Schatten op den zeebodem ONZE 220e UITKEERING f73.105- Als lam geslagen! MKÜ.CACHET5 Met vzi&aal van dan da§ 1 GROOTE I 1 AVONTUUR keerden wij heden uit ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Weg met de werkloosheid! Leve de Nederlandsche ROBINSONschoen client I Alle abonné's ongevaUer? verzekerd voor een der vofgende uitkeerlngen f3000. - verlle^van beide armen, beide beenen of beide oogen f750. doodeiyken afloop f250.' eei HET DINSDAG 14 FEBRUARI HET DUIKERBEKOEP Aan groote gevaren staan de dui kers bloot bij hun moeilijk beroep Een tweegevecht onder water AARDBEVINGEN Geen reden tot onmiddellijke ongerustheid ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis ongevallen verzekering aan Mevrouw MARTINOT-RUIGROK, Bosch en Vaartstraat 3 Haarlem, wegens een aan haar overkomen tongeval. Dit is I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN AKKERTJES" 1 aan onze verzekerde abonné's is uitgekeerd. DE DIRECTIE Duurder dan een huishouding Eens de rijkste stad Thans een tekort van zestig1 millioen gulden De ambtsaanvaarding van Roosevelt Groot bal te Washington Jubileerende Charitas De Vincentiusvereeniging AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL FEUILLETON I 5 De sucesvolle bergingswerken, waardoor eenigen tijd geleden uit het Engelsche stoomschip „Egypt" millioenen in goud te voorschijn gebracht werden, heeft men alom toet de grootste belangstelling gevolgd. Zij ves tigden' de algemeene attentie weer eens op het duikersberoep, dat, omgeven door 'n zekere ro mantiek, zich telkens weer geplaatst ziet voor de taak om de schatten, welke de zee verslon den heeft, weer aan haar macht te ontrukken, öi alle deelen der zee biedt zich voor de koene mannen een loonende arbeid, want overal liggen al sinds eeuwen verzonken schepen, daarvan men weet, dat zij kostbare ladingen aan edel metaal, juweelen en andere kostbaar heden aan boord hadden. Zeker, de pogingen om 'zich van deze schatten meester te maken, zijn dikwijls mislukt. Zoo ligt het Spaansche galjoen, dat in 1588 by To bermory aan de Schotsche kust met de krygs- kas voor de Groote Armade (een bedrag van drie millioen dukaten) aan boord zonk, nog al tijd onbereikbaar op den zeebodem, ofschoon talrijke pogingen aangewend zijn om het goud te bergen. In de Golf van Vigo rusten 400 millioen diep m het slijk begraven en spotten sedert lang met alle pogingen om ze te bemachtigen. Het wrak van de „Grosvenor" bij Pondo- land heeft ondanks alle pogingen zijne schatten evenmin teruggegeven als de „Tsarina" en de »Black Prince", die met meer dan 5 millioen dan boord in de wateren van de Krim rusten. Voor eeuwig onbereikbaar zijn ook de reuzen katten, die met de „Titanic" verzonken en °°k de „Lusitania" en menig ander schip heb ben alle pogingen, ze onder water ook maar te hereiken, getart. Bovendien beginnen de eigenlijke moeilijk- beden voor den duiker eerst dón, wanneer hij dijn onderzeesch doel bereikt heeft. Men moet dich immers niet voorstellen, dat een gezonken schip rechtop, zooals het op den waterspiegel •b'eef, beneden op den zeebodem ligt, zoodat de duiker er gemakkelijk binnendringen en er in rondwandelen kan. Bijna alle schepen liggen op bun zij en zijn bovendien in een minimum van tijd met slijk en allerlei planten en levende Wezens zooals b.v. mossels, overdekt, zoodat het moeilijk valt ze nog te onderscheiden. Daarbij bomt, dat na korten tijd de waterdruk ook de sterkste stalen scheepsrompen samendrukt en bet onmogelijk maakt zich tusschen de afzon derlijke deks te bewegen. In zulke gevallen kan er alleen met dynamiet gewerkt worden, om de deelen van elkander te doen springen. Er loopen heel wat fantastische verhalen over de' vreeselijke gevaren, die den duiker bij het Uitoefenen van zijn beroep van de monsters der diepzee, vooral van den reuzenpoliep bedreigen. Afgezien van enkele uitzonderingen, *s