De ramp te Muidien in 1883
^3^
Md mimi van dm day
ONZE 216e UITKEERING
f 72.205,
keerden wij heden uit
HET CADET JE
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
De ROBINSONheerenmolière kost:
zwart f 4.50 - bruin f 4.90
\Tafellakem
HET
I GROOTE
1 AVONTUUR
WOENSDAG 18 JANUARI
ZWARE ONTPLOFFING
Op 19 Januari 1883 vloog de
kruitfabriek „de Krijgs
man" in de lucht
Vele dooden en ge
wonden
Kruitstoven gesprongen
De slachtoffers
Vernieling
De strijd in het Saar-
gebied
Vreemde vondst te
Berlijn
Het grootste schip ter
wereld
Brandbare decoraties worden
niet uitgevoerd
Bioscoop op zee
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis ongevallen verzekering aan den Heer
W. VAN BREUKELEN, Koninginnelaan 91, Soestdijk,
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN
aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd.
DE DIRECTIE
Alle abonné's ongevallen* verzekerd voor een der volgende ultkeeringen f3000. verlies6va'n 'beide armen, beide beenen of beide oogen f750doodelijkeneV afloop f250.-
AANG1FTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
Morgen is het vijftig jaar geleden, dat
Muiden door een ontzettende ontplof-
ramp werd getroffen, waarbij verschil
lende dooden te betreuren vielen.
Zelden heeft een catastrophe zulk een be
roering in het land gebracht als deze ver
schrikkelijke ramp, die zoo droevige gevolgen
had.
Op Vrijdag 19 Januari des morgens om zeven
uur werd in de stilte van den ochtend in de
hoofdstad een aardschok waargenomen, gevolgd
door nog enkele schokken, die de bewoners den
angst op het lijf joegen. De ruiten sprongen
stuk en de menschen liepen hun huizen uit.
Natuurlijk vreesde men voor een aardbeving,
doch spoedig zou blijken, dat men met een ont
ploffing te doen had, die Muiden had getroffen,
dat op ongeveer twaalf kilometer afstand van
Amsterdam ligt. De kruitfabriek der firma
Bredius was grootendeels in de lucht gevlogen.
Vrijwel alle huizen te Muiden werden geheel of
gedeeltelijk van hun daken beroofd. Vele
muren waren gescheurd, en zelfs talrijke huizen
te Weesp, dat een half uur van Muiden ligt,
werden gehavend. Ook te Abcoude, Nigtevechte,
Naarden, Bussum, Braamberge moesten vele
schoorsteenen en ruiten het ontgelden.
De zoogenaamde kruitstoven, waarvan er tien
tot twaalf in de fabriek aanwezig waren, waren
gesprongen. Niemand durfde echter de plaats
des onheils naderen, omdat men ieder oogenbiik
kon vreezen, dat ook de kruittoren, die niet
minder dan 150.000 kilo kruit bevatte, even
eens in de lucht zou vliegen. Gelukkig kwam
het niet zoover, maar reeds waren de ge
volgen van de ramp verschrikkelijk. Na de ge
weldige slagen, waarvan de ontploffing verge
zeld ging, ontstond een paniek onder de be
volking, die in allerijl dfe vlucht nam. Duizen
den toeschouwers, waaronder talrijke autoritei
ten, stroomden naar Muiden om de verwoes
tingen te gaan zien. Uit Naarden werden
militairen gezonden tot verstrekking van hulp.
Aanvankelijk was het niet mogelijk het aan
tal slachtoffers op te geven. Men vermoedde,
dat op het oogenbiik dat de ontploffing plaats
greep, ongeveer 24 militairen en 16 werklieden
in de fabriek aanwezig waren, daar de werk
zaamheden juist in vollen gang waren. De
aardschokken moeten buitengewoon hevig ge
weest zijn. Het water van de vaart, waaraan
de fabriek ligt, sloeg over den weg en op het
station te Hilversum, meer dan twee uur van
Muiden verwijderd, doofden alle lichten uit.
De fabrieksterreinen en de wegen om de fa
briek waren bezaaid met stukken steen en
hout, terwijl boomstammen tientallen meters
ver weg waren geslingerd. Het Muiderslot werd
gehavend aan deuren en vensters en de ramen
der R. K. kerk werden alle vernield.
Het aantal slachtoffers was groot. Niet min
der dan elf lijken werden geborgen, vermoe
delijk werden deze slachtoffers onmiddellijk
gedood. Vrijwel alle werklieden, die niet gedood
werden, waren min of meer zwaar gewond.
