DE VROUW IN EN OM HUISHOUDING
Conflicten
-K-tlk
C
Bagelijksclie dranken
Don Juan van Mozart
Om te maken
Avond-
japonnen
Wat zullen we koken
Koffie- en theezetten
Onze eigen woning
Onze goedkoope patronen
„Zeg, ik zou eigenlijk den dokter nog
wel eens willen vragen wat hij van Wies je
vindt."
„Nou, dat weet je al van te voren; hij
denkt natuurlijk, dat hij zijn tijd wel beter
gebruiken kan; dat er nog zooveel zieken
op hem wachten. Dan heeft hij toch geen
geduld om verhalen over Wiesje aan te
hooren, die gezellig rondspringt door huls
en 't hoogste lied zingt."
„Ja, maar kunnen we nu niet zorgen, dat
ze zoo b 1 ij f t, in plaats van haar over een
paar maanden weer met een bleek en moe
snoetje te zien hangen op haar stoel?"
„Ja, ik weet wel, eigenlijk heb je gelijk,
maar de dokters zijn nu eenmaal voor de
zieken en niet voor de gezonden!"
„Zoo Henk, jongen, waarom ben je met
dien vinger niet eerder bij me gekomen?
Dan hadden we nog heel wat kun:.en voor
komen. Hoe lang loop je daar nu al mee
rond? Je hebt toch zeker al een poos pijn
gevoeld?"
„Och ja, maar ik dorst eigenlijk met zoo'n
kleinigheid niet bij u aan te komen. Je
loopt maar zoo gauw niet naar den dokter
toe. Die heeft wel wat anders te doen."
„Nu Henk, onthoud het voor een volgende
gelegenheid: voorkomen is beter dan gene
zen. Je had je zelf heel wat narigheid
kunnen besparen."
„Die ellendige doorgezette voeten van me,
wat hebben die me toch al een narigheid
bezorgd. Dan weer word je er om afgekeurd,
dan weer kun je t niet uithouden, als je
een baantje hebt, waarbij je altijd staan
moet, of je kunt haast niet meer voort aan
*t eind van den dag, als je je wijk nog af-
loopen meet. Waarom hebben jullie er
vroeger toch nooit eens naar laten kijken,
vader?"
„Och zeg, hou toch op, de dokter zou ons
hebben zien aankomen met zoo'n beer van
een jongen als jij was! Wat moet een ge
zond kind nou bij den dokter?"
Ja, 't schijnt een tegenstelling: gezond
zijn en naar den dokter gaan.
Maar zou er niet heel wat ziekte en
ellende voorkomen worden, als er wat meer
„gezonden" naar den dokter gingen?
Gelukkig zijn we tegenwoordig al op den
goeden weg. En er zijn al verschillende
doktoren, die t niet gek of lastig vinden
als hun raad gevraagd wordt voor niet-
zieken.
En er zijn al consultatie-bureaux waar
gezonden even welkom zijn als zieken. We
hebben maar even te denken aan de con-
sultatiebureaux voor zuigelingen, waar moe
ders ingelicht worden omtrent de voeding
van het haar toevertrouwde leventje.
We hebben maar te denken aan de t- b.
e. consultatie-bureaux, waar de leden van
het gezin van een t. b. c.-patiënt onderzocht
kunnen worden, vóór ze zelf ziek zijn.
We hebben slechts te denken aan den
Hoe zijn vrouw hem hielp
Mozart had opdracht gekregen, voor
Praag een groote opera te schrijven en met
Da Ponte had hij voor dit doel de oude
Spaansche sage van Don Juan Tenorio als
libretto bewerkt-
In het jaar 1787 reisde Mozart met zijn
geliefde echtgenoote Constanze van Wee-
ren naar Praag om daar het werk, dat
half af was, te voltooien. Door den omgang
met andere kunstenaars en door de nieuwe
omgeving zou de opera vaster vorm aan
nemen.
Een eigenaardige omstandigheid bij Mo
zart was, dat hij een broertje dood had aan
het op papier brengen van zijn muziek.
