DE VEERTIG-UREN-WEEK Van de Perstribune Prikkeldraad DE H.I.R.O.-UITZENDING WOENSDAG 8 FEBRUARI Wat de conferentie te Genève heeft opgeleverd Dominé v. Hoogenhuyze voor de microfoon Groote inpoldering Met méér recht! ONVEILIG GEFFEN URK UIT ZIJN ISOLEMENT VERLOST Na geruimen tijd door het ijs geheel geïsoleerd te zijn ged weest, is de verbinding van Urk met den vasten wal thans weer hersteld In de haven De muiterij in Indië Het nieuwe kiesstelsel Een productief werkverschaffings object LEGERBEZUINIGING Afvloeiing van 181 onderofficieren KERKNIEUWS AFSCHEID MGR. L. F. BRANS Vele cadeaux aangeboden PASTOOR W. P. H. JANSEN Een overval op een fietsenden jongen SMOKKELSCHIP IN BESLAG GENOMEN Frauduleus vervoer van spiritus HEVIGE AUTOBOTSING Eén doode te betreuren Voor de Voorbereidende Conferentie te Ge nève aanving, hebben wij aan de veertig-uren week een drietal artikelen gewijd. Tot besluit zullen wij thans nog kortelijk nagaan, wat de Conferentie te Genève heeft opgeleverd. De helft van den conferentie-tijd is besteed aan het houden van algemeene beschouwingen. Klaarblijkelijk stuurde de werkgeversgroep erop aan, om daarmee te volstaan, en de con ferentie zonder eenig practisch resultaat te doen uiteen gaan. Dank zij het ingrijpen van een zevental regeerings-gedelegeerden is deze toeleg mislukt. Bij die algemeene beschouwingen stonden de werkgevers- en de arbeidersgroep lijnrecht te genover elkaar. De arbeiders stonden op het standpunt, dat de invoering van de verplichte 40-uren-week een geschikt middel zou zijn om de werkloos heid te bestrijden. De koopkracht der arbei dersklasse zou er door stijgen. Maar vast moet staan, dat het weekloon, verdiend in 40 uren. niet lager mag zijn. dan dat verdiend in 48 uur. Feitelijk zouden dus de uurloonen en de stukloonen met 1/5 moeten worden verhoogd. In dit krampachtig vasthouden aan het be staande weekloon bij 48 uur, ook al wordt de 40-uren-week ingevoerd, lag het sterkste aan valspunt voor de werkgeversgrsep. Het viel niet moeilijk aan te toonen, le dat hier niet van een vergrooting der totale koopkracht, maar alleen van een verplaatsing kon gesproken worden, en 2e dat de verhooging der loonen zou leiden tot verhooging der productie-kosten, dus tot ver hooging der verkoopprijzen, waarvan het nood zakelijk gevolg is: vermindering van den afzet, dus vermindering der productie. Derhalve niet afneming, maar toeneming van de werkloos heid zou hiervan het gevolg zijn. Ook de groep der regeeringsgedelegeerden sprak zich bijna eenstemmig uit tegen de door de arbeidersgroep voorgestelde resolutie, waar in uitdrukkelijk uitgesproken werd, dat by de bespreking van een ontwerp-conventie betref fende de 40-urige week moest uitgegaan wor den van de stelling, dat het weekloon door de Verkorting van de werkweek van 48 tot 40 uren niet verminderd zou mogen worden. Deze resolutie werd bij hoofdelijke stemming verworpen, doordat 12 regeerings-gedelegeerden en 20 werkgevers-gedelegeerden ertegen stem den, en slechts 2 regeerings-gedelegeerden en 19 arbeiders-gedelegeerden ervoor stemden. De werkgeversgroep had gewenscht dat met deze stemming de zaak ware uitgeweest en de conferentie diensvolgens gesloten. De groep der regeeringsgedelegeerden was het in overgroote meerderheid hiermee niet eens. Zij betoogden dat het hier goldt een voorbereidende conferentie, waarin dus niets beslist kon worden, maar waarin, ook door een grondig onderzoek van de détailvraagstukken, de definitieve behandeling van het geheele vraagstuk in de Juni-conferentie moest wor den voorbereid. Daarom werd door zeven regeerings-gedele geerden een andere resolutie voorgesteld, waar in uitgesproken werd le dat de conferentie van meening was, dat de verkorting van den ar beidsduur een der middelen is, geschikt om de