Voor gramofoonliefhebbers
Met mfiaal van den da§
Bij Pijn
I HET
De Telefunken-productie
ei «ese
HAAR IDEAAL
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Alle jongens op school dragen
ROBINSONschoenen
gelokt I
GROOTEf
I AVONTUUR I
ZATERDAG 4 MAART
Het behoud van Uw haar!
Jacht om een leven
Gewicht der telefoon
Snelste onderzeeboot
Stradivarius ontdekt
Postzegelverzamelaar
De toestand in Chili
Mijnhardt's Poeders
eucèN
UTRECHT
lijp
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Telefunken, de bekende radiofabriek, heeft
zich thans ook op het gebied van de gra-
mofoonindustrie gewaagd. Dat klinkt nu
boo eenvoudig, maar daar zit heel wat aan vast,
méér dan de buitenstaander beseft. De opname
apparaten, de persmachines, heel deze uitge
breide inventaris is tenslotte een kwestie van
kapitaal. Maar t spinnen en weven van de mil-
lioenen draden tusschen het legertje kunstenaars
en de monstermassa van gramofoonliefhebbers
vraagt een organisatie van je welste. Van nog
grooter belang is echter nog, dat men dadelijk
met een repertoire van beteekenis kan komen.
Want ge begrijpt wel, wil een nieuw merk de
aandacht van het publiek op slag vangen, dan
moet er keus zijn. Wat het laatste betreft heeft
Telefunken het geluk gehad beslag te kunnen
leggen op het fraaie en zeer goed gesorteerde
repertoire van Ultraphoon. Wij gramofoonlief
hebbers moeten daar blij mee zijn, want de cata
logus van dit verdwenen merk bevatte tal van
belangrijke opnamen, die niet in de boeken van
andere maatschappijen voorkomen.
Maar Telefunken is ook krachtig aan een
eigen productie begonnen. Een aanmaak over
de geheele linie, zooals uit de volgende bespre
kingen blijkt. De hooge kunst is vertegenwoor
digd door het „Adagio lamentoso" uit de zesde
symphonie van Tsjaikofski; de zgn. „PathétiqueV
Ge kent deze muziek zeker, want in den tijd van
de zwijgende film werd het werk heel vaak ge
speeld by dramatische scènes. En daarom zal
dit aangrijpende stuk waaruit heel de nood
van een wel zeer ongelukkig kifnstenaar klinkt
voor u bovendien het voertuig zijn van tal
rijke ontroerende oogenblikken, die ge nogmaals
zult beleven, wanneer een stoet van filmbeelden
voor u opdoemt. Deze edele klacht werd op zeer
aangrijpende wijze vertolkt door het Berlijnsche
Philharmonisch orkest onder Meyrowitz (Tele
funken P 1218).
Minder bekend is de Balletmuziek uit de opera
„Alcina" van Handel. Zij bestaat uit een reeks
kostelijke episoden, nu eens van een vorstelijke
statigheid, dan weer van een kinderlijke
speelschheid. Maar steeds melodieus en frisch!
Zij werd uitgevoerd door het Philharmonisch
orkest, ditmaal gedirigeerd door Erich Kleiber,
den dirigent die hier onlangs de Wagnerher-
denking leidde (Telefunken F 1270).
Jeugdwerken van Verdi hooren wij hier prac-
tisch nooit. En toch bevatten zij bijna alle zeer
mooie nummers. Zoo bijv. de aria van Arigo uit
„Die Sizilianische Vesper". Helge Roswaenge
zong haar met heel den glans van zijn ver
edeld en gepolijst natuurgeluid, dat in alle re
gisters betooverend klinkt. Ruggelings van dit
nummer een zeer merkwaardig iets: de aria
„Ich ging spazieren" uit „Les Huguenots" van
Meyerbeer, waarin de zangstem omspeeld
wordt door een solo voor viola d'amore, de
oude „liefdes-viool", die langen tijd in onbruik
was, doch wier bekoorlijk geluid tegenwoordig
weer met graagte gehoord wordt. Iets zeer bij
zonders, dit duet tusschen tenor (Roswaenge)
en herleefd speeltuig (Telefunken F 1272).
Het is tegenwoordig meer en meer gebruike
lijk, z.g.n. „dwarsdoorsneden" van opera's te
maken. Want zelfs de beroemdste tooneelwer-
ken hebben hun ups en downs. Men kiest de
mooiste episoden, de melodische en dramatische
hoogtepunten en rijgt die tot een geheel aan
een, dat van artistiek soortgelijk gewicht nu
eenmaal veel zwaarder is, dan de volledige
opera. Het verschil met de veel oudere pot
pourri's is, dat de stukken in de oorspronke
lijke bezetting solisten en koor uitgevoerd
Worden. Natuurlijk kunstenaars van de eerste
grootte. Dat geldt ook voor de dwarsdoorsnede
van Mascagni's „Cavalleria rusticana", waaraan
de beste krachten van de Berlijnsche Staats-
opera meewerkten (Telefunken E 1296.)
