DE VEERTIG-UREN-WEEK
Van de Perstribune
Prikkeldraad
DE H.I.R.O.-UITZENDING
WOENSDAG 8 FEBRUARI
Wat de conferentie te Genève
heeft opgeleverd
Dominé v. Hoogenhuyze
voor de microfoon
Groote inpoldering
Met méér recht!
ONVEILIG GEFFEN
URK UIT ZIJN ISOLEMENT VERLOST
Na geruimen tijd door het ijs geheel geïsoleerd te zijn ged
weest, is de verbinding van Urk met den vasten wal thans
weer hersteld In de haven
De muiterij in Indië
Het nieuwe kiesstelsel
Een productief werkverschaffings
object
LEGERBEZUINIGING
Afvloeiing van 181 onderofficieren
KERKNIEUWS
AFSCHEID MGR. L. F. BRANS
Vele cadeaux aangeboden
PASTOOR W. P. H. JANSEN
Een overval op een fietsenden
jongen
SMOKKELSCHIP IN BESLAG
GENOMEN
Frauduleus vervoer van spiritus
HEVIGE AUTOBOTSING
Eén doode te betreuren
Voor de Voorbereidende Conferentie te Ge
nève aanving, hebben wij aan de veertig-uren
week een drietal artikelen gewijd. Tot besluit
zullen wij thans nog kortelijk nagaan, wat de
Conferentie te Genève heeft opgeleverd.
De helft van den conferentie-tijd is besteed
aan het houden van algemeene beschouwingen.
Klaarblijkelijk stuurde de werkgeversgroep
erop aan, om daarmee te volstaan, en de con
ferentie zonder eenig practisch resultaat te
doen uiteen gaan. Dank zij het ingrijpen van
een zevental regeerings-gedelegeerden is deze
toeleg mislukt.
Bij die algemeene beschouwingen stonden de
werkgevers- en de arbeidersgroep lijnrecht te
genover elkaar.
De arbeiders stonden op het standpunt, dat
de invoering van de verplichte 40-uren-week
een geschikt middel zou zijn om de werkloos
heid te bestrijden. De koopkracht der arbei
dersklasse zou er door stijgen. Maar vast moet
staan, dat het weekloon, verdiend in 40 uren.
niet lager mag zijn. dan dat verdiend in 48 uur.
Feitelijk zouden dus de uurloonen en de
stukloonen met 1/5 moeten worden verhoogd.
In dit krampachtig vasthouden aan het be
staande weekloon bij 48 uur, ook al wordt de
40-uren-week ingevoerd, lag het sterkste aan
valspunt voor de werkgeversgrsep. Het viel niet
moeilijk aan te toonen, le dat hier niet van een
vergrooting der totale koopkracht, maar alleen
van een verplaatsing kon gesproken worden, en
2e dat de verhooging der loonen zou leiden tot
verhooging der productie-kosten, dus tot ver
hooging der verkoopprijzen, waarvan het nood
zakelijk gevolg is: vermindering van den afzet,
dus vermindering der productie. Derhalve niet
afneming, maar toeneming van de werkloos
heid zou hiervan het gevolg zijn.
Ook de groep der regeeringsgedelegeerden
sprak zich bijna eenstemmig uit tegen de door
de arbeidersgroep voorgestelde resolutie, waar
in uitdrukkelijk uitgesproken werd, dat by de
bespreking van een ontwerp-conventie betref
fende de 40-urige week moest uitgegaan wor
den van de stelling, dat het weekloon door de
Verkorting van de werkweek van 48 tot 40 uren
niet verminderd zou mogen worden.
Deze resolutie werd bij hoofdelijke stemming
verworpen, doordat 12 regeerings-gedelegeerden
en 20 werkgevers-gedelegeerden ertegen stem
den, en slechts 2 regeerings-gedelegeerden en 19
arbeiders-gedelegeerden ervoor stemden.
De werkgeversgroep had gewenscht dat met
deze stemming de zaak ware uitgeweest en de
conferentie diensvolgens gesloten.
De groep der regeeringsgedelegeerden was
het in overgroote meerderheid hiermee niet
eens. Zij betoogden dat het hier goldt een
voorbereidende conferentie, waarin dus niets
beslist kon worden, maar waarin, ook door een
grondig onderzoek van de détailvraagstukken,
de definitieve behandeling van het geheele
vraagstuk in de Juni-conferentie moest wor
den voorbereid.
