Voor gramofoonliefhebbers Ruwe Handen Met Wt&aal mn den dag E.R.K. Van dansen en zingen BEZUINIG NIET I HET j DE JAPON ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Die goeie ROBINSONschoen voor Vader en Zoon GROOTE I AVONTUUR f50.- ZATERDAG 25 FEBRUARI Na vijf en twintig jaar vertraging Naar de stratosfeer Oude speelkaarten Ruwe Huid - Schrale Lippen VUJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Boeren moeten hout kappen Flora Duivenplaag in Zagreb DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN Met een zeiljacht over den Oceaan Rookten de Romeinen? LEVENSVERZEKERING MIJ. te Nijmegen Nassausingel 3 Kapitaalsverzekering - Volksverzekering AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Zekere bezigheden kunnen als een ziekte door het land gaan. Nu is ziekte en ziekte twee. Zoo'n licht griepje, waarbij de be zorgde huisdokter u voor een paar dagen onder de wol laat schieten, kan met een leuk boek allergenoeglijkst uitgelegen worden. Zulk een gezellige ziekte is ook het jo-jo-en geweest en het verwondert, dat nu pas de eerste foxtrott verschijnt, op deze onschuldige tijdpasseering geïnspireerd. Zij is een succesnummer uit de Nelson-revue „Es hat geklingelt", een kunst- vermakelijkheid om het fraaie woord van den heer Tuschinski te bezigen die ik niet mocht aanschouwen, weshalve het mijn nieuws gierigheid opwekt, of deze titel verband houdt met het oud-Hollandsche „Er wordt gebeld", een waarschuwing, dat er iemand ln het ootje wordt genomen. Het refrein van „Jo-Jo" laat dat namelijk in het midden, want de zanger beweert met onnoodigen nadruk, dat hij met zegt: ja-ja, ma-ma, pa-pa let op de volg orde! noch no-no of Lo-lo, maar Jo-Jo en A-ha. Ook wij -zeggen „Aha", want deze fox trot is eenig om op te dansen. Ten minste voor lieden boven de achttien Jaar. Misduid dit niet! Inzake Jazz gelden andere normen dan voor den bioscoop. De dansmuziek, die door de lieve jeugd van tegenwoordig wordt bejubeld, doet veel denken aan een rijsttafel met een maxi mum aan scherpe specerijen. De vergelijking gaat dubbel op, omdat men op den duur van beide Hot Jazz en sambal steeds grooter en gepeperder hoeveelheden op kan. „Jo-Jo" nu is, ondanks de Duitsche makelij, een echt Hol- landsch toetje, waarop jongelieden schamper neerkijken, doch ouderen graag zullen foxtrot ten (Odeon 169145). Den heer Walter Borchert hebben wij de laat ste jaren leeren kennen als een slimmerd ln het bedenken van pakkende titels voor pot pourri's, waarvan hij reeds een heele reeks ge pleegd heeft. Zoo ook zijn nieuwste pastei niet meer gekruid dan een normale hazepeper die verzekert: „Wij dansen op wereldschla gers", waardoor men zich allicht gevleid voelt, een wereldburger te zijn, wat altijd prettig aan doet. Bovendien is deze greep uit de nieuwste dansmuziek gedaan door iemand, die zoowel de schlagers als den smaak van het groote publiek door en door kent, zoodat het dansorkest van Odeon voor een gewonnen zaak pleit met het vuur van een jong advocaat, die naam tracht te maken (Odeon 169145). Argentinië is het land van het bevroren vleesch en van de Tango's. Wat de Tango's betreft, zij worden nog steeds niet gecontingen- teerd, wat voor de Argentijnen èn voor hun dansende afnemers een bofferdje is. Onder de Zuid-Amerikaansche leveranciers van Tango's is het orkest van Canaro een der beste en ge wildste, zoodat deze kapel geregeld nieuwe pro ducten op de markt brengt. Uit de laatste zen ding zal „Dos amqres" u zeker bevallen, wan neer u van dit soort dansen houdt (Odeon 250342). Foxtrott en Tango mogen het meest populair zijn, voor de oude wals is ook nog steeds be langstelling. Men mag wel zeggen: door de wals