Willem de Zwijger-herdenking Van de Perstribune Prikkeldraad Sombere toon T arief sverlaging 't Blijft vriezen ONS STANDPUNT Het loopt mis!" Nieuwe indeeling Groot en klein WOENSDAG 25 JANUARI De rijksmiddelen over 1933 „GODSDIENST, GEZIN EN GEZAG" Lidmaatschap voor katholieken niet geoorloofd DE MARGARINEHANDEL Weth. de Jong over den hache- lijken financieelen toestand van Rotterdam Klachten over de Crisis-Zuivel- Centrale UIT HET WESTLAND Voorschotten aan tuinders DOODELIJK ONGEVAL Door de dorschmachine gegrepen Voor goederenvervoer met de Nederlandsche Spoorwegen Brieven op een advertentie Het rechtvaardige loon OUDE POORTEN Wie zal dat betalen? R.K. STAATSPARTIJ Candidatuur jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck EERW. FRATERS TE OSS Viering halve eeuwfeest WEELDEBELASTING Adres aan de Tweede Kamer Export van schapen en schapenvleesch Buitenlandsche kerkelijke leeningen R. K. Universiteit ln heel Europa POGING TOT MOORD Meerdere aanslagen op zijn vrouw gepleegd De nadering der Willem de Zwijger-her denking heeft over ons land eenig ge rucht, om niet te zeggen: eenig rumoer verwekt. Van stonde af aan is ernaar gestreefd, de viering zoo nationaal mogelijk te doen zijn en dank zij het sterk nationaal saamhoorigheids- gevoel, dat den Katholiek eigen is, hebben ook de hoogste katholieke autoriteiten hier te lande dit streven van meet af bevorderd: al spoedig werd het bekend, dat de Neder- landsche Katholieken bij de viering van Wil lem den Zwijger niet ten achter wilden blijven, mits zij bij die viering niet gedwongen zouder. worden tot een feestelijke herdenking van fei ten, welke den Katholiek door alle eeuwen heen pijnlijk en principieel-onaanvaardbaar zullen blijven. Minder konden de Katholieken wilden zij him zelfrespect niet te kort doen toch al niet eischen: men viert geen feiten, welke on geluk, i.e. miskenning, weerstreving en verwer ping van zijn heiligste overtuiging ook in het maatschappelijk en staatkundig leven ver oorzaakten of ten gevolge hadden; hoogstens kan men, indien men heel welwillend staan wil tegenover de historie en tegenover de daaruit gegroeide nationale toestanden en omstandig heden, de historische feiten aan een nauwkeu rige studie onderwerpen en daarin onderschei den, wat men zonder zijn overtuiging geweld aan te doen wel of niet meent te mogen vieren. Hiernaar nu is van Katholieke zijde, toen heel in de verte de Willem de Zwijger-herden king in aantocht was, terstond met loffelijker, ijver gestreefd en met teleurstelling moet geconstateerd worden, dat zelfs dit minimum van plichtsbetrachting tegenover de historie, dit minimum van zelfrespect den Katholieken hier en daar van liberale en protestantsche zijde kwalijk genomen is. Vooral de ethisch-religieuze, liberale „Avond post" maakte het ons lastig: wi) hadden Willem den Zwijger geheel of niet te nemen; wilden wij de Willem de Zwijger herdenking meevieren, dan moesten wij in hem tevens aanvaarden en vieren den o.i. proble- matieken geloofsheld, den strijder voor geloofs vrijheid, den bevrijder van het geloofsjuk en hoe men den grondvester van onzen modernen staat in kringen, waar onze „protestantsche natie" nog steeds opgeld doet, verder ook gaarne beschouwd en gepropageerd wil zien. Het is aan de redactie van genoemd blad er aan allen, die eenzelfde meening waren of nóg zijn toegedaan, waarschijnlijk (of mis schien ook niet!) ontgaan, dat deze eisch-in- naam- der-nationale-historie gelijk stond met (al dan niet opzettelijke) uitschakeling der Katholieken van de Willem de Zwijger-viering dat men hier van de Katholieken iets eisch- te, dat dezen nooit of te nimmer zouden kun nen inwilligen; alleen indien er geabstraheerd werd, waarbij iedere vaderlandsche groep kon aanvaarden, wat voor haar aanvaardbaar was, konden de Katholieken aan de feestviering deelnemen. En nu meene men niet, dat alle Katholie ken unaniem even hevig enthousiast ge weest zijn voor deze abstractie; zoowel in het heden als in het verleden zijn verschil lende Katholieke historici tegen een dergelijke abstractie gekant geweest. Wij herinneren ons nog heel levendig het jaar 1924, toen in Alkmaar de befaamde 8- October-kwestie opgelost stond te worden, toen dus te Alkmaar stedelijk hetzelfde vraagstuk