IN EN OM HAARLEM Prikkeldraad Natrium-verlichting gevraagd! OP DEN VERKEERSWEG AMSTERDAM-HAARLEM DINSDAG 28 FEBRUARI Het saneeringsplan in het bloembollenbedrijf Moeten de kosten ons afschrikken? Saneering INDIË—HOLLAND HET COLLECTIEF CONTRACT IN DE BOLLENSTREEK „St. Deus Ded.it" vóór een gemiddeld loon van f 20. TOONEEL „DRIE WIJZE GEKKEN" STADSSCHOUWBURG Peggy m'n kind Blijspel in 3 bedrijven van Harley Manners door N.V. Het Schouwtooneel PASTOOR A. J. BOKS Operatie gunstig verloopen DE BALCONDEUREN SLOEGEN DICHT Twee vrouwen buitengesloten Nieuwe Cruquiusbrug Comedie in drie bedrijven door Austin Strong Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm", Schouwburg Jansweg UIT HET VISSCHERIJBEDRIJF Het conflict te IJ muiden Niiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiimiiimimmiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiimiiininiiimimiiiiiiiiiiiiimiiitiiiiiiiiiiiii De motortoeristen Aukes en Herweyer aan het stuur) uit Haarlem, die een Indië Holland tocht per motor maakten (afstand 11500 KM.) in vier maanden en zeven dagen, hij hun aan komst te Amsterdam In de algemeene vergadering van de Alge- meene Vereeniging voor Bloembollencultuur, welke in December te Haarlem is gehouden, hebben enkele afdeelingen verzocht aan de or de te stellen een bespreking van het door het Centraal B'oembollencomité bij de regeering ingediende saneeringsplan, waarvoor een regee- ringscrediet van zes millioen gulden is aange vraagd. Het hoofdbestuur heeft dat verzoek nader overwogen en besloot op de a.s. algemeene ver gadering, welke 20 Maart in het Krelagehuis gehouden zal worden, een stemming te houden over de vraag: „Hecht de vergadering haar goedkeuring aan het saneeringsplan, dat door het Centraal Bloembollencomité bij de regee ring is ingediend." Het hoofdbestuur deelt in het Weekblad me de, dat de omstandigheden in het bloembollen- vak nog ongunstiger zijn geworden. In het bij-' zonder de uitvoer van groote hoeveelheden bloembollen tegen dumpingprijzen of verkoop daarvan op buitenlandsche aucties tegen zulke prijzen baart zorg. Met name geldt dit den uit voer naar Engeland, die in 1932 niet minder dan 57 pet. van den geheelen bollenexport heeft bedragen. In vakkringen schijnt men het intusschen niet eens te zijn over de voortreffelijkheid van het ingediende plan. En toch is eenstemmigheid daaromtrent wel een der eerste dingen, die men aan het vragen van regeeringshulp mag verbinden. Zoo lezen wij in „Hobaho", dat er in het plan ongetwijfeld veel goeds zit, want het opent de mogelijkheid om in te grijpen als een betrek kelijk klein overschot van leverbaar oorzaak zou worden, dat al het andere waardeloos zou worden. De preventieve werking van die mo gelijkheid zal de vraagprijzen stimuleerend be ïnvloeden. Maar naast dit „veel goeds" ziet het blad ook een gemis in het plan. Het saneeringsplan zooals dat is ingediend, schrijft het blad opent het uitzicht op ga rantieprijzen ontleend aan de kosten van voort brenging dat is opzichzelve niet ongezond. Er wordt in dat plan gemist, de voldoende waarborg om de minimumprijzen niet te doen worden een fokpremie. De bindende voorschrif ten om de cultuur in overeenstemming te hou den met de wereldvraag op de basis: kostprijs ontbreken geheel en al. Dat is een lacune, die aangevuld dient te worden. Want indien straks aangekocht moeten worden al de Hectoliters noodig om de teelt in overeenstemming te brengen met de oppervlakte die geacht wor den een volgend jaar het leverbaar te kunnen voortbrengen, dat door de wereldmarkt op kost prijsbasis kan worden opgenomen, dan zal het waarschijnlijk wel eens erg in de papieren kunnen loopen. Als men laat narcissen begint in te koopen, zijn de narcissen al geplant voordat bekend is hoeveel H.I>. er in gekocht moeten worden. De tulpen zullen niet zooveel moeilijkheden hebben, want kleine