Nog steedsde oorlogsschulden
-
Herinneringen aan Apponyi
Presidentsvrouwen
Regeeringscrisis
in België
VOOR MENSCHENRECHT
EN VOLKSEER
MUSSOLINI'S ANTWOORD
AAN FRANKRIJK
DONDERDAG 16 FEBRUARI
DE BESPREKINGEN TE
WASHINGTON
Een president der Ver. Staten is
niet de kwasie-dictator, waar
voor men hem houdt
Engeland gedwongen
tot concessies?
Gaat Mr. Chamberlain niet
naar Amerika?
OM HET VAK TE LEEREN
Zeventien jaren in de gevangenis
doorgebracht
HOLLAND-INDIE DOOR DE LUCHT
Franz Liszt-wedstrijd
BOEK EN BLAD
„De Wandelaar"
www
II
r
Na het 1 ÖOste vliegtuighierboven afgebeeld, vertrok heden
het 117e, dat weer het 100ste was in regelmatigen dienst
De meest verheven gestalte van
den Volkenbond, de eerbied
waardigste aller politici
in Europa
De groote Katholiek
gmiiiiiiiiiiiiiiii Graaf Apponyi niiiniiiiiiiiiii^
De regeering in de Kamer in de
minderheid; de koning wei
gert ontslag
Bedenktijd van 24 uur
Koninklijk schrijven
De a.s. verkiezingen in
Duitschland
Tweehonderdduizend afgevaardig
den en een millioen candidaten
frankrijk wil niet en zal ook niet
ontwapenen"
Explosie te Triest
Radja van Ra ja overleden
LONDEN, 13 Februari 1933.
Een week geleden kwam Sir Ronald Lindsay,
de Britsche ambassadeur te Washington, hier
aan om rapport uit te brengen over zijn bespre-
kringen met den „president-elect", mr, Roose
velt. Heden heeft hij zijn vijfde conferentie met
de Schuldencommissie uit het kabinet, bestaan
de uit den eersten minister, mr. Baldwin, mr.
Chamberlain mr, Runciman en Sir John Simon.
Later op den dag zal deze ccmmissie de door
haar genomen voorloopige besluiten aan het
volledige kabinet mededeelen en morgen ver
trekt Sir Ronald, indien althans niets tusschen-
beiden komt, weder naar de Vereenigde Staten.
Een week later komt hij daar aan, en dan zal
het nog slechts veertien dagen duren alvorens
op 4 Maart de nieuwe president zijn in
tocht houdt in het Witte Huis. Zoowel te Lon
den als te Washington stelt men er prijs op,
dat de besprekingen zoo spoedig mogelijk een
aanvang zullen nemen.
De voorbereidingstijd is dus niet lang; hi;
zou lang genoeg zijn indien Sir Ronald's be
zoek aan Londen tot gunstige resultaten ge
leid had, maar ofschoon omtrent die resultaten
wel niets bekend gemaakt zal worden alvorens
de ambassadeur den oceaan overgestcken is,
weet men tcch genoeg om te kunnen zeggen,
dat de moeilijkheden zeker niet geringer zijn
dan men vóór Sir Ronald's aankomst te Lon
den gedacht had.
Resultaten in den eigenlijken zin kon zijn be
zoek natuurlijk niet hebben. Hij heeft rapport
uitgebracht, hij heeft de ministers ook ingelicht
omtrent de „stemming" van het Amerikaansche
Congres. Waren die inlichtingen bemoedigend
geweest, dan had men in zooverre van resulta
ten mogen spreken, dat een bevredigende op
lossing van het schuldenvraagstuk naderbij ge
bracht was. Maar Sir Ronald heeft zich ge
dwongen gezien allen nadruk te leggen op de
zeer groote moeilijkheden. En één dier moei
lijkheden welke men in Engeland steeds on
derschat is hierin gelegen, dat een president
der Vereenigde Staten niet de kwasi-dictator
is, waarvoor men hem houdt; zijn macht is
zeer beperkt, niet alleen constitutioneel, maar
ook feitelijk, doordat het Congres steeds zeer
na-i)Verig geweest is op zijn bevoegdheden en
hierdoor geneigd is de uitvoerende macht,
welke belichaamd is in den president, dwars
te zitten. Het congres heeft zijn volle kracht
doen gelden in de dagen van president Wilson,
dien het voor de oogen van heel de wereld ver
loochend heeft; het zou thans hetzelfde doen
met mr. Roosevelt indien deze ten aanzien van
de oorlogsschulden een politiek volgde, die niet
met de inzichten der democratische meerder
heid strookt.