En in Praag werd hij door allerlei oorzaken
van zijn werk afgehouden. Hij woonde bij
zijn vriend Duschek, die buiten de stad een
wijngaard bezat met een pracht van een
kegelbaan, en daar Mozart een hartstoch
telijk kegelaar was, mocht dit een ernstig
geval worden genoemd. Mozart schreef zijn
muziek verbazend gemakkelijk en zoo com
poneerde hij meermalen te midden van zijn
vroolijke makkersop de kegelbaan, met
een steenen tuintafel als werktafel.
Op den 29sten October moest de opera
worden opgevoerd en op den avond van
den 28sten October was van de ouverture
nog geen noot geschreven. Toen begonnen
zelfs zijn vroolijke vrienden angstig te wor
den, maar Mozart vertrouwde op zijn goed
gesternte. Tegen middernacht bezweek hij
vcor den aandrang om de kegelbaan te ver
laten en zich naar zijn kamer te begeven
cm het werk af te maken. De angst van
zijn vrienden had den meester vroolijk ge
stemd en hij had gedaan alsof hij zelf ook
verre van gerust was.
Zijn trouwe echtgenoote hield hem zooals
gewoonlijk gezelschap bij zijn arbeid; ter
wijl zij hem fantastische sprookjes vertelde
en voor hem een punchje klaar maakte,
zette Mozart opgewekt en met onfeilbare
zekerheid de muziek op het papier, zooals
zij in zijn gedachten reeds lang gereed was.
Maar terwijl hij druk aan het werk was,
werd hij door slaap overmand. Constanze
kende dat: zij liet hem rustig sluimeren tot
tegen den morgen. Toen nam Mozart met
frissche kracht het werk weer ter hand en
toen te zeven uur degenen, die de muziek
moesten overschrijven, kwamen, was de
ouverture gereed. Maar bij de opvoering
dien avond moest zij zoo van het papier
worden gespeeld! Mozart dirigeerde echter
zelf en de musici deden al hun best om het
werk te doen slagen, wat gelukte.
tandarts, die t niets vreemd zal vinden
als u geregeld ieder half jaar het gebit
van u zelf en van uw kinderen laat nazien
om kiespijn, holle kiezen en alle daaraan
verbonden narigheden te voorkomen.
Maar er zijn helaas ook nog vele dokto
ren, die ons eigenlijk ijselijk vervelend
vinden als we voor allerlei wissewasjes be
slag op hun tijd komen leggen. Maar ver
geten ze dan niet dikwijls, dat de wissewas
jes van nu de kwalen van straks worden?
Kom, we moeten het er maar op wagen,
op gevaar af van uitgelachen te worden;
dat nemen we wel op den koop toe, als 't
gaat om t welzijn van onze kinderen!
En op gevaar af van oorzaak te zijn, dat
geen dokter ooit meer een kop thee of kof
fie aanvaardt, zal ik u een goeden raad
geven: als u veel aan uw dokter te vragen
hebt en hij komt bij u aan huis, biedt hem
dan een gloeienden geurigen kop van dat
edele vocht aan!
OP VERZOEK
Gebreide trui met hoogen boord en
treksluiting voor kindje van
ongeveer 4 jaar
Men begint aan den onderkant van
het voorpand, waarvoor men 90 st- opzet
en breit voor den rand 20 toeren 2
r. 2 aver. Verder breit men r. aan den
■rechter- en aver, aan den linkerkant. Men
kan de trui in één kleur breien, ofwel in
strepen. Heel mooi zijn daarvoor de vol
gende kleuren: beige, donkerblauw, licht
blauw en steenrood. Men breit dan den
boord beige en vervolgens: 12 toeren don
kerblauw, 10 toeren lichtblauw, 2 toeren
steenrood en 10 toeren beige. Deze toeren
herhaalt men nog eens- Dan volgen: 8 toe
ren donkerblauw, 6 toeren lichtblauw, 2
toeren steenrood, 10 toeren beige, 6 toeren
donkerblauw, 4 toeren lichtblauw, 2 toeren
steenrood, 10 toeren beige, 4 toeren don
kerblauw, 2 toeren lichtblauw, 2 toeren
steenrood, 10 toeren beige In den lsten
beige toer verdeelt men het werk in tweeën
voor het split en breit eerst de linkerhelft
op 45 st. Na de beige streep breit men nog
2 keer de toeren, die tusschen de 2 zijn
aangegeven. Na de steenroode streep van
de 2de herhaling neemt men, aan den kant
van het split, 8 st. voor het halsje op een
hulpnaald of men rijgt ze zoo lang in 'n
draad. In de nu volgende 10 beige toeren
breit men, in eiken rechtschen toer, aan
den kant van het split, 2 st. samen. Is de
beige streep klaar, dan laat men de over
gebleven st. op de naald staan. Dan breit
men de andere helft van de voorbaan op
dezelfde wijze.
