Voor gramofoonliefhebbers
Ruwe Handen
Met Wt&aal mn den dag
E.R.K.
Van dansen en zingen
BEZUINIG NIET
I HET j
DE JAPON
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Die goeie ROBINSONschoen voor
Vader en Zoon
GROOTE
I AVONTUUR
f50.-
ZATERDAG 25 FEBRUARI
Na vijf en twintig jaar
vertraging
Naar de stratosfeer
Oude speelkaarten
Ruwe Huid - Schrale Lippen
VUJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Boeren moeten hout
kappen
Flora
Duivenplaag in Zagreb
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
Met een zeiljacht over
den Oceaan
Rookten de Romeinen?
LEVENSVERZEKERING MIJ.
te Nijmegen Nassausingel 3
Kapitaalsverzekering - Volksverzekering
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Zekere bezigheden kunnen als een ziekte
door het land gaan. Nu is ziekte en ziekte
twee. Zoo'n licht griepje, waarbij de be
zorgde huisdokter u voor een paar dagen onder
de wol laat schieten, kan met een leuk boek
allergenoeglijkst uitgelegen worden. Zulk een
gezellige ziekte is ook het jo-jo-en geweest en
het verwondert, dat nu pas de eerste foxtrott
verschijnt, op deze onschuldige tijdpasseering
geïnspireerd. Zij is een succesnummer uit de
Nelson-revue „Es hat geklingelt", een kunst-
vermakelijkheid om het fraaie woord van
den heer Tuschinski te bezigen die ik niet
mocht aanschouwen, weshalve het mijn nieuws
gierigheid opwekt, of deze titel verband houdt
met het oud-Hollandsche „Er wordt gebeld",
een waarschuwing, dat er iemand ln het ootje
wordt genomen. Het refrein van „Jo-Jo" laat
dat namelijk in het midden, want de zanger
beweert met onnoodigen nadruk, dat hij met
zegt: ja-ja, ma-ma, pa-pa let op de volg
orde! noch no-no of Lo-lo, maar Jo-Jo en
A-ha. Ook wij -zeggen „Aha", want deze fox
trot is eenig om op te dansen. Ten minste voor
lieden boven de achttien Jaar. Misduid dit niet!
Inzake Jazz gelden andere normen dan voor
den bioscoop. De dansmuziek, die door de lieve
jeugd van tegenwoordig wordt bejubeld, doet
veel denken aan een rijsttafel met een maxi
mum aan scherpe specerijen. De vergelijking
gaat dubbel op, omdat men op den duur van
beide Hot Jazz en sambal steeds grooter
en gepeperder hoeveelheden op kan. „Jo-Jo" nu
is, ondanks de Duitsche makelij, een echt Hol-
landsch toetje, waarop jongelieden schamper
neerkijken, doch ouderen graag zullen foxtrot
ten (Odeon 169145).
Den heer Walter Borchert hebben wij de laat
ste jaren leeren kennen als een slimmerd ln
het bedenken van pakkende titels voor pot
pourri's, waarvan hij reeds een heele reeks ge
pleegd heeft. Zoo ook zijn nieuwste pastei
niet meer gekruid dan een normale hazepeper
die verzekert: „Wij dansen op wereldschla
gers", waardoor men zich allicht gevleid voelt,
een wereldburger te zijn, wat altijd prettig aan
doet. Bovendien is deze greep uit de nieuwste
dansmuziek gedaan door iemand, die zoowel de
schlagers als den smaak van het groote publiek
door en door kent, zoodat het dansorkest van
Odeon voor een gewonnen zaak pleit met het
vuur van een jong advocaat, die naam tracht
te maken (Odeon 169145).
Argentinië is het land van het bevroren
vleesch en van de Tango's. Wat de Tango's
betreft, zij worden nog steeds niet gecontingen-
teerd, wat voor de Argentijnen èn voor hun
dansende afnemers een bofferdje is. Onder de
Zuid-Amerikaansche leveranciers van Tango's
is het orkest van Canaro een der beste en ge
wildste, zoodat deze kapel geregeld nieuwe pro
ducten op de markt brengt. Uit de laatste zen
ding zal „Dos amqres" u zeker bevallen, wan
neer u van dit soort dansen houdt (Odeon
250342).