De lichte kunstmuziek, die Telefunken deze
maand brengt, staat voor het grootste deel in
den ban van johann Strauss. Daar is een bun
del walsen uit „Indigo", de eerste operette van
dezen componist, waarvan het tekstboek zoo
slecht was, dat men later een geheel nieuw
schreef onder deze frissche muziek: „Tausend
und eine Nacht", onder welken titel het tegen
woordig het meest bekend is. Dat „Indigo" aan
vankelijk een geweldig succes werd, ondanks
het onvoldoende libretto, zegt alles voor deze
muziek. Anders zou ook een kunstenaar als
Erich Kleiber er zich met het Philharmonisch
orkest niet aan gewaagd hebben. (Telefunken
E 1233).
De wals-cyclus „Wein Weib und Gesang" is
een der beste van Strauss. Dat moet ook de
opinie van Richard Wagner geweest zijn. Al
thans volgens de overlevering, die ons verhaalt
SCLCflQJt
Tyfus 0
Eugêne, Parkstraat 12,
Afzendster:
Straat
U wenscht Uw mooien
glansenden haartooi te
behouden en toch
steeds een elegante soe
pele golving daarin?
Welnu een Permanente
golf Eugène biedt U dit.
maar eischt dan ook
van Uwen kapper dat
hy de origineele sachets
Eugène gebruikt.
Tegen inzending van
dezen bon als drukwerk
senden wij U gratis onze
'geïll. brochure No. 12,
„Blijvende Haargolvlng"
Den Haag.
te:
hoe de muzikale monarch van Bayreuth een
weerbarstig groot grondbezitter overhaalde tot
het verkoopen van een perceeltje, door hem
„Wein, Weib und Gesang" voor te spelen. Men
zou eens kunnen probeeren deze voortreffelijke
plaat van Erich Kleiber te laten draaien tijdens
belangrijke handelstransacties. (Telefunken E
1206).
Uit de goede verstrooingsmuziek noemen wij
tenslotte het tweetal „Slavische Tanze" van
Dworsjak, dat Lajoss Kiss met zijn Tziganen-
kapel speelde. (Telefunken A 1207).
Nu ik het toch over Hongaarsche muziek heb,
moet ik even uw aandacht vragen voor twee
andere opvallend goede platen. Ge moet weten,
dat er stapels opnamen van Zigeunermuziek
zijn, maar dat slechts heel weinige ervan vol
doen. Tot die weinige behoort naar mijn smaak
„Zigeunermusik" van Pataky, gespeeld door het
orkest van Salzmann Spira (Polydor 24978). En
dat de moderne Magyaren een voortreffelijke
kruising tusschen hun oude kapellen en de mo-
dieuse Jazzband hebben gemaakt, bewijst de
kostelijk klinkende potpourri van melodieën uit
operettes van Léhar, die het orkest van
Livschakoff ons brengt (Polydor 24911).
ZIEKENHUIS EN PENSION
Broeders „ST. JOANNES DE DEO"
Opname van mannelijke patiënten
van alle gezindten en leeftijd.
In Engeland heeft zich een opwindende ge
schiedenis voorgedaan. De assistent van een
oude Engelsche firma voor dierentransport
opende een pas aangekomen aluminium vat
waarvan de inhoud niet aangegeven stond. In
zulke kisten worden gewoonlijk slangentrans
porten verpakt en de assistent meende dat het
een of ander reptiel bevatte.
Hij deed de doos open, greep naar de slang
en werd gebeten. Met groote moeite stopte hij
het dier weer terug en viel toen neer. Het bleek
dat de slang een Mamba was, een der gevaar
lijkste reptielen, wier beet tot nu toe altijd
met den dood van het slachtoffer eindigde. De
gewonde werd direct naar een ziekenhuis ge
bracht waar hij behalve een bloedvergiftiging
tévens een hartverzwakking bleek opgeloopen te
hebben. Het lichaam begon op te zwellen en
het einde van den ongelukkige scheen met reu
zenschreden te naderen.
En nu pas begon een wedstrijd in het ren
nen om de redding van een mensch, een red
ding, die men alleen verhopen kon van het in
stituut voor slangenserum aan den Zoölogischen
tuin te Londen. Een weg van meer dan 400
Engelsche mijlen moest afgelegd worden en het
ging bij de redding niet om uren, maar om
minuten, zoo niet seconden.