Daarom werd door zeven regeerings-gedele
geerden een andere resolutie voorgesteld, waar
in uitgesproken werd le dat de conferentie van
meening was, dat de verkorting van den ar
beidsduur een der middelen is, geschikt om de
Werkloosheid te bestrijden, en 2e dat de con
ferentie daarom besluit ook de détail-vraag
stukken te onderzoeken om aldus voor te be
reiden de opstelling van een internationale
regeling, waarvan de wijze van uitvoering zoo
moet worden vastgesteld, dat het mogelijk zou
gemaakt worden het levenspeil der arbeiders
te handhaven.
Dit slot was zeker niet geheel duidelijk. Men
Wilde, onder afwijzing van den eisch der ar
beidersgroep, dat het weekloon niet door de
Vermindering van het aantal arbeidsuren per
Week mocht verminderd worden, alleen te ken-
hen geven, dat de wijze van uitvoering der
conventie zoodanig soepel zou moeten zijn, ook
door zooveel mogelijk tegemoet te komen aan
de door de werkgeversgroep geopperde bezwa
ren, dat de mogelijkheid zou ontstaan, dat het
levenspeil der arbeiders niet zou worden aan
getast.
Hoe dit zou kunnen, zou nader dienen te
Worden onderzocht.
De voorstellers dezer resolutie hadden ge
hoopt, dat zoowel de werkgever- als arbei
ders-gedelegeerden hun stem eraan zouden
geven.
Deze hoop is niet in vervulling gegaan.
Alleen de Italiaansche werkgevers-gedelegeer
de de groote automobiel-fabrikant Olivetti
stemde voor deze resolutie, benevens alle
Regeeringsgedelegeerden op vier na (Engeland,
Rritsch-Indië, Japan en Portugal). Maar overi
gens stemden alle werkgevers-gedelegeerden er
tegen. Aldus werd zij aangenomen met 41 tegen
22 stemmen. Vóór stemden 21 regeerings-gede
legeerden, 19 arbeiders-gedelegeerden en 1 werk
gever-gedelegeerde. Tegen stemden 3 regeerings
gedelegeerden en 19 werkgevers-gedelegeerden,
terwijl 7 gedelegeerden zich van stemming ont
hielden.
De werkgevers-groep legde toen de volgen
de verklaring af:
„De werkgevers-groep heeft ernstig onder
zocht, welke haar houding zou moeten zijn
na de stemmingen, die hebben plaats gehad.
Wij hebben U reeds verklaard, dat wij er
diep van overtuigd zijn, dat de voorstellen,
die gij gaat bespreken niet te verwezenlijken
zijn en geen middel bieden tegen de werkloos
heid. De vragen, die wij hebben opgeworpen,
zijn fundamenteel. Als gevolg van de situatie
geschapen door de aanneming van deze reso
lutie, zou het ons hebben vrijgestaan, aan de-
verdere werkzaamheden van deze conferentie
geen deel meer te nemen. Maar wij zijn er
ons van bewust, dat 'n dergelijke handelwijze
misverstand zou kunnen veroorzaken en val-
sche uitleggingen. Wanneer wij dus deze Con
ferentie blijven bijwonen, wordt deze onze
houding ons voorgeschreven door het verlan
gen dergelijke misverstanden en valsche uit
leggingen te voorkomen. Wij achten het ech
ter noodzakelijk in deze omstandigheden pre
cies te doen begrijpen dat onze opposition-
neele houding onveranderd blijft en dat ons
aanwezigzijn in geen enkel opzicht prejudici-
eert op onze verdere actie in deze zaak."
De werkgevers bleven dus, maar zij deden
Seen mond open. Ze lieten de arbeiders- en re
geerings-gedelegeerden rustig praten en stem
men: ze zwegen en onthielden zich bij de stem
mingen.
Deze houding is te betreuren geweest. Juist
bij de behandeling der detailvraagstukken zou
de deskundige voorlichting der werkgevers-ge
delegeerden zeer welkom zijn geweest, en onge
twijfeld ook invloed hebben uitgeoefend.
Er was nog een resolutie door de arbeiders
groep voorgesteld, waarin betreurd werd dat niet
onderzocht werd de arbeidsduur-verkorting van
den landbouw, waartegen geprotesteerd werd.
Aan de Conferentie werd daarom verzocht, aan
den Bestuursraad van het Internationaal Ar
beidsbureau te vragen, onverwijld een enquête
in te stellen naar den arbeidsduur in den
landbouw, teneinde ook daar tot een interna
tionale conventie te komen.
