Schippersellende verzacht Van de Perstribune Prikkeldraad Is vasten een verouderd gebruik? Handelspolitieke problemen DE VRACHTVERDEELING GOEDGEKEURD ZATERDAG IX MAART De drankwet gewijzigd Hoogst eenvoudig Malaise in de textiel industrie LEEKEPREEKEN EEN LUCHTSCHEPENDIENST Dr. Eckener acht die gedurende het geheel jaar mogelijk ENGELSCHE TROEPEN IN ROERIG BENGALEN Engelsche infanterie bij een marsch door Midnapore. De aankomst der troepen had een rustige uitwerking op de bevolking TWEEDE KAMER Curagaosche begrooting en het ontwerp tot steun aan bollen- trekkers aanvaard Tegen misbruiken Na het congres der S.D.A.P. Detailbezwaren Curagaosche begrooting Bollentrekkers en drankwet Mgr. H. Paulissen naar Rome Tweede loonsverlaging bij Van Heek Co. te Enschedé TWEEDE STAATSLEENING '32 Verwisseling van recepissen PASTOOR ZWART 35 jaar te Zaandam HET HEILIG JAAR AUDIËNTIE De vorige week is volgens den kalender in de Katholieke Kerk de „groote vasten" begon nen. Hoe onkatholiek onze maatschappij ook geworden is, in het uiterlijk bewaart zij nog altijd een christelijk karakter: de Zondagen, Paschen, Pinksteren en Kerstmis worden her dacht, zij het dan niet op kerkelijke wijze. En carnaval en „halfvasten" worden niet vergeten! Waarom zou men ook niet van den godsdienst het prettige afroomen en het minder aangename aan de zoogenaamde „vromen" overlaten? Daar zijn bijvoorbeeld de bals masqué's in Februari. Het zou zonde en jammer zijn om daar niet aan mee te doen. De bedoeling is wel, om met het carnaval het wereldsche leven af te sluiten en den „besloten tüd" in te luiden; maar hoe kan men nu van een modem mensch eischen zeven weken lang in ernstige overpeinzingen door te brengen? Vroeger onthield de christen wereld zich zelf al dien tijd van vleesch en kromp zijn maaltijden tot een minimum in. Maar met zulke middeleeuwsche gebruiken kun nen wij ons natuurlijk in het geheel niet meer ophouden. Trouwens de Kerk zelf handhaaft die zoogenaamde vasten nog slechts formeel; feitelijk heeft iedereen een reden om zich ont slagen te achten. Zoo heeft ook hier de Katho lieke Kerk weer getoond met haar tijd mee te gaan! Ziedaar kort samengevat een meening, die men heden ten dage niet enkel onder niet- katholieken maar ook onder vele geloofsgenoo- ten kan hooren verkondigen; een meening, welke wel in allerlei nuances wordt geuit, maar waarvan de ondertoon steeds dezelfde is: vasten is niets meer voor den modernen tijd! Dat zulk een meening post kan vatten be hoeft niet te verwonderen. Wij weten van den ouden tijd, dat er zeer streng werd gevast; dat de vastenwetten geleidelijk aan zijn verzacht en inderdaad geheel aan onzen tijd zijn aangepast. In het dagelijksche leven is er van een besloten tijd niet veel te bemerken. Zoo is het verklaar baar, dat velen hun wensch tot feit maken en in hun gedachtengang de Kerk een pluimpje geven, die in dezen tijd aan middeleeuwsche practijken feitelijk een einde heeft gemaakt. Toch mankeert heel wat aan deze redenee ring en het is niet erg waarschijnlijk, dat de Kerk ooit tot afschaffing van de vasten- en onthoudingswet zal overgaan. Op de eerste plaats is het niet waar, dat deze kerkelijke wetten nog maar formeele beteekenis zouden hebben. Er is voor dispensatie van de vastenwet nog wel degelijk een gegronde reden noodig. En duizenden houden zich daaraan dan ook. Er is zeker een aanmerkelijk verschil met vroeger. Het jachtende leven heeft velen ongeschikt ge maakt om in den eigenlijken zin van het woord te vasten. De levensgewoonten zijn ook zoo totaal veranderd. Wanneer wij lezen, welke groote hoeveelheden voedsel onze voorouders konden verorberen en wij vergelijken daarnaast de soberheid, die de meeste hard werkende hoofd- en handarbeiders tegenwoordig betrach ten, dan begrijpen wij, dat vroeger het voor schrift van „slechts éénmaal daags een vollen maaltijd te gebruiken" een zwaren eisch betee- kende, terwijl thans duizenden ook buiten de vasten zich zelden aan meer te buiten gaan. Er is in dit