Men werktè met alle mogelijke middelen om
den dood tegen te houden, terwijl een vriend in
een race-wagen den „Vliegenden Schot" een
van de snelste treinen die bestaan, nareed, hem
tot staan bracht en met het reptiel naar Lon
den reed. Men herkende daar' direct de slang
en het toeval wilde dat een serum tegen beet
van dit gevaarlijk reptiel dat pas in den laat-
sten tüd ontdekt werd, aanwezig was. En nu
begon opnieuw de race tegen den dood. In den
vroegen morgen werd het seurm ingespoten en
na korten tijd was er al eenige beterschap
merkbar. Zoo werd den dood een menschen-
leven werkelijk afgejaagd en deze gelukkige
employé van dezen dierenhandel van Glasgow
is dus de eerste mensch bij wien de beet der
Mamba niet doodelijk eindigde.
Waarlijk een verheugend voorbeeld van de
hoogst ontwikkelde techniek.
Hoe noodlottig de gevolgen kunnen zijn wan
neer zij eens niet of niet snel genoeg function-
neeren zou heeft men kortgeleden in Italië ge
zien.
Daar was een gevangene ter dood veroor
deeld en juist, toen hij zijn laatsten gang zou
doen, ging de telefoon. Men deelde den gevan
genisdirecteur mede, dat zoo pas een andere
man bekend had de misdaad bedreven te heb
ben. Was de telefoonoproep ook maar enkele
minuten vertraagd, dan was het te laat ge
weest en een onschuldige had de straf onder
gaan.
In het leven van den tegenwoordigen tijd
speelt de telefoon een uiterst gewichtige rol.
De brandweer komt op den telefonischen op
roep aangesneld, de politie kan veel sneller
hulp verleenen dan wanneer men het bureau
op een andere manier moet bereiken.
Kort geleden werd een dokter in een Zuid-
Duitsche stad tegen den avond opgebeld èn
gevraagd direct naar een café even buiten de
stad te komen. Hij begaf zich op weg. Toen
hij ter plaatse aankwam, vond hij de herber
gierster dood op den vloer van haar slaapka
mer. Verder was er niemand in het café te
zien, ook had het huis geen telefoonaanslui
ting en de naaste publieke telefooncel bevond
zich op honderd meter afstand. Wie had op
gebeld? Daar de vrouw vergiftigd was, veron
derstelde men, dat zij vergif genomen had, dat
zij er la.ter spijt van kreeg en zich naar het
e>- a
telefoontoestel gesleept had, om hulp te vra
gen. Dat iemand anders haar vergif gegeven
en daarna zelf den dokter geroepen zou hebben,
was met het oog op den heelen stand van zaken
tamelijk wel uitgesloten. Wat er van zij, het is
een raadselachtig géval.
Een andere telefoongeschiedenis. Een jonge
dame had den vorigen dag twist met haar ver
loofde gehad. Nu belde hij haar op en toen zij
niets vermoedend gehoor gaf, verklaarde hij
haar dat hij zich dood zou schieten en wel voor
haar ooren. En nog voor zij kon protesteeren
hoorde zij reeds den heelen knal van het schot
door de telefoon. Zij viel bewusteloos neer. La
ter bleek dat de jongeman die zeer jaloersch
was, zich slechts op zijn verloofde had willen
wreken en alleen een schot gelost had om haar
schrik aan te jagen. Maar het was precies goed
dat hij nu definitief den bons kreeg voor zijn
onbehoorlijke grap.
LONDEN, 3 Maart. (V.D.) De nieuwe En
gelsche onderzeeboot „Themse" heeft bij proef
tochten een snelheid bereikt van meer dan 24
knoopen per uur, hetgeen een nieuw wereld
snelheidsrecord voor onderzeebooten beteekent.
Het schip kan genoeg brandstof aan boord
nemen voor een tocht om de aarde zonder bun
keren.
ïiiiiiiiniiiiiiii
muiiminiiu!
I Mond en hart zijn zeer welsprekend,
Doch waarbij men ondervindt,... 1
I Dat de taal, die 't hart kan spreken,
't Van den mond toch doorgaans I
i wint!
Want het hart spreekt naar gevoelens,
Onderwijl men constateert,
Dat de mond met mooie woordjes
Graag een beetje camoufleert!
Zij was zoel een aardig meisje,
Hoogstens was zij iets te schoon,
Oogjes, lippen en haar wangen
Waren anders dan gewoon.
Haar figuurtje en haar kleeding,
't Mag hier even aangestipt,
Schenen ook wel meer dan minder I
Uit een modeblad geknipt!
Het gesprek kwam zoo op trouwen,
Toen zij sprak met haar vriendin. i
En die knikte, want dat thema
Bleek volkomen naar haar zin.
