Nog steedsde oorlogsschulden - Herinneringen aan Apponyi Presidentsvrouwen Regeeringscrisis in België VOOR MENSCHENRECHT EN VOLKSEER MUSSOLINI'S ANTWOORD AAN FRANKRIJK DONDERDAG 16 FEBRUARI DE BESPREKINGEN TE WASHINGTON Een president der Ver. Staten is niet de kwasie-dictator, waar voor men hem houdt Engeland gedwongen tot concessies? Gaat Mr. Chamberlain niet naar Amerika? OM HET VAK TE LEEREN Zeventien jaren in de gevangenis doorgebracht HOLLAND-INDIE DOOR DE LUCHT Franz Liszt-wedstrijd BOEK EN BLAD „De Wandelaar" www II r Na het 1 ÖOste vliegtuighierboven afgebeeld, vertrok heden het 117e, dat weer het 100ste was in regelmatigen dienst De meest verheven gestalte van den Volkenbond, de eerbied waardigste aller politici in Europa De groote Katholiek gmiiiiiiiiiiiiiiii Graaf Apponyi niiiniiiiiiiiiii^ De regeering in de Kamer in de minderheid; de koning wei gert ontslag Bedenktijd van 24 uur Koninklijk schrijven De a.s. verkiezingen in Duitschland Tweehonderdduizend afgevaardig den en een millioen candidaten frankrijk wil niet en zal ook niet ontwapenen" Explosie te Triest Radja van Ra ja overleden LONDEN, 13 Februari 1933. Een week geleden kwam Sir Ronald Lindsay, de Britsche ambassadeur te Washington, hier aan om rapport uit te brengen over zijn bespre- kringen met den „president-elect", mr, Roose velt. Heden heeft hij zijn vijfde conferentie met de Schuldencommissie uit het kabinet, bestaan de uit den eersten minister, mr. Baldwin, mr. Chamberlain mr, Runciman en Sir John Simon. Later op den dag zal deze ccmmissie de door haar genomen voorloopige besluiten aan het volledige kabinet mededeelen en morgen ver trekt Sir Ronald, indien althans niets tusschen- beiden komt, weder naar de Vereenigde Staten. Een week later komt hij daar aan, en dan zal het nog slechts veertien dagen duren alvorens op 4 Maart de nieuwe president zijn in tocht houdt in het Witte Huis. Zoowel te Lon den als te Washington stelt men er prijs op, dat de besprekingen zoo spoedig mogelijk een aanvang zullen nemen. De voorbereidingstijd is dus niet lang; hi; zou lang genoeg zijn indien Sir Ronald's be zoek aan Londen tot gunstige resultaten ge leid had, maar ofschoon omtrent die resultaten wel niets bekend gemaakt zal worden alvorens de ambassadeur den oceaan overgestcken is, weet men tcch genoeg om te kunnen zeggen, dat de moeilijkheden zeker niet geringer zijn dan men vóór Sir Ronald's aankomst te Lon den gedacht had. Resultaten in den eigenlijken zin kon zijn be zoek natuurlijk niet hebben. Hij heeft rapport uitgebracht, hij heeft de ministers ook ingelicht omtrent de „stemming" van het Amerikaansche Congres. Waren die inlichtingen bemoedigend geweest, dan had men in zooverre van resulta ten mogen spreken, dat een bevredigende op lossing van het schuldenvraagstuk naderbij ge bracht was. Maar Sir Ronald heeft zich ge dwongen gezien allen nadruk te leggen op de zeer groote moeilijkheden. En één dier moei lijkheden welke men in Engeland steeds on derschat is hierin gelegen, dat een president der Vereenigde Staten niet de kwasi-dictator is, waarvoor men hem houdt; zijn macht is zeer beperkt, niet alleen constitutioneel, maar ook feitelijk, doordat het Congres steeds zeer na-i)Verig geweest is op zijn bevoegdheden en hierdoor geneigd is de uitvoerende macht, welke belichaamd is in den president, dwars te zitten. Het congres heeft zijn volle kracht doen gelden in de dagen van president Wilson, dien het voor de oogen van heel de wereld ver loochend heeft; het zou thans hetzelfde doen met mr. Roosevelt indien deze ten aanzien van de oorlogsschulden een politiek volgde, die niet met de inzichten der democratische meerder heid strookt. Een Britsch Eerste Minister is tamelijk ze ker van een meerderheid in het Parlement voor zijn internationale staatkunde, zelfs wanneer zijn positie overigens zwak is, gelijk die van mr. MacDonald, toen