Hieronder waren arbeiders, die meters ver wer
den weggeslingerd. Verschillende koeien, die 'n
een naburige weide liepen, werden gedood. Van
alle kanten kwam hulp opdagen en aanvanke
lijk geschiedde de hulpverleening vrij gebrekkig.
De fabriek der firma Bredius voerde den
naam „De Krijgsman" en vervaardigde voor
namelijk buskruit. Oorspronkelijk was deze fa
briek gevestigd aan het Kruitmakerspad te
Amsterdam. In 1702 ging zij over naar Muiden,
waar zij onder bijzonder toezicht stond van
den Minister van Oorlog.
Ongeveer 34 jaar tevoren had in de fabriek
reeds een ontploffing plaats gehad, die echter
niet zulke verschrikkelijke gevolgen had.
De ramp van 1883 echter was zoo ernstig en
vervulde de bewoners van Muiden met zoodani-
gen schrik, dat zij de fabriek het liefst uit de
plaats zouden verwijderd gezien hebben. Men
sprak reeds van overplaatsing naar de Mooker-
hei of Drenthe.
Volgens verklaring van de werklieden bevond
zich op het oogenbiik van de ramp een hoe
veelheid kruit in de ovens van ongeveer 15.000
kilo. In de z.g. glanshuizen waren 10.000 kilo
en in de pakhuizen 3000 kilo voorradig. Al
deze voorraden waren bestemd voor Zuid-Afrika
«e lagen voor de verzending gereed. De sol
daten die uit Naarden waren aangekomen,
hadden nog kans gezien om duizenden kilo's
te redden, hetgeen een groot geluk moest ge
noemd worden, daar de gevolgen van de ramp
niet te overzien waren geweest, wanneer alle
voorraden waren ontploft.
vrijwel niets overgebleven. Van de molens en
machinerieën is alleen het geraamte over
gebleven. Nog ernstiger zou de ramp geweest
zijn, wanneer de fabriek niet was omgeven ge
weest door geboomte, dat juist met het oog op
een ontploffingsmogelijkheid op de fabrieks
terreinen was geplaatst. Tusschen de boom
stammen en de takken was het dan ook een
wemeling van stukken balk, steenen, machine-
deelen en vaatwerken. Op sommige plaatsen
waren de huizen met fundament en al weg
gevlogen en een oud gebouwtje, waarin een
vrouw met dertien kinderen aanwezig waren,
vloog in de lucht, zonder dat een der aanwe
zigen eenig letsel had bekomen.
In de R. K. kerk te Weesp was juist de
Heilige Mis half geëindigd, toen de ontploffing
plaats greep. Het was niet mogelijk den heili
gen Dienst verder voort te zetten, zoodat de
H. Mis halverwege moest bëeindigd worden. De
schrik onder de bevolking was zoo groot, dat
de burgemeester van Weesp het noodig oor
deelde, bij bekkenslag bekend te maken, dat
het gevaar niet zoo ernstig was, als men aan
vankelijk vermoedde. Doch de rust en de kalmte
kwamen slechts zeer langzaam terug.
De energie van de fabriek werd geleverd
door één machine, die door een overdekte as
met de molens verbonden was en door middel
van een staaldraad de drijfkracht mededeelde
aan de meer afgelegen werkplaatsen. Ter ver
mijding van het gevaar was deze machine niet
In maar tegen de fabriek aan geplaatst. De
fabricage van het kruit geschiedde in de molens,
waar het poeder werd gemalen door groote
roteerende steenen. Achter de molens lagen de
stoven, of droogkamers, waar het kruit zijn
laatste bewerking onderging.
Nog weken lang bleef de ramp van Muiden
het onderwerp der gesprekken zoowel in de
hoofdstad als in de omliggende plaatsen. We
ken lang ook duurde de tocht naar de plaats
des onheils door duizenden nieuwsgierigen uit
alle oorden der omgeving en ook thans nog leeft
de ramp van Muiden in veler herinnering
voort.
De fabriek zelf werd bijna totaal vernield en
Van de kleinere gebouwtjes in de omgeving is
Naast den Duitschen Landsraad van 't Saar-
gebied, die voor honderd procent Duitsch is,
maar daarom nog geen instelling van beteese-
nis is voor de Fransche regeeringscommissie,
bestaat er nog een tweede Kamer van acht
leden, welke door de regeeringscommissie is
ingesteld.