bolletjes zijn altijd wel te koop en leverbaar, dat ingekocht wordt bene den 11 c.M., kan ook als plantgoed aangere kend worden. De hyacinthen zullen, als geen bijzondere voorzieningen worden getroffen, nog wel de grootste moeilijkheden opleveren. Eerst laat zal volgens het plan, begonnen worden met het inkoopen van overschotten. Eerst dan zal men kunnen weten hoeveel Hectoliters plantgoed vernietigd moeten worden. Zullen die dan te kóóp zijn? De hyacinthen teelt is een heel andere als de tulpenteelt. De kweeker, die leverbaar over heeft, is lang niet altijd bereid, plantgoed van hyacinthen te verkoopen, het land ligt gemest, gereed, dek is voorradig, de partijen liggen gesorteerd. Als daar alleen aan gekomen kan worden^ door 't bieden van een prijs per mand, dan kon dat wel eens een ern- stil beletsel vormen om de hoeveelheid te be komen, die noodig is om het gestelde doel te bereiken. Deze critiek latende voor wat zij waard is, willen wij er nochtans de aandacht op vesti gen, dat Z. Exc. Minister Verschuur bij de opening van de Bloemententoonstelling te Sas- senheim allerminst den indruk vestigde en thousiast te zijn voor het bij hem ingediende saneeringsplan. Hij zeide bij die gelegenheid o.m. ongeveer het volgende- „Laten de bollenmenschen in eendrachtige samenwerking zich als levensvraag stellen: hoe kunnen wij tegenover de buitenlandsche afne mers het beste optreden. Regeeringshulp wordt niet gaarne gegeven. Zij kan soms een gif zijn, dat verlammend werkt op de eigen werkzaamheid der bedrij ven. Men moet geen kwaad kweeken door een ander kwaad op te heffen. Op die manier krijgt men geen krachtige bedrijven meer. Vele 6tormen, welke thans over ons heen gaan, zijn nog niet volop als rampen te beschouwen. Zij kunnen ook veel goeds brengen en dit is een troostende gedachte." En ook uit particuliere gesprekken met Mi nister Verschuur heeft men sterk den indruk gekregen dat de Regeering niet volop in het saneeringsplan hapt. Het zou ons niet ver wonderen als het onlangs in de N. H. Crt. ge memoreerde artikel van den Amerikaanschen correspondent van „De Telegraaf" over een andere verkoopmethode voor Hollandsche bloembollen daar voor een deel de oorzaak van is. Die correspondent bepleitte centraliseering in den verkoop, maar dan moeten de Holland sche handelaars concurrentie, onderlinge na ijver, wantrouwen en het „laat ieder zijn eigen potje maar koken"-systeem laten varen. De Amerikaansche deskundigen die den cor respondent hun meening gaven, meende, dat een coöperatieve vereeniging, zooals die be staat in de Am. vruchten- en citrus-industrie, evengoed mogelijk is voor de bollenindustrie speciaal voor den verkoop daarvan in de V. S. Er zijn, zoo vertelt men ons hier, vier- of Vijfhonderd of nog meer bloembollensoorten, dure en goedkoope. De eene soort kost 1 20, de andere 50 dollar per duizend stuks. De eene firma verplicht zich, om de invoerrechten voor den Am. importeur vooruit te betalen, de an der doet dit niet. De een geeft 3 of 6 maanden crediet, de ander 9 tot 12 maanden. Iedere rei ziger schijnt er een eigen methode op na te houden om zijn klant te bedienen. Een groote centrale kan zich met dergelijke individueele gebruiken niet afgeven. Het eerste gevolg zou dus zijn, dat de bollenhandel zijn individualiteit zou inboeten. Een Am. deskun dige vindt 500 boliensoorten een onding. Die gelooft dat de handel er wel bij zou varen, wanneer het aantal soorten dat' door de V. S. geïmporteerd wordt, terug gebracht werd op ten hoogste dertig soorten. Die bollen moeten een handelsmerk krijgen. De naam van de or ganisatie moet evenals de in den kleinhandel verkrijgbare doozen met bloembollen gepaten teerd worden. Iedere kooper moet onmiddellijk kunnen zien, dat hij de beste bollen van de beste Ned. firma koopt en dat bedrog onmo gelijk i§. De deskundige wijst dan op het