Schippersellende verzacht
Van de Perstribune
Prikkeldraad
Is vasten een verouderd gebruik?
Handelspolitieke
problemen
DE VRACHTVERDEELING
GOEDGEKEURD
ZATERDAG IX MAART
De drankwet gewijzigd
Hoogst eenvoudig
Malaise in de textiel
industrie
LEEKEPREEKEN
EEN LUCHTSCHEPENDIENST
Dr. Eckener acht die gedurende
het geheel jaar mogelijk
ENGELSCHE TROEPEN IN ROERIG BENGALEN
Engelsche infanterie bij een marsch door Midnapore.
De aankomst der troepen had een rustige uitwerking
op de bevolking
TWEEDE KAMER
Curagaosche begrooting en het
ontwerp tot steun aan bollen-
trekkers aanvaard
Tegen misbruiken
Na het congres der S.D.A.P.
Detailbezwaren
Curagaosche begrooting
Bollentrekkers en drankwet
Mgr. H. Paulissen naar Rome
Tweede loonsverlaging bij Van
Heek Co. te Enschedé
TWEEDE STAATSLEENING '32
Verwisseling van recepissen
PASTOOR ZWART
35 jaar te Zaandam
HET HEILIG JAAR
AUDIËNTIE
De vorige week is volgens den kalender in
de Katholieke Kerk de „groote vasten" begon
nen. Hoe onkatholiek onze maatschappij ook
geworden is, in het uiterlijk bewaart zij nog
altijd een christelijk karakter: de Zondagen,
Paschen, Pinksteren en Kerstmis worden her
dacht, zij het dan niet op kerkelijke wijze. En
carnaval en „halfvasten" worden niet vergeten!
Waarom zou men ook niet van den godsdienst
het prettige afroomen en het minder aangename
aan de zoogenaamde „vromen" overlaten? Daar
zijn bijvoorbeeld de bals masqué's in Februari.
Het zou zonde en jammer zijn om daar niet
aan mee te doen. De bedoeling is wel, om met
het carnaval het wereldsche leven af te sluiten
en den „besloten tüd" in te luiden; maar hoe
kan men nu van een modem mensch eischen
zeven weken lang in ernstige overpeinzingen
door te brengen? Vroeger onthield de christen
wereld zich zelf al dien tijd van vleesch en
kromp zijn maaltijden tot een minimum in.
Maar met zulke middeleeuwsche gebruiken kun
nen wij ons natuurlijk in het geheel niet meer
ophouden. Trouwens de Kerk zelf handhaaft
die zoogenaamde vasten nog slechts formeel;
feitelijk heeft iedereen een reden om zich ont
slagen te achten. Zoo heeft ook hier de Katho
lieke Kerk weer getoond met haar tijd mee te
gaan!
Ziedaar kort samengevat een meening, die
men heden ten dage niet enkel onder niet-
katholieken maar ook onder vele geloofsgenoo-
ten kan hooren verkondigen; een meening,
welke wel in allerlei nuances wordt geuit, maar
waarvan de ondertoon steeds dezelfde is: vasten
is niets meer voor den modernen tijd!
Dat zulk een meening post kan vatten be
hoeft niet te verwonderen. Wij weten van den
ouden tijd, dat er zeer streng werd gevast; dat
de vastenwetten geleidelijk aan zijn verzacht en
inderdaad geheel aan onzen tijd zijn aangepast.
In het dagelijksche leven is er van een besloten
tijd niet veel te bemerken. Zoo is het verklaar
baar, dat velen hun wensch tot feit maken en
in hun gedachtengang de Kerk een pluimpje
geven, die in dezen tijd aan middeleeuwsche
practijken feitelijk een einde heeft gemaakt.
Toch mankeert heel wat aan deze redenee
ring en het is niet erg waarschijnlijk, dat de
Kerk ooit tot afschaffing van de vasten- en
onthoudingswet zal overgaan. Op de eerste
plaats is het niet waar, dat deze kerkelijke
wetten nog maar formeele beteekenis zouden
hebben. Er is voor dispensatie van de vastenwet
nog wel degelijk een gegronde reden noodig. En
duizenden houden zich daaraan dan ook. Er is
zeker een aanmerkelijk verschil met vroeger.
Het jachtende leven heeft velen ongeschikt ge
maakt om in den eigenlijken zin van het woord
te vasten. De levensgewoonten zijn ook zoo
totaal veranderd. Wanneer wij lezen, welke
groote hoeveelheden voedsel onze voorouders
konden verorberen en wij vergelijken daarnaast
de soberheid, die de meeste hard werkende
hoofd- en handarbeiders tegenwoordig betrach
ten, dan begrijpen wij, dat vroeger het voor
schrift van „slechts éénmaal daags een vollen
maaltijd te gebruiken" een zwaren eisch betee-
kende, terwijl thans duizenden ook buiten de
vasten zich zelden aan meer te buiten gaan.