Een Britsch Eerste Minister is tamelijk ze
ker van een meerderheid in het Parlement voor
zijn internationale staatkunde, zelfs wanneer
zijn positie overigens zwak is, gelijk die van
mr. MacDonald, toen deze nog aan het hoofd
der Labour-regeering stond. Dit komt gedeel
telijk doordat de partijen het over de beginselen
der buitenlandsche politiek met elkaar eens
zijn; anderdeels docrdat een Britsch Premier
niet, gelijk een Amerikaansch president, voor
een vast tijdperk van de macht verzekerd is, en
dus voortdurend afhankelijk blijft van de gunst
van het Parlement, dat bijgevolg minder ge
neigd is hem met argwaan te bejegenen.
In Amerika nu schijnt het publiek ten aan
zien van het schuldvraagstuk even gevoelig te
zijn als het dertien jaren geleden was met be
trekking tot het verdrag van Versailles en het
Volkenbcndsverdrag. Roosevelt heeft ongetwij
feld het lot van president Wilson voortdurend
voor oogen, en sinds Sir Ronald's aankomst te
Londen is men hier in regeeringskringen gaan
inzien, dat niet de persoonlijke inzichten van
den nieuwen president, doch die van het Ame
rikaansche publiek het zwaarst wegen. Of
schoon Frankrijk op 15 December eenvoudig
niet betaald heeft, stelt de meerderheid van
het Congres te Washington zich nog steeds op
het standpunt, dat zij even eenvoudig decretee-
ren kan, dat op 15 Juni Engeland de nieuwe
half-jaarlitksche betaling doen moet.
Hiertegenover staat de openbare meening in
Engeland, dat Frankrijks houding van twee
maanden geleden nooit afgekeurd heeft en ver
wacht dat Engeland over vier maanden hetzelf
de zal doen, indien vóór dien tijd geen nieuwe
regeering tot stand gekomen is.
Mr. Neville. Chamberlain heeft die openbare
meening achter zich gehad toen hij in zijn rede
te Leeds en in een interview met Amerikaan
sche journalisten het bekende standpunt uit
eenzette, dat regelrecht indruischt tegen de
aanvankelijk doer mr. Roosevelt gestelde „voor
waarden", en volgens hetwelk de oorlogsschul
den-politiek geïnspireerd zou moeten worden
door de te Lausanne ten opzichte van de Duit-
sche reparaties gehuldigde beginselen.
dat, ofschoon nog niet officieel, tcch van „wel
ingelichte zijde" beweerd wordt, dat mr.
Neville Chamberlain niet deel zal uitmaken
van de Britsche delegatie naar Washington,
omtrent welker samenstelling evenwel nog geen
definitief besluit genomen is. Men gelooft ech
ter, dat de heeren MacDonald en Runciman,
aan het hoofd van een gezelschap experts, den
oceaan zullen oversteken.
Indien dit juist is, d.w.z., indien mr. Cham
berlain thuis blijft, dan zal dit officieel waar
schijnlijk hieraan toegeschreven worden, dat
hij zich thans, met het Oog op de voorberei
ding der begrooting, niet uit Engeland verwij
deren kan. Maar de voornaamste reden zal
toch zijn, dat aan het steeds door hem ingeno
men standpunt niet langer door zijïi collega's
vastgehouden wordt. En zelfs indien hij tóch
naar Washington mocht gaan, dan is het feit,
dat dit op het oogenblik als zeer onwaarschijn
lijk beschouwd wordt, voldoende om zich een
denkbeeld te vormen van den huidigen stand
van zaken.
Mr. Chamberlain heeft zich steeds ertegen
verzet, dat de te Washington te behandelen
onderwerpen zoodanig zouden worden uitge
breid. dat het schuldenvraagstuk slechts een
onderdeel der agenda zou werden. Hij heeft
zich steeds ertegen verzet dat Engeland con
cessies zou doen in ruil voor een schuldrege
ling. Thans neemt men aan, dat heden aan het
kabinet zal worden voorgesteld, dat den onder
handelaren volmacht verleend zal worden de
onderhandelingen, in overeenstemming met de
Amerikaansche wenschen, uit te strekken over
een veel ruimer terrein, zelfs over dat der
Wereld Economische Conferentie.
In dit geval breekt Engeland met het tot nu
toe ingenomen standpunt, in de hoop aldus mr
Roosevelt in staat te stellen het Congres gun
stiger te stemmen voor een definitieve schul
denregeling, iets dat alleen mogelijk zal zijn in
dien hij van Engelsche concessies verzekerd is.
Vooral mr. MacDonald schijnt, na de bespre
kingen met Sir Ronald Lindsay, hiervan iets
te hepen.