voorbeeld van de Amerikaansche firma's, die zich ver eenigen om fnuikende concurrentie te verhin deren, den omzet te vergrooten, onreëelen han delaars het leven zuur te maken, algemeene exploitatiekosten te verminderen, kwaliteiten prima te houden, voor gezamenlijke rekening te adverteeren, verzendingen te uniformeeren en transport- en assurantiekosten te verlagen, credieten te stabiliseeren en ervaringen op ieder gebied mee te deelen aan de leden van de nieuwe corporatie. De advertentiecampagne voor ananassen is geraamd op één millioen dollar en wordt bestreden door 2 pet. van den omzet te heffen. Onze zegsman beweert, dat er volgens zijn meening geen bezwaar zou be staan om voor den Ned. bloembollenhande! hetzelfde te doen. Hij gelooft dat die handel meer gebaat zou zijn met een dergelijke cor poratie dan met de 200 of meer reizigers, die thans de 48 staten afloopen en 3 millioen gul den kosten, om 8 millioen K.G. bollen en nog minder te verkoopen. Het doel van deze zegslieden is om den Ne- derlandschen bollenexport naar de V. S. van 8 millioen per jaar op ten minste 22 millioen te bréngen of meer. Zij gelooven, dat zoo'n cijfer te bereiken is, wanneer de Nederlandsche belanghebbenden voor een groot en winstge vend doel te vinden zijn. Men weet in Neder land hoe coöperatie kan werken. Laat men dus niet beginnen met elkaar figuurlijk af te ma ken, doch vrede stichten. Eenige jaren geleden heeft het grootste ad vertentiekantoor der V. S. het volgende advies uitgebracht. De A. P. kettingwinkel-maat schappij bezit 18.000 winkels over de V. S. en wilde in haar winkels bollen verpakt in doozen verkoopen, 12 of 24 stuks. Niet meer dan en kele soorten. De omslag van de doos vertoont de kleur van den bol en draagt een gepaten- teerden naam. Het advertentiekantoor meende, dat een som van 500.000 dollar voor het eerste jaar voldoende zou zijn om de bollen populair te maken. Het plan werd van de hand gewezen doch men kwam ook met niets anders op de proppen. Mocht men ooit tot een dergelijke campagne overgaan, dan dient er een centrale verkooporganisatie te bestaan. De bankiers, die het benoodigde geld moe ten voorschieten, schijnen al dezelfde richting in te willen. Een bankinstelling, een der groot ste in den lande, heeft in het antwoord, ge zonden aan de dertien burgemeesters in de bollenstreek, naar aanleiding van de een dezer dagen vermelde circulaire inzake credietverlee- ning, geschreven: „Overigens maken wij van deze gelegenheid gebruik om u er op te wijzen, dat volgens de unanieme meening van de directeuren onzer kantoren in de bollenstreek de onderlinge samenwerking van de bloembollenhandelaren nog zeer veel te wenschen overlaat, in het bij zonder wat betreft de door velen gevolgde prijzenpolitiek in het buitenland. In een tweetal artikelen hebben wij in 't kort uiteengezet, wat wij moeten ver staan onder natriumverlichting en welke de voordeelen daarvan zijn ter be veiliging van het verkeer bij avond en bij nacht. Wij beoogden met het schrijven van de ze artikelen niet eenige theoretische be schouwingen te leveren, waartoe wij ons overigens nu juist niet het meest bevoegd zouden durven noemen. Door de aandacht te vragen voor de nieuwe phenomenale uitvinding, welke na- triumlicht heet, wilden wij praktische re sultaten bevorderen, wilden wij de auto riteiten ertoe bewegen, voor de onder haar beheer ressorteerende wegen proeven te nemen met natriumverlichting, èn om te voorzien in een niet te onderschatten be hoefte, èn om een goed voorbeeld te geven aan overig Nederland. Eerlijk willen wij nu wel bekennen, dat wij van stonde af aan gedacht hebben aan een natriumverlichting langs den verkeersweg AmsterdamHaarlem, ja, dat heel onze belangstelling in het wezen der nieuw uitgevonden verlichting ten nauwste verband gehouden heeft met on ze vaste overtuiging, dat er voor het verkeer