IN EN OM HAARLEM
Prikkeldraad
Natrium-verlichting gevraagd!
OP DEN VERKEERSWEG
AMSTERDAM-HAARLEM
DINSDAG 28 FEBRUARI
Het saneeringsplan in het
bloembollenbedrijf
Moeten de kosten ons
afschrikken?
Saneering
INDIË—HOLLAND
HET COLLECTIEF CONTRACT
IN DE BOLLENSTREEK
„St. Deus Ded.it" vóór een
gemiddeld loon van f 20.
TOONEEL
„DRIE WIJZE GEKKEN"
STADSSCHOUWBURG
Peggy m'n kind
Blijspel in 3 bedrijven van Harley
Manners door N.V. Het
Schouwtooneel
PASTOOR A. J. BOKS
Operatie gunstig verloopen
DE BALCONDEUREN
SLOEGEN DICHT
Twee vrouwen buitengesloten
Nieuwe Cruquiusbrug
Comedie in drie bedrijven door
Austin Strong
Rederijkerskamer „Alberdingk
Thijm", Schouwburg Jansweg
UIT HET VISSCHERIJBEDRIJF
Het conflict te IJ muiden
Niiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiimiiimimmiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiimiiininiiimimiiiiiiiiiiiiimiiitiiiiiiiiiiiii
De motortoeristen Aukes en Herweyer aan het stuur) uit Haarlem, die een Indië
Holland tocht per motor maakten (afstand 11500 KM.) in vier maanden en zeven
dagen, hij hun aan komst te Amsterdam
In de algemeene vergadering van de Alge-
meene Vereeniging voor Bloembollencultuur,
welke in December te Haarlem is gehouden,
hebben enkele afdeelingen verzocht aan de or
de te stellen een bespreking van het door het
Centraal B'oembollencomité bij de regeering
ingediende saneeringsplan, waarvoor een regee-
ringscrediet van zes millioen gulden is aange
vraagd.
Het hoofdbestuur heeft dat verzoek nader
overwogen en besloot op de a.s. algemeene ver
gadering, welke 20 Maart in het Krelagehuis
gehouden zal worden, een stemming te houden
over de vraag: „Hecht de vergadering haar
goedkeuring aan het saneeringsplan, dat door
het Centraal Bloembollencomité bij de regee
ring is ingediend."
Het hoofdbestuur deelt in het Weekblad me
de, dat de omstandigheden in het bloembollen-
vak nog ongunstiger zijn geworden. In het bij-'
zonder de uitvoer van groote hoeveelheden
bloembollen tegen dumpingprijzen of verkoop
daarvan op buitenlandsche aucties tegen zulke
prijzen baart zorg. Met name geldt dit den uit
voer naar Engeland, die in 1932 niet minder
dan 57 pet. van den geheelen bollenexport heeft
bedragen.
In vakkringen schijnt men het intusschen
niet eens te zijn over de voortreffelijkheid van
het ingediende plan. En toch is eenstemmigheid
daaromtrent wel een der eerste dingen, die
men aan het vragen van regeeringshulp mag
verbinden.
Zoo lezen wij in „Hobaho", dat er in het plan
ongetwijfeld veel goeds zit, want het opent de
mogelijkheid om in te grijpen als een betrek
kelijk klein overschot van leverbaar oorzaak
zou worden, dat al het andere waardeloos zou
worden. De preventieve werking van die mo
gelijkheid zal de vraagprijzen stimuleerend be
ïnvloeden. Maar naast dit „veel goeds" ziet
het blad ook een gemis in het plan.
Het saneeringsplan zooals dat is ingediend,
schrijft het blad opent het uitzicht op ga
rantieprijzen ontleend aan de kosten van voort
brenging dat is opzichzelve niet ongezond.
Er wordt in dat plan gemist, de voldoende
waarborg om de minimumprijzen niet te doen
worden een fokpremie. De bindende voorschrif
ten om de cultuur in overeenstemming te hou
den met de wereldvraag op de basis: kostprijs
ontbreken geheel en al. Dat is een lacune, die
aangevuld dient te worden. Want indien straks
aangekocht moeten worden al de Hectoliters
noodig om de teelt in overeenstemming te
brengen met de oppervlakte die geacht wor
den een volgend jaar het leverbaar te kunnen
voortbrengen, dat door de wereldmarkt op kost
prijsbasis kan worden opgenomen, dan zal het
waarschijnlijk wel eens erg in de papieren
kunnen loopen.