Den rug breit men op dezelfde manier als
het voorpand. Men maakt hier echter geen
split en breit recht door tot den 8sten toer
van de laatste beige streep. Dan verdeelt
men de steken voor het halsje. Men breit
nog 2 toeren op de eerste 33 st. voor den
eenen schouder en eveneens 2 toeren op de
laatste 33 st. voor het 2de schoudertje.
De steken van de schoudertjes worden
aan elkaar gemaasd en nu begint men aan
het kraagje. Tusschen de steken van voor-
en achterpand, die op de naalden of op 'n
draad waren blijven staan, neemt men nog
12 st. op aan eiken kant en op het geheele
aantal steken breit men in korrelsteek, dus
1 r. 1 aver., bij iederen toer verspringend:
12 toeren beige, 2 toeren steenrood, 10 toe
ren lichtblauw, 12 toeren donkerblauw, voor
het kraagje.
De mouwtjes kan men geheel beige breien,
wat heel lief staat, ofwel, zoo men wil, in
strepen. Men neemt voor de mouwen, aan
weerskanten van den schoudemaad, 40 lus
sen op, dus in het geheel 80 lussen. Men
breit dan 30 naalden, waarna men begint
te minderen. In iederen 6den toer breit men
de 2 eerste en de 2 laatste st. van de naald
samen, tot men in het geheel 30 st. heeft
geminderd. Op de overblijvende 50 st. breit
men nog 5 toeren en begint dan aan het
manchetje, dat men bij 'n effen mouwtje
gestreept breit 2 r. 2 aver. Eerst breit men
1 toer in steenrood- Men breit in dezen toer
eiken 4den en 5den st. samen. Hierna breit
men nog 1 toer rood, dan 10 toeren licht
blauw en 12 toeren donkerblauw, waarna
men de manchet afkant.
Men strijkt het breiwerk onder 'n vochti-
gen doek, naait de zijnaden van de trui
en de mouwtjes dicht en naait de trekslui
ting aan.
DORA
mmm
tots
Voor de vasten begint, worden er natuur
lijk hier en daar nog partijtjes en bals
gegeven. Als wij hiervoor zelf een japon
willen maken, treft het al bijzonder, dat er
nu koopjes genoeg te halen zijn. Vooral het
velours chiffon, dat tegen den zomer zijn
aantrekkelijkheid verliest, wordt nu tegen
een klein prijsje opgeruimd. Wij zullen dus
maar gauw moeten beginnen een patroon
te bestellen en daarna onze stof te koo-
pen.
Fig. 1015 bestaat uit een japon van
lichtblauw velours chiffon, waarbij het bo
venstuk van blauwe kantstof met een
scherpe punt aan voor- en achterzijde tot
ver beneden de taille loopt. De wijde mou
wen zijn aangeknipt of met een onzicht
baar steekje aangezet.
Fig. 1016 bestaat uit een eenvoudig witte
japon met laag heupstuk en zonder mou
wen, waarbij we een pelerientje maken van
lichtgroen of blauw velours chiffon, dat
omzoomd is met een randje bont. Dit bont
sluit aan de rugzijde niet bij de pelerine
aan, doch wordt hier tot op taillehoogte
geschoven.
Ten slotte zien we in fig. 1017 een japon
van zwart fluweel. De taille is ruim, met
ruimen hals. Een eigenaardigheid vormen
de mouwen, die gemaakt zijn van reepen
wit en zwart fluweel. Hierdoor ontstaat ook
het model van de ballonmouw. Natuurlijk
maken we alle armbedekking, zooals het
behoort, tot ongeveer den elleboog.
