Zij, die nooit gewerkt hebben
p
Md veéaal mn den daa
fa
Als lam geslagen!
AKKER.CACHETS
I HET
I GROOTE
I AVONTUUR
MODESHOW
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Wie stevig in zijn schoenen wil staan
Hij trekke ROBINSONschoenen aan
Alle abonné's sySS?
VRIJDAG 17 MAART
CRISISSLACHTOFFERS
Gedwongen niets-doen
Muizenbestrijding in
Parijs
Bank voor doktoren
De kennismaking
Nieuw vliegtuig
Zijn stieren kleuren
blind?
huwelijk
De bibliotheek van
Napoleon
Genezing van kanker
door slangengif?
In Duitschland zijn ongeveer
twee mülioen jeugdige
werkloozen
In Duitschland
Ellendige gevolgen
Hoe zij haar betrekking
kreeg
IS voc
Wat Sydney Franklin beweert
Pierre T brut' IHet uitgestelde
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Zij die nooit gewerkt hebben, kunnen velen
zijn. Gewoonlijk denkt men allereerst aan
de weeldemenschen, die een tijd van het
jaar doorbrengen in Zwitserland of aan de Ri-
vièra en die den tijd dat ze in eigen land en in
eigen stad vertoeven, niet veel anders doen
dan dineeren, dansen, concerten en schouw
burgen bezoeken, thee drinken en sigaretten
rooken, hoogstens nu en dan „liefdadig
heid" plegen. Zoo zijn er en vooral: zoo waren
er. Duizenden en duizenden waren er, die hun
hoogste heil zochten in tennis en zwemmen en
autorijden. We noemen deze menschen graag
de nietsdoeners en deze naam was niet heele-
maal onjuist.
Maar er is nog een categorie van menschen,
die nooit in hun leven hebben gewerkt, maar
die men zou beleedigen met hun niets-doen te
verwijten. Want zij kunnen niet naar de Ri-
vièra, zij teaën niet en zij zijn nooit in een
concertgebouw geweest, noch zoeken zij amu
sement op het tennisveld of in het casino. Het
zijn de jeugdige werkloozen. Denk u eens in,
wat het zeggen wil doodarm te zijn en nooit
in je heele leven gewerkt te hebben, omdat e:
niet te werken viel. Zij, die bij het uitbreken
van de crisis veertien jaar oud waren, zijn nu
op een leeftijd, dat zij onder normalere om
standigheden reeds druk aan het werk zouden
geweest zijn. Voor hen is er vrijwel geen uit
komst. Wanneer zij eenmaal in de gelegenheid
zullen gesteld worden om te werken, zullen zij
het misschien niet eens kunnen, omdat de
beste Jaren van hun leven zullen voorbij ge
gaan zijn.
Vooral in Duitschland, waar de werkloosheid
groote afmetingen heeft aangenomen, zijn een
enorm aantal jongelieden, die helaas van zich
zelf kunnen zeggen, dat zij nooit in hun leven
hebben gewerkt. In het afgeloopen jaar hebben
ongeveer 600.000 leerlingen de volksscholen ver
laten. Zij waren toen veertien jaar. Ongeveer
tien procent daarvan zijn naar vakscholen ge
gaan om verder te leeren. Alle anderen moesten
probeeren werk te krijgen en sommigen slaag
den daarin en kwamen als volontair op een
kantoor of een fabriek. De rest heeft niets te
doen en moet afwachten, steeds afwachten. Dit
beteekent minstens een kwart millioen jeugdige
werkloozen. Men kan hierbij rustig een mil
lioen bijtellen voor de jongelieden van 18 tot
25 jaar, zoodat het aantal werkloozen beneden
de 25 jaar meer dan twee millioen telt. De
helft daarvan is nooit in loondienst geweest en
krijgt dus geen ondersteuning. Geld is er dus
voor hen volstrekt niet, en wat zij van over
heidswege krijgen, is het vermelden nauwelijks
waard, gezien het feit, dat zij letterlijk alles te
kort komen. Aardappelen en droog brood en
nu en dan een haring, ziedaar vrijwel het eenige
voedsel, dat zij kunnen krijgen. Voldoende goed
eten hebben zij dus nooit en dit juist op een 1
leeftijd, dat ze meer dan ooit voedsel noodig
hebben. De gevolgen van dit verschijnsel zijn
ontzettend. Sommigen gaan zoo wennen aan
het niets doen, dat zij dezen toestand normaal
vinden, wanneer zij slechts op een of andere
minder sympathieke manier aan geld kunnen
komen. Hebben zij hier eenmaal den smaak
van beet, dan zijn ze vrijwel verloren en gaan
zij ten gronde. Maar talrijke anderen wor
den terneergedrukt door een minderwaardig
heidsgevoel, dat hen soms tot ziekelijke zwak
kelingen maakt, soms tot zelfmoord drijft. Zij
achten zich overbodig in een wereld waar toch
zooveel menschen rondloopen, die behoorlijk ge
kleed en gevoed worden. Zij durven niet meer
te rekenen op werk, op eten, op kleeren. Zij zien
geen toekomst, gen geluk, geen gezin. Zij zien
alleen ellende en honger en zwarten tegenspoed.