,Jk," zoo sprak ze met een mondje,
Dat je trekt bij heete thee
„Trouw alleen een man uit liefde,
„Want geluk spreekt öök nog mee!"
„Ik begrijp het," sprak de ander,
„Zonder liefde is vulgair,
„Maar wanneer je nu gevraagd wordt
I „Door een ouden millionnair?"
„Ach, natuurlijk," wat het antwoord.
i „Trouwen zou ik zéker doen.
i „Want ik sprak je toch van liefde?
„En 'k ben dól op een mïllioen!"
1 MARTIN BERDEN
1 (Nadruk verboden)
üiii'iiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiii;
SANTIAGO, 3 Maart. (Reuter). In het dorp
Loncóche in het Zuiden van Chili is een viool
ontdekt, welke de handteekening van Stradiva
rius draagt, met het jaartal 1730.
De viool is in het bezit van den plaatselijken
agent van de Rijks-Spaarbank, die niet van de
waarde van zijn instrument bewust was, voor
hij deze vernam van bezoekers, die getroffen
door de wijze waarop de dorpsbankier de sere
nade van Schubert vertolkte, vroegen het in
strument te mogen zien en zoo de nandteeke-
ning ontdekten.
STEUNT
DOOR UW GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23653
U ons hierdoor on g e n »-
zielen redden voor Christus
Freddy Vrijdag maakte een ritje
op den rug van de giraffe, toen hij
plotseling ergen dorst kreeg.
„Kan iemand me ook een glas wa
ter brengen?" vroeg hij, eerst kijken
de naar Robbie en toen naar Ivy.
,,'k Zal de lepelaars halen, die kun
nen je wel een frisschen drank bren
gen," zei Ivy.
Doch toen Madge en Muriel terug
kwamen, beklaagde de zeeman zich,
dat hij niet bi) het glas kon komen.
Ivy dacht dat Freddy zeer lui was,
door niet van den rug van de giraffe
naar beneden te komen en ze zou
het hem juist gaan vertellen, hadden
niet de lepelaars een goed plan uit
gedacht om Freddy te bereiken. Mu
riel opende haar snavel, Madge ging
op de randen staan en bood Freddy
toen het glas water aan.
„Wel," zei Ivy, „wat zeg je daar
van? Sommige menschen verstaan de
kunst zich door anderen te laten
bedienen."
(Maandagavond vervolg.)
(Ingezonden mededeelir.g)
Toen de bus, als iederen morgen, in
volmaakte regelmaat en precies op tijd
stopte by Churchstreet keek Jimmy, die
op het dek der bus zat, als gewoonlijk vol ver
wachting naar den ingang en inderdaad, daar
was ook weer met dezelfde regelmaat, het meisje
met de bruine krulletjes onder haar hoedje van
daan en de licht-blauwe oogen, om naar haar
kantoor te gaan. Dat veronderstelde Jimmy
Bating tenminste, omdat hij haar reeds meer
dan een maand, vanaf den eersten Maart,
iederen dag had ontmoet aan deze halte. Hij
had haar wel nooit gesproken, maar een zoo
aardig meisje ziet men toch niet eiken dagen op
nieuw zonder haar meer dan gewone belang
stelling te betoonen, al blijft die dan ook be
scheiden en voor zich persoonlijk. En een kort
knikje van herkenning geeft toch geen
bijzondere rechten, ook al weet men, dat de
liefde soms langs vreemde wegen gaat.
Doch dezen morgen kreeg Jimmy een wrevelig
gevoel; hij zag, dat ze voor het eerst in ge
zelschap was van een man. En onmiddellijk had
Jimmy een antipathie tegen hem, alleen deed
't hem genoegen, dat ze de bank kozen juist
tegenover hem. Het meisje zag hem even
aan, doch vergat als gewoonlijk even terug te
knikken. Maar vreemd, Jimmy kreeg het gevoel,
als scheen ze zich geruster te gevoelen nu ze
hem zag.
De bus reed verder en haar metgezel begon:
„Luister nu eens, Milly, doe zooals ik zeg. Stel
nooit uit, maar doe iets direct als het noodig
is. Ga daarom eerst met me mee, vóór je naar
het kantoor gaat".
Jimmy kon die zware, eenigszins heesche
stem niet uitstaan, en z'n lachje al evenmin.
„Zoo denk ik er ook over", zei Milly, en
Jimmy die haar stem voor het eerst hoorde,
vroeg zich af of hij wel ooit eerder zoo'n
welluidend geluid gehoord had.
„En daarom wil ik dit naar de bank brengen,
zoodra ze opent", vervolgde Milly en wees op
het valiesje, dat ze bij zich had.