Maar, gelijk reeds gezegd, een definitief be
sluit moet nog genomen worden, en het zal
voorloopig wel niet bekend gemaakt worden.
De algemeene indruk is evenwel deze, dat de
meerderheid van de schuldencommissie uit het
kabinet uit de inlichtingen van den ambassa
deur de conclusie getrokken heeft, dat althans
in beginsel belangrijke concessies noodzakelijk
zijn. Vertrekt morgen Sir Ronald, dan mogen
wij aannemen, dat het kabinet zijn goedkeu
ring gehecht heeft aan de besluiten der schul
dencommissie; vertrekt hi; hetgeen evenwel
onwaarschijnlijk is niet, dan zou hieruit af
geleid kunnen worden, dat het kabinet vast
houdt aan het zoo duidelijk door mr. Cham
berlain geformuleerde standpunt.
Aldus is, volgens de in diplomatieke kringen
heerschende meening, de oogenblikkelijke toe
stand. Hij kan zich wijzigen. Maar één ding
staat vast; het rapport van den ambassadeur
heeft mr. MacDonald en diens collega's doen
inzien, dat alleen dan iets bereikt kan worden,
indien de Britsche regeering mr. Roosevelt ar
gumenten (in den vorm van tarief- of andere
concessies) aan de hand doet, waarmee deze
het Congres voor zich kan winnen.
Voor het Haagsch Gerechtshof heeft
terecht gestaan A. P. de L., iemand van
middelbaren leeftijd, die reeds 26 maal we
gens oplichting is veroordeeld en thans in
hooger beroep was gekomen van een vonnis
van de Haagsche Rechtbank, waarbij hij op
nieuw wegens eenzelfde feit tot 6 maanden
gevangenisstraf was veroordeeld.
In zijn requisitoir, aan het slot waarvan be
vestiging van het vonnis werd gerequireerd,
schetste de advocaat-generaal mr. Brants de
gedragingen van dezen verdachte als het top
punt van virtuositeit. Ondanks de herhaalde
veroordeelingen die dezen man een 17-tal ja
ren in de gevangenis deden doorbrengen, na
dat hij tallooze menschen wist op te lichten,
volgens zijn systeem, steeds voor kleine bedra
gen, komt hij opnieuw voor het gerecht, want
gebleken is dat De L. in de cel steeds nieuwe
methodes uitdenkt om zich in zijn vak te per-
fectionneeren en zijn optreden is dan ook van
dien aard, dat spr. er de grootste bewondering
voor moet hebben, getuige, dat verdachte zelfs
kans heeft gezien er een achtbaar lid der ba
lie, niet den eersten den besten, in te laten
vliegen.
Verdachte, die van goede familie is ziet, vol
gens spreker, schijnbaar geen kans ook maar
iets anders te praesteeren dan oplichten. Ware
hij tooneelspeler geworden, er zou uit hem een
groot acteur gegroeid zijn. Zijn naam doet
spr. denken aan den lijster uit Rostand's „Chan-
tecler", met dit verschil dat deze verdachte
niet altijd kan zorgen dat hij uit de voeten is.
Na de verschillende verrichtingen van ver
dachte in het licht te hebben gesteld, be
toogde spr. dat De L., niet voor eenige verbe
tering vatbaar is.
Ditmaal heeft hij naar spr.'s meening wel
een record geslagen, n.l. door op deze zitting
een getuige a charge om te tooveren in een
getuige a décharge zoodat spr. niet anders kon
doen dan dezen uitschakelen.
Tegen dit requisitoir had De L., die met
volle aandacht geluisterd had, het een en an
der in het midden te brengen.
Vooreerst merkte hij op dat de advocaat-ge
neraal hem tegenover het Hof en de publieke
tribune belachelijk had willen maken. Vervol
gens betoogde hij uitvoerig dat hij nimmer ge
holpen is, noch door de reclasseeringi noch
door eenig ander lichaam.
In de gevangenis past hij zooals de ad
vocaat-generaal reeds gezegd had voorbeel
dig op. Hij kreeg dan ook alle mogelijke faci
liteiten.
Met veel waardeering sprak hij voorts over
een aantal met name genoemde justitieele
ambtenaren, zooals officieren van justitie en
rechters-commissarissen, doch hij was veel
minder te spreken over den psychiater, vol
gens hem een von Papen de Tweede.
Tenslotte betoogde verdachte dat hij voor
een totaal bedrag van 400 hij zeide nie
mand ernstig te willen benadeelen een hal
ven menschenleeftijd opgesloten werd, waar
anderen die 'n flinken slag sloegen en velen
ernstig dupeerden er met een geringe straf af
kwamen.