Zij raken afgestompt en worden onverschillig
voor hoogere gevoelens. Hun leven heeft geen
doel meer en hun godsdienstige gevoelens ster
ven vaak langzaam maar zeker af. Ja, de ge
volgen zijn verschrikkelijk.
is niet eens voldoende, dat deze jongemenschen
eten en kleeren krijgen. Zij zullen ook in staat
gesteld moeten worden om werk te verrichten,
willen zij niet aan het werk moeten gaan als
het reeds te laat is om het werken nog te leeren.
Men heeft nu getracht de jonge werkloozen
door het beoefenen van sport eenigszins bezig te
houden, maar meer dan een bezig houden kan
dit toch niet worden genoemd. De sport zal nog
een poosje lang bepaalde gevoelens wakker
houden en het lichaam lenig houden, maar hoe
meer dat lichaam fit blijft, des te grooter zal
de behoefte zijn aan werk, geregeld werk.
Bovendien zijn er zeer velen, die nu eenmaal
niet voor sport voelen, of die het in strijd met
hun ellendigen'toestand vinden_ zich met sport
te vermaken. Alles samen genomen heeft de
werkloosheid op jeugdige gemoederen een zeer
gevaarlijken invloed. Wie niet al te sterk van
wil is, zal gemakkelijk zwichten voor de ver
leiding om langs immoreele wegen zijn kost te
verdienen, zoo die wegen mogelijk zijn en wie
een energieke persoonlijkheid is zonder veel
geweten, is als het ware aangewezen, om den
slechten weg te bewandelen en „bevrediging" te
zoeken in het verrichten van werkzaamheden,
die het daglicht niet kunnen zien. De crimina
liteit is dan ook niet bepaald gedaald sinds het
begin van de crisis. Integendeel. Meer en meer
laten de menschen de vroeger werkende rem
men los en geven zij zich over aan het avon
tuur, dat niet meer vraagt naar toelaatbaar
heid, doch zich toespitst op het verkrijgen van
geld.
De huidige regeering in Duitschland heeft
weliswaar te kennen gegeven, dat zij met alle
middelen de werkloosheid zal bestrijden en het
Duitsche volk weer tot een welvarend volk zal
maken, doch men zal moeten afwachten, of zij
daarin slagen zal. Er zijn immers ongeveer twee
millioen jeugdige werkloozen te helpen en hier
bij zijn niet eens gerekend de vele anderen, die
niet tot de jeugd behooren.
Het leger der jonge menschen, die nooit ge
werkt hebben, is dus wel schrikbarend groot en
dit is meer te betreuren, naarmate al deze
jonge menschen snakken naar werk.
De huiskatten worden helaas ook in Frank
rijk zoo goed als bij ons, tamelijk verwaarloosd.
De magistraat van Parijs heeft nu, om de nut
tige huiskat weer op den voorgrond te brengen,
een plan uitgewerkt, dat op de volgende raads
vergadering ingediend zal worden.
Het handelt in zekeren zin om een speciale
opleidingsschool voor katten.
De katten, niet de vreedzame sierkatten, die
den muizen vriendelijk gezind zijn, maar de
muizende katten zullen hier gekweekt en als ge
duchte jachtdiereh afgericht worden. Met hare
hulp wil de Parijsche magistraat een onver-
biddelijken strijd tegen de muizen, een grootsch
opgezetten muizenoorlog beginnen, die dus an
ders dan de muisweken in Londen en andere
grootsteden, waartoe, zooals bekend, de huis
eigenaars verplicht zijn door het leggen van
vergif, het heele jaar lang en altijd duren zal.
