Om
Het „psychologisch moment"
Van de Perstribune
Prikkeldraad
een primeur
Aanstootgevende
doeken verwijderd
MAANDAG 20 FEBRUARI
DE MUITERIJ OP DE
„ZEVEN PROVINCIËN"
Toch eigenlijk treurig
Stemming niet normaal
Een vlag-incident
Ei van Columbus
JONGE BANDIETEN
Uit de tentoonstelling der „Onaf-
hankelijken" te Amsterdam
Beleediging van de kerk
Kordaat optreden zonder vrees of
bijgedachten had het lot van
ons schip kunnen doen
keeren
DE KAMERVERKIEZINGEN
Candidaatstelling in de
R.K. Staatspartij
Tilburg
Limburg
Rev. Soc. Partij
Een scherp vonnis
Een bedrieglijke foto
Concurrenten
Veldslag tusschen Friesche stu
denten en politie
LEIPZIGER MESSE
Vrij terugvervoer monsters
ROODE RECLAME
Aanslag op een bejaarden man
Op den schoorsteen van een
ziekenhuis
DE KATH. VERKENNERS
NAAR SCHIEDAM
Een specifieke Verkennersdaad
WERKTIJDVERKORTING
Bij de papierfabriek Van Gelder
Zonen te Velsen
Stuurlieden-examens
Toen de voorzitter van de Elerste Kamer
aan de pers het bericht liet zenden, dat de
Regeering bereid was reeds Dinsdag 21 Februari
bij de algemeene beschouwingen over de Rijks-
begrooting in te gaan op hetgeen door de leden
te berde zou worden gebracht over de gevolgen
Van de aanneming van de motie Boon in de
Tweede Kamer, dus over het ontbindingsbesluit,
hebben wij ons afgevraagd of een dergeiyk voor
gaan wel behoorde tot de taak van de Eerste
Kamer en of een voorzitter wys handelde door
dergelijke vragen aan de regeering te stellen.
Nu weten wij wel, dat de tegenwoordige voor
zitter geen gelegenheid laat voorbijgaan om te
wijzen op de toenemende beteekenis en de be
langrijkheid van het hooge college, dat onder
zijn leiding staat, doordat het in strüd met de
opvattingen van ons staatsrecht zich met za
ken bemoeit die niet tot het terrein van de
Eerste Kamer behooren. Wanneer we uit de
laatste jaren eens enkele feiten mogen noe-
hien, dan is het zonder twyfel de wijze waarop
de Eerste Kamer leiding tracht te nemen in
de NederlandschBelgische onderhandelingen.
In 1931 heeft de Tweede Kamer in het voor-
loopig verslag van de suppletoire Indische be
grooting voor 1931 er aanmerking op gemaakt,
dat de Eerste Kamer ten onrechte enkele za
ken het regeeringsbeleid van Indië rakende,
bad besproken, vóórdat de Tweede Kamer daar
toe gelegenheid had gehad. Onlangs maakten
enkele leden van de Eerste Kamer er een aan
merking over, dat de regeering wel een ver
klaring aflegde in de Tweede Kamer, maar niet
in haar midden. Het gaat hier om het be-
langryke vraagstuk van de plaats, welke de
Eerste Kamer in onze staatsinrichting inneemt,
hfet een beroep op Donker Curtius, Buys,
Olivier en anderen zouden we wel mogen zeg
gen, dat het zeker niet is de plaats, die zij
thans meer en meer opeischt, ook al verklaarden
Vele leden enkele jaren geleden in een van
de voorloopige verslagen, dat de Eerste Kamer
zich onder alle omstandigheden het recht moest
blyven voorbehouden om hare meening te uiten
°P het tydstip en op de wijze als haar goed
Voorkwam.
Oat is geen juiste opvatting. De Tweede
Kamer is het wetgevend en contröleerend col
lege, de Eerste Kamer is de Kamer van revi
sie, die zich volgens Buys moet houden bui
ten den warmen politieken stryd van den dag.
Het tegendeel is op het oogenblik het ge-
Val. De Eerste Kamer zoekt den politieken
strijd, zy zit als het ware op het vinketouw,
opdat haar een primeur maar niet ontgaan zal.
Geen dag en geen uur kan er gewacht worden
met het behandelen van de groote vraagstuk
ken, zoodat er niet tegen wordt opgezien hier
voor buiten de orde te raken en de Tweede
Kamer over het hoofd te zien. Veel meer dan
Vroeger is er onder de leiding van den tegen-
Woordigen voorzitter der Eerste Kamer een
soort concurrentiestryd ontstaan tusschen de
beide deelen van de Staten-Generaal. Een soort
Wedloop in beteekenis en invloed op den poli
tieken strijd, maar waarvan met wiskundige
Zekerheid voorspeld kan worden, dat op den
duur de Eerste Kamer deze verliest. Als het
gaat over het uitoefenen van blijvenden in
vloed op ons volk, dan wint het de Kamer van
100 verre en zou het zeer verkeerd zijn op dit
gebied een conflict uit te lokken. By de vele
hioeiiykheden, die wij reeds ondervinden om het
Parlementaire stelsel ook hier te lande te be
houden, bestaat er aan een dergehjk conflict,
mtgelokt door de Eerste Kamer, geen behoefte.