Foxtrott en Tango mogen het meest populair
zijn, voor de oude wals is ook nog steeds be
langstelling. Men mag wel zeggen: door de
wals voelen Jong en oud zich één! En zoo krij
gen wfj in het gramofoonrepertoire steeds weer
nieuwe draaidansen. Men moet echter hoofd
zakelijk uit het oude repertoire putten, want de
huidige componisten wagen zich bijna niet
meer aan snelle walsen. Koning van dat oude
repertoire is nog steeds Johann Strauss °n son
een van zün beste vorstelijke luimen danken
wij ..Mein Lebenslauf 1st Liebe". TMe levensloop
wordt oververteld door Marek Weber en zijn
orkest en dat zulks Jolig en vlot gebeurt, kunt
ge weten, wanneer Marek Weber geen niets
zeereen de naam voor u is (His Master's Voice
EH 696).
Dansen en zingen waren oudtijds onscheid
baar verbonden. Kom daar tegenwoordig eens
om! Zou Richard Tauber ook maar één stuiver
kunnen verdienen ibet pirouettes en Habanera's
en geven wil een oortje voor een ballet, uitge
voerd door Dpios Béla en zijn boys? Maar zoo
dra Richard Tauber zich zelf omzette in een
naamlooae. vennootschap, zouden de snaar-
banken en kousen leegvloeien en dat zegt wat
in dezen tijd! Volgens de allerlaatste geruch-
De Fransche posterijen hebben vermoedelijk
een record op hun naam gebracht door een
briefkaart, die in November 1907 uit Reims
naar Parijs was verzonden, dezer dagen aan
het Parijsche adres te bestellen, waar ze dus
na vijf en twintig jaar en drie maanden te
recht kwam. De geadresseerde was inmiddels
overleden en zijn opvolger moest, hoewel de
kaart indertijd goed gefrankeerd was, strafport
betalen, aangezien de posttarieven ook in
Frankrijk sedert 1907 aanzienlijk verhoogd zijn.
ten heeft Tauber zijn stem echter nog steeds
zélf in exploitatie en dat zal menigeen hem
benijden. Wel associeerde de zanger zich langen
tijd met Franz Léhar, maar daarvan merken
wij tegenwoordig niet veel. Want Léhar, die
meer dan twintig jaar lang de operette-wereld
beheerschte, schijnt aan het rentenieren. Zal
Jaromir Weinberger de snel beroemd gewor
den componist van „Schwanda de doedelzak
blazer" zijn opvolger blijken? Wij mogen
hem gerust een kans geven, te oordeelen naar
de twee aria's uit de operette „Lentestormen",
die Tauber ons met zijn oude geestdrift, zijn
oude gevoeligheid, zijn oude stempracht en
-kracht voorzingt (Odeon 4520).
Een mop moet steeds eindigen met een goede
pointe en een gramofoonrubriek met een rake
tip. Wat dat betreft, is een overzicht van de
schijvenmarkt kinderspel, vergeleken met een
beurskroniek. Deze week lukt het me al heel
makkelijk. Want Alfred Ficcaver kwam in mijn
stulpje, zong en overwon met een melodieus
luchtigheid <e: „Zinetta", waarvoor wij Decca
(M 431) buitengewoon dankbaar moeten ziin.
In den loop van den as. zomer zullen, naar
Reuter meldt, eenige Sovjet-Russische geleer
den met een speclalen te Leningrad vervaar
digden ballon een vlucht ondernemen naar de
stratospheer.
Hieraan zullen vijf zes personen deelnemen.
De ballon zal twaalf uur in de lucht blijven en
zich bewegen boven het Midden-Europeesche
deel der Sovjet-Unie.
De ballonvaarders zullen, voor het geval, dat
zij een noodlanding moeten doen, eenige val
schermen meenemen. De positie van den ballon
in de lucht zal per radio worden medegedeeld.
De organisator van de vlucht is de directeur
van het instituut voor Aerologie, professor
Moltschanoff.
