Richard Wagner
1883 - 13 Februari - 1933
Herdenkingen
De burcht van het genie
m
Bewogen leven
WAGNER-JAAR
F?
Een bezoek aan de villa
Wahnfried"
Zijn werk leeft voort
J
F eestvoor stellingen
Bij de herdenking van den sterf
dag van een groot dramatisch
componist
Richard en Cosima, toen de
componist op het toppunt van
zijn roem stond
Zijn jeugd
*•3
7AA, Sc.*
IA A-....
Wagner's eigen regie-aanwijzingen bij
een van zijn opera's
77~&+
De geheele wereld maakt zich op
om den muzikalen dramaturg
te eeren
Si
Cosima Wagnerechtgenoote
van den grooten muzikalen
kunstenaar
DE VILLA WAHNFRIED TE BAYREUTH
Een detail van de kostbare bibliotheek in de villa van den
omponist
EEN MUZIKALE SOIREE OP WAHNFRIED
Cosima met Siegfried op schoot, daarachter RichardAan
vleugel Frans Liszt
UlllllHIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllllllllllinillllllllllllllhllJI
j
Maandag 13 Febr. a.s. is het 50 jaar gele
den dat Richard Wagner te Venetië
overleed.
Richard Wagner, de groote dramatische
Componist by uitnemendheid, werd den 22sten
Mei 1813 te Leipzig geboren. Zijn vader was
Politiebeambte en overleed toen Wagner nog
geen jaar oud was. Zijn moeder sloot korten tijd
daarna een tweede huwelijk met den tooneel-
Bpeler Ludwig Geyer uit Dresden. Ook dit huwe
lijk was niet van langen duur, daar Geyer reeds
in 1821 overleed, zoodat de opvoeding van het
Vry talrijke gezin geheel op de schouders van
Wagner's moeder kwam te rusten. Gedurende
Zijn jeugd woonde Wagner te Dresden, waar
hij de Kreuzschule bezocht. In 1827 ging hij
haar Leipzig, waar hij het gymnasium doorliep
en later aan de Universiteit studeerde. Aan de
Universiteit wijdde hij zich vooral aan de philo
sophic en aestjietiek.
Opmerkelijk is het wel,
flat in zijn jeugdjaren
hiets deed vermoeden
flat Richard Wagner
Van een bijzondere mu
zikale begaving was.
Zijn neiging voor de
muziek ontwaakte eerst
langzamerhand, toen hij
de Universiteit bezocht.
Hij wendde zich toen
tot den organist Muller
om onderricht, terwijl
hij bij den beroemden
cantor van de Thomas-
kirche, Weinlig, de har
monieleer en het con
trapunt bestudeerde.
De eerste werken van
Wagner, welke in dien
studietijd ontstonden,
zijn eenige piano-com
posities, alsook eenige
ouverturen en sympho-
hieën.
Uit dit tijdperk van
Wagner dateeren ook
enkele fragmenten van
-"-«era-compositie „Die
- 'hs :it" getiteld waar
de componist ook
den tekst dichtte.
Wagner Leipzig en
In 1883 verliet
begaf zich naar
Würzburg, waar zijn oudere broeder Albert als
tooneelspeler, zanger en regisseur aan het ste
delijk theater werkzaam was. Hier schreef
Wagner zijn eerste tooneelwerk „Die Feen," het
welk in Duitsch-romantischen opera-stijl is ge
houden. Eerst vijf jaar na zijn dood werd dit
Werk voor het eerst te München uitgevoerd. In
1834 werd Wagner de betrekking van kapel
meester van het Stedelijk Theater te Maag
denburg aangeboden, waar zijn opera „Das
Liebesverbot" slechts één enkele, en dan nog
Slecht voorbereide en verzorgde opvoering be
leefde. Ook te Königsbergen en te Riga was
Wagner als kapelmeester werkzaam. Te Kö
nigsbergen trad hij In het huwelijk met de
tooneelspeelster Minna Planer, die hem later
in zijn kommervolle jaren trouw terzijde stond.