Met 33 tegen 19 stemmen besliste de Confe
rentie, dat zij bevoegd was om dezen wensch
aan 't Internationaal Arbeidsbureau over te
brengen.
De resolutie door de arbeidersgroep werd in
getrokken, nadat de Fransche Regeerings-ge-
delegeerde deze andere resolutie had voorge
steld:
„De conferentie,
hoewel erkennende, dat de arbeidsvraag
stukken van den landbouw behooren tot ae
competentie van de permanente Internatio
nale organisatie van den Arbeid,
constateert, dat het vraagstuk voor de ar
beidsduur-verkorting in den landbouw niet
vervat is in de opdracht aan deze conferen
tie gegeven,
Besluit de ontwerp-resolutie, voorgesteld
door de Arbeidêrs-groep door te zenden aan
het Internationaal Arbeidsbureau."
Deze resolutie werd met 33 tegen 19 stemmen
aangenomen.
Hiermee waren de „algemeene beschouwin
gen" afgeloopen, en begon de Conferentie, in
tegenwoordigheid van de zwijgende werkge
vers-gedelegeerden, de verschillende door het
Internationaal Arbeidsbureau opgestelde vraag
punten te bespreken en te beantwoorden.
Hierover in een volgend artikel.
De K. R. O. biedt ons volgend artikel ter
plaatsing aan:
Wy beleven tegenwoordig vreemde dingen met
de radio-contróle-commissie. Of daar nog een
katholiek zitting in heeft, weten wij niet. in
ieder geval is zijn invloed niet van dien aard,
dat hy wat nu gebeurd is heeft kunnen belet
ten. Want wat wij Zaterdagmiddag hoorden,
toen wij luisterden naar een uitzending van
den H. I. R. O., die zich aanmeldt als een neu
trale omroeporganisatie, maar die blijkbaar de
beruchte Evangelische Maatschappij in zich
heeft opgenomen om Rome te bestrijden, gaat
o.i. alle perken te buiten.
Van den eersten spreker vernamen wy al
leen de paar laatste zinnen van zijn betoog,
waarin hy mededeelde, dat zyn strijd niet was
tegen de Roomschen, maar alleen tegen de ul-
tramontanen.
Wy kennen dit deuntje, t Is wel heel ouder-
wetsch maar het schijnt nog wel gaarne door
anti-papisten gezongen te worden.
Wat zeg ik: „anti-papisten"? Maar dat zyn
de menschen van de Evangelische Maat
schappij niet. Ten minste dominé van Hoo
genhuyze is het niet, zooals hij uitdrukkelijk
voor de microfoon verklaarde. (Deze dominé
was de tweede spreker). Hij verklaarde ook, dat
hij niets te maken had met de zoo beruchte juf
frouw Bon, de bekende schandaalcorportrice in
Amsterdam, hoewel deze in haar laatste pam
flet den dominé bedankte voor zijn hulp haar
verleend. Wij weten dus wat de verklaringen
van ds. van Hoogenhuyze beteekenen.
Welnu, die dominé had tot onderwerp ge
kozen: „Nederland, waak tegen Rome."
Het was van begin tot het einde een vermaan
aan de protestanten om zich te verzetten tegen
de groeiende macht van Rome. Dit was de posi
tieve taak van het Protestantisme:zich zelf te
versterken in den strijd tegen Rome.
Nu weten wij, dat de dominé niet alleen van
theorie houdt maar op het gebied van den an-
ti-Romestrijd er practische middelen op na
houdt. Wij noemen ze hier op; zooals hy ze
voor de microfoon aangaf.
Vooreerst moesten de protestanten zorgen, dat
zij meer ziekenhuizen kregen in ons land. Want
de Roomsche ziekenhuizen overtroffen in getal
verreweg die der Protestanten, en men be
sefte niet, welke gevaren die Roomsche zieken
huizen waren voor het ware Evangelie.
a) onze zieken komen in Roomsche omgeving
en worden beïnvloed door de zusters om
Roomsch te worden.
b) zij worden overgehaald om legaten en er
fenissen aan de Roomsche Kerk en instellin
gen te vermaken.
Vervolgens moeten zy meer de protestant-
sche kunst en kunstenaars ondersteunen. Als
het zoo doorging als nu, zei de dominé, dan
zou al heel spoedig de kunst in Nederland
Roomsch zijn, wat natuurlijk zeer verderfelijk is!
Ten derde, moest men de katholieke zaken-
menschen niet bevoordeelen en koopen bij den
protestantschen middenstand.