De voorzitter van deze Kamer is een notaris,
die voor de Franschen vele notarieele acten
heeft opgesteld en voor wien de Franschen dus
een goede relatie zijn. De taak van deze Kamer
van acht is haar goedkeuring te hechten aan
besluiten van de regeeringscommissie, opdat de
Volkenbond den indruk zal krijgen, dat deze
besluiten rekening houden met het welzijn en
den wil van het volk. De politieke partijen heb
ben herhaaldelijk opheffing van deze Kamer
geëischt, maar tot dusver zonder succes. Men
heeft opgemerkt, dat het geld, dat deze Kamer
kost, beter voor andere doeleinden kan worden
aangewend. Dit alles heeft echter niets gehol
pen, want thans heeft de regeeringscommissie
het mandaat der Kamer wederom met een Jaar
verlengd. Hoopt men wellicht bij de voorberei
ding van de aanstaande volksstemming langs
deze Kamer duistere invloeden te kunnen aan
wenden ten gunste van Frankrijk? Deze vraag
stelt zich de bevolking van het Saargebied da
gelijks, want het is een bekend feit, aldus de
vertegenwoordigers der Saarbevolking, dat nie
mand met deze Kamer accoord gaat. En het is
eveneens een feit, dat de volksstemming zich
niets zal laten gelegen liggen aan de werkzaam
heden der Kamer en dat het resultaat een groo
te teleurstelling voor de Fransche Regeerings
commissie zal worden.
In den laatsten tijd zijn een groot aantal
buitenlanders, waaronder het meerendeel Fran
schen, door de Regeeringscommissie benoemd
in de hoogere functies der werkaangelegen-
heden, hoewel deze heeren weinig te doen heb
ben en een leven kunnen leiden als een prins.
Men neemt dan ook aan, dat zij niets anders
te doen hebben dan te waken over de Fransche
belangen en deze taak vervullen de heeren vol
gens algemeen gevoelen met groote toewijding.
Dit valt temeer op, als men bedenkt, dat ae
aangesteld functionarissen tot dusver slechts
zeer ondergeschikte betrekkingen hebben ver
vuld. Men eischt thans, dat zij als volkomen
overbodig zullen worden ontslagen, vooral om
dat zij worden beschouwd als politieke agitators
van de Franschen. Intusschen hebben deze
ambtenaren reeds zelf ingezien, dat zij aan 't
kortste einde zullen trekken, en zij beginnen
zelf reeds langzaam-aan den aftocht te blazen.
Reeds een zestal heeft zich den laatsten tijd
teruggetrokken en het land verlaten. Vier hier
van zijn Franschen, die hun vaderland weer
hebben opgezocht; verder een-Pool en een En-
gelsche. Dé Pool had toezicht op de filmcensuur
in het Saargebied en de Engelsche was opge
klommen van stenotypiste tot referendaris. Nu
deze zes vertrokken zijn, blijkt plotseling, dat
hun plaatsen niet worden aangevuld. Zij zijn
dus blijkbaar geen vacatures. Het is dan ook
moeilijk uit te maken, waarmede de gevluchte
ambtenaren hun tijd hebben doorgebracht, maar
inmiddels hebben zij voor hun sinecure een sa
laris ontvangen van ongeveer 500.000 francs per
hoofd.
Het behoeft geen betoog, dat zulke toestan
den groot misnoegen wekken onder de bevol
king en dat dit misnoegen niet zonder gevolgen
zal blijven bij den uitslag van de volksstem
ming.
niiimimniiu
Wat wij voor het grijpen hebben i
Wordt niet altijd gewaardeerd,
Want de trek begint te komen
Als het in de kast mankeert!
Zoo het heerlijk versch cadetje,
Is bijzonder favoriet,
Juist omdat men het des morgens
Op geen enk'le tafel ziet
Want de actie is verbazend
1 En men voert een zwaren strijd
Om te komen tot het versche
Malsch cadetje bij 't ontbijt. f
's Morgens vroeg reeds watertanden
Bij het zachte, smeltend wit,
i Als het korstje even knappert
En de geur er nog aan zit.
i En belegd met ham of knackworst,
Plokworst of canard truffée,
Ja, dan brengt het versch cadetje
Eere aan zijn renommée!
i Ons humeur wordt zelfs al beter
Enkel door het blij verschiet,
Daar geen mensch van droog, oud-
bakken
Zwaar en kruimig brood geniet.
I Maar wanneer de actie doel treft
En het versch cadetje slaagt,
Dan is alles niet gewonnen,
Daar er nog een vijand daagt!
