Om Het „psychologisch moment" Van de Perstribune Prikkeldraad een primeur Aanstootgevende doeken verwijderd MAANDAG 20 FEBRUARI DE MUITERIJ OP DE „ZEVEN PROVINCIËN" Toch eigenlijk treurig Stemming niet normaal Een vlag-incident Ei van Columbus JONGE BANDIETEN Uit de tentoonstelling der „Onaf- hankelijken" te Amsterdam Beleediging van de kerk Kordaat optreden zonder vrees of bijgedachten had het lot van ons schip kunnen doen keeren DE KAMERVERKIEZINGEN Candidaatstelling in de R.K. Staatspartij Tilburg Limburg Rev. Soc. Partij Een scherp vonnis Een bedrieglijke foto Concurrenten Veldslag tusschen Friesche stu denten en politie LEIPZIGER MESSE Vrij terugvervoer monsters ROODE RECLAME Aanslag op een bejaarden man Op den schoorsteen van een ziekenhuis DE KATH. VERKENNERS NAAR SCHIEDAM Een specifieke Verkennersdaad WERKTIJDVERKORTING Bij de papierfabriek Van Gelder Zonen te Velsen Stuurlieden-examens Toen de voorzitter van de Elerste Kamer aan de pers het bericht liet zenden, dat de Regeering bereid was reeds Dinsdag 21 Februari bij de algemeene beschouwingen over de Rijks- begrooting in te gaan op hetgeen door de leden te berde zou worden gebracht over de gevolgen Van de aanneming van de motie Boon in de Tweede Kamer, dus over het ontbindingsbesluit, hebben wij ons afgevraagd of een dergeiyk voor gaan wel behoorde tot de taak van de Eerste Kamer en of een voorzitter wys handelde door dergelijke vragen aan de regeering te stellen. Nu weten wij wel, dat de tegenwoordige voor zitter geen gelegenheid laat voorbijgaan om te wijzen op de toenemende beteekenis en de be langrijkheid van het hooge college, dat onder zijn leiding staat, doordat het in strüd met de opvattingen van ons staatsrecht zich met za ken bemoeit die niet tot het terrein van de Eerste Kamer behooren. Wanneer we uit de laatste jaren eens enkele feiten mogen noe- hien, dan is het zonder twyfel de wijze waarop de Eerste Kamer leiding tracht te nemen in de NederlandschBelgische onderhandelingen. In 1931 heeft de Tweede Kamer in het voor- loopig verslag van de suppletoire Indische be grooting voor 1931 er aanmerking op gemaakt, dat de Eerste Kamer ten onrechte enkele za ken het regeeringsbeleid van Indië rakende, bad besproken, vóórdat de Tweede Kamer daar toe gelegenheid had gehad. Onlangs maakten enkele leden van de Eerste Kamer er een aan merking over, dat de regeering wel een ver klaring aflegde in de Tweede Kamer, maar niet in haar midden. Het gaat hier om het be- langryke vraagstuk van de plaats, welke de Eerste Kamer in onze staatsinrichting inneemt, hfet een beroep op Donker Curtius, Buys, Olivier en anderen zouden we wel mogen zeg gen, dat het zeker niet is de plaats, die zij thans meer en meer opeischt, ook al verklaarden Vele leden enkele jaren geleden in een van de voorloopige verslagen, dat de Eerste Kamer zich onder alle omstandigheden het recht moest blyven voorbehouden om hare meening te uiten °P het tydstip en op de wijze als haar goed Voorkwam. Oat is geen juiste opvatting. De Tweede Kamer is het wetgevend en contröleerend col lege, de Eerste Kamer is de Kamer van revi sie, die zich volgens Buys moet houden bui ten den warmen politieken stryd van den dag. Het tegendeel is op het oogenblik het ge- Val. De Eerste Kamer zoekt den politieken strijd, zy zit als het ware op het vinketouw, opdat haar een primeur maar niet ontgaan zal. Geen dag en geen uur kan er gewacht worden met het behandelen van de groote vraagstuk ken, zoodat er niet tegen wordt opgezien hier voor buiten de orde te raken en de Tweede Kamer over het hoofd te zien. Veel meer dan Vroeger is er onder de leiding van den tegen- Woordigen voorzitter der Eerste Kamer een soort concurrentiestryd ontstaan tusschen de beide deelen van de Staten-Generaal. Een soort Wedloop in beteekenis en invloed op den poli tieken strijd, maar waarvan met wiskundige Zekerheid voorspeld kan worden, dat op den duur de Eerste Kamer deze verliest. Als het gaat over het uitoefenen van blijvenden in vloed op ons volk, dan wint het de Kamer van 100 verre en zou het zeer verkeerd zijn op dit gebied een conflict uit te lokken. By de vele hioeiiykheden, die wij reeds ondervinden om het Parlementaire stelsel ook hier te lande te be houden, bestaat er aan een dergehjk conflict, mtgelokt door de Eerste Kamer, geen behoefte. Door de vraag van den voorzitter aan de mgeering om Dinsdag reeds in de Eerste Kamer