dat toch meest al zoo erg niet. De haai is gewoonlijk doodsbang voor een duiker en neemt ^°o snel mogelijk de vlucht voor de zonder- Enge verschijning, ofwel hij bekijkt hem vanuit een veiligen afstand. Wordt hij tegen ver pachting brutaler dan gewenscht is, dan is meestal het uitlaten van eenige lucht uit den duikerhelm voldoende om hem op de vlucht te jagen. De stroom opstijgende zilveren lucht bellen hebben meestal tot resultaat dat de haai de „vinnen" maakt. Veel gevaarlijker dan de haai en inktvisch is. hoe vreemd het ook moge klinken, de zeeaal. De grootere exemplaren van deze visch- soort zijn buitengewoon sterk, brutaal en vecht lustig. Daarbij laat de visch niet meer los wat hij eenmaal vast heeft, zelfs niet in den dood. Op zekeren keer, toen duikers aan het werk waren aan een der schepen, die aan de Oostkust van Engeland op den zeebodem lagen, werd een van hen zóó onverwachts door een grooten zee aal aangevallen, dat hij in het eerste oogen- blik van schrik het bewustzijn verloor. Hij kwam echter weer spoedig bij, maar voordat hij zijn mes kon pakken, voelde hij zich door zijn aan valler aan den rechter voet vlak boven den enkel gepakt. Er bleef hem slechts één moge lijkheid: den aal den kop af te snijden. Dit ge lukte, zij het dan ook met de grootst moeite. Intusschen had men op het wachtschip ge merkt, dat beneden iets niet in orde was. Men trok den duiker op, de kop van de aal zat nog vast aan zijn been en hij kon er slechts van bevrijd worden door de kieuwen vaneen te scheuren. Toch zijn de gevaren, die de duikers in de diepte bedreigen, wel zóó groot, dat men ver onderstellen zou, dat ze daar beneden altijd in volkomen harmonie werkten. Dat is echter geenszins altijd het geval. Bij de bergingswerken van het oude Engel sche oorlogsschip „Royal George" b.v. waren twee duikers, Girvan en Jones met het bergen van de waardevolle koperen kanonnen bezig. Daarbij maakte Girvan aanstalten een kanon, dat Jones reeds waargenomen had in veilig heid te brengen. Jones wees hem, zoo goed het ging, op de onbillijkheid van zijn handelwijze, maar de andere trok zich niets er van aan. Het kwam tot een gevecht, dat in de huivering wekkende omgeving bij de monsterachtige dui kerpakken, die beide vechtersbazen droegen, een luguberen aanblik geboden moet hebben. Daar Girvan lichamelijk het sterkste was, hield Jones het raadzamer langs de lijn naar boven te klimmen. Maar zijn tegenstander wilde hem niet laten ontkomen, greep hem bij zijn been en trok hem weer naar beneden. Dit zou Gir van echter noodlottig worden, want een al te heftige aanraking der looden zolen van Jones met een der dikke glazen platen in Girvan's helm, verbrijzelde het glas en liet het water binnen in het duikerpak stroomen. De duiker zou ellendig verdronken zijn, had men tevoren in het schip dat hen vergezelde, niet bemerkt dat er beneden iets aan de hand was. Zoo kwam Girvan nog juist op tijd boven om door kunstmatige ademhaling wederom tot het leven gewekt te worden. Het zeldzaam gevolg van deze vechtpartij on der water was, dat beide tegenstanders later de beste vrienden werden. De aardbevingen in de omgeving van Rastatt, Karlsruhe en Stuttgart zijn de ernstigste ge weest, welke men sinds November 1911 in het als regel voor aardbevingen zoo veilige Duitsch- land heeft beleefd. Waar het niet te ontkennen valt, dat de laatste jaren de verschijnselen van seismischen aard aan het toenemen zijn, be hoeft het ons niet te verwonderen, dat er voor herhaling wordt gevreesd. Is deze vrees echter gegrond? Waar alle vulkanen in Duitschland, zoo zij ooit hebben bestaan, in elk geval reeds langen tijd uitgedoofd zijn, behoeven wij niet te denken aan de oorzaken van vulkanischen aard. Er is geen reden om verband aan te nemen tusschen de aardschokken en de verhoogde werkzaamheid van de Italiaansche vulkanen, met name de