opzicht dus geen sprake van een verslapping van de wet, maar veeleer van ver anderde levensgewoonten, gevolg van een ver zwakte menschelijke constitutie. Wanneer nu eens na jaren mocht blijken, dat het sportieve geslacht van thans sterker gaat worden, of dat door inkrimping van den arbeidsduur of andere economische oorzaken het zenuwsloopende van de moderne techniek afneemt; wanneer in één woord, om welke reden ook, het uithoudings vermogen van den gemiddelden mensch groo- ter mocht blijken, dan zou het verschil tusschen een tijd van vasten, tusschen den besloten en den open tijd, weer veel sterker uitkomen. En ook de Kerk zou dan vermoedelijk de verzach tingen van de laatste tientallen jaren wel weer geleidelijk aan terugnemen. Uit een en ander volgt, dat men heel ver keerd doet met het trekken van algemeene conclusies uit verschijnselen, die men in het algemeen waarneemt. In hoeverre iemand onder een vasten- en (of) onthoudingswet valt is zuiver individueel. Den eenen tüd zullen er veel meer menschen kunnen vasten dan een anderen tüd. Denk eens aan de distributieperiode in den oorlog; aan tüden van groote epidemieën e. d. Ook kan de één in zijn omgeving veel meer zwakken, veel meer gedispenseerden ontmoeten dan een ander. Uit zulke tijdelijke en toevallige omstandigheden te besluiten „het vasten is blijkbaar niet meer iets voor onzen tijd", is een groote dwaling. Wij hebben reden om hierop met klem den nadruk te leggen. Het feit, dat zeer veel men schen, vooral van middelbaren leeftijd, in onzen tüd terecht van de vastenwet worden ontslagen eri dat de Kerk het juist oordeelt om de wet te verzachten, heeft velen geheel ten onrechte in den waan gebracht, dat er een hemelsbreed verschil is tusschen de verplichting van op Zon dag de H. Mis te hooren of Vrüdags geen vleesch te eten en het onderhouden van de vastenwet. In wezen is daar echter in het geheel geen verschil tusschen. Zondags mis hooren, Vrüdags onthouden van vleeschspüzen zün ge lijke kerkeüjke verplichtingen als het onder houden van de vastenwet. Voor niet nakoming moeten zeer deugdelüke, geldige redenen aan wezig zün. Wanneer wü deze hoe langer hoe meer veld winnende misvatting hebben recht gezet, mogen wij hieraan nog een woord over de beteekenis Van het vasten zelf toevoegen. Christus Zelf heeft in Zijn openbaar leven heel weinig over dit onderwerp gezegd. Eenige malen wordt den farizeërs verweten, dat zij uitwendig vrome dingen doen als vasten en aalmoezen geven, maar inwendig vol verrotting zün. Slechts éénmaal heeft Jezus zich over het Vasten uitgelaten en wel, toen de leerlingen van Joannes den Dooper en de farizeërs Hem vroe gen, waarom de apostelen geen boetedoening pleegden. Volgens de wet van Mozes behoefde er slechts één vastendag onderhouden te wor den en natuurlük hielden de leerlingen van Jezus dit voorschrift. Maar de schriftgeleerden hadden allerlei afzonderlüke boetplegingen in gevoerd en ook Joannes' discipelen vastten streng. Het lag dus min of meer voor de hand, dat tot Christus de vraag werd gesteld: waarom plegen Uw leerlingen geen boetvaardigheid? Het antwoord is zóó diepzinnig, dat de toehoorders het wel niet ten volle zullen begrepen hebben. Jezus zeide: „Kunnen des bruigoms kinderen wel vasten, terwijl de bruigom bij hen is? Neen, maar er zullen dagen komen, dat de brui gom van hen zal weggenomen zijn, en in die dagen zullen zü boete plegen!" Deze gelükenis sloeg op een Joodsch gebruik bü huwelüksplechtigheden. De vrienden van den bruigom (de bruigom's kinderen genaamd) vier den met den huwelijkscandidaat feest tot het laatste uur van zün vrügezellenstaat. En eerst na het afscheid treurden zij over den verloren vriend. Christus wilde dus zeggen: zoolang Ik bij Mün leerlingen ben behoeven zü niet te treuren; de tüd komt echter, dat zü vele tranen om mü zullen storten! En ongevraagd voegde Jezus hieraan nog een merkwaardige uitspraak toe. Waarom nam Christus de boetplegingen van de joden niet over; waarom prees Hü die niet of