Willem de Zwijger-herdenking
Van de Perstribune
Prikkeldraad
Sombere toon
T arief sverlaging
't Blijft vriezen
ONS STANDPUNT
Het loopt mis!"
Nieuwe indeeling
Groot en klein
WOENSDAG 25 JANUARI
De rijksmiddelen over
1933
„GODSDIENST, GEZIN EN
GEZAG"
Lidmaatschap voor katholieken
niet geoorloofd
DE MARGARINEHANDEL
Weth. de Jong over den hache-
lijken financieelen toestand
van Rotterdam
Klachten over de Crisis-Zuivel-
Centrale
UIT HET WESTLAND
Voorschotten aan tuinders
DOODELIJK ONGEVAL
Door de dorschmachine gegrepen
Voor goederenvervoer met de
Nederlandsche Spoorwegen
Brieven op een advertentie
Het rechtvaardige loon
OUDE POORTEN
Wie zal dat betalen?
R.K. STAATSPARTIJ
Candidatuur jhr. mr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck
EERW. FRATERS TE OSS
Viering halve eeuwfeest
WEELDEBELASTING
Adres aan de Tweede Kamer
Export van schapen en
schapenvleesch
Buitenlandsche kerkelijke
leeningen
R. K. Universiteit
ln heel Europa
POGING TOT MOORD
Meerdere aanslagen op zijn vrouw
gepleegd
De nadering der Willem de Zwijger-her
denking heeft over ons land eenig ge
rucht, om niet te zeggen: eenig rumoer
verwekt.
Van stonde af aan is ernaar gestreefd, de
viering zoo nationaal mogelijk te doen zijn en
dank zij het sterk nationaal saamhoorigheids-
gevoel, dat den Katholiek eigen is, hebben ook
de hoogste katholieke autoriteiten hier te lande
dit streven van meet af bevorderd:
al spoedig werd het bekend, dat de Neder-
landsche Katholieken bij de viering van Wil
lem den Zwijger niet ten achter wilden blijven,
mits zij bij die viering niet gedwongen zouder.
worden tot een feestelijke herdenking van fei
ten, welke den Katholiek door alle eeuwen
heen pijnlijk en principieel-onaanvaardbaar
zullen blijven.
Minder konden de Katholieken wilden zij
him zelfrespect niet te kort doen toch al
niet eischen: men viert geen feiten, welke on
geluk, i.e. miskenning, weerstreving en verwer
ping van zijn heiligste overtuiging ook in het
maatschappelijk en staatkundig leven ver
oorzaakten of ten gevolge hadden; hoogstens
kan men, indien men heel welwillend staan wil
tegenover de historie en tegenover de daaruit
gegroeide nationale toestanden en omstandig
heden, de historische feiten aan een nauwkeu
rige studie onderwerpen en daarin onderschei
den, wat men zonder zijn overtuiging geweld
aan te doen wel of niet meent te mogen
vieren.
Hiernaar nu is van Katholieke zijde, toen
heel in de verte de Willem de Zwijger-herden
king in aantocht was, terstond met loffelijker,
ijver gestreefd en met teleurstelling moet
geconstateerd worden, dat zelfs dit minimum
van plichtsbetrachting tegenover de historie,
dit minimum van zelfrespect den Katholieken
hier en daar van liberale en protestantsche
zijde kwalijk genomen is.
Vooral de ethisch-religieuze, liberale „Avond
post" maakte het ons lastig:
wi) hadden Willem den Zwijger geheel of niet
te nemen; wilden wij de Willem de Zwijger
herdenking meevieren, dan moesten wij in hem
tevens aanvaarden en vieren den o.i. proble-
matieken geloofsheld, den strijder voor geloofs
vrijheid, den bevrijder van het geloofsjuk en hoe
men den grondvester van onzen modernen
staat in kringen, waar onze „protestantsche
natie" nog steeds opgeld doet, verder ook gaarne
beschouwd en gepropageerd wil zien.
Het is aan de redactie van genoemd blad er
aan allen, die eenzelfde meening waren of
nóg zijn toegedaan, waarschijnlijk (of mis
schien ook niet!) ontgaan, dat deze eisch-in-
naam- der-nationale-historie gelijk stond met
(al dan niet opzettelijke) uitschakeling der
Katholieken van de Willem de Zwijger-viering
dat men hier van de Katholieken iets eisch-
te, dat dezen nooit of te nimmer zouden kun
nen inwilligen; alleen indien er geabstraheerd
werd, waarbij iedere vaderlandsche groep kon
aanvaarden, wat voor haar aanvaardbaar was,
konden de Katholieken aan de feestviering
deelnemen.
En nu meene men niet, dat alle Katholie
ken unaniem even hevig enthousiast ge
weest zijn voor deze abstractie; zoowel
in het heden als in het verleden zijn verschil
lende Katholieke historici tegen een dergelijke
abstractie gekant geweest.
Wij herinneren ons nog heel levendig het
jaar 1924, toen in Alkmaar de befaamde 8-
October-kwestie opgelost stond te worden, toen
dus te Alkmaar stedelijk hetzelfde vraagstuk
aan de orde was als thans in het land natio
naal.