bij avond en bij nacht op den weg AmsterdamHaarlem iets gebeuren moet. De weg Amsterdam—Haarlem is, geloo- Indien de exporthandelaren niet vrijwillig kunnen komen tot een overeenkomst, waardoor verkoop tegen „afbraakprijzen" verder wordt voorkomen, meenen wij u in overweging te mogen geven, thans uw invloed bij de regeering aan te wenden, opdat van overheidswege door bindende voorschriften eventueel gepaard gaande met een financieele steunverleening door het Rijk een regeling wordt getroffen voor het vaststellen van de minimum-przen, waartegen voortaan bloembollen in het buiten land zullen worden verkocht." Intusschen kon het „Weekblad voor Bloem bollencultuur' in het nummer van deze week mededeelen, dat het van zeer bevoegde zijde vernam, dat zeer binnenkort de bekendmaking van maatregelen kan worden tegemoet gezien, waardoor het mogelijk zal zijn het saneerings plan tot uitvoering te brengen. Er schijnt dus toch iets op komst te zijn van de zijde der Regeering en het was onstrou wens bekend, dat van zeer invloedrijke zijde aandrang op den Minister is geoefend, maar het zou ons toch niet verwonderen als de Re geering ook op betere samenwerking tusschen de belanghebbenden, en dan niet geheel ten onrechte, den nadruk legde en ze als eisch stelde voor de te verleenen regeeringshulp. ven wij, verreweg de drukste verkeersweg van heel Nederland en als drukst-bereden traject in het verkeer tusschen onze grootste steden beteekent deze weg wer kelijk een nationaal, om niet te zeggen: een internationaal geval. Wanneer èrgens in Nederland het voor beeld gegeven moet worden van een goede verkeers-verlichting, dan zeker hiér! En merkwaardig! 't is juist hier, dat de wegverlichting ófwel radicaal verkeerd werd aangebracht, ófwel.... nihil is. Wanneer men, uit Amsterdam komend, den Hoofdweg gepasseerd is, rijdt men spoedig in volledig duister; in de kom van Halfweg „profiteert" men van de straatverlichting om direct daarna weer in Egyptische duisternis door te rijden tot de grens der gemeente Haarlem nabij de forten. Waar deze hoofdverkeersweg van Ne derland zóó druk bereden wordt en zóo slecht verlicht is, kunnen verkeersonge lukken in de uren van duisternis niet uit blijven. De statistieken leveren het bewijs: al léén op het Amsterdamsche traject van Sloterdijk tot aan de grens der gemeente Amsterdam kwamen alléén in de donkere uren in 't jaar 1932 vóór: 21 ongelukken van ernstigen aard (dood, ernstig lichamelijk letsel, zware materieele schade) en 82 ongelukken van minder ernstigen aard (licht letsel, lichte materieele scha de). Deze gegevens danken wij aan het Bu reau der Statistiek van de gemeente Am sterdam. De gemeenten Haarlemmerliede en Haar lem konden ons niet zoo voorkomend van statistische gegevens voorzien; alleen vernamen wij, dat op het gebied van Haarlemmerliede in genoemd jaar nog vier doodelijke ongevallen in de donkere uren plaats hadden. 't Is intusschen „mooi" genoeg; de ge noemde cijfers geven wel eenig idee van het gevaar op den weg AmsterdamHaar lem bij avond en nacht, en alle weggebrui kers zij mogen automobilisten, motor rijders, fietsers of voetgangers zijn weten ervan mee te praten, welke gevaren zij uitstaan bij gelegenheid van een avond lijke of nachtelijke trip tusschen de beide steden. Het is allereerst een gemeentelijke en gewestelijke, maar daarnaast ook een na tionale eereplicht, dat de voornaamste ver keersweg van Nederland een behoorlijke verlichting krijgt. Moeten de kosten ons afschrikken? Hier moeten wij natuurlijk uitgaan van de stelling, dat er ter beveiliging van het verkeer op dezen weg iets gebeuren moet, dat de bestaande toestand onhoud baar is; immers: niet-ver lichting is altijd goedkooper dan welke verlichting ook! Tenzij men terecht in aanmerking neemt, dat verwoesting van menschenle- vens en van materiaal óók geld kost, voor wat