Ve suvius. Doch men heeft ook tectonische aard bevingen, sterker, 90 pCt. van alle aardbevingen behooren tot deze categorie. Deze wijzen er op, dat er in de aardkorst nog geen evenwichts toestand bestaat en dat kan overal op aarde tenslotte het geval zijn. Zelfs in een zoo rus tig gebied als de Noord-Duitsche laagvlakte S'iuiiiiiiiiiiiimiitiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiimiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiK •5 voelt Ge U als de Griep U pakt. Naar bed, en laat U er snel van afhelpen met die geneeskrachtige VoIgens recept van Apotheker Dumont. ««■niniiiiiiruiiinnniiiiiiiinniiiiiiiiiiinniiiiininiintiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiv zouden de diepere aardlagen wel kunnen ver schuiven en daardoor aardbevingen veroorza ken, al is dit zeer onwaarschijnlijk. Over het al gemeen bestaat er weinig kans op aardbevin gen in streken, waarin absoluut geen mineraal- houdende bronnen voorkomen. Komen deze voor, dan bestaat er tegelijk kans op aard beving. Zoo had de bovengenoemde aardbeving uit het jaar 1911 plaats te Bad-Reichenhall, een bekende badplaats, waar van oudsher in groote hoeveelheden zouten in den bodem werden aangetroffen.Onder die geologische omstan digheden komen er altijd onderaardsche holten in den bodem voor. Hetzelfde zou het geval kunnen wezen in het Zuidelijkste gedeelte van het Duitsche Rijndal en de holten zouden ineen gestort kunnen zijn, doordat bijv. veel water de aardkorst binnendrong. Inderdaad is het peil van het Rijnwater den laatsten tijd opvallend gestegen. Vooral waar daaraan een langdurige periode van droogte voorafging, is deze verkla ring wel de meest aannemelijke. Dergelijke gevallen blijven echter uitzonde ring. Men kan wel zeggen dat het aardbevings gevaar in N. W. Europa gering is en ook ge ring zal blijven. Een ramp, als Japan op 1 Sep tember 1923 trof, is hier ondenkbaar. Overigens is ook het toenemen in aantal en hevigheid der aardbevingen gedeeltelijk iets subjectiefs; er zijn meer waarnemingsposten opgericht, de in strumenten zijn gevoeliger geworden en het pu bliek is zich voor het onderwerp gaan interes seeren, waardoor ook onbeduidende schokken Jn de pers worden vermeld. Reden tot ongerustheid is er dus niet. Wanneer muizen zich toegang weten te verschaffen tot Uw provisiekast, slinken, de voorraden veel sneller dan wanneer een groote familie er van eet. Muizen zijn tevens verspreiders van besmettelijke ziekten, zoodat het niet alleen eigenbelang maar ook een plicht is dit ongedierte te bestrijden. Geen kat of va! is in staat vijftig muizen in één nacht te vangen, doch met één doosje Rodent verdelgde de Heer A. te K. in 2 avonden 113 muizen. Rodent faalt nimmer; het trekt muizen en ratten onweerstaanbaar aan en reeds het eerste hapje is doodeiijk. Koop dus nog heden een enkele doos 50 ct. of een dub bele doos a 90 ct. en morgen zult U van dit on gedierte bevrijd zijn. Imp.; Fa. B. Meindersma, Den Haag. B 46 MADRID, 13 Febr. (Reuter). Sevilla, eertijds de schatkist van Amerika, de rijkste stad van Spanje, heeft nu een tekort van 300 millioen peseta (zestig millioen gulden) op de gemeente- begrooting. De stad is de enorme uitgaven, welke ge daan zijn by de Internationale Kunsttentoon stelling in 1929, welke ongeveer 150 millioen peseta bedroegen, nog niet te boven. Van de vyf groote hotels met tezamen 2200 kamers, zijn reeds drie gesloten, terwül de bei de anderen slechts gedeeltelik open zijn. De bekende tuinen van Eritana zijn, naai* Reuter verder meldt, nu een publiek bleekveld geworden. Teneinde het vreemdelingenverkeer te bevorderen, zyn 392 villa's gebouwd, doch allen staan leeg. Werkloozen hebben een onderdak gezocht in de prachtig, doch thans vervallen, tentoonstel lingsgebouwen. De rozeboomen in de Alkazar-parken, de trots van Spanje, zïn opgeruimd, teneinde plaats te maken