Desondanks was zijn huwelijk met haar niet
gelukkig, daar de nuchtere alledaagschheid van
Frau Minna niet in staat was den kunstzinni-
gen gedachtengang van haar echtgenoot te
Volgen. Tenslotte kwam het dan tot een schei
ding tusschen de beide echtgenooten, waarna
Frau Minna haar laatste levensjaren in Dres
den doorbracht, waar zij in 1866 overleed. De
eerste jaren na zijn huwelijk waren voor
Wagner de moeilijkste van zijn leven. Van
Riga trok hij over Londen naar Parijs, waar
hy naam wilde maken als componist. Hier leed
hij gebrek en kommer en vond een karig be
staan door het verrichten van allerlei minder
waardigen muzikalen arbeid. Hij had gehoopt
te Parijs roem en aanzien te verwerven, doch
hoe bitter werd hij teleurgesteld. In den groot
sten nood beëindigde hij te Parijs zijn opera
Rienzi, waaraan hij reeds in Riga was begon
nen. Eenigen tijd later scheef hij in enkele
werken Der Fliegende Hollander. Eerstgenoemd
werk werd in 1842 voor het eerst onder leiding
van den componist zelf in Dresden uitgevoerd
en maakte er zulk een grooten indruk, dat
Wagner tot hofkapelmeester werd benoemd. Tot
in 1849 bleef hij in deze betrekking werkzaam.
Deze functie liet hem veel vrijen tijd tot com-
poneeren en zoo ontstonden zijn opera's Tann
hauser en Lohengrin. Tengevolge van zijn le
vendige deelneming aan de revolutionnaire be
weging van 1849 was Wagner gedwongen Dres
den te verlaten en zijn toevlucht te zoeken in
Weimar, waar het hem met behulp van Liszt,
dien hij inmiddels had leeren kennen, gelukte
naar Parijs te ontkomen.
Later vestigde hij zich te Zurich, waar hij
jarenlang verbleef. Te Zürich schreef Richard
Wagner zijn groote muzikaal-wijsgeerige boe
ken, zooals „Die Kunst und die Revolution",
„Das Kunstwerk der Zukunft" en „Oper und
Drama". Met deze werken zocht Wagner in
wijden kring de eischen, welke aan een muziek
drama moesten worden gesteld, bekend te
maken. In den aanvang van de vijftiger jaren
dichtte Wagner „Siegfrieds Tod", „Die Walküre"
en tenslotte „Das Rheingold", waarop hij het
geheel in stafrijm gezette gedicht „Der Ring
der Nibelungen" publi
ceerde. Eenige jaren la
ter toen de composities
van „Das Rheingold"
en „Die Walküre" en
gedeeltelijk ook van
„Siegfried" voltooid
waren, ontstond deels in
Venetië, deels in Zü
rich het hooglied van
„Tristan und Isolde".
In 1860 begaf Wagner
zich nogmaals naar Pa
rijs om de eerste op
voering aldaar van zijn
Tannhauser te leiden.
Zooals bekend is deze
opvoering een der groot
ste teleurstellingen van
Wagner's leven geweest,
daar de Parijzenaars
zich niet met den hier
geboden opera-vorm,
welke zoo geheel en al
van de tot dan toe ge
bruikelijke wijze afweek,
konden vereenigen. Diep
teleurgesteld verliet
Wagner Parijs en begaf
zich, daar hem inmid
dels amnestie was ver
leend, weer naar
Duitschland. Wagner leidde echter nog steeds
een kommervol bestaan, waaruit zelfs de groot
moedige hulp van zijn vriend Liszt hem op den
duur niet vermocht te redden. Lodewijk II van
Beieren maakte echter aan alle nood en moei
lijkheid 'n einde door Wagner naar München te
beroepen en hem de volle vrijheid in de uitoefe
ning van zijn kunstenaarschap te waarborgen.
Te München vonden de eerste opvoeringen
plaats van zijn opera's „Tristan und Isolde" en
„Diët 'Meiistersinger von Nümbergl Allerlei
intriges noodzaakten hem echter München te ver-
Uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiiiii
Een gedeelte van het manuscript van „Tristan und Isolde", Wag-
I ner's aan Mathilde Wesendonlc gewijde opera.
iTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
laten. Hij was toen inmiddels weer in het hu
welijk getreden met Cosima Liszt, een dochter
van Franz Liszt. Uit dit huwelijk werd in 1870
Siegfried Wagner, die enkele jaren geleden is
overleden, geboren. In 1871 vestigde Wagner
zich te Bayreuth, waar hij met daadwerkelijken
steun van den koning van Beieren zijn „Fest-
spielhaus" bouwde. In 1876 werd deze schouw
burg voor de eerste maal in gebruik genomen.