Sinds de nieuwste bridge-rage is de speel
kaart moer dan ooit in het centrum van de
belangstelling getreden, hetgeen overigens met
zeggen wil, dat voordien de kaarten niet ontel
baar waren. Iedereen kent talrijke menschen
in zijn omgeving, die dol zijn op kaarten en
hun vrijen tijd niet liever besteden dan aan
het edele kaartspel. Dit is geen verschijnsel
van dezen tijd alleen. Wie even de moeite wil
nemen, om na te gaan tot hoever de geschie
denis van het kaartspel zich uitstrekt, komt
diep in de middeleeuwen terecht. Onder de
vroegste bewijzen van het bestaan van den
kaartstrijd behoort de ontdekking, dat reeds
in 1440 in Zuid-Duitschland, nj. in de buurt
van Bazel, kaart werd gespeeld. Toen beston
den reeds de bekende voorstellingen van stijf
uitgedoste dames en heeren, die onze speel
kaarten zouden worden. .Deze voorstellingen
betroffen ook dieren als herten e. d. en be
stonden in naieve maar ook in zeer kunst
volle uitvoeringen, zooals b.v. vele teekenin-
gen van Dtirer nog getuigen. Ook de Neuren-
berger schilder Solis en zijn leerling Amman
illustreerden zulke kaai ten, die niet altijd even
smaakvol waren en soms voorstellingen be
vatten, welke eenigszins met het fatsoen in
strijd waren.
Vooral Jachttafereelen en ridderlijke voor
stellingen waren zeer geliefd, doch ook wel
tafereelen uit het dagelijksche leven der directe
omgeving. Vaak trachtte de teekenaar of schil
der eenigen humor in zijn plaat te brengen,
soms echter wilde men zijn wijsheid op de
kaarten loozen, zoodat zij van zinnebeeldige
voorstellingen waren voorzien. De koningen,
die op de kaarten voorkwamen, kregen spoedig
namen uit de oudheid of uit de mythologie, als
b.v. Caesar, Priamus, Achilles enz.
Ook in de zeventiende en achttiende eeuw
hebben Duitsche drukkers allerlei soorten
speelkaarten op de markt gebracht. Vooral
Neurenberg was het centrum van deze druk
kerijen, die zich toelegden op het drukken Van
uitstekend verzorgde kaarten, waarop de meest
geliefde voorstellingen betrekking hadden op
de jacht en het dierenleven. Deze voorstel
lingen waren voorzien van veel overdadige
krullen en versierselen, zooals de rococo-tijd
deze in overvloed bezat. Maar een nieuwe tijd
brak aan toen Napoleon aandacht vroeg voor
zijn roemrijke daden, die de teekenaars inspi
reerden op het heldenleven en de oorlogsver
richtingen. Soldaten waren toen op de kaarten
bijzonder geliefd en ook de poëzie kreeg ruim
schoots haar deel. In Duitschland waren het
vooral gedachten uit Schiller's drama, die in
beeld werden gebracht.
Naarmate deze heldentijd echter verstreek,
verdween ook de lust om krijgshaftige kaarten
te vervaardigen. Het resultaat van dezen ta
nenden ijver vinden wij dan ook in onze hui
dige speelkaarten, die sinds menschenheuge-
nis geen wijziging meer ondergaan hebben.
Bi| Apoth en Drogister
Volgens een bericht van den correspondent
der „Associated Press" te Moskou, heeft de
Sovjet-regeering aan alle boeren in de Noor
delijke streken van Rusland de verplichting
opgelegd de productie van ruw gekapt timmer
hout te vergrooten.
Deze campagne, welke een maand zal duren,
is door de regeering begonnen, teneinde het
hout-export-plan voor 1933/34 te kunnen uit
voeren.
Het desbetreffende bevel van de Sovjet
autoriteiten is in vorm gelijk aan een militair
decreet.
Al het werk in de dorpen, dat tot dusver
door mannen werd verricht, moet thans ge
daan worden door vrouwen en kinderen, ten
einde de mannen voor de houtcampagne vrij
te maken.
Personen, die weigeren in de bosschen aan
den houtkap deel te nemen, zullen worden be
schouwd als hoogverraders en zullen dienover
eenkomstig worden behandeld.
Het decreet, dat „Stalin's marsch naar de
bosschen" genoemd wordt, eischt de mobilisatie
tot verplichten arbeid van alle daartoe geschikte
mannen in de geheele noordelijke streek, welke
zich uitstrekt van de Witte Zee tot den Oeral
en meer zuidelijk tot het Vologda-district
De bevolking moet voor het werk zijn eigen
paarden meebrengen en zü zullen in brigades
worden verdeeld.
Zij zullen worden geleid door 10.000 jonge
communisten.
Den geheelen dag zal men met het kappen
bezig zyn, terwyi het transport door andere
ploegen in den nacht plaats vindt.
Men hoopt door deze maatregelen het hout
export-plan te kunnen uitvoeren, daar dit een
belangrijk onderdeel is van het tweede vijf
jarenplan, waaraan Rusland thans werkt.