aan de orde was als thans in het land natio naal. De verzoeningspogingen, indertijd van pro testantsche en liberale zijde eener- en van Katholieke zijde anderzijds aangewend ver zoeningspogingen, welke juist zeer distinctief gebaseerd waren op abstractie van het o.i. goe'de van het o.i. niet-goede, op een heel pre ciese onderscheiding van wat algemeen als feestmotief kon en mocht gelden, zijn door meer dan één katholieken historicus met bedenkelijk hoofdschudden beschouwd en gevolgd. In „Studiën" werd in die dagen een uitvoe rige beschouwing gewijd aan dit verzoenings- streven, en hoezeer de schrijver van deze studie de goede bedoelingen van hen, die deze verzoe ning beoogden, ook waardeerde principieel en historisch kon hij de tot basis der onderhan deling genomen abstractie niet juist achten. „Abstractie maken," zoo schreef de eminente historicus, die in „Studiën" aan het woord was, „is een mooi ding, is een noodzakelijk ding zelfs, bij de theoretische uiteenzetting eener zaak. Alles tegelijk behandelen gaat nu eenmaal niet, en daarom: Qui bene distinguit, bene docet. Maar in het volle, werkelijke leven abstractie maken is gewoonlijk een gevaarlijk werk. Immers de abstracties bestéén niet in de werkelijkheid; in de werkelijkheid bestaan slechts concrete personen en feiten, in welke al de geabstraheerdg beschouwingen tot één feitelijk geheel zijn verwezenlijkt." Thans, na een welhaast 8-jarige verzoening te Alkmaar, na een welhaast 8-jarige gezamen lijke grootsche viering van het 8-October-feesi waarby de Katholieken (na de vaak heftige verzoenings-debatten in vergadering en pers; heel goed weten, wét zij wel en wét zij niet vieren, zal de historicus van de „Studiën" d» eerste zijn, die erkennen wil, dat in de praktijk des levens, waar het nationale historische fei ten betreft, wel degelijk geabstraheerd kan worden, wat niet wegneemt, dat men respect moet blijven voelen voor zijn destijds ingenomen principieel en theoretisch standpunt. Ook in onze dagen, ook in verband met de komende Willem de Zwijger-viering leven er onder ons, Katholieken, intusschen nog tegen standers van de abstractie, getuige o.a de hou ding van een aantal Limburgsche onderwijzers en wij meenen, dat wij tegenstanders, die hechten aan een eerlijke overtuiging hoezeer deze ons ook in de gegeven omstandigheden onjuist voorkomt daarvan geen verwijt mogen maken. Voor hen zou een officleele mede viering van het De Zwijger-feest een offer aan een eerlijk historisch inzicht beteekenen. Met voldoening meenen wij echter wel te mogen vaststellen, dat de Katholieken van Nederland, daarin voorgegaan door de hoogste kerkelijke gezagdragers, over het alge meen met ingenomenheid een Willem de Zwij ger-herdenking begroeten, zij het dan ook met de voor den Katholiek noodzakelijke, onvermij delijke restricties. Wij vieren in den Zwijger geen „geloofsheld", geen „strijder voor geloofsvrijheid", geen „be vrijder van het geloofsjuk" wij vieren in hem ook niet een „revolutionnair". Wél echter huldigen wij in den Zwijger den „positieven" grondlegger van onzen Nederland- schen Staat en van al het goede, dat wij in latere jaren mochten roemen: ons zelfstandig staatkundig leven en het Koningshuis van Oranje, onder welks regeering wij ons thans nog gelukkig prijzen; voorzoover de gedach ten aan de toenmalige geloofsgebeurtenissen en aan den soms betreurenswaardigen samenloop van zekere staatkundige omstandigheden ons vanzelf afgetrokken stemmen, mogen wij ook niet vergeten, dat God een en ander heeft toe gelaten in Zijn alwijs bestier; al zijn er waar lijk voor de Katholieken vele bittere herinne ringen verbonden aan Willem den Zwijger en zijn tijd en zijn werk we moeten steeds bedenken, dat God uit het eigenlijk-kwade het goede kan doen voortkomen en wanneer wij b.v. de vervolging en verdrukking der Katho lieken in den vroegeren tijd beschouwen als een felle loutering, welke de Katholieken naar Gods bestier moesten doorstaan om betere of goede Katholieken te worden, dan is er waar lijk wel reden tot dankbaarheid. Wij zullen het Willem de Zwijger-feest mede vieren con amore maar om de motieven, welke wij daarin als feestmotieven beschouwen Het ware weinig minder dan een lafheid welke de andersdenkenden in ons allerminsf