Als men laat narcissen begint in te koopen,
zijn de narcissen al geplant voordat bekend
is hoeveel H.I>. er in gekocht moeten worden.
De tulpen zullen niet zooveel moeilijkheden
hebben, want kleine bolletjes zijn altijd wel te
koop en leverbaar, dat ingekocht wordt bene
den 11 c.M., kan ook als plantgoed aangere
kend worden. De hyacinthen zullen, als geen
bijzondere voorzieningen worden getroffen, nog
wel de grootste moeilijkheden opleveren. Eerst
laat zal volgens het plan, begonnen worden
met het inkoopen van overschotten. Eerst dan
zal men kunnen weten hoeveel Hectoliters
plantgoed vernietigd moeten worden. Zullen die
dan te kóóp zijn? De hyacinthen teelt is een
heel andere als de tulpenteelt. De kweeker, die
leverbaar over heeft, is lang niet altijd bereid,
plantgoed van hyacinthen te verkoopen, het
land ligt gemest, gereed, dek is voorradig, de
partijen liggen gesorteerd. Als daar alleen aan
gekomen kan worden^ door 't bieden van een
prijs per mand, dan kon dat wel eens een ern-
stil beletsel vormen om de hoeveelheid te be
komen, die noodig is om het gestelde doel te
bereiken.
Deze critiek latende voor wat zij waard is,
willen wij er nochtans de aandacht op vesti
gen, dat Z. Exc. Minister Verschuur bij de
opening van de Bloemententoonstelling te Sas-
senheim allerminst den indruk vestigde en
thousiast te zijn voor het bij hem ingediende
saneeringsplan. Hij zeide bij die gelegenheid
o.m. ongeveer het volgende-
„Laten de bollenmenschen in eendrachtige
samenwerking zich als levensvraag stellen: hoe
kunnen wij tegenover de buitenlandsche afne
mers het beste optreden.
Regeeringshulp wordt niet gaarne gegeven.
Zij kan soms een gif zijn, dat verlammend
werkt op de eigen werkzaamheid der bedrij
ven. Men moet geen kwaad kweeken door een
ander kwaad op te heffen. Op die manier
krijgt men geen krachtige bedrijven meer. Vele
6tormen, welke thans over ons heen gaan, zijn
nog niet volop als rampen te beschouwen. Zij
kunnen ook veel goeds brengen en dit is een
troostende gedachte."
En ook uit particuliere gesprekken met Mi
nister Verschuur heeft men sterk den indruk
gekregen dat de Regeering niet volop in het
saneeringsplan hapt. Het zou ons niet ver
wonderen als het onlangs in de N. H. Crt. ge
memoreerde artikel van den Amerikaanschen
correspondent van „De Telegraaf" over een
andere verkoopmethode voor Hollandsche
bloembollen daar voor een deel de oorzaak van
is. Die correspondent bepleitte centraliseering
in den verkoop, maar dan moeten de Holland
sche handelaars concurrentie, onderlinge na
ijver, wantrouwen en het „laat ieder zijn eigen
potje maar koken"-systeem laten varen.
De Amerikaansche deskundigen die den cor
respondent hun meening gaven, meende, dat
een coöperatieve vereeniging, zooals die be
staat in de Am. vruchten- en citrus-industrie,
evengoed mogelijk is voor de bollenindustrie
speciaal voor den verkoop daarvan in de V. S.
Er zijn, zoo vertelt men ons hier, vier- of
Vijfhonderd of nog meer bloembollensoorten,
dure en goedkoope. De eene soort kost 1 20,
de andere 50 dollar per duizend stuks. De eene
firma verplicht zich, om de invoerrechten voor
den Am. importeur vooruit te betalen, de an
der doet dit niet. De een geeft 3 of 6 maanden
crediet, de ander 9 tot 12 maanden. Iedere rei
ziger schijnt er een eigen methode op na te
houden om zijn klant te bedienen.
Een groote centrale kan zich met dergelijke
individueele gebruiken niet afgeven. Het eerste
gevolg zou dus zijn, dat de bollenhandel zijn
individualiteit zou inboeten. Een Am. deskun
dige vindt 500 boliensoorten een onding. Die
gelooft dat de handel er wel bij zou varen,
wanneer het aantal soorten dat' door de V. S.
geïmporteerd wordt, terug gebracht werd op
ten hoogste dertig soorten. Die bollen moeten
een handelsmerk krijgen. De naam van de or
ganisatie moet evenals de in den kleinhandel
verkrijgbare doozen met bloembollen gepaten
teerd worden. Iedere kooper moet onmiddellijk
kunnen zien, dat hij de beste bollen van de
beste Ned. firma koopt en dat bedrog onmo
gelijk i§.
