Prikkeldraad
IN EN OM HAARLEM
Vrijwillige Burgerwacht Haarlem
Doel en streven
DONDERDAG 9 MAART
Het conflict te IJmuiden
v - -
Japansche humor
\Jtl Udfl is€ffl€€1lterCtdu kiezingen kwalijk zou worden genomen. Een
WAAR MOET, WAAR KAN
MEN STEMMEN?
Een duidelijke, leerzame
uiteenzetting
Repliek op de brief van den
heer Rijkens
LEENING BISDOM
WÜRZBURG
Wijziging rente en aflossing
voorgesteld
MGR. ODORICUS TIMMER
H
NATUURSCHOON
TE ZANDVOORT
Het afgraven der duinen
illiill!
!i§;
DE GEVAARLIJKE
GLIPPERBRUG
Tram uit de rails
John. E. Grevers overleden
0
•iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiin
TT». J fT J verleenen van deze hypotheek bü de a.s. ver-
vrü felle discussie tusschen hem en den heer
van Dam was er het gevolg van, want de jon
ge vurige vrijzinnig-democraat is niet gewoon
dergelijke dingen lang op zich te laten zitten.
Hij vroeg den wethouder om een zakelijk ant
woord te geven op een zakelijke opmerking cn
zijn politieke insinuaties achterwege te laten.
De heer Klein Schiphorst legde vast, dat hij al
leen het gemeentebelang had willen dienen,
zoodat er voor den heer Gerritsz geen reden voor
zijn hatelijke opmerkingen \jas geweest.
Wie op een Zaterdagavond wel eens door de
Groute Houtstraat is gekomen, zal zich meer
dan eens geërgerd hebben aan den rommel,
die ontstaat doordat de menschen de reclame
biljetten, die in hun handen worden gestopt,
op de straat werpen. B. en W. stelden voor dat
uitdeelen van biljetten te verbieden, tenzij ook
gezorgd wordt, dat die stukken behoorlijk wor
den verwijderd. De heer Peper zag in zoo een
verbod een belemmering van het maken van
reclame door politieke partijen en andere
raadsleden merkten op, dat de handhaving van
de bepaling nog al moeilijk zou zijn. Wat is be
hoorlijk opruimen? Moet men eenige straten
ver het papier gaan oprapen? De heer van Te-
tering meende dat het neer zou komen op al
weer eèn verzwakking van lasten voor de betrok
ken winkeliers, die er wel toe zquden komen
om tegen betaling de Reiniging opdracht te
geven de papieren op te ruimen. De heer Bij
voet, alhoewel lid van de juridische commis
sie, bleek ook niet veel te voelen voor deze be
paling en opperde het idee om dengene, die 't
papier wegwerpt, strafbaar te stellen. Het voor
stel werd aangehouden.
De heeren zullen er nog eens over peinzen.
De Zijlweg zal eindelijk worden geasfalteerd
tot aan den Julianaweg, waardoor een mooie
verbinding zal ontstaan tusschen de stad en
den Zeeweg. Een poging van den heer van Kes-
sel, die loffelijk opkwam voor de bewoners van
het voormalig Overveen, had geen succes met
zijn voorstel om den Zijlweg tot Overveen te
laten verbeteren. Er is, werd hem geantwoord,
eenvoudig geen geld voor. Maar hij kreeg de
toezegging, dat het zoo spoedig mogelijk gebeu
ren zal. Hij vroeg als troostprijs, dat de voet
paden tenminste zullen worden opgeknapt.
Voor de verwijten van den wethouder aan het
adres der N. Z. H. T. M. leze men het bericht
onder stadsnieuws.
De heer Peper had geen succes met zijn voor
stel om ook de gesteunden van Maatschappe
lijk Hulpbetoon voortaan slechts éénmaal per
dag te laten stempelen. Zij zullen zich tweemaal
moeten blijven melden. De heer Castricum had
de voldoening, dat zijn voorstel om werkloozen
tegen gereduceerden prijs gebruik te laten ma
ken van de douchebadhuizen van het Witte
Kruis, door B. en W. zoo was verwerkt, dat
de in aanmerking komende werkloozen en hun
gezinsleden met ingang van 1 April slechts 5
cents per persoon zullen moeten betalen.
Bij de rondvraag werden vragen gesteld door
de heeren Peper en Groenendaal over het op
nemen van patiënten in ziekenhuizen. Door
B. en W. is indertijd aan de geneesheeren ge
schreven, dat zij bij het doen opnemen van
patiënten zuinigheid moeten betrachten. De
vragenstellers meenden, dat dit aanleiding heeft
gegeven, dat in sommige gevallen te lang is
gewacht met het noodlottige gevolg, dat pa
tiënten zijn overleden. B. en W. zegden toe,
dat zij de klachten zouden onderzoeken, en be
loofden maatregelen te zullen nemen als die
noodig mochtën blijken.
Met deze niet zeer belangrijke agenda had
de Raad het tenslotte kwart over zeven ge
kregen.