Na nog te hebben betoogd dat hij niet voor
gek wenschte te worden verklaard, bleef er
voor den verdediger niets anders over dan na
mens verdachte te verzoeken dezen voorwaar
delijk ter beschikking van "de Regeering te
stellen.
In het voorjaar organiseert de stad Budapest
een grooten wedstrijd ter eere van Franz Liszt.
De nadere voorwaarden tot deelneming aan
den wedstrijd zullen den componisten van alle
landen nog nader medegedeeld worden.
Zooeven verscheen bij den uitgever A. G.
Schoonderbeek te Laren de Februari-aflevering
van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan
natuurstudie, natuurbescherming, heemschut,
geologie, folklore, buitenleven en toerisme.
Jan P Strijbos is in 't afgeloopen voorjaar
naar de Camargue in Zuid-Frankrijk getrok
ken en vertelt nu onderhoudend van zijn avon
turen met vogels, vooral de sierlijke steltkluten.
Interessant is eveneens wat W. Meijer Cluwen
meedeelt omtrent wildwallen en wildgraven, die
nu nog op de Veluwe kunnen worden vastgesteld.
Rinke Tolman, de redacteur, bracht tien
hittegolfdagen aan De Pook bij Almelo door en
deelt nu in een uitvoerige causerie mee, hoe hij
die dagen heeft verluierd enbesteed aan
't waarnemen van 't rijke vlinderleven.
Naar de oude havezate De Klenke liet J. H.
de Boer, die de natuurontluistering, welke op
tal van plaatsen is vast te stellen, betreurt, zijn
aandacht uitgaan.
De heuvelrug van Amersfoort tot Soesterberg
is het onderwerp eener geologische schets van P.
v. d. Lijn, de moeilijke problemen der astrono
mie worden aangeroerd door A. C. de Koek, ter
wijl H. F. Wiegman belangstelling vraagt voor
nachtbloemige jasmijn en tooverhazelaar; twee
bloeiende heesters in den winter.
Noemen wij tenslotte nog het artikel van P.
L. Rusticus over de werkzaamheden te verrich
ten in den Februaiituin en van D. J. Holsteijn
over het Welsumer hoen.
Ook nu weer gelijk steeds is er een uit
voerige rubriek „Van en voor de lezers (natuur
historisch allerlei), waarin onder meer over
avonturen met sperwers en torenvalken wordt
geschreven.
Tal van fraaie afbeeldingen op nagenoeg elke
bladzijde vormen een sierlijke aanvulling van
den gevarieerden tekst.
A
Maar een deel van het Amerikaansche pu
bliek heeft aan mr. Chamberlain's uitlatingen
hevig aanstoot genomen. Er bestaat in Amerika
een anti-Engelsche strooming. Deze gaat met
alleen uit van Iersch-Amerikanen en sommige
met-Angel-Saksische elementen der bevolking,
maar ock van onvervalschte Yankees, en in
het bijzonder van het nationalistische deel van
het publiek. De grootste dagbladtrust van
Amerika, de Hearst pers, is fel anti-Britsch;
zi; was trouwens in de oorlogsjaren steeds on
voorwaardelijk op de hand van Duitschland.
Met zulke machten moet rekening gehouden
worden. De Hearst-bladen hebben de laatste
week mr. Chamberlain de huid vol geschol
den; nieuwe leden van het Congres hebben van
anti-Britsche zijde herdrukken van mr. Cham
berlain's rede toegezonden gekregen met
vriendelijk verzoek te voorkomen, dat de re
geering het Britsche standpunt aanvaardt.
Kortom: er schijnt geen sprake van te zijn, dat
mr. Roosevelt op een eenigszins aanzienlijk
deel van het Amerikaansche publiek zou kun
nen rekenen, indien hij concessies van eenig
belang aan Engeland mocht willen doen.
Dit alles heeft Sir Ronald den Britschen
ministers blijkbaar onder de oogen gebracht,
en van regeeringszijde begint men de openbare
meening erep voor te bereiden, dat te Was
hington hoogstwaarschijnlijk niet datgene ver
kregen zal worden wat men gehoopt had Op
dat president Roosevelt erin slagen zal het
Congres tot een meer realistische zienswijze te
brengen, zal hij in ieder geval moeten kunnen
wijzen op tegen-prestaties van Britsche zijde.
En dezen zouden vermoedelijk gevonden moe
ten worden op fiscaal en monétair gebied.