Werkloosheid te bestrijden, en 2e dat de con ferentie daarom besluit ook de détail-vraag stukken te onderzoeken om aldus voor te be reiden de opstelling van een internationale regeling, waarvan de wijze van uitvoering zoo moet worden vastgesteld, dat het mogelijk zou gemaakt worden het levenspeil der arbeiders te handhaven. Dit slot was zeker niet geheel duidelijk. Men Wilde, onder afwijzing van den eisch der ar beidersgroep, dat het weekloon niet door de Vermindering van het aantal arbeidsuren per Week mocht verminderd worden, alleen te ken- hen geven, dat de wijze van uitvoering der conventie zoodanig soepel zou moeten zijn, ook door zooveel mogelijk tegemoet te komen aan de door de werkgeversgroep geopperde bezwa ren, dat de mogelijkheid zou ontstaan, dat het levenspeil der arbeiders niet zou worden aan getast. Hoe dit zou kunnen, zou nader dienen te Worden onderzocht. De voorstellers dezer resolutie hadden ge hoopt, dat zoowel de werkgever- als arbei ders-gedelegeerden hun stem eraan zouden geven. Deze hoop is niet in vervulling gegaan. Alleen de Italiaansche werkgevers-gedelegeer de de groote automobiel-fabrikant Olivetti stemde voor deze resolutie, benevens alle Regeeringsgedelegeerden op vier na (Engeland, Rritsch-Indië, Japan en Portugal). Maar overi gens stemden alle werkgevers-gedelegeerden er tegen. Aldus werd zij aangenomen met 41 tegen 22 stemmen. Vóór stemden 21 regeerings-gede legeerden, 19 arbeiders-gedelegeerden en 1 werk gever-gedelegeerde. Tegen stemden 3 regeerings gedelegeerden en 19 werkgevers-gedelegeerden, terwijl 7 gedelegeerden zich van stemming ont hielden. De werkgevers-groep legde toen de volgen de verklaring af: „De werkgevers-groep heeft ernstig onder zocht, welke haar houding zou moeten zijn na de stemmingen, die hebben plaats gehad. Wij hebben U reeds verklaard, dat wij er diep van overtuigd zijn, dat de voorstellen, die gij gaat bespreken niet te verwezenlijken zijn en geen middel bieden tegen de werkloos heid. De vragen, die wij hebben opgeworpen, zijn fundamenteel. Als gevolg van de situatie geschapen door de aanneming van deze reso lutie, zou het ons hebben vrijgestaan, aan de- verdere werkzaamheden van deze conferentie geen deel meer te nemen. Maar wij zijn er ons van bewust, dat 'n dergelijke handelwijze misverstand zou kunnen veroorzaken en val- sche uitleggingen. Wanneer wij dus deze Con ferentie blijven bijwonen, wordt deze onze houding ons voorgeschreven door het verlan gen dergelijke misverstanden en valsche uit leggingen te voorkomen. Wij achten het ech ter noodzakelijk in deze omstandigheden pre cies te doen begrijpen dat onze opposition- neele houding onveranderd blijft en dat ons aanwezigzijn in geen enkel opzicht prejudici- eert op onze verdere actie in deze zaak." De werkgevers bleven dus, maar zij deden Seen mond open. Ze lieten de arbeiders- en re geerings-gedelegeerden rustig praten en stem men: ze zwegen en onthielden zich bij de stem mingen. Deze houding is te betreuren geweest. Juist bij de behandeling der detailvraagstukken zou de deskundige voorlichting der werkgevers-ge delegeerden zeer welkom zijn geweest, en onge twijfeld ook invloed hebben uitgeoefend. Er was nog een resolutie door de arbeiders groep voorgesteld, waarin betreurd werd dat niet onderzocht werd de arbeidsduur-verkorting van den landbouw, waartegen geprotesteerd werd. Aan de Conferentie werd daarom verzocht, aan den Bestuursraad van het Internationaal Ar beidsbureau te vragen, onverwijld een enquête in te stellen naar den arbeidsduur in den landbouw, teneinde ook daar tot een interna tionale conventie te komen. Met 33 tegen 19 stemmen besliste de Confe rentie, dat zij bevoegd was om dezen wensch aan 't Internationaal Arbeidsbureau over te brengen. De resolutie door de arbeidersgroep