deze nog aan het hoofd der Labour-regeering stond. Dit komt gedeel telijk doordat de partijen het over de beginselen der buitenlandsche politiek met elkaar eens zijn; anderdeels docrdat een Britsch Premier niet, gelijk een Amerikaansch president, voor een vast tijdperk van de macht verzekerd is, en dus voortdurend afhankelijk blijft van de gunst van het Parlement, dat bijgevolg minder ge neigd is hem met argwaan te bejegenen. In Amerika nu schijnt het publiek ten aan zien van het schuldvraagstuk even gevoelig te zijn als het dertien jaren geleden was met be trekking tot het verdrag van Versailles en het Volkenbcndsverdrag. Roosevelt heeft ongetwij feld het lot van president Wilson voortdurend voor oogen, en sinds Sir Ronald's aankomst te Londen is men hier in regeeringskringen gaan inzien, dat niet de persoonlijke inzichten van den nieuwen president, doch die van het Ame rikaansche publiek het zwaarst wegen. Of schoon Frankrijk op 15 December eenvoudig niet betaald heeft, stelt de meerderheid van het Congres te Washington zich nog steeds op het standpunt, dat zij even eenvoudig decretee- ren kan, dat op 15 Juni Engeland de nieuwe half-jaarlitksche betaling doen moet. Hiertegenover staat de openbare meening in Engeland, dat Frankrijks houding van twee maanden geleden nooit afgekeurd heeft en ver wacht dat Engeland over vier maanden hetzelf de zal doen, indien vóór dien tijd geen nieuwe regeering tot stand gekomen is. Mr. Neville. Chamberlain heeft die openbare meening achter zich gehad toen hij in zijn rede te Leeds en in een interview met Amerikaan sche journalisten het bekende standpunt uit eenzette, dat regelrecht indruischt tegen de aanvankelijk doer mr. Roosevelt gestelde „voor waarden", en volgens hetwelk de oorlogsschul den-politiek geïnspireerd zou moeten worden door de te Lausanne ten opzichte van de Duit- sche reparaties gehuldigde beginselen. dat, ofschoon nog niet officieel, tcch van „wel ingelichte zijde" beweerd wordt, dat mr. Neville Chamberlain niet deel zal uitmaken van de Britsche delegatie naar Washington, omtrent welker samenstelling evenwel nog geen definitief besluit genomen is. Men gelooft ech ter, dat de heeren MacDonald en Runciman, aan het hoofd van een gezelschap experts, den oceaan zullen oversteken. Indien dit juist is, d.w.z., indien mr. Cham berlain thuis blijft, dan zal dit officieel waar schijnlijk hieraan toegeschreven worden, dat hij zich thans, met het Oog op de voorberei ding der begrooting, niet uit Engeland verwij deren kan. Maar de voornaamste reden zal toch zijn, dat aan het steeds door hem ingeno men standpunt niet langer door zijïi collega's vastgehouden wordt. En zelfs indien hij tóch naar Washington mocht gaan, dan is het feit, dat dit op het oogenblik als zeer onwaarschijn lijk beschouwd wordt, voldoende om zich een denkbeeld te vormen van den huidigen stand van zaken. Mr. Chamberlain heeft zich steeds ertegen verzet, dat de te Washington te behandelen onderwerpen zoodanig zouden worden uitge breid. dat het schuldenvraagstuk slechts een onderdeel der agenda zou werden. Hij heeft zich steeds ertegen verzet dat Engeland con cessies zou doen in ruil voor een schuldrege ling. Thans neemt men aan, dat heden aan het kabinet zal worden voorgesteld, dat den onder handelaren volmacht verleend zal worden de onderhandelingen, in overeenstemming met de Amerikaansche wenschen, uit te strekken over een veel ruimer terrein, zelfs over dat der Wereld Economische Conferentie. In dit geval breekt Engeland met het tot nu toe ingenomen standpunt, in de hoop aldus mr Roosevelt in staat te stellen het Congres gun stiger te stemmen voor een definitieve schul denregeling, iets dat alleen mogelijk zal zijn in dien hij van Engelsche concessies verzekerd is. Vooral mr. MacDonald schijnt, na de bespre kingen met Sir Ronald Lindsay, hiervan iets te hepen. Maar, gelijk