Er is in dit opzicht dus geen sprake van een
verslapping van de wet, maar veeleer van ver
anderde levensgewoonten, gevolg van een ver
zwakte menschelijke constitutie. Wanneer nu
eens na jaren mocht blijken, dat het sportieve
geslacht van thans sterker gaat worden, of dat
door inkrimping van den arbeidsduur of andere
economische oorzaken het zenuwsloopende van
de moderne techniek afneemt; wanneer in één
woord, om welke reden ook, het uithoudings
vermogen van den gemiddelden mensch groo-
ter mocht blijken, dan zou het verschil tusschen
een tijd van vasten, tusschen den besloten en
den open tijd, weer veel sterker uitkomen. En
ook de Kerk zou dan vermoedelijk de verzach
tingen van de laatste tientallen jaren wel weer
geleidelijk aan terugnemen.
Uit een en ander volgt, dat men heel ver
keerd doet met het trekken van algemeene
conclusies uit verschijnselen, die men in het
algemeen waarneemt. In hoeverre iemand onder
een vasten- en (of) onthoudingswet valt is
zuiver individueel. Den eenen tüd zullen er veel
meer menschen kunnen vasten dan een anderen
tüd. Denk eens aan de distributieperiode in den
oorlog; aan tüden van groote epidemieën e. d.
Ook kan de één in zijn omgeving veel meer
zwakken, veel meer gedispenseerden ontmoeten
dan een ander. Uit zulke tijdelijke en toevallige
omstandigheden te besluiten „het vasten is
blijkbaar niet meer iets voor onzen tijd", is een
groote dwaling.
Wij hebben reden om hierop met klem den
nadruk te leggen. Het feit, dat zeer veel men
schen, vooral van middelbaren leeftijd, in onzen
tüd terecht van de vastenwet worden ontslagen
eri dat de Kerk het juist oordeelt om de wet
te verzachten, heeft velen geheel ten onrechte
in den waan gebracht, dat er een hemelsbreed
verschil is tusschen de verplichting van op Zon
dag de H. Mis te hooren of Vrüdags geen
vleesch te eten en het onderhouden van de
vastenwet. In wezen is daar echter in het geheel
geen verschil tusschen. Zondags mis hooren,
Vrüdags onthouden van vleeschspüzen zün ge
lijke kerkeüjke verplichtingen als het onder
houden van de vastenwet. Voor niet nakoming
moeten zeer deugdelüke, geldige redenen aan
wezig zün.
Wanneer wü deze hoe langer hoe meer veld
winnende misvatting hebben recht gezet, mogen
wij hieraan nog een woord over de beteekenis
Van het vasten zelf toevoegen.
Christus Zelf heeft in Zijn openbaar leven
heel weinig over dit onderwerp gezegd. Eenige
malen wordt den farizeërs verweten, dat zij
uitwendig vrome dingen doen als vasten en
aalmoezen geven, maar inwendig vol verrotting
zün. Slechts éénmaal heeft Jezus zich over het
Vasten uitgelaten en wel, toen de leerlingen van
Joannes den Dooper en de farizeërs Hem vroe
gen, waarom de apostelen geen boetedoening
pleegden. Volgens de wet van Mozes behoefde
er slechts één vastendag onderhouden te wor
den en natuurlük hielden de leerlingen van
Jezus dit voorschrift. Maar de schriftgeleerden
hadden allerlei afzonderlüke boetplegingen in
gevoerd en ook Joannes' discipelen vastten
streng. Het lag dus min of meer voor de hand,
dat tot Christus de vraag werd gesteld: waarom
plegen Uw leerlingen geen boetvaardigheid? Het
antwoord is zóó diepzinnig, dat de toehoorders
het wel niet ten volle zullen begrepen hebben.
Jezus zeide: „Kunnen des bruigoms kinderen
wel vasten, terwijl de bruigom bij hen is?
Neen, maar er zullen dagen komen, dat de brui
gom van hen zal weggenomen zijn, en in die
dagen zullen zü boete plegen!"
Deze gelükenis sloeg op een Joodsch gebruik
bü huwelüksplechtigheden. De vrienden van den
bruigom (de bruigom's kinderen genaamd) vier
den met den huwelijkscandidaat feest tot het
laatste uur van zün vrügezellenstaat. En eerst
na het afscheid treurden zij over den verloren
vriend. Christus wilde dus zeggen: zoolang Ik
bij Mün leerlingen ben behoeven zü niet te
treuren; de tüd komt echter, dat zü vele tranen
om mü zullen storten!