De Roomschen koopen niet bij protestan
ten, gaf hij te kennen, en daarom moesten zij
het niet bij Roomschen doen, die toch al zoo
veel vóór hadden, omdat zij zoo gemakkelijk
voor lage rente geld konden bekomen. (Natuur
lijk van de rijke kloosters!!)
Ten vierde moest men op politiek gebied een
protestantsch front vormen, dat Nederland, een
protestantsche natie op protestantsche wij
ze zou regeeren weg met iedere coalitie!
Ten vijfde, er zou gezorgd moeten worden,
dat het geld, door den staat voor het onder
wijs verschaft, niet in de zakken der klooster
lingen kwam. En daarom moest naar het
voorbeeld van Spanje aan de kloosterlingen
het recht ontzegd worden om onderwijs te geven.
Tenslotte alle protestanten in ons land moes
ten alle pogingen aanwenden om de goede: en
in de doode hand te doen belasten. (Dat de be
lasting op de goederen in de doode hand een
tweesnijdend zwaard is, dat het meest de pro
testanten zou treffen, weet de dominé waar
schijnlijk niet. Hij staart zich blind op de enor
me rijkdommen der kloosters, die jammer ge
noeg alléén maar in zijn fantasie bestaan.)
Na deze zeer papistische en liefde-ademende
middelen ter bestrijding van de katholieke kerk
in ons vaderland te hebben aangegeven kwam
de dominé tot het tweede deel van zijn rede:
de geestelijke middelen ter versterking van het
Protestantisme. Dit deel besloeg op de 25 mi
nuten spreektijd hem door den H. I. R. O. ge
geven, nog geen drie minuten. Wel opmerkelijk.
Wij hadden ons juist op dit deel gespitst, om
dat wy wel eens wilden weten op welke manier
het Protestantisme zich geestelijk versterken
kan. Edoch 't was voor ons een deceptie van
de ergste soort. Die geestelijke versterking
bestond in de getuigenis der geloovigen en een
zich doordringen van den geest der refor n?.-
toren. M.a.w. niet in de navolging van Chris
tus, niet in 't zich eigen maken van verschil
lende christelijke deugden, niet in het beoefe
nen der naastenliefde, maar in hernieuwd
animo tot den strijd tegen de Katholieke Kerk.
Waarvoor, zooals dominé dan ook had mede
gedeeld, voor enkele jaren een Internationaal
Verbond van Protestantsche Kerken was opge
richt, dat in 1934 zyn congres in Den Haag
zou houden.
De 25 minuten waren vol gesproken en ds.
v. Hoogenhuyze, die volstrekt geen anti-papist
is had weer voor de zooveelste maal zijn geloofs-
genooten tegen hun katholieke medeburgers
in ons vaderland opgezet.
Als onze geduldige lezer, nu denkt, dat wij dit
erg vinden, dan vergist hij zich. Heel dat
dwaze en onnoozele gepraat gaat langs ons heen.
Wy weten veel te goed, dat het getal gelijk
gezinden achter ds. v. Hoogenhuyze met den
dag kleiner wordt, dank zij de felheid van zyn
optreden, maar wij vragen ons het volgende af:
Voor ruim veertien dagen trad voor onze mi
crofoon een spreker op, die eenige gedichten
van den meest onschuldigen inhoud declameer
de. Die versjes moesten worden opgezonden
naar de controle-commissie van de radio. Het
was heel moeilijk om iets te vinden, wat ge
schrapt kon worden. Maar toch, men slaagde.
In één der gedichtjes kwam het woord „God
dank" voor.
Dit woord moest er uit, om dat men. daar
mede de orthodox protestanten ergerde. Aan
dezen maatregel hebben wij ons onder
worpen, omdat wij niemand willen ergeren.
Maar diezelfde commissie keurde blijkbaar de
rede van dominé van Hoogenhuyze goed,
een opruiende rede tegen de katholieken, een
echte anti-papistische rede. Nog erger. Diezelf
de commissie vond geen termen aanwezig om
ons katholieken het dubbel pijnlijk gevoel te
sparen, dat openlijk tot den strijd tegen ons
werd aangezet, tweedracht en vijandschap werd
gepredikt tusschen burgers van eenzelfde va
derland, midden in onzen zendtijd, toen onze
luisteraars hun toestel hadden aanstaan. Maar
het ergste van al was dit, dat deze com nis-
sie niet belette, dat publiek voor geheel Neder
land voor de microfoon geëischt werd een uit
zonderingsmaatregel voor een bepaalde catego
rie van Katholieken, even goede staatsburgers
als welke protestant ook.
