zonder de politiek uit den weg geruimd? Hoe zou zonder de politiek in moei- lüke omstandigheden kunnen worden tegemoet gekomen aan den nood van zoovelen? De poli tiek is niet sleecht en de politiek is onmisbaar. Er zijn andere vormen denkbaar, maar zonder politiek zal men het nooit kunnen stellen. En daarom is het verkeerd, bü de groote massa afkeer van de politiek als het ware stelselmatig aan te kweeken en haar diels te maken, dat wijs doet, wie de politiek mijdt en zich daar van afwendt. Wie zich van de politiek afwendt, verhindert daarmee de politiek niet haar in vloed uit te oefenen, laat aan anderen het veld vrij en is schuld, dat door de politiek dingen tot stand komen of ongedaan blijven, welke men anders had gewenscht of gedaan had wil len zien. Wü willen goede politiek; welnu, in deze richting moeten wij onzen invloed aan wenden. Dan kunnen en zullen wij iets berei ken; niet door van de politiek kwaad te spre ken en generaliseerend te zeggen, dat de poli tici eerzuchtig, onbetrouwbaar en onbereken baar zijn. De politiek zal tenslotte zün, zooals wij ze zelf maken." Wijze woorden, welke dit nietige knipseltje spreekt. Wijze woorden, vooral voor ons katholieken van zoo'n voornaam belang! Was het Louis Veuillot niet, die het den Franschen katholieken voortdurend in de ooren schreeuwde: „Als gü niet aan politiek doet, zal de politiek aan u doen"? De Fransche katholieken hebben niet geluis terd en deden slechts aan politieke tweespalt. Zij zün religieus en maatschappelük onder de voet geloopen. In Italië, Spanje, Portugal en de Latijnsche landen van Zuid-Amerika, dito, dito. Laten wij wijzer zün. Wél aan politiek doen en daarbij één lijn trekken en één kant uit! Knipseltje, we kunnen je dankbaar zün, dat je te voorschijn wilde waaien! De politie uit Dedemsvaaxt heeft gevankelijk naar Zwolle overgebracht den 19-jarigen H. S. en den 24-jarigen J. A. S„ die verdacht worden van brandstichting in de woning van de Wed. J. Steenhuis, winkelierster te Dedemsvaart, bü wie zij inwonen, de eerste als zoon, de tweede als broeder. Vorige week is in genoemde woning een brand uitgebroken, die door spoedig toegescho ten hulp van buren betrekkelük vlug kon wor den gebluscht. Bü het onderzoek naar de oor zaak van dezen brand kwamen feiten aan het licht, die op moedwillige brandstichting wezen. In verband hiermede werden J. A. S. en H. S. gearresteerd. Hedenmorgen hebben de typografen van de firma Hoonen en Van Pelt te Rotterdam, die sedert den tweeden Januari in staking waren, het werk hervat. De firma is weer lid geworden van de organisatie van werkgevers en heeft ver klaard zich verder aan het collectief contract te zullen houden. Zondagmiddag naderde de personentrein, die om 17 uur 16 uit Venlo in de richting Straelen (D.) vertrekt, den bewaakten overweg op den Herungerweg te Venlo, toen de machinist be merkte dat de afsluitboomen niet waren neer gelaten. Door onmiddellijk uit alle macht te remmen slaagde hü er in den trein juist vóór den overweg tot stilstand te brengen. Ook van een ongeveer 40 M. verder liggenden overweg, die door denzelfden wachter wordt bediend, waren de boomen open. De machinist heeft de stoomfluit van zijn machine in werking gesteld en is zeer langzaam over de beide over wegen gereden. Een motorrüder bemerkte hier door het gevaar en wist bütüds te stoppen. De baanwachter, in de meening verkeerende dat er vóór 19 uur geen trein meer te wachten was, had zich naar zün woning begeven, die een kwartier van de wachtpost verwijderd ligt. De man, die reeds 29 jaren in dienst der spoor wegen is, ontstelde hevig toen hij het gebeurde vernam. Tegen hem is proces-verbaal opge maakt. Op klaarlichten dag hebben een paar jon gens, wonende aan den Terheijdenschen weg bü Breda, in de kerk van Christus Koning al daar. een offerblok losgemaakt. Ze waren on beschaamd genoeg met het blok bü zich de kerk door den hoofdingang te verlaten. Maar daar liepen ze tegen een surveilleerenden agent. Niet in het minst van streek gebracht, wilden ze hem wüsmaken, dat ze het offerblok op den weg gevonden hadden. Maar deze wilde geen geloof slaan aan het verhaaltje van de knapen en nam ze kort en goed mede naar het politie bureau, waar proces-verbaal werd opgemaakt. Sinds Zondag wordt te Veghel vermist de 21- jarige Joh. de Bie, die Zondagmorgen de ouder - lüke woning heeft verlaten en sindsdien niet is teruggekeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5