De verzoeningspogingen, indertijd van pro
testantsche en liberale zijde eener- en van
Katholieke zijde anderzijds aangewend ver
zoeningspogingen, welke juist zeer distinctief
gebaseerd waren op abstractie van het o.i.
goe'de van het o.i. niet-goede, op een heel pre
ciese onderscheiding van wat algemeen als
feestmotief kon en mocht gelden, zijn door meer
dan één katholieken historicus met bedenkelijk
hoofdschudden beschouwd en gevolgd.
In „Studiën" werd in die dagen een uitvoe
rige beschouwing gewijd aan dit verzoenings-
streven, en hoezeer de schrijver van deze studie
de goede bedoelingen van hen, die deze verzoe
ning beoogden, ook waardeerde principieel
en historisch kon hij de tot basis der onderhan
deling genomen abstractie niet juist achten.
„Abstractie maken," zoo schreef de eminente
historicus, die in „Studiën" aan het woord was,
„is een mooi ding, is een noodzakelijk ding
zelfs, bij de theoretische uiteenzetting eener
zaak. Alles tegelijk behandelen gaat nu eenmaal
niet, en daarom: Qui bene distinguit, bene
docet. Maar in het volle, werkelijke leven
abstractie maken is gewoonlijk een gevaarlijk
werk. Immers de abstracties bestéén niet in de
werkelijkheid; in de werkelijkheid bestaan
slechts concrete personen en feiten, in welke
al de geabstraheerdg beschouwingen tot één
feitelijk geheel zijn verwezenlijkt."
Thans, na een welhaast 8-jarige verzoening te
Alkmaar, na een welhaast 8-jarige gezamen
lijke grootsche viering van het 8-October-feesi
waarby de Katholieken (na de vaak heftige
verzoenings-debatten in vergadering en pers;
heel goed weten, wét zij wel en wét zij niet
vieren, zal de historicus van de „Studiën" d»
eerste zijn, die erkennen wil, dat in de praktijk
des levens, waar het nationale historische fei
ten betreft, wel degelijk geabstraheerd kan
worden, wat niet wegneemt, dat men respect
moet blijven voelen voor zijn destijds ingenomen
principieel en theoretisch standpunt.
Ook in onze dagen, ook in verband met de
komende Willem de Zwijger-viering leven er
onder ons, Katholieken, intusschen nog tegen
standers van de abstractie, getuige o.a de hou
ding van een aantal Limburgsche onderwijzers
en wij meenen, dat wij tegenstanders, die
hechten aan een eerlijke overtuiging hoezeer
deze ons ook in de gegeven omstandigheden
onjuist voorkomt daarvan geen verwijt mogen
maken. Voor hen zou een officleele mede
viering van het De Zwijger-feest een offer aan
een eerlijk historisch inzicht beteekenen.
Met voldoening meenen wij echter wel te
mogen vaststellen, dat de Katholieken
van Nederland, daarin voorgegaan door
de hoogste kerkelijke gezagdragers, over het alge
meen met ingenomenheid een Willem de Zwij
ger-herdenking begroeten, zij het dan ook met
de voor den Katholiek noodzakelijke, onvermij
delijke restricties.
Wij vieren in den Zwijger geen „geloofsheld",
geen „strijder voor geloofsvrijheid", geen „be
vrijder van het geloofsjuk" wij vieren in hem
ook niet een „revolutionnair".
Wél echter huldigen wij in den Zwijger den
„positieven" grondlegger van onzen Nederland-
schen Staat en van al het goede, dat wij in
latere jaren mochten roemen: ons zelfstandig
staatkundig leven en het Koningshuis van
Oranje, onder welks regeering wij ons thans
nog gelukkig prijzen; voorzoover de gedach
ten aan de toenmalige geloofsgebeurtenissen en
aan den soms betreurenswaardigen samenloop
van zekere staatkundige omstandigheden ons
vanzelf afgetrokken stemmen, mogen wij ook
niet vergeten, dat God een en ander heeft toe
gelaten in Zijn alwijs bestier; al zijn er waar
lijk voor de Katholieken vele bittere herinne
ringen verbonden aan Willem den Zwijger en
zijn tijd en zijn werk we moeten steeds
bedenken, dat God uit het eigenlijk-kwade het
goede kan doen voortkomen en wanneer wij
b.v. de vervolging en verdrukking der Katho
lieken in den vroegeren tijd beschouwen als een
felle loutering, welke de Katholieken naar Gods
bestier moesten doorstaan om betere of
goede Katholieken te worden, dan is er waar
lijk wel reden tot dankbaarheid.
Wij zullen het Willem de Zwijger-feest mede
vieren con amore maar om de motieven,
welke wij daarin als feestmotieven beschouwen
Het ware weinig minder dan een lafheid
welke de andersdenkenden in ons allerminsf
waardeeren zouden indien wij onze restric
ties in een kunstmatige roes van verkeerd be
grepen nationalisme verdoezelden en niet posi
tief onze feestmotieven verkondigden.