De deskundige wijst dan op het voorbeeld
van de Amerikaansche firma's, die zich ver
eenigen om fnuikende concurrentie te verhin
deren, den omzet te vergrooten, onreëelen han
delaars het leven zuur te maken, algemeene
exploitatiekosten te verminderen, kwaliteiten
prima te houden, voor gezamenlijke rekening
te adverteeren, verzendingen te uniformeeren
en transport- en assurantiekosten te verlagen,
credieten te stabiliseeren en ervaringen op ieder
gebied mee te deelen aan de leden van de
nieuwe corporatie. De advertentiecampagne
voor ananassen is geraamd op één millioen
dollar en wordt bestreden door 2 pet. van den
omzet te heffen. Onze zegsman beweert, dat
er volgens zijn meening geen bezwaar zou be
staan om voor den Ned. bloembollenhande!
hetzelfde te doen. Hij gelooft dat die handel
meer gebaat zou zijn met een dergelijke cor
poratie dan met de 200 of meer reizigers, die
thans de 48 staten afloopen en 3 millioen gul
den kosten, om 8 millioen K.G. bollen en nog
minder te verkoopen.
Het doel van deze zegslieden is om den Ne-
derlandschen bollenexport naar de V. S. van
8 millioen per jaar op ten minste 22 millioen
te bréngen of meer. Zij gelooven, dat zoo'n
cijfer te bereiken is, wanneer de Nederlandsche
belanghebbenden voor een groot en winstge
vend doel te vinden zijn. Men weet in Neder
land hoe coöperatie kan werken. Laat men dus
niet beginnen met elkaar figuurlijk af te ma
ken, doch vrede stichten.
Eenige jaren geleden heeft het grootste ad
vertentiekantoor der V. S. het volgende advies
uitgebracht. De A. P. kettingwinkel-maat
schappij bezit 18.000 winkels over de V. S. en
wilde in haar winkels bollen verpakt in doozen
verkoopen, 12 of 24 stuks. Niet meer dan en
kele soorten. De omslag van de doos vertoont
de kleur van den bol en draagt een gepaten-
teerden naam. Het advertentiekantoor meende,
dat een som van 500.000 dollar voor het eerste
jaar voldoende zou zijn om de bollen populair
te maken.
Het plan werd van de hand gewezen
doch men kwam ook met niets anders op de
proppen. Mocht men ooit tot een dergelijke
campagne overgaan, dan dient er een centrale
verkooporganisatie te bestaan.
De bankiers, die het benoodigde geld moe
ten voorschieten, schijnen al dezelfde richting
in te willen. Een bankinstelling, een der groot
ste in den lande, heeft in het antwoord, ge
zonden aan de dertien burgemeesters in de
bollenstreek, naar aanleiding van de een dezer
dagen vermelde circulaire inzake credietverlee-
ning, geschreven:
„Overigens maken wij van deze gelegenheid
gebruik om u er op te wijzen, dat volgens de
unanieme meening van de directeuren onzer
kantoren in de bollenstreek de onderlinge
samenwerking van de bloembollenhandelaren
nog zeer veel te wenschen overlaat, in het bij
zonder wat betreft de door velen gevolgde
prijzenpolitiek in het buitenland.
In een tweetal artikelen hebben wij in
't kort uiteengezet, wat wij moeten ver
staan onder natriumverlichting en
welke de voordeelen daarvan zijn ter be
veiliging van het verkeer bij avond en bij
nacht.
Wij beoogden met het schrijven van de
ze artikelen niet eenige theoretische be
schouwingen te leveren, waartoe wij ons
overigens nu juist niet het meest bevoegd
zouden durven noemen.
Door de aandacht te vragen voor de
nieuwe phenomenale uitvinding, welke na-
triumlicht heet, wilden wij praktische re
sultaten bevorderen, wilden wij de auto
riteiten ertoe bewegen, voor de onder haar
beheer ressorteerende wegen proeven te
nemen met natriumverlichting, èn om te
voorzien in een niet te onderschatten be
hoefte, èn om een goed voorbeeld te geven
aan overig Nederland.
Eerlijk willen wij nu wel bekennen, dat
wij van stonde af aan gedacht hebben
aan een natriumverlichting langs den
verkeersweg AmsterdamHaarlem, ja,
dat heel onze belangstelling in het wezen
der nieuw uitgevonden verlichting ten
nauwste verband gehouden heeft met on
ze vaste overtuiging, dat er voor het
verkeer bij avond en bij nacht op den
weg AmsterdamHaarlem iets gebeuren
moet.
