DE VROUW IN EN OM HUISHOUDING Conflicten -K-tlk C Bagelijksclie dranken Don Juan van Mozart Om te maken Avond- japonnen Wat zullen we koken Koffie- en theezetten Onze eigen woning Onze goedkoope patronen „Zeg, ik zou eigenlijk den dokter nog wel eens willen vragen wat hij van Wies je vindt." „Nou, dat weet je al van te voren; hij denkt natuurlijk, dat hij zijn tijd wel beter gebruiken kan; dat er nog zooveel zieken op hem wachten. Dan heeft hij toch geen geduld om verhalen over Wiesje aan te hooren, die gezellig rondspringt door huls en 't hoogste lied zingt." „Ja, maar kunnen we nu niet zorgen, dat ze zoo b 1 ij f t, in plaats van haar over een paar maanden weer met een bleek en moe snoetje te zien hangen op haar stoel?" „Ja, ik weet wel, eigenlijk heb je gelijk, maar de dokters zijn nu eenmaal voor de zieken en niet voor de gezonden!" „Zoo Henk, jongen, waarom ben je met dien vinger niet eerder bij me gekomen? Dan hadden we nog heel wat kun:.en voor komen. Hoe lang loop je daar nu al mee rond? Je hebt toch zeker al een poos pijn gevoeld?" „Och ja, maar ik dorst eigenlijk met zoo'n kleinigheid niet bij u aan te komen. Je loopt maar zoo gauw niet naar den dokter toe. Die heeft wel wat anders te doen." „Nu Henk, onthoud het voor een volgende gelegenheid: voorkomen is beter dan gene zen. Je had je zelf heel wat narigheid kunnen besparen." „Die ellendige doorgezette voeten van me, wat hebben die me toch al een narigheid bezorgd. Dan weer word je er om afgekeurd, dan weer kun je t niet uithouden, als je een baantje hebt, waarbij je altijd staan moet, of je kunt haast niet meer voort aan *t eind van den dag, als je je wijk nog af- loopen meet. Waarom hebben jullie er vroeger toch nooit eens naar laten kijken, vader?" „Och zeg, hou toch op, de dokter zou ons hebben zien aankomen met zoo'n beer van een jongen als jij was! Wat moet een ge zond kind nou bij den dokter?" Ja, 't schijnt een tegenstelling: gezond zijn en naar den dokter gaan. Maar zou er niet heel wat ziekte en ellende voorkomen worden, als er wat meer „gezonden" naar den dokter gingen? Gelukkig zijn we tegenwoordig al op den goeden weg. En er zijn al verschillende doktoren, die t niet gek of lastig vinden als hun raad gevraagd wordt voor niet- zieken. En er zijn al consultatie-bureaux waar gezonden even welkom zijn als zieken. We hebben maar even te denken aan de con- sultatiebureaux voor zuigelingen, waar moe ders ingelicht worden omtrent de voeding van het haar toevertrouwde leventje. We hebben maar te denken aan de t- b. e. consultatie-bureaux, waar de leden van het gezin van een t. b. c.-patiënt onderzocht kunnen worden, vóór ze zelf ziek zijn. We hebben slechts te denken aan den Hoe zijn vrouw hem hielp Mozart had opdracht gekregen, voor Praag een groote opera te schrijven en met Da Ponte had hij voor dit doel de oude Spaansche sage van Don Juan Tenorio als libretto bewerkt- In het jaar 1787 reisde Mozart met zijn geliefde echtgenoote Constanze van Wee- ren naar Praag om daar het werk, dat half af was, te voltooien. Door den omgang met andere kunstenaars en door de nieuwe omgeving zou de opera vaster vorm aan nemen. Een eigenaardige omstandigheid bij Mo zart was, dat hij een broertje dood had aan het op papier brengen van zijn muziek. En in Praag werd hij door allerlei oorzaken van zijn werk afgehouden. Hij woonde bij zijn vriend Duschek, die buiten de stad een wijngaard bezat met een pracht van een kegelbaan, en daar Mozart een hartstoch telijk kegelaar was, mocht