Van gedachte te wisselen over de ontbinding Van de Tweede Kamer, dus voor en aleer deze Zelf <je regeering had kunnen interpelleeren °ver haar doodvonnis, had men moeilijkheden kunnen krygen. De Tweede Kamer mist tot heden geen enkele bevoegdheid, dus was het in het geheel niet noodig dat de Senaat zich lengde in den strijd met de regeering. Zü kon dezen best alleen af. Van overleg tusschen de beide Kamers schijnt geen sprake te zün en daarom juist te meer verdient de Tweede Kamer hu men daar toch ook met de regeering van Bedachte wil wisselen over het gevallen besluit een woord van hulde voor de wy'ze, waarop zy de moeiiykheid omzeild heeft. Veel is er over tiet aanmatigend optreden van de Eerste Kamer hiet gezegd. Dat zal later nog wel eens komen. ®et was echter juist voldoende om goed te laten uitkomen, waarom de voorzitter voor belde dan maar op Maandag te vergaderen. Dat zal nu geschieden en daarmede is komen vast te staan, dat de primeur van de ge- dachtenwisseling over het ontbindingsbesluit v°or de Tweede Kamer zal zijn, wat haar r®chtens toekomt. De botsing is hiermede ver bieden, want de Tweede Kamer had ook wel eehs kunnen eischen, dat de regeering Dinsdag Zanwezig zou zijn. Onder leiding van den heer Van Schaik heeft de Kamer dit niet gedaan eh dat is zeer verstandig, al gelooven we toch, ^at dit muisje nog wel eens een staartje zal tiebben, want het ging niet uitsluitend om de Primeur. leeraar toch al groote verwoestingen hebben aangericht, wanneer hij zelf niet inziet, hoe be spottelijk hij zich maakt door het houden van een zoodanige redevoering. De Tweede Kamer ontbonden omdat de Kath. Staatspartij bang is voor hem! Men zou de zaak eigenlijk beter om kunnen draaien en zeggen, dat deze vervroegde verkie zing êen geweldig buitenkansje is voor Prof. Veraart en zün bondje. Men hoeft geen vreem deling in ons politiek Jeruzalem te zijn, om vooruit te zien, tot welk een fiasco zijn afschei dende actie in Juni zou hebben geleid. Natuur lijk zal dit fiasco evengroot zijn by deze ver vroegde verkiezing, maar aan welk een prach tige uitvlucht heeft Ruys hem nu geholpen! Thans kan hy zeggen: „wij hebben twee maan. den minder actie kunnen voeren en daarom is de uitslag voor ons zoo teleurstellend. Maar als de verkiezingen op den gewonen tyd waren ge houden, in Juni, dan zoudt ge eens gezien heb ben!!" Wanneer men dus in de Kamerontbinding een buitenkansje ziet voor de R. K. Staatspartij, zal men moeten erkennen, dat het buitenkansje nog veel grooter is voor het democratische bondje van Prof. Veraart. w Naar wy vernemen heeft het bestuur van de vereeniging van Beeldende Kunstenaars „De Onafhankeiyken' het besluit genomen tot voorloopige sluiting van haar tentoonstelling van bijna 300 werken, welke Zaterdagmiddag onder zeer veel belangstelling in het Sted. Museum te Amsterdam was geopend. Deze beslissing is genomen uit protest te gen het feit dat de heer Baard, directeur van het Museum, te kennen heeft gegeven, dat hy een schilderij van Horst Strempel, behoorend tot de Duitsche inzending, welke voor het mee- rendeel bestaat uit een aantal voor de „Berli ner Kunst Ausstellung" 1932 door de vorige Duitsche regeering verboden werken, niet tot bezichtiging in het Stedeiyk Museum kan toelaten zonder nadere beslissing van B. en W. wy hebben ons in dit verband gewend tot den wethouder voor de Kunstzaken, den heer Boekman, die ons mededeelde dat hy zich in het Sted. Museum van deze aangelegenheid op de hoogte heeft gesteld, doch dat de uitein delijke beslissing in het college van B. en W. zelf moet worden genomen. Ook is de verwydering gelast van een Ne- derlandsche schilderij, dat kwetsend was voor de goede zeden. Met dat al heeft het publiek Zondagmiddag na half twee geen gelegenheid meer gehad tot bezichtiging der tentoonstelling. De mogelijk heid bestaat dat de geheele expositie door De Onafhankeiyken in een particulier huis zoo dit gevonden kan worden wordt onderge bracht. Het schildery van Horst Strempel draagt den titel „Selig sind die geistig Armen" (Zalig (teijrr de armen van geest). Het vertoont in het midden Christus aan het kruis, aan welks voet de Paus zit in een houding, die bedoeld is als tegenstelling met tafereelen die men links en rechts van de kruis- groep ziet. In deze tafereelen wil de schilder een sterke „aanklacht" neerleggen tegen de houding, wel ke volgens hem en zyn geestverwanten, de