reeds gezegd, een definitief be sluit moet nog genomen worden, en het zal voorloopig wel niet bekend gemaakt worden. De algemeene indruk is evenwel deze, dat de meerderheid van de schuldencommissie uit het kabinet uit de inlichtingen van den ambassa deur de conclusie getrokken heeft, dat althans in beginsel belangrijke concessies noodzakelijk zijn. Vertrekt morgen Sir Ronald, dan mogen wij aannemen, dat het kabinet zijn goedkeu ring gehecht heeft aan de besluiten der schul dencommissie; vertrekt hi; hetgeen evenwel onwaarschijnlijk is niet, dan zou hieruit af geleid kunnen worden, dat het kabinet vast houdt aan het zoo duidelijk door mr. Cham berlain geformuleerde standpunt. Aldus is, volgens de in diplomatieke kringen heerschende meening, de oogenblikkelijke toe stand. Hij kan zich wijzigen. Maar één ding staat vast; het rapport van den ambassadeur heeft mr. MacDonald en diens collega's doen inzien, dat alleen dan iets bereikt kan worden, indien de Britsche regeering mr. Roosevelt ar gumenten (in den vorm van tarief- of andere concessies) aan de hand doet, waarmee deze het Congres voor zich kan winnen. Voor het Haagsch Gerechtshof heeft terecht gestaan A. P. de L., iemand van middelbaren leeftijd, die reeds 26 maal we gens oplichting is veroordeeld en thans in hooger beroep was gekomen van een vonnis van de Haagsche Rechtbank, waarbij hij op nieuw wegens eenzelfde feit tot 6 maanden gevangenisstraf was veroordeeld. In zijn requisitoir, aan het slot waarvan be vestiging van het vonnis werd gerequireerd, schetste de advocaat-generaal mr. Brants de gedragingen van dezen verdachte als het top punt van virtuositeit. Ondanks de herhaalde veroordeelingen die dezen man een 17-tal ja ren in de gevangenis deden doorbrengen, na dat hij tallooze menschen wist op te lichten, volgens zijn systeem, steeds voor kleine bedra gen, komt hij opnieuw voor het gerecht, want gebleken is dat De L. in de cel steeds nieuwe methodes uitdenkt om zich in zijn vak te per- fectionneeren en zijn optreden is dan ook van dien aard, dat spr. er de grootste bewondering voor moet hebben, getuige, dat verdachte zelfs kans heeft gezien er een achtbaar lid der ba lie, niet den eersten den besten, in te laten vliegen. Verdachte, die van goede familie is ziet, vol gens spreker, schijnbaar geen kans ook maar iets anders te praesteeren dan oplichten. Ware hij tooneelspeler geworden, er zou uit hem een groot acteur gegroeid zijn. Zijn naam doet spr. denken aan den lijster uit Rostand's „Chan- tecler", met dit verschil dat deze verdachte niet altijd kan zorgen dat hij uit de voeten is. Na de verschillende verrichtingen van ver dachte in het licht te hebben gesteld, be toogde spr. dat De L., niet voor eenige verbe tering vatbaar is. Ditmaal heeft hij naar spr.'s meening wel een record geslagen, n.l. door op deze zitting een getuige a charge om te tooveren in een getuige a décharge zoodat spr. niet anders kon doen dan dezen uitschakelen. Tegen dit requisitoir had De L., die met volle aandacht geluisterd had, het een en an der in het midden te brengen. Vooreerst merkte hij op dat de advocaat-ge neraal hem tegenover het Hof en de publieke tribune belachelijk had willen maken. Vervol gens betoogde hij uitvoerig dat hij nimmer ge holpen is, noch door de reclasseeringi noch door eenig ander lichaam. In de gevangenis past hij zooals de ad vocaat-generaal reeds gezegd had voorbeel dig op. Hij kreeg dan ook alle mogelijke faci liteiten. Met veel waardeering sprak hij voorts over een aantal met name genoemde justitieele ambtenaren, zooals officieren van justitie en rechters-commissarissen, doch hij was veel minder te spreken over den psychiater, vol gens hem een von Papen de Tweede. Tenslotte betoogde verdachte dat hij voor een totaal bedrag van 400 hij zeide nie mand ernstig te willen benadeelen een hal ven menschenleeftijd opgesloten werd, waar anderen die 'n flinken slag sloegen en velen ernstig dupeerden er met een geringe straf af kwamen. Na nog te hebben betoogd dat hij niet voor gek wenschte te worden verklaard, bleef er voor den verdediger niets anders over dan na mens verdachte te verzoeken dezen voorwaar delijk ter beschikking van "de Regeering te stellen. In het voorjaar organiseert de stad Budapest een grooten wedstrijd ter eere van Franz Liszt. De nadere voorwaarden tot deelneming aan den wedstrijd zullen den componisten van alle landen nog nader medegedeeld worden. Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de Februari-aflevering van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. Jan P Strijbos is in 't afgeloopen voorjaar naar de Camargue in Zuid-Frankrijk getrok ken en vertelt nu onderhoudend van zijn avon turen met vogels, vooral de sierlijke steltkluten. Interessant is eveneens wat W. Meijer Cluwen meedeelt omtrent wildwallen en wildgraven, die nu nog op de Veluwe kunnen worden vastgesteld. Rinke Tolman, de redacteur, bracht tien hittegolfdagen aan De Pook bij Almelo door en deelt nu in een uitvoerige causerie mee, hoe hij die dagen heeft verluierd enbesteed aan 't waarnemen van 't rijke vlinderleven. Naar de oude havezate De Klenke liet J. H. de Boer, die de natuurontluistering, welke op tal van plaatsen is vast te stellen, betreurt, zijn aandacht uitgaan. De heuvelrug van Amersfoort tot Soesterberg is het onderwerp eener geologische schets van P. v. d. Lijn, de moeilijke problemen der astrono mie worden aangeroerd door A. C. de Koek, ter wijl H. F. Wiegman belangstelling vraagt voor nachtbloemige jasmijn en tooverhazelaar; twee bloeiende heesters in den winter. Noemen wij tenslotte nog het artikel van P. L. Rusticus over de werkzaamheden te verrich ten in den Februaiituin en van D. J. Holsteijn over het Welsumer hoen. Ook nu weer gelijk steeds is er een uit voerige rubriek „Van en voor de lezers (natuur historisch allerlei), waarin onder meer over avonturen met sperwers en torenvalken wordt geschreven. Tal van fraaie afbeeldingen op nagenoeg elke bladzijde vormen een sierlijke aanvulling van den gevarieerden tekst. A Maar een deel van het Amerikaansche pu bliek heeft aan mr. Chamberlain's uitlatingen hevig aanstoot genomen. Er bestaat in Amerika een anti-Engelsche strooming. Deze gaat met alleen uit van Iersch-Amerikanen en sommige met-Angel-Saksische elementen der bevolking, maar ock van onvervalschte Yankees, en in het bijzonder van het nationalistische deel van het publiek. De grootste dagbladtrust van Amerika, de Hearst pers, is fel anti-Britsch; zi; was trouwens in de oorlogsjaren steeds on voorwaardelijk op de hand van Duitschland. Met zulke machten moet rekening gehouden worden. De Hearst-bladen hebben de laatste week mr. Chamberlain de huid vol geschol den; nieuwe leden van het Congres hebben van anti-Britsche zijde herdrukken van mr. Cham berlain's rede toegezonden gekregen met vriendelijk verzoek te voorkomen, dat de re geering het Britsche standpunt aanvaardt. Kortom: er schijnt geen sprake van te zijn, dat mr. Roosevelt op een eenigszins aanzienlijk deel van het Amerikaansche publiek zou kun nen rekenen, indien hij concessies van eenig belang aan Engeland mocht willen doen. Dit alles heeft Sir Ronald den Britschen ministers blijkbaar onder de oogen gebracht, en van regeeringszijde begint men de openbare meening erep voor te bereiden, dat te Was hington hoogstwaarschijnlijk niet datgene ver kregen zal worden wat men gehoopt had Op dat president Roosevelt erin slagen zal het Congres tot een meer realistische zienswijze te brengen, zal hij in ieder geval moeten kunnen wijzen op tegen-prestaties van Britsche zijde. En dezen zouden vermoedelijk gevonden moe ten worden op fiscaal en monétair gebied. En in dit verband is het zeer opmerkelijk Albert Apponyi behoort tot de menschen, die