werd in getrokken, nadat de Fransche Regeerings-ge- delegeerde deze andere resolutie had voorge steld: „De conferentie, hoewel erkennende, dat de arbeidsvraag stukken van den landbouw behooren tot ae competentie van de permanente Internatio nale organisatie van den Arbeid, constateert, dat het vraagstuk voor de ar beidsduur-verkorting in den landbouw niet vervat is in de opdracht aan deze conferen tie gegeven, Besluit de ontwerp-resolutie, voorgesteld door de Arbeidêrs-groep door te zenden aan het Internationaal Arbeidsbureau." Deze resolutie werd met 33 tegen 19 stemmen aangenomen. Hiermee waren de „algemeene beschouwin gen" afgeloopen, en begon de Conferentie, in tegenwoordigheid van de zwijgende werkge vers-gedelegeerden, de verschillende door het Internationaal Arbeidsbureau opgestelde vraag punten te bespreken en te beantwoorden. Hierover in een volgend artikel. De K. R. O. biedt ons volgend artikel ter plaatsing aan: Wy beleven tegenwoordig vreemde dingen met de radio-contróle-commissie. Of daar nog een katholiek zitting in heeft, weten wij niet. in ieder geval is zijn invloed niet van dien aard, dat hy wat nu gebeurd is heeft kunnen belet ten. Want wat wij Zaterdagmiddag hoorden, toen wij luisterden naar een uitzending van den H. I. R. O., die zich aanmeldt als een neu trale omroeporganisatie, maar die blijkbaar de beruchte Evangelische Maatschappij in zich heeft opgenomen om Rome te bestrijden, gaat o.i. alle perken te buiten. Van den eersten spreker vernamen wy al leen de paar laatste zinnen van zijn betoog, waarin hy mededeelde, dat zyn strijd niet was tegen de Roomschen, maar alleen tegen de ul- tramontanen. Wy kennen dit deuntje, t Is wel heel ouder- wetsch maar het schijnt nog wel gaarne door anti-papisten gezongen te worden. Wat zeg ik: „anti-papisten"? Maar dat zyn de menschen van de Evangelische Maat schappij niet. Ten minste dominé van Hoo genhuyze is het niet, zooals hij uitdrukkelijk voor de microfoon verklaarde. (Deze dominé was de tweede spreker). Hij verklaarde ook, dat hij niets te maken had met de zoo beruchte juf frouw Bon, de bekende schandaalcorportrice in Amsterdam, hoewel deze in haar laatste pam flet den dominé bedankte voor zijn hulp haar verleend. Wij weten dus wat de verklaringen van ds. van Hoogenhuyze beteekenen. Welnu, die dominé had tot onderwerp ge kozen: „Nederland, waak tegen Rome." Het was van begin tot het einde een vermaan aan de protestanten om zich te verzetten tegen de groeiende macht van Rome. Dit was de posi tieve taak van het Protestantisme:zich zelf te versterken in den strijd tegen Rome. Nu weten wij, dat de dominé niet alleen van theorie houdt maar op het gebied van den an- ti-Romestrijd er practische middelen op na houdt. Wij noemen ze hier op; zooals hy ze voor de microfoon aangaf. Vooreerst moesten de protestanten zorgen, dat zij meer ziekenhuizen kregen in ons land. Want de Roomsche ziekenhuizen overtroffen in getal verreweg die der Protestanten, en men be sefte niet, welke gevaren die Roomsche zieken huizen waren voor het ware Evangelie. a) onze zieken komen in Roomsche omgeving en worden beïnvloed door de zusters om Roomsch te worden. b) zij worden overgehaald om legaten en er fenissen aan de Roomsche Kerk en instellin gen te vermaken. Vervolgens moeten zy meer de protestant- sche kunst en kunstenaars ondersteunen. Als het zoo doorging als nu, zei de dominé, dan zou al heel spoedig de kunst in Nederland Roomsch zijn, wat natuurlijk zeer verderfelijk is! Ten derde, moest men de katholieke zaken- menschen niet bevoordeelen en koopen bij den protestantschen middenstand. De Roomschen koopen niet bij protestan ten, gaf hij te kennen, en daarom moesten zij het niet bij Roomschen doen, die toch al zoo veel vóór hadden, omdat zij zoo gemakkelijk voor lage rente