En ongevraagd voegde Jezus hieraan nog een
merkwaardige uitspraak toe. Waarom nam
Christus de boetplegingen van de joden niet
over; waarom prees Hü die niet of hervormde
ze desnoods? Het antwoord is voor ons van
groote beteekenis: „Niemand zet een nieuw
gesponnen lap op een oud kleed, anders zal
èn het nieuwe stuk gaan en het oude zal verder
afscheuren. En niemand giet verschen wün in
oude zakken; anders zal de nieuwe wijn de zak
ken doen barsten en hü zal wegvloeien en de
zakken zullen verloren gaan. Maar verschen
wün giete men in nieuwe zakken en beide blü-
ven samen bewaard."
Voor ons, die de vervulling der tüden en der
profetieën beleven, is deze vergelüking dui
delijk. Christus kwam niet het Jodendom her
vormen (geen nieuwen lap op een oud kleed
zetten), maar Hü kwam een nieuwe heilsorde
stichten, n.m. de algemeen christelijke of katho
lieke kerk. Die kerk zou, wanneer haar Stich
ter ten Hemel was gevaren, nieuwe gebruiken
invoeren. De oude Wet zou worden afgeschaft;
in plaats van het bloed van bokken en stieren,
zou een onbloedig offer worden opgedragen; de
christelijke boetvaardigheid zou de vastendagen
der farizeeërs vervangen.
Hiermee is tevens het recht en de plicht der
Kerk aangegeven, om den geloovigen boetple
gingen op te leggen. Christus heeft voorspeld,
dat Zün Kerk dit zou doen en Zün voorspel
lingen hielden tevens een instemming in. Bo
vendien heeft Hü bü een andere gelegenheid
zeer gestreng verklaard: Tenzü gü boetvaardig
heid doet, zult gü allen gelükelük omkomen.
Aan den individueelen mensch kan echter de
bepaling der boetpleging niet worden overge
laten. Zün zinnelüke natuur zal hem maar al
te gemakkelük influisteren: nu is het genoeg!
Zooals in iedere goed geordende maatschappü
moeten de wetten van boven af geregeld worden.
Zoo zün in de Kerk de vastenwetten ontstaan.
Maar in tegenstelling met de verworden Jood-
sche wetgeving is de vastenwet der Katholieke
Kerk niet gericht op uiterlükheden, maar om
door versterving der zinnen te komen tot boet
vaardigheid, tot inkeer in zichzelf, tot berouw
over de zonden en verbetering van levenswandel.
Daarin ligt het geheim van de zoogenaamde
soepelheid der Katholieke Kerk. Zü is in tegen
stelling met wat haar tegenstanders haar trach
ten aan te wrüven, afkeerig van louter vormen
dienst. Zü neemt het woord van den profeet
over: verscheurt uwe harten en niet uw klee
deren! En met haren Stichter vermaant zü ons:
brengt waarachtige vruchten van boetvaardig
heid voort! Daarmee worden allen onder de wet
gevat: sterken en gezonden vinden in de vas
tenwet normen om door lichamelüke versterving
tot innerlü'ke rouwmoedigheid te komen; zieken
en zwakken worden vermaand om wat aan hun
wettelüke boetpleging mocht ontbreken, door
gebed, aalmoezen en andere goede werken aan
te vullen, opdat zü uiteindelük niet minder boet
vaardigheid doen en hun ziel geen schade lüde.
Want daarom gaat het uiteindelük: niet om
een boterham meer of minder, maar om in
dezen besloten tüd in ons zelf te keeren en
straks voor het Paaschfeest den ouden zuur-
deesem uit te zuiveren.
Bekeert u en verlaat uwe goden! Deze roep
van den profeet Ezechiel is ook de zin van de
vastenwet der Katholieke Kerk. Verlaat uw
goden! Hoevele hebben wü er niet? Wanneer wü
in onzen gouddorst, onze zinnebjkheid, onze
eer- en heerschzucht, in één woord, in al onze
dagelüksche üdelheden onze afgoden zien, hoe
veel reden heeft dan niet ieder onzer om den
tüd van boete aan te vatten teneinde de kracht
te verkrügen om onze goden den rug toe te
keeren.
NASCHRIFT. Wü ontvingen nog brieven
over onze laatste artikelenreeks met verzoek
hierop in deze rubriek te antwoorden. Wü kun
nen echter niet mét hetzelfde onderwerp door
gaan en verzoeken de inzenders voorzoover zij
ons anoniem schreven, naam en adres bekend
te maken. Wü zullen hun dan schriftelük ant
woorden.