ik 't meest heb vereerd en door wiens verschei den van deze aarde ik allersmartelijkst ben ge troffen. In het jaar 1908 leerden wij elkander kennen ter gelegenheid van de allereerste phi- losophische lezing, die ik in het openbaar hield, in het Heerenhuis van Boedapest. Toen maakte Apponyi den indruk van een bijna nog jongen man. Pas op den leeftijd van 50 jaren was hij getrouwd en naar alles, wat ik gehoord heb, scheen hij toen pas het uitzien te hebben van een man van dertig. Zijn levensrhythme was een ander dan dat van alle menschen, die ik ooit heb ontmoet. De wonderlijke frischheid, die hij van het einde van den wereldoorlog tot aan zijn laatsten dag aan den dag legde, komt daar vandaan, dat hij physiologisch een kwarteeuw jonger was dan hij jaren telde. Van zijn ouders nam hij alleen de supe rieure wijsheid over. Toen hij eens sprak over wezen en zin der autoriteit, sprak de groote jurist, graaf Dohna bewogen de woor den: „Zoo iets bestaat er en ik had er geen idee van." Ik weet niet, of de politieke ideeën van graaf Apponyi juist waren of niet, maar nooit heb ik een zulk haast bovenmenschelijk niveau gekend, vanwaar uit hij voor deze ideeën op kwam. Wij stonden menschelijk met elkander in enge voeling. In de laatste jaren correspondeerden jn het vólgende artikel, dat de „Kölnische Volkszeitung" publiceerde, H schrijft de niet-katholieke graaf Key- H serling met eerbiedige waardeering H over den grooten Katholiek Albert 1 Apponyi. wij veel over ouder worden en dood. Ik heb brieven van hem, die op één lijn kunnen wor den gesteld met antieke geschriften „de senec- tute," over den ouderdom. En wat altijd weer geweldigen indruk op mij maakte, zóó, dat ik slechts eerbiedige bewondering kon voelen, was zijn Katholiek-Christelijk geloof. Dit was zoo rotsvast, zoo echt, dat geen lijden, noch dood hem eenige vrees injoeg. Voor mij is het in teressantste uit onze briefwisseling het gedeelte over mijn boek „Südamerikanische Meditatio- nen." Met den inhoud van dit boek kon hij zich niet vereenigen. „Met droefheid," schreef hij, „las ik, wat u over den dood schreef." Voor hem bestonden niet de verschrikkelijkheden van het aardsche bestaan en wat daarna komt, want voor hem was die bovennatuurlijke orde zóó I werkelijk, zóó als van zelf sprekend, dat Gods BRUSSEL, 15 Febr. (Reuter). De Kamer heeft hedenmiddag met 82 tegen 72 st. en 5 blanco een Socialistische motie aangenomen, waarin de beslissing van den minister van Bin- nenlandsche Zaken, om de gemeenteraads-ver- kiezingen te Hastiere te annuleeren wordt ge laakt. Na de stemming over deze op zichzelf onbe duidende kwestie verhief minister-president de Broqueville zich van zijn zetel en verklaarde het noodig te achten, het collectief ontslag van het kabinet in te dienen. Uit den uitslag blijkt, dat 13 liberalen met de socialisten, frontisten en communisten heb ben meegestemd. De links-liberalen uit de Kamer en den Se naat, die na afloop van de Kamerzitting de door de regeeringscrisis geschapen toestand bespra ken, constateerden dat het tegen-stemmen der liberalen in het geheel niet beteekende, dat zij kritiek wilden oefenen op de regeeringspolitiek. De liberale ministers hadden nog hun volle vertrouwen. Zij verklaarden zich bereid opnieuw mede te werken aan het samenstellen van een nieuw kabinet op dezelfde basis als van het thans demissionnaire kabinet. Nader wordt geseind, dat koning Albert ge weigerd heeft het ontslag der regeering te aan vaarden. De Broqueville vroeg daarop 24 uur bedenk tijd, alvorens op dezen wensch van den vorst te antwoorden. Als opvolger van Poullet (den minister van Binnenlandsche Zaken, die aanleiding tot deze genade, slechts met uitzondering van de hel, voor hem alles verklaarde en duidelijk maakte. En ook het aardsche op zich zelf was voor hem niet het massieve, het zware, wat het voor mij is. Als een der weinigen, geheel