POLA
Eigen gebakken appelbollen en
sa ucijze-broodjes
„Kunt u me niet eens precies zeggen hoe
men appelbollen en saucijzebroodjes kan
bakken? Ze willen mij nooit goed lukken,"
klaagt een van onze lezeressen.
Misschien ligt de moeilijkheid hier, dat
de vraagster niet goed terecht kan met
bladerdeeg. Bladerdeeg is dan ook buiten
gewoon bewerkelijk en het ergste is, dat
men, ondanks alle moeite, lang niet altijd
tevreden kan zijn over het resultaat ervan.
Vergeleken bij de producten van onze
banketbakkers vindt men het eigene dan
meestal maar poovertjes, want er hoort een
zekere bedrevenheid toe om van bladerdeeg
iets goeds terecht te brengen.
Wij bakken tegenwoordig onze saucijze
broodjes op z'n Brabantsch en we noemen
ze dan ook, evenals in Brabant, eenvoudig
en in goed Hollandsch: worstbroodjes. En
die worstbroodjes vallen buitengewoon in
den smaak.
Voor 'n'stuk of acht saucijzebroodjes neem
ik: 1 ons bloem, 75 gram boter (margarine)
'n weinig zout en krap y2 d.L. water, voor
het deeg. Voor de vulling: 2 ons varkens
gehakt of kalfsgehakt, peper, noot en zout.
De bloem wordt in 'n kom gezeefd, de
boter met het zout daarop gelegd en dan
snijdt men, met twee messen, de boter door
de bloem tot het geheel grof-korrelig is.
Dan roert men er het water, door en werkt
alles vlug door elkaar met 'n houten lepel,
zonder er met de handen aan te komen.
Hoofdzaak bij het maken van zulk deeg is,
dat het vlug, luchtig en koel behandeld
wordt. Men bewerkt het dus op 'n koele
plaats met koude harde boter. Is het deeg
goed dooreen gemengd, dan bestrooit men
de tafel of de plaat waarop men het moet
uitrollen met bloem, wrijft ook de deegrol
met bloem in en legt nog 'n hoopje bloem
neer, waar men den deegbal even doorheen
rolt om hem wat droog te maken eer men
met uitrollen begint. Men drukt dan het
deeg plat met de deegrol, keert het om, rolt
het luchtig uit, keert het weer om en legt
het op 'n andere plaats om het weer uit
te rollen, enz. Men gaat zoo 'n poosje door
tot men tenslotte het geheele deeg dun
heeft uitgerold. Dan roert men den deeglap
in drieën of vieren, rolt hem weer uit, vouwt
hem nogmaals op en rolt hem weer uit.
Dan laat men hem ongeveer 'n half uur
rusten.
Intusschen kan men de vuNing klaar
maken. Het gehakt maakt men, op de ge
wone wijze smakelijk aan met peper, zout
en nootmuscaat. Zoo men wil kan men er
ook nog fijn gewreven en in melk geweekt
brood bij doen. Men verdeelt het gehakt in
langwerpige rolletjes. Van den deeglap
snijdt men langwerpige stukjes, die men
om het gehakt rolt en aan den onderkant
en aan de zijkanten met water dicht plakt.
De bovenkant bestrijkt men met geklopt ei.
Men legt de broodjes dan op een ingevette
bakplaat en bakt ze in een heeten oven, in
ongeveer 25 minuten gaar. De oven moet
vooral heet zijn als de broodjes erin ko
men; hij moet dus 10 a 15 minuten tevoren
worden aangestoken.
Voor Appelbollen maakt men precies het
zelfde deeg en voor 'n appelbol rekent men
ongeveer dezelfde hoeveelheid deeg als voor
'n worst broodje.
Koffie wordt over de geheele wereld ge
dronken en vaak zeer verschillend bereid.
De koffie-plant groeit eenigszins in de
schaduw, heeft donkergroene, glimmende,
smalle, puntige bladeren en bloemen, die
opéén gehoopt zitten tusschen die bladeren;
ze gelijken op jasmijn-bloesems. De vruch
ten ondergaan verschillende kleurwisselin-
gen en zijn in rijpen toestand purperkleu
rig. Eerst dan worden ze zorgvuldig geplukt
en gedroogd; verschillende manieren zijn
er om de vruchten na het plukken te be
handelen. Ze worden vaak eerst gewas-
schen en dan gedroogd, het omhulsel wordt
verwijderd door malen en er komen boon
tjes uit in den vorm, welke wij kennen.