En in dit verband is het zeer opmerkelijk
Albert Apponyi behoort tot de menschen, die
ik 't meest heb vereerd en door wiens verschei
den van deze aarde ik allersmartelijkst ben ge
troffen. In het jaar 1908 leerden wij elkander
kennen ter gelegenheid van de allereerste phi-
losophische lezing, die ik in het openbaar hield,
in het Heerenhuis van Boedapest. Toen maakte
Apponyi den indruk van een bijna nog jongen
man. Pas op den leeftijd van 50 jaren was hij
getrouwd en naar alles, wat ik gehoord heb,
scheen hij toen pas het uitzien te hebben van
een man van dertig. Zijn levensrhythme was
een ander dan dat van alle menschen, die ik
ooit heb ontmoet. De wonderlijke frischheid, die
hij van het einde van den wereldoorlog tot aan
zijn laatsten dag aan den dag legde, komt daar
vandaan, dat hij physiologisch een kwarteeuw
jonger was dan hij jaren telde.
Van zijn ouders nam hij alleen de supe
rieure wijsheid over. Toen hij eens sprak
over wezen en zin der autoriteit, sprak de
groote jurist, graaf Dohna bewogen de woor
den: „Zoo iets bestaat er en ik had er geen idee
van." Ik weet niet, of de politieke ideeën van
graaf Apponyi juist waren of niet, maar nooit
heb ik een zulk haast bovenmenschelijk niveau
gekend, vanwaar uit hij voor deze ideeën op
kwam.
Wij stonden menschelijk met elkander in enge
voeling. In de laatste jaren correspondeerden
jn het vólgende artikel, dat de
„Kölnische Volkszeitung" publiceerde,
H schrijft de niet-katholieke graaf Key-
H serling met eerbiedige waardeering
H over den grooten Katholiek Albert
1 Apponyi.
wij veel over ouder worden en dood. Ik heb
brieven van hem, die op één lijn kunnen wor
den gesteld met antieke geschriften „de senec-
tute," over den ouderdom. En wat altijd weer
geweldigen indruk op mij maakte, zóó, dat ik
slechts eerbiedige bewondering kon voelen, was
zijn Katholiek-Christelijk geloof. Dit was zoo
rotsvast, zoo echt, dat geen lijden, noch dood
hem eenige vrees injoeg. Voor mij is het in
teressantste uit onze briefwisseling het gedeelte
over mijn boek „Südamerikanische Meditatio-
nen." Met den inhoud van dit boek kon hij zich
niet vereenigen. „Met droefheid," schreef hij,
„las ik, wat u over den dood schreef." Voor hem
bestonden niet de verschrikkelijkheden van het
aardsche bestaan en wat daarna komt, want
voor hem was die bovennatuurlijke orde zóó
I werkelijk, zóó als van zelf sprekend, dat Gods
BRUSSEL, 15 Febr. (Reuter). De Kamer
heeft hedenmiddag met 82 tegen 72 st. en
5 blanco een Socialistische motie aangenomen,
waarin de beslissing van den minister van Bin-
nenlandsche Zaken, om de gemeenteraads-ver-
kiezingen te Hastiere te annuleeren wordt ge
laakt.
Na de stemming over deze op zichzelf onbe
duidende kwestie verhief minister-president de
Broqueville zich van zijn zetel en verklaarde
het noodig te achten, het collectief ontslag van
het kabinet in te dienen.
Uit den uitslag blijkt, dat 13 liberalen met
de socialisten, frontisten en communisten heb
ben meegestemd.
De links-liberalen uit de Kamer en den Se
naat, die na afloop van de Kamerzitting de door
de regeeringscrisis geschapen toestand bespra
ken, constateerden dat het tegen-stemmen der
liberalen in het geheel niet beteekende, dat zij
kritiek wilden oefenen op de regeeringspolitiek.
De liberale ministers hadden nog hun volle
vertrouwen.
Zij verklaarden zich bereid opnieuw mede te
werken aan het samenstellen van een nieuw
kabinet op dezelfde basis als van het thans
demissionnaire kabinet.
Nader wordt geseind, dat koning Albert ge
weigerd heeft het ontslag der regeering te aan
vaarden.
De Broqueville vroeg daarop 24 uur bedenk
tijd, alvorens op dezen wensch van den vorst
te antwoorden.
Als opvolger van Poullet (den minister van
Binnenlandsche Zaken, die aanleiding tot deze
genade, slechts met uitzondering van de hel,
voor hem alles verklaarde en duidelijk maakte.
En ook het aardsche op zich zelf was voor hem
niet het massieve, het zware, wat het voor mij
is. Als een der weinigen, geheel echten en tege
lijk grooten van het vurige, rotsvaste middel-
eeuwsche Christusgeloof leefde hij in de mo
derne wereld.