hervormde ze desnoods? Het antwoord is voor ons van groote beteekenis: „Niemand zet een nieuw gesponnen lap op een oud kleed, anders zal èn het nieuwe stuk gaan en het oude zal verder afscheuren. En niemand giet verschen wün in oude zakken; anders zal de nieuwe wijn de zak ken doen barsten en hü zal wegvloeien en de zakken zullen verloren gaan. Maar verschen wün giete men in nieuwe zakken en beide blü- ven samen bewaard." Voor ons, die de vervulling der tüden en der profetieën beleven, is deze vergelüking dui delijk. Christus kwam niet het Jodendom her vormen (geen nieuwen lap op een oud kleed zetten), maar Hü kwam een nieuwe heilsorde stichten, n.m. de algemeen christelijke of katho lieke kerk. Die kerk zou, wanneer haar Stich ter ten Hemel was gevaren, nieuwe gebruiken invoeren. De oude Wet zou worden afgeschaft; in plaats van het bloed van bokken en stieren, zou een onbloedig offer worden opgedragen; de christelijke boetvaardigheid zou de vastendagen der farizeeërs vervangen. Hiermee is tevens het recht en de plicht der Kerk aangegeven, om den geloovigen boetple gingen op te leggen. Christus heeft voorspeld, dat Zün Kerk dit zou doen en Zün voorspel lingen hielden tevens een instemming in. Bo vendien heeft Hü bü een andere gelegenheid zeer gestreng verklaard: Tenzü gü boetvaardig heid doet, zult gü allen gelükelük omkomen. Aan den individueelen mensch kan echter de bepaling der boetpleging niet worden overge laten. Zün zinnelüke natuur zal hem maar al te gemakkelük influisteren: nu is het genoeg! Zooals in iedere goed geordende maatschappü moeten de wetten van boven af geregeld worden. Zoo zün in de Kerk de vastenwetten ontstaan. Maar in tegenstelling met de verworden Jood- sche wetgeving is de vastenwet der Katholieke Kerk niet gericht op uiterlükheden, maar om door versterving der zinnen te komen tot boet vaardigheid, tot inkeer in zichzelf, tot berouw over de zonden en verbetering van levenswandel. Daarin ligt het geheim van de zoogenaamde soepelheid der Katholieke Kerk. Zü is in tegen stelling met wat haar tegenstanders haar trach ten aan te wrüven, afkeerig van louter vormen dienst. Zü neemt het woord van den profeet over: verscheurt uwe harten en niet uw klee deren! En met haren Stichter vermaant zü ons: brengt waarachtige vruchten van boetvaardig heid voort! Daarmee worden allen onder de wet gevat: sterken en gezonden vinden in de vas tenwet normen om door lichamelüke versterving tot innerlü'ke rouwmoedigheid te komen; zieken en zwakken worden vermaand om wat aan hun wettelüke boetpleging mocht ontbreken, door gebed, aalmoezen en andere goede werken aan te vullen, opdat zü uiteindelük niet minder boet vaardigheid doen en hun ziel geen schade lüde. Want daarom gaat het uiteindelük: niet om een boterham meer of minder, maar om in dezen besloten tüd in ons zelf te keeren en straks voor het Paaschfeest den ouden zuur- deesem uit te zuiveren. Bekeert u en verlaat uwe goden! Deze roep van den profeet Ezechiel is ook de zin van de vastenwet der Katholieke Kerk. Verlaat uw goden! Hoevele hebben wü er niet? Wanneer wü in onzen gouddorst, onze zinnebjkheid, onze eer- en heerschzucht, in één woord, in al onze dagelüksche üdelheden onze afgoden zien, hoe veel reden heeft dan niet ieder onzer om den tüd van boete aan te vatten teneinde de kracht te verkrügen om onze goden den rug toe te keeren. NASCHRIFT. Wü ontvingen nog brieven over onze laatste artikelenreeks met verzoek hierop in deze rubriek te antwoorden. Wü kun nen echter niet mét hetzelfde onderwerp door gaan en verzoeken de inzenders voorzoover zij ons anoniem schreven, naam en adres bekend te maken. Wü zullen hun dan schriftelük ant woorden. HOMO SAPIENS Een vertegenwoordiger van het te Frie- drichshafen verschünende „Seeblatt" had een interview met den dezer dagen aldaar van zün studiereis naar Nederlandsch-Indië terug gekeerden Dr. Eckener over de resultaten van zün reis en de mogelükheid van het instellen van een luchtschependienst tusschen Neder land