De weg Amsterdam—Haarlem is, geloo-
Indien de exporthandelaren niet vrijwillig
kunnen komen tot een overeenkomst, waardoor
verkoop tegen „afbraakprijzen" verder wordt
voorkomen, meenen wij u in overweging te
mogen geven, thans uw invloed bij de regeering
aan te wenden, opdat van overheidswege door
bindende voorschriften eventueel gepaard
gaande met een financieele steunverleening
door het Rijk een regeling wordt getroffen
voor het vaststellen van de minimum-przen,
waartegen voortaan bloembollen in het buiten
land zullen worden verkocht."
Intusschen kon het „Weekblad voor Bloem
bollencultuur' in het nummer van deze week
mededeelen, dat het van zeer bevoegde zijde
vernam, dat zeer binnenkort de bekendmaking
van maatregelen kan worden tegemoet gezien,
waardoor het mogelijk zal zijn het saneerings
plan tot uitvoering te brengen.
Er schijnt dus toch iets op komst te zijn van
de zijde der Regeering en het was onstrou
wens bekend, dat van zeer invloedrijke zijde
aandrang op den Minister is geoefend, maar
het zou ons toch niet verwonderen als de Re
geering ook op betere samenwerking tusschen
de belanghebbenden, en dan niet geheel ten
onrechte, den nadruk legde en ze als eisch
stelde voor de te verleenen regeeringshulp.
ven wij, verreweg de drukste verkeersweg
van heel Nederland en als drukst-bereden
traject in het verkeer tusschen onze
grootste steden beteekent deze weg wer
kelijk een nationaal, om niet te zeggen:
een internationaal geval.
Wanneer èrgens in Nederland het voor
beeld gegeven moet worden van een goede
verkeers-verlichting, dan zeker hiér!
En merkwaardig! 't is juist hier, dat
de wegverlichting ófwel radicaal verkeerd
werd aangebracht, ófwel.... nihil is.
Wanneer men, uit Amsterdam komend,
den Hoofdweg gepasseerd is, rijdt men
spoedig in volledig duister; in de kom
van Halfweg „profiteert" men van de
straatverlichting om direct daarna weer
in Egyptische duisternis door te rijden tot
de grens der gemeente Haarlem nabij de
forten.
Waar deze hoofdverkeersweg van Ne
derland zóó druk bereden wordt en zóo
slecht verlicht is, kunnen verkeersonge
lukken in de uren van duisternis niet uit
blijven.
De statistieken leveren het bewijs: al
léén op het Amsterdamsche traject van
Sloterdijk tot aan de grens der gemeente
Amsterdam kwamen alléén in de
donkere uren in 't jaar 1932 vóór:
21 ongelukken van ernstigen aard (dood,
ernstig lichamelijk letsel, zware materieele
schade) en
82 ongelukken van minder ernstigen
aard (licht letsel, lichte materieele scha
de).
Deze gegevens danken wij aan het Bu
reau der Statistiek van de gemeente Am
sterdam.
De gemeenten Haarlemmerliede en Haar
lem konden ons niet zoo voorkomend van
statistische gegevens voorzien; alleen
vernamen wij, dat op het gebied van
Haarlemmerliede in genoemd jaar nog
vier doodelijke ongevallen in de donkere
uren plaats hadden.
't Is intusschen „mooi" genoeg; de ge
noemde cijfers geven wel eenig idee van
het gevaar op den weg AmsterdamHaar
lem bij avond en nacht, en alle weggebrui
kers zij mogen automobilisten, motor
rijders, fietsers of voetgangers zijn
weten ervan mee te praten, welke gevaren
zij uitstaan bij gelegenheid van een avond
lijke of nachtelijke trip tusschen de beide
steden.
Het is allereerst een gemeentelijke en
gewestelijke, maar daarnaast ook een na
tionale eereplicht, dat de voornaamste ver
keersweg van Nederland een behoorlijke
verlichting krijgt.
Moeten de kosten ons afschrikken?
Hier moeten wij natuurlijk uitgaan
van de stelling, dat er ter beveiliging van
het verkeer op dezen weg iets gebeuren
moet, dat de bestaande toestand onhoud
baar is; immers: niet-ver lichting is altijd
goedkooper dan welke verlichting ook!