Katholieke Kerk aanneemt tegenover oorlog en kapitalisme. Uit het doek spreekt een grove beleediging van de Katholieke Kerk. Om dit schildery, dat de „Onafhankelijken" met zooveel vuur verdedigen, gaat in hoofd zaak het conflict. In „Vooruit", een der bladen van de Sociaal democratische arbeiderspers, treffen wij een Uitvoerig verslag aan van een rede, welke Prof. leraart Donderdagavond te 's-Gravenhage heeft Behouden over „Politieke crisis en democratie". Het betoog van den Hoogleeraar komt hierop tieer: Ruys heeft de Tweede Kamer ontbonden, °mdat het Bureau van de Katholieke Staats- Dartij hem gerapporteerd had: het gaat slecht ^et de zaken der Party en het gaat eiken dag hechter. Het is duideiyk, dat men in de Katho- lleke Staatspartij bang was voor de geweldige ^tie, door Prof. Veraart en zyn democratisch ti°hdje uitgeoefend. De slimme Ruys heeft nu verkiezingen twee maanden vervroegd, om °b die wyze de actie van Veraart met twee banden te bekorten en de Katholieke Staats party uit deze moeilijkheid te redden. Het is be8rypeiyk, dat het sociaal-democratisch blad ti®ze rede met groote instemming „verslaat". Eaten wy eerlyk bekennen, dat de lezing van <Üt verslag ons met treurnis heeft vervuld. De egocentrische waan moet bij dezen Hoog De correspondent van „De Telegraaf" te Me- dan schreef nog de volgende bijzonderheden be treffende de stemming, welke de muiterij op de „Zeven Provinciën" veroorzaakte: Bjjna twee dagen lang stond men perplex en was het vooral een gevoel van schaamte dat iederen vaderlandsch-voelenden burger bekroop. Maar toen begonnen de gevoelens wat te schiften, zich als het ware te detailleeren en al heel gauw was 't merkbaar dat de algemeene verontwaardiging niet zoozeer uitging naar de muiters, als wel naar hen die het geheele ge val door tydig en onversaagd optreden wellicht hadden kunnen voorkomen. Vooral op Kota- Radja in de onmiddellijke nabijheid waarvan de episode zich afspeelde Oleh-leh ligt slechts een kilometer of vier van de hoofdplaats van Atjeh af en waar zooveel militairen gelegerd zijn, waar bovendien een doodenakker is waar honderden helden, die hun leven voor het va derland lieten, liggen begraven, voelde men dui delijk dat de algemeene stemming zich met ver ontwaardiging tegen hen richtte wier plicht het was de orde te bewaken. Op dien Zaterdagavond moet er een fractie van een seconde geweest zyn, het „psycholo gisch moment", waarop kordaat optreden zonder vrees of bijgedachten, het lot van ons oor logsschip had kunnen doen keeren. Wy persoonlijk hebben aanschouwd, toen in 1919 een paar honderd matrozen in optocht naar het huis van den Resident van Soerabaja wilden optrekken, een hoofd-commissaris van politie, ongewapend en niet in uniform den heelen troep tegenhield. Maar hy stond en week geen duimbreed en wie verder had willen gaan, had dit moeten doen over zyn lijk. Hij won het pleit; hy wist dat optreden, krachtig optreden op een moment meer beteekent mis schien dan vele demonstraties van machts- of gezagsuitoefening. N i Wy weten niet of de stemming in het overige deel van Indië dezelfde was, maar op Sumatra, was de Indische burger niet bijster gesticht over het feit, dat een flink aantal officieren (17) door een overmacht van inlanders was geïntimideerd met het bekende betreurenswaar dige gevolg. Daarbij kwam nog de geschiedenis omtrent de waarschuwing welke tydig door een inspecteur van politie aan den assistent-resi dent zou zyn gegeven, door dezen overgebracht naar den commandant, die aan den wal was en door laatstgenoemde zou zyn genegeerd. Dit alles maakt dat men met heel weinig eerbied hoort spreken van hen, die by het geval direct betrokken zyn. De Gewestelijke militaire commandant van Atjeh, kolonel Behrens, heeft den schepelingen die te Kota-Radja achterbleven en die weiger den eerbewyzen te brengen aan him superieu ren eens een duchtig lesje gegeven. De kolonel hoorde van deze weigering, die hy als militair in hart en nieren niet kon verduren, liet de schepelingen aantreden en sprak ze als volgt toe: Ik heb vernomen dat gij weigert uw supe rieuren de benoodigde eerbewijzen te brengen en wil wel eens zien of gy dit my durft weige ren. Geef acht! En de schepelingen gehoor zaamden. Verder heeft kolonel Behrens een eind gemaakt aan het nietsdoen van die schepe lingen door ze met marechaussees op patrouille te sturen. Een en ander heeft blijkbaar diepen