voelen Jong en oud zich één! En zoo krij gen wfj in het gramofoonrepertoire steeds weer nieuwe draaidansen. Men moet echter hoofd zakelijk uit het oude repertoire putten, want de huidige componisten wagen zich bijna niet meer aan snelle walsen. Koning van dat oude repertoire is nog steeds Johann Strauss °n son een van zün beste vorstelijke luimen danken wij ..Mein Lebenslauf 1st Liebe". TMe levensloop wordt oververteld door Marek Weber en zijn orkest en dat zulks Jolig en vlot gebeurt, kunt ge weten, wanneer Marek Weber geen niets zeereen de naam voor u is (His Master's Voice EH 696). Dansen en zingen waren oudtijds onscheid baar verbonden. Kom daar tegenwoordig eens om! Zou Richard Tauber ook maar één stuiver kunnen verdienen ibet pirouettes en Habanera's en geven wil een oortje voor een ballet, uitge voerd door Dpios Béla en zijn boys? Maar zoo dra Richard Tauber zich zelf omzette in een naamlooae. vennootschap, zouden de snaar- banken en kousen leegvloeien en dat zegt wat in dezen tijd! Volgens de allerlaatste geruch- De Fransche posterijen hebben vermoedelijk een record op hun naam gebracht door een briefkaart, die in November 1907 uit Reims naar Parijs was verzonden, dezer dagen aan het Parijsche adres te bestellen, waar ze dus na vijf en twintig jaar en drie maanden te recht kwam. De geadresseerde was inmiddels overleden en zijn opvolger moest, hoewel de kaart indertijd goed gefrankeerd was, strafport betalen, aangezien de posttarieven ook in Frankrijk sedert 1907 aanzienlijk verhoogd zijn. ten heeft Tauber zijn stem echter nog steeds zélf in exploitatie en dat zal menigeen hem benijden. Wel associeerde de zanger zich langen tijd met Franz Léhar, maar daarvan merken wij tegenwoordig niet veel. Want Léhar, die meer dan twintig jaar lang de operette-wereld beheerschte, schijnt aan het rentenieren. Zal Jaromir Weinberger de snel beroemd gewor den componist van „Schwanda de doedelzak blazer" zijn opvolger blijken? Wij mogen hem gerust een kans geven, te oordeelen naar de twee aria's uit de operette „Lentestormen", die Tauber ons met zijn oude geestdrift, zijn oude gevoeligheid, zijn oude stempracht en -kracht voorzingt (Odeon 4520). Een mop moet steeds eindigen met een goede pointe en een gramofoonrubriek met een rake tip. Wat dat betreft, is een overzicht van de schijvenmarkt kinderspel, vergeleken met een beurskroniek. Deze week lukt het me al heel makkelijk. Want Alfred Ficcaver kwam in mijn stulpje, zong en overwon met een melodieus luchtigheid <e: „Zinetta", waarvoor wij Decca (M 431) buitengewoon dankbaar moeten ziin. In den loop van den as. zomer zullen, naar Reuter meldt, eenige Sovjet-Russische geleer den met een speclalen te Leningrad vervaar digden ballon een vlucht ondernemen naar de stratospheer. Hieraan zullen vijf zes personen deelnemen. De ballon zal twaalf uur in de lucht blijven en zich bewegen boven het Midden-Europeesche deel der Sovjet-Unie. De ballonvaarders zullen, voor het geval, dat zij een noodlanding moeten doen, eenige val schermen meenemen. De positie van den ballon in de lucht zal per radio worden medegedeeld. De organisator van de vlucht is de directeur van het instituut voor Aerologie, professor Moltschanoff. Sinds de nieuwste bridge-rage is de speel kaart moer dan ooit in het centrum van de belangstelling getreden, hetgeen overigens met zeggen wil, dat voordien de kaarten niet ontel baar waren. Iedereen kent talrijke menschen in zijn omgeving, die dol zijn op kaarten en hun vrijen tijd niet liever besteden dan aan het edele kaartspel. Dit is geen verschijnsel van dezen tijd alleen. Wie even de moeite wil nemen, om na te gaan tot hoever de geschie denis van