Naar aanleiding van wat we in een artikel
onder bovenstaand opschrift schreven over den
wijnaccijns, berichtte ons een insider, dat z.i.
het normaal vloeien van dit middel een andere
oorzaak had dan wij aangaven.
Hij schrijft o.m. dat per 1 April 1932 de ac-
cijnsverhooging van kracht werd en dus voor
dien meerderen hun behoeften hebben gedekt.
Nadien is dit middel steeds teruggeloopen en
weten de handelaren er over mee te praten, hoe
zeer hun verkoop wegens de door de crisis sterk
gedaalde inkomsten van het wijndrinkend pu
bliek is achteruitgegaan.
We nemen gaarne acte van deze nadere uit
eenzetting, maar willen er toch even op wijzen,
dat wij in ons overzicht zelf ook op iets der
gelijks doelden, toen wij schreven; „Wijst dit
op een vaste kern van gebruikers, of heeft
misschien de handel extra voorraad ingevoerd?
Op 26 October jJ. werd door eenige op den
voorgrond tredende personen opgericht het
Nationaal Verbond „Godsdienst, Gezin en
Gezag", ten doel hebbend de bestrijding van
revolutionnaire invloeden in Nederland en
Overzeesche gewesten. Vertegenwoordigers van
alle godsdienstige richtingen zijn in het Ver
bond opgenomen. Plaatselijke comité's werden
opgericht en druk bezochte openbare vergade
ringen werden gehouden, waarop van katholieke
zijde als sprekers optraden: Pater Borromaeus
de Greeve O.P.M., kapelaan H. Drost te Hille-
gersberg en kapelaan H. de Bièvre O.P. te Rot
terdam. De Katholieken hadden zich intusschen
nog niet definitief aangesloten; ze wenschten
de beslissing van de Kerkelijke Overheid af te
wachten. Deze beslissing is thans althans van
het bisdom Haarlem, gevallen in dezen zin, dat
de Katholieken geen lid mogen zijn van het
Nationaal Verbond. Samenwerking tusschen een
Katholieke organisatie en het Nationaal Ver
bond is echter wel geoorloofd.
stelden omzet zijn gebleven wordt voor elk kilo,
dat zij minder hebben omgezet, uit dit fonds
een bedrag van 15 cent uitgekeerd.
Als er, aldus de heer Keijsper, geen of wei
nig winst wordt gemaakt, dan is een dergelijke
accountantscontrole overbodig, terwijl hij zich
niet kan voorstellen, dat men met zoo weinig
winst toch nog bereid is om 15 cent boete te
betalen voor elk kilo boven den vastgestelden
omzet. Ook aan de margarine, die beschikbaar
is gesteld voor de behoeftige bevolking wordt
door de fabrikanten hetzelfde verdiend als aan
de andere margarine.
Sprekende over de Crisis-Zuivel-Centrale
merkte spr. op dat een van de economische
verhoudingen, de concurrentie-mogelijkheid.
door dit instituut volkomen is weggenomen.
De margarinefabrikanten zijn door de C. Z. C.
sterk bevoordeeld en niet benadeeld, zooals men
wel van fabrikantenzijde wil laten voorkomen.
Ook in de samenstelling van de C. Z. C. blijkt
de bevoorrechting van de fabrikanten.
Onbillijk is het dat de C. Z. C. wel prijsrege-
lend is opgetreden voor de fabrikanten, doch
dit weigert te doen voor de mengbedrijven.
Het zal tijd worden, dat de C. Z. C. machtig
de helpende hand biedt aan de nijvere tus-
schengroep, die even goed recht heeft op haar
bestaan.
Spr. hoopte spoedig een aangenamer geluid
te kunnen laten hooren en hoopte nog iets te
kunnen doen voor allen, die direct of indirect
betrokken zijn.
Op deze rede volgde een luid applaus, waarna
de heer Jan Mol nog een propagandawoord
sprak, terwijl de geest, adviseur opwekte tot
goed en actief organisatieleven.
Dezer dagen vergaderde de R. K. Boterhan-
delarenvereeniging „St. Antonius" in hotel
„Wijkerbrug" te Voorburg onder leiding van
den heer Ph. van Benten.
Na het behandelen van enkele huishoudelijke
onderwerpen werd het woord verleend aan den
heer V. P. Keijsper uit Alkmaar, die een be
langwekkende rede hield over „De toestand in
den margarinehandel."
Spreker deelde mede te zullen behandelen
de handelspositie van de margarinefabrikanten
en van den distribueerenden middenstand zoo
als winkeliers, grossiers en mengers, in verband
met de invoering van de Crisis Zuivelwet.
De bewering van de zijde der twaalf erkende
margarinefabrikanten, dat hun omzet is terug
geloopen tengevolge van de werkzaamheden der
mengbedrijven, bestreed de heer Keijsper met
de mededeeling dat hiervoor ook andere rede
nen zijn aan te wijzen, n.l. het verminderde
nationale volksinkomen, het verminderde ver
bruik der fabrieksbakkerijen en de ingesmok-
kelde buitenlandsche margarine geschat op
minimum 100 000 kilo per week.