Tenzij men terecht in aanmerking
neemt, dat verwoesting van menschenle-
vens en van materiaal óók geld kost,
voor wat menschenlevens betreft met geld
zelfs niet te vergoeden is.
Men dient uit te gaan van de stelling,
dat de Haarlemmerweg eigenlijk over zijn
heele lengte van voldoende en doelmatig
aangebracht wit licht voorzien moest zijn
Welnu, wanneer we deze niet weg te re
deneeren stelling aanvaarden, dan moe
ten wij er na de uiteenzettingen In
onze beide vorige artikelen vanzelf toe
komen, een pleit te voeren voor natrium
verlichting.
De installatie van deze verlichting kost,
zooals we reeds schreven, niet duurder
dan die van éénige andere (goede) ver
lichting; de lampen zijn in het gebruik
niet duurder, aangezien men betaalt naar
het aantal branduren en het stroomver
bruik bedraagt slechts één vierde van dat
in geval van wit-verlichting.
Wat dit laatste beteekent?
Als we aannemen, dat 17 K. M. van den
delijken brompot met zooveel kleur, dat de
vroolijke noot bij iedere scène behouden bleef.
Jan Icas van Dijk zou als de medicus zijn ge
lijke zijn geweest, als zijn typeering niet ge
handicapt was geworden door een slecht geko
zen grimeering; zijn Dr. Gaunt maakte nu
niet zooveel indruk als dit door dictie en ge
baar was verdiend. Op dat punt was het type
van Mr. Trumbull, de rechter van Jac. Henne-
man, veel beter verzorgd, maar sluiten we die
bijzonderheid uit, dan mogen we zeggen, dat
het drietal verdienstelijk het stuk gedragen
heeft.
De eenige beteekenende damesrol van het
stuk, Miss Sydney, werd vertolkt door mej.
Jeanne Rubeling. Als tooneelversehijning mag
ze er zijn en er waren ook momenten, waarin
duidelijk bleek, dat zij over voldoende talent
beschikt voor een eerste partij. Zij mist echter
nog de noodige vrijheid van beweging om een
typeering geheel door te voeren en de drama
tische mogelijkheden, die de rol haar bood,
werden dan ook niet volkomen benut. Al zat
die begrijpelijke schuchterheid haar nu wel
eens in den weg, ze leverde bijwijlen toch aar
dig spel, waarin ze werd aangemoedigd door de
prettige actie van den jongen neef, die in Cor
Hoogeboom een goed vertolker vond.
De kleinere rollen waren meerendeels onbe
duidend, maar werden daarom nog niet ver
waarloosd en vooral Dirk Vreeswijk wist nog
de aandacht op zich te vestigen door overtui
gend op te treden als de boef Benny Suratt.
Dat een voor zijn taak berekende regisseur
het spel leidde was telkens weer te merken;
niet alleen zag het tooneel er zoo keurig ver
zorgd uit, dat op dit punt aan dilettantisme
niet behoefde te worden gedacht, we kregen
op sommige oogenblikken ook een samenspel
te zien dat waarlijk verraste. Het tooneeltje
van de drie vrijgezellen op de trap was daar
een voorbeeld van.
Door deze plezierige voorstelling heeft de
Rederijkerskamer haar donateurs zeker aan
zich verplicht. Vooral de beide eerste bedrij
ven leverden veel vroolijkheid op en al zal in
het laatste de slappe ontwikkeling der intrige
moeilijk geheel hebben kunnen voldoen, er
was toch voortdurend een duidelijk meeleven
met het gebeuren op de planken. „Alberdingk
Thijm" mag dezen beschaafd-blijmoedigen
tooneelavond onder haar beste rekenen.
H. B. v. d. S.
Peggy is nog steeds hetzelfde ondeugende,
spontane en openhartige meisje van eenige
tientallen jaren geleden, toen Else Mauhs, als
we het wel hebben, haar vroolijke lijdensge
schiedenis met veel succes vertolkte.
Het is een aardig stuk, waarin men het af
zakkende seizoen herkent, doch dat wel in staat
is eenige prettige oogenblikken te bezorgen. Het
Haarlemmerweg van natriumverlichting
voorzien zouden moeten worden, zullen
er 600 lampen van 100 Watt noodig zijn;
deze 600 lampen zullen per uur dus 60 iC.
W. U. verbruiken, dat is per jaar (van 4000
bedrijfsuren): 4000 x 60 K. W. 240.000
K. W. U.; en dit stroomverbruik brengt
een lichthoeveelheid op, waartoe in ge
val van wit licht 960.000 K. W. U. noo
dig zou zijn.