en Nederlandsch-Indië. Dr. Eckener verklaarde op zün reis belang rijke gegevens te hebben verzameld over de seizoenen, waarin de climatologische omstan digheden voor luchtschipvaarten in de tropen het gunstigst waren en de verschillende snel heden, die men in de verschillende omstandig heden als gemiddelde kon beschouwen. Hü achtte het doelmatig om bü instelling van een vasten dienst op de helft van het on geveer 13.000 K. M. lange traject, ongeveer in de buurt van Kaap Guardafui aan de Roode Zee bü de Golf van Aden een tussclienlan- dingsstation met ankermast aan te leggen. De te gebruiken luchtschepen zouden van het zelfde type als de „Graf Zeppelin" en de nieuwste aanbouw kunnen zün. De Neder- landsche regeering zal thans hierover een be slissing moeten nemen. Indien men de reis zou laten beginnen er gens aan de Middellandsche Zee, door daar een vertrekhaven aan te leggen die ook voor de luchtschependiensten over den Atlanti- schen Oceaan gebruikt zou kunnen worden, zou men over het traject naar Sumatra of Ja va 4 y3 a 5 dagen doen waarover de mailsche pen thans 21 dagen doen. Dr. Eckener achtte het mogelijk gedurende het geheele jaar een dienst in beide richtingen te onderhouden. In dien Nederland zich luchtschepen zou willen aanschaffen, zouden deze voorloopig waar- schünlük te Friedrichshafen gebouwd moeten worden. De technische resultaten van Dr. Eckeners studiereis zouden dan bü wüze van proef eerst op een luchtschip moeten worden overgebracht. Dat het spreken en schrijven over handels politieke vraagstukken zoo moeilük is, speciaal hier in Nederland, komt voort uit de vrijhan- delstraditie, die in ons dierbaar vaderland van ouds een zoo groote rol speelt. Maar verder is niet te ontkennen, dat bü het nemen van bepaalde handelspolitieke maatregelen de be langentegenstellingen steeds tot uiting komen. Wel zün deze dikwijls niet meer dan schjjn- baar, doch dit wordt door de belanghebbende groepen maar al te dikwüls over het hoofd ge zien. Kunnen we er met onze traditioneele han delspolitiek in de toekomst komen? Dit hangt af van de opvattingen, die men huldigt over het karakter van de tegenwoor dige krisis. Acht men deze slechts tüdelük en verwacht men binnen afzienbaren tüd weer een herstel van den ouden toestand, dan zouden we kun nen volstaan met hier en daar steun te ver- leenen, waar de noodtoestand het hoogst is. Men houdt het bestaande productieapparaat dan zooveel mogelük in stand om bü een ver betering van den toestand paraat te zün. Staat men echter op het ons inziens juiste standpunt, dat van deze krisis tal van struc tuurveranderingen het gevolg zullen zün, dan beziet men het vraagstuk van de handelspoli tiek vanzelfsprekend met geheel andere oogen. Wat deze structuurveranderingen betreft, wüzen we wat Nederland betreft op de toene mende beteekenis van de industrie in verhou ding tot handel en scheepvaart. Verder is wat de industrie betreft de beteekenis van de bin- nenlandsche markt steeds grooter geworden. Dit laatste geldt trouwens ook voor den land bouw. Nog te veel wordt hier eenzüdig de nadruk gelegd op den export. Let men verder op de industrialiseering van Azië en Rusland en op de technische ontwikkeling met haar talrüke problemen, dan is het duidelük, dat ook de ekonomische structuur van Nederland daardoor in den grond is veranderd. We on derschrijven dan ook volkomen de meening van Dr. Regout, die in een interessant artikel over de handelspolitiek in de Econ. Statistische berichten van deze week, zegt: „Er is waar lijk niet te denken, dat de aanpassing van het internationale ruilverkeer aan dit al les en de terugkeer tot de vroegere betrekke- üjke vrüheid van ruilverkeer slechts een kwestie zou zün van enkele jaren." Van pogingen om internationaal tot ver mindering der handelsbelemmeringen te ko men, verwacht niemand na de talrüke reeds gehouden en mislukte conferenties nog eenig heil. Het scepticisme ten opzichte van de te houden ekonomische wereldconferentie te Lon den is zoo goed