De schade, die door de gevaarlijke knagers ver
oorzaakt wordt, strekt zich n.l. volgens de
vaststellingen van het Parijsche stadsbestuur
niet enkel op de groote hoeveelheden levens
middelen en verschillende goederen uit, maar
ook op lichtleidingen, op de isolatie der draden
in de onderaardsche leidingen, ja zelfs op de
looden pijpen der gasleidingen. Vaak zijn de
muizen de eerste oorzaak van kortsluiting en
gasontploffingen.
Ook de Parijsche politie-prefectuur heeft de
verschillende vormen van bestrijding der mui
zen onderzocht en is tot de conclusie gekomen,
dat muizenvallen en katten nog altijd de beste
middelen zijn om de kleine knaagdieren uit te
roeien.
Daar echter de katten voortdurend minder
hun eigenlijk doel vervullen en zich meer en
meer aan een vreedzaam leven aan den voerbak
gaan wennen, scheen de oprichting van een
opvoedingsinstituut voor katten, van een bijzon
der wild ras, hoogst noodig. Deze katten zullen
dan ten deele door de beambten van het insti
tuut voor muizenbestrijding, ten deele echter
ook door particuliere personen, die ze nog jong
na hun opvoeding in het katten-instituut koo-
pen, in den muizenoorlog gebracht worden
Voorloopig zijn 30.000 frs. per jaar voor de op
richting van het katteninstituut uitgetrokken,
een bedrag, dat men voor het grootste gedeelte
uit den verkoop van jonge katten hoopt te
dekken.
Deze gevolgen vertoonen zich trouwens ook
op andere wijze. Het aantal geboorten gaat sterk
achteruit. De bevolkingscijfers dalen, nadat
eerst de oorlog reeds zooveel slachtoffers had
gemaakt. Het lijkt wel of het volk een verzame
ling moet worden van oude menschen. Het
werklooze proletariaat alleen groeit ontstellend
snel aan en dit kan alleen zoowel voor het pro
letariaat als voor de overige bevolking funest
zijn. Welke maatregelen der regeering zouden
uitkomst kunnen brengen in dezen chaos? Het
)R V|SCH,TALLERFlJ
NST E
Hield zich 9 jaar jonger
Toen deze vrouw een nieuwe betrekking
zocht, begreep zij wel, dat haar 52 jaren haar
kansen konden verminderen. Daarorn gaf zij
haar leeftijd op als 43. Men vond, dat z4j er
nog niet als 43 uitzag en gaf haar de betrek
king.
Het geheele verhaal vertelt zij in haar brief:
„Vier jaar geleden verloor ik mijn man en
was toen genoodzaakt 'als huishoudster in mijn
eigen onderhoud te voorzien. Twee jaar geleden
leed ik erg onder een buitengewoon slechte
spijsvertering en ik voelde me zoo vermoeid en
terneergeslagen. Het was me onmogelijk om
vroolijk te zijn en ik zag overal als een berg
tegenop. Ik nam Kruschen Salts en na drie
maanden was ik een heel andere vrouw. Kort
geleden kreeg ik mijn betrekking hier, en toen
ik mijn leeftijd opgaf als 43, vonden zij dat ik
er jonger uitzag. Mijn gezondheid en opge
wektheid en goeden moed, ik schrijf het alles
geheel toe aan Kruschen Salts." L. W.
De reden waarom Kruschen Salts U gezond
maakt en gezond houdt is, omdat elke kleine
smaaklooze dosis voor den geheelen dag een
Voldoende hoeveelheid bevat van de zes mine
rale zouten, die Uw lichaam noodig heeft
zouten, die de natuur U wel zou verschaffen
indien U een gezond, beweeglijk leven leidde
in de open lucht. Deze levenskrachtige zouten
zullen Uw lever en nieren aansporen tot beter
functionneeren, zoodat elk spoor van giftige
afvalstoffen uit Uw organisme verdreven wordt.
Het aldus gezuiverde, verfrlschte bloed zal eiken
vezel van Uw lichaam doorstroomen.
Koop vandaag nog een flesch Kruschen Salts
en begin morgenochtend met „de kleine, da-
gelijksche dosis". Maak er een vaste gewoonte
van en Uw inwendige organen zullen voortaan
altijd goed functionneeren. Met den dag zult U
zich opgewekter en flinker gevoelen, tot U de
gezondheid tot in de vingertoppen voelt tin
telen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij
alle apothekers en drogisten 0.90 en 1.60
per flacon.