Natriumverlichting geeft dus een bespa
ring van 720.000 K. W. U. per jaar.
Als we nu weten, dat de gemeente Am
sterdam voor haar straatverlichting een
prijs van 4.5 cent per K. W. U. calculeert,
dan zien we, dat hier een besparing van
720.000 x 4.5 cent 32.400 per jaar ver
kregen kan worden.
Over respectievelijk 10 en 20 jaar (nor
male afschrijftermijnen) dus ƒ324.000 en
648.000.
Toch wel sommetjes, welke ons de moei
te van eenige overweging waard lijken!
Nog afgezien van de veel gunstigere
verlichting, welke met natriumlampen be
reikt zou kunnen worden, behoeven de
kosten dus allerminst af te schrikken,
pleiten deze kosten integendeel juist vóór
natriumverlichting.
En zou men „überhaupt" huiverig zijn om
in deze tijden aan verlichting van den hier
bedoelden weg kosten te gaan besteden
(wat o. i. onverantwoordelijk zou wezent,
dan meenen wij, dat er in onderlinge sa
menwerking tusschen belanghebbenden
heel wat te bereiken ware.
Wij twijfelen niet, of de directie der
Philipsfabrieken zou vooral waar het
hier tevens een reclameproef betreft
zich uiterst coulant toonen en ook den ge-
regelden wegberijder zou een goed verlich
te Haarlemmerweg o. i. wel iets extra's
waard zijn.
Bovendien hebben de gemeenten Amster
dam en Haarlem bij een goed verlichten
verbindingsweg zeer groote belangen.
M<$t in deze omstandigheden, nu er zich
zoo gunstige perspectieven openen, de
Haarlemmerweg zoo donker en daardoor
zoo gevaarlijk blijven?
Wien de Zeven Provinciën-lectuur de laat
ste weken in zich heeft opgenomen,
zal het, wanneer hij zich rekenschap
poogt te geven van al dat wetenswaardigs, licht
in het hoofd worden.
Nooit zijn er zooveel tegenstrijdigheden in zoo
weinig tijd over de natie uitgestort:
het eene Kamerlid stond te schateren van
duivelsche pret; het andere kon wel schreien
van oprechte verontwaardiging. De roode pers
moedigde de muiterij aan; het andere deel der
pers streek zijn vonnis over zulke onbeschaam
de rebellie.
Weg met het gezag! schreeuwde de een; hoog
het gezag! riep de ander. Torpedeer de schuit,
adviseerde men ergens met klem; behandel de
goedwillende demonstranten toch met zacht
heid, was dan weer het zalvend advies. Voor
sommigen waren de officieren van het mui ter
schip prijzenswaardig in hun tactiek, voor an
deren bibberende hazenharten!
Maar over één ding is toch wel overeenstem
ming gekregen, n.l. dat de Marine geen betrouw
baar machtsapparaat is van den Staat. De
socialistische kopstukken hebben bij monde van
ir. Albarda, den rood en partijleider, plechtig
verklaard, dat zoo goed als heel het marine
personeel revolutionnair op de graat is. De In
dische vlootvoogd heeft in den Volksraad open
lijk erkend, dat de muiterij op alle oorlogsbo
dems en marine-depóts tot uiting kwam. Hon
derden minderen en meerderen hebben den
dienst geweigerd. De Nederlanders deden met
de Inlanders broederlijk mee in „dappere on
gehoorzaamheid".
Dit is een ellendige en hoogst betreurens
waardige toestand, waarvoor wij onze oogen niet
mogen sluiten.
Men heeft het ergerlijke feit te aanvaarden
om het terstond daarna zakelijk te bezien.
Dat zakelijke is tot uiting gekomen in e kreet
van bevoegde zijde: „Liever geen marine, dan
een onbetrouwbare marine!"
Zoo is het! Een millioenenverslindende instel
ling in stand te houden, welke instede van aan
haar doel bescherming van den Staat te
beantwoorden, openlijk door ingewijden en bui
tenstaanders als een kweekerij van opstandige
instincten wordt gesignaleerd, is een ongerijmd
heid. Dan liever die zaak likwideeren
En vervangen door iets anaers, iets beters.
Iets, waarop de regeering vertrouwen kan ten
allen tijde en in alle omstandigheden.
Want daartoe dient toch eigenlijk een defen
sie-orgaan!
Niet om de regeering in den steek te laten.
En nog minder om haar in den rug aan te
vallen.