De wetenschap kent ongeveer 200.000 plan
ten: eeh eeuw geleden kende men er slechts
50.000. In de Middeleeuwen waren de botanische
wetenschappen zeer ontoereikend. In tegenstel
ling daarmede was Plinius, die in de eerste eeuw
na Christus leefde verder gevorderd: hy kende
duizend planten, wat in zyn tyd iets heel onge
woons was.
aiiiiiiiiinmimiiii
iiiMimimimiiiiie
Er was eens een mevrouwtje,
i Ach, u weet wel hoe dat gaat,
i Zij winkelde een middag
Door die leuke Kalverstraat.
Van al de étalages
Ging haar meeste aandacht heen
Naar hoedjes en japonnen
i V/ant dat is steeds nummer één!
i Bij hoedjes en japonnen
Och wat keek ze daar verrukt!
Haar neusje stond geregeld
Aan de ramen vast gedrukt.
Toen zag ze.... neen maar, snoezig!
Wat een zalige japon!
Zoo kleurig en eenvoudig,
Als ze die eens hebben kon!
1 Het prijsje..neen, geen prijsje
Stond van onder bij den poot
Dus ging ze maar naar binnen;
Haar nieuwsgierigheid was groot!
1 Daar vroeg ze aan de juffrouw
i Naar hetgeen zij schattig vond
En wees haar, op haar vragen,
Waar het zaligheidje stond!
De juffrouw keek en lachte,
Want het was een leuke grap
i „Mevrouw, neem mij niet kwalijk,
,Maar, dat is eenlampekap!"
MARTIN BERDEN
Nadruk verboden)
üiiiiiiifiiiiiiiiMmmumimimiimmiiinmimiimiimmimimimimo
Ondanks de protesten van de vogelbescher
mers, heeft de gemeenteraad van Zagreb, de
hoofdstad van Kroatië, besloten jacht te gaan
maken op de duiven, die in grooten getale in
de stad hun nest hebben op de buizen aan de
groote pleinen.
De vogels zullen met groote netten worden
gevangen en worden afgeleverd aan de gaar
keukens, waar kosteloos voedsel wordt verstrekt
aan werkloozen.
Op het verzamelen van duiven-eieren en het
vangen van jonge dieren is een belooning ge
steld.
De wet tot bescherming van dieren is in ver
band hiarmede tydehjk buiten werking ge
steld.
STEUNT:
DOOR UW GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23653
U helpt one hierdoor jongens
zielen redden voor.Christus
„Wat heb Je daar?" vroeg Ivy.
„Oesters, ik heb er naar gedoken,"
zeide de zeeman.
„Zyn het oesters? Werkeiyk?" vroeg
Ivy, „ik zou wel eens willen weten
of er parels in zyn."
„Zeer waarschijniyk," zei Fred
dy. „*k Geloof, dat de oesters,
die rond het Artis-eiland te vin
den zyn, parels hebben, nu en
altyd."
„Hè, laat me eens van binnen
kyken en zien, of er werkeiyk
parels in zyn," verzocht Ivy. ,Jk
ben gewoon dol op parels."
Maar toen Ivy haar vingers in
één van de oesters stak om te
voelen, of er parels in waren,
sloot de oester haar schelp met
een klap, terwyi Ivy's vinger er
nog in was.
Ze gaf een schreeuw. „Haal T
er af, het ding byt me," riep ze.
„Hou je één minuut kalm, en
ik zal het er direct af halen,"
zei Freddy. „Dat komt er van,
als je zoo dol bent op parels."
(Maandagavond vervolg)
(Ingezonden Mededeeling)
Eindeiyk dan woonden meneer en mevrouw
Jansen buiten! Hun hartewensch was
eindelyk vervuld.
Meneer had in Amsterdam een goed beklan
ten grutterswinkel gehad. Hij en zijn vrouw
niet minder was zeer zuinig geweest en toen
zy hun dertigjarige bruiloft hadden geviero,
had de heer Jansen zijn zaak overgedaan. Zij
hadden den winkel vaarwel gezegd en het aar
dig gemeubileerde huisje in het Gooi betrokken.
lederen Zondag kwam een van hun zoons
dochters hadden ze niet met hun vrouw en
kinderen op bezoek. Dat was aardig voor de
ouders, want als ze de heele week zoo alleen-
tjes by elkaar waren geweest, verlangden zy,
zooals gemakkelijk te begrijpen is, des Zondags
naar bezoek van kinderen en kleinkinderen.