het kaartspel zich uitstrekt, komt diep in de middeleeuwen terecht. Onder de vroegste bewijzen van het bestaan van den kaartstrijd behoort de ontdekking, dat reeds in 1440 in Zuid-Duitschland, nj. in de buurt van Bazel, kaart werd gespeeld. Toen beston den reeds de bekende voorstellingen van stijf uitgedoste dames en heeren, die onze speel kaarten zouden worden. .Deze voorstellingen betroffen ook dieren als herten e. d. en be stonden in naieve maar ook in zeer kunst volle uitvoeringen, zooals b.v. vele teekenin- gen van Dtirer nog getuigen. Ook de Neuren- berger schilder Solis en zijn leerling Amman illustreerden zulke kaai ten, die niet altijd even smaakvol waren en soms voorstellingen be vatten, welke eenigszins met het fatsoen in strijd waren. Vooral Jachttafereelen en ridderlijke voor stellingen waren zeer geliefd, doch ook wel tafereelen uit het dagelijksche leven der directe omgeving. Vaak trachtte de teekenaar of schil der eenigen humor in zijn plaat te brengen, soms echter wilde men zijn wijsheid op de kaarten loozen, zoodat zij van zinnebeeldige voorstellingen waren voorzien. De koningen, die op de kaarten voorkwamen, kregen spoedig namen uit de oudheid of uit de mythologie, als b.v. Caesar, Priamus, Achilles enz. Ook in de zeventiende en achttiende eeuw hebben Duitsche drukkers allerlei soorten speelkaarten op de markt gebracht. Vooral Neurenberg was het centrum van deze druk kerijen, die zich toelegden op het drukken Van uitstekend verzorgde kaarten, waarop de meest geliefde voorstellingen betrekking hadden op de jacht en het dierenleven. Deze voorstel lingen waren voorzien van veel overdadige krullen en versierselen, zooals de rococo-tijd deze in overvloed bezat. Maar een nieuwe tijd brak aan toen Napoleon aandacht vroeg voor zijn roemrijke daden, die de teekenaars inspi reerden op het heldenleven en de oorlogsver richtingen. Soldaten waren toen op de kaarten bijzonder geliefd en ook de poëzie kreeg ruim schoots haar deel. In Duitschland waren het vooral gedachten uit Schiller's drama, die in beeld werden gebracht. Naarmate deze heldentijd echter verstreek, verdween ook de lust om krijgshaftige kaarten te vervaardigen. Het resultaat van dezen ta nenden ijver vinden wij dan ook in onze hui dige speelkaarten, die sinds menschenheuge- nis geen wijziging meer ondergaan hebben. Bi| Apoth en Drogister Volgens een bericht van den correspondent der „Associated Press" te Moskou, heeft de Sovjet-regeering aan alle boeren in de Noor delijke streken van Rusland de verplichting opgelegd de productie van ruw gekapt timmer hout te vergrooten. Deze campagne, welke een maand zal duren, is door de regeering begonnen, teneinde het hout-export-plan voor 1933/34 te kunnen uit voeren. Het desbetreffende bevel van de Sovjet autoriteiten is in vorm gelijk aan een militair decreet. Al het werk in de dorpen, dat tot dusver door mannen werd verricht, moet thans ge daan worden door vrouwen en kinderen, ten einde de mannen voor de houtcampagne vrij te maken. Personen, die weigeren in de bosschen aan den houtkap deel te nemen, zullen worden be schouwd als hoogverraders en zullen dienover eenkomstig worden behandeld. Het decreet, dat „Stalin's marsch naar de bosschen" genoemd wordt, eischt de mobilisatie tot verplichten arbeid van alle daartoe geschikte mannen in de geheele noordelijke streek, welke zich uitstrekt van de Witte Zee tot den Oeral en meer zuidelijk tot het Vologda-district De bevolking moet voor het werk zijn eigen paarden meebrengen en zü zullen in brigades worden verdeeld. Zij zullen worden geleid door 10.000 jonge communisten. Den geheelen dag zal men met het kappen bezig zyn, terwyi het transport