De heer K. was van meening dat de mar
garinefabrikanten nog wel een behoorlijke winst
maken. De onderlinge contingenteering der
fabrikanten zegt op zichzelf al genoeg. Een
accountantsbureau te Den Haag met bijkan
toor te Rotterdam heeft opdracht gekregen de
fabrikanten nauwkeurig te controleeren, of zij
niet boven den vastgestelden omzet zullen gaan.
Gaat een fabrikant boven den vastgestelden om
zet, dan moet hij als boete voor elk kilo meer,
een bedrag betalen van 15 cent, hetwelk gestort
wordt in een bepaald fonds.
Aan de fabrikanten die beneden den vastge-
99
De begrootingsdebatten in den Rotterdam-
schen raad zijn in vollen gang. Als eerste der
wethouders kwam Dinsdagmiddag aan het
woord mr. A. de Jong, wethouder van plaat
selijke werken. In zeer sombere bewoordingen
liet de heer De Jong zich hierbij uit over den
financieelen toestand van Rotterdam.
„De stad gaat ten gronde", aldus mr. de Jong,
„22 jaar heb ik als wethouder mijn krachten
gegeven aan haar belangen en hoe doet het
thans te moeten aanzien, dat zij een ruïne
nabij is. Het gaat mis met Rotterdam. De
toekomst is duister, alleen met omvangrijke
bezuiniging kunnen wij de stad voor 1933 in
het leven houden.
Twee ernstige feiten zijn er, die telkens weer
Rotterdams bedenkelijk toestand duidelijk ac-
centueeren: vijf ton per week voor armenzorg,
een halve ton per week verlies op de tram.
Ik sta nu aan het eind van mijn leven; ik
ben de politiek ingegaan, maar heb daarin niet
gevonden wat ik verwachtte. De politiek is
onedel en onwaarachtig."
Enkele gemeentebesturen in het Westland zul
len ook thans weer ertoe overgaan medewer
king te verleenen, aan kweekers teeltvoorschot
ten te verstrekken door de veilingen.
Deze voorschotten worden dan in den loop van
den zomer geleidelijk aan de veilingen weer in
gehouden.
Door B. en W. van 's-Gravenzande wordt den
raad voorgesteld de garantie te aanvaarden van
5000.welk bedrag door de veilingvereeniging
Woutersweg aldaar voor de voorschotten wordt
beschikbaar gesteld.
Dinsdagmiddag is de 50-jarige landbouwer
Van V. bij het verrichten van werkzaamheden
in de schuur met zijn das in aanraking ge--
komen met de dorschmachine. Daar er buiten
hem niemand in de schuur was kon de machine
niet worden afgezet, zoodat de man gewurgd
werd. Zijn lijk is later door huisgenooten ge
vonden. Een weduwe met elf kinderen blijven
achter.
De Directie der Nederlandsche Spoorwegen
heeft bij den Minister van Waterstaat een aan
tal wijzigingsvoorstellen der goederentaneven
ingediend, welke naast een belangrijke verla
ging ook ingrijpende wijzigingen zullen brengen
in de grondslagen der vrachtberekening.
De tegenwoordige indeeling in vier categorie-
en (.vrachtgoed, ijlgoed, bestelgoed, gewoon ver
voer en bestelgoedsnelvervoer) zal worden ver
vangen door een indeeling in drie categorieën,
n.l. vrachtgoed, snelgoed en expres-goed.
Het snelgoed zal zijn een samensmelting tus
schen ijlgoed en bestelgoed gewoon vervoer; 't
expresgoed zal zijn het tegenwoordige bestel-
goed-snelvervoer.
De Directie komt tot deze samensmelting op
grond van de volgende overwegingen:
le. Gezien de concurrentie van de vracht
auto's is de tegenwoordige ijlgoedsnelheid veel
al onvoldoende. Waar die snelheid is opgevoerd
heeft verzending als bestelgoed weinig zin meer.
2e. Met het oog op even bedoelde concurren
tie zijn de tegenwoordige bestelgoedprijzen voor
zendingen boven 10 K.M. te hoog.
3e. Het nevens elkander bestaan van bestel
en ijlgoed geeft aanleiding tot begripsverwar
ring bij het publiek, temeer omdat voor kleine
pakjes het snellere vervoer (bestelgoed) dik
wijls goedkooper is dan het minder snelle (ijl
goed).
In de nieuwe tarieven wordt voor alle soor
ten vervoer de vracht tot en met 30 K.G. be
rekend, onafhankelijk van den af te leggen af
stand.
Voor snelgoed zijn tot en met 10 K.G. de
prijzen van het tegenwoordige bestelgoed-ge
woon vervoer overgenomen, met dien verstan
de, dat de thans geldende vracht van f 0.80 van
meer dan 9 tot en met 10 K.G. zal gelden voor
zendingen van meer dan 9 tot en met 30 K.G.