waardeeren zouden indien wij onze restric ties in een kunstmatige roes van verkeerd be grepen nationalisme verdoezelden en niet posi tief onze feestmotieven verkondigden. Naar aanleiding van wat we in een artikel onder bovenstaand opschrift schreven over den wijnaccijns, berichtte ons een insider, dat z.i. het normaal vloeien van dit middel een andere oorzaak had dan wij aangaven. Hij schrijft o.m. dat per 1 April 1932 de ac- cijnsverhooging van kracht werd en dus voor dien meerderen hun behoeften hebben gedekt. Nadien is dit middel steeds teruggeloopen en weten de handelaren er over mee te praten, hoe zeer hun verkoop wegens de door de crisis sterk gedaalde inkomsten van het wijndrinkend pu bliek is achteruitgegaan. We nemen gaarne acte van deze nadere uit eenzetting, maar willen er toch even op wijzen, dat wij in ons overzicht zelf ook op iets der gelijks doelden, toen wij schreven; „Wijst dit op een vaste kern van gebruikers, of heeft misschien de handel extra voorraad ingevoerd? Op 26 October jJ. werd door eenige op den voorgrond tredende personen opgericht het Nationaal Verbond „Godsdienst, Gezin en Gezag", ten doel hebbend de bestrijding van revolutionnaire invloeden in Nederland en Overzeesche gewesten. Vertegenwoordigers van alle godsdienstige richtingen zijn in het Ver bond opgenomen. Plaatselijke comité's werden opgericht en druk bezochte openbare vergade ringen werden gehouden, waarop van katholieke zijde als sprekers optraden: Pater Borromaeus de Greeve O.P.M., kapelaan H. Drost te Hille- gersberg en kapelaan H. de Bièvre O.P. te Rot terdam. De Katholieken hadden zich intusschen nog niet definitief aangesloten; ze wenschten de beslissing van de Kerkelijke Overheid af te wachten. Deze beslissing is thans althans van het bisdom Haarlem, gevallen in dezen zin, dat de Katholieken geen lid mogen zijn van het Nationaal Verbond. Samenwerking tusschen een Katholieke organisatie en het Nationaal Ver bond is echter wel geoorloofd. stelden omzet zijn gebleven wordt voor elk kilo, dat zij minder hebben omgezet, uit dit fonds een bedrag van 15 cent uitgekeerd. Als er, aldus de heer Keijsper, geen of wei nig winst wordt gemaakt, dan is een dergelijke accountantscontrole overbodig, terwijl hij zich niet kan voorstellen, dat men met zoo weinig winst toch nog bereid is om 15 cent boete te betalen voor elk kilo boven den vastgestelden omzet. Ook aan de margarine, die beschikbaar is gesteld voor de behoeftige bevolking wordt door de fabrikanten hetzelfde verdiend als aan de andere margarine. Sprekende over de Crisis-Zuivel-Centrale merkte spr. op dat een van de economische verhoudingen, de concurrentie-mogelijkheid. door dit instituut volkomen is weggenomen. De margarinefabrikanten zijn door de C. Z. C. sterk bevoordeeld en niet benadeeld, zooals men wel van fabrikantenzijde wil laten voorkomen. Ook in de samenstelling van de C. Z. C. blijkt de bevoorrechting van de fabrikanten. Onbillijk is het dat de C. Z. C. wel prijsrege- lend is opgetreden voor de fabrikanten, doch dit weigert te doen voor de mengbedrijven. Het zal tijd worden, dat de C. Z. C. machtig de helpende hand biedt aan de nijvere tus- schengroep, die even goed recht heeft op haar bestaan. Spr. hoopte spoedig een aangenamer geluid te kunnen laten hooren en hoopte nog iets te kunnen doen voor allen, die direct of indirect betrokken zijn. Op deze rede volgde een luid applaus, waarna de heer Jan Mol nog een propagandawoord sprak, terwijl de geest, adviseur opwekte tot goed en actief organisatieleven. Dezer dagen vergaderde de R. K. Boterhan- delarenvereeniging „St. Antonius" in hotel „Wijkerbrug" te Voorburg onder leiding van den heer Ph. van Benten. Na het behandelen van enkele huishoudelijke onderwerpen werd het woord verleend aan den heer V. P. Keijsper uit Alkmaar, die een be langwekkende rede hield over „De toestand in den margarinehandel." Spreker deelde mede te zullen behandelen de handelspositie van de margarinefabrikanten en van den distribueerenden middenstand zoo als winkeliers, grossiers en mengers, in verband met de invoering van de Crisis Zuivelwet. De bewering van de zijde der twaalf erkende margarinefabrikanten, dat hun omzet is terug geloopen tengevolge van de werkzaamheden der mengbedrijven, bestreed