Door de vraag van den voorzitter aan de
mgeering om Dinsdag reeds in de Eerste Kamer
Van gedachte te wisselen over de ontbinding
Van de Tweede Kamer, dus voor en aleer deze
Zelf <je regeering had kunnen interpelleeren
°ver haar doodvonnis, had men moeilijkheden
kunnen krygen. De Tweede Kamer mist tot
heden geen enkele bevoegdheid, dus was het in
het geheel niet noodig dat de Senaat zich
lengde in den strijd met de regeering. Zü kon
dezen best alleen af. Van overleg tusschen de
beide Kamers schijnt geen sprake te zün en
daarom juist te meer verdient de Tweede Kamer
hu men daar toch ook met de regeering van
Bedachte wil wisselen over het gevallen besluit
een woord van hulde voor de wy'ze, waarop zy
de moeiiykheid omzeild heeft. Veel is er over
tiet aanmatigend optreden van de Eerste Kamer
hiet gezegd. Dat zal later nog wel eens komen.
®et was echter juist voldoende om goed te
laten uitkomen, waarom de voorzitter voor
belde dan maar op Maandag te vergaderen.
Dat zal nu geschieden en daarmede is komen
vast te staan, dat de primeur van de ge-
dachtenwisseling over het ontbindingsbesluit
v°or de Tweede Kamer zal zijn, wat haar
r®chtens toekomt. De botsing is hiermede ver
bieden, want de Tweede Kamer had ook wel
eehs kunnen eischen, dat de regeering Dinsdag
Zanwezig zou zijn. Onder leiding van den heer
Van Schaik heeft de Kamer dit niet gedaan
eh dat is zeer verstandig, al gelooven we toch,
^at dit muisje nog wel eens een staartje zal
tiebben, want het ging niet uitsluitend om de
Primeur.
leeraar toch al groote verwoestingen hebben
aangericht, wanneer hij zelf niet inziet, hoe be
spottelijk hij zich maakt door het houden van
een zoodanige redevoering. De Tweede Kamer
ontbonden omdat de Kath. Staatspartij bang
is voor hem!
Men zou de zaak eigenlijk beter om kunnen
draaien en zeggen, dat deze vervroegde verkie
zing êen geweldig buitenkansje is voor Prof.
Veraart en zün bondje. Men hoeft geen vreem
deling in ons politiek Jeruzalem te zijn, om
vooruit te zien, tot welk een fiasco zijn afschei
dende actie in Juni zou hebben geleid. Natuur
lijk zal dit fiasco evengroot zijn by deze ver
vroegde verkiezing, maar aan welk een prach
tige uitvlucht heeft Ruys hem nu geholpen!
Thans kan hy zeggen: „wij hebben twee maan.
den minder actie kunnen voeren en daarom is
de uitslag voor ons zoo teleurstellend. Maar als
de verkiezingen op den gewonen tyd waren ge
houden, in Juni, dan zoudt ge eens gezien heb
ben!!"
Wanneer men dus in de Kamerontbinding
een buitenkansje ziet voor de R. K. Staatspartij,
zal men moeten erkennen, dat het buitenkansje
nog veel grooter is voor het democratische
bondje van Prof. Veraart.
w
Naar wy vernemen heeft het bestuur van de
vereeniging van Beeldende Kunstenaars „De
Onafhankeiyken' het besluit genomen tot
voorloopige sluiting van haar tentoonstelling
van bijna 300 werken, welke Zaterdagmiddag
onder zeer veel belangstelling in het Sted.
Museum te Amsterdam was geopend.
Deze beslissing is genomen uit protest te
gen het feit dat de heer Baard, directeur van
het Museum, te kennen heeft gegeven, dat hy
een schilderij van Horst Strempel, behoorend
tot de Duitsche inzending, welke voor het mee-
rendeel bestaat uit een aantal voor de „Berli
ner Kunst Ausstellung" 1932 door de vorige
Duitsche regeering verboden werken, niet tot
bezichtiging in het Stedeiyk Museum kan
toelaten zonder nadere beslissing van B. en W.
wy hebben ons in dit verband gewend tot
den wethouder voor de Kunstzaken, den heer
Boekman, die ons mededeelde dat hy zich in
het Sted. Museum van deze aangelegenheid
op de hoogte heeft gesteld, doch dat de uitein
delijke beslissing in het college van B. en W.
zelf moet worden genomen.
Ook is de verwydering gelast van een Ne-
derlandsche schilderij, dat kwetsend was voor
de goede zeden.
Met dat al heeft het publiek Zondagmiddag
na half twee geen gelegenheid meer gehad tot
bezichtiging der tentoonstelling. De mogelijk
heid bestaat dat de geheele expositie door De
Onafhankeiyken in een particulier huis zoo
dit gevonden kan worden wordt onderge
bracht.
Het schildery van Horst Strempel draagt den
titel „Selig sind die geistig Armen" (Zalig (teijrr
de armen van geest).
Het vertoont in het midden Christus aan
het kruis, aan welks voet de Paus zit in een
houding, die bedoeld is als tegenstelling met
tafereelen die men links en rechts van de kruis-
groep ziet.