menschenlevens betreft met geld zelfs niet te vergoeden is. Men dient uit te gaan van de stelling, dat de Haarlemmerweg eigenlijk over zijn heele lengte van voldoende en doelmatig aangebracht wit licht voorzien moest zijn Welnu, wanneer we deze niet weg te re deneeren stelling aanvaarden, dan moe ten wij er na de uiteenzettingen In onze beide vorige artikelen vanzelf toe komen, een pleit te voeren voor natrium verlichting. De installatie van deze verlichting kost, zooals we reeds schreven, niet duurder dan die van éénige andere (goede) ver lichting; de lampen zijn in het gebruik niet duurder, aangezien men betaalt naar het aantal branduren en het stroomver bruik bedraagt slechts één vierde van dat in geval van wit-verlichting. Wat dit laatste beteekent? Als we aannemen, dat 17 K. M. van den delijken brompot met zooveel kleur, dat de vroolijke noot bij iedere scène behouden bleef. Jan Icas van Dijk zou als de medicus zijn ge lijke zijn geweest, als zijn typeering niet ge handicapt was geworden door een slecht geko zen grimeering; zijn Dr. Gaunt maakte nu niet zooveel indruk als dit door dictie en ge baar was verdiend. Op dat punt was het type van Mr. Trumbull, de rechter van Jac. Henne- man, veel beter verzorgd, maar sluiten we die bijzonderheid uit, dan mogen we zeggen, dat het drietal verdienstelijk het stuk gedragen heeft. De eenige beteekenende damesrol van het stuk, Miss Sydney, werd vertolkt door mej. Jeanne Rubeling. Als tooneelversehijning mag ze er zijn en er waren ook momenten, waarin duidelijk bleek, dat zij over voldoende talent beschikt voor een eerste partij. Zij mist echter nog de noodige vrijheid van beweging om een typeering geheel door te voeren en de drama tische mogelijkheden, die de rol haar bood, werden dan ook niet volkomen benut. Al zat die begrijpelijke schuchterheid haar nu wel eens in den weg, ze leverde bijwijlen toch aar dig spel, waarin ze werd aangemoedigd door de prettige actie van den jongen neef, die in Cor Hoogeboom een goed vertolker vond. De kleinere rollen waren meerendeels onbe duidend, maar werden daarom nog niet ver waarloosd en vooral Dirk Vreeswijk wist nog de aandacht op zich te vestigen door overtui gend op te treden als de boef Benny Suratt. Dat een voor zijn taak berekende regisseur het spel leidde was telkens weer te merken; niet alleen zag het tooneel er zoo keurig ver zorgd uit, dat op dit punt aan dilettantisme niet behoefde te worden gedacht, we kregen op sommige oogenblikken ook een samenspel te zien dat waarlijk verraste. Het tooneeltje van de drie vrijgezellen op de trap was daar een voorbeeld van. Door deze plezierige voorstelling heeft de Rederijkerskamer haar donateurs zeker aan zich verplicht. Vooral de beide eerste bedrij ven leverden veel vroolijkheid op en al zal in het laatste de slappe ontwikkeling der intrige moeilijk geheel hebben kunnen voldoen, er was toch voortdurend een duidelijk meeleven met het gebeuren op de planken. „Alberdingk Thijm" mag dezen beschaafd-blijmoedigen tooneelavond onder haar beste rekenen. H. B. v. d. S. Peggy is nog steeds hetzelfde ondeugende, spontane en openhartige meisje van eenige tientallen jaren geleden, toen Else Mauhs, als we het wel hebben, haar vroolijke lijdensge schiedenis met veel succes vertolkte. Het is een aardig stuk, waarin men het af zakkende seizoen herkent, doch dat wel in staat is eenige prettige oogenblikken te bezorgen. Het Haarlemmerweg van natriumverlichting voorzien zouden moeten worden, zullen er 600 lampen van 100 Watt noodig zijn; deze 600 lampen zullen per uur dus 60 iC. W. U. verbruiken, dat is per jaar (van 4000 bedrijfsuren): 4000 x 60 K. W. 240.000 K. W. U.; en dit stroomverbruik brengt een lichthoeveelheid op, waartoe in ge val van wit licht 960.000 K. W. U. noo dig zou zijn. Natriumverlichting geeft dus een bespa ring van 720.000 K. W. U. per jaar. Als