Meestal kwam den eenen Zondag Jan met zijn
gezin en den anderen Zondag Dirk met de zü-
nen. Een enkelen keer gébeurde het ook wel,
dat beide gezinnen overkwamen, en dan was
het, vooral voor de grootouders, een dag van
werkeiyk. genot.
Het was op een mooien zomerschen Zondag,
dat de heele familie weer byeen was. Een echt
hartelüke réunie.
Zooals gewooniyk bespraken de zoons met
hun ouders de dingen, die in Amsterdam ge
beurd waren en over aangelegenheden, die hun
zaak en werkplaats betroffen.
Men begon over de vele inbraken in Amster
dam te praten en over de inbrekers, die met
den dag driester en brutaler werden.
„En, moeder," vroeg Dirk, .hoe staat het hier
met de inbrekers? Of zyn er hier geen?"
,,'t Gaat nog al, maar in den laatsten tijd
worden ze astranter," antwoordde moeder
Jansen.
„Nou, dan mogen jullie wel oppassen," zei
Jan. „Je hebt doorgaans nogal wat geld in huis,
en dat zal ook wel naar buiten uitlekken. Daar
moest iets tegen gedaan worden. Vind je ook
niet, Dirk?"
„Ja, dat is zoo." vond Dirk. „Maar wat? Heb
jy soms al een plan?"
„Nu, 'n hond geeft niets; die maken de in
brekers binnen een uur onschadeiyk, net zoo
als gebeurd is met dien grooten hond van me
vrouw de Leeuw van de villa Dennenheuvel,"
mengde moeder zich in gesprek.
„Ja, dat is zoo. Maar wat dan? Weet jy niet
iets, Dirk," vroeg de oude meneer Jansen.
„Neen," antwoordde deze. „Dat wil zeggen.,
ik heb wel een plannetje.... maar dat vertel
ik Julie liever niet, omdat je me missr.hion
zou uitlachen. Ik heb het nog niet heelemaal
uitgebroed en daarom houd ik het nog maar
voor me, net zoolang totdat ik denk, dat het
volmaakt isMaar als me dat niet lukt,
dan hooren jullie er niets meer van. Dus....
niet vragen, maar afwachten!"
Ongeveer twee maanden later slopen twee
gedaanten naar het huisje van de familie
Jansen.
„Zeg, Willem, je bent er toch zeker van, dat
ze geen hond hebben, hé," vroeg een huner.
„Secuur, Gijs, *n hond hebben ze niet, maar
wel een aardige portie centen. We hebben het
wéér mee, want het waait goed. Dan hooren
ze ons niet zoo gauw," antwoordde de man,
die met Willem was aangesproken.
Nu waren ze by het hek, dat voorzichtig ge
opend werd. De beide mannen gingen omzich
tig het tuintje in en liepen zacht over het
gras, totdat ze aan het huis gekomen waren.
Toen sloegen zy den hoek om en gingen naar
den achterkant.
„Zeg, Willem, kyk jy eens even met je zak
lantaarn hoe het met het raam zit," waarop
uit de lantaarn een lichtbundel op het raam
viel, dat daardoor geheel verlicht werd.
„Tameiyk stevig," bromde de man. .Maar
door zoo'n kleinigheid laten we ons niet af
schrikken. Wat jy?"
„Heelemaal niet," was het antwoord.
Even later stond het raam opengeschoven en
zat een der beide mannen al half in de kamer,
welke hy met behulp van zyn zaklantaarn
verlichtte.
„Nou, hoe ziet het er uit, daar binnen?" vroeg
de man, die nog buiten stond.
„Ik zie of hoor geen mensch. Al1 es is in
diepe rust. Daar in den hoek zie ik een kastje
staan."
„Nou," klonk het buiten, „ga nu maar hee
lemaal naar binnen, dan kom ik je achterna."
„Wacht even," zei de man, die binnen was.
„Ik zal alles eerst nog eens goed opnemen en
als alles veilig is, zal ik je roepen."
Even later klonk het:
„Ga maar vast op de vensterbank zitten, Gys.
Alles is veilig. Ik zal eerst het kastje nog eens
goed onderzoeken en zoolang moet jy nog even
IIIUUIIMIHNIimiHlllli
uitkyken. Opletten is de boodschap! Geef me
nu even de tasch met gereedschap."
Eensklaps klonk er een stem: .Handen om
hoog! Vooruit! Gauw wat! Zoo! Als je maar
één beweging maakt, laat ik myn revolver
praten!"