voor groententeelt. Op 4 Maart ae., den dag waarop President Roosevelt officieel het bewind aanvaardt, zal, naar Reuter verneemt, des avonds een groot bal worden gegeven, waaraan ook de familie leden van den nieuwen president zullen deel nemen. Na middernacht zal echter niet meer gedanst worden, daar de 4e Maart een Zater dag is en volgens een plaatseiyke verordening in den nacht van Zaterdag op Zondag niet gedanst mag worden. De delegaties der verschillende staten zullen met bijzonder eerbetoon worden verwelkomd en in de zaal wordt een eerewacht opgesteld van soldaten en matrozen. Tü'dens het bal hebben de gouverneurs der staten hun zitplaats op het podium en het hoogtepunt zal een groote marsch zijn, die op dit bal reeds sedert vele jaren een traditioneele gebeurtenis is. Op zekeren dag maakte Willy Woensdag een hangmat voor Robbie en Topsy. Hy maakte deze van een zeil, dat oorspronkeiyk behoorde tot het vergane schip en hing haar op tusschen twee palmboomen by de zee. „Nou kunnen jullie prettig en ge- makkeiyk zitten, terwyl ik myn appel eet," zei Willy. „Dat is aardig," zei Robbie, „maar ik wou, dat er plaats was voor Polly." „De kat moet bij mü biyven zitten," zei Willy. Willy ging dus by Polly zitten en begon zijn appel te eten. Doch hy had nog niet lang gezeten, of er kwam een bries uit zee opzetten, die de palm boomen in beweging bracht, zoodat de hangmat heen en weer begon te slingeren, geiyk een schommel. Spoe dig begon Robbie te roepen om Willy Woensdag: „Wil je ons er asjeblieft uit tillen, het is net alsof we zeeziek zijn." „Hoe kunnen jullie zich nou zeeziek voelen op droog zand," zei Willy. „Nou ja, je weet, wat ik bedoel," antwoordde Robbie. (Morgenavond vervolg*» (Ingezonden Mededeeling) Voor het geld behoefde hy het gelukkig niet te doen. Hij hield er een auto op na en bracht den zomer in Zwitserland of in Noorwegen door. Hy was meester in de rechten, omdat het nu eenmaal kaal stond, vooral als je geen jonkheer of baron voor je naam kon zetten, ook zelfs nog die onnoozele twee lettertjes mr. of dr. er voor te moeten missen. Het gaf cachet. En daarom prijkte op' zijn deur het als goud blinkende koperen plaatje: Mr. W. de Haare, advocaat en procureur, dan ook uit sluitend als een bijvoeglijk naamwoord van def tige hoedanigheid. Voor cliënten had hy nooit moeite gedaan en de twee of drie keer, dat men hem, toen hy pas gepromoveerd was, het curatorschap in een failliet boedeltje had opgedragen, had hij er zich met een Jantje van Leiden afgemaakt. Dat waren geen cliënten! Toch had hy zich nu en dan wel eens den lust voelen bekruipen van zich te doen spre ken. Hy was een trouw lezer van alles wat op rechtsgeleerd gebied uitkwam en beschouwde de verslagen ven rechtszittingen als wiskundige opgaven. Hij bestudeerde elk geval op zijn ma nier, maakte aanteekeningen by aanklacht en verweer en was twee dagen gelukkig als zyn opinie door den een of anderen collega werd gedeeld en het later bleek, dat de rechter zich met die opvatting vereenigen kon en dus vry- spraak volgde. Vooral op crimineel gebied boekte hy in dit opzicht successen. „Ik zou toch wel eens een cliënt willen heb ben dien ik verdedigen kon!" riep hij soms in de eenzaamheid van z'n studeerkamer, uit. „Het zou me zelfs wat waard zyn, als de een of an dere misdadiger my z'n verdediging op wou dragen." Maar hoe aan zoo'n cliënt te komen? Voor de grap maakte hy wat kladjes van ad vertenties, die, zooals hy meende, succes kon den hebben. Misdadigers! Advocaat zou zich gaarne, desnoods tegen vergoeding, met Uw verdediging belasten. Brieven Zooiets zou het wel doen, maar nóg beter zou zyn, in dezen tyd te annonceeren: Heeren Inbrekers! Advocaat, die speciale studie van de meest voorkomende gevallen maakte, zou enz. Maar hy schoof de snippers papier weer van zich af. 