Ds. van Hoogenhuyze spoorde n.1. zijn pro
testantsche landgenooten aan om de klooster
lingen buiten de grondwettige vrijheid te plaat
sen, door hun, op het voorbeeld van, Spanje,
het onderwijs te verbieden.
Hiertegen vooral zij ons protest.
Dominéé v. Hoogenhuyze is niet wijzer. Die
man is verblind door zyn anti-papisme. Met
hem kunnen wij alleen medelijden hebben en
voor hem bidden, dat O. L. Heer hem zijne
oogen opene.
Maar wat te zeggen van een controle-com
missie, die zulk een rede laat passeeren, en
daardoor duidelijk maakt, dat een meten met
twee maten bij haar mogelijk is?
Wordt het niet meer dan tijd, dat na zulk
een ervaring door den Minister een hooger be
roep wordt ingesteld, opdat de wettelijke zeker
heid worde vastgesteld voor degenen, die blijken
gedupeerd te worden?
De K. R. O., die altijd getracht heeft alles
te vermijden, wat andersdenkende luisteraars
zou kunnen grieven, heeft zich veel bekrompen
maatregelen van de contröle-commissie laten
welgevallen. Maar dit geval eischt toch wel een
geduld in een heldhaftigen graad.
Wij zullen dan ook dergelijk optreden van de
radio-contróle-commissie blijven signaleeren in
de toekomst.
Dit schijnt voorloopig wel het eenige middel
te zijn, dat ons overblijft.
Meerdere bladen hebben gisteren
avond nog hun meening over de
muitershistorie in Indië onder
streept en him instemming te kennen ge
geven met de verklaringen van Minister
Deckers in de Tweede Kamer, en niet min
der met het verbod van de bladen der Ar
beiderspers voor militairen en mariniers.
Zoo schreef het „Handelsblad":
Wij vertrouwen dat de overheid deze zaak
rustig maar vastberaden zal aanpakken. De ver
klaring welke heden in de Tweede Kamer door
minister Deckers is afgelegd bevestigt ons daar
in. Wy hopen dat de muiters door hun verder
optreden geen bloedvergieten zullen uitlokken,
en zullen inzien dat de door hen zoo grof be-
ieedigde overheid geen voorwaarden, or der welk
beding ook, in overweging kan nemen. Wij ho
pen voorts dat de radicale elementen in Indië,
en ook in Nederland, voldoende zwifbeheer-
sching zullen bezitten om de overheid niet te
nopen tot scherper optreden dan thans
onvermijdelijk is. Maar wij vreezen dat dit laat
ste ijdele hoop is. Men behoeft er b.v. „Het Volk"
maar op na te slaan om te zien hoe onverantwoor
delijk dit voorval weer in de roode kraam wordt
uitgebuit. Hoe daar gespot wordt met „Neder
lands roemruchte vloot", waarvan het perso
neel, zoolang men dat „door zijn loonen.uit
de arbeidersklasse moet betrekkenanti-mi
litaristisch gezind zal blijven." Alsof hier uit
protest tegen Nederlandach „militarisme" gemuit
werd! Nota bene door muiters die als vrijwil
ligers dienst hebben genomenIs misleiden-
der nonsens denkbaar? Maar „Het Volk" schrijft
liever laffe stemmingsstukjes over Den Helder,
waarin gehitst wordt met o! zoo voorzichtig
insinueerende zinnetjes als: „Muiterij in Indië...
negen officieren gevangendat zegt alles
niemand zegt watiedereen denkt er het
zijne van". Alsof wanneer Nederland niet meer
zou bezitten dan de „veiligheidswacht" en de
„politievloot" uit 't socialistisch archief van
partijgenoot Albarda es. de socialisten niet voor
de discipline en het gezag van zoodanige machts
organen zouden moeten opkomen. Omdat een
weermacht zonder gezag en tucht nu eenmaal
onmogelijk is. Vraag dat maar eens aan de le
ger- en vlootleiding inSovjet-Rusland!
De regeering zal zich door dit onwaardig rood
geschrijf echter niet in de uitoefening van haar
harden plicht laten storen. De muiterij moet
worden onderdrukt. En snel. „De Zeven Pro
vinciën" is nu reeds drie dagen in de handen
der muiters. Wij zijn het aan onze gezagspositie
in Indië en in de wereld verplicht om aan
dezen staat van zaken onverwijld een eind te
maken.