En die vijand is de dokter
i Want al is de wet het niet,
Dan is hij het, die zoo gaarne
U het versche brood verbiedt!
MARTIN BERDEN
Nadruk verboden)
nillliiiiiiiiiilillIiilllllliIlllllliillilllilllllllllllliliiilMlliillliillilllllliuirr
BERLIJN, 17 Jan. (W.B.) Kort voor midder
nacht werd gisterenavond nabij den Alexander-
platz een ongeveer 40-jarig man gevonden, met
een ernstige hoofdwonde en in bewusteloozen
toestand. In zijn zakken bevonden zich groote
sommen gelds in Duitsche en buitenlandsche
valuta, o.m. 18.000 Zwitsersche francs, 23.000
Fransche francs, 520 Oostenrijksche schillingen
en 100 Amerikaansche dollars.
Hij werd later door eenige personen herkend
als de huisknecht Kowall. |n het ziekenhuis
kreeg de man korten tijd het bewustzijn terug,
maar hij kon niet zeggen hoe hij aan zijn ver
wondingen gekomen was. Men heeft ook nog
niet kunnen uitmaken hoe hij in 't bezit kwam
van de geldsommen.
De binneninrichting van het grootste schip
ter wereld, de „Normandië" (73000 ton) zal niet
naar de ontworpen plannen worden uitgevoerd.
De brand van de „Atlantique" is een zeer harde
les geweest. Het schip zou in zijn zalen kost
bare gelakte houtsoorten krijgen. Maar men zal
thans wachten, totdat het officieele onderzoek
naar den brand op de „Atlantique" is afge-
loopen. Ook de groote assurantiemaatschappijen
eischen thans brandvrije verf op de nieuwe
schepen en vervanging der lakken op de oude
schepen. Een groep van zulke assurantiemaat
schappijen heeft in verloop van 4 Jaar totaal
30.5 millioen dollar voor brandschade op oceaan
schepen uitbetaald. Hier is de lijst:
„Europa" (1929) brand tijdens den bouw
4.000.000 Dollar
„Paris" (1929) brand in het dok
370.000 Dollar
„City of Honolulu" (1930) brand in de haven
van Honolulu 1.750.000 Dollar
„Bermuda" (1931) brand in de haven van
Belfast 4.250.000 Dollar
„Bermuda" (1931) brand in de haven van
Bermuda 2.300.000 Dollar
„Segovia" (1931) brand in de haven van
Newport News 4.500.000 Dollar
„Georges Philippar" (1932) brand in de Roode
Zee 6.250.000 Dollar
„Pieter Cornelisz. Hooft" (1932) brand in de
haven van Amsterdam 3 300.000 Dollar
„Atlantique" (1933) brand in het Kanaal
10.000.000 Dollar
Deze lijst is nog niet eens volledig.
In Frankrijk eischt men thans, dat de passa
giersschepen op de wijze van oorlogsschepen zul
len worden gebouwd. De tusschenmuren moeten
uit staal beslaan. Deze kan men dan met beton
bespuiten, waarop de binnendecoratie kan wor
den aangebracht. Hout moet als muurbekleeding
zooveel mogelijk verdwijnen en slechts in ge-
prepareerden toestand gebruikt worden.
Tot de vertrekken op de „Atlantique", die het
eerst moesten worden verlaten, behoorde de mar
conistenhut. Men eischt thans, dat er twee wor
den aangebracht, een op het voor- en een op
het achterschip.
(United Press)
Kaarsen waren heel schaarsch op het
Artis-eiland, en Freddy Vrijdag was
dan ook heel kwaad, toen de papegaai
drie kaarsen oppikte en er mee weg
vloog. Lorre dacht, dat ze van suiker
waren, anders had hij ze wel laten
liggen.
De zeeman, Robbie en Topsy zetten
den vogel na.
„Laat die,kaarsen vallen, Lorre!"
riep de zeeman. „Laat meteen vallen!
Versta je me!"
Lorre liet de kaarsen juist vallen
op het moment, dat hij over Willie
Woensdag heenvloog, die tusschen de
klippen lag te snorken. Al de kaarsen
kwamen op Willie terecht, en een viel
precies in zijn open mond, zonder dat
hij ervan wakker werd.
„Hij slaapt nog!" riep Topsy ver
baasd uit.
„Ja, maar nu snorkt hij tenminste
niet meer, en de kaarsen hebben we
terug," zei Freddy Vrijdag.