we nu weten, dat de gemeente Am sterdam voor haar straatverlichting een prijs van 4.5 cent per K. W. U. calculeert, dan zien we, dat hier een besparing van 720.000 x 4.5 cent 32.400 per jaar ver kregen kan worden. Over respectievelijk 10 en 20 jaar (nor male afschrijftermijnen) dus ƒ324.000 en 648.000. Toch wel sommetjes, welke ons de moei te van eenige overweging waard lijken! Nog afgezien van de veel gunstigere verlichting, welke met natriumlampen be reikt zou kunnen worden, behoeven de kosten dus allerminst af te schrikken, pleiten deze kosten integendeel juist vóór natriumverlichting. En zou men „überhaupt" huiverig zijn om in deze tijden aan verlichting van den hier bedoelden weg kosten te gaan besteden (wat o. i. onverantwoordelijk zou wezent, dan meenen wij, dat er in onderlinge sa menwerking tusschen belanghebbenden heel wat te bereiken ware. Wij twijfelen niet, of de directie der Philipsfabrieken zou vooral waar het hier tevens een reclameproef betreft zich uiterst coulant toonen en ook den ge- regelden wegberijder zou een goed verlich te Haarlemmerweg o. i. wel iets extra's waard zijn. Bovendien hebben de gemeenten Amster dam en Haarlem bij een goed verlichten verbindingsweg zeer groote belangen. M<$t in deze omstandigheden, nu er zich zoo gunstige perspectieven openen, de Haarlemmerweg zoo donker en daardoor zoo gevaarlijk blijven? Wien de Zeven Provinciën-lectuur de laat ste weken in zich heeft opgenomen, zal het, wanneer hij zich rekenschap poogt te geven van al dat wetenswaardigs, licht in het hoofd worden. Nooit zijn er zooveel tegenstrijdigheden in zoo weinig tijd over de natie uitgestort: het eene Kamerlid stond te schateren van duivelsche pret; het andere kon wel schreien van oprechte verontwaardiging. De roode pers moedigde de muiterij aan; het andere deel der pers streek zijn vonnis over zulke onbeschaam de rebellie. Weg met het gezag! schreeuwde de een; hoog het gezag! riep de ander. Torpedeer de schuit, adviseerde men ergens met klem; behandel de goedwillende demonstranten toch met zacht heid, was dan weer het zalvend advies. Voor sommigen waren de officieren van het mui ter schip prijzenswaardig in hun tactiek, voor an deren bibberende hazenharten! Maar over één ding is toch wel overeenstem ming gekregen, n.l. dat de Marine geen betrouw baar machtsapparaat is van den Staat. De socialistische kopstukken hebben bij monde van ir. Albarda, den rood en partijleider, plechtig verklaard, dat zoo goed als heel het marine personeel revolutionnair op de graat is. De In dische vlootvoogd heeft in den Volksraad open lijk erkend, dat de muiterij op alle oorlogsbo dems en marine-depóts tot uiting kwam. Hon derden minderen en meerderen hebben den dienst geweigerd. De Nederlanders deden met de Inlanders broederlijk mee in „dappere on gehoorzaamheid". Dit is een ellendige en hoogst betreurens waardige toestand, waarvoor wij onze oogen niet mogen sluiten. Men heeft het ergerlijke feit te aanvaarden om het terstond daarna zakelijk te bezien. Dat zakelijke is tot uiting gekomen in e kreet van bevoegde zijde: „Liever geen marine, dan een onbetrouwbare marine!" Zoo is het! Een millioenenverslindende instel ling in stand te houden, welke instede van aan haar doel bescherming van den Staat te beantwoorden, openlijk door ingewijden en bui tenstaanders als een kweekerij van opstandige instincten wordt gesignaleerd, is een ongerijmd heid. Dan liever die zaak likwideeren En vervangen door iets anaers, iets beters. Iets, waarop de regeering vertrouwen kan ten allen tijde en in alle omstandigheden. Want daartoe dient toch eigenlijk een defen sie-orgaan! Niet om de regeering in den steek te laten. En nog minder om haar in den rug aan te vallen. Minister Deckers blijft er niet stil bij zitten, getuige het verbod van socialistische bladen voor de land- en zeemacht, getuige het