HOMO SAPIENS
Een vertegenwoordiger van het te Frie-
drichshafen verschünende „Seeblatt" had een
interview met den dezer dagen aldaar van zün
studiereis naar Nederlandsch-Indië terug
gekeerden Dr. Eckener over de resultaten van
zün reis en de mogelükheid van het instellen
van een luchtschependienst tusschen Neder
land en Nederlandsch-Indië.
Dr. Eckener verklaarde op zün reis belang
rijke gegevens te hebben verzameld over de
seizoenen, waarin de climatologische omstan
digheden voor luchtschipvaarten in de tropen
het gunstigst waren en de verschillende snel
heden, die men in de verschillende omstandig
heden als gemiddelde kon beschouwen.
Hü achtte het doelmatig om bü instelling
van een vasten dienst op de helft van het on
geveer 13.000 K. M. lange traject, ongeveer in
de buurt van Kaap Guardafui aan de Roode
Zee bü de Golf van Aden een tussclienlan-
dingsstation met ankermast aan te leggen. De
te gebruiken luchtschepen zouden van het
zelfde type als de „Graf Zeppelin" en de
nieuwste aanbouw kunnen zün. De Neder-
landsche regeering zal thans hierover een be
slissing moeten nemen.
Indien men de reis zou laten beginnen er
gens aan de Middellandsche Zee, door daar
een vertrekhaven aan te leggen die ook voor
de luchtschependiensten over den Atlanti-
schen Oceaan gebruikt zou kunnen worden,
zou men over het traject naar Sumatra of Ja
va 4 y3 a 5 dagen doen waarover de mailsche
pen thans 21 dagen doen. Dr. Eckener achtte
het mogelijk gedurende het geheele jaar een
dienst in beide richtingen te onderhouden. In
dien Nederland zich luchtschepen zou willen
aanschaffen, zouden deze voorloopig waar-
schünlük te Friedrichshafen gebouwd moeten
worden. De technische resultaten van Dr.
Eckeners studiereis zouden dan bü wüze van
proef eerst op een luchtschip moeten worden
overgebracht.
Dat het spreken en schrijven over handels
politieke vraagstukken zoo moeilük is, speciaal
hier in Nederland, komt voort uit de vrijhan-
delstraditie, die in ons dierbaar vaderland van
ouds een zoo groote rol speelt. Maar verder
is niet te ontkennen, dat bü het nemen van
bepaalde handelspolitieke maatregelen de be
langentegenstellingen steeds tot uiting komen.
Wel zün deze dikwijls niet meer dan schjjn-
baar, doch dit wordt door de belanghebbende
groepen maar al te dikwüls over het hoofd ge
zien.
Kunnen we er met onze traditioneele han
delspolitiek in de toekomst komen?
Dit hangt af van de opvattingen, die men
huldigt over het karakter van de tegenwoor
dige krisis.
Acht men deze slechts tüdelük en verwacht
men binnen afzienbaren tüd weer een herstel
van den ouden toestand, dan zouden we kun
nen volstaan met hier en daar steun te ver-
leenen, waar de noodtoestand het hoogst is.
Men houdt het bestaande productieapparaat
dan zooveel mogelük in stand om bü een ver
betering van den toestand paraat te zün.
Staat men echter op het ons inziens juiste
standpunt, dat van deze krisis tal van struc
tuurveranderingen het gevolg zullen zün, dan
beziet men het vraagstuk van de handelspoli
tiek vanzelfsprekend met geheel andere oogen.
Wat deze structuurveranderingen betreft,
wüzen we wat Nederland betreft op de toene
mende beteekenis van de industrie in verhou
ding tot handel en scheepvaart. Verder is wat
de industrie betreft de beteekenis van de bin-
nenlandsche markt steeds grooter geworden.
Dit laatste geldt trouwens ook voor den land
bouw. Nog te veel wordt hier eenzüdig de
nadruk gelegd op den export. Let men verder
op de industrialiseering van Azië en Rusland
en op de technische ontwikkeling met haar
talrüke problemen, dan is het duidelük, dat
ook de ekonomische structuur van Nederland
daardoor in den grond is veranderd. We on
derschrijven dan ook volkomen de meening
van Dr. Regout, die in een interessant artikel
over de handelspolitiek in de Econ. Statistische
berichten van deze week, zegt: „Er is waar
lijk niet te denken, dat de aanpassing
van het internationale ruilverkeer aan dit al
les en de terugkeer tot de vroegere betrekke-
üjke vrüheid van ruilverkeer slechts een
kwestie zou zün van enkele jaren."