't Was al te dwaas! Het zou natuurlijk uitlekken, dat hy die advocaat was en 1 z'n confraters zouden hem uitlachen als hem niet erger zou overkomen, want was het geen aan moedigen van de misdaad, geen belooning van de ondeugd, geen En de weken gingen weer voorbij, zooals ze al een paar jaar gegaan waren. De lente kwam en de zomer en daarmee de reistyd, waarin hij gelukkig te veel afleiding had om aan z'n hei- melyke begeerte te veel te denken. Midden September kwam hij in de stad terug, deed hy z'n intocht weer in de stille kamer met de breede boekenkasten, het groote schryf- bureau, de pastels en sepia-schetsen van bekende meesters aan den wand, mitsgaders de acade mische bul, die hem er telkens even aan her innerde, dat al die studie toch eigenlijk een doode studie was geweest en die geen practisch nut had hoegenaamd. De papieren en de boeken op z'n schryftafel lagen nog als toen hij dien laatsten avond voor zyn vertrek zich had overgegeven aan z'n be spiegelingen, aan z'n droomen van balie roem. 't Was nog heerlijk warm weer. De breede tuindeuren stonden wagenwijd open, de geur van 't gelend loover drong naar binnen. Hy schoof z'n gebeeldhouwden bureaustoel, een ge schenk van z'n tante, die hem later ook haar vermogen zou laten, achteruit en legde studen tikoos z'n beenen over elkaar boven op z'n be laden schryftafel, boven op z'n aanteekeningen, op de embryo's van advertenties, welke nooit volgroeid waren. Een bescheiden tikje van het dienstmeisje. Een brief! Een brief van de rechtbank! Zouden ze hem weer zoo'n curatorbaantje op den hals draaien, waaraan geen vyftig pop te verdienen was en dat zooveel beslommeringen bracht, dat iemands humeur er onder leed? Driemaal las hy den brief over. Drie maal! Hy kon het niet gelooven en toch stond het er, zwart op wit. Een in voorarrest zittend gevangene, beschul digd van inbraak of in elk geval van poging tot inbraak, had aan de rechtbank het speciale ver zoek gericht, hèm te zien aangewezen als ver dediger! Hy vloog van z'n stoel op! Hij had het wel willen uitjubelen. Eindelijk! Eindelijk! De eerste cliënt, de eerste serieuze cliënt, een man die al in voor-arrest zat, dien hij redden zou, voor wien hy op zou komen, zooals hij zou zijn op gekomen voor z'n eigen broer, voor z'n ouders. Die client? Al had hy een heel huis leegge plunderd, al had hy al de safes gelicht in de kelders van al de banken der stad, hij zou hem vry pleiten, hij zou hem ten volle toonen als het onschuldige lam, de vlekkelooze onschuld, de valsch ber^.uldigde deugd. 's Morgens al héél vroeg den anderen dag had hy z'n eerste conferentie. „Hoe kwam je er toe, vriendlief, juist my tot verdediger te willen hebben?" „Dat kan ik U moeilijk zeggen, mynheer, ik las den naam op uw deur". „Zoo, zoo! Je wordt beschuldigd van inbraak, niet waar? Ja, ja, ik heb alles gelezen. Of van een poging tot inbraak; tenminste men heeft je gesnapt, terwyl je in een portiek stond met een zak inbrekerswerktuigen in de hand." „My'n gereedschap, mynheer." immiiiiiMiiM iiitiiiHittiitimii „Jawel, dat begryp ik, enfin De stad was er vol van. Hoeveel collega's hem kwamen feliciteeren, wist hij niet, maar z'n rechterarm was drie dagen zonder gevoel ge weest van de stake-hands. In alle kranten lange beschouwingen. In geen jaren had men zoo'n meesleepend pleidooi gehoord. Rechtere en publiek waren onder den indruk geweest en men had tranen in de oogen gezien van den ambtenaar van het Openbaar Ministerie. De beschuldigde had het uitgesnikt. Er was dadeiyk vonnis geveld.... een vrij sprekend. Hoe kon het ook andere? Mr. W. de Haare, advocaat en procureur, had den gelukkigsten dag zyns levens. Den volgenden dag schelde de cliënt aan. Hy werd da- I T\p pprttP delyk binnen gela- J ten. De Haare ver- wachtte hem. .Mijnheer," stamel- ie de vrijgespro- kene, „ik weet niet hoe ik U bedanken zal „Niet noodig, niet noodig!" zei de Haare, „ik ben zelf Maar hij