(Adv.)
voelt Ge U als de Griep U pakt.
Naar bed, en laat U er snel van
'afhelpen met die geneeskrachtige
Volgent recept van Apotheker Dumont.
illlltlllllllllllllll
lllllllllllllllllllü
Wat de vrouwen moeten dragen
in het komende seizoen,
Wordt geshowd voor al degenen,
1 Die er graag aan mede doen.
Want de lente en de mode
Kennen steeds een nieuw geluid,
Ook al haal je er nog dikwijls i
Oude melodieën uit!
Maar de kleeding is van waarde
Bij het uiterlijk der vrouw,
1 Dus als uiterlijke waarde
Luistert zij bijzonder nauw!
Mode houdt de vrouw gevangen
In de plooien van haar kleed.
i Dus de laatste nouveauté-tjes
I Nemen steeds de vrouwen beet.
Mode is niet zoo maar mode,
I Die slechts slaafs beleden wordt,
1 Mode brengt ook dikwijls schoonheid f
Bij een kennelijk tekort!
En de mode is voor velen
Bovendien een soort van dreg,
Want zij doezelt ook de jaren
In het spel der lijnen weg!
Dus geen vrouw blijft onverschillig
1 En het schoone resultaat
Zien wij strakjes, als het zomert,
ln de show langs strand of straat!
1 MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
aiiiMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiimiiiiimimiiiiiiiiiifiiimiiiiiiiv
De doktoren in Polen hebben besloten een
bank voor zich zelf op te richten. Deze bank
zal de rekeningen betalen van hun patiënten.
In verband met de verarming der bevolking
hebben chirurgen en doktoren de grootste moei
te om hun rekeningen betaald te kfijgen.
Zij aanvaarden thans promesse-biljetten van
hun patiënten, waardoor de doktorenbank geld
uitbetaalt.
De beroemde Fransche schrijver Fontenelle
was eens op zijn verjaardag, toen hij juist hon
derd jaar was geworden, in de opera te Parijs,
toen er een Engelschman bij hem in de loge
trad, die zeide: „Ik ben opzettelijk van Londen
naar Parijs gekomen, om den schrijver van die
algemeen zoozeer gewaardeerde werken te lee
ren kennen."
De honderdjarige grijsaard antwoordde glim
lachend: „Ik heb er u den tijd ook wel voor
gelaten."
„Wat een heerlijk zeegras," zeide
Ivy, „daar moeten we goed op passen,
Topsy."
„Wat kun je met zeewier doenV Ik
heb liever een verzameling kiezelstee-
nen en schelpen," zeide Topsy.
„Zeewier is erg nuttig," zei Ivy, „je
kunt aan zeewier zien, of we mooi
weer krijgen of regen."
„Maar we hebben niets om het naar
het kamp te brengen," zeide Robbie.
„Dan zal Polly, de kat, het wel
doen," zeide Ivy,
De bekende onderzoeker van de stratosfeer,
professor Piccard, die te Pasadena (Califomië)
op het oogenblik vertoeft, heeft verklaard ervan
overtuigd te zijn, dat hij een vliegtuig kan bou
wen, dat in staat is door de stratosfeer te vlie
gen met een snelheid van 800 K.M. per uur.
„Ik geloof dit binnen anderhalf jaar tot stand
te kunnen brengen," zeide Piccard, „en ik ben
van meening, dat het stratosfeervliegtuig een
verkeersmiddel voor de heel nabije toekomst is."
Robbie begreep niet, hoe de kat het
zeewier zou kunnen vervoeren, maar
»p hetzelfde oogenblik hing Ivy zorg
vuldig een bos zeewier over den staart
van de kat.
„Nou hoop ik maar, dat ze er aan
denkt haar staart in de hoogte te
houden," zeide Ivy, terwijl ze den weg
naar het kamp insloegen.
„Kun je nou aan het zeewier zien,
wat voor weer we krijgen morgen?"
vroeg Topsy.
Ivy streek over den staart van de
kat. „Ik denk, dat we regen krijgen."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeeling)
Neen, had vader Louis Leroux gezegd, toen
Pierre Morteau aanzoek had gedaan om
de hand van diens dochter Louise, wou
je nu al mijn dochter trouwen? Hoe komt het
in je hoofd! Ik denk er niet aan!