In deze tafereelen wil de schilder een sterke
„aanklacht" neerleggen tegen de houding, wel
ke volgens hem en zyn geestverwanten, de
Katholieke Kerk aanneemt tegenover oorlog
en kapitalisme.
Uit het doek spreekt een grove beleediging
van de Katholieke Kerk.
Om dit schildery, dat de „Onafhankelijken"
met zooveel vuur verdedigen, gaat in hoofd
zaak het conflict.
In „Vooruit", een der bladen van de Sociaal
democratische arbeiderspers, treffen wij een
Uitvoerig verslag aan van een rede, welke Prof.
leraart Donderdagavond te 's-Gravenhage heeft
Behouden over „Politieke crisis en democratie".
Het betoog van den Hoogleeraar komt hierop
tieer: Ruys heeft de Tweede Kamer ontbonden,
°mdat het Bureau van de Katholieke Staats-
Dartij hem gerapporteerd had: het gaat slecht
^et de zaken der Party en het gaat eiken dag
hechter. Het is duideiyk, dat men in de Katho-
lleke Staatspartij bang was voor de geweldige
^tie, door Prof. Veraart en zyn democratisch
ti°hdje uitgeoefend. De slimme Ruys heeft nu
verkiezingen twee maanden vervroegd, om
°b die wyze de actie van Veraart met twee
banden te bekorten en de Katholieke Staats
party uit deze moeilijkheid te redden. Het is
be8rypeiyk, dat het sociaal-democratisch blad
ti®ze rede met groote instemming „verslaat".
Eaten wy eerlyk bekennen, dat de lezing van
<Üt
verslag ons met treurnis heeft vervuld.
De egocentrische waan moet bij dezen Hoog
De correspondent van „De Telegraaf" te Me-
dan schreef nog de volgende bijzonderheden be
treffende de stemming, welke de muiterij op de
„Zeven Provinciën" veroorzaakte:
Bjjna twee dagen lang stond men perplex en
was het vooral een gevoel van schaamte dat
iederen vaderlandsch-voelenden burger bekroop.
Maar toen begonnen de gevoelens wat te
schiften, zich als het ware te detailleeren en
al heel gauw was 't merkbaar dat de algemeene
verontwaardiging niet zoozeer uitging naar de
muiters, als wel naar hen die het geheele ge
val door tydig en onversaagd optreden wellicht
hadden kunnen voorkomen. Vooral op Kota-
Radja in de onmiddellijke nabijheid waarvan de
episode zich afspeelde Oleh-leh ligt slechts
een kilometer of vier van de hoofdplaats van
Atjeh af en waar zooveel militairen gelegerd
zijn, waar bovendien een doodenakker is waar
honderden helden, die hun leven voor het va
derland lieten, liggen begraven, voelde men dui
delijk dat de algemeene stemming zich met ver
ontwaardiging tegen hen richtte wier plicht het
was de orde te bewaken.
Op dien Zaterdagavond moet er een fractie
van een seconde geweest zyn, het „psycholo
gisch moment", waarop kordaat optreden zonder
vrees of bijgedachten, het lot van ons oor
logsschip had kunnen doen keeren.
Wy persoonlijk hebben aanschouwd, toen in
1919 een paar honderd matrozen in optocht
naar het huis van den Resident van Soerabaja
wilden optrekken, een hoofd-commissaris van
politie, ongewapend en niet in uniform den
heelen troep tegenhield. Maar hy stond en
week geen duimbreed en wie verder had willen
gaan, had dit moeten doen over zyn lijk. Hij
won het pleit; hy wist dat optreden, krachtig
optreden op een moment meer beteekent mis
schien dan vele demonstraties van machts- of
gezagsuitoefening.
N i
Wy weten niet of de stemming in het overige
deel van Indië dezelfde was, maar op Sumatra,
was de Indische burger niet bijster gesticht
over het feit, dat een flink aantal officieren
(17) door een overmacht van inlanders was
geïntimideerd met het bekende betreurenswaar
dige gevolg. Daarbij kwam nog de geschiedenis
omtrent de waarschuwing welke tydig door een
inspecteur van politie aan den assistent-resi
dent zou zyn gegeven, door dezen overgebracht
naar den commandant, die aan den wal was en
door laatstgenoemde zou zyn genegeerd. Dit
alles maakt dat men met heel weinig eerbied
hoort spreken van hen, die by het geval direct
betrokken zyn.
De Gewestelijke militaire commandant van
Atjeh, kolonel Behrens, heeft den schepelingen
die te Kota-Radja achterbleven en die weiger
den eerbewyzen te brengen aan him superieu
ren eens een duchtig lesje gegeven. De kolonel
hoorde van deze weigering, die hy als militair
in hart en nieren niet kon verduren, liet de
schepelingen aantreden en sprak ze als volgt
toe: Ik heb vernomen dat gij weigert uw supe
rieuren de benoodigde eerbewijzen te brengen
en wil wel eens zien of gy dit my durft weige
ren. Geef acht! En de schepelingen gehoor
zaamden. Verder heeft kolonel Behrens een
eind gemaakt aan het nietsdoen van die schepe
lingen door ze met marechaussees op patrouille
te sturen. Een en ander heeft blijkbaar diepen
indruk gemaakt en met de handhaving van de
krijgstucht heeft men thans in Kota-Radja
niet de minste moeite meer.