indruk gemaakt en met de handhaving van de krijgstucht heeft men thans in Kota-Radja niet de minste moeite meer. Een correspondent van de „Sumatra Post" te Sabang meldde nog over de oogenblikken, die voorafgingen aan de muiterij: „De stemming aan boord van ,,De Zeven Pro vinciën" was Donderdagmorgen den 2den Febr. toen het schip Sabang binnenliep om kolen in te nemen, verre van normaal. Oorspronkelyk was het op Sabang bekend, dat het schip eerst den volgenden morgen, dus Vrydag, van Sabang naar Olehleh zou vertrekken, hetgeen dus hier op neerkwam, dat de schepelingen Donderdag avond te Sabang aan wal konden gaan. Het schip vertrok echter reeds denzelfden dag om 5 uur 's middags, terwijl niemand zich aan wal mocht begeven." Onze correspondent won naar aanleiding hiervan nadere inlichtingen in. By een onder houd met een der leden van de bemanning bleek hem, dat men des morgens reeds het plan had niet aan te treden op het morgenappèl, 'welk plan echter niet verwezenlykt werd. Met span ning wachtte men daarop op het middagappèl, op welk tijdstip evenmin iets gebeurde, daar het schip op den vervroegden tyd vertrok. Achteraf vernam onze correspondent, dat er toen reeds veertig lieden in arrest waren gesteld. Van dit laats,te bericht kon men echter geen bevestiging krygen. Indien men, zoo vervolgt de „Sumatra Post", naar de waarschuwingen hadde geluisterd, dan ware de muiterij op de „Zeven Provinciën" voorkomen geworden. De inspecteur van politie, de heer Vermeer, heeft te half negen den assistent-resident van Groot Atjeh, den heer Van der Reyden, opge beld, waarna deze zich per auto heeft begeven naar de woning van kolonel Behrens, waar de commandant van de „Zeven Provinciën" ver blijf hield. Hij heeft dezen officier te omstreeks 8.45 uur medegedeeld, dat het plan bestond bij de schepelingen om gedurende de afwezigheid van de officieren het oorlogsschip te overmees teren en daarmede weg te stoomen. De commandant van de „Zeven Provinciën," kapitein ter zee P. Eikenboom, heeft de waar schuwing in den wind geslagen. Hy gaf te ken nen, dat het een fantastisch plan zou zyn en deed in den eersten tijd niets. Te kwart voor tien heeft hij een officier, naar men ons positief wist mede te deelen, den jongsten officier, uit gezonden, die met zijn waarschuwing juist op tyd kwam om door de muiters te worden gevan gen genomen. De Rykskieskring „Dordrecht" behoorende tot de combinatie Leiden-Dordrecht-Friesland- Groningen kwam te Rotterdam bijeen. Voor den omschreven zetel: dien van land- en tuinbouw, positie der arbeiders in het bedrijf, werd can- didaat gesteld de heer A. J. Loerakker. Voor de twee niet-omschreven zetels werden aanbevolen minister Verschuur en mr. Witt- kampf uit Schiedam, secretaris van de K. v. K. voor de Benedën-Maas. In den Rijkskieskring Tilburg werden voor de omschreven zetels aangewezen de heeren C. J. Kuiper, Utrecht en dr. L. Kortenhorst, Den Haag. Na bespreking werd met 64 tegen 39 stem men besloten voor de twee niet-omschreven zetels geen politiek advies te geven. Als volgorde voor de omschreven zetels werd bepaald: 1. C. J. Kuiper (arbeid), 2. dr. J. Kortenhorst (werkgever), waardoor tevens de heer Kuiper als „lijstaanvoerder" aangewezen is. In de te Roermond gehouden vergadering van den R. K. Kiezersbond voor Limburg wer den voor de a.s. verkiezing voor leden van de Tweede Kamer de volgende candidatenlijsten vastgesteld: voor den omschreven zetel voor „algemeen maatschappelijke positie der werk nemers" de heer H. G. M. Hermans, lid der Tweede Kamer, 'sHage; voor den omschreven zetel voor „land- en tuinbouw, leiding en ex ploitatie van het bedryf" de heeren ir. dr. W. J. Droesen, rykslandbouwconsulent, Roermond; W. F. J. Quaedvlieg, landbouwer, Voerendaal; P. J. Rutten, uod-hoofd van school, Wanssum. Be sloten werd voor den omschreven zetel voor land- en tuinbouw geen advies uit te brengen. Voor de niet-omschreven zetels werden op de lyst geplaatst de heeren ir. M. C. E. Bongaerts, lid der Tweede Kamer; mevr. W. A. Brouns v. Besouw, 's Bosch; mr. M. M. P. H. Brouwers, burgemeester, Meerssen; G. Bulten, burgemees ter, Voorhout; G. H. F. H. Corten, landbouwer. Beek; J. M. van Daal, landbouwer, Linden bij Cuyk; dr. J. J. van Dael, directeur bureau voor beroepskeuze, Amsterdam; W. M. Driessen, tui nier, Venlo; J. H. J. Gregoire, sigarenmaker, Maastricht; R. van Haaren, Wehl; A. J. H. Hagdom, ontvanger