geld konden bekomen. (Natuur lijk van de rijke kloosters!!) Ten vierde moest men op politiek gebied een protestantsch front vormen, dat Nederland, een protestantsche natie op protestantsche wij ze zou regeeren weg met iedere coalitie! Ten vijfde, er zou gezorgd moeten worden, dat het geld, door den staat voor het onder wijs verschaft, niet in de zakken der klooster lingen kwam. En daarom moest naar het voorbeeld van Spanje aan de kloosterlingen het recht ontzegd worden om onderwijs te geven. Tenslotte alle protestanten in ons land moes ten alle pogingen aanwenden om de goede: en in de doode hand te doen belasten. (Dat de be lasting op de goederen in de doode hand een tweesnijdend zwaard is, dat het meest de pro testanten zou treffen, weet de dominé waar schijnlijk niet. Hij staart zich blind op de enor me rijkdommen der kloosters, die jammer ge noeg alléén maar in zijn fantasie bestaan.) Na deze zeer papistische en liefde-ademende middelen ter bestrijding van de katholieke kerk in ons vaderland te hebben aangegeven kwam de dominé tot het tweede deel van zijn rede: de geestelijke middelen ter versterking van het Protestantisme. Dit deel besloeg op de 25 mi nuten spreektijd hem door den H. I. R. O. ge geven, nog geen drie minuten. Wel opmerkelijk. Wij hadden ons juist op dit deel gespitst, om dat wy wel eens wilden weten op welke manier het Protestantisme zich geestelijk versterken kan. Edoch 't was voor ons een deceptie van de ergste soort. Die geestelijke versterking bestond in de getuigenis der geloovigen en een zich doordringen van den geest der refor n?.- toren. M.a.w. niet in de navolging van Chris tus, niet in 't zich eigen maken van verschil lende christelijke deugden, niet in het beoefe nen der naastenliefde, maar in hernieuwd animo tot den strijd tegen de Katholieke Kerk. Waarvoor, zooals dominé dan ook had mede gedeeld, voor enkele jaren een Internationaal Verbond van Protestantsche Kerken was opge richt, dat in 1934 zyn congres in Den Haag zou houden. De 25 minuten waren vol gesproken en ds. v. Hoogenhuyze, die volstrekt geen anti-papist is had weer voor de zooveelste maal zijn geloofs- genooten tegen hun katholieke medeburgers in ons vaderland opgezet. Als onze geduldige lezer, nu denkt, dat wij dit erg vinden, dan vergist hij zich. Heel dat dwaze en onnoozele gepraat gaat langs ons heen. Wy weten veel te goed, dat het getal gelijk gezinden achter ds. v. Hoogenhuyze met den dag kleiner wordt, dank zij de felheid van zyn optreden, maar wij vragen ons het volgende af: Voor ruim veertien dagen trad voor onze mi crofoon een spreker op, die eenige gedichten van den meest onschuldigen inhoud declameer de. Die versjes moesten worden opgezonden naar de controle-commissie van de radio. Het was heel moeilijk om iets te vinden, wat ge schrapt kon worden. Maar toch, men slaagde. In één der gedichtjes kwam het woord „God dank" voor. Dit woord moest er uit, om dat men. daar mede de orthodox protestanten ergerde. Aan dezen maatregel hebben wij ons onder worpen, omdat wij niemand willen ergeren. Maar diezelfde commissie keurde blijkbaar de rede van dominé van Hoogenhuyze goed, een opruiende rede tegen de katholieken, een echte anti-papistische rede. Nog erger. Diezelf de commissie vond geen termen aanwezig om ons katholieken het dubbel pijnlijk gevoel te sparen, dat openlijk tot den strijd tegen ons werd aangezet, tweedracht en vijandschap werd gepredikt tusschen burgers van eenzelfde va derland, midden in onzen zendtijd, toen onze luisteraars hun toestel hadden aanstaan. Maar het ergste van al was dit, dat deze com nis- sie niet belette, dat publiek voor geheel Neder land voor de microfoon geëischt werd een uit zonderingsmaatregel voor een bepaalde catego rie van Katholieken, even goede staatsburgers als welke