(Morgenavond vervolg)
(Jongensmaten naar verhouding goedkooper)
(Ingezonden mededeeling)
Het is al heel wat jaren geleden, dat mijn
vriend Gaston Vadasz en ik een uitnoo-
diging kregen voor een intiem dinertje
bij den heer Pierre de Laval, in die dagen een
der bekendste bankiers te Parijs. De familie de
Laval behoorde niet tot mijn intiemste ken
nissen, al had ik ze, natuurlijk, wel meer dan
eens ontmoet. En het was Gaston geweest, die
me had weten over te halen, de invitatie aan
te nemen, omdat hij gecharmeerd was op
Yvonne, de dochter van den bankier, en hij
mij zijn, naar hij hoopte, aanstaande vrouw
wilde voorstellen. Wellicht hoopte hij mijn oor
deel te vernemen over zijn keuze.
Het diner was zeer geanimeerd. De bankier
toonde zich een aangenaam causeur, die over
de verschillende onderwerpen van den dag
prettig wist te praten, zijn meening met een
of andere anecdote aanvullende. Mevrouw was
een allercharmantste gastvrouw, terwijl Yvon
ne zich voornamelijk met Gaston bezig hield.
Ik begreep volkomen zijn keus. Yvonne, een
statige verschijning, had de blauwe oogen en
het zonblonde haar van een vrouw uit het
hooge Noorden. En bovendien, Gaston wist wel
wat hij deed, Yvonne kon rekenen op een
aardige huwelijksgift van haar vader, die zich
zeer zeker niet karig zou toonen voor zijn eenig
kind, dat door hem sinds haar geboorte met
weelde was omringd.
Bij het dessert kwam een verrassing. Mevrouw
de Laval noodigde ons uit met potlood onze
handteekeningen op het tafellaken te schrij
ven, dat hagelwit over de ronde tafel was uit
gespreid.
Mevrouw gaf ons, na onze verwondering te
hebben waargenomen, de verklaring:
Sinds lang, zei ze, is het gewoonte gewor
den, onzen gasten, waarop wij prijsstellen en
die ons de eer hebben aangedaan onze uitnoo-
diging te aanvaarden, te verzoeken, als herin
nering aan hun bezoek hun handteekening op
het tafellaken, dat altijd voor deze gelegenheid
en uitsluitend voor deze gelegenheid wordt
gebruikt, te plaatsen. Het moet natuurlijk met
potlood geschieden, omdat inkt het laken zou
bederven. Ik borduur de handteekening op het
tafellaken, het potlood gaat er met de wasch
wel weer uit en we hebben de geborduurde
handteekeningen op het laken overgehouden.
Wilt U zich overtuigen, vroeg ze. Ze licht
te den rand van het laken, dat ver over de
eettafel hing, op en toonde ons tal van hand
teekeningen, door haar vaardige vingers daar
op geborduurd.
Ziet u, zoo ging ze voort, dat is de hand
teekening van den president van de Fransche
Bank, die van den eersten directeur van het
„Crédit Lyonnais". Hier is de handteekening
van den vroegeren minister-president en even
daarboven die van de tooneelspeelster Regina
Gamier, die van de bekende Yvette Gilbert
wat houdt die zich nog goed voor haar jaren
en van den tooneelspeler Guitry en zijn vrouw
Yvonne Printemps. Ze waren ook dikwerf onze
gasten. Geleidelijk voerde mevrouw ons langs
den rand en de hoeken van het tafellaken.
Waarschijnlijk niet zonder opzet toonde ze ons
aan het slot, de namen van hen, die tot den
adel behoorden.
Hier vonden we den naam van Vicomte de
Périgore, de handteekening van Baron de Ré-
musat, terwijl zelfs de naam van een hertog,
die de familie de eer had aangedaan bij haar
te komen dejeuneeren, op het laken prijkte.
Toen de naam van de Périgore werd ge
noemd, kleurde Yvonne opmerkelijk.
Na het diner, toen we samen naar huis gin
gen, vertelde Gaston me, dat Périgore eens de
hand had gevraagd van Yvonne, doch dat haar
vader die had geweigerd, daar de burggraaf
veel schulden en geen bezittingen had.
Het spreekt vanzelf, dat we bij het dessert
gaarne aan het verzoek voldeden en onze hand
teekeningen op het tafellaken zetten.
Het afscheid van den avond kwam en naar
huis gaande bracht mijn vriend, het spreekt
haast vanzelf, het gesprek op Yvonne, daar
voor gelegenheid vindende in de verlegenheid,
welke Yvonne had getoond, toen haar moeder
den naam van Périgore had uitgesproken.