Er hangt tegenwoordig ongetwijfeld een
andere sfeer in de raadszaal dan b.v. 'n
jaar geleden. Strenger dan toen wordt
het reglement van orde ten opzichte van de
communisten gehandhaafd en door den v%or
zitter wordt niet meer geduld, dat zij buiten
de orde spreken of zich bezondigen aan voor
anderen beleedigende woorden. Ook voor de
propaganda bedoelde interpellaties worden on
derdrukt of tot een minimum beperkt. Het ge
volg is, dat de besprekingen zakelijker zijn en
minder ingesteld op de publieke tribune en dat
er minder aanleiding tot opwinding is. De
sfeer is rustiger, wat met de nabijheid van de
as. Kamerverkiezingen merkwaardig genoeg
is. Wij vleien ons niet met de hoop, dat er vóór
eind April geen politieke speeches meer zullen
gehouden worden, maar de strakke leiding,
mits zij niet overdrijve door de rechten te knot
ten, welke de raadsleden aan het huishoude
lijk reglement ontleenen, doet het beste ver
wachten. Zoo weigerde de heer van Liemt
gisterenmiddag kort en bondig het verzoek van
Oversteegen om door B. en W. praeadvies te
laten uitbrengen op een request van het Werk-
loozenagitatiecomité, omdat dit geen rechts
persoonlijkheid bezit. Dit maakte een fideelen
indruk. Vroeger werd door den communist
op zoo'n antwoord met ellenlange scheldpar
tijen gereageerd, nu moest hij willens of niet
zijn mond houden. Eenzelfde ervaring deden
de communisten tijdens deze vergadering nog
eenige malen op.
Zonder hoofdelijke stemming werd het voor
stel van B. en W. aangenomen om aan men.
Titia van Looij-van Gelder, weduwe van den
Haarlemschen schilder en schrijver Jacobus v.
Looij, een stuk grond aan de Voorhoutstraat in
eeuwigdurende erfpacht te geven voor den bouw
van een museum, waarin de uitgebreide col
lectie schilderijen van dezen bekenden stadge
noot zal worden opgenomen. Haarlem zal er
een bezienswaardigheid rijker door worden.
Het voorstel van B. en W. om openbare wer
ken te doen uitvoeren op een terrein aan de
Eksterstraat en omgeving gaf aanleiding tot
een discussie, die duidelijk aantoonde hoe
moeilijk liet vraagstuk dar werkverschaffing
is. B. en W. wenschten dat werk in eigen be
heer te nemen met de bedoeling daar ook on
geschoolde arbeidskrachten te gebruiken. De
heer Klein Schiphorst kantte zich tegen het
systeem om de vakmenschen, wien dit soort
werk eigenlijk toekomt, er buiten te houden.
De gemeente neemt nu voor het werk koekebak-
kers en kleermakers zeide hij en geeft op die
manier opleiding aan ongeschoolden. Men
schen, die het contractloon kunnen verdienen,
bouwvakarbeiders, worden te kort gedaan en
zoo groot schatte hij dit euvel, dat hij de nood
zakelijkheid voorzag deze soort arbeiders in de
bepalingen van het collectief contract op te
nemen, wat een groote schade voor de arbei
ders zal zijn. De sociaal-democraat, de heer
Meijers, onderschreef deze meening, al zou
dat voor hem geen reden zijn om tegen het
voorstel van den wethouder, zijn partijgenoot,
te stemmen.
De heer Castricum deed een voorstel om het
werk uit te besteden om zoodoende tot' normale
toestanden terug te keeren, zulks mede op
grond van de overweging, dat de gemeente er
toe moet medewerken het particuliere initiatief
te steunen. De heer Gerritsz, wethouder voor
Openbare Werken, vond in het voorstel van B.
en W. niets bijzonders, want het was de con
sequentie van een vroeger genomen raadsbe
sluit. Het is waar, dat de bouwvakarbeiders op
die manier te kort komen, zeide hij, maar voor
hen zijn en worden andere werken op stapel
gezet: de uitbreiding van het slachthuis, de
werken op het terrein van de Reiniging, de ver
betering van de Langebrug en straks de bouw
van ongeveer 350 arbeiderswoningen. Maar,
voegde hij er aan toe, er zijn niet alleen werk-
looze bouwvakarbeiders in Haarlem. In de me
taalindustrie b.v. zijn duizend werkloozen,
waarvan de meesten in geen jaren meer aan den
slag zullen komen. Ook zij dienen geholpen te
worden. Daarvoor zijn werken als het voorge
stelde zeer geschikt. De heer Reinalda bleek
deze meening te deelen alhoewel hij bekende,
lang het, theorethisch zeer juist, standpunt
van den- heer Klein Schiphorst te hebben inge
nomen. Maar de groote nood onder alle soorten
arbeiders had hem bekeerd. En zoo bleek er
over deze zaak wel zeer verschillend te wor
den gedacht. De motie van den heer Castricum
om het werk uit te besteden werd met 22 te
gen 14 stemmen verworpen.