dit een ernstig geval worden genoemd. Mozart schreef zijn muziek verbazend gemakkelijk en zoo com poneerde hij meermalen te midden van zijn vroolijke makkersop de kegelbaan, met een steenen tuintafel als werktafel. Op den 29sten October moest de opera worden opgevoerd en op den avond van den 28sten October was van de ouverture nog geen noot geschreven. Toen begonnen zelfs zijn vroolijke vrienden angstig te wor den, maar Mozart vertrouwde op zijn goed gesternte. Tegen middernacht bezweek hij vcor den aandrang om de kegelbaan te ver laten en zich naar zijn kamer te begeven cm het werk af te maken. De angst van zijn vrienden had den meester vroolijk ge stemd en hij had gedaan alsof hij zelf ook verre van gerust was. Zijn trouwe echtgenoote hield hem zooals gewoonlijk gezelschap bij zijn arbeid; ter wijl zij hem fantastische sprookjes vertelde en voor hem een punchje klaar maakte, zette Mozart opgewekt en met onfeilbare zekerheid de muziek op het papier, zooals zij in zijn gedachten reeds lang gereed was. Maar terwijl hij druk aan het werk was, werd hij door slaap overmand. Constanze kende dat: zij liet hem rustig sluimeren tot tegen den morgen. Toen nam Mozart met frissche kracht het werk weer ter hand en toen te zeven uur degenen, die de muziek moesten overschrijven, kwamen, was de ouverture gereed. Maar bij de opvoering dien avond moest zij zoo van het papier worden gespeeld! Mozart dirigeerde echter zelf en de musici deden al hun best om het werk te doen slagen, wat gelukte. tandarts, die t niets vreemd zal vinden als u geregeld ieder half jaar het gebit van u zelf en van uw kinderen laat nazien om kiespijn, holle kiezen en alle daaraan verbonden narigheden te voorkomen. Maar er zijn helaas ook nog vele dokto ren, die ons eigenlijk ijselijk vervelend vinden als we voor allerlei wissewasjes be slag op hun tijd komen leggen. Maar ver geten ze dan niet dikwijls, dat de wissewas jes van nu de kwalen van straks worden? Kom, we moeten het er maar op wagen, op gevaar af van uitgelachen te worden; dat nemen we wel op den koop toe, als 't gaat om t welzijn van onze kinderen! En op gevaar af van oorzaak te zijn, dat geen dokter ooit meer een kop thee of kof fie aanvaardt, zal ik u een goeden raad geven: als u veel aan uw dokter te vragen hebt en hij komt bij u aan huis, biedt hem dan een gloeienden geurigen kop van dat edele vocht aan! OP VERZOEK Gebreide trui met hoogen boord en treksluiting voor kindje van ongeveer 4 jaar Men begint aan den onderkant van het voorpand, waarvoor men 90 st- opzet en breit voor den rand 20 toeren 2 r. 2 aver. Verder breit men r. aan den ■rechter- en aver, aan den linkerkant. Men kan de trui in één kleur breien, ofwel in strepen. Heel mooi zijn daarvoor de vol gende kleuren: beige, donkerblauw, licht blauw en steenrood. Men breit dan den boord beige en vervolgens: 12 toeren don kerblauw, 10 toeren lichtblauw, 2 toeren steenrood en 10 toeren beige. Deze toeren herhaalt men nog eens- Dan volgen: 8 toe ren donkerblauw, 6 toeren lichtblauw, 2 toeren steenrood, 10 toeren beige, 6 toeren donkerblauw, 4 toeren lichtblauw, 2 toeren steenrood, 10 toeren beige, 4 toeren don kerblauw, 2 toeren lichtblauw, 2 toeren steenrood, 10 toeren beige In den lsten beige toer verdeelt men het werk in tweeën voor het split en breit eerst de linkerhelft op 45 st. Na de beige streep breit men nog 2 keer de toeren, die tusschen de 2 zijn aangegeven. Na de steenroode streep van de 2de herhaling neemt men, aan den kant van het split, 