echten en tege lijk grooten van het vurige, rotsvaste middel- eeuwsche Christusgeloof leefde hij in de mo derne wereld. En hij stond ook rechtvaardig tegenover deze moderne wereld, maar van zijn eeuwigheids standpunt uit, van zijn gefundeerdheid in de eeuwigheid. In dezen zin en juist daarom heeft hij een zoo groote beteekenis gehad voor zijn land, voor Europa, ja voor héél de wereld. Te midden van een menschheid, die door stroomen van oppervlakkigheid dan hier- dan daarheen wordt getrokken en gesleurd, streed graaf Apponyi zonder aarzelen en ophouden voor dat, wat altijd waarde heeft: voor menschenrecht en volkseer, voor rechtvaardigheid en humaniteit. En hij streed ook met tijd-looze wapenen: met dien onbuigzamen moed, met die volkomen superioriteit, die het kenteeken is van den werkelijk vrijen man, van den werkelijk geheel echten edelman, wat hem ook uiterlijk zou over komen. Derhalve was hij verreweg de verheven- ste gestalte van den Volkenbond, derhalve was hij verreweg de eerbiedwaardigste onder alle staatslieden van Europa. Zijn dankbaar volk had den graaf een eere- gave aangeboden met het verzoek, rijn herinne ringen te willen schrijven. Hij zelf deelde mij mede, dat die mémoires een streng gerecht zou den houden over zijn tijd en ook over zich zelf. In de laatste jaren stond de graaf zelfs op wonderbare wijze boven zichzelf. Hij was als een eeuwige geest, belichaamd in de gestalte van een patriarch. 1) GRAAF HERMANN KEYSERLING 1) Sedert eenige jaren had graaf Apponyi, reeds tijdens zijn leven dus, een soort monu ment in Boedapest. Men gaf aan een plein zijn naam. Op een gedenkplaat ter plaatse staat: „Dit plein ontving den naam van een man, die een sieraad is van ons tijdvak, van den be roemden zoon der natie, graaf Apponyi. Zijn tijdgenooten wilden de zuiverheid van zijn le ven, zijn onbaatzuchtigheid, zijn grootheid van karakter en zijn wonderbare welsprekend heid eeren, die hij gebruikt heeft in den dienst van zijn vaderland. Gij, Hongaar, die deze re gels hier vluchtig leest, behoud in uw hart zijn glorierijke gedachtenis." regeeringscrisis heeft gegeven) wordt genoemd Van Cauwelaert. BRUSSEL, 15 Febr. (Reuter.) In den brief, waarin de koning het ontslag van het kabinet- De Broqueville van.de hand wijst, verklaart hij: het land zou niet kunnen begrijpen, dat het lot van een regeering, die zich het herstel van den financieelen en economischen toestand der natie tot taak heeft gesteld, gebonden kan zijn aan de kwestie, of de verkiezingen in een dorp geldig waren. Daarom kan de koning het ont slag niet aanvaarden. BERLIJN, 15 Febr. (V. D.) Volgens een ge maakte berekening zullen op 5 en 12 Maart a.s„ de beide eerste Zondagen in deze maand, in Duitschland niet minder dan tweehonderd duizend volksvertegenwoordigers moeten wor den gekozen. Op deze beide dagen moeten worden geko zen ongeveer zeshonderd leden van den Rijks dag, ongeveer viernonderd afgevaardigden voor den Pruisischen Landdag, en ongeveer elfdui zend afgevaardigden voor provinciale landda gen en districtsraden in Pruisen. Hierbij komen de zeer vele leden van ge meenteraden, die eveneens in Pruisen opnieuw moeten worden gekozen. In Pruisen zijn onge veer 1100 steden, die gemiddeld twintig ge meenteraadsleden kiezen (Berlijn 225). Geko zen moeten dus worden voor de gemeenteraden ongeveer 22.000 leden. In 30.000 Pruisische gemeenten moeten verder gekozen worden ge middeld 5 tot 6 gemeenteraadsleden, in totaal dus 150 tot 180.000 gemeenteraadsleden. Op de beide eerste Zondagen in Maart moeten in het Rijk en Pruisen dus ongeveer 200.000 volksver tegenwoordigers worden gekozen. Daar een groot aantal partijen aan den verkiezingsstrijd deelneemt, kan het aantal candidaten op minstens een millioen geschat worden. MILAAN, 15 Febr. (V. D.) Het orgaan van Mussolini, de „Popoio d'Italia". wijdt nogmaals een uit Rome gedateerd