Hedenmorgen vond ook de „Maasbode",
dat de minister een kloeke verklaring heeft
afgelegd:
Dat is het, in zijn forsche kortheid volledig,
wat Nederland thans van zijn regeering ver
wacht.
Wij kunnen gerust zijn; onze hooge belangen
zijn veilig.
Daarnaast de toegang tot het personeel van
land- en zeemacht ontzegd aan het opruiend
en gezag-ondermijnend geschrijf van de roode
pers.
Dat wij ook dezen maatregel toejuichen, zal
men lichtelijk begrijpen.
Verklaring en houding van de regeering geven
het land het gevoel van vertrouwen, dat het
thans zoozeer behoeft.
En de regeering kan op het volk rekenen.
In „De Nederlander" was terloops te kennen
gegeven, dat door aanneming van het amende-
ment-v. d. Bergh de grootste politieke partijen
met het voordeel zouden gaan strijken, terwijl
de middenpartijen er de dupe van zouden wor
den; en niet zeer nobel insinueerde het blad,
dat een en ander verband hield met het feit, dat
juist de twee grootste partijen, de R.K. Staats
partij en de S. D. A. P., vóór het amendement
gestemd hadden.
„De Morgen" demonstreert hiertegenover nu,
dat het oude stelsel juist niet billijk werkte,
getuigen de cijfers, welke iedere partij in 1929
per zetel moest behalen:
Voor iederen zetel hebben toen namelijk moe
ten leveren:
stemmen
de Katholieke Staatsparty 33.336
de S.D.A.P33.529
de Anti-Revolutionnairen 32.652
de Christelijk-Historischen 32.231
de Liberalen 31.138
de Vrijzinnig-Democraten 29.854
de Staatkundig-Gereformeerden 25.569
de Hervormd-Gereformeerden 35.931
de Communisten 33.770
de Plattelanders 34.805
Floris Vos 39.955
Wat bijkt hieruit? Dat de groote partyen en
de éénmansfracties bijzonder veel hebben moe
ten opbrengen voor één zetel, hetgeen door 't
stelsel d'Hondt verandert. Men kan dus met
evenveel recht verwijt gaan doen aan de woord
voerders der middelgroote fracties, dat ze het
geldende stelsel wilden handhaven, om hun be
voorrechting in stand te houden.
Immers de Katholieken betaalden per zetel
700 stemmen meer dan de anti-rev., 1100 meer
dan de Christel.-Hist., 2100 meer dan de libe
ralen, 4100 meer dan de Vrijz. en bijna 8000
meer dan de Kerstianen.
Als men dit nu eens omslaat over 30 zetels,
dan komt men tot geweldige getallen.
En nu vragen we: is dit een eerlijke verdee
ling?
Vast staat, dat al krijgen dan de groote par
tijen tengevolge van de invoering van het
stelsel D'Hondt een zetel meer, zij per zetel
niet voordeeliger uit zijn dan de andere partijen.
Hoe kan men in 't licht van deze cijfers dus
volhouden, dat aanneming van het amende
ment-van den Berg een onrecht was tegenover
kleine partijen?.
Een Gemeentehuize te Retranchement (West
Zeeuwsch-Vlaanderen) heeft een bespreking
plaats gehad van het College van Ged. Staten
der provincie Zeeland met het dagelyksch be
stuur dier gemeente in verband met den door
het gemeentebestuur geuiten wensch om z. m.
door middel van werkverschaffing te komen tot
inpoldering van het Zwin, overblijfsel van den
zeearm, die eens Brugge en Sluis, de mach
tige handelssteden van weleer, met de Noord
zee verbond. Na een belangrijke conferentie op
het raadhuis, waarbij B. en W. in de gelegen
heid werden gesteld de plannen breedvoerig te
ontvouwen, werd het terrein ter plaatse in
oogenschouw genomen, waarbij het College van
Ged. Staten zich nader deed voorlichten om
trent de bedoelingen van het Gemeentehuis.
De abnormaal groote werkloosheid (omvatten
de 9 a 10 pet. der bevolking), tengevolge waar
van de belastingheffing reeds tot het uiterste
moest worden opgevoerd, deed het gemeente
bestuur omzien naar een omvangrijk doch te
vens productief werkverschaffingsobject. Dit
plan zou voor de gemeente van zeer groote be-
teekenis zijn, omdat een oppervlakte van on
geveer 30 H.A. productief kan worden gemaakt
en dit terrein aansluitend aan het Belgische
kustgebied zeer gunstige perspectieven opent
voor de ontwikkeling van een gedeelte der
Zeeuwsch-Vlaamsche kust (van Breskens tot
Retranchement) als badgebied.. Hierdoor jvare
een welvaartsbron te scheppen, die niet alleen
voor de betrokken gemeenten, doch zeer zeker
voor geheisl West Zeeuwsch-Vlaanderen van
bijzondere beteekenis moet worden geacht.