Een correspondent van de „Sumatra Post"
te Sabang meldde nog over de oogenblikken, die
voorafgingen aan de muiterij:
„De stemming aan boord van ,,De Zeven Pro
vinciën" was Donderdagmorgen den 2den Febr.
toen het schip Sabang binnenliep om kolen in
te nemen, verre van normaal. Oorspronkelyk
was het op Sabang bekend, dat het schip eerst
den volgenden morgen, dus Vrydag, van Sabang
naar Olehleh zou vertrekken, hetgeen dus hier
op neerkwam, dat de schepelingen Donderdag
avond te Sabang aan wal konden gaan. Het
schip vertrok echter reeds denzelfden dag om
5 uur 's middags, terwijl niemand zich aan wal
mocht begeven."
Onze correspondent won naar aanleiding
hiervan nadere inlichtingen in. By een onder
houd met een der leden van de bemanning bleek
hem, dat men des morgens reeds het plan had
niet aan te treden op het morgenappèl, 'welk
plan echter niet verwezenlykt werd. Met span
ning wachtte men daarop op het middagappèl,
op welk tijdstip evenmin iets gebeurde, daar het
schip op den vervroegden tyd vertrok. Achteraf
vernam onze correspondent, dat er toen reeds
veertig lieden in arrest waren gesteld. Van dit
laats,te bericht kon men echter geen bevestiging
krygen.
Indien men, zoo vervolgt de „Sumatra Post",
naar de waarschuwingen hadde geluisterd, dan
ware de muiterij op de „Zeven Provinciën"
voorkomen geworden.
De inspecteur van politie, de heer Vermeer,
heeft te half negen den assistent-resident van
Groot Atjeh, den heer Van der Reyden, opge
beld, waarna deze zich per auto heeft begeven
naar de woning van kolonel Behrens, waar de
commandant van de „Zeven Provinciën" ver
blijf hield. Hij heeft dezen officier te omstreeks
8.45 uur medegedeeld, dat het plan bestond bij
de schepelingen om gedurende de afwezigheid
van de officieren het oorlogsschip te overmees
teren en daarmede weg te stoomen.
De commandant van de „Zeven Provinciën,"
kapitein ter zee P. Eikenboom, heeft de waar
schuwing in den wind geslagen. Hy gaf te ken
nen, dat het een fantastisch plan zou zyn en
deed in den eersten tijd niets. Te kwart voor
tien heeft hij een officier, naar men ons positief
wist mede te deelen, den jongsten officier, uit
gezonden, die met zijn waarschuwing juist op
tyd kwam om door de muiters te worden gevan
gen genomen.
De Rykskieskring „Dordrecht" behoorende
tot de combinatie Leiden-Dordrecht-Friesland-
Groningen kwam te Rotterdam bijeen. Voor den
omschreven zetel: dien van land- en tuinbouw,
positie der arbeiders in het bedrijf, werd can-
didaat gesteld de heer A. J. Loerakker.
Voor de twee niet-omschreven zetels werden
aanbevolen minister Verschuur en mr. Witt-
kampf uit Schiedam, secretaris van de K. v. K.
voor de Benedën-Maas.
In den Rijkskieskring Tilburg werden voor
de omschreven zetels aangewezen de heeren C.
J. Kuiper, Utrecht en dr. L. Kortenhorst, Den
Haag.
Na bespreking werd met 64 tegen 39 stem
men besloten voor de twee niet-omschreven
zetels geen politiek advies te geven.
Als volgorde voor de omschreven zetels werd
bepaald: 1. C. J. Kuiper (arbeid), 2. dr. J.
Kortenhorst (werkgever), waardoor tevens de
heer Kuiper als „lijstaanvoerder" aangewezen
is.
In de te Roermond gehouden vergadering
van den R. K. Kiezersbond voor Limburg wer
den voor de a.s. verkiezing voor leden van de
Tweede Kamer de volgende candidatenlijsten
vastgesteld: voor den omschreven zetel voor
„algemeen maatschappelijke positie der werk
nemers" de heer H. G. M. Hermans, lid der
Tweede Kamer, 'sHage; voor den omschreven
zetel voor „land- en tuinbouw, leiding en ex
ploitatie van het bedryf" de heeren ir. dr. W.
J. Droesen, rykslandbouwconsulent, Roermond;
W. F. J. Quaedvlieg, landbouwer, Voerendaal; P.
J. Rutten, uod-hoofd van school, Wanssum. Be
sloten werd voor den omschreven zetel voor
land- en tuinbouw geen advies uit te brengen.
Voor de niet-omschreven zetels werden op de
lyst geplaatst de heeren ir. M. C. E. Bongaerts,
lid der Tweede Kamer; mevr. W. A. Brouns v.
Besouw, 's Bosch; mr. M. M. P. H. Brouwers,
burgemeester, Meerssen; G. Bulten, burgemees
ter, Voorhout; G. H. F. H. Corten, landbouwer.
Beek; J. M. van Daal, landbouwer, Linden bij
Cuyk; dr. J. J. van Dael, directeur bureau voor
beroepskeuze, Amsterdam; W. M. Driessen, tui
nier, Venlo; J. H. J. Gregoire, sigarenmaker,
Maastricht; R. van Haaren, Wehl; A. J. H.