hoofdartikel aan de Fransche beweringen over een geheim Itali- aansch-Duitsch-Hongaarsch verdrag. Het blad neemt hiertegen op zeer scherpe wijze stelling. Het ziet in deze niet te qualificeeren Fransche mystificatie- en leugencampagne een directen aanslag op den vrede. Wie zou eigenlijk na de verspreiding van dergelijke gifgassen, die be stemd zijn om de Europeesche volken in ver warring en angst te brengen, nog kunnen ge- looven aan de oprechtheid van de Fransche vredesliefde en aan de ernst der bedoelingen, om te komen tot verbetering der Fransch-Itali- aansche betrekkingen? vraagt het blad. De waarheid is, dat Frankrijk niet wil ontwapenen en ook niet zal ontwapenen. Het zal geen enkel geweer opgeven, doch teneinde zich vcor de wereld een alibi te verschaffen, gaat het zich te buiten aan fantasterijen over geheime bond genootschappen en oorlogsgevaren aan den overkant van den Rijn en den overkant van de Alpen. Het artikel zegt verder letterlijk: „Wij kennen thans degenen, die den vrede willen en degenen, die een oorlog voorbereiden om Europa te beheerschen. De verantwoorde lijkheid staat thans vast. Geen mensch bedreigt Frankrijk, doch het is Frankrijk, dat met zijn tot het oneindige toegenomen bewapening, met zijn geest van intriges, met zijn eerzucht, met zijn wil, zij het dan ook niet heilig egoïsme, met zijn ongehoorde oer-oude ontkenning van de behoeften van andere volken, met zijn bond genootschappen en met zijn door de kanonnen- fabrikanten gefinancierde pers .Europa en de wereld bedreigt." TRIEST, 15 Febr. (Reuter.) In de machine kamer van een mineraal-olie-raffinaderij is een zuurstof-cylinder ontploft. Vijf personen, o. w. de plaatsvervangende di recteur, werden gedood, zes werden gewond. Mevrouw Anna Eleanor Roosevelt, de vrouw van den nieuwgekozen president der Vereenigde Staten, heeft zoo juist een bezoek gebracht aan het Witte Huis, waar zij van 4 Maart a.s. af als Amerika's „first lady" zal zetelen. Mevrouw Hoover zelf had haar opvolgster uitgenoodigd; zij leidde haar minzaam rond door de vele vertrekken, die vier jaar lang de hare zijn geweest en mevrouw Roosevelt heeft verklaard, dat zij ze keurig en met smaak vond ingericht en dat zij er heusch niets aan zou weten te wijzigen. Het zijn twee beschaafde vrouwen, mevrouw Hoover en me vrouw Roosevelt, en dus vielen zij geen van tweeën uit de rol, die het leven ons zoo vaak oplegt, namelijk onze diepste en eerlijkste ge voelens voor ieder ander verborgen te houden. Want feitelijk had het heele bezoek een wran gen bijsmaak; het doet een heel klein weinigje denken aan een ongeduldige kroonprinsenge malin, die het oogenblik niet kan verbeiden, waarop zij naast haar man zal zitten op den troon, die nog niet vacant is gekomen.... Nu Calvin Coolidge nog pas onlangs is over leden, bezitten de Vereenigde Staten merk waardigerwijs niet één nog in leven zijnden oud-president, zoodat Herbert Hoover na 4 Maart in dit opzicht een monopolie zal hebben. Gezien de groote mortaliteit, schijnt het vak van staatshoofd allerminst een sinecure te zijn. Daarentegen verheugen de Vereenigde Sta ten zich in het bezit van niet minder dan zes presidentsvrouwen. Na 4 Maart zullen het er dus zeven zijn en de scherpzinnige lezer zal reeds hebben berekend, dat mevrouw Hoover de eenige van het zevental zal zijn, die geen weduwe is. Althans, dat hopen wij. Men hoort nog slechts zelden van deze vroe gere „first ladies". Zoolang zij nog in glorie zetelden in het Witte Huis, verschenen haar namen in reuzenletters op de voorpagina's der Amerikaansche bladen. Dan verdwenen zij zoowel uit het Witte Huis als van de voorpa gina's. Nog slechts een enkele maal hielden de bladen zich met haar bezig en thans slijten zij heur levens, in teruggetrokkenheid en vrijwel door ieder vergeten. Het leven gaat nu een maal overal snel en speciaal in de Vereenigde Staten lijkt