Van pogingen om internationaal tot ver
mindering der handelsbelemmeringen te ko
men, verwacht niemand na de talrüke reeds
gehouden en mislukte conferenties nog eenig
heil. Het scepticisme ten opzichte van de te
houden ekonomische wereldconferentie te Lon
den is zoo goed als algemeen. Wat op groote
schaal niet mogelijk is gebleken, is echter mis
schien wel te bereiken op kleineren voet. Dit
Ijkt ons dan ook de constructieve gedachte
opgesloten in het systeem van de regionale
verdragen. Aansluiting zoeken bü gelükgezin-
den en door het wederzüdsch toestaan van
concessies aan het ekonomisch leven lucht pro-
beeren te geven. Tractaten dus, gebaseerd op
het strikte beginsel van wederkeerigheid, het
do ut des (ik geef om.... te krijgen) begin
sel. Het lükt ons, dat in de conventie van
Ouchy deze wederkeerigheidsgedachte nog te
weinig tot uiting komt.
Nederland is nog veel te deemoedig, ook te
genover staten, die hunnerzjds Nederland
niet in het minst tegemoetkomen. Opgegeven
zal dus moeten worden de onbeperkte meestbe-
gunstiging, als hoeksteen onzer handelspoli
tiek. Dit lükt ons allerminst een bezwaar.
We moeten noodzakelükerwüze zoeken naar
de beste middelen om het groote doel te be
reiken: het verzekeren van een zoo groot mo
gelijke welvaart aan zooveel mogelük men
schen.
DEN HAAG, 10 Maart.
Is het ontwerp, dat in de binnenvaart aan de
teugellooze concurrentie een einde bedoelt te
maken en daartoe de bevrachting voortaan over
bevrachtingscommissies loopen doet, te haas
tig behandeld? Niet slechts van liberale züde,
waar men tóch zou hebben tegen gestemd, is
het gezegd. Want Mr. GOSELING bü de
stemming gesecondeerd door Dr. KORTEN.
HORST baseerde juist déérop zün groot
bezwaar, dat er tusschen het binnenkomen van
de Memorie van Antwoord en de openbare be
handeling te weinig tüd verloopen is, om nog
eens grondig de mérites der ontworpen regeling
te bezien en mogelük amendementen te over
wegen.
De Kamer heeft zich niettemin met groote
meerderheid 63 tegen 7 stemmen aan
's Ministers züde gesteld. Al stonden de gehou
den redevoeringen niet op een hoog peil men
sprak wel eens te gemakkelük over bedenkin
gen heen 's Ministers betoog kon als degelük
worden gewaardeerd, mits men met hem aan
de in te stellen commissie de gave toeschrijft
om de geopperde bezwaren in de practük tot zoo
gering mogelüke proporties te reduceeren. Mr.
Goseling stond daartegenover nogal sceptisch,
doch van den anderen kant dient toch wel bü
de beoordeeling van dit ontwerp voortdurend
in de gedachte gehouden, dat de belangen van
handel en nüverheid, die men in ongemotiveer
de mate aangetast acht, in deze regeling onder
de hoede staan van eigen vertegenwoordigers
in de Bevrachtingscommissies. Bovendien wor
den deze commissies samengesteld door de
Kamers van Koophandel en Fabrieken, organen
van handel en nijverheid. Zoo zullen deze com
missies rongetwüfeld bü de vaststelling de
vrachttarieven rekening houden met de concur
rentie van buitenlandsche havens, zoo zullen
zü natuurlük ook, want anders streeft men het
doel der wet voorbü, zorgen, dat de vrachten
niet uitreiken boven het niveau, waarop de
concurrentie door andere transportmiddelen zün
kans krijgt.
Minister Verschuur heeft zün regeling geken
schetst als het wegnemen van bü komende
kwalen. De hoofdoorzaak der schippersellende.
crisis en structureele wjziging van het vervoer-
In „De Tüd op Zondag" van deze week komt
naar aanleiding van ir. Albarda's rede op het
congres der S.D.A.P. te Nü'megen een zeer le
zenswaardige beschouwing voor over den af
grond, die het katholicisme van het socialisme
scheidt. Na te hebben gewezen op het verschil
van persoonlükheid tusschen Troelstra en den
tegenwoordigen partü-leider, vervolgt de schrij
ver aldus:
„Eh toch moet het den heer Albarda iets
zeggen, dat zelfs de meest vooruitstrëvenden
onder ons waarschuwen tegen het socialisme,
waarschuwen tegen de socialistische praktük.
waarschuwen tegen de socialistische theorie.
Tegen de praktük: wü behoeven tegenover
den heer Albarda niet de leer van het milieu
uiteen te zetten. Welnu, hoe zün de nobele be
doelingen van den heer Albarda in overeen
stemming te brengen met de socialistische lec
tuur, met „de Notenkraker" büvoorbeeld of met
de bijna dagelijks in „Het Volk" verschünende
smaad-artikelen jegens onze priesters. Zij val
len geen geloofsartikelen aan, neen, maar
wel hoonen zü dag aan dag en onverdiend onze
geestelüke leiders en onze instellingen. Er be
staat ook nog zoo iets als een socialistische sfeer
zü is moordend voor de katholieke psyche
Trouwens laat de ervaring spreken: wie van
de katholieken, die socialist geworden zün
heeft zün Geloof behouden? Wü kennen er niet
één van de, helaas, vele.