zweeg eensklaps en staarde naar den stok met fraai gesneden, ivoren knop, dien de ander tusschen de vingers ronddraaide en vroeg: „Hoe kom je daaraan?" „Aan dien stok mijnheer?" En toen hy naar het ding zag, begon hy te stotteren: „Ik hebden ververkeerden.... meegenomen." „Maar dat is myn stok, ik miste hem al toen ik-terug kwam." „Ik vond niet andere, mijnheer „Maar hoe kwam je er toe my als verdediger te vragen? Dat is vrij onbeschaamd, zou ik zeggen." „Ik had uw advertentie gelezen, mynheer." „Mijn advertentie? Waarin? Ik heb nooit een advertentie geplaatst." „Zij lag op uw lessenaar, mijnheer.... Er stond in van vergoedingen ik dacht Maar dat was mr. W. de Haare, advocaat ën procureur toch al te kras en twee minuten later stond z'n eerste cliënt op straat. Aan het eind van het vorige jaar hebben de Paters Redemptoristen het tweehonderd-jarig bestaan van hun orde gevierd. Het is dus reeds een zaak van het verleden geworden, maar het glanspunt van de viering zal pas plaats hebben in Mei as., als de verschillende Patere Provin ciaal in Rome zullen samen komen met den Generaal der Orde, pater Patrick Mumay. De Orde der Patere Redemptoristen werd ge sticht op 9 November 1732. In de kathedraal van Scala in het koninkryk Napels knielde voor het altaar neer de H. Alfonsus Liguori, de ge vierde dokter in de rechten. Met den rozenkrans in de hand wydt hy zichzelf en zyn medebroeders aan den dienst van God en van de verlaten en eenzame men- schen. Met deze acte werd de Orde gesticht, die zich later over de wereld zou verbreiden om heil en troost te brengen aan de menschen. On der veel strijd en storm groeide de Orde tot wat zij nu is met haar een en twintig provin ciën, achttien vice-provinciën, die onder leiding van den Generaal te Rome vormen: de Congre- gatio sanctissimi Redemptoris, de Orde van den Allerheiligsten Verlosser. De Paters Redemptoristen werken voorname lijk onder de meest behoeftigen. Ten tyde van Alfonsus ontmoet men hen in de eenzame berg dorpen van het Napolitaansch koninkryk en daaromtrent. En tot op den dag van vandaag vervullen de Patere dezelfde taak, zoowel onder de negers, als onder de Indianen en in de prai riën var? Zuid-Amerika, waar zy contact zoe ken en krygen met de armsten en de meest be rooiden naar geest en lichaam, zy doen het zelfde in de beschaafde landen, in de kleine plaatsen en de wereldsteden. Overal ziet men deze apostelen him heilzaam werk verrichteB temidden der armen. Geen sterfelyk mensch zal kunnen berekenen, wat de Paters Redemptoristen in die tweehon derd jaar hebben tot stand gebracht, doch het groot aantal missionarissen en geleerden, die de Orde heeft voortgebracht, spreekt boek- deelen. En verder zijn daar drie groote mannen, die de Orde sieren in de personen van den H. Alfonsus, den H. Clemens en den H. Gerardus. Of de H. Alfonsus op het plechtig oogenblik van de stichting der Orde aan deze gevolgen heeft gedacht, is een vraag van mindere betee- kenis dan het feit, dat zy tweehonderd jaar lang haar zegen over de wereld heeft gestort. In dezelfde maand Mei van dit jaar zal nog een jubileum gevierd wprden. Dan zal nX de Vincentiusvereeniging honderd jaar bestaan. In Mei 1833 heeft Frederic Ozanam met vyf geest verwanten van de Parysche universiteit, de Sorbonne, op de kamer van den redacteur Baily de eerste Vincentiusvergadering byeengeroepen. Het doel van deze studenten was om andere denkenden door talryke daden van naasten liefde de overtuiging by te brengen, dat de ka tholieke godsdienst de godsdienst der Liefde is. In 1930 bedroeg het aantal Vincentiusleden reeds 154.685, die in dat jaar 167 millioen francs aan liefdadigheid uitgaven. De geheele katholieke wereld staat gereed om het jubileum in Parys den noodigen luister by te zetten. Er zullen charitas-dagen worden ge organiseerd en de herdenking zal over de heele wereld plaats