Het in de vorige vergadering aangehouden
voorstel van B. en W. om aan den heer H. van
Poll een tweede hypotheek toe te kennen in
verband met den bouw van 129 woningen aan
de Reigerstraat, waarvan de bewoners metter
tijd eigenaar kunnen worden, gaf wederom
aanleiding tot een uitvoerige gedachtenwisse-
ling. De heer van Santé verklaarde zich tegen
het voorstel om het groote risico, dat de ge
meente loopt bij een eventueele waardevermin
dering der huizen, een mogelijkheid, die lang
niet denkbeeldig is. De heer Klein Schiphorst
bleek evenmin een enthousiast voorstander,
omdat hij de waarborgen miste, dat de huizen
deugdelijk zouden worden gebouwd. Hij vroeg
aan den wethouder of de gemeente de medezeg
genschap bij den bouw heeft. De wethouder gaf
hem hieromtrent geruststellende mededeelin-
gen, maar een andere vraag van den heer Klein
Schiphorst, de vraag wat er gebeuren zal met
de door de huurders gestorte gelden als de
eigenaar van de huizen failliet gaat, werd
scherp onderstreept door den heer mr. van
Dam. Deze erkende, dat de huurders dan in
derdaad al hun geld kwijt zouden zijn. De heer
Wolzak, die het hartelijk toejuichte, dat hier
de huurders op den duur eigenaar zouden wor
den, meende dat het bezwaar zou kunnen wor
den ondervangen door het maken van een
Stichting. De heer Gerritsz werd zenuwachtig
van al de oppositie en beklaagde zich er over, dat
hij dezen steun aan 't particulier initiatief moest
verdedigen tegen hen, die anders den mond vol
hebben over dezen vorm van overheidshulp en hij
verwachtte zelfs, dat hem zijn pleidooi voor het
De beantwoording van de?e vraag is voor hen,
die reeds lang in éénzelfde gemeente woonachtig,
werkzaam en op den dag der stemming aldaar
aanwezig zijn, van geen belang. Immers zij ont
vangen tijdig thuis een oproepingskaart voor de
stemming en brengen hun stem uit in het stem
bureau, dat voor het stemdistrict, waarin zij
wonen, is aangewezen. De plaats, waar dat
stembureau zitting houdt, is op de oproepings
kaart vermeld.
Doch geheel anders is het voor hen, die hoe
wel te Haarlem woonachtig, in eene andere ge
meente werkzaam zijn, én voor hen, die zich
eerst na 1 Januari 1933 te Haarlem hebben ge
vestigd.
Wat de forensen betreft, een deel daarvan
kan mogelijk nog in de gelegenheid zijn in de
woongemeente zijn stem uit te brengen, omdat
reeds van 's morgens 8 uur af (tot 's middags 5
uur) gelegenheid bestaat tot stemmen; een zeer
groot gedeelte der forensen is echter om dien
tijd óf reeds aanwezig in de gemeente, waar
de dagelijksche arbeid wordt verricht, óf bevindt
zich al op weg daarheen.
Mits te voren slechts één formaliteit in acht
wordt genomen, is voor hen de mogelijkheid
geschapen om aan de stemming deel te nemen
in de gemeente waar zij hun arbeid uitoefenen.
De te vervullen formaliteit bestaat alleen
hierin, dat men uiterlijk 14 dagen voor den dag
der stemming, in dit geval dus uiterlijk 12 April
a.s. ter secretarie eener gemeente, in persoon
de verklaring aflegt, dat men in een andere ge
meente dan die, op welker kiezerslijst men voor
komt, wil stemmen. Deze verklaring wordt in
tweevoud opgemaakt (waarvan één aan den
kiezer wordt afgegeven) en houdt o.m. in het
adres, waarheen men de oproepingskaart wenscht
toegezonden te krijgen, b.v. het kantoor, de fa
briek of inrichting, waarin men werkt. De kie
zer brengt alsdan zijn stem uit in het stem
bureau, dat voor het district waarin dit adres is
gelegen, is aangewezen.
De hiervoren bedoelde verklaring kan afge
legd worden ter secretarie van iedere gemeente,
te Haarlem op Bureau Burg. Stand, Bevolking
en Verkiezingen, Gedempte Oude Gracht 18,
geopend van 9 tot 2 uur, 's Zaterdags tot 1 uur.
Niet alleen voor de forensen is op deze wijze
de mogelijkheid geopend om elders te stemmen,
doch zij bestaat voor iedereen, dus ook voor hen,
die b.v. voor herstel van gezondheid, met va-
cantie of om andere redenen op den dag der
stemming buiten de gemeente, op welker kiezers
lijst zij voorkomen, vertoeven.
Behalve de vorengenoemde, bestaan er ook
andere gevallen, waarin het wenschelijk is om
in eene andere gemeente te stemmen dan waar
men op de kiezerslijst voorkomt.
De kiezerslijsten worden n.l. opgemaakt naar
den toestand van 1 Januari van ieder jaar. Zij
worden vastgesteld op 22 Februari en blijven
van kracht van 1 April tot 1 April van het vol
gend jaar.