8 st. voor het halsje op een hulpnaald of men rijgt ze zoo lang in 'n draad. In de nu volgende 10 beige toeren breit men, in eiken rechtschen toer, aan den kant van het split, 2 st. samen. Is de beige streep klaar, dan laat men de over gebleven st. op de naald staan. Dan breit men de andere helft van de voorbaan op dezelfde wijze. Den rug breit men op dezelfde manier als het voorpand. Men maakt hier echter geen split en breit recht door tot den 8sten toer van de laatste beige streep. Dan verdeelt men de steken voor het halsje. Men breit nog 2 toeren op de eerste 33 st. voor den eenen schouder en eveneens 2 toeren op de laatste 33 st. voor het 2de schoudertje. De steken van de schoudertjes worden aan elkaar gemaasd en nu begint men aan het kraagje. Tusschen de steken van voor- en achterpand, die op de naalden of op 'n draad waren blijven staan, neemt men nog 12 st. op aan eiken kant en op het geheele aantal steken breit men in korrelsteek, dus 1 r. 1 aver., bij iederen toer verspringend: 12 toeren beige, 2 toeren steenrood, 10 toe ren lichtblauw, 12 toeren donkerblauw, voor het kraagje. De mouwtjes kan men geheel beige breien, wat heel lief staat, ofwel, zoo men wil, in strepen. Men neemt voor de mouwen, aan weerskanten van den schoudemaad, 40 lus sen op, dus in het geheel 80 lussen. Men breit dan 30 naalden, waarna men begint te minderen. In iederen 6den toer breit men de 2 eerste en de 2 laatste st. van de naald samen, tot men in het geheel 30 st. heeft geminderd. Op de overblijvende 50 st. breit men nog 5 toeren en begint dan aan het manchetje, dat men bij 'n effen mouwtje gestreept breit 2 r. 2 aver. Eerst breit men 1 toer in steenrood- Men breit in dezen toer eiken 4den en 5den st. samen. Hierna breit men nog 1 toer rood, dan 10 toeren licht blauw en 12 toeren donkerblauw, waarna men de manchet afkant. Men strijkt het breiwerk onder 'n vochti- gen doek, naait de zijnaden van de trui en de mouwtjes dicht en naait de trekslui ting aan. DORA mmm tots Voor de vasten begint, worden er natuur lijk hier en daar nog partijtjes en bals gegeven. Als wij hiervoor zelf een japon willen maken, treft het al bijzonder, dat er nu koopjes genoeg te halen zijn. Vooral het velours chiffon, dat tegen den zomer zijn aantrekkelijkheid verliest, wordt nu tegen een klein prijsje opgeruimd. Wij zullen dus maar gauw moeten beginnen een patroon te bestellen en daarna onze stof te koo- pen. Fig. 1015 bestaat uit een japon van lichtblauw velours chiffon, waarbij het bo venstuk van blauwe kantstof met een scherpe punt aan voor- en achterzijde tot ver beneden de taille loopt. De wijde mou wen zijn aangeknipt of met een onzicht baar steekje aangezet. Fig. 1016 bestaat uit een eenvoudig witte japon met laag heupstuk en zonder mou wen, waarbij we een pelerientje maken van lichtgroen of blauw velours chiffon, dat omzoomd is met een randje bont. Dit bont sluit aan de rugzijde niet bij de pelerine aan, doch wordt hier tot op taillehoogte geschoven. Ten slotte zien we in fig. 1017 een japon van zwart fluweel. De taille is ruim, met ruimen hals. Een eigenaardigheid vormen de mouwen, die gemaakt zijn van reepen wit en zwart fluweel. Hierdoor ontstaat ook het model van de ballonmouw. Natuurlijk maken we alle armbedekking, zooals het behoort, tot ongeveer den elleboog. POLA Eigen gebakken appelbollen en sa ucijze-broodjes „Kunt u me niet eens precies zeggen hoe men appelbollen en saucijzebroodjes kan bakken? Ze willen mij nooit goed lukken," klaagt een van onze