het veel op een versnelde film, of op Jagemaut's wagen, die alles verplettert on der zijn zware, wielen. Wie weet b.v., dat nog altijd de weduwe in leven is van Harrison, die omstreeks 1890 het presidentschap der Vereenigde Staten bekleed de? Toen zij in 1892 met Benjamin Harrison in het huwelijk trad, was hij trouwens al presi dent-af en weduwnaar. Mevrouw Harrison woont in New York en zij interesseert zich nog steeds voor de politiek. Maar de politiek steit geen belang meer in haar. Een andere presidentsweduwe is mevrouw Taft. Zij trouwde in 1898 met den lateren pre sident en samen vierden zij hun zilveren hu welijksfeest in 't Witte Huis. Mevrouw Taft woont te Washington in een prachtig huis, omgeven door een stoet van oude gedienstigen. Mevrouw Grace Goodhue Coolidge, pas sinds luttelen tijd weduwe, is voorloopjg terug getrokken blijven leven in haar ÏSSdhuis in den staat Vermont. Zij was tijdens 't president schap van haar man een der weinige waar lijk gracievolle presidentsvrouwen, die het Witte Huis heeft gekend. Mevrouw Wilson kan men menigmaal in de Europeesche hoofdsteden en ook vaak te Ge- nève ontmoeten. Zij was nog een jonge, wegens haar knap uiterlijk vermaarde weduwe, toen president Wilson zich in 1915 met haar ver loofde. Toen kwamen ook voor de Vereenigde Staten de oorlogsjaren, die van haar man een nationalen held maakten en tenslotte de vre desonderhandelingen, die hem tot een zielig, volkomen zenuwziek wrak deden worden. Want Woodrow Wilson, die uit Amerika naar Europa was gekomen, om aan de wereld den vrede te rug te brengen, zag al zijn idealen schipbreuk lijden onder de gladde diplomatenkunst van een Lloyd George en het felle nationalisme van een Clemenceau. Wat mevrouw Wilson be treft, zij is nog een late nakomelinge van een beroemd geworden Indiaansche schoone. de prinses Pocahontas, die in de koloniale geschie denis van Virginia een groote rol heeft gespeeld en tenslotte stierf aan een gebroken hart. in een kerk in Engeland werd haar stoffelijk overschot ter ruste gelegd. In leven is ook nog mevrouw Theodore Roo sevelt, de weduwe van den „rough rider" uit den Spaansch-Amerikaanschen oorlog van 1898, „Teddy", zooals zijn bijnaam luidde. Sa men met haar regeerde tijdens het bewind van haar wat turbulenten man ook hun oudste dochter „prinses" Alice, die nog niet lang ge leden haar moeder in den dood is voorgegaan. Mevrouw Roosevelt bevindt zich op het oogen blik op bezoek bij haar oudsten zoon, den gouverneur van de Philippijnen. En tenslotte wordt de rij gesloten door de weduwe van president Cleveland, die al 1885 het Witte Huis binnentrok en een jaar nadien er ook zijn vrouw binnenleidde. Me vrouw Cleveland was het eenige jonge meisje, dat als bruidje haar intrede deed in het Witte Huis en nimmer heeft Washington een zóó stralende landsvrouwe gekend als deze lieftal lige presidentsvrouw, die het geluk van haar jonge moederschap zoo onverholen liet blijken. Na den dood van haar man trad zij in het hu welijk met professor Preston, hoogleeraar aan de bekende Princeton-universiteit. (Nadruk verboden) De telegrammen maakten reeds melding van het overlijden van den zelfbestuurder van Raj®» Toehan Kapoeltakan. De zelf bestuurder van Raja bereikte, naar wij in de „Deli Courant lezen een zeer hoogen leeftijd en oefende vee~f gezag uit in den tijd, toen er van een Holland" schen bestuursinvloed in de Bataklanden nos maar heel weinig te merken was. Hi) heerscht met strenge hand en was gevreesd, zoowel m zijn vijanden als zijn onderdanen. Zooals me zich zal herinneren, was hij, of althans penghoeloebalei een der hoofdpersonen in he_ verzet tegen het Tobaneesch op de scholen» over dezen interessanten taalstrijd werd reed^ veel geschreven. De overledene zal waarschijn lijk worden opgevolgd door den Radja moed'-' Toehan Gomok.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10