Deze worden gebrand en eerst dan krijgt
de koffie dien aangenamen geur, vermoe
delijk ontstaande doordat het koffie-looi-
zuur bij verwarming ontleedt en dan den
bekenden reuk veroorzaakt.
De gepelde koffie bewaart men vooral
tegen vocht, daar anders
witte plekken ontstaan.
Koffie trekt veel vocht tot
zich, zelfs in gebranden
toestand, hetgeen u zelf
kunt constateeren (koffie
hangt aan, zooals men dat zegt). Daarom
is het het beste de koffie te bewaren in een
goed gesloten bus of glazen flesch met ge
slepen stop. De smaak en de geur zullen
van de koffie afgaan, wanneer er vocht
kan bijkomen, doordat het koffie-looizuur
minder krachtig wordt. Het is niet aan te
raden gemalen koffie in groote hoeveelheid
in voorraad te hebben. Het zelf malen van
koffieboonen is veel beter. U neemt beste
gebrande koffieboonen, u maalt ze en doet
de gemalen koffie in een filtreerkan. Koffie
zetten, zooals men dat vroeger deed en te
genwoordig ook nog vaak, n-m- direct in
den pot, kokend water opgieten, en vervol
gens maar laten koken, is
beslist de verkeerde manier.
Natuurlijk ook het bijvoegen
van cichorei. Alleen gefil
treerde koffie is de smake
lijkste. Er zijn er heden nog
velen, die de koffie direct
opgegoten smakelijker vin
den (het smaakt meer naar
koffie), dit laatste is be
slist onjuist, als men maar
op de goede manier koffie filtreert.
Een goed kop koffie zet men als volgt:
men maalt de koffie goed fijn, doet deze in
den filter, welke goed schoon is en het
liefst van porcelein of vuurvast glas; ook
den pot kan men het beste van steen (vuur
vast glas) nemen en onnoodig is daarbij te
zeggen, dat deze van binnen goed schoon
moet zijn, om eiken bijsmaak te vermijden.
U heeft de gemalen koffie dus in den filter
gedaan en u giet er nu een weinig kokend
water op, dit laten we een paar minuten
staan en gieten den filter vervolgens vol.
Om het oplossen te bevorderen, doet men
op de koffie, alvorens die op te schenken,
een snippertje soda-poeder, een kwart
theelepeltje b v. U laat de koffie rustig
doorlekken, zonder steeds met de hand op
den rand van den filter te slaan, opdat het
water maar gauw naar beneden valt, dit is
de verkeerde manier, en men zal daardoor
geen goed gefiltreerde koffie verkrijgen.
Het water moet langzaam zakken, zoodat
de koffie zooveel mogelijk aftrekken kan.
Om een eigenaardigen smaak aan de kof
fie te geven, kunt u eens probeeren een
weinig vanille boven op de koffie te
strooien, misschien vindt u den smaak ook
aangenamer. Het filtreeren is dus aan te
bevelen en terwijl de koffie filtreert, houdt
men ze het beste door ze boven op den
stoom warm te houden of in een pan met
heet water.
De electrische filtreerkannen kunnen bij
zonder worden aanbevolen, daar men dan
de koffie tot het uiterste kan filtreeren,
omdat het water steeds weer opnieuw wordt
opgedreven en door de koffie gaat. Men
ziet de laatste in de luxe uitvoeringen van
zilver en nikkel met porceleinen binnen
wand. Indien u dit liever
wilt, kunt u de soda gerust
weglaten!
Thee bevat, evenals de
koffie caffeine, een derge-
lijke stof, n.m. theïne en
we kunnen dus gerust zeg
gen, dat het te veel gebrui-
ken van thee evenmin goed
is als het gebruiken van te
veel koffie. Bij overmatig
gebruik prikkelt ze de zenuwen en bezorgt
u slapelooze nachten, terwijl een geregeld,
doch matig gebruik u een zekere opge
wektheid geeft, gepaard gaande aan kracht
en energie. Een bekend feit is het, dat,
wanneer men oververmoeid is en neer
slachtig, een heete kop thee wonderen doet
en dat een sterke kop koffie u tegenhoudt
van slaperigheid, wanneer u laat in den
nacht werk verricht of moet waken.
