De S.D.A.P, en de Landbouw Prikkeldraad Volkspartij en Vastenbrief Nationaal belang Candidaatstelling R.K. Staatspartij WOORDEN! - EN WAT VOOR WOORDEN!! Maar steun? De uitslag der stemming van Zondag WOENSDAG 8 MAART COUPON Niet passief blijven Gij zult niet dooden V' 8-10 H. PRIESTERWIJDING Em. pastoor A. Th. Hellegers t DUITSCHE INVOERRECHTEN De pluimveehouderij met onder gang bedreigd GUNSTIGE RESULTATEN Bloementeelt in het Westland „Als de nood het hoogst is, dan is Nederland op zijn best," meent dr. van Aalst APPèL AANGETEEKEND De verduistering te Den Helder Binnenlandsche kerkelijke leeningen ®6 Cinvullcn aat verlangd wordt Aan de N.V. Philips' Gloeilampen fabrieken, Verkoopafdeeling Neder land en Koloniën, EINDHOVEN. Aan de N.V Philips' Gloeilampen- fabrieken, Verkoopafdeeling Neder land en Koloniën, EINDHOVEN Verzoeke bij mij als verbruiker van minstens twaalf lampen per jaar. een lichtmeting te doen verrichten. 8-10 Naam Verzoeke mij Uw boekje over een doelmatige en economische verlich tingr Licht in Uwe woning gratis en ftanco le doen toekomen. Vóór hulp aan den landbouw op het partij congres! Tegen steun aan den landbouw in de Tweede Kamer. Op het Nijmeegsche congres der S. D. A. P. hield de heer Van Arkel een zeer poëtisch ge tinte rede over den nood in den landbouw. Volgens het verslag in „Het Volk" zei hij o.m.: „Een volk in ketenen rammelt met zijn kluisters, het zoekt door den nood gedwongen den uitweg, het is radeloos, reddeloos en straks redeloos. „Dit volk gaat zich opmaken om zich te bevrijden, het zal in beweging komen om zich een levensbestaan te veroveren." Er heerscht groote nood. Zonder de steun maatregelen van Minister Verschuur steun maatregelen, die er kwamen ondanks de S. D A. P. zouden duizenden boeren tot armoede zijn vervallen. Ziet de S. D. A. P. „der boeren nood" dan niet? Natuurlijk ziet zij die. Men leze slechts een citaat uit de schoons rede van den heer Van Arkel: „Een volk in ketenen rammelt met zijn kluisters. Wil de S. D .A. P. dan niets voor de boeren doen? O zeker! Erkend moet worden, dat de boeren in de Tweede Kamer maar bitter weinig krijgen van de S. D. A. P., maar op het partij-congres kre gen zij des te méér.woorden! En wat voor woorden! Hoor den heer Van Arkel: „De groote economische eisch staat voorop. Het brengen van den Nederlandschen bodem aan de gemeenschap is de zware taak, waar toe de S. D. A. P. is geroepen. Daarbij zal met de geaardheid van den boer rekening moeten worden gehouden; ruw ingrijpen zou niet tot het gestelde doel leiden, en wel langs verschillende wegen. Daar is in de eerste plaats de stichting van een landfonds, waarin diverse middelen worden gestort, zooals re gistratierecht, opcenten op de successiebelas ting, grondbelasting enz. Uit dit landfonds zullen betalingen wegens onteigening en naas ting moeten worden verricht. „Daarnaast echter staat de confiscatie. Volledige confiscatie achten wij een droom beeld, maar voor partieele confiscaties be staat thans alle aanleiding, b.v. bij goederen in de doode hand, bij groot-grondbezit, dat niet aan productieve doeleinden is dienstbaar gemaakt. „Voorts is er het door de sociaal-democra ten steeds met vuur verdedigde staatserfrecht. In afwachting daarvan eischen wij sterke, progressieve opcentenheffing op de successie belasting." De S. D. A. P. zal de boeren helpen door.,., landnationalisatie/ d.w.z. door onteigening van den grond, of ook door confiscatie. Een gedeelte van de gronden zal den boeren ontnomen wor den tegen schadeloosstelling. Waar haalt de Staat de middelen, daarvoor benoodigd, vandaan? Nieuwe belastingen! Er moet een landfonds komen, dat zal worden gevoed uit de opbrengst van een aantal belastingen. De heer Van