Ook „Parsifal" het laatste werk van den gema
len kunstenaar, beleefde te Bayreuth zijn eerste
opvoering in 1882. Den volgenden winter bracht
Richard Wagner te Venetië door, waar een
hartverlamming den 13en Februari 1883 een
einde aan dit veelbewogen kunstenaarsleven
maakte. Met groote plechtigheid werd het stof
felijk overschot van den meester naar Bayreuth
overgebracht, waar het in den tuin van zijn
villa „Wahnfried" in een grafkelder werd bij
gezet. Het werk van Richard Wagner is voor
de ontwikkeling van de dramatische muziek
van een zeer bijzondere beteekenis geweest.
Zijn strijd tegen de vele wan-toestanden en
onnatuurlijkheden op het operatooneel heeft in
tal van opzichten een ommekeer ten goede in
de kunstbeoefening teweeg gebracht.
En nog immer oefent Wagner een geheim
zinnige aantrekkingskracht op de muzieklitte-
ratoren uit. Zoo heeft Hans Resiger 's meesters
jeugd beschreven in een roman, getiteld „Un-
ruhiges Gestim" (Paul
List Verlag, Leipzig),
een boek, waarin alle
tot op heden uit die
veelzins duistere pe
riode bekende exacte
feiten zijn verwerkt
met novellistische
middelen en een ka
raktervolle fantasie,
die het conflict tus
schen Wagner's men-
schelijkheld en zijn
genialen scheppings
drang op buitenge
woon overtuigende
wijze bloot legt, een
merkwaardig origi
neel boek, dat over-
rijk aan sfeer is
en zoodoende boven
dien een helder en
veelzi|ns nieuw in
zicht geeft in het
wezen van de kunst
uitingen en den geest
van Richard Wagner.
^11323 v/, C3"tl A-t-
<d* y
At
CfrZf
Over de jeugdwerken van Richard Wagner
hoort het publiek zelden of nooit. Nu echter,
in het Wagner-jaar, worden ze te voorschijn
gehaald uit de muffe archieven, waar ze sinds
jaren en jaren waren opgeborgen.
In 1834 schreef Wagner een artikel, waarin
hij opkomt voor de volledige zangopera. Hij
wees daarbij op de Italiaansche opera, die de
Duitsche musici ver voor was. Dit was ver
moedelijk de oorzaak, dat Wagner zich zette
aan de compositie van zijn tweede werk „Het
Liefdesverbod" en zijn eerste „De Feeën". In
zijn eerste werk oriënteert hij zich nog op
Beethoven en Weber, hoewel zijn eigen per
soonlijkheid zich reeds tamelijk sterk in deze
eerste werken uit. In zijn eerste oeuvre kan
men zelfs den maker terugvinden van de veel
latere „Parsifal" en zelfs van „Die Walküre".
Maar in „Het Liefdesverbod" zijn sterke in
vloeden van anderen aanwezig. Wagner is in
zijn eersten tijd minder romantisch dan later,
waar tegenover weer staat dat zijn eerste par
tituren een respectabele lengte hebben, zooals
juist by romantici vaak voorkomt, omdat zij
niet gemakkelijk uitgepraat raken over hun
stof.
De première van „De Feeën" heeft Wagner
nooit gezien, omdat het eerst na zijn dood werd
vertoond te München
door het Maagden-
burgsche operagezel
schap. De politie vond
echter, dat de titel er
niet mee door kon en
dwong de directie van
het theater een ande
ren titel te gebruiken.
Maar het lot was dit
werk niet gunstig,
want reeds na de
2de voorstelling kwam
er 'n lflnk in den kabel
door 'n ruzie tusschen
den man van de vrou
welijke hoofdrol, die
den eersten tenor uit
jalouzie een pak slaag
gaf. Dit pak slaag had
tot gevolg een alge-
meene vechtpartij en
het sluiten van het
theater. Toen werd het
heele geval weer opge
borgen in het archief,
waar t nog steeds rust.
lA,
w.