En? vroeg hij.
Beste vrind, zei ik, ik begrijp nu eerst goed,
waarom jij er prijs op stelde, dat ik de uit-
noodiging van Yvonne's ouders aannam. Je
was er zeker van, dat ik jouw aanstaande....
Zoo ver zijn we nog niet, viel hij mij in de
rede....
een bijzonder mooie vrouw zou vin
den.
Zeg eens, hoe kon ik er zeker van zijn,
vroeg hij weer, dat Yvonne ook jou kon be
koren.
Wel, kerel, dat was gemakkelijk te gissen.
Als je eenig vermoeden had gehad, dat ik ma
demoiselle de Laval een leelijkertje zou vinden,
dan was je er niet zoo happig op geweest haar
aan me voor te stellen
Het voorval was ik
al lang vergeten. Ik
kwam in diplomatie- rJpt
ken dienst, bleef jaren
in het buitenland,
slachtoffer van allerlei
overplaatsingen en,
zooals het meer gaat,
de band tusschen mijn vrienden en mij geraak
te wat al te los. Ik wist alleen, dat Gaston nog
al carrière had gemaakt in de politiek.
Naar het departement van buitenlandsche
zaken te Parijs overgeplaatst, besloot ik Gaston
Vadasz in de couloirs van het Palais Bourbon,
waar de Kamer juist een belangrijke aangele
genheid behandelde, op te zoeken.
Ik gaf mijn kaartje aan den kamerbediende,
en al spoedig kwam mij Gaston met het vriend
schappelijke gebaar van voorheen tegemoet.
We raakten niet uitgepraat over allerlei din
gen, nadat we elkaar hadden verweten, dat we
in al die jaren weinig aan elkaar gelegen had
den laten liggenEindelijk vroeg ik:
Hoe gaat het met je vrouw
Met Yvonne, uitmuntendeen schat
van een vrouw, hoor
En haar familie, de familie de Laval?
Ken je de geschiedenis van mijn schoon
vader dan niet...? De man is gelukkig dood...
In de gevangenis gestorven
Wat zeg je?
Ja, het had niet veel gescheeld, of mijn
carrière was er door gebroken
Vertel'op. ik ben nieuwsgierig....
Herinner ie je het tafellaken, je weet wek
waarop we onze handteekeningen hebben gezet
en voor ons en na ons nog vele anderen?
Ja. wat heeft dat met jouw geschiedenis te
maken?
Alles.... Herinner je, dat onder de hand
teekeningen ook die van den directeur van het
Crédit Lyonnais voorkwam! Welnu, mijn
schoonvader heeft, dank zij de handteekening
op het tafellaken, deze zóó prachtig weten na
te maken op wissels en chèques, dat hij voor
2.000 000 francs wist los te krijgen, toen hij,
door allerlei speculaties, aan lager wal was
geraaktOm bij te springen gaf ik de hu
welijksgift van een millioen aan papa de Laval
terugHet heeft lang geduurd voor men er
achter kwam, wie de valsche handteekening
had gemaakt. Eindelijk werd de Laval ontdekt,
gearresteerd en veroordeeld
En wat is er met het tafellaken gebeurd?
vroeg ik.
Dat diende tot stuk van overtuiging om
aan te toonen, dat de Laval vol-op gelegenheid
had gehad, de handteekening te bestudeeren.
En nu prijkt het in het politiemuseum.... Als
het je interesseert, kun jte het gaan zien. Jouw
naam prijkt er ook op!
BERLIJN. 17 Jan. (Reuter). Alle passagiers
schepen van de Norddeutsche Lloyd zullen wor
den voorzien van bioscoopzalen en projectie
apparaten. De directie is tot dit besluit over
gegaan daar de bioscoop aan boord van de
„Bremen" en „Europa" zoo populair geworden
zijn. In 1932 zijn aan boord van deze beide
schepen ongeveer 100 groote films vertoond.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiriiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiimiiinniiiiMiiiiiiiiiiiiiiMiin
Tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiii:iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii»iiniiniiiiiiiiiiii miiHMnniniHiiimmraiiui
bij verlies van een hand f O Cf oij verlies van een Cfk bij een breuk van f A fï bi) verlies
een voet of een oog/ A £t\J* duim of wijsvinger l/« "been of arm# trianderen
van "n
vinger
atluiiiiiiiiiiiimiiiiiliilliilllllliiiiiilli
BlIlItlMlllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllHI'lllllllllllllillllH
„Mijnheer Adam Smith, uw ambtelijke ver
dediger die, overeenkomstig de wet, bij het
verhoor zal tegenwoordig zijn en u. met zijn
advies zal bijstaan"
Advocaat en beschuldigde wisselden een be
leefden groet en de president ging voort:
„Nu ter zake! Ik heb hier over u een zeer
uitgebreid dossier".