Hagdom, ontvanger der invoerrechten en ac
cijnzen, Maastricht; mr. J. H. van Maarseveen,
rechtskundig adviseur R. K. Werkliedenbond.
Utrecht; dr. H. W. E. Moller, lid der Tweede
Kamer, Tilburg; mej. J. Meyer, lid der Tweede
Kamer, Rotterdam; A. A. van Nynatten, lui
tenant-kolonel der infanterie, Maastricht; J. F.
H. Obers, landbouwer, Sevenum; dr. A. J. B
Oomen, arts, Utrecht; M. J. M. van Poll, lid der
Tweede Kamer, Helmond; Th. H. C. M. Pyls,
landbouwer, Koningsbosch-Echt; K. C. H. van
der Put, sigarenfabrikant, Eindhoven; ir. C. P.
E. M. Raedts, bedrijfsingenieur, Heerlen; K. F.
Ritzen, scheikundige, Heerlen; Jhr. mr. Ch.
Ruys de Beerenbrouck, Minister van Binnen-
landsche Zaken, 'sHage; ir. H. H. J. Ruyten,
Roermond; J. C. H. W. M. Sassen, Geertruiden-
berg; J. M. I. Schaepkens van Riempst, voor
zitter Kamer van Koophandel en Fabrieken,
Maastricht; mr. F. J. M. Smits van Oyen, voor
zitter varkenscentrale, Eindhoven; mr. P. W. H.
Truijen, lid der Tweede Kamer, Roermond; A.
A. van der Werff, voorzitter R. K. Ned. Steen
arbeidersbond, Zuilen.
Ten aanzien van de vrije zetels werd besloten
alleen de candidatuur van den heer Jhr. mr.
Ch. Ruys de Beerenbrouck te adviseeren.
By meerderheid van stemmen werd bepaald,
dat van de twee omschreven zetels die voor
arbeid als nummer een op de lijst zal worden
geplaatst.
De functionarissen-vergadering van de Re-
volutionnair-Socialistische Party heeft de na
volgende gelijkluidende lijst voor alle kieskrin
gen samengesteld: 1. H. Sneevliet, 2. E. Bouw
man, 3. D. Schilp, 4. F. Bosman, 5. A. Menist,
6. W. Dolleman, 7. W. Smit, 8. Joh. Mooy, 9. T.
de HaanZwagerman, 10. J. H. E. Roebers, 11.
J. van Schaick, 12. C. Scheepers, 13. J. C. N.
Molenkamp, 14. L. WoudtBouman, 15. B.
Strenger de Rover.
In de „Groene Amsterdammer" van deze
week geeft professor J. Goudriaan Jr., lid van
de S.D.A.P., als volgt zyn zeer opmerkelijke
meening weer over de onverantwoordelijke hou
ding der sociaal-democratische leiders ten op
zichte van de muiterij op de „Zeven Provinciën":
„In de tragedie van „De Zeven Provinciën"
is de houding van het Tweede Kamerlid, ir.
Cramer, en van de redactie van „Het Volk"
een der droevigste tafereelen.
En dit uit den band springen van enkele op
zichzelf staande personen van het tweede en
derde plan is nog niet eens het ergste. Veel
erger is de houding van den voorzitter van de
S.D.A.P., die in zyn radiorede over „De Zeven
Provinciënkrant", die verboden werd, en de 8
tot 11 provinciekranten, die nog komen kon
den, het onwaardige spel der verboden blaad
jes lustig heeft meegespeeld.
Het ergste is het feit, dat noch hij, noch de
voorzitter der Tweede Kamerfractie duidelyk
en hard heeft uitgesproken, dat de S.D.A.P.
de muitery onvoorwaardelijk afkeurt.
Het ergste is, dat men heeft nagelaten na
mens de S.D.A.P. een beroep te doen op de
opstandelingen om hun verzet tegen het wettig
gezag onmiddellyk te staken.
Want de taak van een groote democratische
party, die zich haar verantwoordelijkheid te
genover het geheele volk bewust is, bestaat niet in
het zich encanailleeren met de reactionnaire,
anarchistische instincten, die in elke volks
massa sluimeren en in tyd van nood maar al
te gemakkelijk tot uitbarsting komen.
De taak van een verantwoordelyke democra
tische party is een taak van opvoeding en altijd
weer van opvoeding. Zy moet elk harer leden
zy moet elk staatsburger het bewustzijn in
prenten van zyn rechten èn van zyn plich
ten. Met name den onafwysbaren plicht van
vry willige onderschikking onder het gezag, dat
hy, als staatsburger, zelf mede heeft tot stand
gebracht. Het gezag, waarop hij, dank zij de
democratie, ten allen tijde èn door middel van
zyn organisatie èn door middel van zijn ge
kozen vertegenwoordiger, zijn critiek kan doen
gelden.
Een democratische party behoort haar vol
gelingen duidelijk te maken, dat de ergste mis
daad, waaraan zy zich kunnen schuldig maken,
bestaat in de onwettige of onloyale aantasting
van het op wettige en loyale wyze tot stand
gekomen gezag. De onwettige aantasting van
het wettig gezag is een misdaad tégen de de
mocratie zelf.