verbod van roode lidmaatschappen, enz. voor land- en zeemacht-personeel, getuige ook de instelling eener commissie, welke moet adviseeren, hoe ons land een betrouwbaar defensie-apparaat krijgen kan. Dat gaat in de goede richting. Maar als nog krassere maatregelen noodig blijken, laat de regeering er dan niet voor terug schrikken! schouwt. Tusschen de besturen van de werkgevers- en werknemersorganisaties was op de laatste con ferentie van 24 Februari j.l. overeenstemming bereikt over een gemiddeld loon van 20 per week. Maandagavond zijn de besturen van den R.K. Landarbeidersbond „St. Deus Dedit" in de Bollenstad bijeen geweest en hebben besloten deze basis voor het collectief contract te aan vaarden. De moderne organisatie hield zich, als ouder gewoonte, weer op de vlakte. De zeereerw. heer A. J. Boks, pastoor van de kerk van O. L. Vrouw van Lourdes te Am sterdam, die in 't Maria-paviljoen aldaar is opgenomen, heeft Maandag met goed gevolg de operatie, welke hij moest ondergaan, door staan. De behandelende geneesheeren waren tevre den over den afloop, doch achtten het voor de rust van den patiënt beter, dat bezoek voor- loopig zal achterwege blijven. In een perceel aan den Crayenestersingel te Heemstede waren twee werkvrouwen bezig met werkzaamheden op het balcon, toen door den wind de balcondeuren dicht sloegen en deze niet meer door haar konden worden geopend. Andere personen waren in dat perceel niet aan wezig en het perceel was zoodanig gesloten, dat men van buiten af zich geen toegang kon verschaffen. Na ongeveer ruhn een half uur van het schoone uitzicht en den frisschen wind te hebben genotend) konden de vrouwen haar toestand aan een passeerend politieman mede deelen, die bij een familielid van de bewoon ster een reserve-sleutel haalde en de vrouwen uit haar isolement verloste. Het gaat blijkbaar met den bouw van de nieuwe Cruquiusbrug over de Ringvaart te Vijf huizen geheel naar wensch. Met is met den onderbouw reeds zoover gevorderd, dat de werk- put ontruimd is. Twee doorvaarten zijn daar door nu vrijgekomen. Voor een donateursuitvoering op Vasten avond mag de keuze van dit aardige Engelsche blijspel, dat in vroegere jaren een succesnum mertje van het beroepstooneel was, zeer goed genoemd worden. Het verhaal, dat er doorheen loopt, heeft niet zooveel om het lijf, al wil het wel eens een schijn van gewichtigheid aanne men, dien 't toch niet vol kan houden. Bij een uitvoering door amateurs, ook al worden er nog zoo goede krachten naar voren gebracht als de Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm" vermag te doen, en ook al kan men beschik ken over een zoo vaardigen regisseur als de heer Herman Moerkerk is, valt die eigenschap nog meer op. Het stuk zou vlotter, levendiger en zelfs interessanter zijn, als de schrijver een minutieuze, doch daarom nog niet geslaagde uitwerking van het misdaad-thema achter wege had gelaten. De hoofdzaak is, dat we hier te doen heb ben met drie oude vrijgezellen, een bankier, een medicus en een rechter, die samen een huis bezitten, dat door de statige Mrs. Potter en den flegmatieken bediende Gray iederen dag even keurig en even afgemeten gediend wordt. De vrienden, die zich in hun jongen tijd de „Drie Musketiers" noemden, al brach ten ze het niet verder dan een samen gedeelde en nooit beantwoorde liefde tot hetzelfde meisje zoo is het thans hier deze drie trouwe makkers komen ten laatste tot het be sef, dat de sleur van alledag hun leven tot een langzaam sterven heeft gemaakt. En dan ver schijnt in hun midden Miss Sydney Fairschild, de reïncarnatie van hun jeugdliefde, bloeiend jong en bekoorlijk, en dus de aangewezene om hun versteende bestaan weer nieuw leven in te blazen. Gelukkig is er een aardige neef van den bankier bij de hand, om zijn jeugd bij die van het lieftallige nieuwe huishoudstertje te voegen, na enkele