Voor vrachtgoed zijn prijzen tot en met 30
K.G. lager gesteld. De vrachtprijzen tot en met
30 K.G. voor expres-goed zijn dezelfde als die
van het tegenwoordige bestelgoed-snelvervoer.
Hierbij zal, overeenkomstig met het snelgoed,
de thans geldende vracht van f 1.20 voor zen
dingen van meer dan 9 tot en met 10 K.G. wor
den toegepast bij vrachtbetalingen van meer
dan 9 tot en met 30 K.G.
Voor zendingen stukgoed boven de 30 K.G.
wordt de grondslag voor de vrachtbereken'ng
de vracht voor het vrachtgoed. De minimum
vracht voor vrachtstukgced zal f 0.50 bedragen.
Voor snelgoed zal worden berekend het dub
bele van de nieuwe stukjoederenprijzen voor
vrachtgoed met een minimum vracht van f 0.80.
De vrachtprijzen voor expresgoed zal zijn vijf
maal de nieuwe stukgoedprijzen voor vrachtgoed
met een minimum van f 1.20.
Het' bestellen zal in plaatsen waar een bestel
dienst is gevestigd kosteloos geschieden, terwijl
geen stationskosten zullen worden geheven.
Bij volumineuse goederen zal het dubbele ge
wicht grondslag van de vrachtberekening wor
den, waarbij als volumineus worden beschouwd
goederen die minder wegen dan 80 K.G. per M3.
Nieuw is de bepaling dat goederen, welke min
der wegen dan 80 K.G. per kubieke meter de
vracht berekend wordt naar 80 K.G. voor eiken
kubieken meter.
Voor wagenladingen is de bestaande klasse-
indeeling gehandhaafd. De nieuwe vrachtprij
zen berusten op een lagere basis dan de tegen
woordige. De verlaging is ook hier het grootst
voor die goederen, waarvoor de auto-concurren-
tie het sterkst is.
De vracht voor kleine wagenladingen wordt
voortaan gerekend naar het werkelijk gewicht
der zending, ook wanneer dat minder is dan
5000 K.G., doch voor niet minder berekend dan
2000 K.G. tegen de stukgoedprijzen.
Deze prijzen zullen ook gelden, indien een
wagen van meer dan 10 ton is aangevraagd.
Ook de speciale tarieven zijn in het algemeen
sterk verlaagd in de door de directie overgeleg
de nieuwe tarieven.
Te vervallen komen tal van bijkomende kos
ten als bestelloon, stationskosten, loon voor
reinigen en ontsmetten van wagens en be
houdens een aantal uitzonderingen het over-
brengloon van wagenladingen.
Verlaagd wordt ook het afhaalloon te Am
sterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam en Voor
burg, de provisie voor voorschotten en rembour-
sementen, de prijzen der adreskaarten en
vrachtbrieven en het weeggeld.
Tegelijk met de nieuwe tarieven, waarvan de
invoering zoo mogelijk nog op 1 Mei a.s. zal ge
schieden, wordt een kleiner model vrachtbrief.
In de „Avondpost" lezen wij de volgende
„Kantteekening"
DRIE UNIFORMS
oud-minister, compleet met degen en
steek, witte pakken, zeer geschikt voor
tooneel. Reis Citybag met toebehooren, f 6.
24 Jan. '33.
Op bovenstaande advertentie zijn de vol
gende brieven ingekomen:
1. WelEdele Heer,
Gaarne zou ik van u de maat willen ver
nemen van een der drie minister-costuums. Ik
ben nog al lang en niet al te gezet. Met het
oog op mogelijke gebeurtenissen stel ik er prijs
op spoedig antwoord te ontvangen, want er
zullen wel vele liefhebbers zijn. Ik reken intus
schen op uw stilzwijgen en verblijf
Hoogachtend,
Uwe dw. dn.
H. P. MARCHANT
P.S. De reis-citybag heb ik destijds al van
minister Kan overgenomen.
2. Geachte Heer,
Uw advertentie gelezen hebbende, verzoek ik
u mij omgaand een minister-pak te zenden met
degen en steek. Ik verzoek u, de degen eerst
goed te doen slijpen. De maat van het costuum
zelf doet er niet toe, want mijn vrouw zegt,
dat ze het de naaister wel wat kan laten in
rijgen. Verzoeke toezending onder rembours.
Hoogachtend,
Uwe dw. dn.
BRAAT
3. Mijnheer,
Daar ik vermoedelijk dezen zomer ook een
rol zal spelen op het tooneel, verzoek ik u, mij
het aangeboden minister-costuum te willen
toezenden. Netjes opgeperst en de sabel roest
vrij.
Hoogachtend,
Uwe dw. dn.
VERAART
In het bedrijfsleven moet worden gestreefd
naar het vaststellen van een rechtvaardig
loon.
De vraag hoe hoog het loon moet zijn om
aan dezen maatstaf te voldoen, is dikwijls
moeilijk te beantwoorden.
Naar de meening van „De Nederlander"
dwingt de rechtvaardigheid niet tot het be
talen van een loon, dat economisch onmoge-
1 ij k door het bedrijf kan worden gedragen.