Iedereen die zich né 1 Januari van dit jaar, uit
eene andere gémeente van het Rijk komende,
hier heeft gevestigd komt derhalve voor (mits
kiesbevoegd zijnde ntauurlijk) op de kiezerslijst
der gemeente waar hij of zij op 1 Januari stond
ingeschreven.
Om in de nieuwe woonplaats, of in een andere
gemeente, aan de stemming te kunnen deelne
men, behoeft men eveneens slechts in persoon
ter secretarie de meergenoemde verklaring af
te leggen.
Hoewel in tal van gemeenten (ook te Haar
lem) bü vertrek en vestiging de aandacht hier
op wordt gevestigd, komen steeds zeer velen
daarmede te laat of meent men met een briefje
te kunnen volstaan.
Ook komt het bijna regelmatig voor, dat
niet voldoende aandacht wordt geschonken aan
het feit, dat de verkiezing in persoon moet wor
den afgelegd. Wil dus een echtpaar stemmen in
eene andere gemeente, dan waar het op 1 Ja
nuari woonde, dan behooren beiden zich daar
voor ter secretarie te vervoegen.
Heeft men de verklaring, dat men slechts el
ders wenscht te stemmen eenmaal afgelegd, dan
heeft dit tot gevolg, dat men alléén in de op
gegeven gemeente zün stem kan uitbrengen. Is
dit door gewüzigde omstandigheden niet meer
mogelijk, dan moet men zijn stem als verloren
beschouwen.
De heer W. Drop, lid der commissie, ingesteld
door het regeerings-departement, waaronder
visscherijen ressorteert en belast met het onder
zoek naar de oorzaken van den ongunstiger
toestand in het trawler-bedrijf te IJmuiden.
heeft aan den heer H. G. Rijkens, voorzitter
der commissie, den volgenden brief gezonden:
WelEd. Heer,
In de dagbladen zie ik, dat U aan de
IJmuider Federatie van arbeiders in het vis-
scherü- en transportbedrijf d.'d. 6 Maart 1933
een brief gezonden hebt naar aanleiding van
het door de Federatie uitgegeven gedrukte
relaas der onderhandelingen over de mogelijk
heid tot beëindiging der staking, gevoerd met
Uw opvolger, den Burgemeester van Velsen.
Ik zou niet het recht hébben mü over dezen
brief tot U te wenden, ware het niet, dat U de
beschouwingen over het conflict te IJmuiden,
behalve als oud-Burgemeester ook ondertee-
kende als voorzitter der commissie waarvan ik
mede de eer heb lid te zijn.
Nu dit laatste het geval is. moge ik mü ver
oorloven als mün opvatting kenbaar te maken,
dat de leden van onze commissie zich in die
kwaliteit niet ongevraagd en zonder opdracht
der geheele commissie behooren te mengen in
een conflict als te IJmuiden tusschen werkgever
en werknemers bestaat.
Maar bovendien zou ik nu Uw brief
eenmaal verzonden is wél gaarne van U ver
nemen op welk „vermoeden" Uw mededeeling
steunt, dat „binnen afzienbaren tüd" wel voor
schriften van hooger hand zullen worden ge
geven omtrent „de sterkte en den rang der be
manning op kustbooten."
Aangezien mij daaromtrent als lid der com
missie niets bekend is, deze zaak in de commissie
niet is beslist, terwijl U toch als voorzitter der
commissie een dergelüke mededeeling doet, meen
ik de noodige opheldering langs dezen weg te
mogen vragen.
Hoogachtend
(w.g.) W. DROP,
De houders van obligaties, deel uitmakende
van de 7 pet. 20-jarige Obligatieleening ten
laste v. h. Bisd. Würzburg te Würzburg a.d. M.
(Beieren) groot 600.000 (pro-resto 588.000)
uitgegeven 30 April 1928 door de N.V. De
Spaarne-Bank te Haarlem Amsterdam, wor
den ter vergadering opgeroepen, te houden
Maandag 20 Maart a.s„ om 3 uur n.m. in Café
Restaurant „Brinkmann", Groote Markt Haar
lem en zoo noodig, ingevolge art. 6 der Trust
actie, tot eene 2e vergadering, te houden op
Dinsdag 4 April d.a.v., eveneens om 3 uur en
te zelfder plaatse.
De agenda bevat de volgende voorstellen:
le aanvang der aflossingen op 1 Mei 1939, in-
plaats van 1 November 1933;
2e wüziging in de aflossingen der leening te
brengen waardoor zullen worden afgelost;
1 Mei 1939 35.000.—; 1 Mei 1940 36.000.—;
Wü herinneren er de Haarlemsche Katholie
ken nog eens aan, dat hun oud-stadgenoot,
mgr. Odoricus Timmer, titulair-bisschop van
Druzipare, rustend vicarius-apostolicus van
Zuid-Chansi te Luanfu, morgen zijn gouden
priesterfeest herdenkt.