strubbelingen op crimineel en psychologisch gebied, zoodat de drie oude heeren bij dat happy end zich weer gerusteüjk aan hun vroeger bestaan kunnen overgeven, dat alleraardigst getypeerd wordt door het ver trek naar hun slaapkamer met den traditio- neelen avondkost: een glas melk met een appel. Het gedoe van de „drie wijze gekken" vormt het aantrekkelijke van het spel, meer nog dan de oppervlakkig geteekende liefdesgeschiedenis tusschen neef Fred en Miss Sydney. We heb ben er van kunnen smullen. Niet dat de actie van alle drie op hetzelfde peil stond. Van het trio had Gerard Nielen als de bankier Find- ley ongetwijfeld de dankbaarste partij, maar het moet toch ook erkend worden, dat hij die rol op voortreffelijke wijze heeft gespeeld. Be ter dan zoo hebben we hem in een blijspel nooit gezien: hij karakteriseerde den onscha- is een „Boefje-in-de-nette", doch minder door wrocht en dus ook minder verantwoord. Typi sche, maar goedbedoelde bepalingen in het tes tament van een oom dwingen een nichtje van hem, een heel eenvoudig, onbedorven kind, om eenigen tijd bij een tante door te brengen, die haar manieren wat moet bijschaven en die tot haar een en twintigste jaar haar opvoeding moet voltooien. De tante krijgt, zonder dat het meisje het weet, 1000 pond sterling voor de moeite en het nichtje, als zij een en twintig jaar is, 5000 pond toelage per jaar. De tante, een zeer onaangenaam mensch met dito ma nieren, goed gespeeld door Lize van der Poll- Hamakers, doet het terwille van de dubbeltjes, zoodat het meisje heel weinig liefde en harte lijkheid krijgt toebedeeld. Noch haar zoon, het prototype van alle pedante onuitstaanbare kwas ten, een vertolking die Jacques de Haas tot eer strekt, noch de dochter, een zeer hooghartig wicht en een waardig evenbeeld van haar def tige Don Quichote-moeder, voelen zich geroe pen zich iets aan het kind gelegen te laten lig gen en daarom is het maar gelukkig, dat een heele deftige meneer, u weet wel, een lord of zooiets, begaan met Peggy's lot, haar welzijn behartigt en als een waardige Daddy-long-legs aan het eind met haar trouwt. In één maand, één nacht, en één dag, respec tievelijk over drie bedrijven verdeeld, speelt de heele historie zich af, en alles is dan zoo m kannen en kruiken, dat men zelfs den roodharigen zoon Alaric sympathiek gaat vinden en volgaarne moeder en dochter haar zonden vergeeft. Dogi Rugani was nu de Peggy en door haar vlot, ongekunsteld en hartelijk spel wist zij dit lichtelijk belegen biijspel nog een paar frissche koontjes te geven. Jaap van der Poll was Jerry, de man die het groote geluk te beurt valt in Peggy's smaak te vallen, een eer, die menigeen hem, zooal niet zal misgunnen, dan toch zeker zal benijden. Ezerman had als notaris jammer genoeg niet veel in de melk te brokkelen, doch wat hy deed was als steeds af, terwijl Folkert Kramer een bij uitstek geschikte slechte man was met alle daaraan verbonden hebbelijkheden. Van de dochter (Jettie van DijkRieker) hebben we reeds een en ander gezegd en res teert nog Ubbo Groenier, die in zijn bescheiden rol van Jarvis uitstekend het butler-decorum be waarde. Van de kleine onvolmaaktheden noemen ivo de niet bijster brilliante rolkennis en de zeei brilliante souffleuse. Het publiek was royaal met zijn applaus en daarvan genoot Dogi Rugani het leeuwenaan deel. Ij. V. Maandagmiddag zijn de onderhandelingen tusschen de Reedersvereeniging en de IJmuider Federatie onder leiding van den bijzonderen bemiddelaar burgemeester Rambonnet van Vel- sen voortgezet. Ook thans werd over de punten, welke de meeste moeilijkheden opleverden geen over eenstemming bereikt. Tenslotte werd op verzoek van een der par tijen de bespreking verdaagd tot as. Donder dag, des ochtends te tien uur, welke bes^- -- king de bemiddelaar aü> een laatste poging

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5