Wat heeft U tegen me, meneer Leroux?
had Pierre, niet weinig verbaasd gevraagd.
Wat ik tegen jou,heb? Niksnieman-
dalals schoonzoon mag ik je wel.
Nou dan
Ik heb iets tegen mijn dochter
Tegen Uw dochter? Wat kan een vader
nou tegen zijn eigen dochter hebben?
Ze is nog te jong om te trouwen. Negen
tien jaar, wat weet die blaag van het huwelijk...
Kom eens over twee jaar terug, dan spreken
we mekaar nader
Twee jaar?
Waarom niet? Jullie kunnen nog lang ge
noeg getrouwd zijn en spijt kunnen jullie nog
lang genoeg hebben
Ja, maar ik heb geen zin om twee jaar
te wachten
Doch ik wel om mijn toestemming te
geven
En Pierre ging
Vader Leroux was een rustig man. Hij hield
niet van ruzie. Jarenlang had hij gewerkt en
had nu zijn schaapjes op het droge. Een rustig
leventje was altijd zijn grootste verlangen ge
weest. En nu hij rust had, moest men hem niet
komen lastig vallen met allerlei kibbelarijtjes.
Dat zijn dochter trouwde en geen oude vrijster
werd, vond hij goed, doch, negentien jaar, dat
was wat al te jong. Zij had den tijd.
Zoo betoogde hij tegenover zijn vrouw, dat
hield hij stokstijf vol tegenover zijn dochter, die
hem eiken dag aan zijn hoofd zeurde om haar
liefde voor Pierre, dat beweerde hij tegen Pierre
zelf, dien hij graag mocht, doch die nu wat al
te zeer zijn zinnen had gezet op Louise.
Doch, na verloop van twee maanden, na het
aanzoek van Pierre, gaf vader Leroux eindelijk
toe. Hij wou, zooals hij zeide, van dat gezanik
af zijn. Zijn rust was hem alles.
En door dit besluit maakte hij drie menschen
gelukkig: zijn dochter, zijn vrouw en Pierre
Morteau!
Pierre en Louise haastten zich om in onder
trouw te worden opgenomen. Op den twintig
sten Maart dat was over drie weken zou
het huwelijk plaats vinden. Zij zouden hun in
trek nemen in het ouderlijk huis van Pierre,
die daar alleen woonde sinds zijn ouders over
leden waren.
Doch in die drie weken, waarin het huwelijk
zou plaats hebben, gebeurde het, dat vader
Leroux spijt kreeg zijn toestemming gegeven te
hebben. Hij vond zijn dochter nog veel te jong
om de lasten van het huwelijk te dragen. Zij
had het bij haar ouders heel goed. Waarom zij
nu met alle geweld met Pierre wilde trouwen,
begreep hij zelf niet.
Hij had niet veel lust te zeggen, dat hij op
zijn toestemming terugkomen wilde. Hij wilde
daar liever niet over spreken, want dat gaf weer
ruzie en rust was hem alles.
De dag van het huwelijk kwam en vader
Leroux had zich vast voorgenomen: zijn dochter
zou niet trouwen. Maar hij zeide er niets van.
Om tien uur zouden de auto's voorkomen om
het jonge paar, vader en moeder Leroux en
Sydney Franklin, de eenige torero van An
gelsaksische afkomst_ is te Londen aangekomen,
om de rol van den matador in Eddie Cantor's
film „Kind uit Spanje" op zich te nemen.
Franklin, een Amerikaan van 29 jaar, debu
teerde tien jaar geleden in Mexico City. Het
was een slecht begin, want hij werd door een
stier uit de arena geworpen en moest veertien
dagen in het ziekenhuis liggen. Thans is hij een
der beroemdste torero's en wordt zoo goed be
taald, dat hij er aan denkt, ondanks zijn jeugd
en zijn succes, zich over vijf jaar terug te trek
ken, teneinde zich te vestigen op zijn .ranch"
in Mexico.
„Een goed matador," verklaarde Franklin
tegenover een verslaggever, „kan per jaar vijf
tig- tot honderdmaal optreden, en daar iedere
voorstelling hem 10.000 tot 16.000 dollar op
brengt, kan hij in een jaar tijd 400.000 tot
1.600.000 dollar verdienen.