„Maar dat kan toch wel even wachten", ant
woordde de ander. „Bovendien heb ik nu tijd je
den weg te wijzen, en verder op den dag ben ik
bezet. Maar ik geloof, dat je eigenlijk bang bent,
en daarom een uitvlucht zoekt".
„Heusch niet, en ik vind het heel prettig, dat
u zich zooveel moeite voor me geeft, mijnheer
Tiding", zei Milly, waarop Tiding meende wat
dichter naar haar toe te kunnen schuiven. Doch
Jimmy zag, dat Milly eveneens, haast onmerk
baar, wat opschoof naar de leuning van de bus.
Hij gevoelde een plotse neiging om meneer
Tiding meteen maar over de leuning te gooien,
doch hij bleef zitten en wachtte af. Er werd niet
meer gesproken en de bus reed nog een tien
minuten verder. Toen zei Tiding: „Hier zijn
we er; laten we nu maar meteen gaan. Pas op
je valiesje!"
Het meisje stond op om den ander te vol
gen, en voor de tweede maal zag Jimmy, dat
ze hem aanzag. Weer een zekere angst in die
oogen en een zoeken naar bescherming. Jimmy
begreep er niets van, hij zag haar na, doch ze
keek niet om. De bus begon te rijden, en schokte
Jimmy wakker: „Ik ga er ook uit. Ik moet zien,
wat er is". Hij sprong van de bus en zocht naar
het tweetal.
Daar zag hij ze een paar honderd meter
reeds voor hem uit, en hij begon hen
te volgen. Even later zag hij hen een zijstraat
ingaan, Jimmy volgde en koos de overzijde van
de stille straat.
Plotseling bleef Jimmy staan en schonk
schijnbaar alle aandacht aan een boekenetalage
van een leesbibliotheek; aan de overzijde was
Milly met Tiding een huis binnengegaan.
Even later stond ook Jimmy voor het huis,
op een koperen naamplaat las hij: G. Bowster,
tandarts. „Idioot", zei hij tegen zichzelf, „dat
verklaart alles. Ze heeft niet naar den tandarts
willen gaan". En totaal ontnuchterd wilde
Jimmy teruggaan, toen hij opeens ergens in het
huis een gil hoorde, en kort daarop weer een,
maar die werd afgebroken alsof een hand voor
een mond geduwd werd.
Het klonk Jimmy allerminst als een kreet van
pijn, die bij een tandarts wordt gehoord, maar
als een kreet van angst en verzet. Hü belde,
en wachtte. Ten slotte deed een groote kerel
open:
„Wat is er?" vroeg hij, maar zijn onge
kamde haar en ongeschoren gezicht maakten
Jimmy voldoende duidelijk, dat er allerminst
regelmatige dingen hier gebeurden.
„Ik wil meneer Bowster spreken", zei hij.
„Die is bezet, en we hebben nu geen spreek
uur".
„Maar ik moet 'm toch spreken", hield Jimmy
vol.
„O nee, vriend, zoo gaat dat niet", voegde hij
er aan toe, toen de man de deur wilde dicht
slaan, en hield zijn voet tusschen deur en drem
pel. Tegelijk zette hij zijn schouder tegen de
deur en duwde hem weer open. De man vloekte
en sprong op Jimmy af, maar Jimmy was niet
voor niets een prima voetballer en bokser.
Slechts een moment? later lag de man netjes op
het matje, voor de eerste tien minuten volkomen
buiten westen door een geweldigen slag van
Jimmy op z'n maag en kaak.
„En wie is de volgende?" zei Jimmy in zijn
woede, maar hij zag niemand. Toen hoorde hij
heftig roepen en weer een onderdrukten gil op
de bovenverdieping. In een ommezien was
Jimmy de trap op gerend en gooide een deur,
waarachter hij lawaai hoorde, open. Hij zag
geen tandarts-installatie, maar wat hij wel zag.
maakt hem razend. Tiding hield Milly om
haar middel vast en de andere hand tegen haar
mond gedrukt, een tweede kerel trachtte haar
het valies te ontrukken, dat ze krampachtig vast
hield.