Want tot het onmogelijke is niemand gehouden.
Of wel: waar niet is verliest zelfs de keizer
zijn recht.
In het Januari-nummer van ,JDe Economist",
zoo gaat „De Nederlander" voort, wordt dit
vraagstuk in denzelfden zin besproken door
prof. dr. M. J. H. Cobbenhagen. De Tilburgsche
hoogleeraar onderscheidt daarbij twee gevallen:
lo. Het kan zijn, dat een ondernemer door
persoonlijke oorzaken geen voldoende loon
kan betalen:
Of hij (dan) in geweten schuldig staat,
hangt er van af of hij door eigen schuldige
nalatigheid of schuldig handelen in dien
toestand is geraakt. Hij is verplicht te streven
om uit dien toestand van onmogelijkheid
te geraken, voorzoover dit binnen zijn ver
mogen ligt."
2o. Het geval kan ook zijn, dat een onder
nemer door maatschappelijke oor
zaken geen voldoende loon kan betalen:
„De economische onmogelijkheid kan ook
voortspruiten uit het feit, dat in een bepaalde
maatschappelijke economische orde niet mo
gelijk is te voldoen aan zekere zedelijke
eischen. Zoolang die orde bestaat, geldt we
gens de onmogelijkheid de verplichting niet,
maar er moet gestreefd worden om deze
orde te veranderen."
Het komt ons voor zoo besluit het geci
teerde blad dat de bespreking van het recht
vaardig loon door deze onderscheiding wordt
verdiept.
Het begrip „rechtvaardig" loon krijgt aldus
een meer tastbaren inhoud.
ongeveer de halve grootte van de tegenwoordige,
ingevoerd.
De directie schat dat door deze tariefsverla
ging 17 pet. der opbrengst, welke de tegenwoor
dige tarieven opleveren wordt prijsgegeven.
Een commissie, gevormd uit de afd. Deven
ter van den Ned. Aannemersbond, heeft met
de Heerenpoortcommissie uit Groningen en den
oud-bouwmeester, den heer Mulock Houwer, op
het departement van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen te 's-Gravenhage een onder
houd gehad met den heer Visser, chef van de
af deeling Kunsten en Wetenschappen van dat
Departement, inzake het overbrengen van de
Bergpoort naar Deventer en van de ïjleereu-
poort naar Groningen, welke monumenten zich
thans in den tuin van het Rijksmuseum te
Amsterdam bevinden. Uiteengezet werd o.m.,
dat de financieele gevolgen ten aanzien van de
overbrenging buiten de gemeenschapslasten
omgaan.
De heer Visser gaf te kennen, dat de plaats
der poorten thans in een museum geenszins ae
juiste is en dat deze poorten dienen te staan
in de gemeenten van oorsprong.
De commissies zijn daarna door minister
Terpstra in audiëntie ontvangen, die van gelijk
oordeel was als de heer Visser en toezegde, de
zaak met de Rijkscommissie voor Monumenten
zorg en de directie van het Rijksmuseum te
zullen bespreken.
Na de reeds ingediende candidaatstellingen in
den kieskring Maastricht voor jhr. mr. Ch.
Ruys de Beerenbrouck, is voor dezen alsnog een
candidatenlijst ingeleverd, onderteekend door
een groot aantal leden der R. K. Kiesvereeni-
ging te Gennep (Noord-Limburg) en wel voor
een niet-omschreven zetel.
De candidaatstelling geschiedde o.m. uit de
overweging, dat het meer dan ooit thans nood
zakelijk is, mannen van groote politieke be
kwaamheid en ervaring naar de Tweede Kamer
af te vaardigen.
Het comité ter viering van het gouden jubilé
der Eerwaarde Fraters te Oss vergaderde dezer
dagen in het Bondsgebouw op den Heuvel onder
voorzitterschap van D. L. Stoltz.
Tegenwoordig waren het dagelijksch bestuur
der gemeente en de geestelijkheid der stad. Een
comité ter voorbereiding werd gevormd, waarbij
nog werden gevoegd afgevaardigden van de R.K.
Middenstandsvereeniging en van de R.K. W.
Ver. van den plaatselijken A. C. B. Het feest
zal gehouden worden op den 2den Paaschdag.
Die dag wordt dan ingezet met een pontificale
H. Mis. receptie en soirée.
Als huldeblijk zal aan de fraters gebrandschil
derde ramen voor de kapel worden aangeboden.
De Kamer van Koophandel voor Delft en
omstreken heeft aan de Tweede Kamer een
uitvoerig adres gezonden nopens de Weelde-
verteringsbelasting.