protestant ook. Ds. van Hoogenhuyze spoorde n.1. zijn pro testantsche landgenooten aan om de klooster lingen buiten de grondwettige vrijheid te plaat sen, door hun, op het voorbeeld van, Spanje, het onderwijs te verbieden. Hiertegen vooral zij ons protest. Dominéé v. Hoogenhuyze is niet wijzer. Die man is verblind door zyn anti-papisme. Met hem kunnen wij alleen medelijden hebben en voor hem bidden, dat O. L. Heer hem zijne oogen opene. Maar wat te zeggen van een controle-com missie, die zulk een rede laat passeeren, en daardoor duidelijk maakt, dat een meten met twee maten bij haar mogelijk is? Wordt het niet meer dan tijd, dat na zulk een ervaring door den Minister een hooger be roep wordt ingesteld, opdat de wettelijke zeker heid worde vastgesteld voor degenen, die blijken gedupeerd te worden? De K. R. O., die altijd getracht heeft alles te vermijden, wat andersdenkende luisteraars zou kunnen grieven, heeft zich veel bekrompen maatregelen van de contröle-commissie laten welgevallen. Maar dit geval eischt toch wel een geduld in een heldhaftigen graad. Wij zullen dan ook dergelijk optreden van de radio-contróle-commissie blijven signaleeren in de toekomst. Dit schijnt voorloopig wel het eenige middel te zijn, dat ons overblijft. Meerdere bladen hebben gisteren avond nog hun meening over de muitershistorie in Indië onder streept en him instemming te kennen ge geven met de verklaringen van Minister Deckers in de Tweede Kamer, en niet min der met het verbod van de bladen der Ar beiderspers voor militairen en mariniers. Zoo schreef het „Handelsblad": Wij vertrouwen dat de overheid deze zaak rustig maar vastberaden zal aanpakken. De ver klaring welke heden in de Tweede Kamer door minister Deckers is afgelegd bevestigt ons daar in. Wy hopen dat de muiters door hun verder optreden geen bloedvergieten zullen uitlokken, en zullen inzien dat de door hen zoo grof be- ieedigde overheid geen voorwaarden, or der welk beding ook, in overweging kan nemen. Wij ho pen voorts dat de radicale elementen in Indië, en ook in Nederland, voldoende zwifbeheer- sching zullen bezitten om de overheid niet te nopen tot scherper optreden dan thans onvermijdelijk is. Maar wij vreezen dat dit laat ste ijdele hoop is. Men behoeft er b.v. „Het Volk" maar op na te slaan om te zien hoe onverantwoor delijk dit voorval weer in de roode kraam wordt uitgebuit. Hoe daar gespot wordt met „Neder lands roemruchte vloot", waarvan het perso neel, zoolang men dat „door zijn loonen.uit de arbeidersklasse moet betrekkenanti-mi litaristisch gezind zal blijven." Alsof hier uit protest tegen Nederlandach „militarisme" gemuit werd! Nota bene door muiters die als vrijwil ligers dienst hebben genomenIs misleiden- der nonsens denkbaar? Maar „Het Volk" schrijft liever laffe stemmingsstukjes over Den Helder, waarin gehitst wordt met o! zoo voorzichtig insinueerende zinnetjes als: „Muiterij in Indië... negen officieren gevangendat zegt alles niemand zegt watiedereen denkt er het zijne van". Alsof wanneer Nederland niet meer zou bezitten dan de „veiligheidswacht" en de „politievloot" uit 't socialistisch archief van partijgenoot Albarda es. de socialisten niet voor de discipline en het gezag van zoodanige machts organen zouden moeten opkomen. Omdat een weermacht zonder gezag en tucht nu eenmaal onmogelijk is. Vraag dat maar eens aan de le ger- en vlootleiding inSovjet-Rusland! De regeering zal zich door dit onwaardig rood geschrijf echter niet in de uitoefening van haar harden plicht laten storen. De muiterij moet worden onderdrukt. En snel. „De Zeven Pro vinciën" is nu reeds drie dagen in de handen der muiters. Wij zijn het aan onze gezagspositie in Indië en in de wereld verplicht om aan dezen staat van zaken onverwijld een eind te maken. Hedenmorgen vond ook de „Maasbode", dat de minister een kloeke verklaring heeft afgelegd: Dat is het, in zijn forsche kortheid volledig, wat Nederland thans van zijn regeering ver wacht. Wij kunnen gerust zijn; onze hooge belangen zijn veilig. Daarnaast de toegang tot het personeel van land- en zeemacht ontzegd aan het opruiend en gezag-ondermijnend geschrijf van de roode pers. Dat wij ook dezen maatregel toejuichen, zal men lichtelijk begrijpen. Verklaring en houding van de regeering geven het land het gevoel van vertrouwen, dat het thans zoozeer behoeft. En de regeering kan op het volk rekenen. In „De Nederlander" was terloops te kennen gegeven, dat door aanneming van het amende- ment-v. d. Bergh de grootste politieke partijen met het voordeel zouden gaan strijken, terwijl de middenpartijen er de dupe van zouden wor den; en niet zeer nobel insinueerde het blad, dat een en ander verband hield met het feit, dat juist de twee grootste partijen, de R.K. Staats partij en de S. D. A. P., vóór het amendement gestemd hadden. „De Morgen" demonstreert hiertegenover nu, dat het oude stelsel juist niet billijk werkte, getuigen de cijfers, welke iedere partij in 1929 per zetel moest behalen: Voor iederen zetel hebben toen namelijk moe ten leveren: stemmen de Katholieke Staatsparty 33.336 de S.D.A.P33.529 de Anti-Revolutionnairen 32.652 de Christelijk-Historischen 32.231 de Liberalen 31.138 de Vrijzinnig-Democraten 29.854 de Staatkundig-Gereformeerden 25.569 de Hervormd-Gereformeerden 35.931 de Communisten 33.770 de Plattelanders 34.805 Floris Vos 39.955 Wat bijkt hieruit? Dat de groote partyen en de éénmansfracties bijzonder veel hebben moe ten opbrengen voor één zetel, hetgeen door 't stelsel d'Hondt verandert. Men kan dus met evenveel recht verwijt gaan doen aan de woord voerders der middelgroote fracties, dat ze het geldende stelsel wilden handhaven, om hun be voorrechting in stand te houden. Immers de Katholieken betaalden per zetel 700 stemmen meer dan de anti-rev., 1100 meer dan de Christel.-Hist., 2100 meer dan de libe ralen, 4100 meer dan de Vrijz. en bijna 8000 meer dan de Kerstianen. Als men dit nu eens omslaat over 30 zetels, dan komt men tot geweldige getallen. En nu vragen we: is dit een eerlijke verdee ling? Vast staat, dat al krijgen dan de groote par tijen tengevolge van de invoering van het stelsel D'Hondt een zetel meer, zij per zetel niet voordeeliger uit zijn dan de andere partijen. Hoe kan men in 't licht van deze cijfers dus volhouden, dat aanneming van het amende ment-van den Berg een onrecht was tegenover kleine partijen?. Een Gemeentehuize te Retranchement (West Zeeuwsch-Vlaanderen) heeft een bespreking plaats gehad van het College van Ged. Staten der provincie Zeeland met het dagelyksch be stuur dier gemeente in verband met den door het gemeentebestuur geuiten wensch om z. m. door middel van werkverschaffing te komen tot inpoldering van het Zwin, overblijfsel van den zeearm, die eens Brugge en Sluis, de mach tige handelssteden van weleer, met de Noord zee verbond. Na een belangrijke conferentie op het raadhuis, waarbij B. en W. in de gelegen heid werden gesteld de plannen breedvoerig te ontvouwen, werd het terrein ter plaatse in oogenschouw genomen, waarbij het College van Ged. Staten zich nader deed voorlichten om trent de bedoelingen van het Gemeentehuis. De abnormaal groote werkloosheid (omvatten de 9 a 10 pet. der bevolking), tengevolge waar van de belastingheffing reeds tot het uiterste moest worden opgevoerd, deed het gemeente bestuur omzien naar een omvangrijk doch te vens productief werkverschaffingsobject. Dit plan zou voor de gemeente van zeer groote be- teekenis zijn, omdat een oppervlakte van on geveer 30 H.A. productief kan worden gemaakt en dit terrein aansluitend aan het Belgische kustgebied zeer gunstige