Tegen de theorie: waaraan ontleent de S.D.
A.P. de normen van de rechtvaardigheid, waar
ligt voor haar de bron der naastenliefde?
„Machtsvorming" was het parool, dat op het
Nümeegsche congres uitgegeven werd. Kan
macht ooit norm zün van de rechtvaardigheid?.
De katholieke arbeiders in de socialistische ge
lederen: dat beteekent hoogstens dat zü onge
stoord naar de kerk kunnen gaan beteekent
het óók, dat zü de sociale en economische op
vattingen van het socialisme mogen toetsen aan
de zedenleer der Katholieke Kerk? Zoo neen,
waar blüft hun katholicisme, zoo ja, zij zul
len de socialistische gelederen moeten verlaten.
Want „de opvatting, die het socialisme heeft
van de maatschappü en van de sociale natuur
van den mensch verschilt hemelsbreed van de
christelüke waarheid" aldus Pius XI.
Teeken des tüds: wü kennen allen het hui
dige socialisme in zün doel, wü kennen het
niet in zün grondslag. Is het socialisme een
levensbeschouwing de katholiek kan het niet
aanvaarden, wül hü zün eigen levensbeschou
wing heeft, die dus niet de socialistische is.
Is het socialisme niet een levensbeschouwing,
is het alleen een beweging gericht op een be
paalde sociaal-economische werkzaamheid, de
katholiek tan het evenmin aanvaarden, omdat
zün sociaal-economische werkzaamheid onver-
brekelük geschakeld is aan de zedenleer, zoo
als de Kerk hem die voorhoudt en verklaart,
omdat de katholiek „al zün vermogens (behoort
te) ontwikkelen en te ontplooien tot eer en
glorie van zün Schepper, de plichten van zün
bedrüf of van zün beroep getrouw te vervullen
en aldus zün tüdelük en eeuwig geluk te be
werken" (Q. A. 118).
Een afgrond scheidt het katholicisme van het
socialisme
Wü gelooven, dat de heer Albarda den intocht
van katholieke arbeiders in de rijen der socia
listen juichend zou begroeten. Niet alleen als
machtsvorming, óók omdat hü de geestelüke
waarden, dus ook den godsdienst, respecteert.
Voor ons echter beteekent iedere overgang
naar het socialisme: geestelük verlies, ver
vreemding van het Laatste Doel, ondergang.
En daarom zullen wü het socialisme be
strijden."
wezen, kan de Staat niet aantasten. Men is er
alleen op uit, om de vorming van den vracht-
prüs te onttrekken aan de voor den schipper
funeste rein-economische factoren en tegehj-
kertüd de ingeslagen misbruiken weg te snü-
den.
Van liberale züde is ten aanzien van het
zieke schippersbedrijf passiviteit bepleit, opdat
vanzelf zou wegvallen, wat overbodig is.
Maar Minister VERSCHUUR stelde daartegen
over op de eerste plaats, dat dit afsterven wei
eens in zulk een tempo zou kunnen plaats heb
ben, dat bü eenige opleving een tekort aan
laadruimte zou blüken te bestaan. Bovendien
ontkende hü beslist, dat men dientengevolge
een survival of the fittest bereiken zou. Want
er zün zeer vele goede schippers, die om prin-
cipieele redenen aan de huidige misbruiken
weigeren mede te doen. En juist die degelüke
elementen zouden dan bezwüken.
Dat het gevolg van den maatregel zal zün
een nivelleeren van de armoede, ontkent Minis
ter Verschuur evenzeer. Want men is juist op
een verhooging van het niveau der vrachten
uit, verhooging, die mogelük is zonder dat de
buitenlandsche concurrentie te hevig wordt.
Want daar zün momenteel de vrachten hooger
dan hier te lande.
Alleen reeds het afsnjden van de misbrui
ken achtte de bewindsman een motief, om het
ontwerp te aanvaarden. Niet ten onrechte ech
ter repliceerde Mr. Goseling hierop met de
vraag, waarom dan bij Nota van Wüziging aan
de regeling een tüdelük karakter gegeven was.
Op de détailbezwaren is Minister Verschuur
niet uitvoeriger ingegaan dan hü het in zün
Memorie van Antwoord reeds gedaan had. Hü
wees daarbü Mr. Goseling o.a. op de gemakke-
lüke telefonische communicaties tusschen
de bevrachtingscommissies, welke het mo
gelük maakt, ingewikkelde vraagstukken, die
zich bü retourvracht en driehoeksvaarten voor
kunnen doen, in korten tüd op te lossen.