In het adres komt de Kamer tot de conclusie,
dat het principe van de Weeldeverteringsbe-
iasting uit algemeen technisch gezichtspunt
niet te verdedigen is. Voorts, dat de invoering
van deze belasting voor de economische ont
wikkeling van Nederland zeer schadelijk zou
zijn, omdat zij: le. de ontwikkeling van zoowel
nieuwe als van luxe industrie belemmert, dus
ontplooiing van de Ned. industrie in een voor
haar feitelijk aangewezen richting, practisch on
mogelijk maakt; 2e. dat zij de werkloosheid sti
muleert, doordat zij juist de arbeids-intensieve
luxe industrie treft; 3e. de industrie admini
stratieve lasten oplegt, welke in dezen tijd zeer
moeilijk te dragen zijn; 4e. den Middenstand,
voor zoover bij deze artikelen betrokken, dwingt
tot vergrooting van het in den voorraad ge
stoken kapitaal en tot betaling van belasting
ook over niet of slechts met verlies te verkoo-
pen artikelen. Voorts, dat deze belasting tot
vele onbillijkheden aanleiding zal geven, daar
zij nieuwe lasten oplegt op een deel van het be
drijfsleven, dat door de crisis toch reeds sterk
is getroffen, terwijl tal van andere bedrijven
door de Regeering daadwerkelijk gesteund moe
ten worden.
Tenslotte wordt erop gewezen, dat ook in het
bijzondes de kunstnijverheid zal worden ge
troffen en daardoor ook aan de cultureele
waarden ernstig schade zal worden gedaan.
De Kamer verzoekt dan ook met aandrang,
de voorgestelde weeldeverteringsbelasting niet
aan te nemen.
In verband met het groot surplus aan scha
pen hier te lande en het, tengevolge van de
vele invoerbelemmeringen zeer beperkte afzet
gebied in het buitenland worden nu en dan po
gingen aangewend om nieuw afzetgebied voor
schapen en (of) schapenvleesch te vinaen in
landen, waarheen tot dusverre geen of slechts
zeer weinig export plaats had.
Veelal hebben die pogingen niet het gewensch-
te succes, doordat herhaling ervan afstuit op de
aanvankelijk geleden verliezen.
Op grond hiervan wordt him, die bereid zijn
dusdanige pogingen te ondernemen en syste
matisch voort te zetten, in overweging gegeven,
zich schriftelijk te wenden tot het Vleesch-Ex-
port-Bureau, Lange Burchtstraat 39, te Nijme
gen, welk bureau, elk geval afzonderlijk, zal
overwegen, of en, zoo, binnen welke grenzen in
vorenbedoelde verliezen kan worden tegemoet
gekomen.
De trustee van de 8 pet. le hypothecaire lee
ning, groot ƒ90.000, d.d. 1 Aug. 1926, ten laste
van het Klooster van de Zusters van den Goe
den Herder te Marxheim, het N.V. Trustkantoor
voor Beleggingswaarden alhier, had tegen Dins
dagmiddag een bijeenkomst uitgeschreven in
het gebouw „Amicitia" te 's Gravenhage, ten
einde goedkeuring te verleenen aan het verzoek
van de debitrice om de coupons van 1 Februari
as. af tot en met 1 Augustus 1936 op basis van
5 pet. te voldoen.
Daar er geen voldoende aantal obligaties was
vertegenwoordigd, zal op Vrijdag 27 dezer, te
half drie in „Amicitia" weder een vergadering
worden gehouden, waarin een rechtsgeldig be
sluit zal kunnen worden genomen.
NIJMEGEN. Doctoraal examen in de rechten
aan de R. K. Universiteit te Nijmegen J. W. M.
Huynen te Maastricht
Het was op 21 Januari juist 30 jaar gele
den, dat Dr. Schaepman stierf.
Een gedenkwaardige datum.
En we mogen wél maar dan met blijheid
in onze stem! uitroepen: quantum mutatus
ab illo.hoe véél is hij veranderd, hoe
heel anders wordt hij nu beschouwd, hoe
heel anders dan toen hij nog leefde!
In de „Volkskrant" is naar aanleiding van
deze sterfdag-herdenking herinnerd aan het
pijnlijke feit van Schaepman's miskenning in
zijn dagen:
„Indien ooit iemand recht had gehad om
zich af te scheiden van de leiders, om een
afzonderlijke positie in te nemen, om zijn
aanhangers in een eigen korps om zich te ver
zamelen, dan ware het dr. Schaepman geweest.
Maar hij deed het niet, hij dacht er niet aan:
niet in scheuring en splitsing zocht hij zijn
kracht; hij stelde geen eischen en voorwaar
den.
Hij werkte, hij volhardde, hij overwon.
Hij beaat vertrouwen, geduld; hij beidde zijn
tijd.
Hij wist welk een macht de Katholieken
door hun eenheid konden zijn, en hij wist ook,
dat zij door verdeeldheid hun invloed zouden
verspelen, wat niet om het te loor gaan van
den invloed het ergst was, maar om het ver
lies dat daardoor de katholieke zaak niet
verstaan als affaire, maar als cause, zooals de
„Maasbode" dezer dagen opmerkte leed.
Tegenwoordig schijnt men geen geduld en
geen vertrouwen meer te bezitten en lijkt men
wel aangetast door de epidemie van den haast.