„Onmogelijk!" riep Pennyless buiten zich zelf
Van verbazing.
„In dit dossier wordt u gekarakteriseerd als de
besliste vijand van elk gezag, van elke wet
geving, van elke gehoorzaamheid aan de over
heid"....
„Waarom niet als anarchist?"
„Reeds In Amerika", ging de rechter onver
stoorbaar voort, „hebt gij op ergerlijke wijze de
openbare orde verstoord, een beroep gedaan
op de meest verachtelijke instincten van ge-
wetenlooze lieden, achtenswaardige burgers
lastig gevallen, eigendommen verwoest, geheele
stedt n in opschudding gebrachtOp de
Antillen, op Cuba hebt gij de zijde gekozen
der rebellen, u gedragen als een bende-aan
voerder en daden van zeerooverij gepleegd"
„Dat is gelogen!" riep Pennyless verontwaar
digd uit. „Ik heb de zwakken geholpen, de
verdrukten verlost, strijd gevoerd tegen een
afschuwelijke tyrannieIk heb gehandeld
overeenkomstig mijn gewetensplicht als recht
schapen mensch, en als het moest, zou ik het
opnieuw doen. Overigens zijn wij hier niet op
de Antillen, noch in de Vereenigde Staten, en
gij zijt niet bevoegd feiten te beoordeelen, voor
gevallen in een ander land dan het uwe".
„Op dat antwoord zat. ik juist te wachten",
merkte de rechter sarcastisch op. „Die feiten,
die u erkent, vormen tegen u een zware aan
klacht. Niet tevreden met in Amerika onlusten
te hebben verwekt en op Cuba te hebben ge
stookt, komt gij thans in Indië uw afschuwelijk
werk voortzetten".
„Gelogen!"
„U wordt formeel ervan beschuldigd betrek
kingen te onderhouden met de tegen het gezag
der Britsche Kroon in opstand gekomen Afridis,
en hen van wapenen, munitie en geld te voor
zien
„Dat is even infame als onzinnige laster,
waartegen ik met alle kracht protesteer!"
„Wij weten totdusverre niet of gij handelt
op eigen gelegenheid ofwel in opdracht en voor
rekening van een naburige regeering die er
alle belang bij heeft ons hier moeilijkheden
te veroorzaken".
„Dus ik zou een agent van Rusland zijn?"...
„Misschien wel!"
„En daareven was ik anarchist!"
„Dat zullen we later wel uitpluizen. Wat ervan
zij. u wordt aangeduid als iemand die de
medeplichtige is van het laagste gespuis, dat
huist in Britsch-Indië, van geheimzinnige
machten, van menschen zonder geweten, van
bandieten en moordenaars
„Ik ben hier gisterochtend aangekomen, ik
ken hier niemand, zelfs niet de vertegenwoor
digers der Fransche en Amerikaansche regee
ringenIk zweer het u op mijn eerewoord!"
Hier onderbrak de advocaat het verhoor om
een beginsel-quaestie te stellen.
„Ik heb de eer Zijn Excellentie den hoog
edelachtbaren president van het Hof te doen
opmerken, dat hier louter vermoedens bestaan
en dat de Britsche wetgeving geen processen
kent waarvan een te voren gegeven strekking
ten grondslag ligt. Als er geen geval van „op
heeter daad betrappen" kan worden aangevoerd,
is de hechtenis van dezen gevangene onmogelijk
te handhavenIk heb dus de eer aan te
dringen op zijn onmiddellijke invrijheidstelling."
„Er is hier inderdaad een geval van „heeter-
daad", hervatte de rechter.
„Absoluut onmogelijk!" verklaarde Pennyless
op beslisten toon.
„Gij hebt gisterochtend de uitvoering verhin
derd van een vonnis, uitgesproken door het
Hooggerechtshof, door namelijk hulp te ver-
leenen aan rebellen"....