Arkel vertelt er niet bij, hoe groot dat landfonds zal moeten zijn en welk bedrag aan nieuwe belastingen daarvoor zal moeten worden opgebracht. Maar dat zijn slechts kleinigheden!! In de verre toekomst, wanneer het land aan de boeren'is ontnomen, dan zal men eerst met recht kunnen zeggen: hoe genoeglijk rolt het leven des gerusten landmans heen. De boeren vragen echter geen problematieken steun voor hun kleinkinderen, maar voor zich zelf en voor de kinderen, die zij nu te verzorgen hebben; en daarop blijft de S. D. A. P. het ant woord schuldig. Ook de heer Van der Sluis sprak op het con gres over den landbouw. Hij voelde, dat hij een weinig dichter bij den beganen grond moest blijven dan de vorige spreker, de dichterlijke heer Van Arkel. De heer Van der Sluis voelde ook, dat zijn partij, wanneer de Regeering den landbouw helpt, niet kan volstaan met altijd maar tegentegen te stemmen en hij deed het voorkomen alsof de S. D. A. P. in de Kamer heel royaal geweest was voor den boer. Zoo sprak de heer v. d. Sluis: „Over de politiek der sociaal-democratie op het gebied van land- en tuinbouw wordt veel gewerkt met leugenachtige voorstellingen. Wij hebben in de Kamer gestemd voor 7 millioen steun in 1931 aan de suikerbietenboeren en nog eens voor 14 millioen in 1932; voor een crediet van 4% millioen aan de aardappel boeren in 1930, en voor een subsidie van 2.4 millioen in 1931; voor een steun aan de vlas boeren van 1 millioen; voor twee tuinders- credieten van 1 millioen en voor een tuin derssubsidie van 5 millioen; voor een cre diet aan bollenkweekers te Breezand van VA ton en voor een subsidie van zy2 millioen aan de kippenboeren. Wij hebben maar drie maal onze stem onthouden aan een steunmaatregel. Dat was bij de Tarwewet, bij de Zuivelwet en de Varkenswet." Vrijdag 10 Maart zal in de kloosterkerk van den H. Augustinus te Wuerzburg in Beieren door Z. H. Exc. Mgr. M. Ehrenfried de H. pries terwijding worden toegediend aan onzen land genoot frater Lud. Sedelaar, geboortig uit Am sterdam, van de orde van den H. Augustinus. Op tweeden Paaschdag zal de neomist zijn eerste plechtige H. Mis opdragen in de kapel van het Petrus Canisiusziekenhuis te Nijmegen, waaraan een zuster van den jongen priester als religieuze verbonden is. De te Leiden overleden oud-pastoor A. Th. Hellegers is na zijn H. Priesterwijding in 1890 achtereenvolgens werkzaam geweest als kape laan te Langeraar, Rotterdam, Vlissingen en Den Haag, waarna zijn benoeming volgde tot pastoor te Tholen. „Wij hebben maar driemaal onze stem ont houden aan een steunmaatregel. Dat was bij de Tarwewet, de Zuivelwet en de Varkenswet." Maar juist van deze drie stemmingen moesten onze plattelanders het hebben! De Tarwewet kost van Sept. 1931Dec. 1932 21.5 millioen. De Crisiszuivelwet van MeiDec. 1932 32 mil lioen. De Crisis-Varkenswet van JuliDec. 1932 18 millioen. „Wij hebben maar driemaal onze stem ont houden"de boeren werden door de drie fundamenteele steunmaatregelen, waartegen de S. D. A. P. stemde, in één jaar tijds met pl.m. 70 millioen gesteund. De boeren moeten weten wat zij aan de S. D. A. P. hebben: Onteigening, Confiscatie van den grond! Veel beloften voor een verre, onbestemde toekomst. De boeren moeten weten, wat zij aan de Ka tholieke fractie hebben: Krachtige steun 200 millioen om den be dreigden land- en tuinbouw en veeteelt te redden nü! De Katholieke Kamerfractie heeft gezorgd, dat de plattelanders hun aandeel kregen. En de Katholieke fractie zal voor hen in de bres blijven staan in den strijd tegen de S. D. A. P., die tegenwerkt en in gebreke blijft, juist als de boer geholpen moet worden. Er zijn menschen, die graag zichzelf misleiden door op anderen de verma ning toe te passen, die