En wanneer, ondanks haar beleid, deze on
wettige aantasting toch plaats vindt, dan be
hoort een democratische party om 't even
of zy zelf aan het bewind is of oppositie is
zich loyaal om de regeering te scharen en
deze te steunen in het hoog houden van het
wettig gezag, waarop èn regeeringsparty èn
oppositie gemeenschappelijk berusten. Zy kan
de regeering ter verantwoording roepen la
ter. Zoolang het democratisch gezag bedreigd
wordt, is er maar één leus: Hoog het gezag.
Weg met de anarchie.
Een sterk overheidsgezag is geen reaction
naire leus; het is de eisch par excellence van
de democratie.
Een democratische party, die de verdediging
van het gezag in tyd van nood aan anderen
overlaat, pleegt verraad aan haar eigen begin
sel; zy speelt in de kaart der reactie.
Democratische leiders, die erin gnuiven
wanneer aan dat gezag een slag wordt toege
bracht, moeten het a, b c van de democratie
nog leeren.
Het is dit soort kinderkamerdemocraten, dat
de democratie in de afgeloopen dagen verduiveld
veel kwaad heeft gedaan.
Men kan de vraag stellen en men zal haar
na het gebeurde opnieuw moeten stellen: Is de
S.D.A.P. wel een democratische party?"
Ten slotte zegt prof. Goudriaan het vol
gende
„De gelegenheid voor een massapsychose is
nog nooit zoo gunstig geweest als thans en nog
nooit is de massale infectie zoo bewust stel
selmatig toegepast als thans.
Wie in dit milieu met het vuur der revo
lutie speelt, is een misdadiger, een misdadige
kwajongen of een idioot."
Onlangs is in de pers melding gemaakt van
een bedrieglyke foto, gepubliceerd in „Voor
waarts," het socialistische dagblad te Rotter
dam.
Op die foto stond een korporaal van de ma
riniers met genoemd blad uitgespreid, in zyn
hand, maar toen hebben de Rotterdamsche
mariniers gepubliceerd, dat die persoon niet
tot het korps behoorde: zy kenden hem niet.
„Voorwaarts" schrijft nu:
„Als reactie op de pesterij der militaire
bureaucraten staken we één onzer redactie
leden in uniform en maakten een plaatje van
hem, terwyl hy aandachtig de verboden „Voor
waarts" leest. Met de bedoeling de militaire
autoriteiten nu maar eens te laten uitzoeken,
welke „onverlaat" het ministerieele verbod
durfde overtreden. Een speldeprikje dus, als
antwoord opde dompersmanieren der Regee
ring. Nu blijkt, dat deze foto aanleiding kan
geven tot misverstand, stellen wij er prijs op,
mede te deelen, dat het by nadere overweging
ook ons juister voorkomt dat deze foto niet op
deze wijze Ware opgenomen. Doch wij stellen
uitdrukkelijk voorop, dat misleiding geen oogen
blik heeft voorgezeten."
„De Avondpost" teekent hierbij aan:
Wij moeten zeggen: het is fraai. Een redactie
lid van de „Voorwaarts," dat zich in een mili
tair uniform laat steken, om de mili
taire autoriteiten te bedriegen.
Het is goed, dat het blad er zich achter-af
blijkbaar toch wel een beetje over schaamt.
„De Vrijz.-Demokraat" maakt enkele scherpe
opmerkingen over „de concurrenten," commu
nisten en sociaal-democraten:
„De heer De Visser heeft medegedeeld, dat
hij verlof wil vragen, om zich naar Indië te
begeven in gezelschap van een advocaat der
zoogenaamde „Roode Hulp," die de verdediging
van de gearresteerde schepelingen der „Zeven
Provinciën" op zich zal moeten nemen. De so
ciaal-democraten kunnen dit blijkbaar niet op
zich laten zitten en zijn nu voornemens om
partijgenoot Duys als verdediger van de ge
arresteerden naar Indië te zenden. Zoo zal
straks de strijd tusschen de communisten en
de sociaal-democraten nog moeten worden uit
gevochten op de ruggen van de schepelingen,
die zich hebben laten medeslepen in het dol
zinnig avontuur.
De werkelijke belangen van de gearresteerden
kunnen alleen worden gediend met een rustige
verdediging, die van alle politieke propaganda
gespeend blijft. De methode, die men van
mr. Duys of van den advocaat der „Roode
Hulp" kan verwachten, kan het voor hen alleen
maar bederven. De politieke concurrenten ont
zien echter niets en niemand."
Donderdag stonden voor den kantonrechter
te Leeuwarden terecht twee studenten, de
25-jarige H. P. en de 24-jarige J. B. V.
Ter gelegenheid van het in December j.l. ge
houden Friesche Studentencongres hadden zij,
met ongeveer dertig anderen, een optocht door
Leeuwarden gehouden, waarvoor zij geen ver
gunning hadden, en waarbij de Friesche Vlag
en de Vlag van het Redbad-genootschap wer
den meegevoerd. Toen een agent hen gelastte
uiteen te gaan en de Redbad-vlag op te rollen,
hadden zij aan deze sommatie geen gevolg ge
geven. In den daarop gevolgden veldslag was 't
wettig gezag meester van het terrein gebleven
en waren de Redbad-vlag evenals drie krijgsge
vangen studenten naar het politiebureau over
gebracht.