als algemeen. Wat op groote schaal niet mogelijk is gebleken, is echter mis schien wel te bereiken op kleineren voet. Dit Ijkt ons dan ook de constructieve gedachte opgesloten in het systeem van de regionale verdragen. Aansluiting zoeken bü gelükgezin- den en door het wederzüdsch toestaan van concessies aan het ekonomisch leven lucht pro- beeren te geven. Tractaten dus, gebaseerd op het strikte beginsel van wederkeerigheid, het do ut des (ik geef om.... te krijgen) begin sel. Het lükt ons, dat in de conventie van Ouchy deze wederkeerigheidsgedachte nog te weinig tot uiting komt. Nederland is nog veel te deemoedig, ook te genover staten, die hunnerzjds Nederland niet in het minst tegemoetkomen. Opgegeven zal dus moeten worden de onbeperkte meestbe- gunstiging, als hoeksteen onzer handelspoli tiek. Dit lükt ons allerminst een bezwaar. We moeten noodzakelükerwüze zoeken naar de beste middelen om het groote doel te be reiken: het verzekeren van een zoo groot mo gelijke welvaart aan zooveel mogelük men schen. DEN HAAG, 10 Maart. Is het ontwerp, dat in de binnenvaart aan de teugellooze concurrentie een einde bedoelt te maken en daartoe de bevrachting voortaan over bevrachtingscommissies loopen doet, te haas tig behandeld? Niet slechts van liberale züde, waar men tóch zou hebben tegen gestemd, is het gezegd. Want Mr. GOSELING bü de stemming gesecondeerd door Dr. KORTEN. HORST baseerde juist déérop zün groot bezwaar, dat er tusschen het binnenkomen van de Memorie van Antwoord en de openbare be handeling te weinig tüd verloopen is, om nog eens grondig de mérites der ontworpen regeling te bezien en mogelük amendementen te over wegen. De Kamer heeft zich niettemin met groote meerderheid 63 tegen 7 stemmen aan 's Ministers züde gesteld. Al stonden de gehou den redevoeringen niet op een hoog peil men sprak wel eens te gemakkelük over bedenkin gen heen 's Ministers betoog kon als degelük worden gewaardeerd, mits men met hem aan de in te stellen commissie de gave toeschrijft om de geopperde bezwaren in de practük tot zoo gering mogelüke proporties te reduceeren. Mr. Goseling stond daartegenover nogal sceptisch, doch van den anderen kant dient toch wel bü de beoordeeling van dit ontwerp voortdurend in de gedachte gehouden, dat de belangen van handel en nüverheid, die men in ongemotiveer de mate aangetast acht, in deze regeling onder de hoede staan van eigen vertegenwoordigers in de Bevrachtingscommissies. Bovendien wor den deze commissies samengesteld door de Kamers van Koophandel en Fabrieken, organen van handel en nijverheid. Zoo zullen deze com missies rongetwüfeld bü de vaststelling de vrachttarieven rekening houden met de concur rentie van buitenlandsche havens, zoo zullen zü natuurlük ook, want anders streeft men het doel der wet voorbü, zorgen, dat de vrachten niet uitreiken boven het niveau, waarop de concurrentie door andere transportmiddelen zün kans krijgt. Minister Verschuur heeft zün regeling geken schetst als het wegnemen van bü komende kwalen. De hoofdoorzaak der schippersellende. crisis en structureele wjziging van het vervoer- In „De Tüd op Zondag" van deze week komt naar aanleiding van ir. Albarda's rede op het congres der S.D.A.P. te Nü'megen een zeer le zenswaardige beschouwing voor over den af grond, die het katholicisme van het socialisme scheidt. Na te hebben gewezen op het verschil van persoonlükheid tusschen Troelstra en den tegenwoordigen partü-leider, vervolgt de schrij ver aldus: „Eh toch moet het den heer Albarda iets zeggen, dat zelfs de meest vooruitstrëvenden onder ons waarschuwen tegen het socialisme, waarschuwen tegen de socialistische praktük. waarschuwen tegen de socialistische theorie. Tegen de praktük: wü behoeven tegenover den heer Albarda niet de leer van het milieu uiteen te zetten. Welnu, hoe zün de nobele be doelingen van den heer Albarda in overeen stemming te brengen met de socialistische lec tuur, met „de Notenkraker" büvoorbeeld of met de bijna dagelijks in „Het Volk" verschünende