Vooral dien dag zullen zü gaarne hun groo-
ten oud-stadgenoot in hun gebeden herdenken.
1 Mei 1941 36.000,
1 Mei 1943 37.000.—;
1 Mei 1945 38.000.—;
1 Mei 1946 39.000.—;
1 Mei 1948 40.000.—;
1 Mei 1950 42.000.—;
1 Mei 1952 43.000.—;
1 Mei 1942 37.000.-
1 Mei 1944 38.000.—;
1 Mei 1947 40.000.—;
1 Mei 1949 41.000.—:
1 Mei 1951 42.000.—;
1 Mei 1953 44.000.—
3e toestemming aan het Bisdom Würzburg, te
verleenen, dat door geheelen of gedeeltelijken
inkoop van obligaties aan de aflossing mag vol
daan worden;
4e goed te keuren verlaging der rente van 7
pCt. op 5 pCt. voor den verderen duur der lee
ning en afstand van verwaarborging van het
meerdere, onder voorwaarde dat de coupon per
Mei 1933 wordt voldaan op de basis van 6
pCt. 'sjaars.
De financieele draagkracht van het Bisdom
was bü het sluiten der leening, aanvang 1928,
van dien aard, dat men meende, ook in de
toekomst ruimschoots in staat te zijn aan de
financieele verplichtingen, uit de leening voort
vloeiende, te kunen voldoen.
De catastrophale veranderingen op econo
misch gebied hebben het Bisdom op zoodanige
wyze getroffen, dat het zijn oorspronkelüke
verplichtingen niet meer kan nakomen en ge
noodzaakt is een beroep op verschillende obli
gatie-houders te doen zoowel voor rente-ver
laging als wüziging in het aflossingsplan.
Over het tüdvak 1 April 1932 31 December
1932 heeft het Bisdom een deficit van Rrn.
14.736.te boeken hetwelk vermoedelijk eind
Maart a.s. circa Mk. 25.000.— zal bedragen. De
met veel zorg opgemaakte begrooting voor het
boekjaar 19331934 wüst in het gunstigste ge
val een deficit aan van Mk. 86.128.— ondanks
de uiterste bezuinigingen in de uitgaven be
tracht zün.
Meermalen heeft de heer Elffers er in den
Zandvoortschen gemeenteraad op aangedrongen,
dat er maatregelen getroffen werden, om het
vernietigen van natuurschoon tegen te gaan.
Hü had daarbij vooral het oog op het afgraven
van de duinen onder Bentveld.
Ook de Arbeiders Gemeenschap der Wood-
brookers te Bentveld had met dergelijke strek-
kng reeds een advies aan den Zandvoortschen
raad gericht. Tweemaal staakten in den raad de
stemmen bü het behandelen van dit onder
werp, zoodat geacht kon worden, dat het ver
worpen was.
Daar echter het afgraven van de duinen aan
de noordzü van de Zandvoortschelaan maar
steeds verder doorgaat, hebben B. en W. ge
meend, toch ernstige pogingen te moeten aan
wenden, om verdere beschadiging van het
natuurschoon te voorkomen.
Een schrijven aan verschillende eigenaren van
gronden gericht, om hun houding te bepalen,
bleef ontbeantwoord. Overleg met Bloemen-
daal gaf geen succes.
De Haagsche verordening gaf in haar toe
passing een negatief resultaat.
B. en W. van Zandvoort hebben zich thans
in verbinding gesteld met de Gooische Belan
gen Commissie en als gevolg daarvan een ver
ordening ontworpen, gebaseerd op de Haag
sche verordening, maar van betere juridische
gronden voorzien.
Het advies van den gemeente rechtskundige,
den heer mr. Simons, luidt in een zeer uitvoerig
rapport gunstig, gezien de laatste beslissingen,
door den kantonrechter te Haarlem genomen.
Men verzoekt ons opname van het volgende:
„De aerd der Hollanders is zoodanigh, dat
als haer de nood en de periculen niet seer
klaer voor oogen comen, zij geenszins ge-
disponeert connen werden om naer behooren
te vigeleeren voor haer eygen securiteyt."
Het is nu bijna 15 jaren geleden, dat de Vrij
willige Burgerwacht Haarlem werd opgericht,
op verzoek van burgemeester jhr. Sandberg.
Meermalen is van verschillende züden twüfel
geopperd, aan de noodzakelijkheid van deze op
richting en herhaaldelijk werd, met woord en
geschrift betoogd, dat mocht in 1918 de bur
gerwacht al reden van bestaan hebben gehad
zü in den tegenwoordigen tüd toch een anoma
lie was geworden, zoodat dus hare opheffing,
hoe eer hoe beter, moest plaats vinden.
Immers, Rusland kwam steeds meer tot kalm
te, de tüd der wilde proefnemingen in dat land
was voorbü en binnenkort zou het oude czaren-
rijk weer tot zijn vroegere rust zün terugge
keerd.