Gys was van schrik van de vensterbank op
den grond gevallen nog voor de stem ophield.
Maar toen die vervolgde: „Kees, hou jy het
raam in de gaten!" had Gys het al op een
loopen gezet.
Willem durfde zich van angst met bewe
gen. Maar toen hy niets meer hoorde, liet hy
zyn handen zak
ken. Doch wat
hy verwachtte, i
gebeurde niet. AJIT fC,
De stem bleef
stom. Na eenige f de uitvinder 1
minuten, waarin
niets gebeurde,
kroop hy naar het raam en sprong er uit met
de vlugheid, die een acrobaat eer aangedaan
zou hebben.
Den volgenden morgen, toen de veldwachter
langs de woning van meneer Jansen kwam,
zag hy, dat het raam van de achterkamer
open stond. Hij wilde den ouden heer waar
schuwen, die verschrikt de deur opendeed op
het harde bellen. Hy zag den veldwachter
voor zich staan, die hem vertelde, wat hy ge
zien had. De man werd binnen gelaten en sa
men gingen ze naar de achterkamer. Ja, het
raam stond open. Maar anders was er niets
ongewoons te zien. Ja, tochdaar lag een
tasch. De veldwachter raapte haar op en
maakte haar open. zy bevatte een volledig stel
inbrekersgereedschappen.
Den Zondag daaro^ was de geheele familie
Jansen by elkaar. Het gesprek ging natuurlijk
over de mislukte inbraak.
,„Zeg, Dirk," zei jan, „nu kun Je ons zeker
wel vertellen, wat voor 'n plan je een tydje
geleden had, vrant ik ben er vast van over
tuigd, dat daardoor de inbraak mislukt is."
En nu vertelde Dirk:
„Jullie weet, dat 4k in een gramofoonzaak
geïnteresseerd ben. En nu heb ik by my zelf
gedacht: Kyk, al ik nu met de apparaten, die
ze in de zaak hebben, eens een gramofoonplaat
liet maken, die, als hij afgedraaid wordt, die
ven en inbrekers verrast. Goed, ik heb zooiets
laten maken. Op een doordenweekschen avond,
toen vader en moeder by Jan waren, ben ik
hierheen gekomen om alles stiekum te mon-
teeren. Het kastje in de achterkamer was
daartoe het beste geschikt. Dat is alles!"
Sedert wordt er by de Jansens, wanneer er
van Dirk sprake is, altijd van den „uitvinder"
gesproken.
De beroemde Fransche zeiler Alain Gerbault
is van Casablanca wederom geheei alleen in
zyn jacht, de „Alain Gerbault", vertrokken
naar de Kanarische eilanden.
De Franschman bevindt zich reeds sedert
November van het vorig jaar in Casablanca, na
vanuit Gibraltar te zyn overgestoken.
Inmiddels is zyn jacht verbouwd. Er zyn nu
drie hutten in, alsmede een vertrek voor het
ontwikkelen van foto's.
De boot is tien meter lang en heeft een dub
belen wand van Siarreesch teak-hout.
Gerbault is voornemens om via de Azoren den
Atlantischen Oceaan over te steken naar Pa
nama en vandaar naar zyn geliefd Marquesas.
Evenals Robert Louis Stevenson, van wien
Gerbault een groot bewonderaar is, is hy van
plan voor onbepaalden tyd onder de inboor
lingen te leven.
Op een vorigen tocht heeft Gerbault dit
eveneens reeds gedaan en wist hy zich zoo
populair te maken by de inboorlingen, dat zy
hem verzochten te blyven en hun koning te
worden.
In de graven der oude Romeinen heeft men
pijpenrekken en andere voorwerpen gevonden, die
bewyzen, dat toen reeds gerookt werd. Wat
gerookt werd, weet men niet zeker; men ver
onderstelt echter, dat het hennepbladeren ge
weest zyn.
ln de verkeerde richting. Een levensverzekering ls een
levensbehoefte. Sluit haar by de
By kantoor: J. J. A. DUJJNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag.
oij verlies van een
by een breuk van
A 11*. JL op dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Ofjfïf) by levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door 7Cfl by een ongeval met f OCfï by verlies van een hand 1
AllC U O OTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I aJ 1/1/1/.™ verlies van belde armenjbelde beenen ol belde oogen i OU.- doodeiy kan afloop/ fïOU. een voet of een oog# f Z.%1. duim of wijsvinger O l/."been of arm
f £f\ by verlies van 'n
Tl/." anderen vinger
SuuiiuiHimiuiuiiuuiiuiuiuuuiuu EEUILLETON
S E
42
Nu moesten nog Johnny en Maiius over
vallen worden; zy sliepen, beide aan het an
dere einde van de breede en lange gang.