Jimmy verloor geen oogenblik, hij sprong naar
voren en meteen gaf hü Tiding een enorme link-
sche op zijn kaak en tegelijkertijd met de
rechtervuist een zoo geweldigen stoot op de maag,
dat hij onmiddellijk, zooals de man beneden,
bewusteloos op den grond zakte, 't Was of de
woede Jimmy driedubbele kracht had gegeven,
en toen wendde hij zich naar den ander. Op
dat moment gaf het meisje een gil, als een
waarschuwing. De ander had onmiddellijk los
gelaten, toen hij Jimmy zag en naar zijn revol
ver gegrepen. Het gebeurde alles bliksemsnel,
en Jimmy die al reeds in gevechtspositie stond,
ging het onmiddellijk door het hoofd, dat de
ander zonder medelijden zou vuren, ook al viel
hij niet aan, en dat eer hij kon toeslaan, de
ander reeds gescheten zou hebben. Toch wei
felde hij geen moment. Zijn vuist schoot voor
uit, een schot knalde, een kogel sloeg langs zijn
hoofd in de zoldering, en zijn vuist velde den
man als de beide anderen. Jimmy greep de
revolver van den grond, zag het meisje aan en
zei: „Dank u, u heeft me het leven gered!"
Hij had ge
lijk, op het mo-
ment dat Jim- -r j j
my sloeg en de I 1H CLC VCLl
ander vuurde, j
had het meisje
een stap vooruit
gedaan en den
pols van den ke
rel omhoog gestompt, en dat had den man
behoed een moordenaar te zijn.
Milly zag haar redder dankbaar aan:
„Goddank, dat u er is! Maar hoe kwam u er
toe?"
„Wel, dat zal ik later vertellen, zegt u mij "ns
eerst wat dit beteekent. Ik vertrouwde dien
kerel niet, zoodra ik hem zag!" zei Jimmy.
„Och, we kenden hem al een poosje", ver
telde Milly, „hij was ons door een vriend van
mijn tante als raadsman voorgesteld. Tante
had eigenaardige gewoonten. Ik woonde na den
dood mijner ouders met mijn zusters bij haar,
en Tiding was haar vertrouwde om haar testa
ment op te maken. Gisteravond was de notaris
er, en ook Tiding. Tante had ons al haar bezit
nagelaten, maar waarschijnlijk op advies van
Tiding." was alles aanwezig in bankpapier, en
wij besloten het onmiddellijk naar de Bank te
brengen. De laatste dagen had ik veel last van
een kies en Tiding zeide, dat hij een specialist
wist en bepaalde, dat we vanmorgen zouden
gaan, hij zou me het adres wijzen, en daarna
zou ik het geld naar de Bank brengen. Hij wist
alles van het testament en het geld, en heeft
dus waarschijnlijk, toen hij van mijn kiespijn
hoorde, alles in scène gezet".
„Zoo, zoo", merkte Jimmy op, „dat lijkt me
een aardig karweitje voor de politie".
Doch terwijl hij dat zei, verscheen er juist een
agent in de deturopening:
„Ik geloof, dat u gelijk heeft", zei hij. De
agent, die juist in de straat surveilleerde, had
een schot gehoord, een deur open gezien en een
kerel op een mat bewusteloos gevonden en was
eens verder polshoogte gaan nemen. HU belde
om assistentie en weinig later was het drietal
ingerekend.
Jimmy gaat nog dagelijks met dezelfde bus
op hetzelfde uur naar zijn kantoor, maar al
geruimen tijd rijdt Milly niet meer mee. Haar
plichten als Jimmy's echtgenoote liggen thuis.
MIAMI, 3 Maart. (Reuter). Op 77-jarigen
leeftUd is hier overleden de bekende philatelist,
Arthur Hind, een textiel-fabrlkant. Hij had de
mooiste inzending op de postzegeltentoonstel
ling te Londen in 1925 en bezat een collectie
zegels ter waarde van een millioen dollar,
waarvan de voornaamste zijn een 1-cents zegel
van Britsch-Guyana van 1856, waarvoor Hind
32.500 dollar betaald heeft, en een ongebruikte
zegel van Gr. Brittannië van 1865. Deze laatste
zegel was door koning George van Engeland
cadeau gegeven aan het philatelistisch oorlogs
fonds en werd in 1915 te Londen geveild. De
opbrengst was bestemd voor het Roode Kruis
SANTIAGO, 3 Maart. (V.D.) De benoeming
van Jorge Matte Gormaz tot president van de
Cosach, welke maatschappU zich in liquidatie
bevindt, werd hier zeer gunstig ontvangen.
De heer Matte is oud-minister van Buiten-
landsche Zaken, een man van prestige en inter
nationale bekendheid. Alvorens hü in 1931 naar
Chili terugkeerde, heeft hü tweemaal Neder
land bezocht.