Veel moeite om de Kamer mee te krijgen,
heeft de Minister per slot niet behoeven te
doen, al gaf hü blük, hoe grondig hü zich ook
weer in dit onderdeel van zün departement heeft
ingewerkt. Zooals reeds vermeld, slechts de libe
ralen en de katholieken mr. Goseling en dr.
Kortenhorst stemden tegen. Dat de communisten
zün voorstel stemden en er goede züden in ge
zien hadden, verblüdde 's Ministers hart. Hü
had, zoo verklaarde hü niet vriendehjke ironie,
al jarenlang gehoopt, dat hem dat nog eens
beschoren mocht wezen.
Wat te zeggen van de korte behandeling der
Curasaosche begrooting, die de Kamer had vast
te stellen, omdat de Koloniale Raad daarin
tegen 's Gouvemements gevoelen in verschil
lende posten gewüzigd heeft en het opper
gezag zich bü de zienswüze van den gouverneur
heeft aangesloten? De heeren VAN BOET-
ZELAER VAN DUBBELDAM, EERDMANS en
IJZERMAN roerden vrü onbelangrijke zaken
aan, waarvoor gerustelük gezwegen kan wor
den, temeer, daar Minister DE GRAAFF er
niet diep op inging. Zün opvolger zal aan den
précairen toestand van dit gewest veel zorg
hebben te wüden.
Zonder hoofdelüke stemming en zonder debat
zün aanvaard een suppletoire begrooting ten be
hoeve van steunverleening aan bollentrekkers
in de gemeenten Ter Aar. Alkemade, Nieuwkoop
en Woubrugge, waarbü minister VERSCHUUR
meedeelde, dat er een ontwerp komt, dat voor
de consumptieaardappelen een algemeenen prijs
van 25 ct. per H. L. zal waarborgen; en de wü
ziging van de Drankwet, die tot voornaamste
strekking heeft, dat in artikel 56 een bepaling
wordt opgenomen, krachtens welke bü Alge
meenen Maatregel van Bestuur de voorwaarden
kunnen worden gesteld, waaronder de burge
meester toestemming kan verleenen, om in de
localiteiten, die over een vergunning of een verlof
A beschikken, gelegenheid tot dansen te geven.
Bü de groote omwerking van de Drankwet in
1931 heeft mejuffrouw MEYER reeds bü amen
dement getracht, deze mogelükheid van be
perking van het dansen in de wet te brengen.
Haar poging stiet toen af op het bezwaar, dat
het Rapport van de Commissie inzake het
Dansvraagstuk nog niet was ingediend. Dit is
sedertdien geschied. En de Regeering kreeg, nu
zü het advies der Commissie opvolgde, met
vlag en wimpel de Kamer mee.
Mejuffrouw Meyer, die zich hiervoor steeds
zeer heeft ingespannen zü was ook lid der
Commissie werd met zeker vertoon gecompli
menteerd door den in recesstemming verkee
renden mr. Marchant, want de Kamer ging
uiteen tot 30 dezer.
De Eerste Kamer, die Dinsdag de behandeling
der begrootingen voortzet, heeft nu de aandacht
voor zich alleen.
Z. H. Ex. Mgr. H. Paulissen vertrekt 13 dezer
naar Rome. Na een verblüf in de Heilige Stad
keert Mgr. weder naar het vaderland terug,
om einde April naar zün missiegebied van Ku-
masi (Afrika), te vertrekken.
Waarom maken wü ons toch eigenbjfc
zoo dik om de krisis?
De oplossing van het heele geval,
waarover de geleerdste mannen het van weten
schap overladen hoofd schudden, ligt voor
de hand, als we maar toetasten willen.
En de oplossing van het vraagstuk is heele-
maal geen onprettige bezigheid:
*t is louter 'n kwestie van eten, drinken, klee-
den, uitgaan en vele andere behaaglü'kheden,
welke het leven den mensch bieden kan.
We moeten ons niets entzeggen en van alles
profiteeren, dan behoort morgen aan den dag
de krisis tot het verleden.
Heeft er eigenhjk wel ooit een aangenamer
vraagstuk de menschheid bezig gehouden?
De domme massa heeft het aan zichzelf te
wüten, als ze in de misère blijft zitten als
ze, nota bene, te lamlendig is om zich ter-
wille van de oplossing der ergste krisis, welke
den geciviliseerden mensch ooit teisterde
wat meer levensgeluk te permitteeren.