lezeressen. Misschien ligt de moeilijkheid hier, dat de vraagster niet goed terecht kan met bladerdeeg. Bladerdeeg is dan ook buiten gewoon bewerkelijk en het ergste is, dat men, ondanks alle moeite, lang niet altijd tevreden kan zijn over het resultaat ervan. Vergeleken bij de producten van onze banketbakkers vindt men het eigene dan meestal maar poovertjes, want er hoort een zekere bedrevenheid toe om van bladerdeeg iets goeds terecht te brengen. Wij bakken tegenwoordig onze saucijze broodjes op z'n Brabantsch en we noemen ze dan ook, evenals in Brabant, eenvoudig en in goed Hollandsch: worstbroodjes. En die worstbroodjes vallen buitengewoon in den smaak. Voor 'n'stuk of acht saucijzebroodjes neem ik: 1 ons bloem, 75 gram boter (margarine) 'n weinig zout en krap y2 d.L. water, voor het deeg. Voor de vulling: 2 ons varkens gehakt of kalfsgehakt, peper, noot en zout. De bloem wordt in 'n kom gezeefd, de boter met het zout daarop gelegd en dan snijdt men, met twee messen, de boter door de bloem tot het geheel grof-korrelig is. Dan roert men er het water, door en werkt alles vlug door elkaar met 'n houten lepel, zonder er met de handen aan te komen. Hoofdzaak bij het maken van zulk deeg is, dat het vlug, luchtig en koel behandeld wordt. Men bewerkt het dus op 'n koele plaats met koude harde boter. Is het deeg goed dooreen gemengd, dan bestrooit men de tafel of de plaat waarop men het moet uitrollen met bloem, wrijft ook de deegrol met bloem in en legt nog 'n hoopje bloem neer, waar men den deegbal even doorheen rolt om hem wat droog te maken eer men met uitrollen begint. Men drukt dan het deeg plat met de deegrol, keert het om, rolt het luchtig uit, keert het weer om en legt het op 'n andere plaats om het weer uit te rollen, enz. Men gaat zoo 'n poosje door tot men tenslotte het geheele deeg dun heeft uitgerold. Dan roert men den deeglap in drieën of vieren, rolt hem weer uit, vouwt hem nogmaals op en rolt hem weer uit. Dan laat men hem ongeveer 'n half uur rusten. Intusschen kan men de vuNing klaar maken. Het gehakt maakt men, op de ge wone wijze smakelijk aan met peper, zout en nootmuscaat. Zoo men wil kan men er ook nog fijn gewreven en in melk geweekt brood bij doen. Men verdeelt het gehakt in langwerpige rolletjes. Van den deeglap snijdt men langwerpige stukjes, die men om het gehakt rolt en aan den onderkant en aan de zijkanten met water dicht plakt. De bovenkant bestrijkt men met geklopt ei. Men legt de broodjes dan op een ingevette bakplaat en bakt ze in een heeten oven, in ongeveer 25 minuten gaar. De oven moet vooral heet zijn als de broodjes erin ko men; hij moet dus 10 a 15 minuten tevoren worden aangestoken. Voor Appelbollen maakt men precies het zelfde deeg en voor 'n appelbol rekent men ongeveer dezelfde hoeveelheid deeg als voor 'n worst broodje. Koffie wordt over de geheele wereld ge dronken en vaak zeer verschillend bereid. De koffie-plant groeit eenigszins in de schaduw, heeft donkergroene, glimmende, smalle, puntige bladeren en bloemen, die opéén gehoopt zitten tusschen die bladeren; ze gelijken op jasmijn-bloesems. De vruch ten ondergaan verschillende kleurwisselin- gen en zijn in rijpen toestand purperkleu rig. Eerst dan worden ze zorgvuldig geplukt en gedroogd; verschillende manieren zijn er om de vruchten na het plukken te be handelen. Ze worden vaak eerst gewas- schen en dan gedroogd, het omhulsel wordt verwijderd door malen en er komen boon tjes uit in den vorm, welke wij kennen. Deze worden gebrand en eerst