En hij stond ook rechtvaardig tegenover deze
moderne wereld, maar van zijn eeuwigheids
standpunt uit, van zijn gefundeerdheid in de
eeuwigheid. In dezen zin en juist daarom heeft
hij een zoo groote beteekenis gehad voor zijn
land, voor Europa, ja voor héél de wereld. Te
midden van een menschheid, die door stroomen
van oppervlakkigheid dan hier- dan daarheen
wordt getrokken en gesleurd, streed graaf
Apponyi zonder aarzelen en ophouden voor dat,
wat altijd waarde heeft: voor menschenrecht en
volkseer, voor rechtvaardigheid en humaniteit.
En hij streed ook met tijd-looze wapenen: met
dien onbuigzamen moed, met die volkomen
superioriteit, die het kenteeken is van den
werkelijk vrijen man, van den werkelijk geheel
echten edelman, wat hem ook uiterlijk zou over
komen. Derhalve was hij verreweg de verheven-
ste gestalte van den Volkenbond, derhalve was
hij verreweg de eerbiedwaardigste onder alle
staatslieden van Europa.
Zijn dankbaar volk had den graaf een eere-
gave aangeboden met het verzoek, rijn herinne
ringen te willen schrijven. Hij zelf deelde mij
mede, dat die mémoires een streng gerecht zou
den houden over zijn tijd en ook over zich zelf.
In de laatste jaren stond de graaf zelfs op
wonderbare wijze boven zichzelf. Hij was als een
eeuwige geest, belichaamd in de gestalte van
een patriarch. 1)
GRAAF HERMANN KEYSERLING
1) Sedert eenige jaren had graaf Apponyi,
reeds tijdens zijn leven dus, een soort monu
ment in Boedapest. Men gaf aan een plein zijn
naam. Op een gedenkplaat ter plaatse staat:
„Dit plein ontving den naam van een man,
die een sieraad is van ons tijdvak, van den be
roemden zoon der natie, graaf Apponyi. Zijn
tijdgenooten wilden de zuiverheid van zijn le
ven, zijn onbaatzuchtigheid, zijn grootheid
van karakter en zijn wonderbare welsprekend
heid eeren, die hij gebruikt heeft in den dienst
van zijn vaderland. Gij, Hongaar, die deze re
gels hier vluchtig leest, behoud in uw hart
zijn glorierijke gedachtenis."
regeeringscrisis heeft gegeven) wordt genoemd
Van Cauwelaert.
BRUSSEL, 15 Febr. (Reuter.) In den brief,
waarin de koning het ontslag van het kabinet-
De Broqueville van.de hand wijst, verklaart hij:
het land zou niet kunnen begrijpen, dat het
lot van een regeering, die zich het herstel van
den financieelen en economischen toestand der
natie tot taak heeft gesteld, gebonden kan zijn
aan de kwestie, of de verkiezingen in een dorp
geldig waren. Daarom kan de koning het ont
slag niet aanvaarden.
BERLIJN, 15 Febr. (V. D.) Volgens een ge
maakte berekening zullen op 5 en 12 Maart
a.s„ de beide eerste Zondagen in deze maand,
in Duitschland niet minder dan tweehonderd
duizend volksvertegenwoordigers moeten wor
den gekozen.
Op deze beide dagen moeten worden geko
zen ongeveer zeshonderd leden van den Rijks
dag, ongeveer viernonderd afgevaardigden voor
den Pruisischen Landdag, en ongeveer elfdui
zend afgevaardigden voor provinciale landda
gen en districtsraden in Pruisen.
Hierbij komen de zeer vele leden van ge
meenteraden, die eveneens in Pruisen opnieuw
moeten worden gekozen. In Pruisen zijn onge
veer 1100 steden, die gemiddeld twintig ge
meenteraadsleden kiezen (Berlijn 225). Geko
zen moeten dus worden voor de gemeenteraden
ongeveer 22.000 leden. In 30.000 Pruisische
gemeenten moeten verder gekozen worden ge
middeld 5 tot 6 gemeenteraadsleden, in totaal
dus 150 tot 180.000 gemeenteraadsleden. Op de
beide eerste Zondagen in Maart moeten in het
Rijk en Pruisen dus ongeveer 200.000 volksver
tegenwoordigers worden gekozen.
Daar een groot aantal partijen aan den
verkiezingsstrijd deelneemt, kan het aantal
candidaten op minstens een millioen geschat
worden.