der invoerrechten en ac cijnzen, Maastricht; mr. J. H. van Maarseveen, rechtskundig adviseur R. K. Werkliedenbond. Utrecht; dr. H. W. E. Moller, lid der Tweede Kamer, Tilburg; mej. J. Meyer, lid der Tweede Kamer, Rotterdam; A. A. van Nynatten, lui tenant-kolonel der infanterie, Maastricht; J. F. H. Obers, landbouwer, Sevenum; dr. A. J. B Oomen, arts, Utrecht; M. J. M. van Poll, lid der Tweede Kamer, Helmond; Th. H. C. M. Pyls, landbouwer, Koningsbosch-Echt; K. C. H. van der Put, sigarenfabrikant, Eindhoven; ir. C. P. E. M. Raedts, bedrijfsingenieur, Heerlen; K. F. Ritzen, scheikundige, Heerlen; Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister van Binnen- landsche Zaken, 'sHage; ir. H. H. J. Ruyten, Roermond; J. C. H. W. M. Sassen, Geertruiden- berg; J. M. I. Schaepkens van Riempst, voor zitter Kamer van Koophandel en Fabrieken, Maastricht; mr. F. J. M. Smits van Oyen, voor zitter varkenscentrale, Eindhoven; mr. P. W. H. Truijen, lid der Tweede Kamer, Roermond; A. A. van der Werff, voorzitter R. K. Ned. Steen arbeidersbond, Zuilen. Ten aanzien van de vrije zetels werd besloten alleen de candidatuur van den heer Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck te adviseeren. By meerderheid van stemmen werd bepaald, dat van de twee omschreven zetels die voor arbeid als nummer een op de lijst zal worden geplaatst. De functionarissen-vergadering van de Re- volutionnair-Socialistische Party heeft de na volgende gelijkluidende lijst voor alle kieskrin gen samengesteld: 1. H. Sneevliet, 2. E. Bouw man, 3. D. Schilp, 4. F. Bosman, 5. A. Menist, 6. W. Dolleman, 7. W. Smit, 8. Joh. Mooy, 9. T. de HaanZwagerman, 10. J. H. E. Roebers, 11. J. van Schaick, 12. C. Scheepers, 13. J. C. N. Molenkamp, 14. L. WoudtBouman, 15. B. Strenger de Rover. In de „Groene Amsterdammer" van deze week geeft professor J. Goudriaan Jr., lid van de S.D.A.P., als volgt zyn zeer opmerkelijke meening weer over de onverantwoordelijke hou ding der sociaal-democratische leiders ten op zichte van de muiterij op de „Zeven Provinciën": „In de tragedie van „De Zeven Provinciën" is de houding van het Tweede Kamerlid, ir. Cramer, en van de redactie van „Het Volk" een der droevigste tafereelen. En dit uit den band springen van enkele op zichzelf staande personen van het tweede en derde plan is nog niet eens het ergste. Veel erger is de houding van den voorzitter van de S.D.A.P., die in zyn radiorede over „De Zeven Provinciënkrant", die verboden werd, en de 8 tot 11 provinciekranten, die nog komen kon den, het onwaardige spel der verboden blaad jes lustig heeft meegespeeld. Het ergste is het feit, dat noch hij, noch de voorzitter der Tweede Kamerfractie duidelyk en hard heeft uitgesproken, dat de S.D.A.P. de muitery onvoorwaardelijk afkeurt. Het ergste is, dat men heeft nagelaten na mens de S.D.A.P. een beroep te doen op de opstandelingen om hun verzet tegen het wettig gezag onmiddellyk te staken. Want de taak van een groote democratische party, die zich haar verantwoordelijkheid te genover het geheele volk bewust is, bestaat niet in het zich encanailleeren met de reactionnaire, anarchistische instincten, die in elke volks massa sluimeren en in tyd van nood maar al te gemakkelijk tot uitbarsting komen. De taak van een verantwoordelyke democra tische party is een taak van opvoeding en altijd weer van opvoeding. Zy moet elk harer leden zy moet elk staatsburger het bewustzijn in prenten van zyn rechten èn van zyn plich ten. Met name den onafwysbaren plicht van vry willige onderschikking onder het gezag, dat hy, als staatsburger, zelf mede heeft tot stand gebracht. Het gezag, waarop hij, dank zij de democratie, ten allen tijde èn door middel van zyn organisatie èn door middel van zijn ge kozen vertegenwoordiger, zijn critiek kan doen gelden. Een democratische party behoort haar vol gelingen duidelijk te maken, dat de ergste mis daad, waaraan zy zich kunnen schuldig maken, bestaat in de onwettige of onloyale aantasting van het op wettige en loyale wyze tot stand gekomen gezag. De onwettige aantasting van het wettig gezag is een misdaad tégen de de mocratie zelf. En wanneer, ondanks haar beleid, deze on wettige aantasting toch plaats vindt, dan be hoort een democratische party om 't even of zy zelf aan het bewind is of oppositie is zich loyaal om de regeering te scharen en deze te steunen in het hoog houden van het wettig gezag, waarop èn