Minister Deckers blijft er niet stil bij zitten,
getuige het verbod van socialistische bladen
voor de land- en zeemacht, getuige het verbod
van roode lidmaatschappen, enz. voor land- en
zeemacht-personeel, getuige ook de instelling
eener commissie, welke moet adviseeren, hoe
ons land een betrouwbaar defensie-apparaat
krijgen kan.
Dat gaat in de goede richting.
Maar als nog krassere maatregelen noodig
blijken, laat de regeering er dan niet voor terug
schrikken!
schouwt.
Tusschen de besturen van de werkgevers- en
werknemersorganisaties was op de laatste con
ferentie van 24 Februari j.l. overeenstemming
bereikt over een gemiddeld loon van 20 per
week.
Maandagavond zijn de besturen van den
R.K. Landarbeidersbond „St. Deus Dedit" in de
Bollenstad bijeen geweest en hebben besloten
deze basis voor het collectief contract te aan
vaarden.
De moderne organisatie hield zich, als ouder
gewoonte, weer op de vlakte.
De zeereerw. heer A. J. Boks, pastoor van
de kerk van O. L. Vrouw van Lourdes te Am
sterdam, die in 't Maria-paviljoen aldaar is
opgenomen, heeft Maandag met goed gevolg
de operatie, welke hij moest ondergaan, door
staan.
De behandelende geneesheeren waren tevre
den over den afloop, doch achtten het voor
de rust van den patiënt beter, dat bezoek voor-
loopig zal achterwege blijven.
In een perceel aan den Crayenestersingel te
Heemstede waren twee werkvrouwen bezig met
werkzaamheden op het balcon, toen door den
wind de balcondeuren dicht sloegen en deze
niet meer door haar konden worden geopend.
Andere personen waren in dat perceel niet aan
wezig en het perceel was zoodanig gesloten,
dat men van buiten af zich geen toegang kon
verschaffen. Na ongeveer ruhn een half uur
van het schoone uitzicht en den frisschen wind
te hebben genotend) konden de vrouwen haar
toestand aan een passeerend politieman mede
deelen, die bij een familielid van de bewoon
ster een reserve-sleutel haalde en de vrouwen
uit haar isolement verloste.
Het gaat blijkbaar met den bouw van de
nieuwe Cruquiusbrug over de Ringvaart te Vijf
huizen geheel naar wensch. Met is met den
onderbouw reeds zoover gevorderd, dat de werk-
put ontruimd is. Twee doorvaarten zijn daar
door nu vrijgekomen.
Voor een donateursuitvoering op Vasten
avond mag de keuze van dit aardige Engelsche
blijspel, dat in vroegere jaren een succesnum
mertje van het beroepstooneel was, zeer goed
genoemd worden. Het verhaal, dat er doorheen
loopt, heeft niet zooveel om het lijf, al wil het
wel eens een schijn van gewichtigheid aanne
men, dien 't toch niet vol kan houden. Bij een
uitvoering door amateurs, ook al worden er
nog zoo goede krachten naar voren gebracht
als de Rederijkerskamer „Alberdingk Thijm"
vermag te doen, en ook al kan men beschik
ken over een zoo vaardigen regisseur als de
heer Herman Moerkerk is, valt die eigenschap
nog meer op. Het stuk zou vlotter, levendiger
en zelfs interessanter zijn, als de schrijver een
minutieuze, doch daarom nog niet geslaagde
uitwerking van het misdaad-thema achter
wege had gelaten.
De hoofdzaak is, dat we hier te doen heb
ben met drie oude vrijgezellen, een bankier,
een medicus en een rechter, die samen een
huis bezitten, dat door de statige Mrs. Potter
en den flegmatieken bediende Gray iederen
dag even keurig en even afgemeten gediend
wordt. De vrienden, die zich in hun jongen
tijd de „Drie Musketiers" noemden, al brach
ten ze het niet verder dan een samen gedeelde
en nooit beantwoorde liefde tot hetzelfde
meisje zoo is het thans hier deze drie
trouwe makkers komen ten laatste tot het be
sef, dat de sleur van alledag hun leven tot een
langzaam sterven heeft gemaakt. En dan ver
schijnt in hun midden Miss Sydney Fairschild,
de reïncarnatie van hun jeugdliefde, bloeiend
jong en bekoorlijk, en dus de aangewezene om
hun versteende bestaan weer nieuw leven in te
blazen. Gelukkig is er een aardige neef van
den bankier bij de hand, om zijn jeugd bij die
van het lieftallige nieuwe huishoudstertje te
voegen, na enkele strubbelingen op crimineel
en psychologisch gebied, zoodat de drie oude
heeren bij dat happy end zich weer gerusteüjk
aan hun vroeger bestaan kunnen overgeven,
dat alleraardigst getypeerd wordt door het ver
trek naar hun slaapkamer met den traditio-
neelen avondkost: een glas melk met een
appel.