De beste raadgevingen worden met een eigen
wijsheid, waarvan juist ons volk het monopo
lie schünt te bezitten, in den wind geslagen.
Er is gezegd en geschreven: eet meer brood!
eet meer visch! eet meer vleesch! eet
meer groenten! „iederen dag één glaasje!"
voorziet u nü van winter-, voorziet u nü van
zomerkleeding! gaat op reis! „reizen is goed
koop!" er zün zakenlui, die er reclame mee
maken, dat ze hun goederenvoorraad „gestolen"
hebben, alleen maar om duidelük te maken,
hoe spotgoedkoop ze aan uw hoogste eischen
voldoen; andere zakenlui verkondigen, dat
de eoncurrenten huilen, als zü uitverkoop hou
den, wéér andere leggen de plechtige ver
klaring af, dat zü hun spullen „als voor niets"
of „cadeau" geven.
Oud-minister Posthuma en die kan het
toch weten heeft uitgerekend, dat iedere
Nederlander per dag maar een klein plakkie
kaas behoeft te consumeeren om heel de kri
sis in den landbouw pardoes op te lossen,
en de burgemeester van Barneveld propageert
omwille van de door de krisis gedupeerde
pluimveehouders de leuze „Kiest eieren voor
uw geld! blijf dit jaar nu eens lang in een
Paaschstemming, eet nu eens meer, eet nu eens
veel eieren; u zult, gehoor gevende aan mün
verzoek, le niet in gewicht achteruit gaan; 2e
u niet „tegen" eten; 3e na afloop van uw
eierenkuur een tevreden gevoel hebben, dat i
zonder opoffering (integendeel, zouden wij
zeggen!) vele landgenooten door een moeilüken
tüd heeft heengeholpen!"
Wist u, dat de oplossing van de krisis zóó
hoogst eenvoudig was? En zoo prettig?
Wü verwachten nu, dat van stonde af aan alle
oprechte Nederlanders zich de luxueuse opoffe
ring zullen wollen getroosten, in eendrachtigen
zin en met niets-ontziende magen mede te wer
ken aan de oplossing van de krisis.
-Maar één waarschuwing!
Men moet de zaak niet overdrüven! Anders
zouden wü heel binnenkort wel eens tot de con
clusie kunnen komen, dat we in onze voortva
rendheid tien of twintig krisissen tegelük hebben
opgelost.
En dat is niet de bedoeling.
De oplossing van één krisis is voorloopig vol
doende.
In het gebouw der Groote Sociëteit aan de
Langestraat te Enschede had Vrijdag een con
ferentie plaats tusschen de directie van Van
Heek en Co. en de bestuurders der drie samen
werkende arbeidersorganisaties over de invoe
ring der tweede 5 pet. loonsverlaging.
De conferentie leverde geen resultaat op. De
nieuwe verlaging werd door de firma noodza
kelijk geacht. Zü zegde echter toe al het moge
lüke in het werk te zullen stellen om den werk-
tüd, die thans slechts vier dagen per week be
draagt, uit te breiden.
De minister van Financiën maakt bekend,
dat de gelegenheid tot verwisseling van rece
pissen der 5pCt. tweede Staatsleening 1932 ter
verkrijging van de definitieve obligatiën, be
doeld in zün bekendmaking van 8 Nov. 1932,
op 24 Maart as. wordt gesloten.
De gelegenheid tot verwisseling zal weder
worden opengesteld van 5 April as. af ten kan
tore van den Agent van het Ministerie van
Financiën te Amsterdam, eiken Woensdag van
9—12 uur.
De zeereerw. heer pastoor J. Zwart zal Vrü-
dag a.s. den dag herdenken, dat hü vóór 35
jaar tot pastoor te Zaandam benoemd werd.
Mgr. Dr. B. J. Eras, procurator van t Ne-
derlandsch Episcopaat te Rome, verzoekt ons,
namens het Centraal Comité te Rome, mede te
deelen, dat zü, die buiten het Nationaal Ne-
derlandsch Comité om, pelgrimages naar Rome
willen organiseeren, daartoe door het Nationaal
Comité geautoriseerd moeten zün, omdat zü
anders geen recht hebben op audiëntie of bü-
woning van plechtigheden.
Voor deze aangelegenheid kan men zich in
verbinding stellen met Deken Meüer, voorzitter
van het Nationaal Comité te Asten.
Z. H Exc. de Bisschop van Haarlem zal
de volgende week alléén Donderdag, Vrijdag
en Zaterdag audiëntie verleenen.
Naar aanleiding van zün verjaardag zal Z.
H. Exc. de Bisschop op Dinsdag 14 Maart recep
tie verleenen van 11 tot 12 uur voor de leeken,
eerw. zusters en broeders en voor geestelüken
van 12 tot 1 uur.