MILAAN, 15 Febr. (V. D.) Het orgaan van
Mussolini, de „Popoio d'Italia". wijdt nogmaals
een uit Rome gedateerd hoofdartikel aan de
Fransche beweringen over een geheim Itali-
aansch-Duitsch-Hongaarsch verdrag. Het blad
neemt hiertegen op zeer scherpe wijze stelling.
Het ziet in deze niet te qualificeeren Fransche
mystificatie- en leugencampagne een directen
aanslag op den vrede. Wie zou eigenlijk na de
verspreiding van dergelijke gifgassen, die be
stemd zijn om de Europeesche volken in ver
warring en angst te brengen, nog kunnen ge-
looven aan de oprechtheid van de Fransche
vredesliefde en aan de ernst der bedoelingen,
om te komen tot verbetering der Fransch-Itali-
aansche betrekkingen? vraagt het blad. De
waarheid is, dat Frankrijk niet wil ontwapenen
en ook niet zal ontwapenen. Het zal geen enkel
geweer opgeven, doch teneinde zich vcor de
wereld een alibi te verschaffen, gaat het zich
te buiten aan fantasterijen over geheime bond
genootschappen en oorlogsgevaren aan den
overkant van den Rijn en den overkant van de
Alpen. Het artikel zegt verder letterlijk:
„Wij kennen thans degenen, die den vrede
willen en degenen, die een oorlog voorbereiden
om Europa te beheerschen. De verantwoorde
lijkheid staat thans vast. Geen mensch bedreigt
Frankrijk, doch het is Frankrijk, dat met zijn
tot het oneindige toegenomen bewapening, met
zijn geest van intriges, met zijn eerzucht, met
zijn wil, zij het dan ook niet heilig egoïsme,
met zijn ongehoorde oer-oude ontkenning van
de behoeften van andere volken, met zijn bond
genootschappen en met zijn door de kanonnen-
fabrikanten gefinancierde pers .Europa en de
wereld bedreigt."
TRIEST, 15 Febr. (Reuter.) In de machine
kamer van een mineraal-olie-raffinaderij is een
zuurstof-cylinder ontploft.
Vijf personen, o. w. de plaatsvervangende di
recteur, werden gedood, zes werden gewond.
Mevrouw Anna Eleanor Roosevelt, de
vrouw van den nieuwgekozen president
der Vereenigde Staten, heeft zoo juist
een bezoek gebracht aan het Witte Huis, waar
zij van 4 Maart a.s. af als Amerika's „first
lady" zal zetelen. Mevrouw Hoover zelf had
haar opvolgster uitgenoodigd; zij leidde haar
minzaam rond door de vele vertrekken, die vier
jaar lang de hare zijn geweest en mevrouw
Roosevelt heeft verklaard, dat zij ze keurig en
met smaak vond ingericht en dat zij er heusch
niets aan zou weten te wijzigen. Het zijn twee
beschaafde vrouwen, mevrouw Hoover en me
vrouw Roosevelt, en dus vielen zij geen van
tweeën uit de rol, die het leven ons zoo vaak
oplegt, namelijk onze diepste en eerlijkste ge
voelens voor ieder ander verborgen te houden.
Want feitelijk had het heele bezoek een wran
gen bijsmaak; het doet een heel klein weinigje
denken aan een ongeduldige kroonprinsenge
malin, die het oogenblik niet kan verbeiden,
waarop zij naast haar man zal zitten op den
troon, die nog niet vacant is gekomen....
Nu Calvin Coolidge nog pas onlangs is over
leden, bezitten de Vereenigde Staten merk
waardigerwijs niet één nog in leven zijnden
oud-president, zoodat Herbert Hoover na 4
Maart in dit opzicht een monopolie zal hebben.
Gezien de groote mortaliteit, schijnt het vak
van staatshoofd allerminst een sinecure te zijn.
Daarentegen verheugen de Vereenigde Sta
ten zich in het bezit van niet minder dan zes
presidentsvrouwen. Na 4 Maart zullen het er
dus zeven zijn en de scherpzinnige lezer zal
reeds hebben berekend, dat mevrouw Hoover
de eenige van het zevental zal zijn, die geen
weduwe is. Althans, dat hopen wij.
Men hoort nog slechts zelden van deze vroe
gere „first ladies". Zoolang zij nog in glorie
zetelden in het Witte Huis, verschenen haar
namen in reuzenletters op de voorpagina's der
Amerikaansche bladen. Dan verdwenen zij
zoowel uit het Witte Huis als van de voorpa
gina's. Nog slechts een enkele maal hielden de
bladen zich met haar bezig en thans slijten zij
heur levens, in teruggetrokkenheid en vrijwel
door ieder vergeten. Het leven gaat nu een
maal overal snel en speciaal in de Vereenigde
Staten lijkt het veel op een versnelde film, of
op Jagemaut's wagen, die alles verplettert on
der zijn zware, wielen.