door andere ploegen in den nacht plaats vindt. Men hoopt door deze maatregelen het hout export-plan te kunnen uitvoeren, daar dit een belangrijk onderdeel is van het tweede vijf jarenplan, waaraan Rusland thans werkt. De wetenschap kent ongeveer 200.000 plan ten: eeh eeuw geleden kende men er slechts 50.000. In de Middeleeuwen waren de botanische wetenschappen zeer ontoereikend. In tegenstel ling daarmede was Plinius, die in de eerste eeuw na Christus leefde verder gevorderd: hy kende duizend planten, wat in zyn tyd iets heel onge woons was. aiiiiiiiiinmimiiii iiiMimimimiiiiie Er was eens een mevrouwtje, i Ach, u weet wel hoe dat gaat, i Zij winkelde een middag Door die leuke Kalverstraat. Van al de étalages Ging haar meeste aandacht heen Naar hoedjes en japonnen i V/ant dat is steeds nummer één! i Bij hoedjes en japonnen Och wat keek ze daar verrukt! Haar neusje stond geregeld Aan de ramen vast gedrukt. Toen zag ze.... neen maar, snoezig! Wat een zalige japon! Zoo kleurig en eenvoudig, Als ze die eens hebben kon! 1 Het prijsje..neen, geen prijsje Stond van onder bij den poot Dus ging ze maar naar binnen; Haar nieuwsgierigheid was groot! 1 Daar vroeg ze aan de juffrouw i Naar hetgeen zij schattig vond En wees haar, op haar vragen, Waar het zaligheidje stond! De juffrouw keek en lachte, Want het was een leuke grap i „Mevrouw, neem mij niet kwalijk, ,Maar, dat is eenlampekap!" MARTIN BERDEN Nadruk verboden) üiiiiiiifiiiiiiiiMmmumimimiimmiiinmimiimiimmimimimimo Ondanks de protesten van de vogelbescher mers, heeft de gemeenteraad van Zagreb, de hoofdstad van Kroatië, besloten jacht te gaan maken op de duiven, die in grooten getale in de stad hun nest hebben op de buizen aan de groote pleinen. De vogels zullen met groote netten worden gevangen en worden afgeleverd aan de gaar keukens, waar kosteloos voedsel wordt verstrekt aan werkloozen. Op het verzamelen van duiven-eieren en het vangen van jonge dieren is een belooning ge steld. De wet tot bescherming van dieren is in ver band hiarmede tydehjk buiten werking ge steld. STEUNT: DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt one hierdoor jongens zielen redden voor.Christus „Wat heb Je daar?" vroeg Ivy. „Oesters, ik heb er naar gedoken," zeide de zeeman. „Zyn het oesters? Werkeiyk?" vroeg Ivy, „ik zou wel eens willen weten of er parels in zyn." „Zeer waarschijniyk," zei Fred dy. „*k Geloof, dat de oesters, die rond het Artis-eiland te vin den zyn, parels hebben, nu en altyd." „Hè, laat me eens van binnen kyken en zien, of er werkeiyk parels in zyn," verzocht Ivy. ,Jk ben gewoon dol op parels." Maar toen Ivy haar vingers in één van de oesters stak om te voelen, of er parels in waren, sloot de oester haar schelp met een klap, terwyi Ivy's vinger er nog in was. Ze gaf een schreeuw. „Haal T er af, het ding byt me," riep ze. „Hou je één minuut kalm, en ik zal het er direct af halen," zei Freddy. „Dat komt er van, als je zoo dol bent op parels." (Maandagavond vervolg) (Ingezonden Mededeeling) Eindeiyk dan woonden meneer en mevrouw Jansen buiten! Hun hartewensch was eindelyk vervuld. Meneer had in Amsterdam een goed beklan ten grutterswinkel gehad. Hij en zijn vrouw niet minder was zeer zuinig geweest en toen zy hun dertigjarige bruiloft hadden geviero, had de heer Jansen zijn zaak overgedaan. Zij hadden den winkel vaarwel gezegd en het aar dig gemeubileerde huisje in het Gooi betrokken. lederen Zondag kwam een van hun zoons dochters hadden ze niet met hun vrouw en kinderen op bezoek. Dat was aardig voor de ouders, want als ze de heele week zoo alleen- tjes by elkaar waren geweest, verlangden zy, zooals gemakkelijk te begrijpen is, des Zondags naar