Eventueele uitvoering zou tevens de moge
lijkheid openen voor een rechtstreeksche aan
sluiting van de moderne Belgische kustwegen,
via den thans zoo uitstekend geoutilleerden
Provincialen Stoombootdienst op de Wester-
Schelde (lijn BreskensVlissingen) met het
Nederlandsche groote wegennet, benoorden de
Wester-Schelde, waardoor naast het gemeente
tevens een bijzonder streekbelang, alsmede het
internationaal verkeer in hooge mate zou wor
den gediend.
Naar de „Telegraaf" verneemt worden per
2 April a.s. 181 onderofficieren van de infante
rie, bereden en onbereden artillerie op wacht
geld gesteld of gepensionneerd, zulks naar keu
ze van de betrokken onderofficieren .De maat
regel staat in verband met de beoogde bezuini
gingen bij Defensie en geldt alleen voor hen,
die een diensttijd hebben van 34 jaren en meer.
Aanvankelijk lag het in de bedoeling van
den minister ongeveer 220 onderofficieren op
deze wijze aan het leger te onttrekken, doch
door plaatsing by het Instituut van Vooroefe
ningen, ter vervanging van verlofspersoneel,
werd het aantal onderofficieren, dat den dienst
zal hebben te verlaten, ingekrompen tot 181.
Aneta meldt uit Padang, d.d. 7 Febr. aan de
„Maasbode":
Gisteravond had een zeer geslaagde huldiging
plaats van den Apostolisch Vicaris van Padang
Monseigneur L. T. Brans.
Deze huldigingsavond was hem aangeboden
door de katholieken.
De scheidende bisschop ontving verschillende
cadeaux o.a. een marmeren altaar voor de nieu
we kerk van de H. Theresia, een gouden kruis,
met ketting, een kruisbeeld, twee beelden van
de H. Maria en den H. Johannes en een Taber
nakel.
De hoogeerw. heer W. P. H. Jansen, eere
kanunnik en pastoor der St. Jozefkerk te Den
Haag, die 23 Dec. jJ. zijn gouden priesterfeest
vierde, heeft tegen Maart ontslag uit zijn her
derlijke bediening gevraagd. De gezichtssterkte
van Pastoor Jansen ging den laatsten tijd steeds
meer achteruit. Z. Hoogeerw. zal zijn intrek
nemen in de door wijlen mgr. dr. A. H. L. Hen-
sen bewoonde vertrekken aan den Bezuidenhout-
schen weg 211 te Den Haag.
Door de redactie van „Het Volk" wordt be
toogd, dat we een ondeugdelijk stukje
prikkeldraad fabriceerden, toen we ver
zuchtten:
„Wat steekt er toch in 's hemelsnaam voor
onverdraagzaamheid in, wanneer de kerk, even
als iedere andere vereeniging of partij, haar
wetten of bepalingen heeft voor hen, die lid van
haar willen zijn?"
en toen wij daaraan de voor de hand liggen
de opmerking verbonden, dat de S. D. A. P. de
communisten e.d. toch ook buiten haar rijen
houdt.
Slim als deze redactie steeds poogt te zijn,
tracht zij ons nu tegen onszelf uit te spelen
door te schrijven:
„Wij zouden het eens moeten probeeren, de
kerk op één lijn te stellen met een gewone ver
eeniging of partij! Doch deze vergelijking had
de schrijver noodig om het gewenschte misver
stand in de wereld te roepen. Want in waarheid
heeft een kerk, die een geheel ander doel heeft
dan een politieke strijdorganisatie, ook geheel
andere rechten en plichten. Dat de katholieke
Staatsparty haar politieke vijanden buiten haar
rijen houdt, is niet anders dan natuurlijk. Het
ergerlijke is, dat de kerk in Nederland, anders
dan in andere landen, haar machtsmiddelen ge-
.bruikt om een bepaalde politieke party te be
voordeelen."
M.a.w.: gij zoudt het zélf afkeuren, indien
de kerk op één lijn gesteld werd met een ge
wone vereeniging of partij, maar nu 't in uw
kraam te pas komt, maakt gij u zelf daaraan
schuldig.