tot hen zelf ge richt werd. De bestrijding der onzedige mode heeft aan dit verschijnsel van zelfbe drog veel mislukkingen te wijten. En ook in de politiek speelt het zijn rol. Hier leidt het zelfs tot totale zelfverblinding en misleiding van anderen. Een sterk staaltje hiervan gaf het week blad van de R.K. Volkspartij „Onze Vaan", toen het over het Vastenmandement der bisschoppen durfde schrijven. Het gedeelte aan het slot over de Eenheid op politiek gebied moge dan al niet nieuw zijn, ook de herhaling van het bekende zal niet na gelaten hebben op ons allen diepen indruk te maken. Want deze „ernstige vermaning" van een zoo eerbiedwaardige zijde hebben wij allen ons aan te trekken. Wij, R. K. Volkspartij, dur ven wij met vrijmoedigheid schrijven, echter niet in de eerste en voornaamste plaats. Onze partij vormt een politieke eenheid, waar liefde, discipline en geestdrift een onderlingen wed strijd houden, een voorbeeld, zeggen wij in alle bescheidenheid, voor anderen. Van ons is ook herhaaldelijk zoowel mandeling als schriftelijk te kennen gegeven, dat onzerzijds geneigdheid bestaat tot offervaardigheid, teneinde tot de grootere, zoo mogelijk universeele Kath. pol eenheid te geraken. Helaas, dat bij anderen, wij noemen met name de R. K. Staatspartij, daarvan zelfs geen spoor aanwezig blijkt, dat men daar in eigengerechtigde hooghartigheid geen duimbreed van de dwalingen zijns weegs wenscht af te wijken, zoodat men zelfs nog in 1929 het denkbeeld van federatief samenwer ken der onderscheidene zelfstandige politieke denkrichtingen rücksichtslos verwierp. Voor deze verkiezing is het nu te laat. Het zij zoo. Zij echter de jongste Episcopale Vastenbrief voor ons allen een krachtige aansporing ten eerste om den a.s. strijd in liefde en met groo te verdraagzaamheid te voeren (zie brief H. Paulus XIII 1—13); ten tweede, om de R'.K. Volkspartij tot zoo groot mogelijk daadwerke lijk succes op te voeren, o.i. de eenige manier, om misschien nog eens ooit tot de verwezenlij king der Hoogwaardige wenschen te geraken. Dit is eenvoudig het toppunt van ver blinding of van brutaliteit, zoo niet van de grofste misleiding. De bisschoppen, die zich in 'n destijds gepubliceerde correspon dentie vlakweg tegen de actie der Volks partij hebben gekant, worden nu voorge steld als de baanbrekers voor de dissiden ten. Met de bescherming der kerkelijke hoogwaardigheidbekleeders zouden de hee- ren Wesseling c.s. met al hun deugden wor den gedekt! Onder hun hoede zouden zij hun Ka merzetel moeten verwerven om hun stem met het koor der roode linkerpartijen te doen meeklinken tegen alles wat door de leidende katholieke staatslieden wordt ondernomen, zooals mr. Arts destijds. De bisschoppen zouden enkele menschen be- voordeelen van wier leiders nauwelijks iets goeds bekend is, en stelling kiezen tegen over alle erkende katholieke vooraanstaan de leeken. Het was toch te dwaas om gedrukt te worden behalve dan in „Onze Vaan" wanneer het niet zoo ergerlijk misleidend speculeerde op de goedgeloovigheid van vele Katholieken. De Noord-Hollandsche Bond ter bevordering van de pluimveehouderij in dat gewest heeft aan den Minister van Economische Zaken en Arbeid het volgende telegram gezonden: „In verband met verhooging invoerrechten Duitschland met als gevolg ondergang der pluimveebedrijven, verzoekt de B. D. N. H. dringend steunregeling voor eieren zoo spoedig mogelijk in te voeren overeenkomstig voorstel Nederlandsche Pluimvee Federatie." De resultaten van de bloementeelt zijn tot nog toe niet onbevredigend. De aanvoer van tulpen b.v. is in het Westland belangrijk min der dan in het vorig jaar, doordat tengevolge van de slechte uitkomsten in 1931, alsmede diverse financieele