bezoek van kinderen en kleinkinderen. Meestal kwam den eenen Zondag Jan met zijn gezin en den anderen Zondag Dirk met de zü- nen. Een enkelen keer gébeurde het ook wel, dat beide gezinnen overkwamen, en dan was het, vooral voor de grootouders, een dag van werkeiyk. genot. Het was op een mooien zomerschen Zondag, dat de heele familie weer byeen was. Een echt hartelüke réunie. Zooals gewooniyk bespraken de zoons met hun ouders de dingen, die in Amsterdam ge beurd waren en over aangelegenheden, die hun zaak en werkplaats betroffen. Men begon over de vele inbraken in Amster dam te praten en over de inbrekers, die met den dag driester en brutaler werden. „En, moeder," vroeg Dirk, .hoe staat het hier met de inbrekers? Of zyn er hier geen?" ,,'t Gaat nog al, maar in den laatsten tijd worden ze astranter," antwoordde moeder Jansen. „Nou, dan mogen jullie wel oppassen," zei Jan. „Je hebt doorgaans nogal wat geld in huis, en dat zal ook wel naar buiten uitlekken. Daar moest iets tegen gedaan worden. Vind je ook niet, Dirk?" „Ja, dat is zoo." vond Dirk. „Maar wat? Heb jy soms al een plan?" „Nu, 'n hond geeft niets; die maken de in brekers binnen een uur onschadeiyk, net zoo als gebeurd is met dien grooten hond van me vrouw de Leeuw van de villa Dennenheuvel," mengde moeder zich in gesprek. „Ja, dat is zoo. Maar wat dan? Weet jy niet iets, Dirk," vroeg de oude meneer Jansen. „Neen," antwoordde deze. „Dat wil zeggen., ik heb wel een plannetje.... maar dat vertel ik Julie liever niet, omdat je me missr.hion zou uitlachen. Ik heb het nog niet heelemaal uitgebroed en daarom houd ik het nog maar voor me, net zoolang totdat ik denk, dat het volmaakt isMaar als me dat niet lukt, dan hooren jullie er niets meer van. Dus.... niet vragen, maar afwachten!" Ongeveer twee maanden later slopen twee gedaanten naar het huisje van de familie Jansen. „Zeg, Willem, je bent er toch zeker van, dat ze geen hond hebben, hé," vroeg een huner. „Secuur, Gijs, *n hond hebben ze niet, maar wel een aardige portie centen. We hebben het wéér mee, want het waait goed. Dan hooren ze ons niet zoo gauw," antwoordde de man, die met Willem was aangesproken. Nu waren ze by het hek, dat voorzichtig ge opend werd. De beide mannen gingen omzich tig het tuintje in en liepen zacht over het gras, totdat ze aan het huis gekomen waren. Toen sloegen zy den hoek om en gingen naar den achterkant. „Zeg, Willem, kyk jy eens even met je zak lantaarn hoe het met het raam zit," waarop uit de lantaarn een lichtbundel op het raam viel, dat daardoor geheel verlicht werd. „Tameiyk stevig," bromde de man. .Maar door zoo'n kleinigheid laten we ons niet af schrikken. Wat jy?" „Heelemaal niet," was het antwoord. Even later stond het raam opengeschoven en zat een der beide mannen al half in de kamer, welke hy met behulp van zyn zaklantaarn verlichtte. „Nou, hoe ziet het er uit, daar binnen?" vroeg de man, die nog buiten stond. „Ik zie of hoor geen mensch. Al1 es is in diepe rust. Daar in den hoek zie ik een kastje staan." „Nou," klonk het buiten, „ga nu maar hee lemaal naar binnen, dan kom ik je achterna." „Wacht even," zei de man, die binnen was. „Ik zal alles eerst nog eens goed opnemen en als alles veilig is, zal ik je roepen." Even later klonk het: „Ga maar vast op de vensterbank zitten, Gys. Alles is veilig. Ik zal eerst het kastje nog eens goed onderzoeken en zoolang moet jy nog even IIIUUIIMIHNIimiHlllli uitkyken. Opletten is de boodschap! Geef me nu even de tasch met gereedschap." Eensklaps klonk er een stem: .Handen om hoog! Vooruit! Gauw wat! Zoo! Als je maar één beweging maakt, laat ik myn revolver praten!" Gys was van schrik van de vensterbank op den grond