Slim bedacht, niet waar?
Jammerlijk echter niet slim genoeg!
Want wat „Het Volk" hier slimmelijk be
toogt, kan juist de overtuiging versterken, dat
de Kerk het volste recht heeft, schoonmaak te
houden, wanneer zij dit noodig oordeelt.
Inderdaad: we mogen de Kerk niet op één
lijn stellen met een politieke partij of 'n gewone
vereeniging: de Kerk staat veel hóóger, de
Kerk heeft veel heiliger rechten, de Kerk
heeft veel verhevener en dwingerder plichten.
Wanneer dus een politieke partij of een ge
wone vereeniging alreeds het recht hebben, zélf
te bepalen, wie er al dan niet tot haar leden
mogen behooren, dan geldt dit juist des te ster
ker voor de goddelijke instelling, welke de Kerk
is en welke te zorgen heeft voor het eeuwig
heil der zielen.
Welk heil (dat zal toch zeker wel geen be
wijs meer behoeven) ernstig bedreigd wordt
door de sociaal-demokratie en door de sociaal-
demokraten.
In het dorp Geffen, waar laffe aanranders
Zaterdagavond een oude vrouw in haar woning
neersloegen en vreeselijk verwondden, heeft
Dinsdagavond wederom een overval plaats ge
had. Tegen het vallen van den avond begaf
de 16-jarige R. uit Oss zich per fiets in de
richting Den Bosch. Even buiten de kom der
gemeente zag hij twee mannen staan. Niets
vermoedend, wilde de jongeman rustig voorbij
fietsen, toen plotseling de twee kerels, die ge
maskerd waren, zich omkeerden en hem aan
vielen. Een hield zijn rijwiel vast, terwijl den
ander hem tegen den grond sloeg.
Gelukkig kwam op dat moment een auto uit
Grave aanrijden. De b°ndrten li~ten huii
slachtoffer los en wisten te ontkomen.
Onmiddellijk werd de marechaussee te Gef
fen gewaaiscnuwd. Hoewel het onaerzoek in alle
richtingen wordt voortgezet, mocht het tot nu
toe nog niet gelukken de daders in handen te
krijgen.
De ambtenaar der invoerrechten en accijn
zen te IJmuiden hebben den motorbotter IJM
336 in beslag genomen, omdat dit schip fraudu
leus een hoeveelheid spiritus vervoerde. Het
„Handelsblad" vernam hieromtrent het vol
gende:
De botter bleek in Duinkerken een lading
spiritus te hebben ingenomen, hij was daar
mede te Nieuwediep binnengekomen zonder bij
de douane kennis te hebben gegeven van zijn
lading.
Zondag was het schip doorgevaren naar
Zijpe (aan het Noord-Hollandsch kanaal) en
had daar een hoeveelheid gelost op een vracht
auto. Toevallig werd dien dag op de wegen
contröle op de rijbewijzen geoefend. Zoo werd
ook bedoelde auto aangehouden. De sterkrie
kende lading trok de aandacht van de contro-
leerende ambtenaren, die een nader onderzoek
instelden en toen wegens het zonder documen
ten vervoeren van alcohol tot inbeslagneming
van auto en vracht overgingen. Bij een nader
onderzoek naar het schip bleek dit evenwel ver
dwenen te zijn.
Overal werden de wachtposten gewaarschuwd,
zoowel in het Noord-Hollandsch kanaal als in
het Noordzeekanaal en op het IJsselmeer.
De ambtenaren te IJmuiden waren bij hun
contröle langs het kanaal zoo gelukkig het
schip te vinden nabij Buitenhuizen, evenwel
zonder bemanning en tusschen het riet ver
borgen.
Het aan boord gaan en versieepen naar
IJmuiden was nu het werk van een oogenblik.
Thans ligt het vaartuig onder bewaking nabij
de Middensluis bij het kantoor der invoer
rechten.
Tusschen Nieuwerkerk en Rotterdam is Dins
dagavond een vrachtauto van de firma v. d.
Brink uit Utrecht, bestuurd door den 27-Jarigen
N., in volle vaart op een melkauto uit Zeven
huizen gereden. De auto van de firma v. d.
B. werd totaal vernield. De slag was tot ver
in den omtrek te hooren. De bestuurder van
dezen auto was reeds overleden, toen men hem
uit den geheel vernielden wagen kon bevrijden.
De bestuurder van den anderen auto, die even
eens zwaar beschadigd was, kwam er met eeni
ge lichte verwondingen af, maar was geheel
overspannen.