In verband met de herdenking van Wagner's
sterfdag is 't jaar 1933 tot „Wagner-jaar"
uitgeroepen. Allerwege worden er herdenkin
gen georganiseerd. Begrijpelijkerwijze vinden
deze herdenkingen hun hoogtepunt in de ste
den, waarin Richard Wagner geleefd en ge
werkt heeft. Vooral zijn geboortestad Leipzig
heeft zich gereed gemaakt om op waardige
wijze den sterfdag van haar grooten zoon te
herdenken. De eigenlijke herdenkingsplechtig
heid vindt plaats op 12 Februari, dus aan den
vooravond van den 50en verjaardag van het
overlijden van den meester. Denzelfden dag
beginnen de feestvoorstellingen. Opgevoerd
worden „Rienzi", de „Ring" en „Parsifal",
onder leiding van Gustav Brechel, „Der Flie
gende Hollander" onder leiding van Max von
Schillings, „Tannhauser" onder leiding van Hans
Knappertsbusch, „Lohengrin" onder leiding
van Ludwig Neubeck, „Tristan und Isolde"
onder leiding van Clemens Krauss en „Die
Meistersinger" onder leiding van Bruno Wal
ter. Deze feestspelen zullen tot eind April
duren. De eigenlijke
herdenking is het Ge-
wandhaus zal bestaan
uit een groot concert,
waarbij tal van bekende
Wagnervereerders, zoo
wel uit Duitschland als
uit andere landen, aan
wezig zullen zijn, o. a.
mevrouw Winnifred
Wagner. De plechtige
herdenkingsrede zal wor
den uitgesproken door
prof. dr. Max von Schil
lings. Behalve de ont
hulling van het Wagner-
monument, zal op Za
terdag 11 Februari te
Leipzig een tentoonstel
ling worden geopend,
waarop men de ma
nuscripten van verschil
lende werken van Wag
ner zal kunnen zien.
o. a. die van „Die Feen",
„Das Liebesmahl der
Apostel", de ouverture
van „Faust" en den
„Kaisermarsch". Een
keur van brieven van
Wagner zal hier even
eens zijn vereenigd.
Verschillende dezer
brieven, alsook meerdere portretten, welk-
ke men hier te zien krijgt, worden voor de
eerste maal in het openbaar getoond. Talrijke
particuliere verzamelingen, archieven der uit
geversondernemingen en de stad Leipzig zelf,
verleenen aan deze expositie hun medewer
king. Een belangrijk deel van de herdenkings
feesten concentreert zich in Bayreuth, waar
het stoffelijk overschot van Richard Wagner
rust en waar hij zijn „Festspielhaus" stichtte.
Het jaar 1933 is voor Bayreuth een bijzonder
herdenkingsjaar, daar hier in 1832 de eerste op-
f»
Zoo gemakkelijk als 't in Bayreuth is, om 't
hoog oprijzende Festspielhaus te vinden,
zoo weinig opvallend staat Wahnfried daar
verscholen voor den zoekenden wandelaar. Zijn
heele veelbewogen leven door heeft Wagner in
tens verlangd naar zoo'n huis; hij zegt ergens:
„Ik moet een huiselijken haard verkrijgen, an-
ders is het met mij gedaan; mijn hart is grooter
dan mijn verstand."
Dit huis nu staat aan het einde van een lange
straat vol kleine wijnkroegjes. Maar als men
dan eindelijk staat voor het hek om den tuin,
die 's zomers één bloemenweelde is, dan voelt
men ook onmiddellijk aan, dat dit inderdaad
„de burcht van het genie" is, van een genie, dat
in de muziekgeschiedenis een geheel eenige
plaats inneemt en zich hier omringd heeft met
zoovele andere groote geesten van zijn tijd:
Liszt, Goobineau, Nietsche, von Bülow, en on
telbaar vele groote figuren uit de tooneelwereld.
Zij allen hebben zich hier om den meester ge
schaard en geluisterd naar zijn woorden en zijn
spel. Hier woonde en werkte ook een der merk
waardigste vrouwen van alle tijden: Wagner's
vrouw en medewerkster Cosima Liszt.
De groote man, die een geheele wereld bestre
den heeft, totdat hij haar overwon, ligt in dezen
tuin begraven, met twee stamrozen bij zijn hoofd
en twee bij zijn voeten. Cosima droeg haar leven
lang den sleutel van dit graf bij zich in onver
gankelijke liefde. Vlak bij den componist ligt
zijn trouwe hond begraven, een prachtige St.
Bernard, waar Wagner ten zeerste aan was ge
hecht en waarvoor hij zelf het grafschrift heeft
ontworpen: „Hier rust en waakt Wagners Russ."
Verderop liggen hier ook al andere dieren be
graven, die Wagner bij zijn leven heeft gehou
den. De grafjes zijn begroeid met klimop, de
namen ternauwernood meer leesbaar, doch uit
het feit, dat zij hier liggen, blijkt reeds voldoen
de, welk een dierenvriend Wagner was.