de heer Keijsper met de mededeeling dat hiervoor ook andere rede nen zijn aan te wijzen, n.l. het verminderde nationale volksinkomen, het verminderde ver bruik der fabrieksbakkerijen en de ingesmok- kelde buitenlandsche margarine geschat op minimum 100 000 kilo per week. De heer K. was van meening dat de mar garinefabrikanten nog wel een behoorlijke winst maken. De onderlinge contingenteering der fabrikanten zegt op zichzelf al genoeg. Een accountantsbureau te Den Haag met bijkan toor te Rotterdam heeft opdracht gekregen de fabrikanten nauwkeurig te controleeren, of zij niet boven den vastgestelden omzet zullen gaan. Gaat een fabrikant boven den vastgestelden om zet, dan moet hij als boete voor elk kilo meer, een bedrag betalen van 15 cent, hetwelk gestort wordt in een bepaald fonds. Aan de fabrikanten die beneden den vastge- 99 De begrootingsdebatten in den Rotterdam- schen raad zijn in vollen gang. Als eerste der wethouders kwam Dinsdagmiddag aan het woord mr. A. de Jong, wethouder van plaat selijke werken. In zeer sombere bewoordingen liet de heer De Jong zich hierbij uit over den financieelen toestand van Rotterdam. „De stad gaat ten gronde", aldus mr. de Jong, „22 jaar heb ik als wethouder mijn krachten gegeven aan haar belangen en hoe doet het thans te moeten aanzien, dat zij een ruïne nabij is. Het gaat mis met Rotterdam. De toekomst is duister, alleen met omvangrijke bezuiniging kunnen wij de stad voor 1933 in het leven houden. Twee ernstige feiten zijn er, die telkens weer Rotterdams bedenkelijk toestand duidelijk ac- centueeren: vijf ton per week voor armenzorg, een halve ton per week verlies op de tram. Ik sta nu aan het eind van mijn leven; ik ben de politiek ingegaan, maar heb daarin niet gevonden wat ik verwachtte. De politiek is onedel en onwaarachtig." Enkele gemeentebesturen in het Westland zul len ook thans weer ertoe overgaan medewer king te verleenen, aan kweekers teeltvoorschot ten te verstrekken door de veilingen. Deze voorschotten worden dan in den loop van den zomer geleidelijk aan de veilingen weer in gehouden. Door B. en W. van 's-Gravenzande wordt den raad voorgesteld de garantie te aanvaarden van 5000.welk bedrag door de veilingvereeniging Woutersweg aldaar voor de voorschotten wordt beschikbaar gesteld. Dinsdagmiddag is de 50-jarige landbouwer Van V. bij het verrichten van werkzaamheden in de schuur met zijn das in aanraking ge-- komen met de dorschmachine. Daar er buiten hem niemand in de schuur was kon de machine niet worden afgezet, zoodat de man gewurgd werd. Zijn lijk is later door huisgenooten ge vonden. Een weduwe met elf kinderen blijven achter. De Directie der Nederlandsche Spoorwegen heeft bij den Minister van Waterstaat een aan tal wijzigingsvoorstellen der goederentaneven ingediend, welke naast een belangrijke verla ging ook ingrijpende wijzigingen zullen brengen in de grondslagen der vrachtberekening. De tegenwoordige indeeling in vier categorie- en (.vrachtgoed, ijlgoed, bestelgoed, gewoon ver voer en bestelgoedsnelvervoer) zal worden ver vangen door een indeeling in drie categorieën, n.l. vrachtgoed, snelgoed en expres-goed. Het snelgoed zal zijn een samensmelting tus schen ijlgoed en bestelgoed gewoon vervoer; 't expresgoed zal zijn het tegenwoordige bestel- goed-snelvervoer. De Directie komt tot deze samensmelting op grond van de volgende overwegingen: le. Gezien de concurrentie van de vracht auto's is de tegenwoordige ijlgoedsnelheid veel al onvoldoende. Waar die snelheid is opgevoerd heeft verzending als bestelgoed weinig zin meer. 2e. Met het oog op even bedoelde concurren tie zijn de tegenwoordige bestelgoedprijzen voor zendingen boven 10 K.M. te hoog. 3e. Het nevens elkander bestaan van bestel en ijlgoed geeft aanleiding tot begripsverwar ring bij het publiek, temeer omdat voor kleine pakjes het snellere vervoer (bestelgoed) dik wijls goedkooper is dan het minder snelle (ijl goed). In de nieuwe tarieven wordt voor alle soor ten vervoer de vracht tot en met 30 K.G. be rekend, onafhankelijk van den af te leggen af stand. Voor snelgoed zijn tot en met 10 K.G. de prijzen van het tegenwoordige bestelgoed-ge woon vervoer overgenomen, met dien verstan de, dat de thans geldende vracht van f 0.80 van meer dan 9 