dan krijgt de koffie dien aangenamen geur, vermoe delijk ontstaande doordat het koffie-looi- zuur bij verwarming ontleedt en dan den bekenden reuk veroorzaakt. De gepelde koffie bewaart men vooral tegen vocht, daar anders witte plekken ontstaan. Koffie trekt veel vocht tot zich, zelfs in gebranden toestand, hetgeen u zelf kunt constateeren (koffie hangt aan, zooals men dat zegt). Daarom is het het beste de koffie te bewaren in een goed gesloten bus of glazen flesch met ge slepen stop. De smaak en de geur zullen van de koffie afgaan, wanneer er vocht kan bijkomen, doordat het koffie-looizuur minder krachtig wordt. Het is niet aan te raden gemalen koffie in groote hoeveelheid in voorraad te hebben. Het zelf malen van koffieboonen is veel beter. U neemt beste gebrande koffieboonen, u maalt ze en doet de gemalen koffie in een filtreerkan. Koffie zetten, zooals men dat vroeger deed en te genwoordig ook nog vaak, n-m- direct in den pot, kokend water opgieten, en vervol gens maar laten koken, is beslist de verkeerde manier. Natuurlijk ook het bijvoegen van cichorei. Alleen gefil treerde koffie is de smake lijkste. Er zijn er heden nog velen, die de koffie direct opgegoten smakelijker vin den (het smaakt meer naar koffie), dit laatste is be slist onjuist, als men maar op de goede manier koffie filtreert. Een goed kop koffie zet men als volgt: men maalt de koffie goed fijn, doet deze in den filter, welke goed schoon is en het liefst van porcelein of vuurvast glas; ook den pot kan men het beste van steen (vuur vast glas) nemen en onnoodig is daarbij te zeggen, dat deze van binnen goed schoon moet zijn, om eiken bijsmaak te vermijden. U heeft de gemalen koffie dus in den filter gedaan en u giet er nu een weinig kokend water op, dit laten we een paar minuten staan en gieten den filter vervolgens vol. Om het oplossen te bevorderen, doet men op de koffie, alvorens die op te schenken, een snippertje soda-poeder, een kwart theelepeltje b v. U laat de koffie rustig doorlekken, zonder steeds met de hand op den rand van den filter te slaan, opdat het water maar gauw naar beneden valt, dit is de verkeerde manier, en men zal daardoor geen goed gefiltreerde koffie verkrijgen. Het water moet langzaam zakken, zoodat de koffie zooveel mogelijk aftrekken kan. Om een eigenaardigen smaak aan de kof fie te geven, kunt u eens probeeren een weinig vanille boven op de koffie te strooien, misschien vindt u den smaak ook aangenamer. Het filtreeren is dus aan te bevelen en terwijl de koffie filtreert, houdt men ze het beste door ze boven op den stoom warm te houden of in een pan met heet water. De electrische filtreerkannen kunnen bij zonder worden aanbevolen, daar men dan de koffie tot het uiterste kan filtreeren, omdat het water steeds weer opnieuw wordt opgedreven en door de koffie gaat. Men ziet de laatste in de luxe uitvoeringen van zilver en nikkel met porceleinen binnen wand. Indien u dit liever wilt, kunt u de soda gerust weglaten! Thee bevat, evenals de koffie caffeine, een derge- lijke stof, n.m. theïne en we kunnen dus gerust zeg gen, dat het te veel gebrui- ken van thee evenmin goed is als het gebruiken van te veel koffie. Bij overmatig gebruik prikkelt ze de zenuwen en bezorgt u slapelooze nachten, terwijl een geregeld, doch matig gebruik u een zekere opge wektheid geeft, gepaard gaande aan kracht en energie. Een bekend feit is het, dat, wanneer men oververmoeid is en neer slachtig, een heete kop thee wonderen doet en dat een sterke kop koffie u