omstandigheden, de aan plant dit jaar niet zoo groot is geweest. Waar in het vorig ja»'- de aanvoer b.v. aan de Centr. Westl. onijbloemen veiling te Honse- lersdijk in de maand Febr. 553.888 dozijn bedroeg was deze in Febr. van dit jaar slechts 299.055, dus slechts een weinig meer dan de helft. Daar tegenover staat, dat de prijs vrij wat hooger is. Was de gemiddelde prijs van de tulpen in Februari 1932 12'A cent per dozijn, thans be draagt deze 18 cent, hetgeen dus gunstig af steekt. Hierbij komt, dat de productiekosten dit jaar en vooral wat de bollenprijzen betreft, belangrijk lager waren dan tn het vorig jaar. Overigens kan de vergelijking met het vorig jaar niet geheel zuiver worden genoemd, omdat de toen besteede prijzen zoo abnormaal laag waren, dat zij een catastrophe in de bloemen teelt welhaast deden ontstaan, en in ieder geval toen enorme verliezen zijn geleden. De President der Ned. Handelsmaatschappij dr. van Aalst, betuigde in een interview zijn volle instemming met de propaganda voor het Nederlandsch fabrikaat. „Als koopman," al dus Dr. van Aalst, „ben ik er altijd voorstan der van geweest aan het product van Neder landschen bodem de voorkeur te geven boven het buitenlandsche, al neemt dit niet weg, dat een vrij internationaal ruilverkeer de ideale toestand blijft. Helaas is daarvan op het oogen- blik geen sprake. Het ziet er zelfs naar uit, dat wij aanstonds met het propageeren van Nederlandsch fabrikaat nog verder zullen moe ten gaan, dan thans in het voornemen ligt: ook als buitenlandsche goederen misschien iets goedkooper of beter zouden zijn, zou ik mij kunnen voorstellen, dat wij aan Neder landsche producten de voorkeur gaven. De toe nemende afsluiting van de grenzen voor onze industrie en landbouwproducten dwingt ons er eenvoudig toe, een deel van onze wenschen on vervuld te laten en onze behoeften zooveel mo gelijk in het binnenland zelf te dekken." Vreest u hiervan geen nadeelen voor onze internationale positie? „Naar mijn meening, moet men de werke lijkheid onder het oog durven zien. Het spreekt vanzelf, dat Nederland op den duur slechts ge baat kan zijn bij een vrij wereldverkeer. Al onze Indische producten moeten op de we reldmarkt worden afgezet en ook onze eigen industrie, waartoe ik dan ook de zeer belang rijke landbouwindustrieën reken, zijn van den export afhankelijk. Bovendien moet men niet vergeten, dat elke maatregel van bescherming onmiddellijk tegenmaatregelen in het buiten land kan uitlokken. Men verbreekt als het ware een geheel net van handelsrelaties, in dien men tegenover een bepaald land met ta rieven zou gaan vechten. Slechts wanneer wij geheel onafhankelijk van handelsverdragen waren, welke op hun beurt wederom onderling verbonden zijn door de meest-begunstigingsclausulë, eerst dan zouden wij wellicht met kans op succes tot g-fweer- maatregelen kunnen overgaan." In beginsel bent u'daar dus geen tegenstan der van. „Ik zie niet in, waarom men, indien men daartoe de macht zou hebben, van afweer- maatregelen geen gebruik zou maken. Als elk land bescherming toepast, kan men toch on mogelijk passief blijven. Persoonlijk voel ik dan ook het meeste voor de opvatting van den ouden Chamberlain, die in dit opzicht een voorstander was van „retaliation": „doe je het mij, dan doe ik het jou". Dit kan onder om standigheden tot vechttarieven leiden, maar ook daarvan ben ik in beginsel geen tegen stander, al dient een klein land zich om boven genoemde redenen er wel degelijk rekenschap van te geven, dat het uiterst moeilijk zal zijn met vechttarieven een nivelleering te krijgen van invoerrechten der met ons handeldrijvende volken. Zelfs groote landen hebben op dit ge bied slechts zelden succes. Voor het oogenblik