hebben. verlies van een hand (IOC. °tJ verlies van een (Cf) blJ een breuk van (Af) bi) verlies van 'n 1 &%/»- duim of wijsvinger t/I/.been of arm# TT*/»" een voet of een oog i anderen vinger ^"uiiimiiiiiimiimiiiuiuuiuiutiiiii "'■iiiniiiiniiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiuiuiiiiuiin 32 «Menschen, die als karavaan reizen, met twee ^fayten, worden niet zoo spoedig onvindbaar, finnen 'n paar dagen hebben wy hun spoor ge- ,°Qden en zullen we het geschikte oogenblik teinen afwachten om hen aan te vallen." ^«Zoudt ge de regeering niet in den arm ne- j. «Neenhet is beter van nietlaten we op eigen gelegenheid handelen.... de "ibtenary doet niets anders dan spaken in het 'Wlel steken «Ik ben het met u niet eens." «Ik heb 'n soort officieele opdracht noodig om over eenige macht van menschen en over den oodigen tyd te kunnen beschikken En ik kan o opdracht niet krygen zonder de waarheid weggen. Maar wees gerust, ik zal my zóóveel ijlieia van beweging weten te verschaffen, dat fi. ,u dienen kan op 'n manier die u versteld °et staan.» „Well!En wanneer begint de jacht" „Over eenige uren." „Goed. Ik ben van de party." „U, Excellentie" „Ja, ik! 'k Ben 'n geboren speurder.... ik* neem het op tegen den besten coy-boy van het Verre Westen of 'n Argentynschen stierenvech ter van beroep.Man van de daad.Waar achtig geen milliard verdiend met suffen of stommiteitenGood by! Je mag me aan t werk zien!" „Afgesproken, Excellentie! Het werk, verricht onder de oogen van den meester, kan er alleen maar beter op worden." Alles ging juist zooals Bikanel het voorzien had. Hij deelde te bevoegder plaatse alleen het strict noodzakelijke mede, namelyk de ontvoe ring van Pennyless. Hy werd belast met het onderzoek, kreeg al de gewenschte volmachten, recruteerde zijn per soneel zooals hy wilde en begon, volgens de ty pische uitdrukking van den Zilverkoning, „de jacht." Het spoor der vluchtelingen was gemakkeiyk te vinden. Bikanel, Jim Silver en hun mannen, allen te paard, volgden hen en waren hen spoedig ge passeerd, terwyl zy uitrustten in de bungalow. Zij bereidden de hinderlaag zorgvuldig voor, besloten de olifanten te dooden en zich van de vluchtelingen levend meester te maken. De veiligheid van deze laatsten was volkomen verzekerd, daar de Engelschen geloofden dat kapitein Pennyless van de wereld verdwenen en voorgoed in zijn graf gesloten was. Zy reisden dus opgewekt voort over dit Hin doe-gebied, geheel omringd door het jungle, aan een gevaar als dat hetwelk hen dreigde, zelfs niet denkende. Jim Silver gewend aan bevelen en aan on- voorwaardelyke en oogenblikkelyke gehoorzaam heid wilde, ondanks de bedenkingen van Bika nel, den overval verhaasten. zyn Yankee-ruwheid kon zich moeilyk aan passen aan dat dralen, hetwelk de groote kracht is der Oosterlingen. Men herinnert zich hoe die voorbarige actie mislukte en wat er het gevolg van was. Deze eerste tegenslag ontmoedigde intus schen den Zilverkoning niet in het minst. Genoopt tot het blazen van den aftocht, vatte hy den toestand aldus samen: „Onbeduidende schermutselingkracht metingPennyless goed speler.... waardig tegenstander.We beginnen van voren af aan!".... DE MOORDENAAR REDT HET KIND VAN ZIJN SLACHTOFFER Sinds de sensationeele gebeurtenis in het jungle hadden de vluchtelingen om zoo te zeg gen geen tyd gehad om na te denken, zy haast ten zich voort, als gedreven door een stormwind, naar een bestemming, die zy zeiven eigenlyk niet goed kenden. De hoedah schudde en botste op den rug van Rama. Men bleef, voorzichtigheidshalve, den grooten weg vermijden, i De kolossale viervoeter liep door alles heen en maaide weg wat hem hinderde; hy liep vyf en twintig kilometer per uur. Nu en dan hield het jungle op en zag men een arm dorp met uitgemergelde menschen en nog meer uitgemergelde beesten. Hier en daar sloeg 'n buffel op de vlucht by het zien