regeeringsparty èn oppositie gemeenschappelijk berusten. Zy kan de regeering ter verantwoording roepen la ter. Zoolang het democratisch gezag bedreigd wordt, is er maar één leus: Hoog het gezag. Weg met de anarchie. Een sterk overheidsgezag is geen reaction naire leus; het is de eisch par excellence van de democratie. Een democratische party, die de verdediging van het gezag in tyd van nood aan anderen overlaat, pleegt verraad aan haar eigen begin sel; zy speelt in de kaart der reactie. Democratische leiders, die erin gnuiven wanneer aan dat gezag een slag wordt toege bracht, moeten het a, b c van de democratie nog leeren. Het is dit soort kinderkamerdemocraten, dat de democratie in de afgeloopen dagen verduiveld veel kwaad heeft gedaan. Men kan de vraag stellen en men zal haar na het gebeurde opnieuw moeten stellen: Is de S.D.A.P. wel een democratische party?" Ten slotte zegt prof. Goudriaan het vol gende „De gelegenheid voor een massapsychose is nog nooit zoo gunstig geweest als thans en nog nooit is de massale infectie zoo bewust stel selmatig toegepast als thans. Wie in dit milieu met het vuur der revo lutie speelt, is een misdadiger, een misdadige kwajongen of een idioot." Onlangs is in de pers melding gemaakt van een bedrieglyke foto, gepubliceerd in „Voor waarts," het socialistische dagblad te Rotter dam. Op die foto stond een korporaal van de ma riniers met genoemd blad uitgespreid, in zyn hand, maar toen hebben de Rotterdamsche mariniers gepubliceerd, dat die persoon niet tot het korps behoorde: zy kenden hem niet. „Voorwaarts" schrijft nu: „Als reactie op de pesterij der militaire bureaucraten staken we één onzer redactie leden in uniform en maakten een plaatje van hem, terwyl hy aandachtig de verboden „Voor waarts" leest. Met de bedoeling de militaire autoriteiten nu maar eens te laten uitzoeken, welke „onverlaat" het ministerieele verbod durfde overtreden. Een speldeprikje dus, als antwoord opde dompersmanieren der Regee ring. Nu blijkt, dat deze foto aanleiding kan geven tot misverstand, stellen wij er prijs op, mede te deelen, dat het by nadere overweging ook ons juister voorkomt dat deze foto niet op deze wijze Ware opgenomen. Doch wij stellen uitdrukkelijk voorop, dat misleiding geen oogen blik heeft voorgezeten." „De Avondpost" teekent hierbij aan: Wij moeten zeggen: het is fraai. Een redactie lid van de „Voorwaarts," dat zich in een mili tair uniform laat steken, om de mili taire autoriteiten te bedriegen. Het is goed, dat het blad er zich achter-af blijkbaar toch wel een beetje over schaamt. „De Vrijz.-Demokraat" maakt enkele scherpe opmerkingen over „de concurrenten," commu nisten en sociaal-democraten: „De heer De Visser heeft medegedeeld, dat hij verlof wil vragen, om zich naar Indië te begeven in gezelschap van een advocaat der zoogenaamde „Roode Hulp," die de verdediging van de gearresteerde schepelingen der „Zeven Provinciën" op zich zal moeten nemen. De so ciaal-democraten kunnen dit blijkbaar niet op zich laten zitten en zijn nu voornemens om partijgenoot Duys als verdediger van de ge arresteerden naar Indië te zenden. Zoo zal straks de strijd tusschen de communisten en de sociaal-democraten nog moeten worden uit gevochten op de ruggen van de schepelingen, die zich hebben laten medeslepen in het dol zinnig avontuur. De werkelijke belangen van de gearresteerden kunnen alleen worden gediend met een rustige verdediging, die van alle politieke propaganda gespeend blijft. De methode, die men van mr. Duys of van den advocaat der „Roode Hulp" kan verwachten, kan het voor hen alleen maar bederven. De politieke concurrenten ont zien echter niets en niemand." Donderdag stonden voor den kantonrechter te Leeuwarden terecht twee studenten, de 25-jarige H. P. en de 24-jarige J. B. V. Ter gelegenheid van het in December j.l. ge houden Friesche Studentencongres hadden zij, met ongeveer dertig anderen, een optocht door Leeuwarden gehouden, waarvoor zij geen ver gunning hadden, en waarbij de Friesche Vlag en de Vlag van het Redbad-genootschap wer den meegevoerd. Toen een agent hen gelastte uiteen te gaan en de Redbad-vlag op te rollen, hadden zij aan deze sommatie geen gevolg ge geven. In den daarop gevolgden veldslag was 't wettig gezag meester van het terrein gebleven en waren de Redbad-vlag evenals drie krijgsge vangen studenten naar het politiebureau over gebracht. Thans hadden vier overtuigde