Thans hadden vier overtuigde Friezen zich
terzake van verzet tegen de politie voor den
kantonrechter te verantwoorden, doch twee
hunner hadden verstek laten gaan.
Verd. P. begon den kantonrechter toe te
spreken in het Friesch, en weigerde Neder
landsch te spreken, hetgeen tengevolge had, dat
zijn antwoorden niet in de notulen werden op
genomen.
Ook een getuige a décharge J. de Jong uit
Leeuwarden, begon in het Friesch en noemde 't
een misstand, dat de heeren, die al zoolang in
Friesland waren, zich de taal van het volk niet
hadden eigen gemaakt. Daarna legde hij zijn
verklaring in het Nederlandsch af, omdat de
beleefdheid dit eischt en een Fries altijd beleefd
is. Bij de behandeling van de zaak bleek on.
nog, dat verdachten van den verbaliseerenden
agent, die evenmin Friesch kende, geëischt had
den, dat hij deze taal tot hen sprak.
Het O. M., waargenomen door mr. Van Gilse,
noemde het feit van den verboden optocht op
zichzelf niet ernstig en veel voorkomend in de
studentenwereld. Het verzet tegen de politie
had de zaak echter een ander aanzien gegeven
en hiermee wil hij bij de strafmaat rekening
zien gehouden. Hij eischte tegen P. en Z. 25.
boete of 15 dagen hechtenis en tegen V. en T.
elk 6.boete of 6 dagen hechtenis. Op ver
beurdverklaring der vlag zou spr. niet aandrin
gen, daar die voor het studentengezelschap Red
bad meer waarde heeft dan voor den Staat der
Nederlanden.
Verdachte P. zeide naar aanleiding van dezen
eisch: Det is wol hwet hiel volle (dat is wel wat
heel veel).
De verdediger, Mr. van der Schaaf, wees on
de omstandigheid, dat verdachten waren uitge
daagd door het optreden van een burger, die
blijkbaar in troebel water wilde visschen. De
Kantonrechter vond deze beeldspraak te kras.
en vroeg, of Friesche studenten dan met troe
bel water te vergelijken zijn, waarop de verde-
dige zich nader verklaarde door te zeggen dat
de situatie troebel werd gemaakt, doordat de
agent erin roeide. Spr. acht het een verheugend
verschijnsel, dat er tegenwoordig zoo'n krachtige
actie onder de Friesche studenten is. De clemen
tie der rechterlijke macht werd voor dit jeugdig
enthousiasme ingeroepen.
Daarna kwam de Redbad-vlag ter sprake, en
de kantonrechter informeerde bij verdachte of
Redbad dezelfde is als Radboud.
Verd.: Ja, zoo zullen de Hollanders den naam
wel verdraaid hebben.
Kantonrechter: Dus dezelfde die zijn voet uit
het doopvont terugtrok.
Verdachte: Misschien heeft Radboud dat ge
daan, maar Redbad niet. Als een Fries eenmaal
beloofd heeft Christen te worden, krabbelt hij
niet terug.
Ten slotte werd een der afwezige verdachten
veroordeeld tot 15.boete subs. 25 dagen
hechtenis, en de overigen tot 5.boete of
vyf dagen hechtenis.
Door de Duitsche spoorwegen is een nieuwe,
belangrijke concessie gedaan ten behoeve van
hen, die als exposant aan de Leipziger Messe
deelnemen. Tot nu toe werden alleen de in de
technische afdeeling tentoongestelde goederen
zonder berekening van vracht op Duitsch grond
gebied terug vervoerd. Deze gunstige, bepaling
zal voortaan ook gelden voor alle andere arti
kelen, die op de Leipziger Messe zijn tentoon
gesteld, mits het bewijs wordt geleverd dat zij
niet zijn verkocht of omgeruild.
Het Kamerlid Cramer, die zich een heel bij
zondere reputatie verwierf door als „wacht
gelder" jaarlijks naast zijn tractement als
Kamerlid 9000 te blijven opstrijken uit
de Indische openbare kas, ofschoon hy toch
allerminst de bedoeling, noch ook het uitzicht
had als ingenieur naar Indië terug te keeren,
het Kamerlid Cramer heeft kans gezien,
zich den laatsten tijd nog erger in opspraak
te brengen door zijn bekende verklaring: dat
de muiterij daarginds in Indië hem „uit het
hart gegrepen" was.
Behalve dan de sociaal-demokratische lei
ders, die door dik en dun plegen goed te pra
ten alles wat him vriendjes misdoen, óók te
gen eigen leer en eigen ethiek, voelt iedere
behoorlijke Nederlander zich natuurlijk danig
bekocht met zoo'n wachtgelder-Kamerlid;
de moeilijkheid was echter maar: hoe raken
we zoo'n vriend des volks kwijt, als hy uit
zich zelf niet inziet, dat het een sociaal-de-
mokraat die toch ex professo tegen hooge,
kapitalistische inkomens kankeren moet, voor
al wanneer voor die inkomens geen evenre
dige arbeid geleverd wordt allerminst past,
uit de staatsruif een zóó groote portie voor
zich aliléén op te eischen?