tot en met 10 K.G. zal gelden voor zendingen van meer dan 9 tot en met 30 K.G. Voor vrachtgoed zijn prijzen tot en met 30 K.G. lager gesteld. De vrachtprijzen tot en met 30 K.G. voor expres-goed zijn dezelfde als die van het tegenwoordige bestelgoed-snelvervoer. Hierbij zal, overeenkomstig met het snelgoed, de thans geldende vracht van f 1.20 voor zen dingen van meer dan 9 tot en met 10 K.G. wor den toegepast bij vrachtbetalingen van meer dan 9 tot en met 30 K.G. Voor zendingen stukgoed boven de 30 K.G. wordt de grondslag voor de vrachtbereken'ng de vracht voor het vrachtgoed. De minimum vracht voor vrachtstukgced zal f 0.50 bedragen. Voor snelgoed zal worden berekend het dub bele van de nieuwe stukjoederenprijzen voor vrachtgoed met een minimum vracht van f 0.80. De vrachtprijzen voor expresgoed zal zijn vijf maal de nieuwe stukgoedprijzen voor vrachtgoed met een minimum van f 1.20. Het' bestellen zal in plaatsen waar een bestel dienst is gevestigd kosteloos geschieden, terwijl geen stationskosten zullen worden geheven. Bij volumineuse goederen zal het dubbele ge wicht grondslag van de vrachtberekening wor den, waarbij als volumineus worden beschouwd goederen die minder wegen dan 80 K.G. per M3. Nieuw is de bepaling dat goederen, welke min der wegen dan 80 K.G. per kubieke meter de vracht berekend wordt naar 80 K.G. voor eiken kubieken meter. Voor wagenladingen is de bestaande klasse- indeeling gehandhaafd. De nieuwe vrachtprij zen berusten op een lagere basis dan de tegen woordige. De verlaging is ook hier het grootst voor die goederen, waarvoor de auto-concurren- tie het sterkst is. De vracht voor kleine wagenladingen wordt voortaan gerekend naar het werkelijk gewicht der zending, ook wanneer dat minder is dan 5000 K.G., doch voor niet minder berekend dan 2000 K.G. tegen de stukgoedprijzen. Deze prijzen zullen ook gelden, indien een wagen van meer dan 10 ton is aangevraagd. Ook de speciale tarieven zijn in het algemeen sterk verlaagd in de door de directie overgeleg de nieuwe tarieven. Te vervallen komen tal van bijkomende kos ten als bestelloon, stationskosten, loon voor reinigen en ontsmetten van wagens en be houdens een aantal uitzonderingen het over- brengloon van wagenladingen. Verlaagd wordt ook het afhaalloon te Am sterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam en Voor burg, de provisie voor voorschotten en rembour- sementen, de prijzen der adreskaarten en vrachtbrieven en het weeggeld. Tegelijk met de nieuwe tarieven, waarvan de invoering zoo mogelijk nog op 1 Mei a.s. zal ge schieden, wordt een kleiner model vrachtbrief. In de „Avondpost" lezen wij de volgende „Kantteekening" DRIE UNIFORMS oud-minister, compleet met degen en steek, witte pakken, zeer geschikt voor tooneel. Reis Citybag met toebehooren, f 6. 24 Jan. '33. Op bovenstaande advertentie zijn de vol gende brieven ingekomen: 1. WelEdele Heer, Gaarne zou ik van u de maat willen ver nemen van een der drie minister-costuums. Ik ben nog al lang en niet al te gezet. Met het oog op mogelijke gebeurtenissen stel ik er prijs op spoedig antwoord te ontvangen, want er zullen wel vele liefhebbers zijn. Ik reken intus schen op uw stilzwijgen en verblijf Hoogachtend, Uwe dw. dn. H. P. MARCHANT P.S. De reis-citybag heb ik destijds al van minister Kan overgenomen. 2. Geachte Heer, Uw advertentie gelezen hebbende, verzoek ik u mij omgaand een minister-pak te zenden met degen en steek. Ik verzoek u, de degen eerst goed te doen slijpen. De maat van het costuum zelf doet er niet toe, want mijn vrouw zegt, dat ze het de naaister wel wat kan laten in rijgen. Verzoeke toezending onder rembours. Hoogachtend, Uwe dw. dn. BRAAT 3. Mijnheer, Daar ik vermoedelijk dezen zomer ook een rol zal spelen op het tooneel, verzoek ik u, mij het aangeboden minister-costuum te willen toezenden. Netjes opgeperst en de sabel roest vrij. Hoogachtend, Uwe dw. dn. VERAART In het bedrijfsleven moet worden gestreefd naar het vaststellen van een rechtvaardig loon. De vraag hoe hoog het loon moet zijn om aan dezen maatstaf te voldoen, is dikwijls moeilijk te beantwoorden. Naar de meening van „De Nederlander" dwingt de rechtvaardigheid niet tot het be talen van een loon, dat economisch onmoge- 1 ij k door het bedrijf kan worden