gevallen nog voor de stem ophield. Maar toen die vervolgde: „Kees, hou jy het raam in de gaten!" had Gys het al op een loopen gezet. Willem durfde zich van angst met bewe gen. Maar toen hy niets meer hoorde, liet hy zyn handen zak ken. Doch wat hy verwachtte, i gebeurde niet. AJIT fC, De stem bleef stom. Na eenige f de uitvinder 1 minuten, waarin niets gebeurde, kroop hy naar het raam en sprong er uit met de vlugheid, die een acrobaat eer aangedaan zou hebben. Den volgenden morgen, toen de veldwachter langs de woning van meneer Jansen kwam, zag hy, dat het raam van de achterkamer open stond. Hij wilde den ouden heer waar schuwen, die verschrikt de deur opendeed op het harde bellen. Hy zag den veldwachter voor zich staan, die hem vertelde, wat hy ge zien had. De man werd binnen gelaten en sa men gingen ze naar de achterkamer. Ja, het raam stond open. Maar anders was er niets ongewoons te zien. Ja, tochdaar lag een tasch. De veldwachter raapte haar op en maakte haar open. zy bevatte een volledig stel inbrekersgereedschappen. Den Zondag daaro^ was de geheele familie Jansen by elkaar. Het gesprek ging natuurlijk over de mislukte inbraak. ,„Zeg, Dirk," zei jan, „nu kun Je ons zeker wel vertellen, wat voor 'n plan je een tydje geleden had, vrant ik ben er vast van over tuigd, dat daardoor de inbraak mislukt is." En nu vertelde Dirk: „Jullie weet, dat 4k in een gramofoonzaak geïnteresseerd ben. En nu heb ik by my zelf gedacht: Kyk, al ik nu met de apparaten, die ze in de zaak hebben, eens een gramofoonplaat liet maken, die, als hij afgedraaid wordt, die ven en inbrekers verrast. Goed, ik heb zooiets laten maken. Op een doordenweekschen avond, toen vader en moeder by Jan waren, ben ik hierheen gekomen om alles stiekum te mon- teeren. Het kastje in de achterkamer was daartoe het beste geschikt. Dat is alles!" Sedert wordt er by de Jansens, wanneer er van Dirk sprake is, altijd van den „uitvinder" gesproken. De beroemde Fransche zeiler Alain Gerbault is van Casablanca wederom geheei alleen in zyn jacht, de „Alain Gerbault", vertrokken naar de Kanarische eilanden. De Franschman bevindt zich reeds sedert November van het vorig jaar in Casablanca, na vanuit Gibraltar te zyn overgestoken. Inmiddels is zyn jacht verbouwd. Er zyn nu drie hutten in, alsmede een vertrek voor het ontwikkelen van foto's. De boot is tien meter lang en heeft een dub belen wand van Siarreesch teak-hout. Gerbault is voornemens om via de Azoren den Atlantischen Oceaan over te steken naar Pa nama en vandaar naar zyn geliefd Marquesas. Evenals Robert Louis Stevenson, van wien Gerbault een groot bewonderaar is, is hy van plan voor onbepaalden tyd onder de inboor lingen te leven. Op een vorigen tocht heeft Gerbault dit eveneens reeds gedaan en wist hy zich zoo populair te maken by de inboorlingen, dat zy hem verzochten te blyven en hun koning te worden. In de graven der oude Romeinen heeft men pijpenrekken en andere voorwerpen gevonden, die bewyzen, dat toen reeds gerookt werd. Wat gerookt werd, weet men niet zeker; men ver onderstelt echter, dat het hennepbladeren ge weest zyn. ln de verkeerde richting. Een levensverzekering ls een levensbehoefte. Sluit haar by de By kantoor: J. J. A. DUJJNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag. oij verlies van een by een breuk van A 11*. JL op dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen Ofjfïf) by levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door 7Cfl by een ongeval met f OCfï by verlies van een hand 1 AllC U O OTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I aJ 1/1/1/.™ verlies van belde armenjbelde beenen ol belde oogen i OU.- doodeiy kan afloop/ fïOU. een voet of een oog# f Z.