Wat te doen, wanneer de heer Cramer het
geld voor zich blijft opvorderen uit handen
van een Overheid, welke hij met „uit het hart
gegrepen" muitery bestookt zag?
Men zat er 'n beetje mee.
Maar nu heeft men daar in Indië plotseling
het ei van Columbus ontdekt:
Aneta meldt nX uit Indië, dat het lid van
den Volksraad mr. Hart, een schriftelijke
vraag tot de Regeering gericht heeft, of deze
niet van meening is, dat in verband met het
feit, dat de Ned.-Indische ambtenaar op non
activiteit ir. Cramer, in het openbaar uitdruk
kingen zou hebben gebruikt, waarin hij zijn
vreugde uitsprak over het gebeurde aan boord
van „De Zeven Provinciën" alle termen aan
wezig zijn, dien ambtenaar oneervol uit
's lands dienst te verwijderen....
Het lijdt oX geen twijfel, welk antwoord op
deze vraag past.
Immers, indien 'n ambtenaar als de heer
Cramer, die bovendien zonder eenige tegen-
praestatie zijn Indisch inkomen opstrijkt, zich
tegenover zijn werkgever woorden permittee-
ren mag als hij zich permitteerde dan betwij
felen wij, of er nog wel óóit een behoorlijke
motiveering tot verleening van oneervol ont
slag geconstrueerd kan worden.
Opgeschoten jongens maakten reeds geruimen
tijd het dorp Schayk onveilig, doordat ze stee-
nen naar de huizen gooiden en allerlei schade
aanrichtten. By herhaling was Zaterdagavond
het huis van den 55-jarigen Bierman het doel
wit der kogelende jongens.
Toen het spelletje eenigen tijd geduurd had,
kwam B. met een ijzeren staaf naar buiten op
de jongens af, die ijlings wegvluchtten. Toen
hun schrik blijkbaar verdwenen was, keerden
ze zich plots om, ontrukten den man zijn wa
pen en sloegen hem daarmede op het hoofd.
In deemiswekkenden toestand vonden voor
bijgangers hem later op den weg liggen. Achtte
de ontboden geneesheer de wonden van het
slachtoffer nog niet zoo gevaarlijk, later bleek,
dat het slachtoffer een ernstige schedelbreuk
had bekomen.
B. verloor geregeld het bewustzijn, doch was
toch nog in staat de politie, die hem des avonds
een verhoor afnam, te woord te staan.
De ongelukkige is Zondag naar het St. Ca-
nisiusziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Men
vreest voor zijn leven.
Het is de politie nog niet mogen gelukken de
daders van dezen laffen aanval te pakken te
krijgen.
Zondag was de toestand van het slachtoffer
nog voortdurend zorgwekkend.
Zondagochtend kwam men tot de ontdekking,
dat op den 53 M. hoogen schoorsteen van het
gemeenteziekenhuis a.d. Zuidwal te Den Haag
'n communistische reclame was aangebracht.
Van een hoogte van 30 M. af was met groote
letters in zwarte verf tot onder aan toe ge
schilderd: „Leest de Tribune". Het was voor de
heele omgeving duidelyk zichtbaar. Bij den
nieuwbouw, waar nog wordt gewerkt, was een
pot met teer achtergelaten.
De politie stelt een onderzoek in naar de
daders.
Op 22 April, den eersten dag der feestelijk
heden ter eere van Schiedams beroemde Heili
ge, beginnen de processies naar Sint Lidwina's
stad. Die eerste dag is gereserveerd voor ue
Vereeniging „De Katholieke Verkenners", die
de voorbereiding van haar processie in han
den van de Haarlemse he diocesane leiding
heeft gesteld. Verder lezen we in het pas ver
schenen nummer van „De Katholieke Verken-
nersleider" het volgende over een specifieke
Verkennersdaad, die men op den avond van
22 April vóór het Lof hoopt te stellen.
Om St. Lidwina te eeren, zal men ten bate
van de arme zieken der Schiedamsche paro
chies een pelgrim- en offergave aan de voe
ten van St. Liduina patrouille-gewys neer leg
gen. Deze offergave kan zoowel in geld als in
natura (geen aan spoedig bederf onderhevige)
gegeven worden. Ieder verkenner kan hier
aan deelnemen, drage het zijne bij. Ook de
kleinste gave is welkom. Na afloop van den
feestdag zullen de gaven door Verkenners aan
de verschillende parochieën bezorgd worden.
Blijkens een mededeeling van de directie der
Papierfabriek Van Gelder Zonen, wordt de
werktijd der dagarbeiders met ingang van
Maandag 27 Februari a»s. met een half uur per
dag verkort.
Onder dezen maatregel vallen de ar
beiders van de buitenploeg en de vakarbei
ders, zooals schilders, timmerlieden, smeden,
enz. Deze werktijdverkorting wordt ingevoerd
ter voorkoming van ontslag.
Wanneer er geen nieuwe bestellingen komen
zal de werktijdenkorting ook voor de continu-
arbeiders moeten worden doorgevoerd.
's-GRAVENHAGE. Gesl. voor 2de stuurman
gr. stoomv.: de heer L. P. H. Struik, voor 3de
stuurman gr. stoomv.: de heer J. W. A. Wol-
dringh.