van den olifant. En Rama liep maar door; het goede beest verwoeste met zijn geweldige pooten de velden van katoen- of suikerbouwere. Hier en daar rukte hy mooie groene rystbosjes uit en smulde ervan onder zijn eigenaardigen Marathon-loop. Men moet toch leven! De olifant, veel fortuin- lyker dan zyn meesters, wier voorraad beden kelijk begon te slinken, leefde op kosten van de menschen die gewooniyk het kind van de reke ning worden by oorlogen en overvallen: de boe ren. Men kon daarboven op zyn rug bijna geen geregeld gesprek voeren, zóózeer zat men opeen- geperst en had men te lijden van de warmte en van allerlei ongemakken. Toch bracht Marius met zyn komische uit vallen en Provencaalsch accent nu en dan eeni ge afwisseling en wat leven in de drukkende en benauwende stilte. „Kapitein, kapitein, wat gebeurt er eigenlyk met ons? „Als ik het weet, Marius, zal ik het je zeggen." antwoordde Pennyless, lachende. „Ach, kapitein, als jufrouw Eriquette eens hier was!" „Je hebt volkomen gelijk, Marius, merkte mistress Claudia op; „Friquette ontbreekt er aan. „Wat doet ze tegenwoordig?" „Ze moet te Parijs zyn by haar ouders; zij wacht, geloof ik, tot de oorlog op Cuba geëin digd is; dan gaat ze trouwen met haar verloof de, 'n neef van haar, kapitein Robert. „Wat 'n spyt zal ze ervan hebben dat ze be dankt heeft voor uw uitnoodiging om mee te gaan en de reis rond de wreld te maken. En toch had ze wel zin in zoo'n tochtje met de mooie „Pennyless," maar zy was bang haar ouders daardoor verdriet aan te doenvoor al haar moeder hield haar graag thuis. En daar om zei ze maar dat het eentonig zou worden. Eentonig, haha!.... Dat gevecht tegen de kro kodillenuwe arrestatiedie zwarte worg- doeken van de Hindoes.... uw dood.... uw herleving.... onze vlucht.... onze ontmoeting met deze twee kinderen En dan te denken, dat ze my, wanneer ik dat alles verhaal, natuuriyk zullen uitmaken voor 'n opschepper, 'n fantastOch, mademoiselle Friquette, wat zou dat alles 'n kolfje naar je hand zyn gewest!" Men moest lachen om deze ontboezeming die, in haar zonderlingen vorm toch niets anders was dan een gevoelige herinnering aan een ge liefde afwezige. En Rama liep altijd maar doorDoch men moest daaraan viel nu eenmaal niets te doen stilhouden vlak by 'n dorp. Het begon don ker te worden en de vlucht kon dus niet wor den voortgezet. Daarenboven was men totaal zonder provisie, zonder vast of vloeibaar voed sel. De kapitein besloot te kampeeren, na den fa kir en den mahoet van Scindiah die. na den dood van zyn dier, werkloos was, te hebben uitgezonden om proviand op te doen. Ofschoon meer dood dan levend tengevolge van de ellende, welke zy by het spoorwegonge luk te doorstaan hadden gehad, hadden aPtrick en Mary gedurende dezen pynlijken tocht geen klacht geuit De kinderen hadden zich zeiven geweid aangedaan en zich dapper gehouden. Mary scheen er nog het ergste aan toe. Toen Marius en Johnny de twee cambodga-matras- sen voor haar openvouwden, viel zy bewuste loos daarop neear. Mistress Claudia verkoelde haar brandend hoofdje en verzorgde haar met de teederheid eener ofidere zuster. D mahoet bracht "n paar Indische citroenen mee en de jonge vrouw perste het sap ervan uit tusschen de lippen van het meisje, dat "n zwak: „dank u!" deed hooren en daarna druk begon te spreken, als in ylkoorts. Van zyn kant hield de kapitein zich bezig met Patrick en trachtte dezen wat op te voo- lyken. De jongen was daarvoor vol dankbaarheid en werkte zooveel mogelyk mede, maar dat kon niet verhinderen dat hem nu en dan de tranen in de oogen kwamen. Ten slote kon hy zich niet langer goed houden en barstte in een ze nuwachtig huilen uit. „Mijnheer." stamelde hy, „u zult zeggen dat ik kinderachtig ben.... maar ik heb alles ver lorenik heb zooveel verdriet als iemand maar hebben kan.... .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9