Het is een menschelijke eigenschap, dat men
zeer gemakkelük beweringen als waar aanneemt,
welke betrekking hebben op feiten, waarvan de
waarheid ons voordeel zou aanbrengen en dat
men tevens gebeurtenissen, welke ons offers
zullen opleggen, in den beginne niet wil geloo-
ven.
Aangezien nu 't verdwünen der Russische ge
varen veel voordeelen zou opleveren, ligt het
voor de hand, dat deze optimisten ten opzichte
van Rusland een willig gehoor vonden en dat
zij, die niet zoo geloovig waren, als spelbeder
vers en zwartzieners werden uitgekreten.
En dit spelletje ging zoo door, tot plotseling
de misdaden en de misdadige Godsdienstver
volgingen in Rusland ieder wakker schudden.
De vele protestvergaderingen, die overal in de
wereld plaats vonden, zün hiervan het beste
bewüs. Doch met deze vergaderingen heeft men
slechts den eersten stap gedaan, om het gevaar
te bestrüden, wapt dit gevaar is veel grooter en
veel dichterbü, dan men wil gelooven. Men ziet
niet gaarne moeilijkheden en gevaren, evenmin
als men gaarne over den dood spreekt, die ons
toch eenmaal allen zal opeischen. Men verdooft
liever dezen angst en verdrüft de vrees door
afleiding en zingenot.
Het communisme is een stelsel, dat opge
bouwd is op zuiver rationalistische wereldbe
schouwingen; daarom uitroeiing van alle gods
dienstige beginselen, vernietiging van alle Gods
geloof.
Ten tweede is het een stelsel, dat bandelooze
vrijheid preekt op zedelü'k gebied; op dat ge
bied is alles geoorloofd en ieder individu heeft
recht op een maximum van genot!
Het is duidelijk, dat zoo'n stelsel en de ver
woestende invloed, die ervan uitgaat op de
geesten, niet gesmoord kan worden door een
militaire of politieke organisatie alleen, temeer,
waar dit stelsel wordt gepropageerd door een
zondvloed van -geschriften, waardoor reeds mil-
lioenen en nog eens millioenen individuen over
de geheele wereld door deze besmetting zün
aangetast, en vanzelf ligt het zwaartepunt der
bestrijding in de genezing dezer geestesziekte,
want indien zij blüft voortwoekeren, zal de
algemeene revolutie niet meer te keeren zün.
Wanneer wij verder van de waarheid door
drongen zijn, dat wü slechts in en door de ge
meenschap kunnen leven, dank zü die gemeen4-
schap, dan moeten wü ook gevoelen, dat het
onze dure plicht is, voor deze gemeenschap
te arbeiden, haar in stand te houden en haar,
waar mogelijk, te verbeteren, en moeten wü be
grijpen, dat wij tegenover die gemeenschap als
geheel, den plicht hebben, zoo noodig, 't hoog
ste offer n.l. het offer van het leven te
geven.
Vandaar, dat de Burgerwacht zich tot taak
stelt den gemeenschapszin aan te kweeken, bene
vens de onderlinge samenwerking tusschen alle
klassen onzer samenleving te bevorderen.
Dit laatste is echter slechts mogelük, als allen
gevoelen, dat zij deel uitmaken van een, tezamen
behoorend, groot geheel en dit is alleen mogelük,
Het is steeds het doel van de Burgerwacht
geweest en het zal steeds het doel dezer organi
satie blüven, preventief te werken.
Mocht echter, door büzondere omstandighe
den, dit niet voldoende zün, zoodat, ter bescher
ming van onze volksvrüheden ,de wapenen moe
ten worden opgevat, dan moeten wü kunnen be
schikken over een krachtig, betrouwbaar, goed
geoefend korps, welk korps zal moeten optreden,
wanneer de gewone machtsmiddelen, waarover
het gezag beschikt, niet meer in voldoende mate
bruikbaar zijn, d.w.z. in rijden van groote ver
warring, vooral op geestelijk gebied.
Vandaar, dat de eischen van geoefendheid en
tucht zoo hoog mogelük moeten worden opge
voerd. De oefeningen in den wapenhandel, de
geneeskundige dienst, de verplegingsdienst, zoo
wel als de vervoerdienst hebben tot taak, dit te
bereiken.
Het spreekt van zelf, dat de leden ervan moe
ten doordrongen zün, dat die taak zeer hooge
eischen stelt aan het karakter van ieder afzon
derlijk. Niemand zal mogen vergeten, dat onze
eventueele tegenstanders eveneens Nederlanders
zün, weliswaar rijdelük op een dwaalspoor ge
bracht, maar toch kinderen van eenzelfde volk.
Nimmer mag dus in den strijd de haat drijf
veer zün van eenige daad, maar ook nimmer
dit gevoel van saamhoorigheid oorzaak zün van
zwakheid. Het gewapend verzet zal, met alle
kracht, waarover men beschikt, moeten worden
gebroken, maar deze gewapende actie onzer-
züds zal ook nimmer langer mogen duren, dan
de noodzaak eischt.