smaad-artikelen jegens onze priesters. Zij val len geen geloofsartikelen aan, neen, maar wel hoonen zü dag aan dag en onverdiend onze geestelüke leiders en onze instellingen. Er be staat ook nog zoo iets als een socialistische sfeer zü is moordend voor de katholieke psyche Trouwens laat de ervaring spreken: wie van de katholieken, die socialist geworden zün heeft zün Geloof behouden? Wü kennen er niet één van de, helaas, vele. Tegen de theorie: waaraan ontleent de S.D. A.P. de normen van de rechtvaardigheid, waar ligt voor haar de bron der naastenliefde? „Machtsvorming" was het parool, dat op het Nümeegsche congres uitgegeven werd. Kan macht ooit norm zün van de rechtvaardigheid?. De katholieke arbeiders in de socialistische ge lederen: dat beteekent hoogstens dat zü onge stoord naar de kerk kunnen gaan beteekent het óók, dat zü de sociale en economische op vattingen van het socialisme mogen toetsen aan de zedenleer der Katholieke Kerk? Zoo neen, waar blüft hun katholicisme, zoo ja, zij zul len de socialistische gelederen moeten verlaten. Want „de opvatting, die het socialisme heeft van de maatschappü en van de sociale natuur van den mensch verschilt hemelsbreed van de christelüke waarheid" aldus Pius XI. Teeken des tüds: wü kennen allen het hui dige socialisme in zün doel, wü kennen het niet in zün grondslag. Is het socialisme een levensbeschouwing de katholiek kan het niet aanvaarden, wül hü zün eigen levensbeschou wing heeft, die dus niet de socialistische is. Is het socialisme niet een levensbeschouwing, is het alleen een beweging gericht op een be paalde sociaal-economische werkzaamheid, de katholiek tan het evenmin aanvaarden, omdat zün sociaal-economische werkzaamheid onver- brekelük geschakeld is aan de zedenleer, zoo als de Kerk hem die voorhoudt en verklaart, omdat de katholiek „al zün vermogens (behoort te) ontwikkelen en te ontplooien tot eer en glorie van zün Schepper, de plichten van zün bedrüf of van zün beroep getrouw te vervullen en aldus zün tüdelük en eeuwig geluk te be werken" (Q. A. 118). Een afgrond scheidt het katholicisme van het socialisme Wü gelooven, dat de heer Albarda den intocht van katholieke arbeiders in de rijen der socia listen juichend zou begroeten. Niet alleen als machtsvorming, óók omdat hü de geestelüke waarden, dus ook den godsdienst, respecteert. Voor ons echter beteekent iedere overgang naar het socialisme: geestelük verlies, ver vreemding van het Laatste Doel, ondergang. En daarom zullen wü het socialisme be strijden." wezen, kan de Staat niet aantasten. Men is er alleen op uit, om de vorming van den vracht- prüs te onttrekken aan de voor den schipper funeste rein-economische factoren en tegehj- kertüd de ingeslagen misbruiken weg te snü- den. Van liberale züde is ten aanzien van het zieke schippersbedrijf passiviteit bepleit, opdat vanzelf zou wegvallen, wat overbodig is. Maar Minister VERSCHUUR stelde daartegen over op de eerste plaats, dat dit afsterven wei eens in zulk een tempo zou kunnen plaats heb ben, dat bü eenige opleving een tekort aan laadruimte zou blüken te bestaan. Bovendien ontkende hü beslist, dat men dientengevolge een survival of the fittest bereiken zou. Want er zün zeer vele goede schippers, die om prin- cipieele redenen aan de huidige misbruiken weigeren mede te doen. En juist die degelüke elementen zouden dan bezwüken. Dat het gevolg van den maatregel zal zün een nivelleeren van de armoede, ontkent Minis ter Verschuur evenzeer. Want men is juist op een verhooging van het niveau der vrachten uit, verhooging, die mogelük is zonder dat de buitenlandsche concurrentie te hevig wordt. Want daar zün momenteel de vrachten hooger dan hier te lande. Alleen reeds het afsnjden van de misbrui ken achtte de bewindsman een motief, om het ontwerp te aanvaarden. Niet ten onrechte ech ter repliceerde Mr. Goseling hierop met de vraag, waarom dan bij Nota van Wüziging aan de regeling een tüdelük karakter gegeven was. Op de détailbezwaren is Minister Verschuur niet