De torero heeft precies vijftien seconden om
zich een beeld te vormen van de eigenaardig
heden van een stier_ want er zijn ongeveer geen
twee stieren, die op elkaar lijken. De torero moet
zich aanvankelijk stil houden, want de stier valt
alles aan wat zich beweegt. Zijn veiligheid
hangt dus van zijn kalme houding af. Hij blijft
dus met den degen in de rechterhand staan en
doet niets anders dan de aandacht van den
stier op de muleta richten. Deze muleta is een
stokje met een stuk bonte zij, dat hij in de
linkerhand houdt en heftig heen en weer
zwaait. De kleur van de zijde speelt echter geen
rol, want stieren zijn kleurenblind. Het is dus
niet waar, dat de beroemde roode doek een bij
zonderen invloed op de dieren heeft.
„Vroeger," zoo verklaarde Franklin tenslotte,
.werden bij iedere voorstelling acht of tien
paarden der picadores gedood, maar sedert men
de pantsering der paarden heeft ingevoerd, zoo
als ik die heb aanbevolen, schieten slechts wei
nig paarden er het leven bij in."
minium mint ui mm m iiiiiiiiiiiiMiii"
eenige verwanten van Pierre, naar het raad
huis te brengen.
Om half tien zeide vader Leroux, dat hij nog
wat sigaren ging halen, deed een overjas aan
en vertrok.
Om één uur wachtte men nog tevergeefs op
Leroux, want de jongelui konden niet trouwen
als de vader niet zijn toestemming gaf voor den
ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
Men ging Le
roux zoeken, men
degom, ging zelf,
om hem op te
sporen, doch tot 1..
groote teleurstelling
van de bruid en van hemzelf, keerde hij on
verrichter zake terug. Leroux was onvindbaar.
Men telefoneerde naar het raadhuis met ver
zoek de plechtigheid eenige uren uit te stellen.
Om half drie ging men naar het raadhuis om
den ambtenaar te bewegen om toch maar het
huwelijk te sluiten, doch hij weigerde, zich be
roepende op de wet.
's Avonds kregen zij een telegram van vader
Leroux, dat hij aan zijn langjarig voornemen
gevolg had gegeven en juist vandaag een stukje
van de wereld ging zien. En men kreeg al spoe
dig ansichtkaarten van hem uit verschillende
landen en het viel uit die kaarten op te maken,
dat Leroux niet lang op dezelfde plaats bleef
en voortdurend verder trok.
Zijn vrouw, evenals Pierre en Louise, konden
niets anders doen dan berusten
Ze moesten afwachten tot vader Leroux was
teruggekeerd en in afwachting van zijn terug
keer begen moeder Leroux een album van de
ansichtkaarten, haar door haar man gezonden,
aan te leggen. Deze kaarten waren zooveel tee
kenen van leven van haar man en konden als
een waarschuwing gelden, dat ze geen poging
moest doen om hem voor dood te laten verkla
ren, wat bovendien niet kon, omdat hij, Leroux,
nog geen vijf jaar spoorloos verdwenen was.
Dat duurde twee jaar. Toen kreeg moeder
Leroux een briefje van haar man, dat alles
voor het huwelijk in orde moest gemaakt wor
den want Louise werd over eenige weken
een-en-twintig en dat was een geschikte leef
tijd om te trouwen. Dat zij het allen goed maak
ten, wist hij van een kennis, die hem geregeld
geschreven had.
En cp den dag van het huwelijk verscheen
Leroux omstreeks tien uur, met zijn overjas
aan en met een kistje sigaren onder den arm.
Ziezoo, zei hij, ik hoop vrouw, dat je voor
een goeden maaltijd hebt gezorgd. Voor de si
garen heb ik zorg gedragen. Ik heb ze gehaald
uit het land waar de beste tabak greeit.... Hoe
laat komen de auto's?
Toen zij allen hem met verwijten wilden
overladen, zei hij rustig:
Als jullie die sigaren niet bevallen dan ga
ik andere halen en dan kan het gebeuren, dat
ik wat langer wegblijf....
Een Engelsche millionnair, Jaffe, heeft de
bibliotheek van Napoleon gekocht, om deze aan
den Franschen staat te geven.
•Deze bibliotheek bestaat uit 6000 deelen en is
lange jaren in het bezit van het Öostenrtjksche
vorstenhuis geweest, doch werd eenigen tijd ge
leden te koop aangeboden door een Oosten-
rijkschen Aartshertog.