gedragen. Want tot het onmogelijke is niemand gehouden. Of wel: waar niet is verliest zelfs de keizer zijn recht. In het Januari-nummer van ,JDe Economist", zoo gaat „De Nederlander" voort, wordt dit vraagstuk in denzelfden zin besproken door prof. dr. M. J. H. Cobbenhagen. De Tilburgsche hoogleeraar onderscheidt daarbij twee gevallen: lo. Het kan zijn, dat een ondernemer door persoonlijke oorzaken geen voldoende loon kan betalen: Of hij (dan) in geweten schuldig staat, hangt er van af of hij door eigen schuldige nalatigheid of schuldig handelen in dien toestand is geraakt. Hij is verplicht te streven om uit dien toestand van onmogelijkheid te geraken, voorzoover dit binnen zijn ver mogen ligt." 2o. Het geval kan ook zijn, dat een onder nemer door maatschappelijke oor zaken geen voldoende loon kan betalen: „De economische onmogelijkheid kan ook voortspruiten uit het feit, dat in een bepaalde maatschappelijke economische orde niet mo gelijk is te voldoen aan zekere zedelijke eischen. Zoolang die orde bestaat, geldt we gens de onmogelijkheid de verplichting niet, maar er moet gestreefd worden om deze orde te veranderen." Het komt ons voor zoo besluit het geci teerde blad dat de bespreking van het recht vaardig loon door deze onderscheiding wordt verdiept. Het begrip „rechtvaardig" loon krijgt aldus een meer tastbaren inhoud. ongeveer de halve grootte van de tegenwoordige, ingevoerd. De directie schat dat door deze tariefsverla ging 17 pet. der opbrengst, welke de tegenwoor dige tarieven opleveren wordt prijsgegeven. Een commissie, gevormd uit de afd. Deven ter van den Ned. Aannemersbond, heeft met de Heerenpoortcommissie uit Groningen en den oud-bouwmeester, den heer Mulock Houwer, op het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage een onder houd gehad met den heer Visser, chef van de af deeling Kunsten en Wetenschappen van dat Departement, inzake het overbrengen van de Bergpoort naar Deventer en van de ïjleereu- poort naar Groningen, welke monumenten zich thans in den tuin van het Rijksmuseum te Amsterdam bevinden. Uiteengezet werd o.m., dat de financieele gevolgen ten aanzien van de overbrenging buiten de gemeenschapslasten omgaan. De heer Visser gaf te kennen, dat de plaats der poorten thans in een museum geenszins ae juiste is en dat deze poorten dienen te staan in de gemeenten van oorsprong. De commissies zijn daarna door minister Terpstra in audiëntie ontvangen, die van gelijk oordeel was als de heer Visser en toezegde, de zaak met de Rijkscommissie voor Monumenten zorg en de directie van het Rijksmuseum te zullen bespreken. Na de reeds ingediende candidaatstellingen in den kieskring Maastricht voor jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, is voor dezen alsnog een candidatenlijst ingeleverd, onderteekend door een groot aantal leden der R. K. Kiesvereeni- ging te Gennep (Noord-Limburg) en wel voor een niet-omschreven zetel. De candidaatstelling geschiedde o.m. uit de overweging, dat het meer dan ooit thans nood zakelijk is, mannen van groote politieke be kwaamheid en ervaring naar de Tweede Kamer af te vaardigen. Het comité ter viering van het gouden jubilé der Eerwaarde Fraters te Oss vergaderde dezer dagen in het Bondsgebouw op den Heuvel onder voorzitterschap van D. L. Stoltz. Tegenwoordig waren het dagelijksch bestuur der gemeente en de geestelijkheid der stad. Een comité ter voorbereiding werd gevormd, waarbij nog werden gevoegd afgevaardigden van de R.K. Middenstandsvereeniging en van de R.K. W. Ver. van den plaatselijken A. C. B. Het feest zal gehouden worden op den 2den Paaschdag. Die dag wordt dan ingezet met een pontificale H. Mis. receptie en soirée. Als huldeblijk zal aan de fraters gebrandschil derde ramen voor de kapel worden aangeboden. De Kamer van Koophandel voor Delft en omstreken heeft aan de Tweede Kamer een uitvoerig adres gezonden nopens de Weelde- verteringsbelasting. In het adres komt de Kamer tot de conclusie, dat het principe van de Weeldeverteringsbe- iasting uit algemeen technisch gezichtspunt niet te verdedigen is. Voorts, dat de invoering van deze belasting voor de economische ont wikkeling van Nederland zeer schadelijk zou zijn, omdat zij: le. de ontwikkeling van zoowel nieuwe als van luxe industrie