Wie weet b.v., dat nog altijd de weduwe in
leven is van Harrison, die omstreeks 1890 het
presidentschap der Vereenigde Staten bekleed
de? Toen zij in 1892 met Benjamin Harrison in
het huwelijk trad, was hij trouwens al presi
dent-af en weduwnaar. Mevrouw Harrison
woont in New York en zij interesseert zich nog
steeds voor de politiek. Maar de politiek steit
geen belang meer in haar.
Een andere presidentsweduwe is mevrouw
Taft. Zij trouwde in 1898 met den lateren pre
sident en samen vierden zij hun zilveren hu
welijksfeest in 't Witte Huis. Mevrouw Taft
woont te Washington in een prachtig huis,
omgeven door een stoet van oude gedienstigen.
Mevrouw Grace Goodhue Coolidge, pas
sinds luttelen tijd weduwe, is voorloopjg terug
getrokken blijven leven in haar ÏSSdhuis in
den staat Vermont. Zij was tijdens 't president
schap van haar man een der weinige waar
lijk gracievolle presidentsvrouwen, die het
Witte Huis heeft gekend.
Mevrouw Wilson kan men menigmaal in de
Europeesche hoofdsteden en ook vaak te Ge-
nève ontmoeten. Zij was nog een jonge, wegens
haar knap uiterlijk vermaarde weduwe, toen
president Wilson zich in 1915 met haar ver
loofde. Toen kwamen ook voor de Vereenigde
Staten de oorlogsjaren, die van haar man een
nationalen held maakten en tenslotte de vre
desonderhandelingen, die hem tot een zielig,
volkomen zenuwziek wrak deden worden. Want
Woodrow Wilson, die uit Amerika naar Europa
was gekomen, om aan de wereld den vrede te
rug te brengen, zag al zijn idealen schipbreuk
lijden onder de gladde diplomatenkunst van
een Lloyd George en het felle nationalisme
van een Clemenceau. Wat mevrouw Wilson be
treft, zij is nog een late nakomelinge van een
beroemd geworden Indiaansche schoone. de
prinses Pocahontas, die in de koloniale geschie
denis van Virginia een groote rol heeft gespeeld
en tenslotte stierf aan een gebroken hart. in
een kerk in Engeland werd haar stoffelijk
overschot ter ruste gelegd.
In leven is ook nog mevrouw Theodore Roo
sevelt, de weduwe van den „rough rider" uit
den Spaansch-Amerikaanschen oorlog van
1898, „Teddy", zooals zijn bijnaam luidde. Sa
men met haar regeerde tijdens het bewind van
haar wat turbulenten man ook hun oudste
dochter „prinses" Alice, die nog niet lang ge
leden haar moeder in den dood is voorgegaan.
Mevrouw Roosevelt bevindt zich op het oogen
blik op bezoek bij haar oudsten zoon, den
gouverneur van de Philippijnen.
En tenslotte wordt de rij gesloten door de
weduwe van president Cleveland, die al
1885 het Witte Huis binnentrok en een jaar
nadien er ook zijn vrouw binnenleidde. Me
vrouw Cleveland was het eenige jonge meisje,
dat als bruidje haar intrede deed in het Witte
Huis en nimmer heeft Washington een zóó
stralende landsvrouwe gekend als deze lieftal
lige presidentsvrouw, die het geluk van haar
jonge moederschap zoo onverholen liet blijken.
Na den dood van haar man trad zij in het hu
welijk met professor Preston, hoogleeraar aan
de bekende Princeton-universiteit.
(Nadruk verboden)
De telegrammen maakten reeds melding van
het overlijden van den zelfbestuurder van Raj®»
Toehan Kapoeltakan. De zelf bestuurder van
Raja bereikte, naar wij in de „Deli Courant
lezen een zeer hoogen leeftijd en oefende vee~f
gezag uit in den tijd, toen er van een Holland"
schen bestuursinvloed in de Bataklanden nos
maar heel weinig te merken was. Hi) heerscht
met strenge hand en was gevreesd, zoowel m
zijn vijanden als zijn onderdanen. Zooals me
zich zal herinneren, was hij, of althans
penghoeloebalei een der hoofdpersonen in he_
verzet tegen het Tobaneesch op de scholen»
over dezen interessanten taalstrijd werd reed^
veel geschreven. De overledene zal waarschijn
lijk worden opgevolgd door den Radja moed'-'
Toehan Gomok.