Doch ook hier duurde, ondanks de buiten
gewone lichaamskracht dezer twee kameraden,
de stryd slechts zeer kort.
zy werden overvallen midden ln den slaap
en waren, vóórdat zy wisten wat er gebeurde
driekwart gestikt en overweldigd door geboefte
dat aan dergelijke handelingen gewend was.
Evenals him meester lagen zy weldra als mum
mies vastgebonden en ingepakt in stevige koor
den op den grond.
Ten slotte kwam de beurt aan mistress Clau
dia en Mary, die nog altyd sliepen, evenals
Patrick in zyn afzonderiyk, tusschen beide ka
mers in, gelegen vertrek.
Men begon met hem.
Bob, onvrijwillig medeplichtige, sloeg niet
aan toen zyn vriend, de Hindoe, alleen binnen
kwam. Integendeel, hy kwispelstaartte.
Patrick, half-wakker, glimlachte tegen den
indringer en vroeg wat hy wilde.
Deze naderde hem, eveneens glimlachende,
doch toen hy vlak by hem was, greep hy den
Jongen man by den keel, wierp hem achter
over op het bed en had hem in een oogwenk
vastgebonden.
Wat mistress Claudia betreft tegenover
haar mocht, volgens uitdrukkelijk bevel van
den Zilverkoning, niet het minste geweld wor
den- gebruikt.
Men moest dus te werk gaan met list.
De verachteiyke politiespion begon met bru
taal op haar kamerdeur te kloppen.
zy vroeg wie daar was en wat men ver
langde.
Hij antwoordde, de stem van den fakir na
bootsende:
„De Sahib verzoekt mevrouw de gravin zich
te willen kleeden en zich by hem te voegen op
het groote Noordelijke plein."
„Weet gy ook waarom?" vroeg de jonge
vrouw nieuwsgierig.
„Om in den vyver een vischpartytje -te hou
den by fakkellicht. Er worden buitengewone
toebereidselen gemaakt en de Sahib verzocht
mevrouw de gravin zich te haasten."
Zonder de minste verdenking te koesteren
kleedde de jonge vrouw zich haastig aan,
maakte Mary wakker, vertelde haar van het
nachtelijke pretje, dat ln uitzicht was en bielp
haar, om des te spoediger gereed te zyn, by
het maken van haar eenvoudig tolletje.
Dat duurde ternauwernood eenige minuten.
Mistress Claudia en Mary, vrooiyk gestemd
door de uitnoodiging voor zulk een waterpar
tijtje gedurende de heeriyke frissche uren van
den nacht, traden opgewekt naar buiten en
zochten aanstonds met haar blikken den fakir.
Maar zy vonden in de gang tegenover zich
den door hen van den dood geredden Hindoe,
wiens ongewone aanblik haar, ondanks haar
dapperheid, een onbestemden schrik inboe
zemde.
Achter hem stonden, met toortsen ln de han
den, een twintigtal haar onbekende mannen,
allen met een onheilspellend uiteriyk.
Gravin de Solignac vermoedde een valstrik
en roept met luide stem: „George! Vriend!
helphelp!wy zijn verraden!"
Tegeiykertyd trachte mistress Claudia haar
kamer weer binnen te gaan om een wapen te
halen, maar snel als de gedachte sprong Blka-
nel tusschen haar en de deur en zeide op hoo-
gen toon.:
„Onnoodig hulp te roepen, mevrouw! Kapi
tein Pennyless is door myn mannen gevangen
genomen en is niet in staat u ook maar de
minste hulp te bieden, Jazelfs niet u te ant
woorden. Gy dient u onvoorwaardeiyk aan uw
lot te onderwerpen, anders zal ik my genood
zaakt zien geweld te gebruiken."
„My onderwerpen aan een inboorling
aan een Hindoedat zooveel zou beteekenen
als aan een neger?.... Nooit!"
Bikanel verbleekte en antwoordde:
„Ik ben het hoofd der inlandsche politie!"..
„"n Spion!.... 'n verklikker.... 'n betaalde
verrader!"
„Mevrouw!"....