tegenhoudt van slaperigheid, wanneer u laat in den nacht werk verricht of moet waken. Verschillende sagen doen de ronde van dit opwekkende resultaat bij het snoepen van de nog onbekende vruchten, waardoor ten slotte de drank populair geworden is. Van den bloeienden theestruik worden de langwerpige blaadjes (verschillende soor ten komen voor) afgeplukt op verschil lende tijdstippen, b.v. de bloementhee plukt men als de bladeren maar even uit de knoppen springen; de groene of zwarte thee ontstaat ook van eenzelfden struik, n.l. door de bladeren óf langzaam, óf zeer vlug te drogen. Wan neer men te vlug droogt blijft de thee groen. In Japan wórdt de groene thee veel bereid, het drogen gebeurt zeer verschillend, de bladeren worden later gerold over een warme plaat en extra geu rige smaken aangebracht door bloemen. 1-Iet zou te lang duren u de geheele bewer king te beschrijven en er zijn veel soorten in thee, afhangende van het land waar de thee groeit. De Indische thee is sterk van geur en kracht en kan uitnemend met lich tere thee vermengd worden, zoodat men een overheerlijke thee kan krijgen, zonder dat deze extra duur wordt. U moet de thee in een goed gesloten busje bewaren. De theepot moet. goed droog en schoon zijn van binnen en van buiten. De pot wordt omgespoeld met kokend water, of wanneer deze vuurvast is, liefst zoo gewarmd op het vuur, doch omspoelen met kokend water is ook goed. In een heel klein potje zult u twee schepjes thee moeten doen, in een groote ren pot drie. We gieten nu een beetje ko kend water in den theepot en zetten dezen op den stoom van den ketel, eerst na een poosje giet u den pot vol en zet dezen on der de theemuts. Reeds spoedig kunt u een kopje inschenken. Het is lekkerder eerst suiker en melk in het kopje te doen en er vervolgens de thee in te schenken. Een bij- zonderen smaak kimt u er aan geven door in het busje een stokje vanille te doen, ook geeft men een aangenamen smaak aan de thee, door een paar druppeltjes citroensap, rum of cognac. ANEMOON Onderwijl men het deeg laat rusten wor den de appelen geboord en geschild. Men maakt 'n mengseltje van suiker en kaneel en vult daarmee de boorgaten die men van onderen met 'n snippertje deeg dicht plakt. Men snijdt van het deeg dan vierkantjes en drukt die, mooi gelijk, om de appels heen. Voor ze den oven ingaan worden ze met geklopt ei bestreken. De baktijd is dezelfde als voor saucljkebroodjes. Ditzelfde deeg is ook geschikt voor aller lei pasteien en vruchtentaartjes. Een voor deel ervan is, dat men het gemakkelijk 'n week ongeveer, in voorraad kan hebben. De bewerking is dezelfde, of men wat meer of minder ingrediënten heeft en wanneer men 'n overschot van deeg gebruikt, be hoeft dat alleen nog maar even te worden uitgerold. Ieder kan zelf uitrekenen, dat dit gebak voordeelig uitkomt. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL De verlichting Bij het inrichten van een ipeuwe woning behoort het kiezen en plaatsen van licht bronnen ongetwijfeld tot de voornaamste en moeilijkste bezigheden. Naar men zegt heeft het licht grooten invloed op onze stemming en wanneer iemand in zijn „Ho me" niet de gewenschte gezellighéid weet te verkrijgen, is dit niet zelden aan verkeerd gekozen verlichtingsapparaten te wijten. Wij moeten in dezen dus met overleg te v/erk gaan en vooral niet vergeten, dat een eenvoudig landhuisje een geheel andere verlichting dan een deftig heerenhuis en ieder vertrek op zichzelf weer een ander soort licht behoeft. Daar is b.v. de