Moge de les van dr. Schaepman, indien ze
niet wordt verstaan door sommige heetgebaker-
den hun ijver en goede bedoelingen blijven
intact worden begrepen door de massa, die
hem niet het minst eert om de wijze waarop
hij zich tegenover tegenslag en tegenwerking
gedroeg: als een groot man."
Deze rake opmerking mocht juist in deze
dagen wel eens worden gemaakt.
Hoe gróóter de mensch, des te meer misken
ning en tegenslag zal hij persoonlijk verdragen
omwille van het gemeenschappelijk ideaal,
hoe kleiner de mensch, des te eerder loopt hij
weg, wanneer hij niet spoedig genoeg met eere
wordt overladen, niet spoedig genoeg in triomph
wordt binnengehaald.
De vrienden van het ijs kunnen tevreden zijn.
want in geheel Europa zijn de kansen op vorst
nog grooter geworden. Doch niet alleen daarom
maar het laat zich aanzien, dat het niet zoo
gauw uit zal zijn met de vorst.
Behalve deze korte aanduiding van de meest
waarschijnlijke vooruitzichten valt er nog wel
wat meer over den algemeenen weerstoestand
te zeggen. In de eerste plaats dit: het groote
gebied van hoogen luchtdruk, dat tegelijk het
vorstgebied is, heeft zich sedert dé- laatste da
gen belangrijk naar het Westen en Zuiden uit
gebreid, zoodat de vorst doorgedrongen is tot de
Middellandscha Zee in het Zuiden en de Brit-
sche eilanden in het Westen.
Dit laatste heeft ten gevolge gehad, dat in
Engeland reeds temperaturen lager dan 10 gra
den C. onder nul zijn voorgekomen en dit betee-
kent voor dat land, waar men geen zoo sterke
vorst gewoon is, heel wat meer dan bij ons.
Van veel belang voor ons land is, dat de vorst
vooral in Oost-Duitschland sterk is toege
nomen, zoodat de Oostelijke wind nu zeer koude
lucht aanvoert. Ook de uitbreiding van het
vorstgebied naar Zuidwest-Europa heeft voor
ons een niet te onderschatten beteekenis, daar
nu ook door Zuidoosten en Zuidenwinden veel
koude lucht kan worden aangevoerd. Deze laat
ste zijn weliswaar minder te verwachten dan
Oostelijke maar de geschiedenis leert ons, dat
de koudste winters bij ons gepaard gaan met
strenge koude in Frankrijk en het Alpengebied.
Een andere belangrijke verandering in de
temperatuur-verdeeling is de stijging van de
temperatuur in Noord-Europa tengevolge van
het doordringen van een wanneren Zuidweste
lijken luchtstroom in dat gebied. Voorloopig
zal dit voor ons nog geen gevolgen hebben maar
het zou kunnen leiden tot verschuiving van het
gebied van hoogen druk naar het Zuiden
en als dit maar een groote verschuiving wordt
kunnen wij daarvan stijging van de temperatuur
verwachten. Op het oogenblik is daar nog niet
veel kans op.
Verder is het opvallend, dat de algemeene
luchtdruk-verdeeling zoo stabiel is, hetgeen wel
zal samenhangen met de buitengewoon strenge
vorst in Rusland. Of wij nu een top-toestand
hebben bereikt en spoedig een afbraak zal vol
gen is nog zeer twijfelachtig. Eerder kan men
zeggen dat de algemeene weerstoestand zeld
zaam gunstig is voor een strenge en langdurige
vorst, waarmede echter niet gezegd is, dat wij
die voorspellen. Men moet echter wel in aan
merking nemen, dat wij pas in het midden zijn
van den winter, dat de koudste winters juist
altijd in dezen tijd hun toppunt begonnen te be
reiken en dat de geschiedenis ons leert, dat de
koudste winters altijd begonnen op de manier
die wij nu gevolgd zijn.
Zoolang nu de barometer stationnair blijft
(kleine dalingen van een of twee millimeters
hebben geen beteekenis) kan men op vriezend
weer rekenen. Maar als de barometer sterker
gaat dalen keeren de kansen. Als het zoover is
hoop ik daar op te kunnen wijzen.
(Nadruk verboden).
Een meubelmaker te Almelo. 28 jaar oud.
die gepoogd heeft zijn 21-jarig echtgenoote,
met wie hij vijf maanden was getrouwd, van
het leven te berooven, had zich heden deswege
voor de rechtbank te verantwoorden.
De man had een lange gasslang gekocht en
deze op zekeren nacht in het slaapvertrek ge
leid, waarna hij het andere eind verbond met
de kraan van het gasstel en deze kraan open
draaide. Deze poging tot vergiftiging mislukte
echter, daar de vrouw wakker werd en de gas-
lucht bespeurde.
Er werd tegen den meubelmaker, die na deze
poging ook nog andere plannen heeft beraamd
om zijn vrouw uit den weg te ruimen en daar
toe eenige malen wat in haar eten heeft ge
daan, o.a. koppen van lucifers, vijf jaar ge
vangenisstraf geëischt, met aftrek van voor
arrest.