„En zulk "n mensch hebben wy, terwyi hy
stervende was, opgenomenZóó iemand
hebben wy het leven gered.... Zóó iemand
heeft ons medeiyden ingeboezemd. Inderdaad,
er zyn weldaden, zooals deze welke dengene,
die ze bewyst, belacheiyk maken...."
Razend van woede om deze woorden, die
hem troffen als zweepslagen, greep de boef de
ongelukkige vrouw by een har er polsen en
riep uit:
„In naam van de keizerlyke en koninkiyke
Britsche majesteit arresteer ik u!"
.Ellendige slaaf, durft ge my aanraken?"
siste de Amerikaansche hem toe.
zy maakte haar fyne hand gemakkeiyk uit
zyn overigens niet als uiterste middel be
doelden greep los en sloeg Bikanel met
kracht in het gezicht.
Dit deed den politieman alle zelfbeheer-
sching verliezen. Déar zult ge voor boeten,
gromde hy. „Zooeven heb ik u gearresteerd in
naam der Britsche KroonThans doe ik het
in myn eigen naamgy zijt myn gevan
gene, myn persooniyke gevangene De En-
gelsche rechters zouden misschien toegeefiyk
zynMaar ik ben onverbiddelijkVan nu
af zyt gy en de uwen de prooi van myn haat.
Gy zult voor hetgeen ge daar gedaan hebt,
boeten op verschrikkelijke wijze.
Onverschrokken tot het vermetele toe, begon
de gravin de Solignac hem sarrend ofschoon
niet weinig zenuwachtig uit te lachen, iets
dat voor hem nog meer vernederend was dan
de ontvangen klap.
„Kom, houd op met uw bedreigingen," zeide
zü uit de hoogte.
„Niets ter wereld heeft my ooit schrik kun
nen aanjagen en niets zal dit ook ooit doen.
Man, je bent niet meer dan 'n vogelverschrik
ker. Je kunt ons misschien treffen, maar je
kunt, begrUp dit goed, ons nooit angstig ma
ken, nooit ons „eropder" krijgen
„Woorden, praatjes, niets anders! Praatjes,
die misschien indruk maken op een van de vele
lage slaven die dit land van zelfvernedering en
zelfverlaging bevolken, maar waarvoor iemand
als ik de schouders ophaalt...."
Hij hield in zyn handen een lange zyden
sjerp, een van die lichte en fijne stukken weef
sel, die worden vervaardigd door de meester
lijke kunst der Bengaalsche arbeiders.
Hy liet die zachtjes op en neer golven, zoo
als de goochelaars dat doen en slingerde ze nu
en dan even naar voren als slang.
Het was alsof de sjerp leefde, zy oewoog zich
voortdurend vlugger.
Plotseling, met een aan deze Oostersche
kunstenaars eigene ongeloofehjke handigheid,
sloeg de man het weefsel om Claudia's armen,
bond het haar stevig om het ïyf en snoerde met
een anderen doek de beenen samen, zoodat
deze omklemd zaten als door een slang.
De jonge vrouw verkeerde in ie volstrekte
onmogelijkheid haar ledematen te bewegen of
zelfs ook maar een poging daartoe te doen, zon
der te vallen.
Zy weigerde echter zich over te geven of zich
overwonnen te verklaren.
Op spottenden toon beet zy den inboorling
toe: „Een balletdanseres uit myn land, Loië
Fuller, maakt ook kunsten met sjerpen, maar
zy doet het oneindig beter dan gy. U zoudt er
goed aan doen by haar eens een les te gaan
nemen."
Bij deze nieuwe uiting van sarcasme, die
een volstrekt onverstoorbare gemoedskalmte
verried, knarsetandde Bikanel van woede en
rukte aan de sjerp.
Mistress Claudia wankelde en dreigde te
vallen.
Mary, die totdusverre sprakeloos dit toon eel
had gadegeslagen, ondersteunde haar vriendin
en wierp den politiespeurder dit ééne woord
voor de voeten:
„Lafaard!"
Bikanel liet zün pogihgen om deze naturen
van staal te overwinnen nu maar varen en gaf
met de hand een teeken aan zijn medeplichti
gen, die totdusverre daar hadden gestaan onbe
weeglijk als beelden. Vier mannen traden naar
voren, doofden op den steenen vloer de vlam
hunner toortsen uit en wierpen zich op mistress
Claudia en op Mary.
zy pakten haar op en droegen haar weg ach
ter Bikanel aan, die voorop ging.
Wordt vervolgd).