huiskamer, waar het gezin zich dagelijks om den disch schaart. Hier zal een groote lampekap van zijde of per kament, welke de lichtstralen hoofdzakelijk tot de tafel beperkt, het best voldoen. In zitkamer en salon moeten de orna menten, meer dan waar ook, in volmaakte overeenstemming met het meubilair zijn. Het spreekt vanzelf, dat een modem inge richt vertrek een geheel andere verlichting vraagt dan een Louis XV salonnetje of een kamer met oud-Hollandsche meubels. Met een verspreid bovenlicht en één of meerdere verplaatsbare schemerlampen zal men echter in de meeste gevallen wel de ge wenschte atmosfeer bereiken. Zelden was er zulk een ruime keuze in lampen en lampekappen als op het oogen- blik. Er zijn er in alle soorten en stijlen, groote en kleine, kokette en eenvoudige modellen. Voor iederen smaak en iedere beurs. Voor bureaux, studeervertrekken e.d. zijn momenteel eenvoudige stalen lampen in den handel, welke, behalve verstelbaar, naar alle kanten draaibaar zijn en de licht bundels op het gewenschte punt, b.v. op uw schrijfmap concentreeren. Enkele dezer zijn van een knijper voor zien, die het mogelijk maakt de lamp zoo wel aan den rand van de tafel als aan de leuning van een stoel te bevestigen. Vertrekken, die aan de rust gewijd zijn, zooals b.v. slaapkamers, verlangen gedempt, verspreid licht. Matglaslampen, 'welke tegen de zoldering aangeschroefd worden en al basten schalen zullen hier steeds de voor keur genieten. Bij een dergelijke verlichting is een lamp boven wasch- of kaptafel en een leeslampje in de nabijheid van het bed echter niet overbodig. Op het gebied van staande lampen vindt men allerlei nieuwe snufjes. Tot de aller nieuwste behooren o.a. degene, die ge heel van staal vervaardigd zijn en aan de parfumbranders der Grieken en Romeinen doen denken. Verder de lampen, bij welke de kap naast in plaats van op den stan daard is aangebracht. Dergelijke modellen zijn zeer practisch, daar zij het boek of den arbeid van den- gene, die er onder zit, rechtstreeks verlich ten, zonder dat deze den mfnsten last van den vaak zoo hinderlijken standaard ondervindt. M. H. Alle bestellingen richtte men aan: HET PATRONENKANTOOR, Postbus 1, Haarlem. IIIHIIIIIIIIIIIII Knip dit uit en bewaar het voor voorkomende gelegenheden. Van alle ln deze rubriek voorkomende modellen, of van welke andere door onze lezeressen Ingezon den teekenlng ook, leveren wij door ons Patronen- kantoor patronen tegen de volgende lage prijzen: Blouse 0.45 Costuum 0.60 Kinderjurk (t.5J.) 0.35 Mantel 1. Men geve ons daarvoor de volgende maten op: a. B o v e n w ij d t e, te meten rondom langs den rug, onder de armen door en boven de buste langs, niet te strak. b. B o r s t w ij d t e, op dezelfde wijze te meten als de bovenwijdte, maar nu o v e r de buste heen. c. Borsthoogte, van kuiltje ln den hais tot de taille. d. Rughoogte, van het midden nekpunt tot de taille e. H e u p w ij d t e, rondom de heupen, geme ten 20 c.M. onder de taille. f. Sohouderbreedte, dit is de lengte van den schouder, van den hals tot het begin van den arm. g. Mouwlengte, te meten buiten langs den arm. over den gebogen elleboog tot aan den pols. h. de geheele lengte, uit den halskuil gemeten. Opgave van de letters met daarachter de maat is voldoende, eveneens opgave van het nummer van het verlangde kleedingstuk. Patronen worden echter alleen toegezonden, wanneer bfl de bestelling het verschuldigde be drag in postzegels is ingesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10