geloof ik dan ook, dat wij niet verder moeten gaan, dan een actie te voeren voor het gebruik van Nederlandsch fabrikaat. De menschen moe ten wakker geschud worden. Ik acht daartoe thans het tijdstip aangebroken. Want het mooie van ons volk is altijd geweest, dat men voor nationale belangen warm loopt, als de nood het hoogst gestegen is. Dan is Nederland op zijn best." Acht U de financieele positie van Nederland vooralsnog krachtig genoeg om ons voor groote schokken in de toekomst te behoeden? „Ons land is ongetwijfeld nog rijk, doch daar aan kan spoedig een einde komen. Vergeet niet, dat ons land steeds was ingesteld op we reld-export, dat het overal een groot aantal af nemers voor zijne producten had, welke afne mers ons zijn ontvallen door de buitengewone maatregelen hunner regeeringen. Ik geloof, daarom, dat indien daarin niet spoedig ver andering komt, Nederland in verhouding veel erger zal worden getroffen dan andere landen. Men dient in te zien, dat aan de krachtigste reserves eenmaal een einde kan komen en dat men niet zuinig genoeg de financiën kan be- heeren. Ook uit dien hoofde lijkt het mij het beste, de werkloosheid te bestrijden, door zoo veel mogelijk bestaande bedrijven gaande te houden. Daartoe kan deze actie voor het Nederlandsch Fabrikaat bijzonder veel bijdra gen. Het gaat thans hard tegen hard in de we reld en het lijkt mij ten eenenmale ongeoor loofd, van overheidswege bestellingen in het buitenland te doen, als zij het dan ook in enkele gevallen met eenige geldelijke opoffe ring de Nederlandsche nijverheid eveneens voor de levering in aanmerking komt. Hierop zou door de autoriteiten een scherpe controle kunnen worden uitgeoefend, die thans helaas ontbreekt. Teveel gaat men bij de werkloos- heidbestrijding nog uit van het standpunt, dat alleen die werken daarvoor in aanmerking ko men, welke het grootste aantal ongeschoolde arbeiders werk verschaffen. Daardoor loopt men gevaar, dat men kapitalen riskeert in landontginningen, ontwateringswerken, kort om in die ondernemingen, waarvan de renta biliteit in de toekomst nog geenszins vaststaat. Gaat men ter financiering van zulke werken leeningen aan, dan creëert men feitelijk schul den, waartegenover geen of althans onvoldoen de actief staat, hetgeen in de practijk neer komt op rentegevende inflatie. Het mooie nu van de propaganda voor het Nederlandsch product is, dat men daar mede juist géén gevaarlijke financieele experi menten, waarvan ons nageslacht de gevolgen zou hebben te dragen, op touw zet. De Neder landsche Staatsfinanciën verkeeren in een min of meer zorgelijken toestand, waarbij men bo vendien niet moet vergeten, dat Nederland in de toekomst ook voor Indië moet zorgen. Als Indië het volgende jaar andermaal een tekort heeft, en ik vrees, dat dit nog zeer groot zal zfjn, zal Nederland wederom moeten steunen, omdat Indië zelf niet tegen behoorlijken koers zijn leeningen zal kunnen onderbrengen. Daar door kan er natuurlijk een opeenstapeling van schuld ontstaan, hetgeen op den duur, bij niet angstvallig beheer, tot inflatie zou kunnen leiden. Tenslotte nog dit. Men zou gaarne wenschen, dat er in Indië 'n beweging zou ontstaan om zooveel mogelijk Nederlandsch Fabrikaat te ge bruiken. Doch ik vrees, dat daarvoor zeer wei nig zal worden gevoeld, zoolang Nederland op Indische producten, bijvoorbeeld op suiker en thee, hooge invoerrechten heft, en het bestaan van Indische ondernemingen bemoeilijkt, ter wijl Nederlandsche bodemproducten, waaron der suiker, worden gesubsidieerd." Naar de „Schager Courant" van betrouwbare zijde heeft vernomen, heeft de Heldersche ex- wethouder D. C. A. de Z., verdacht van ver duistering van ruim f 18.000.