„Ik heb doodeenvoudig menschen zien rond
zwemmen, die wanhopige pogingen deden om
stukken op te visschen van een lijk, terwijl er
dozijnen van hen door krokodillen werden ver
slondenIk ben hun ter hulp gekomen, geeri
flauw vermoeden koesterende, dat de Britsche
regeering, nadat eenmaal een vonnis was vol
trokken, nóg zou voortwoeden tegen den ramp
zalige, die aan de gerechtigheid den tol van
zijn straf betaald had"
„Mijnheer, de bedding der rivier hier is een
begraafplaats voor sommige misdadigers, wier
stoffelijk overschot onttrokken moet worden aan
het huldebetoon van gevaarlijke medeplichti
gen. Door uw schuld hebben de Brahmanen
dezen nacht goddelijke eer kunnen bewijzen aan
een afschuwelijken moordenaar! Door uw op
treden is de veiligheid der Europeanen plotseling
ernstig bedreigd, zijn de bandieten wakker ge
worden, de geheime genootschappen in actie
gekomen en staat deze provincie misschien
aan den vooravond der uitbarsting van een
nieuwe revolutieUw medeplichtigen begin
nen zich reeds te roeren"
„Ik verzeker u opnieuw op mijn eerewoord,
dat ik hier niemand kenIk heb gehandeld
uit loutere menschlievendheid. Ik zag menschen
in gevaar verkeeren, maar kende noch hun
karakter noch de reden van hun handelwijze"...
Op dit oogenbiik trad heel zacht en voor
zichtig de bode, die in de wachtkamer dienst
had, de zaal binnen; hij droeg een dienblad
met een pakje erop, gaf dit aan den rechter
en zeide:
„Excellentie, hier is haast bij".
De president maakte het pakje onmiddel
lijk open en haalde daaruit te voorschijn een
langen zwarten doek en een kleinen dolk met
golvend lemmet waarop een stuk papier was
gestoken. Hij verbleekte lichtelijk terwijl hij
de daarop in het Engelseh geschreven paar
regels las, en zeide met bevende stem tot
pennyless:
„U ontkent nog altijd met iemand hier in
eenige betrekking te staan?"
„Dat zweer ik!"
„Als dat zóó is, lees u dan dit stuk papier
eens, hetwelk uw woorden op de meest formeele
wijze logenstraft".
Pennyless nam het papier aan, las snel den
nhoud en slaakte een kreet van ontzetting.
„Hardop lezen, als ik u verzoeken mag", zei
de president.
Pennyless gehoorzaamde.
„Onder bedreiging met de doodstraf wordt
aan den president van het Hooggerechtshof ge
last zonder eenig verwijl kapitein Pennyless in
vrijheid te stellen."
De rechter hervatte nu op streng-zakelijken
toon:
„Deze halsdoek is gelijk aan dien, waarmede
de hertogin van Richmond geworgd is.... Deze
dolk is gelijk aan dien, welke boven haar bed
was bevestigd. Mijn leven verkeert in gevaar!
Maar nooit heeft een Britsch magistraat zich
vrees laten aanjagen door eenige bedreiging,
hoe verschrikkelijk ook. Ik zal mijn plicht
doen!"
Hij drukte op den electrischen belknop vlak
vóór hem.
De soldaten en de onderofficier traden weer
binnen.
„Breng den gevangene naar zijn cel terug",
luidde het bevel.
Verlatenheid en honger
De kinderen der ongelukkige hertogin van
Richmond doorvoelden heel de bitterheid des
levens.
Zij voelden zich ongelukkig-alleen en zagen
rondom zich weliswaar medelijdende, maar niet
anders dan vreemde gezichten. Zij hielden
elkaar bij de handjes vast terwijl een groote
menigte defileerde langs het graf waarin het
stoffelijk overschot hunner lieve moeder was
neergelatenhun harten klopten koortsig en
hun oogjes brandden van uitgehuild verdriet.
Toen de droeve plechtigheid was geëindigd,
wilde men hen wegleiden uit deze voor hen zoo
smartelijke omgeving.
Patrick, in eenige uren van lijden gerijpt tot
jongeman, maakte een afwerende beweging, en
begrijpende dat hij, bij afwezigheid van den
vader als hoofd der familie, de verantwoorde-
ïykheid droeg voor hetgeen er verder met hen
ging gebeuren, zeide hy tot zyn zuster:
„Wy biyven bier by haar, nietwaar
Mary?"
„Ja Patrick, wy nemen afscheid van haar
.is wy alleen zyn."
En toen de menigte, deels stil en in gedach
ten verzonken, deels zacht prevelende, het
kerkhof had verlaten, Knielden de beide kin
deren neer.
CWordt vervolgd)