%1. duim of wijsvinger O l/."been of arm f £f\ by verlies van 'n Tl/." anderen vinger SuuiiuiHimiuiuiiuuiiuiuiuuuiuu EEUILLETON S E 42 Nu moesten nog Johnny en Maiius over vallen worden; zy sliepen, beide aan het an dere einde van de breede en lange gang. Doch ook hier duurde, ondanks de buiten gewone lichaamskracht dezer twee kameraden, de stryd slechts zeer kort. zy werden overvallen midden ln den slaap en waren, vóórdat zy wisten wat er gebeurde driekwart gestikt en overweldigd door geboefte dat aan dergelijke handelingen gewend was. Evenals him meester lagen zy weldra als mum mies vastgebonden en ingepakt in stevige koor den op den grond. Ten slotte kwam de beurt aan mistress Clau dia en Mary, die nog altyd sliepen, evenals Patrick in zyn afzonderiyk, tusschen beide ka mers in, gelegen vertrek. Men begon met hem. Bob, onvrijwillig medeplichtige, sloeg niet aan toen zyn vriend, de Hindoe, alleen binnen kwam. Integendeel, hy kwispelstaartte. Patrick, half-wakker, glimlachte tegen den indringer en vroeg wat hy wilde. Deze naderde hem, eveneens glimlachende, doch toen hy vlak by hem was, greep hy den Jongen man by den keel, wierp hem achter over op het bed en had hem in een oogwenk vastgebonden. Wat mistress Claudia betreft tegenover haar mocht, volgens uitdrukkelijk bevel van den Zilverkoning, niet het minste geweld wor den- gebruikt. Men moest dus te werk gaan met list. De verachteiyke politiespion begon met bru taal op haar kamerdeur te kloppen. zy vroeg wie daar was en wat men ver langde. Hij antwoordde, de stem van den fakir na bootsende: „De Sahib verzoekt mevrouw de gravin zich te willen kleeden en zich by hem te voegen op het groote Noordelijke plein." „Weet gy ook waarom?" vroeg de jonge vrouw nieuwsgierig. „Om in den vyver een vischpartytje -te hou den by fakkellicht. Er worden buitengewone toebereidselen gemaakt en de Sahib verzocht mevrouw de gravin zich te haasten." Zonder de minste verdenking te koesteren kleedde de jonge vrouw zich haastig aan, maakte Mary wakker, vertelde haar van het nachtelijke pretje, dat ln uitzicht was en bielp haar, om des te spoediger gereed te zyn, by het maken van haar eenvoudig tolletje. Dat duurde ternauwernood eenige minuten. Mistress Claudia en Mary, vrooiyk gestemd door de uitnoodiging voor zulk een waterpar tijtje gedurende de heeriyke frissche uren van den nacht, traden opgewekt naar buiten en zochten aanstonds met haar blikken den fakir. Maar zy vonden in de gang tegenover zich den door hen van den dood geredden Hindoe, wiens ongewone aanblik haar, ondanks haar dapperheid, een onbestemden schrik inboe zemde. Achter hem stonden, met toortsen ln de han den, een twintigtal haar onbekende mannen, allen met een onheilspellend uiteriyk. Gravin de Solignac vermoedde een valstrik en roept met luide stem: „George! Vriend! helphelp!wy zijn verraden!" Tegeiykertyd trachte mistress Claudia haar kamer weer binnen te gaan om een wapen te halen, maar snel als de gedachte sprong Blka- nel tusschen haar en de deur en zeide op hoo- gen toon.: „Onnoodig hulp te roepen, mevrouw! Kapi tein Pennyless is door myn mannen gevangen genomen en is niet in staat u ook maar de minste hulp te bieden, Jazelfs niet u te ant woorden. Gy dient u onvoorwaardeiyk aan uw lot te onderwerpen, anders zal ik my genood zaakt zien geweld te gebruiken." „My onderwerpen aan een inboorling aan een Hindoedat zooveel zou beteekenen als aan een neger?.... Nooit!" Bikanel verbleekte en antwoordde: „Ik ben het hoofd der inlandsche politie!".. „"n Spion!.... 'n verklikker.... 