Friezen zich terzake van verzet tegen de politie voor den kantonrechter te verantwoorden, doch twee hunner hadden verstek laten gaan. Verd. P. begon den kantonrechter toe te spreken in het Friesch, en weigerde Neder landsch te spreken, hetgeen tengevolge had, dat zijn antwoorden niet in de notulen werden op genomen. Ook een getuige a décharge J. de Jong uit Leeuwarden, begon in het Friesch en noemde 't een misstand, dat de heeren, die al zoolang in Friesland waren, zich de taal van het volk niet hadden eigen gemaakt. Daarna legde hij zijn verklaring in het Nederlandsch af, omdat de beleefdheid dit eischt en een Fries altijd beleefd is. Bij de behandeling van de zaak bleek on. nog, dat verdachten van den verbaliseerenden agent, die evenmin Friesch kende, geëischt had den, dat hij deze taal tot hen sprak. Het O. M., waargenomen door mr. Van Gilse, noemde het feit van den verboden optocht op zichzelf niet ernstig en veel voorkomend in de studentenwereld. Het verzet tegen de politie had de zaak echter een ander aanzien gegeven en hiermee wil hij bij de strafmaat rekening zien gehouden. Hij eischte tegen P. en Z. 25. boete of 15 dagen hechtenis en tegen V. en T. elk 6.boete of 6 dagen hechtenis. Op ver beurdverklaring der vlag zou spr. niet aandrin gen, daar die voor het studentengezelschap Red bad meer waarde heeft dan voor den Staat der Nederlanden. Verdachte P. zeide naar aanleiding van dezen eisch: Det is wol hwet hiel volle (dat is wel wat heel veel). De verdediger, Mr. van der Schaaf, wees on de omstandigheid, dat verdachten waren uitge daagd door het optreden van een burger, die blijkbaar in troebel water wilde visschen. De Kantonrechter vond deze beeldspraak te kras. en vroeg, of Friesche studenten dan met troe bel water te vergelijken zijn, waarop de verde- dige zich nader verklaarde door te zeggen dat de situatie troebel werd gemaakt, doordat de agent erin roeide. Spr. acht het een verheugend verschijnsel, dat er tegenwoordig zoo'n krachtige actie onder de Friesche studenten is. De clemen tie der rechterlijke macht werd voor dit jeugdig enthousiasme ingeroepen. Daarna kwam de Redbad-vlag ter sprake, en de kantonrechter informeerde bij verdachte of Redbad dezelfde is als Radboud. Verd.: Ja, zoo zullen de Hollanders den naam wel verdraaid hebben. Kantonrechter: Dus dezelfde die zijn voet uit het doopvont terugtrok. Verdachte: Misschien heeft Radboud dat ge daan, maar Redbad niet. Als een Fries eenmaal beloofd heeft Christen te worden, krabbelt hij niet terug. Ten slotte werd een der afwezige verdachten veroordeeld tot 15.boete subs. 25 dagen hechtenis, en de overigen tot 5.boete of vyf dagen hechtenis. Door de Duitsche spoorwegen is een nieuwe, belangrijke concessie gedaan ten behoeve van hen, die als exposant aan de Leipziger Messe deelnemen. Tot nu toe werden alleen de in de technische afdeeling tentoongestelde goederen zonder berekening van vracht op Duitsch grond gebied terug vervoerd. Deze gunstige, bepaling zal voortaan ook gelden voor alle andere arti kelen, die op de Leipziger Messe zijn tentoon gesteld, mits het bewijs wordt geleverd dat zij niet zijn verkocht of omgeruild. Het Kamerlid Cramer, die zich een heel bij zondere reputatie verwierf door als „wacht gelder" jaarlijks naast zijn tractement als Kamerlid 9000 te blijven opstrijken uit de Indische openbare kas, ofschoon hy toch allerminst de bedoeling, noch ook het uitzicht had als ingenieur naar Indië terug te keeren, het Kamerlid Cramer heeft kans gezien, zich den laatsten tijd nog erger in opspraak te brengen door zijn bekende verklaring: dat de muiterij daarginds in Indië hem „uit het hart gegrepen" was. Behalve dan de sociaal-demokratische lei ders, die door dik en dun plegen goed te pra ten alles wat him vriendjes misdoen, óók te gen eigen leer en eigen ethiek, voelt iedere behoorlijke Nederlander zich natuurlijk danig bekocht met zoo'n wachtgelder-Kamerlid; de moeilijkheid was echter maar: hoe raken we zoo'n vriend des volks kwijt, als hy uit zich zelf niet inziet, dat het een sociaal-de- mokraat die toch ex professo tegen hooge, kapitalistische inkomens kankeren moet, voor al wanneer voor die inkomens geen evenre dige arbeid geleverd wordt allerminst past, uit de staatsruif een zóó groote portie voor zich aliléén op te eischen? Wat te doen, wanneer de heer Cramer het geld voor zich blijft opvorderen uit handen van een Overheid, welke hij met „uit het hart gegrepen" muitery bestookt zag? Men zat er 'n beetje mee. Maar nu heeft men daar in Indië plotseling het ei van Columbus ontdekt: Aneta meldt nX uit Indië, dat het lid van den Volksraad mr. Hart, een schriftelijke vraag tot de Regeering gericht heeft, of deze niet van meening is, dat in verband met het feit, dat de Ned.