De Fransche regeering heeft meerdere keeren
gepoogd de boeken te koopen, doch slaagde er
niet in de noodige gelden bijeen te brengen.
De bibliotheek bestaat grootendeels uit histo
rische werken en bevat een aantal waardevolle
autographieën en aanteekeningen van de hand
van Napoleon.
Een aantal van deze werken hebben hem op
zijn veldtochten naar Egypte en Rusland ver
gezeld.
In de Academie voor Medische Wetenschap
te Parijs heeft de chirurg, prof. Gosset, ver
slag gedaan van belangwekkende resultaten
van experimenten, die gedurende twee-en-een
half jaar door een Parijsch en een Ameri-
kaansch geneesheer in de bekende kliniek Sal-
pétrière zijn gedaan betreffende de bestrijding
van kanker met behulp van slangengif van de
cobra. Door injectie met een uit dit gif bereid
serum heeft men bereikt dat het kankergezwel
tot stilstand kwam en dat het lijden der pa
tiënten werd verzacht. Bij de discussie, die op
het referaat volgde, verklaarde prof. Calmette
dat hij het van het hoogste belang achtte, dat
de experimenten zouden worden voortgezet. Hij
deelde mede dat hij ongeveer 32 jaar geleden
door een cobra gebeten was. Na de eerste pijn
was zijn arm in een toestand van anaesthesie
gekomen zonder echter verlammingsverschijn
selen te toonen.
werken door 7K(l bii een ongeval met f OCf) m
beide oogen T I OV»m doodeUjken afloop AtOlf»
bij verlies van een hand f 1 O C
een voet of een oog f Aw.
olj verlies van een
bij een breuk van
bij verlies van *a
duim of wijsvinger t t?C/»"been of arm/ Tanderen vinger
SIIUIIUUIimilllllllUIIIHUUUUllUIM PEUILLETO N
69
„Goed, ik zal er niet verder op aandringen",
antwoordde Pennyless. „Maar gij zult me toch
ten minste wel kunnen zeggen hoe het komt
dat de Britsche Regeering u duldt en u laat
leven".
„Omdat zij niet anders kan. Zij heeft her
haaldelijk getracht ons te vernietigen. Maar
zooals het bij dergelijke gevallen altijd ge
beurt: vervolging, foltering en zelfs de dood
hebben den ijver der ingewijden slechts kun
nen aanvuren en aan onze secte nieuwe levens
kracht gegeven. Wij hebben tegen de leden
der regeering verschrikkelijke wraakmaatrege-
len genomen, en men is ten laatste gaan be
grijpen dat het toch maar beter was ons naar
eigen inzicht eenige duizenden inboorlingen te
laten worgen, dan 't leven in gevaar te brengen
van één enkelen blanke.... Want zoolang de
blanken ons met rust laten, treden wij nooit
vijandig tegen hen op!.... Wat zal ik u ver
der zeggen, meester; de zorgvuldigheid waar
mede onze aanhangers worden gerecruteerd,
het onderwijs dat wij hun geven, onze geheele
organisatie maken ons onoverwinnelijk
Snelheid, vernuft, onverschrokkenheid, uithou
dingsvermogen bezitten de leden onzer secte
in verbazingwekkender, graadZij zullen
dagen, weken, maandenlang het hun aangewe
zen slachtoffer beloeren, maar zij zullen, wis
en zeker, erin slagen hem ten slotte den zwar
ten zijden doek om den hals te slaan. Die doek
is ons éénig wapen, wij mogen geen bloed ver
gietenEn dan ook dit moogt gij we
ten wij hebben onze aanhangers overal.
Luister goed, Sahib: overal! Oók in het le
ger en in het landsbestuur; in de dichtbe
volkte steden zoowel als in het „jungle
Wat de macht onzer meesters betreft, deze is
onbegrensd. Gij zult daarvan spoedig een be
wijs zien, want ik zou mij al zeer moeten ver
gissen, wanneer uwe edele echtgenoote en de
jonge Engelsche zich niet spoedig in vrijheid
zouden bevinden!"
„Ik hoop het evenals gij, fakir, en daarom
neem ik genoegen met hetgeen het allerminst
aan mijn temperament beantwoordt: wach
ten".
Maar Berar, wiens beleid niets voorbij zag,
dacht toch niet aan dit ééne: nJ. dat Bikanel,
oud-ingewijde van den derden graad, voorma-
lig-„verlichte", de geheimen der „thoega's"
kende en dat hij er de man naar was om vree-
selijke wraak te nemen.