In dezen thans zoo stillen tuin heeft Wagner
ook op 13 Augustus 1875 het eerste tuinfeest
gegeven bij het beëindigen der repetities voor
de openingsvoorstelling van het Festspielhaus.
Nog eenmaal schaarde hij bij dat feest al zijn
medewerkers om zich heen, groote en kleine,
ook het geheele koor en orkest, voordat hij hen
liet gaan voor de „groote beslissing" van de uit
voering. En het was geen plechtige receptie,
maar een vroolijk ongedwongen feest.
Voor den ingang van villa Wahnfried rijst
hoog het donkere, kolossale borstbeeld op van
Lodewijk II van Beieren, Wagner's koninklijken
vriend en beschermheer, aan wien hij ook dit
huls te danken had. Is men dit monument ge
passeerd, dan ziet men een reusachtig sgraffito-
schilderij voor zich, dat het geheele front van
de villa beheerscht. Het is volgens Wagner's
aanwijzingen gemaakt door den bekenden Dres-
dener schilder van historische stukken Robert
Krausse en stelt voor, hoe Wodan als zwerver
door de wereld trekt en twee vrouwen ontmoet,
de tragedie en de muziek. In de laatstgenoemde
zijn Cosima's trekken te herkennen. De jongen
naast haar is Richards zoon Siegfried. Daar
onder 6taat in eenvoudige letters: „Hier, wo
mein Wahnen Frieden fand, Wahnfried sei
dieses Haus von mir benannt."
Maar voordat wij de villa binnengaan, moeten
wij eerst nog naar de kippen gaan kijken, want
ook die behooren bij het huis, waar Wagner
zoozeer naar heeft verlangd. Hij was een dieren
vriend als weinigen en hield niet alleen van
honden, maar ook van papegaaien en paarden
en zelfs van kippen. Het gaf heel wat moeite en
zorgen, voordat de kippen hun intrek konden
nemen op het terrein van Wahnfried. Toen het
zoover was, werd dicht bij de kippenren de tafel
feestelijk gedekt het was een prachtige zo
merdag en Wagner amuseerde zich kostelijk
met de vechtende hanen. De dapperste noemde
hij dadelijk „Berlioz".
Eindelijk staan wij in de vestibule van Wahn
fried. Aan de linkerzijde ligt de ontvangkamer,
waarin ook de dagelijksche correspondentie werd
behandeld, welke van het begin af een gewel
digen omvang had. Rechts ligt de eetzaal en in
het midden de deur naar de groote hal, die tot
aan het dak reikt en van boven haar licht krijgt.
Wanneer er niet juist een groot feest gegeven
moest worden, was dit de plaats, waar de kun
stenaar werkte en ook zangers en zangeressen
liet proefzingen. De buitengewoon goede
accoustiek van de hal was al spoedig bekend en
gevreesd onder hen, die gecontroleerd moesten
worden.
Op de eerste verdieping loopt rondbm de hal
een gaanderij, waarop de particuliere vertrekken
der familie uitkomen. Hier is de wand van
boven hemelsblauw gekleurd op raad van Mal-
vida von Meysenbug en daaronder Pompejaansch
rood, welke kleur een goeden achtergrond vormt
voor de talrijke schilderijen en beelden aan alle
zijden van de hal. De beelden zijn door Zum-
busch in felwit Carraramarmer uigehouwen en
stellen de hoofdpersonen uit Wagners muziek
drama's voor.
Uit de hal komen wij in de z.g. zaal, eerder
een ruime, gezellige en voorname woonkamer.
Hier bevindt zich Wagners beroemde bibliotheek,
die behalve tallooze partituren, ook werken op
elk gebied bevat. Hier staat ook de historische
vleugel, waar Wagner jaren lang op gespeeld
heeft. Vele herinneringen zijn aan dit instru
ment verbonden; een van de schoonste is, dat
Wagner op zekeren dag met een in potlood
neergeschreven muziekschets kwam binnenstor
men en voor het eerst het prachtige Parcival-
voorspel deed weerklinken, alleen voor zichzelf
en zijn vrouw. Ook het kleinste voorwerp in deze
kamer staat nog zoo, als de meester het achter
gelaten heeft en houdt ook thans nog de her
innering levendig aan zijn persoohlijkheid en
aan zijn werk.
(Nadruk verboden)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii
voering van „Parsifal", dat Wagner voor zijn
Festspielhaus heeft geschapen, plaats vond.
Daar er verleden jaar te Bayreuth geen feest
spelen werden opgevoerd, zal men er thans
ook het halve eeuwfeest van Parsifal gedenken.