perspectieven opent voor de ontwikkeling van een gedeelte der Zeeuwsch-Vlaamsche kust (van Breskens tot Retranchement) als badgebied.. Hierdoor jvare een welvaartsbron te scheppen, die niet alleen voor de betrokken gemeenten, doch zeer zeker voor geheisl West Zeeuwsch-Vlaanderen van bijzondere beteekenis moet worden geacht. Eventueele uitvoering zou tevens de moge lijkheid openen voor een rechtstreeksche aan sluiting van de moderne Belgische kustwegen, via den thans zoo uitstekend geoutilleerden Provincialen Stoombootdienst op de Wester- Schelde (lijn BreskensVlissingen) met het Nederlandsche groote wegennet, benoorden de Wester-Schelde, waardoor naast het gemeente tevens een bijzonder streekbelang, alsmede het internationaal verkeer in hooge mate zou wor den gediend. Naar de „Telegraaf" verneemt worden per 2 April a.s. 181 onderofficieren van de infante rie, bereden en onbereden artillerie op wacht geld gesteld of gepensionneerd, zulks naar keu ze van de betrokken onderofficieren .De maat regel staat in verband met de beoogde bezuini gingen bij Defensie en geldt alleen voor hen, die een diensttijd hebben van 34 jaren en meer. Aanvankelijk lag het in de bedoeling van den minister ongeveer 220 onderofficieren op deze wijze aan het leger te onttrekken, doch door plaatsing by het Instituut van Vooroefe ningen, ter vervanging van verlofspersoneel, werd het aantal onderofficieren, dat den dienst zal hebben te verlaten, ingekrompen tot 181. Aneta meldt uit Padang, d.d. 7 Febr. aan de „Maasbode": Gisteravond had een zeer geslaagde huldiging plaats van den Apostolisch Vicaris van Padang Monseigneur L. T. Brans. Deze huldigingsavond was hem aangeboden door de katholieken. De scheidende bisschop ontving verschillende cadeaux o.a. een marmeren altaar voor de nieu we kerk van de H. Theresia, een gouden kruis, met ketting, een kruisbeeld, twee beelden van de H. Maria en den H. Johannes en een Taber nakel. De hoogeerw. heer W. P. H. Jansen, eere kanunnik en pastoor der St. Jozefkerk te Den Haag, die 23 Dec. jJ. zijn gouden priesterfeest vierde, heeft tegen Maart ontslag uit zijn her derlijke bediening gevraagd. De gezichtssterkte van Pastoor Jansen ging den laatsten tijd steeds meer achteruit. Z. Hoogeerw. zal zijn intrek nemen in de door wijlen mgr. dr. A. H. L. Hen- sen bewoonde vertrekken aan den Bezuidenhout- schen weg 211 te Den Haag. Door de redactie van „Het Volk" wordt be toogd, dat we een ondeugdelijk stukje prikkeldraad fabriceerden, toen we ver zuchtten: „Wat steekt er toch in 's hemelsnaam voor onverdraagzaamheid in, wanneer de kerk, even als iedere andere vereeniging of partij, haar wetten of bepalingen heeft voor hen, die lid van haar willen zijn?" en toen wij daaraan de voor de hand liggen de opmerking verbonden, dat de S. D. A. P. de communisten e.d. toch ook buiten haar rijen houdt. Slim als deze redactie steeds poogt te zijn, tracht zij ons nu tegen onszelf uit te spelen door te schrijven: „Wij zouden het eens moeten probeeren, de kerk op één lijn te stellen met een gewone ver eeniging of partij! Doch deze vergelijking had de schrijver noodig om het gewenschte misver stand in de wereld te roepen. Want in waarheid heeft een kerk, die een geheel ander doel heeft dan een politieke strijdorganisatie, ook geheel andere rechten en plichten. Dat de katholieke Staatsparty haar politieke vijanden buiten haar rijen houdt, is niet anders dan natuurlijk. Het ergerlijke is, dat de kerk in Nederland, anders dan in andere landen, haar machtsmiddelen ge- .bruikt om een bepaalde politieke party te be voordeelen." M.a.w.: gij zoudt het zélf afkeuren, indien de kerk op één lijn gesteld werd met een ge wone vereeniging of partij, maar nu 't in uw kraam te pas komt, maakt gij u zelf daaraan schuldig. Slim bedacht, niet