Verschillende sagen doen de ronde van
dit opwekkende resultaat bij het snoepen
van de nog onbekende vruchten, waardoor
ten slotte de drank populair geworden is.
Van den bloeienden theestruik worden de
langwerpige blaadjes (verschillende soor
ten komen voor) afgeplukt op verschil
lende tijdstippen, b.v. de bloementhee plukt
men als de bladeren maar even uit de
knoppen springen; de groene of zwarte
thee ontstaat ook van
eenzelfden struik, n.l.
door de bladeren óf
langzaam, óf zeer
vlug te drogen. Wan
neer men te vlug droogt
blijft de thee groen. In Japan wórdt de
groene thee veel bereid, het drogen gebeurt
zeer verschillend, de bladeren worden later
gerold over een warme plaat en extra geu
rige smaken aangebracht door bloemen.
1-Iet zou te lang duren u de geheele bewer
king te beschrijven en er zijn veel soorten
in thee, afhangende van het land waar de
thee groeit. De Indische thee is sterk van
geur en kracht en kan uitnemend met lich
tere thee vermengd worden, zoodat men
een overheerlijke thee kan krijgen, zonder
dat deze extra duur wordt. U moet de thee
in een goed gesloten busje bewaren. De
theepot moet. goed droog en schoon zijn
van binnen en van buiten. De pot wordt
omgespoeld met kokend water, of wanneer
deze vuurvast is, liefst zoo gewarmd op het
vuur, doch omspoelen met kokend water is
ook goed. In een heel klein potje zult u twee
schepjes thee moeten doen, in een groote
ren pot drie. We gieten nu een beetje ko
kend water in den theepot en zetten dezen
op den stoom van den ketel, eerst na een
poosje giet u den pot vol en zet dezen on
der de theemuts. Reeds spoedig kunt u een
kopje inschenken. Het is lekkerder eerst
suiker en melk in het kopje te doen en er
vervolgens de thee in te schenken. Een bij-
zonderen smaak kimt u er aan geven door
in het busje een stokje vanille te doen, ook
geeft men een aangenamen smaak aan de
thee, door een paar druppeltjes citroensap,
rum of cognac. ANEMOON
Onderwijl men het deeg laat rusten wor
den de appelen geboord en geschild. Men
maakt 'n mengseltje van suiker en kaneel
en vult daarmee de boorgaten die men van
onderen met 'n snippertje deeg dicht plakt.
Men snijdt van het deeg dan vierkantjes
en drukt die, mooi gelijk, om de appels
heen. Voor ze den oven ingaan worden ze
met geklopt ei bestreken. De baktijd is
dezelfde als voor saucljkebroodjes.
Ditzelfde deeg is ook geschikt voor aller
lei pasteien en vruchtentaartjes. Een voor
deel ervan is, dat men het gemakkelijk 'n
week ongeveer, in voorraad kan hebben.
De bewerking is dezelfde, of men wat meer
of minder ingrediënten heeft en wanneer
men 'n overschot van deeg gebruikt, be
hoeft dat alleen nog maar even te worden
uitgerold.
Ieder kan zelf uitrekenen, dat dit gebak
voordeelig uitkomt.
ADRIANA KNUIST—POLLEPEL
De verlichting
Bij het inrichten van een ipeuwe woning
behoort het kiezen en plaatsen van licht
bronnen ongetwijfeld tot de voornaamste
en moeilijkste bezigheden. Naar men zegt
heeft het licht grooten invloed op onze
stemming en wanneer iemand in zijn „Ho
me" niet de gewenschte gezellighéid weet te
verkrijgen, is dit niet zelden aan verkeerd
gekozen verlichtingsapparaten te wijten.
Wij moeten in dezen dus met overleg te
v/erk gaan en vooral niet vergeten, dat een
eenvoudig landhuisje een geheel andere
verlichting dan een deftig heerenhuis en
ieder vertrek op zichzelf weer een ander
soort licht behoeft.