—als bestuurder van den Bond van Korporaals der Nederland sche Marine, appèl aangeteekend tegen het von nis van de rechtbank te Alkmaar, waarbij hij werd veroordeeld tot V/2 jaar gevangenisstraf met aftrek van zeven maanden preventief Naar emittenten ons berichten is de eerste tranche van de leening R.K. Ziekenhuis van den H. Joannes de Deo te 's Gravenhage, n.l. 1.000.000.T- 5 pCt. obligatie, op den eersten dag van de inschrijving reeds overteekend en zal bij de toewijzing een reductie moeten wor den toegepast. - ai In de kringen waar „de dappere ongehoor zaamheid" wordt gepredikt als aansporing tot massale dienstweigering in geval van mobili satie acht men elke verdere discussie overbo dig op grond van het gebod: „Gü zult niet dooden." De sociaal-democraten presenteeren zich als de onverzoenlijke handhavers van dit gebod te- over de christelijke partijen; zij beweren hun eisch tot nationale eenzijdige ontwapening In hoofdzaakdaarop te baseeren. En zoo pas in „Het Volk" van 27 Febr. IJ. betoogt dr. Wibaut naar aanleiding van het gebeurde op „De Zeven Provinciën" en ter toelichting van de aardappelrelletjes in Amsterdam (Juli 1917) toen de politie tijdens zijn wethouderschap op de menigte schoot dat de overheid, zich bij gezagshandhaving heeft te onthouden van dooden: „Indien zij het wil, moet het kunnen." Edoch, „Het Volk" van 3 Maart zet ons een verslag voor van een debat tusschen p.g. prof, Kuyper en dr. Van Genechten te Utrecht; een deel van prof. Kuypers debat, vinden wij er als volgt weergegeven: „Een van de debaters vroeg, of spr. zich niet blind staart op het materieele en hoe spr. be wondering kan hebben voor Sovjet-Rusland, waar men zijn medemenschen doodt.Overheerscht hier het slechte niet het goede en is dat alles wel moreel verantwoord? Spr. stelde het maat schappelijke op den voorgrond en gaf als zijn meening te kennen, dat de moraal het maat schappelijke dient. Een bepaalde moraal moet gebroken worden, wanneer dat maatschappelijk noodzakelijk is. Waarom komt men niet mt zijn mo- reele diskwalificaties op tegên het kapitalisme, zoo vroeg spr. Het fusilleeren in Rusland was 'n bittere noodzakelijkheid, welke uitspraak spr, nader motiveerde. Voor de verlossing van de menschheid uit de hel van het kapitalisme kan het dooden van bepaalde personen ethisch ver antwoord zijn." Derhalve onder bepaald opzicht wanneer het maar gaat tegen „het kapitalisme", dan ver klaren leiders van de Nederlandsche S. D. P. zich niet zoo onvoorwaardelijk tegen i-cfl dooden. Heeft het zoo vaak te pas en te onpas aan gehaalde gebod in sociaistische kringen: Gfl zult niet dooden" dan op eens zijn waarde ver loren? Of wordt dit gebod te zamen met d«j overige der op de Steenen Tafelen gegrifde in de socialistische toekomstmaatschappij van zelf waardeloos volgens een andere verklaring tijdens het debat afgelegd. „De Marxistische beschouwing van den gods dienst is, dat hij gebonden is aan bepaalde pro ductieverhoudingen en verdwijnen zal bij da vestiging van een socialistisch productie-sys teem." In elk geval moeten wij ons voor gewaar schuwd houden, dat er eenmaal een tijd kan komen, waarin „de verlossing van de mensch heid uit de hel van het kapitalisme" voldoenda reden zal hebben om „het dooden van bepaal de personen" (lees gevaarlijk-geachte t»~- standers) „ethisch verantwoord. te doen Op de defintieve lijst der R. K Staatspartij waren bij enkele candidaatstelling geplaatst: in de gecombineerde kieskringen 's Hertogen bosch-Zeeland de heeren mr. dr. L. N. Deckers en A. N. Fleskens; in den kieskring Tilburg de heer C. J. Kuiper en dr. L. G. Kortenhorst; in de gecombineerde kieskringen Amhem- Nijmegen mr. J. R. H. van Schaik; in de gecombineerde kieskringen Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, mr C. M. J. F. Go- seling; in de gecombineerde kieskringen Leiden, Dor drecht, Friesland en Groningen de heer A. J. Loerakker. in de gecombineerde kieskringen Haarlem- Helder mr J. A. G. M. van Hellenberg Hubar; in den kieskring Utrecht de heer J. G. Suring; in den kieskring Limburg de heer H. G. M. Hermans. j Bij de stemming van Zondag in de R.