uitvoeriger ingegaan dan hü het in zün Memorie van Antwoord reeds gedaan had. Hü wees daarbü Mr. Goseling o.a. op de gemakke- lüke telefonische communicaties tusschen de bevrachtingscommissies, welke het mo gelük maakt, ingewikkelde vraagstukken, die zich bü retourvracht en driehoeksvaarten voor kunnen doen, in korten tüd op te lossen. Veel moeite om de Kamer mee te krijgen, heeft de Minister per slot niet behoeven te doen, al gaf hü blük, hoe grondig hü zich ook weer in dit onderdeel van zün departement heeft ingewerkt. Zooals reeds vermeld, slechts de libe ralen en de katholieken mr. Goseling en dr. Kortenhorst stemden tegen. Dat de communisten zün voorstel stemden en er goede züden in ge zien hadden, verblüdde 's Ministers hart. Hü had, zoo verklaarde hü niet vriendehjke ironie, al jarenlang gehoopt, dat hem dat nog eens beschoren mocht wezen. Wat te zeggen van de korte behandeling der Curasaosche begrooting, die de Kamer had vast te stellen, omdat de Koloniale Raad daarin tegen 's Gouvemements gevoelen in verschil lende posten gewüzigd heeft en het opper gezag zich bü de zienswüze van den gouverneur heeft aangesloten? De heeren VAN BOET- ZELAER VAN DUBBELDAM, EERDMANS en IJZERMAN roerden vrü onbelangrijke zaken aan, waarvoor gerustelük gezwegen kan wor den, temeer, daar Minister DE GRAAFF er niet diep op inging. Zün opvolger zal aan den précairen toestand van dit gewest veel zorg hebben te wüden. Zonder hoofdelüke stemming en zonder debat zün aanvaard een suppletoire begrooting ten be hoeve van steunverleening aan bollentrekkers in de gemeenten Ter Aar. Alkemade, Nieuwkoop en Woubrugge, waarbü minister VERSCHUUR meedeelde, dat er een ontwerp komt, dat voor de consumptieaardappelen een algemeenen prijs van 25 ct. per H. L. zal waarborgen; en de wü ziging van de Drankwet, die tot voornaamste strekking heeft, dat in artikel 56 een bepaling wordt opgenomen, krachtens welke bü Alge meenen Maatregel van Bestuur de voorwaarden kunnen worden gesteld, waaronder de burge meester toestemming kan verleenen, om in de localiteiten, die over een vergunning of een verlof A beschikken, gelegenheid tot dansen te geven. Bü de groote omwerking van de Drankwet in 1931 heeft mejuffrouw MEYER reeds bü amen dement getracht, deze mogelükheid van be perking van het dansen in de wet te brengen. Haar poging stiet toen af op het bezwaar, dat het Rapport van de Commissie inzake het Dansvraagstuk nog niet was ingediend. Dit is sedertdien geschied. En de Regeering kreeg, nu zü het advies der Commissie opvolgde, met vlag en wimpel de Kamer mee. Mejuffrouw Meyer, die zich hiervoor steeds zeer heeft ingespannen zü was ook lid der Commissie werd met zeker vertoon gecompli menteerd door den in recesstemming verkee renden mr. Marchant, want de Kamer ging uiteen tot 30 dezer. De Eerste Kamer, die Dinsdag de behandeling der begrootingen voortzet, heeft nu de aandacht voor zich alleen. Z. H. Ex. Mgr. H. Paulissen vertrekt 13 dezer naar Rome. Na een verblüf in de Heilige Stad keert Mgr. weder naar het vaderland terug, om einde April naar zün missiegebied van Ku- masi (Afrika), te vertrekken. Waarom maken wü ons toch eigenbjfc zoo dik om de krisis? De oplossing van het heele geval, waarover de geleerdste mannen het van weten schap overladen hoofd schudden, ligt voor de hand, als we maar toetasten willen. En de oplossing van het vraagstuk is heele- maal geen onprettige bezigheid: *t is louter 'n kwestie van eten, drinken, klee- den, uitgaan en vele andere behaaglü'kheden, welke het leven den mensch bieden kan. We moeten ons niets entzeggen en van alles profiteeren, dan behoort morgen aan den dag de krisis tot het verleden. Heeft er eigenhjk wel ooit een aangenamer vraagstuk de menschheid bezig gehouden? De domme massa heeft het aan zichzelf te wüten, als ze in de misère blijft zitten als ze, nota bene, te lamlendig is om zich ter- wille van de oplossing der ergste krisis, welke den geciviliseerden mensch ooit teisterde wat meer levensgeluk te permitteeren. De