'n betaalde verrader!" „Mevrouw!".... „En zulk "n mensch hebben wy, terwyi hy stervende was, opgenomenZóó iemand hebben wy het leven gered.... Zóó iemand heeft ons medeiyden ingeboezemd. Inderdaad, er zyn weldaden, zooals deze welke dengene, die ze bewyst, belacheiyk maken...." Razend van woede om deze woorden, die hem troffen als zweepslagen, greep de boef de ongelukkige vrouw by een har er polsen en riep uit: „In naam van de keizerlyke en koninkiyke Britsche majesteit arresteer ik u!" .Ellendige slaaf, durft ge my aanraken?" siste de Amerikaansche hem toe. zy maakte haar fyne hand gemakkeiyk uit zyn overigens niet als uiterste middel be doelden greep los en sloeg Bikanel met kracht in het gezicht. Dit deed den politieman alle zelfbeheer- sching verliezen. Déar zult ge voor boeten, gromde hy. „Zooeven heb ik u gearresteerd in naam der Britsche KroonThans doe ik het in myn eigen naamgy zijt myn gevan gene, myn persooniyke gevangene De En- gelsche rechters zouden misschien toegeefiyk zynMaar ik ben onverbiddelijkVan nu af zyt gy en de uwen de prooi van myn haat. Gy zult voor hetgeen ge daar gedaan hebt, boeten op verschrikkelijke wijze. Onverschrokken tot het vermetele toe, begon de gravin de Solignac hem sarrend ofschoon niet weinig zenuwachtig uit te lachen, iets dat voor hem nog meer vernederend was dan de ontvangen klap. „Kom, houd op met uw bedreigingen," zeide zü uit de hoogte. „Niets ter wereld heeft my ooit schrik kun nen aanjagen en niets zal dit ook ooit doen. Man, je bent niet meer dan 'n vogelverschrik ker. Je kunt ons misschien treffen, maar je kunt, begrUp dit goed, ons nooit angstig ma ken, nooit ons „eropder" krijgen „Woorden, praatjes, niets anders! Praatjes, die misschien indruk maken op een van de vele lage slaven die dit land van zelfvernedering en zelfverlaging bevolken, maar waarvoor iemand als ik de schouders ophaalt...." Hij hield in zyn handen een lange zyden sjerp, een van die lichte en fijne stukken weef sel, die worden vervaardigd door de meester lijke kunst der Bengaalsche arbeiders. Hy liet die zachtjes op en neer golven, zoo als de goochelaars dat doen en slingerde ze nu en dan even naar voren als slang. Het was alsof de sjerp leefde, zy oewoog zich voortdurend vlugger. Plotseling, met een aan deze Oostersche kunstenaars eigene ongeloofehjke handigheid, sloeg de man het weefsel om Claudia's armen, bond het haar stevig om het ïyf en snoerde met een anderen doek de beenen samen, zoodat deze omklemd zaten als door een slang. De jonge vrouw verkeerde in ie volstrekte onmogelijkheid haar ledematen te bewegen of zelfs ook maar een poging daartoe te doen, zon der te vallen. Zy weigerde echter zich over te geven of zich overwonnen te verklaren. Op spottenden toon beet zy den inboorling toe: „Een balletdanseres uit myn land, Loië Fuller, maakt ook kunsten met sjerpen, maar zy doet het oneindig beter dan gy. U zoudt er goed aan doen by haar eens een les te gaan nemen." Bij deze nieuwe uiting van sarcasme, die een volstrekt onverstoorbare gemoedskalmte verried, knarsetandde Bikanel van woede en rukte aan de sjerp. Mistress Claudia wankelde en dreigde te vallen. Mary, die totdusverre sprakeloos dit toon eel had gadegeslagen, ondersteunde haar vriendin en wierp den politiespeurder dit ééne woord voor de voeten: „Lafaard!" Bikanel liet zün pogihgen om deze naturen van staal te overwinnen nu maar varen en gaf met de hand een teeken aan zijn medeplichti gen, die totdusverre daar hadden gestaan onbe weeglijk als beelden. Vier mannen traden naar voren, doofden op den steenen vloer de vlam hunner toortsen uit en wierpen zich op mistress Claudia en op Mary. zy pakten haar op en droegen haar weg ach ter Bikanel aan, die voorop ging. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 15