Ook hier wordt een Wagner-tentoonstelling ge
houden; men zal n.l. de beroemde verzameling
handschriften van Haus Wahnfried voor de
eerste maal aan het publiek toonen. Deze ver
zameling, waarmede nog tijdens het leven van
den meester een begin werd gemaakt, omvat
alle handschriften van Richard Wagner, welke
men heeft kunnen vinden. Alle partituren
zijner werken zijn hier o. a. vereenigd. Ook in
München, Stuttgart, Dresden en Berlijn wordt
de 50ste sterfdag van den grooten meester
herdacht. In München, waar de meester wel
kort, maar in een zeer belangrijke periode van
zijn leven heeft gewoond, koestert men het plan
het woonhuis van Wagner in de Brienner-
strasse, tot museum in te richten. Niet alleen in
Duitschland, doch ook in andere landen zijn
Wagner-herdenkingen voorbereid. Te Amster
dam, de zetel van de Nederlandsche Wagner-
vereeniging, welke dit jdar vijftig jaar bestaat,
zal op Zaterdag 11 en Zondag 12 Februari o. a.
een opvoering worden gegeven van .Parsifal",
welke voor deze gelegenheid geheel nieuw is
ingestudeerd. De muzikale leiding berust in
handen van dr. Willem Mengelberg, terwijl de
regie bij prof. Hörth berust. Maandag 13 Fe
bruari zal in het Concertgebouw te Amster
dam een speciale herdenkingsavond plaats
vinden, waarvan het muzikale gedeelte onder
leiding staat van dr. Willem Mengelberg en
waarbij de herdenkingsrede zal worden uitge
sproken door dr. Thomas Mann, den Duitschen
dichter. Deze herden
king zal op 18 Febr. as.
te Parijs worden her
haald, waarbij even
eens Thomas Mann als
spreker zal optreden.
Niet alleen de muziek
wereld zal Wagner her
denken. Ook de film
wereld is van de partij
en met name de Ufa
heeft het hare gedaan,
om Wagner op waardige
wijze te herdenken. Men
kent de film „Siegfried"
van Fritz Lang, die jaren
geleden zoo'n succes had
en waarbij ook toen de
muziek van Wagner
werd uitgevoerd. Thans
is deze muziek bij de
film opgenomen, zoodat
zij één geheel vormt met
het beeld. En het is uit
stekend geslaagd. De
film zal tijdens de Wag-
nerherdenking worden
vertoond op verschillen
de plaatsen.
Wagner heeft niet
direct het succes gehad,
dat men hem zou hebben durven voorspellen als
men de latere geschiedenis had gekend. Toen
hij in Weenen vertoefde, werd hij door Liszt
voorgesteld aan Pauline Mettemicht, de Oos-
tenryksche vorstin, die gaarne de kunst steun
de. Zij was het die den keizer wist te bewegen
de opera „Tannhauser" in Parijs te doen op
voeren. Het publiek echter ontving Wagner's
werk niet al te vriendelijk omdat er geen....
ballet in voorkwam. Er ontstond lawaai en ge
fluit en alles liep op een mislukking uit. De
schrijver Baudelaire was de eenige, die openlijk
zijn bewondering voor Wagner uitsprak. Het
gevolg was o.m. een open brief van Wagner
aan zijn Franschen collega Berlioz, waarmee
hij weinig succes had en die hem nog het laat
ste restje sympathie, dat hij in Parijs genoot,
deed verliezen. Dit was het einde van Wagner's
debuut in Frankrijk en het was niet bemoe
digend voor zijn toekomst.
Dat deze toekomst zich toch nog herstelde en
wel op glorievolle wijze, is algemeen bekend. De
Festspiele in Bayreuth, waar een speciale Wag-
ner-schouwburg werd gebouwd, zijn er t levend
bewijs van. De mislukking van den eersten
Tannhauser in Parijs was dan ook niet bepaald
'n muzikale nederlaag. Er zaten intrigues ach
ter. De leden van de Jockeyclub in Parijs had
den nu eenmaal liever te doen met opera's,
waarin balletten werden uitgevoerd en zij had
den tevoren afgesproken Tannhauser te boycot
ten. Bovendien was de stemming in de zaal niet
bepaald rustig, want vlak voor het begin was
een aanslag gepleegd op Napoleon, die op weg
was naar de opera en ternauwernood aan den
dood door een bom ontsnapte.