In de eerste week van Februari heeft Chili
79.000 kubieke meter salpeter uitgevoerd. De zoo
juist verschenen statistische gegevens betreffen
de den landbouw toonen aan dat 250.000 land
bouwondernemingen zün geregistreerd ten name
van 5,8 procent der bevolking. In 1875 telde
men één onderneming op elke 121 inwoners,
in 1924 één op elke 23, thans een boerderij op
elke 17 inwoners.
in hoofd en ledematen, alsook bij Kiespijn en ge
vatte Koude, Rheumatische Pijnen, Griep, Influ
enza en vastzittende Hoest, zullen
U spoedig helpen. Prüs per poeder 8 ct
Doos 45 ct. Verkrijgbaar by Uw Drogist.
i IJ F op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Tf/J bU een ongeval met OGfi bij verlies van een hand 1 OC DU verlies van een Cfï bU
J%ll6 QOOtlTie S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 01/1/v»m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelijken afloop *iwl/»" een voet of een oog f iduim of wüsvlnger
een breuk van f40- by verlies van *n
"been of
anderen vinger
Siiuiuiiuuiiiimimiiiiiiiuiuuiiiiiin pEUILLETON
48
„Duidenjk begrijpen doe ik het niet," ant
woordde Pennyless, „maar ik geloof het graag".
„Nu dan", ging Johnny voort, „toen ze m'n
ribben en beenderen en ledematen lenig ge
noeg gemaakt hadden en ik alle grimassen en
capriolen kende die 'n clown kennen moet,
leerden ze me den toer van den Indischen kof
fer.
„U hebt dien toer wel eens zien doen. Iemand
wordt aan handen en voeten vastgebonden
met de meest ingewikkelde knoopen en dan in
'n koffer gestopt.
„Na verloop van eenigen tijd, gewoonlijk
heel gauw, wordt, om de moeilijkheid van het
kunststuk en de verrassing nog grooter te ma
ken, de koffer die op het tooneel is blijven
etaan, geopend.
De man is verdwenen!"
„Hij komt echter onmiddellük weer op, de
touwen in zün hand houdende en er triomfan
telijk mee zwaaiende. Deze heel mooie toer
valt uiterst moeilük te leeren en eischt einde-
looze oefeningen tot wanhopig wordens oe. Ik
was er erg handig in geworden en wist me in
een oogenblik los te maken uit de meest ver
wikkelde knoop-systemen.
„Ik heb zooeven natuurlijk aan mijn clowns-
toer gedacht en, zooals gij ziet, is hij me van
nut geweest."
Marius keek zijn kameraad aan, wezenloos
van' verbazing en wist, ondanks zijn Zuideiyk-
Fransche welbespraaktheid, voor de eerste
maal niets te antwoorden.
„Jongen, jongen, dat is het gekste dat ik
ooit gezien heb na m'n herleving uit den dood
in het hospitaal te Havana, waar ik ziek lag
aan de gele koorts. Toen heeft mademoiselle
Friquette me met zoo'n klein doktersmesje 'n
venïjnigen prik gegeven en me daarmee het
leven gered!"
Ondanks den ernst van den toestand, de pijn
in hun ledematen, den honger en den dorst,
konden Pennyless, Johnny en zelfs Patrick
niet nalaten te lachen bil deze ontboezeming
van den zeerob.
Deze ging voort, blij 'n oogenblikje van vroo-
lijkheid en vergetelheid aan zün metgezellen
te hebben bezorgd:
„Wat je gedaan hebt, Johnny, jongen, is
goed, heel goed, want we kunnen ons weer
vrij bewegen.... Maar, zeg eris, waarom heb
je dat kunstje niet eerder vertoond?"
Johnny haalde de schouders op, maakte, uit
kracht van gewoonte, met zün mond 'n bewe
ging en 'n geluid alsof hij een straal tabakssap
uitspuwde en antwoordde:
„Beste vrind Marius, ik geloof dat je uit den
koers rjakt. Laat mij je kompas even in orde
brengen! Als ik mün handen had weten los te
maken uit de touwen, waarmede zij me op
hun bekende manier hadden vastgebonden,
wel, kerel, dan was dat voor ons het zekerste
middel geweest om op staanden voet vermoord
te worden."
Marius begreep dat hij een domheid gezegd
had, boog het hoofd en antwoordde:
„Je hebt gelijk, Johnny en ik begin te geloo-
ven dat ik een groote stommeling ben. Maar
laten we nu aan den slag gaan!"
„Ja", zei Pennyless, aan den slag, want we
hebben 'n harde taak af te werken!"
Daar de zon thans ietwat lager aan den he
mel stond liet zij een weinig schaduw achter
over de geheele breedte van den boven-ring-
muur. De kapitein legde Patrick daarin néér
en zeide:
„Blüf hier, m'n jongen, verroer je niet en
stel je niet bloot aan de zonnestralen."
Het ventje antwoordde niet, maar keek naar
de gieren die van tüd tot tüd hun schuilplaat
sen verlieten om rond te vliegen en brutaal
weg met hun vlerken over het platvorm der
lijken kwamen scheren.