Het gedoe van de „drie wijze gekken" vormt
het aantrekkelijke van het spel, meer nog dan
de oppervlakkig geteekende liefdesgeschiedenis
tusschen neef Fred en Miss Sydney. We heb
ben er van kunnen smullen. Niet dat de actie
van alle drie op hetzelfde peil stond. Van het
trio had Gerard Nielen als de bankier Find-
ley ongetwijfeld de dankbaarste partij, maar
het moet toch ook erkend worden, dat hij die
rol op voortreffelijke wijze heeft gespeeld. Be
ter dan zoo hebben we hem in een blijspel
nooit gezien: hij karakteriseerde den onscha-
is een „Boefje-in-de-nette", doch minder door
wrocht en dus ook minder verantwoord. Typi
sche, maar goedbedoelde bepalingen in het tes
tament van een oom dwingen een nichtje van
hem, een heel eenvoudig, onbedorven kind, om
eenigen tijd bij een tante door te brengen, die
haar manieren wat moet bijschaven en die tot
haar een en twintigste jaar haar opvoeding
moet voltooien. De tante krijgt, zonder dat het
meisje het weet, 1000 pond sterling voor de
moeite en het nichtje, als zij een en twintig
jaar is, 5000 pond toelage per jaar. De tante,
een zeer onaangenaam mensch met dito ma
nieren, goed gespeeld door Lize van der Poll-
Hamakers, doet het terwille van de dubbeltjes,
zoodat het meisje heel weinig liefde en harte
lijkheid krijgt toebedeeld. Noch haar zoon, het
prototype van alle pedante onuitstaanbare kwas
ten, een vertolking die Jacques de Haas tot eer
strekt, noch de dochter, een zeer hooghartig
wicht en een waardig evenbeeld van haar def
tige Don Quichote-moeder, voelen zich geroe
pen zich iets aan het kind gelegen te laten lig
gen en daarom is het maar gelukkig, dat een
heele deftige meneer, u weet wel, een lord of
zooiets, begaan met Peggy's lot, haar welzijn
behartigt en als een waardige Daddy-long-legs
aan het eind met haar trouwt.
In één maand, één nacht, en één dag, respec
tievelijk over drie bedrijven verdeeld, speelt de
heele historie zich af, en alles is dan zoo m
kannen en kruiken, dat men zelfs den roodharigen
zoon Alaric sympathiek gaat vinden en volgaarne
moeder en dochter haar zonden vergeeft.
Dogi Rugani was nu de Peggy en door haar
vlot, ongekunsteld en hartelijk spel wist zij dit
lichtelijk belegen biijspel nog een paar frissche
koontjes te geven.
Jaap van der Poll was Jerry, de man die het
groote geluk te beurt valt in Peggy's smaak te
vallen, een eer, die menigeen hem, zooal niet
zal misgunnen, dan toch zeker zal benijden.
Ezerman had als notaris jammer genoeg niet
veel in de melk te brokkelen, doch wat hy deed
was als steeds af, terwijl Folkert Kramer een
bij uitstek geschikte slechte man was met alle
daaraan verbonden hebbelijkheden.
Van de dochter (Jettie van DijkRieker)
hebben we reeds een en ander gezegd en res
teert nog Ubbo Groenier, die in zijn bescheiden rol
van Jarvis uitstekend het butler-decorum be
waarde.
Van de kleine onvolmaaktheden noemen ivo
de niet bijster brilliante rolkennis en de zeei
brilliante souffleuse.
Het publiek was royaal met zijn applaus en
daarvan genoot Dogi Rugani het leeuwenaan
deel.
Ij. V.
Maandagmiddag zijn de onderhandelingen
tusschen de Reedersvereeniging en de IJmuider
Federatie onder leiding van den bijzonderen
bemiddelaar burgemeester Rambonnet van Vel-
sen voortgezet.
Ook thans werd over de punten, welke de
meeste moeilijkheden opleverden geen over
eenstemming bereikt.
Tenslotte werd op verzoek van een der par
tijen de bespreking verdaagd tot as. Donder
dag, des ochtends te tien uur, welke bes^- --
king de bemiddelaar aü> een laatste poging