-Indische ambtenaar op non activiteit ir. Cramer, in het openbaar uitdruk kingen zou hebben gebruikt, waarin hij zijn vreugde uitsprak over het gebeurde aan boord van „De Zeven Provinciën" alle termen aan wezig zijn, dien ambtenaar oneervol uit 's lands dienst te verwijderen.... Het lijdt oX geen twijfel, welk antwoord op deze vraag past. Immers, indien 'n ambtenaar als de heer Cramer, die bovendien zonder eenige tegen- praestatie zijn Indisch inkomen opstrijkt, zich tegenover zijn werkgever woorden permittee- ren mag als hij zich permitteerde dan betwij felen wij, of er nog wel óóit een behoorlijke motiveering tot verleening van oneervol ont slag geconstrueerd kan worden. Opgeschoten jongens maakten reeds geruimen tijd het dorp Schayk onveilig, doordat ze stee- nen naar de huizen gooiden en allerlei schade aanrichtten. By herhaling was Zaterdagavond het huis van den 55-jarigen Bierman het doel wit der kogelende jongens. Toen het spelletje eenigen tijd geduurd had, kwam B. met een ijzeren staaf naar buiten op de jongens af, die ijlings wegvluchtten. Toen hun schrik blijkbaar verdwenen was, keerden ze zich plots om, ontrukten den man zijn wa pen en sloegen hem daarmede op het hoofd. In deemiswekkenden toestand vonden voor bijgangers hem later op den weg liggen. Achtte de ontboden geneesheer de wonden van het slachtoffer nog niet zoo gevaarlijk, later bleek, dat het slachtoffer een ernstige schedelbreuk had bekomen. B. verloor geregeld het bewustzijn, doch was toch nog in staat de politie, die hem des avonds een verhoor afnam, te woord te staan. De ongelukkige is Zondag naar het St. Ca- nisiusziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Men vreest voor zijn leven. Het is de politie nog niet mogen gelukken de daders van dezen laffen aanval te pakken te krijgen. Zondag was de toestand van het slachtoffer nog voortdurend zorgwekkend. Zondagochtend kwam men tot de ontdekking, dat op den 53 M. hoogen schoorsteen van het gemeenteziekenhuis a.d. Zuidwal te Den Haag 'n communistische reclame was aangebracht. Van een hoogte van 30 M. af was met groote letters in zwarte verf tot onder aan toe ge schilderd: „Leest de Tribune". Het was voor de heele omgeving duidelyk zichtbaar. Bij den nieuwbouw, waar nog wordt gewerkt, was een pot met teer achtergelaten. De politie stelt een onderzoek in naar de daders. Op 22 April, den eersten dag der feestelijk heden ter eere van Schiedams beroemde Heili ge, beginnen de processies naar Sint Lidwina's stad. Die eerste dag is gereserveerd voor ue Vereeniging „De Katholieke Verkenners", die de voorbereiding van haar processie in han den van de Haarlemse he diocesane leiding heeft gesteld. Verder lezen we in het pas ver schenen nummer van „De Katholieke Verken- nersleider" het volgende over een specifieke Verkennersdaad, die men op den avond van 22 April vóór het Lof hoopt te stellen. Om St. Lidwina te eeren, zal men ten bate van de arme zieken der Schiedamsche paro chies een pelgrim- en offergave aan de voe ten van St. Liduina patrouille-gewys neer leg gen. Deze offergave kan zoowel in geld als in natura (geen aan spoedig bederf onderhevige) gegeven worden. Ieder verkenner kan hier aan deelnemen, drage het zijne bij. Ook de kleinste gave is welkom. Na afloop van den feestdag zullen de gaven door Verkenners aan de verschillende parochieën bezorgd worden. Blijkens een mededeeling van de directie der Papierfabriek Van Gelder Zonen, wordt de werktijd der dagarbeiders met ingang van Maandag 27 Februari a»s. met een half uur per dag verkort. Onder dezen maatregel vallen de ar beiders van de buitenploeg en de vakarbei ders, zooals schilders, timmerlieden, smeden, enz. Deze werktijdverkorting wordt ingevoerd ter voorkoming van ontslag. Wanneer er geen nieuwe bestellingen komen zal de werktijdenkorting ook voor de continu- arbeiders moeten worden doorgevoerd. 's-GRAVENHAGE. Gesl. voor 2de stuurman gr. stoomv.: de heer L. P. H. Struik, voor 3de stuurman gr. stoomv.: de heer J. W. A. Wol- dringh.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5