-K. Kiesvereenigingen werden voor de achttien niet- omschreven zetels in totaal uitgebracht 601.947 stemmen. De kiesdeeler bedraagt alzoo 33441,5. Deze kiesdeeler werd slechts gehaald door de heeren mr. F. G. C. J. M. Teulings te 's Her togenbosch; M. J. M. van Poll te Helmond en K. L. H. v. d. Putt te Eindhoven, alle drie in de gecombineerde kieskringen 's Hertogen bosch-Zeeland. Voor die candidaten, die niet den vollen kies deeler over het heele land hebben gehaald, geldt niet het bepaalde in de leden 9 tot en met 14 van artikel 23 van het kiesreglement 1932. De stemmen, door hen in de verschillende kieskringen behaald, worden dus niet samen geteld en er wordt derhalve geen inbreuk ge maakt op de volgorde naar het aantal stem men door de verschillende candidaten in eiken kieskring afzonderlijk, of in een combinatie van kieskringen behaald. Voor de zetels waarover stemming heeft plaats gehad wordt dan de volgorde der candidaten als hiema aangegeven: Kieskringen 's-Hertogenbosch-Zeeland: mr. F. G. C. J. M. Teulings, 44544 stemmen; M. J. M. van Poll, 43462 st.; K. L. H. v. d. Putt 39524 st.; Th. F. M. Schaepman 13453 st.; E. Th. Lockefeer 6199 St.; F. J. M. Smits van Oyen 5089 st.; F. J. B. Aarts 4131 st.; A. H. Kup- pens 3765 st. Kieskring Tilburg: dr. H. W. E. Moller 21294 st.; Jac. Vos Azn. 16068 st.: J. J. van Aken 6352 St.; C. Moors 3053 st.; mr. T. J. Verschuur 2877 st.; J. C. P. M. W. Sassen 2196 St.; ir. A. J. L. Juten 1809 st. Kieskring Arnhem-NUmegen: L. F. J. M. ba ron van Voorst tot Voorst 16852 st.; J. J. W. IJsselmuiden 10748 st.; G. W. J. van Koeverden 7729 st.; J. A. de Zwart 3872 st.: mr W. van Basten Batenburg 3643 st.; C. A. A. Cruysen 1420 st.; mr. J. H. van Maarsseveen 1192 st. Kieskringen Amsterdam, Rotterdam, 's Gra venhage: ir. L. J. M. Feber 5649 st.; W. Stein- metz 4345 st.; mej. J. M. J. A. Meyer 4305 st.; mr. C. P. M. Romme 1200 st.; H. E. v. d. Brule 815 st.; mej. dr. M. J. W. Hillen 717 st.: mr. M. P. van der Weyden 2550 St.; J. D. de Kok 231 stemmen. Gecombineerde kieskringen Leiden, Dor drecht, Friesland, Groningen: J. W. Kamp- schöer 26069 St.; mr. T. J. Verschuur 23453 st.; M. R. van der Weyden 2550 St.; J. D. de Kok 2220 St.; Y. Keestra 1081 St.; dr. F. S. A. C. M. baron van Wijnbergen 1358 st. Gecombineerde kieskringen Haarlem-Helder: Ch. v. d. Bilt 23732 st.: Jb. Groen Azn. 19272 St.; E. J. M. Stumpel 1867 st.; J. Braakman 1463 St.; mej. J. M. J. A. Meyer 998 st. Kieskring Utrecht: A. J. de Goey 4140 st.; jhr. mr. dr. K. L. C. M. I. de Wijckerslooth de Weerdesteijn 2660 St.; dr. A. J. B. Oomenl235 St.; mr. J. H. van Maarsseveen 963 st. Gecombineerde Kieskringen Zwolle-Assen mr. P. J. M. Aalberse 17713 St.; A. H. J. Engels 11776 St.; L. J. Loohuis 4950 St.; jhr. mr. E. von Bönninghausen 933 st.: A. F. A. Ooster- meyer 874 st. Kieskring Limburg: ir. dr. W. J. Droesen (kwaliteitszetel) 27677 St.; jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck 30207 st.; ir. M. C. E. Bongaerts 20169 st.; mr. P. W. H. Truyen 10505 St.; W. M. Driessen 8893 St.; P. J. Kessels 5438 St.; G. H. F. H. Corten 4863 st.; mr. M. M. P. H. Brouwers 4646 st.; J. F. H. Obers 4412 st. In boven aangegeven volgorde zullen dus de candidaten van de R.-K. Staatspartij op het stembiljet voor de Tweede Kamer-verkiezingen voorkomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5