belemmert, dus ontplooiing van de Ned. industrie in een voor haar feitelijk aangewezen richting, practisch on mogelijk maakt; 2e. dat zij de werkloosheid sti muleert, doordat zij juist de arbeids-intensieve luxe industrie treft; 3e. de industrie admini stratieve lasten oplegt, welke in dezen tijd zeer moeilijk te dragen zijn; 4e. den Middenstand, voor zoover bij deze artikelen betrokken, dwingt tot vergrooting van het in den voorraad ge stoken kapitaal en tot betaling van belasting ook over niet of slechts met verlies te verkoo- pen artikelen. Voorts, dat deze belasting tot vele onbillijkheden aanleiding zal geven, daar zij nieuwe lasten oplegt op een deel van het be drijfsleven, dat door de crisis toch reeds sterk is getroffen, terwijl tal van andere bedrijven door de Regeering daadwerkelijk gesteund moe ten worden. Tenslotte wordt erop gewezen, dat ook in het bijzondes de kunstnijverheid zal worden ge troffen en daardoor ook aan de cultureele waarden ernstig schade zal worden gedaan. De Kamer verzoekt dan ook met aandrang, de voorgestelde weeldeverteringsbelasting niet aan te nemen. In verband met het groot surplus aan scha pen hier te lande en het, tengevolge van de vele invoerbelemmeringen zeer beperkte afzet gebied in het buitenland worden nu en dan po gingen aangewend om nieuw afzetgebied voor schapen en (of) schapenvleesch te vinaen in landen, waarheen tot dusverre geen of slechts zeer weinig export plaats had. Veelal hebben die pogingen niet het gewensch- te succes, doordat herhaling ervan afstuit op de aanvankelijk geleden verliezen. Op grond hiervan wordt him, die bereid zijn dusdanige pogingen te ondernemen en syste matisch voort te zetten, in overweging gegeven, zich schriftelijk te wenden tot het Vleesch-Ex- port-Bureau, Lange Burchtstraat 39, te Nijme gen, welk bureau, elk geval afzonderlijk, zal overwegen, of en, zoo, binnen welke grenzen in vorenbedoelde verliezen kan worden tegemoet gekomen. De trustee van de 8 pet. le hypothecaire lee ning, groot ƒ90.000, d.d. 1 Aug. 1926, ten laste van het Klooster van de Zusters van den Goe den Herder te Marxheim, het N.V. Trustkantoor voor Beleggingswaarden alhier, had tegen Dins dagmiddag een bijeenkomst uitgeschreven in het gebouw „Amicitia" te 's Gravenhage, ten einde goedkeuring te verleenen aan het verzoek van de debitrice om de coupons van 1 Februari as. af tot en met 1 Augustus 1936 op basis van 5 pet. te voldoen. Daar er geen voldoende aantal obligaties was vertegenwoordigd, zal op Vrijdag 27 dezer, te half drie in „Amicitia" weder een vergadering worden gehouden, waarin een rechtsgeldig be sluit zal kunnen worden genomen. NIJMEGEN. Doctoraal examen in de rechten aan de R. K. Universiteit te Nijmegen J. W. M. Huynen te Maastricht Het was op 21 Januari juist 30 jaar gele den, dat Dr. Schaepman stierf. Een gedenkwaardige datum. En we mogen wél maar dan met blijheid in onze stem! uitroepen: quantum mutatus ab illo.hoe véél is hij veranderd, hoe heel anders wordt hij nu beschouwd, hoe heel anders dan toen hij nog leefde! In de „Volkskrant" is naar aanleiding van deze sterfdag-herdenking herinnerd aan het pijnlijke feit van Schaepman's miskenning in zijn dagen: „Indien ooit iemand recht had gehad om zich af te scheiden van de leiders, om een afzonderlijke positie in te nemen, om zijn aanhangers in een eigen korps om zich te ver zamelen, dan ware het dr. Schaepman geweest. Maar hij deed het niet, hij dacht er niet aan: niet in scheuring en splitsing zocht hij zijn kracht; hij stelde geen eischen en voorwaar den. Hij werkte, hij volhardde, hij overwon. Hij beaat vertrouwen, geduld; hij beidde zijn tijd. Hij wist welk een macht de Katholieken door hun eenheid konden zijn, en hij wist ook, dat zij door verdeeldheid hun invloed zouden verspelen, wat niet om het te loor gaan van den invloed het ergst was, maar om het ver lies dat daardoor de katholieke zaak niet verstaan als affaire, maar als cause, zooals de „Maasbode" dezer dagen opmerkte leed. Tegenwoordig schijnt men geen geduld en geen vertrouwen meer te bezitten en lijkt men wel aangetast door de epidemie van den haast. Moge de les van dr. Schaepman, indien ze niet wordt verstaan door sommige heetgebaker- den hun ijver en goede bedoelingen blijven intact worden