waar? Jammerlijk echter niet slim genoeg! Want wat „Het Volk" hier slimmelijk be toogt, kan juist de overtuiging versterken, dat de Kerk het volste recht heeft, schoonmaak te houden, wanneer zij dit noodig oordeelt. Inderdaad: we mogen de Kerk niet op één lijn stellen met een politieke partij of 'n gewone vereeniging: de Kerk staat veel hóóger, de Kerk heeft veel heiliger rechten, de Kerk heeft veel verhevener en dwingerder plichten. Wanneer dus een politieke partij of een ge wone vereeniging alreeds het recht hebben, zélf te bepalen, wie er al dan niet tot haar leden mogen behooren, dan geldt dit juist des te ster ker voor de goddelijke instelling, welke de Kerk is en welke te zorgen heeft voor het eeuwig heil der zielen. Welk heil (dat zal toch zeker wel geen be wijs meer behoeven) ernstig bedreigd wordt door de sociaal-demokratie en door de sociaal- demokraten. In het dorp Geffen, waar laffe aanranders Zaterdagavond een oude vrouw in haar woning neersloegen en vreeselijk verwondden, heeft Dinsdagavond wederom een overval plaats ge had. Tegen het vallen van den avond begaf de 16-jarige R. uit Oss zich per fiets in de richting Den Bosch. Even buiten de kom der gemeente zag hij twee mannen staan. Niets vermoedend, wilde de jongeman rustig voorbij fietsen, toen plotseling de twee kerels, die ge maskerd waren, zich omkeerden en hem aan vielen. Een hield zijn rijwiel vast, terwijl den ander hem tegen den grond sloeg. Gelukkig kwam op dat moment een auto uit Grave aanrijden. De b°ndrten li~ten huii slachtoffer los en wisten te ontkomen. Onmiddellijk werd de marechaussee te Gef fen gewaaiscnuwd. Hoewel het onaerzoek in alle richtingen wordt voortgezet, mocht het tot nu toe nog niet gelukken de daders in handen te krijgen. De ambtenaar der invoerrechten en accijn zen te IJmuiden hebben den motorbotter IJM 336 in beslag genomen, omdat dit schip fraudu leus een hoeveelheid spiritus vervoerde. Het „Handelsblad" vernam hieromtrent het vol gende: De botter bleek in Duinkerken een lading spiritus te hebben ingenomen, hij was daar mede te Nieuwediep binnengekomen zonder bij de douane kennis te hebben gegeven van zijn lading. Zondag was het schip doorgevaren naar Zijpe (aan het Noord-Hollandsch kanaal) en had daar een hoeveelheid gelost op een vracht auto. Toevallig werd dien dag op de wegen contröle op de rijbewijzen geoefend. Zoo werd ook bedoelde auto aangehouden. De sterkrie kende lading trok de aandacht van de contro- leerende ambtenaren, die een nader onderzoek instelden en toen wegens het zonder documen ten vervoeren van alcohol tot inbeslagneming van auto en vracht overgingen. Bij een nader onderzoek naar het schip bleek dit evenwel ver dwenen te zijn. Overal werden de wachtposten gewaarschuwd, zoowel in het Noord-Hollandsch kanaal als in het Noordzeekanaal en op het IJsselmeer. De ambtenaren te IJmuiden waren bij hun contröle langs het kanaal zoo gelukkig het schip te vinden nabij Buitenhuizen, evenwel zonder bemanning en tusschen het riet ver borgen. Het aan boord gaan en versieepen naar IJmuiden was nu het werk van een oogenblik. Thans ligt het vaartuig onder bewaking nabij de Middensluis bij het kantoor der invoer rechten. Tusschen Nieuwerkerk en Rotterdam is Dins dagavond een vrachtauto van de firma v. d. Brink uit Utrecht, bestuurd door den 27-Jarigen N., in volle vaart op een melkauto uit Zeven huizen gereden. De auto van de firma v. d. B. werd totaal vernield. De slag was tot ver in den omtrek te hooren. De bestuurder van dezen auto was reeds overleden, toen men hem uit den geheel vernielden wagen kon bevrijden. De bestuurder van den anderen auto, die even eens zwaar beschadigd was, kwam er met eeni ge lichte verwondingen af, maar was geheel overspannen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5