beste raadgevingen worden met een eigen wijsheid, waarvan juist ons volk het monopo lie schünt te bezitten, in den wind geslagen. Er is gezegd en geschreven: eet meer brood! eet meer visch! eet meer vleesch! eet meer groenten! „iederen dag één glaasje!" voorziet u nü van winter-, voorziet u nü van zomerkleeding! gaat op reis! „reizen is goed koop!" er zün zakenlui, die er reclame mee maken, dat ze hun goederenvoorraad „gestolen" hebben, alleen maar om duidelük te maken, hoe spotgoedkoop ze aan uw hoogste eischen voldoen; andere zakenlui verkondigen, dat de eoncurrenten huilen, als zü uitverkoop hou den, wéér andere leggen de plechtige ver klaring af, dat zü hun spullen „als voor niets" of „cadeau" geven. Oud-minister Posthuma en die kan het toch weten heeft uitgerekend, dat iedere Nederlander per dag maar een klein plakkie kaas behoeft te consumeeren om heel de kri sis in den landbouw pardoes op te lossen, en de burgemeester van Barneveld propageert omwille van de door de krisis gedupeerde pluimveehouders de leuze „Kiest eieren voor uw geld! blijf dit jaar nu eens lang in een Paaschstemming, eet nu eens meer, eet nu eens veel eieren; u zult, gehoor gevende aan mün verzoek, le niet in gewicht achteruit gaan; 2e u niet „tegen" eten; 3e na afloop van uw eierenkuur een tevreden gevoel hebben, dat i zonder opoffering (integendeel, zouden wij zeggen!) vele landgenooten door een moeilüken tüd heeft heengeholpen!" Wist u, dat de oplossing van de krisis zóó hoogst eenvoudig was? En zoo prettig? Wü verwachten nu, dat van stonde af aan alle oprechte Nederlanders zich de luxueuse opoffe ring zullen wollen getroosten, in eendrachtigen zin en met niets-ontziende magen mede te wer ken aan de oplossing van de krisis. -Maar één waarschuwing! Men moet de zaak niet overdrüven! Anders zouden wü heel binnenkort wel eens tot de con clusie kunnen komen, dat we in onze voortva rendheid tien of twintig krisissen tegelük hebben opgelost. En dat is niet de bedoeling. De oplossing van één krisis is voorloopig vol doende. In het gebouw der Groote Sociëteit aan de Langestraat te Enschede had Vrijdag een con ferentie plaats tusschen de directie van Van Heek en Co. en de bestuurders der drie samen werkende arbeidersorganisaties over de invoe ring der tweede 5 pet. loonsverlaging. De conferentie leverde geen resultaat op. De nieuwe verlaging werd door de firma noodza kelijk geacht. Zü zegde echter toe al het moge lüke in het werk te zullen stellen om den werk- tüd, die thans slechts vier dagen per week be draagt, uit te breiden. De minister van Financiën maakt bekend, dat de gelegenheid tot verwisseling van rece pissen der 5pCt. tweede Staatsleening 1932 ter verkrijging van de definitieve obligatiën, be doeld in zün bekendmaking van 8 Nov. 1932, op 24 Maart as. wordt gesloten. De gelegenheid tot verwisseling zal weder worden opengesteld van 5 April as. af ten kan tore van den Agent van het Ministerie van Financiën te Amsterdam, eiken Woensdag van 9—12 uur. De zeereerw. heer pastoor J. Zwart zal Vrü- dag a.s. den dag herdenken, dat hü vóór 35 jaar tot pastoor te Zaandam benoemd werd. Mgr. Dr. B. J. Eras, procurator van t Ne- derlandsch Episcopaat te Rome, verzoekt ons, namens het Centraal Comité te Rome, mede te deelen, dat zü, die buiten het Nationaal Ne- derlandsch Comité om, pelgrimages naar Rome willen organiseeren, daartoe door het Nationaal Comité geautoriseerd moeten zün, omdat zü anders geen recht hebben op audiëntie of bü- woning van plechtigheden. Voor deze aangelegenheid kan men zich in verbinding stellen met Deken Meüer, voorzitter van het Nationaal Comité te Asten. Z. H Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week alléén Donderdag, Vrijdag en Zaterdag audiëntie verleenen. Naar aanleiding van zün verjaardag zal Z. H. Exc. de Bisschop op Dinsdag 14 Maart recep tie verleenen van 11 tot 12 uur voor de leeken, eerw. zusters en broeders en voor geestelüken van 12 tot 1 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5