In hoeverre is het nu geoorloofd, uit een
ethisch oogpunt geweld te gebruiken, ter be
scherming van zwakken en weerloozen?
Erkent men het recht en den plicht der over
heid de orde te hunner bescherming te hand-
haven, dan moet die vraag bevestigend worden
beantwoord.
Wanneer men aanneemt, dat een mensch, die
een misdaad belet, door geweld van wapenen,
een ontoelaatbaar feit begaat, dan is het in nog
veel grootere mate ontoelaatbaar, dat men men
schen, i.e. de politie, koopt, om zulke feiten te
begaan. Want dan verleidt men, door geld, per
sonen, om daden te doen, die men zelf ontoe
laatbaar acht en dus zelf niet aandurft. Om er
zelf voordeel uit te trekken, haalt men dus be
wust anderen tot een daad over, die men zelf
een misdaad acht!
Er is hier geen ontkomen aan. Of men is, ab
soluut uit overtuiging, waarachtig weerloos en
doet dus bewust afstand van politie en justitie,
geeft dus vrüe hand aan misdaad en overtreding
en aanvaardt dus, onder geen voorwendsel, be
scherming van politie en justitie, omdat deze
ter vervulling van hunne beschermende taak
daden verrichten, die men zelf verfoeilük vindt,
óf men erkent het recht, en den plicht van de
overheid, de orde te handhaven, ter bescher
ming van zwakken en weerloozen.
En erkent men dit recht en dezen plicht, dan
volgt hieruit duidelijk de plicht van den
staatsburger, de overheid te steunen in haar
gezagstaak.
Daarom kunnen ook geen geldige bezwaren
geopperd worden tegen een Korps, dat ten doel
heeft die overheid daarbü te steunen.
Dit, wat de gewapende Burgerwacht aangaat.
Een belangrijk onderdeel van de Vrijwillige
Burgerwacht Haarlem vormt de ongewapende,
economische Burgerwacht, welke zich, met steun
van het Gemeentebestuur, tot taak stelt, in rij
den van troebelen, de voedsel- en brandstoffen-
voorziening te doen functionneeren en er tevens
zorg voor te dragen, dat de water- en electrici-
teitsvoorziening enz. geen stagnatie ondervindt.
Het spreekt wel van zelf, dat het in 't belang
der bedrijfsleiders is, de commissie, die aan het
hoofd staat van de economische afdeeling der
Vrijwillige Burgerwacht Haarlem, en welke se
dert enkele weken hier ter stede is ingesteld,
zooveel mogelük te steunen en ter wille te zün.
En nu een kreet aan allen, die dit lezen:
gij u zelf helpt. Er zün nog
verscheidenen, zoowel Maatschappüen, Ven
nootschappen, firma's particulieren, die nog
niets of zeer weinig van ons bestaan afweten
en daar het ondoenlijk is, dat allen persoonlijk
door ons bezocht worden, is onze vraag, en te
vens dringend verzoek, neemt u voor een deel
deez' taak over. Een ieder heeft in eigen kring
kennissen en verwanten, waaronder er zeer
zeker zullen zün, die gaarne hun offer zullen
brengen, maar door onwetendheid dit nog niet
doen. Een lakse, die wel weet, maar achter-
bzlüft, kan door een goeden vriend met succes
onder handen genomen worden.
Werft flinke kerels aan, als werkend lid, be
zorgt ons financieelen steun wü zorgen voor
de rest.
Inlichtingen over de gewapende en ongewa
pende Burgerwacht zün te verkrügen op het
bureau Burgerwacht, Kruisweg 70, Haarlem,
wanneer alle samenstellende deelen liefde voelen
voor land en volk
We hebben in Den Haag bezoek gehad
van den heer Matsoeoka, den prima
diplomaat, die te Genève dat zegt
genoeg! de gedelegeerde van Japan was.
Bij gelegenheid van dit bezoek aan het Haagje,
dat op toeristen als den heer Matsoeoka 'n heel
bijzondere bekoring schünt uit te oefenen, heeft
deze diplomaat een allervriendelijkst onderhoud
gehad met een redacteur van het „Handelsblad"
en zich uitgeput in betuigingen van respect,
sympathie en vredelievendheid jegens ons land
en volk.
De interviewende journalist moet er werkelü'k
verlegen mee geweest zijn.
En hij zal naar zü'n redactiebureau zün terug
gekeerd in de blijde overtuiging, dat hij zün
lezers nu kon tracteeren op iets extra fijns, op
iets, wat ze nog nooit geproefd hadden....
De heer Matsoeoka toch heeft het vraagstuk
van het Verre Oosten en de rol, welke Japan
daarin speelt, op een tot op heden onbekende
en bijzonder smakelüke wijze opgediend.
Achterdochtige lui hebben vroeger wel eens
verondersteld, dat Japan nou ja niet heel
en al vrü te pleiten was van imperialistische
doeleinden, dat het nu juist niet vóórgaat in
ontwapening, dat het hier en daar wel eens
'n koloniaal graantje pikt en daarbü niet steeds
zekere juridische grenzen in acht neemt; ja.
booze tongen hebben zelfs wel eens durven be
weren, dat Japan zijn loerende blikken op onze
Oost niet altijd kon thuis houden.