begrepen door de massa, die hem niet het minst eert om de wijze waarop hij zich tegenover tegenslag en tegenwerking gedroeg: als een groot man." Deze rake opmerking mocht juist in deze dagen wel eens worden gemaakt. Hoe gróóter de mensch, des te meer misken ning en tegenslag zal hij persoonlijk verdragen omwille van het gemeenschappelijk ideaal, hoe kleiner de mensch, des te eerder loopt hij weg, wanneer hij niet spoedig genoeg met eere wordt overladen, niet spoedig genoeg in triomph wordt binnengehaald. De vrienden van het ijs kunnen tevreden zijn. want in geheel Europa zijn de kansen op vorst nog grooter geworden. Doch niet alleen daarom maar het laat zich aanzien, dat het niet zoo gauw uit zal zijn met de vorst. Behalve deze korte aanduiding van de meest waarschijnlijke vooruitzichten valt er nog wel wat meer over den algemeenen weerstoestand te zeggen. In de eerste plaats dit: het groote gebied van hoogen luchtdruk, dat tegelijk het vorstgebied is, heeft zich sedert dé- laatste da gen belangrijk naar het Westen en Zuiden uit gebreid, zoodat de vorst doorgedrongen is tot de Middellandscha Zee in het Zuiden en de Brit- sche eilanden in het Westen. Dit laatste heeft ten gevolge gehad, dat in Engeland reeds temperaturen lager dan 10 gra den C. onder nul zijn voorgekomen en dit betee- kent voor dat land, waar men geen zoo sterke vorst gewoon is, heel wat meer dan bij ons. Van veel belang voor ons land is, dat de vorst vooral in Oost-Duitschland sterk is toege nomen, zoodat de Oostelijke wind nu zeer koude lucht aanvoert. Ook de uitbreiding van het vorstgebied naar Zuidwest-Europa heeft voor ons een niet te onderschatten beteekenis, daar nu ook door Zuidoosten en Zuidenwinden veel koude lucht kan worden aangevoerd. Deze laat ste zijn weliswaar minder te verwachten dan Oostelijke maar de geschiedenis leert ons, dat de koudste winters bij ons gepaard gaan met strenge koude in Frankrijk en het Alpengebied. Een andere belangrijke verandering in de temperatuur-verdeeling is de stijging van de temperatuur in Noord-Europa tengevolge van het doordringen van een wanneren Zuidweste lijken luchtstroom in dat gebied. Voorloopig zal dit voor ons nog geen gevolgen hebben maar het zou kunnen leiden tot verschuiving van het gebied van hoogen druk naar het Zuiden en als dit maar een groote verschuiving wordt kunnen wij daarvan stijging van de temperatuur verwachten. Op het oogenblik is daar nog niet veel kans op. Verder is het opvallend, dat de algemeene luchtdruk-verdeeling zoo stabiel is, hetgeen wel zal samenhangen met de buitengewoon strenge vorst in Rusland. Of wij nu een top-toestand hebben bereikt en spoedig een afbraak zal vol gen is nog zeer twijfelachtig. Eerder kan men zeggen dat de algemeene weerstoestand zeld zaam gunstig is voor een strenge en langdurige vorst, waarmede echter niet gezegd is, dat wij die voorspellen. Men moet echter wel in aan merking nemen, dat wij pas in het midden zijn van den winter, dat de koudste winters juist altijd in dezen tijd hun toppunt begonnen te be reiken en dat de geschiedenis ons leert, dat de koudste winters altijd begonnen op de manier die wij nu gevolgd zijn. Zoolang nu de barometer stationnair blijft (kleine dalingen van een of twee millimeters hebben geen beteekenis) kan men op vriezend weer rekenen. Maar als de barometer sterker gaat dalen keeren de kansen. Als het zoover is hoop ik daar op te kunnen wijzen. (Nadruk verboden). Een meubelmaker te Almelo. 28 jaar oud. die gepoogd heeft zijn 21-jarig echtgenoote, met wie hij vijf maanden was getrouwd, van het leven te berooven, had zich heden deswege voor de rechtbank te verantwoorden. De man had een lange gasslang gekocht en deze op zekeren nacht in het slaapvertrek ge leid, waarna hij het andere eind verbond met de kraan van het gasstel en deze kraan open draaide. Deze poging tot vergiftiging mislukte echter, daar de vrouw wakker werd en de gas- lucht bespeurde. Er werd tegen den meubelmaker, die na deze poging ook nog andere plannen heeft beraamd om zijn vrouw uit den weg te ruimen en daar toe eenige malen wat in haar eten heeft ge daan, o.a. koppen van lucifers, vijf jaar ge vangenisstraf geëischt, met aftrek van voor arrest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3