ZU hoopten toch nog op een maaltijd in deze
omgeving, waaruit niets dat er binnengebracht
werd, levend ontsnappen kon.
De kapitein deed aanstonds de ronde in dit
zonderlinge circus zonder eenige opening of
eenige spleet te ontdekken, waardoor ook maar
een rat zou hebben kunnen ontsnappen.
Niets! Geen enkele gelegenheid, geen enkele
twijfelachtige plek, die men met de nagels, al
zou het vleesch er nóg zoo hevig van bloeden,
kon openwerken. Het oude monument had,
helaas, zegevierend tegenstand geboden aan
den ondermijnenden en sloopenden invloed des
tüds. Dat was de bevinding der drie mannen
zü vermochten tegen poort of muren niets.
Nu een ontkomen langs den bovenkant him
onmogelük bleek, vestigde de kapitein telkens
en telkens weer zün blikken op de vier getra
liede openingen in den beenderen-put daar be
neden. Die tralies sloten men weet het
onderaardsche gangen af welke leidden naar
vier op eenigen afstand op ongeveer gelijke
hoogte gelegen putten, breed, maar niet meer
dan twee meter diep en waardoor in het natte
seizoen, de overvloedige regenval wordt opge
vangen, zoodat de beenderen-put droog blijft.
„Als we eens probeerden hierdoor te ko
men!" meende Pennyless.
„Ja, laten we probeerenl" antwoordden de
beide mannen als één echo.
Nu was er een groote en schijnbaar onover-
komenlijke moeilükheid om te komen by den
beenderenhoop, die de helft van de ruimte on
der het platform vulde. De afstand was name_
bjk meer dan vyf meter.
Pennyless maakte deze opmerking.
„Dan schiet er niets anders over dan dat we
springen," zeide Johnny, alsof het de eenvou
digste zaak ter wereld betrof.
„Je hebt mooi praten", riep Marius. ,Maar
als we bü het springen een rib of een of twee
beenen breken, zal dat onze ontvluchting al
lesbehalve vergemakkelüken.
,,'n Idee!" riep Johnny.
En als iemand die weinig spreekt, maar veel
doet, pakte hü de einden touw, die hy zooeven
had losgesneden en die hier en daar op het
platform verspreid lagen
In minder dan geen tijd had hü ze stevig
aan elkaar geknoopt, zoodat hü een touwlad
der kreeg van ongeveer vier meter. Hü nam
het einde ervan in zün handen, ging op den
rand van het platform liggen, liet het touw in
de diepte bengelen en zeide tot Marius:
„Pak vast!"
„Maar als je loslaat!
„Ik zal niet loslaten".
Zonder verder iets te zeggen, pakte ook hy
het touw beet en liet zich tot het einde ervan
afglijden. Ondanks zün beproefden moed hui
verde hy werktulgbjk, toen hü in aanraking
kwam met die geraamten, die onder den schok
van zün korten sprong kraakten en braken
met een droog geluid.
Johnny was in zün positie biyven liggen.
„Uw beurt, kapitein zonder u te comman-
deeren", zeide hy op eerbiedigen toon.
Pennyless volgde het voorbeeld van Marius
en was in 'n oogenblik by hem.
„Saprementl Ouwe jongen, hoe kom jü nu
beneden? Dat zal niet makkeluk wezen: je te
laten ghjden en tegelijk het touw vast te hou
den".
„Ky'k maar eens was ik doe!" antwoordde
Johnny. En zonder te aarzelen liet hy zich
met het grootste gemak, volgens alle regelen
der acrobatiek, rechtstandig naar beneden
vallen, met het voorgedeelte der voeten op
den grond terecht komende.
Patrick, op het platform alleen achtergeble
ven, sloeg hen gade en doorstond de hevige
kwellingen van den dorst zonder zich te be
klagen.
Zü begaven zich naar een der tralievensters
en trapten daarby voortdurend op de over-
biyfselen van menschehjke lichamen, hetgeen
hun een griezelige gewaarwording deed on
dergaan.
Het tralievenster zat, gelukkigerwyze, zeer los.
Met zyn sterke handen had hy het weldra
losgewerkt uit de steenen omiysting waarin
het geschoven was.
Hy zag thans in een donkere opening.
Tusschen de beide zeelieden ontstond nu een
stryd van dapperheid wie zich het eerst in die
onbekende ruimte zou durven wagen.
Pennyless maakte er een einde aan door te
zeggen:
„Ik doe het!"
,Maar kapitein
„By den aanval gaat de kapitein voorop, bij
den aftocht komt hy achteraan. Mün plaats
is d&ér, vrienden, laat my dus passeeren."
(Wordt vervolgd).