Na het interview, dat de diplomaat Matsoeoka
den man van het „Handelsblad" zoo charmant
toestond, is aan die legende echter voor eens
en voor goed een einde gekomen.
De Japanner heeft het den Nederlander nu
eens echt duidelük gezegd:
„Onze heele geschiedenis gedurende twintig
eeuwen toont duidelük, dat wü Japanners niets
voelen voor het aan anderen iets ontnemen.
Neen, de Japansche geest is gericht op vreed
zame samenwerking.
Dit moge men toch vooral ook in Nederland
begrijpen en gelooven. Juist daar het mü be
kend is, dat er soms wel eens anders over ons
gedacht wordt, en dit speciaal op grond van
den gang van zaken in Mandsjoerüe, zou ik
persoonlijk er heel veel voor voelen als uw land
nog eens op overtuigende wüze kon worden aan
getoond, dat het van ons niets en niets te duch
ten heeft. Ik ben hier niet met eenige opdracht
van mijn regeering, doch louter als een par
lementslid, dat zich bijzonder voor de mogehjk-
heden in gebieden van den Stülen Oceaan en
de Zuiderzee interesseert."
De man van het „Handelsblad" toonde zich
uiterst beleefd enzweeg over den Japan-
schen geest, welke steeds op vreedzame samen
werking gesteld geweest zou zün
Hij vroeg schuchter, of m'n heer hier in Den
Haag misschien 'n balletje kwam opgooien met
het doel tot een non-agressie-pact met Neder
land te komen, en prompt volgde het antwoord:
„Hoe dat verhaal in de wereld gekomen is.
weet ik niet. Laat ik het aan een soort merk
waardige telepathie toeschrijven, in zooverre dat
ik, in tegenstelling met anderen, tot diegenen
behoor, die in mijn land wel pleiten voor een
non-agressie-verdrag met Rusland, omdat ik
ervan uitga, dat het vermijden van oorlog ge-
wenscht is, aangezien ten slotte oorlog nooit
eenige goede oplossing te weeg brengt, zooals
bijv. ook de resultaten van den grooten Euro-
peeschen oorlog uitwijzen.
„En nu heb ik wel niet in concreto ten op
zichte van Nederland aan een non-agressie
verdrag gedacht, maar wel gaat er, gelijk ik
reeds zeide, in mün hoofd om, dat het wel eens
goed zou zün, als wij iets konden doen om u
in het bü zonder van onze vreedzame bedoelin
gen ten aanzien van de belangen van uw land
te overtuigen."
Wie durft er zoo vragen wü met nadruk -
nu nog achterdochtig zijn?
Japan gaat ervan uit, dat oorlog nooit een
goede oplossing kan geven (de feiten der laatste
dagen zün van die heilige overtuiging het zui
verste bewüs!); 'n non-agressie-pact met
Nederland?nee, daar was den diplomaat
niets van bekend en merkwaardigerwüze
kon hü zich zelfs niet herinneren, dat Japan
in 1922 te Washington eigenlük alreeds de vei
ligheid van Nederlandsch-Indië gegarandeerd
had maar in instede van ook maar in
de verste verte aan een oorlog met Nederland
te denken zou de heer Matsoeoka juist graag
„iets" doen om Nederland te laten voelen, welke
vreedzame bedoelingen Japan jegens ons heeft:
de diplomaat ging er nog wat dieper op in: zou
den de Japanners juist in Nieuw-Guinea niet
hun liefde en sympathie voor Nederland kunnen
toonen? Zouden de Japanners daar geen nuttig
werk kunnen verrichten om er nog méér wel
vaart te brengen „natuurlijk in aangename
samenwerking met de Nederlanders"?
Na zooveel vriendelijkheden durfde de jour
nalist natuurlijk niet meer vragen, wat de
staatsman met het geheimzinnig „iets" be
doelde....
Wat zullen de scheeve oogjes van den diplo-
matieken Japanner ondeugend getwinkeld heb
ben, toen de deur achter den interviewer goed
en wel gesloten was!!
Woensdagmiddag geraakte de electrische
tram, komende van de richting Hillegom, even
over de Glipperbrug, bü het passeeren van den
wissel, welke daar tüdelük gelegd is wegens d°
vernieuwing der Glipperbrug, weer uit de rails.
Nadat zeer spoedig een auto met materiaal
en remisepersoneel ter plaatse was, kon de wa
gen weer in het spoor gebracht worden.
De dienst had eenige vertraging.
Woensdag is te Aerdenhout overleden de heer
John. E. Grevers, oud-lector aan de Universi
teit te Utrecht en oud-lector aan de Universi
teit te Amsterdam. De overledene was ridder
in de orde van Oranje N?«s?n. De
zal plaats hebben Zaterdag op Zorgvliet
Amsterdam,