Daar is b.v. de huiskamer, waar het gezin
zich dagelijks om den disch schaart. Hier
zal een groote lampekap van zijde of per
kament, welke de lichtstralen hoofdzakelijk
tot de tafel beperkt, het best voldoen.
In zitkamer en salon moeten de orna
menten, meer dan waar ook, in volmaakte
overeenstemming met het meubilair zijn.
Het spreekt vanzelf, dat een modem inge
richt vertrek een geheel andere verlichting
vraagt dan een Louis XV salonnetje of een
kamer met oud-Hollandsche meubels. Met
een verspreid bovenlicht en één of meerdere
verplaatsbare schemerlampen zal men
echter in de meeste gevallen wel de ge
wenschte atmosfeer bereiken.
Zelden was er zulk een ruime keuze in
lampen en lampekappen als op het oogen-
blik. Er zijn er in alle soorten en stijlen,
groote en kleine, kokette en eenvoudige
modellen. Voor iederen smaak en iedere
beurs.
Voor bureaux, studeervertrekken e.d. zijn
momenteel eenvoudige stalen lampen in
den handel, welke, behalve verstelbaar,
naar alle kanten draaibaar zijn en de licht
bundels op het gewenschte punt, b.v. op uw
schrijfmap concentreeren.
Enkele dezer zijn van een knijper voor
zien, die het mogelijk maakt de lamp zoo
wel aan den rand van de tafel als aan de
leuning van een stoel te bevestigen.
Vertrekken, die aan de rust gewijd zijn,
zooals b.v. slaapkamers, verlangen gedempt,
verspreid licht. Matglaslampen, 'welke tegen
de zoldering aangeschroefd worden en al
basten schalen zullen hier steeds de voor
keur genieten. Bij een dergelijke verlichting
is een lamp boven wasch- of kaptafel en
een leeslampje in de nabijheid van het
bed echter niet overbodig.
Op het gebied van staande lampen vindt
men allerlei nieuwe snufjes. Tot de aller
nieuwste behooren o.a. degene, die ge
heel van staal vervaardigd zijn en aan de
parfumbranders der Grieken en Romeinen
doen denken. Verder de lampen, bij welke
de kap naast in plaats van op den stan
daard is aangebracht.
Dergelijke modellen zijn zeer practisch,
daar zij het boek of den arbeid van den-
gene, die er onder zit, rechtstreeks verlich
ten, zonder dat deze den mfnsten last van
den vaak zoo hinderlijken standaard
ondervindt.
M. H.
Alle bestellingen richtte men aan: HET
PATRONENKANTOOR, Postbus 1, Haarlem.
IIIHIIIIIIIIIIIII
Knip dit uit en bewaar het voor
voorkomende gelegenheden.
Van alle ln deze rubriek voorkomende modellen,
of van welke andere door onze lezeressen Ingezon
den teekenlng ook, leveren wij door ons Patronen-
kantoor patronen tegen de volgende lage prijzen:
Blouse 0.45 Costuum 0.60
Kinderjurk (t.5J.) 0.35 Mantel 1.
Men geve ons daarvoor de volgende maten op:
a. B o v e n w ij d t e, te meten rondom langs
den rug, onder de armen door en boven de
buste langs, niet te strak.
b. B o r s t w ij d t e, op dezelfde wijze te meten
als de bovenwijdte, maar nu o v e r de buste heen.
c. Borsthoogte, van kuiltje ln den hais
tot de taille.
d. Rughoogte, van het midden nekpunt
tot de taille
e. H e u p w ij d t e, rondom de heupen, geme
ten 20 c.M. onder de taille.
f. Sohouderbreedte, dit is de lengte
van den schouder, van den hals tot het begin
van den arm.
g. Mouwlengte, te meten buiten langs
den arm. over den gebogen elleboog tot aan den
pols.
h. de geheele lengte, uit den halskuil gemeten.
Opgave van de letters met daarachter de maat
is voldoende, eveneens opgave van het nummer
van het verlangde kleedingstuk.
Patronen worden echter alleen toegezonden,
wanneer bfl de bestelling het verschuldigde be
drag in postzegels is ingesloten.