MENSCHENDOODERS EN TIJGER-
BEZWEERDERS
Het leven van mistress Claudia en van Mary
was sinds hare ontvoering geen oogenblik
werkelijk in gevaar geweest. Het is waar dat
er tusschen kapitein Pennyless, den petvoleum-
koning, en Jim Silver, den Amerikaanschen
milliardair en Zilverkoning, een doodelijke na
ijver en daaruit geboren vijandschap bestond.
Beiden hadden gedongen naar de hand van
mistress Claudia, die terecht den man verkoos
die hart aan verstand paarde, terwijl de eenige
aantrekkelijke eigenschap van den Yankee was
dat hij millioenen bezat. Silver vergaf dit zijn
vijand nooit.
Van den anderen kant beminde hij nog altijd
mistress Claudia en zwoer tegen alle waar
schijnlijkheid in, dat zij vroeg of laat zijn
vrouw zou worden.
Om dit te bereiken moest Pennyless uit den
weg worden geruimd, moest hij zelf, Jim Sil
ver aan deze misdaad onschuldig blijven schij
nen en op het daartoe meest geschikte oogen
blik zijn aanzoek bij de jonge weduwe herha
len en haar, bij wijze van troost, zijn hand en
het koninkrijk van het zilver aanbieden.
Een berekening waardoor de loop der ge
beurtenissen natuurlijk een streep zou kunnen
halen. Want Pennyless was even onverschrok
ken als Claudia trouw aan haren echtgenoot.
Intusschen de Zilverkoning rekende op de
almacht van zijn geld. Pennyless was, meende
hij, een prooi der gieren geworden, en nu kwam
,het er maar op aan door een afspraakje met
Bikanel de rol te spelen van bevrijder. Hij zou
onverwachts met een troep volk opduiken, de
mannen van den chef der inboorlingen-politie,
die een overval in scène hadden gezet, op de
vlucht jagen en de beide vrouwelijke gevange
nen bevrijden.
Dat was 'n prachtig, een even sluw als ro
mantisch idee! Hij kon natuurlijk rekenen op
de onbegrensde erkentelijkheid der weduwe en
van het welslagen van zijn aanzoek was hü
verzekerd.
Maar daar gebeurde het onverwachte! Bi
kanel sluw en wreed voor tien, wilde zijn haat
voldaan zien en zich ervan overtuigen dat zijn
wraakneming haar doel had bereikt.
Na zijn gevangenen op een veilige plaats
onder de bewaking van zijn medeplichtigen te
hebben gesteld, kwam hij den volgenden mor
gen terug bij den „Toren der Stilte".
Bij het zien van de bres, die toegang gaf tot
den knekelput, verwrongen zijn gelaatstrekken
zich van woede en ontsnapten vloeken en ver-
wenschingen aan zijn bevende lippen. Hü door
zocht den geheelen „toren", zag nergens eenig
nog bloedig menschelijk overblijfsel en ver
moedde aanstonds wat er gebeurd was. Hij
ging naar buiten, bekeek nauwkeurig den om
trek van de bres, zag de uitgravingen van den
grond, veroorzaakt door den olifant, de af
drukken van hondenpooten en de sporen der
bloote voeten van den fakir. Nu begreep hij
alles hij was erin geloopen.
Zijn woede was niet te beschrijven en hij
vroeg zich af hoe het hem ooit gelukken zou de
vluchtelingen te achterhalen.
Daar flitste een vernuftig denkbeeld hem
door den geest: hypnose!magnetische
slaap!het op verren afstand zien van be
paalde personen of bepaalde voorwerpen!....
Men weet dat de Brahmanen en de eenvou
dige fakirs sinds eeuwen die inderdaad verba
zingwekkende verschijnselen kennen, welke
onze officieele geleerden niet kennen, ofwel
niet waardig achten te bestudeeren, ter
wijl slechts enkele vorschers zich gewaardigen
hun aandacht eraan te wijden. De eeuwen
oude toepassing dezer verschijnselen doet hen
ongeloofelijke resultaten bereiken en het is
voor een Europeaan een fortuintje als zij voor
hem een tipje gelieven op te lichten van den
in den regel zoo onaantastbaar gelaten dichten
mysterieuzen sluier. Bikanel kende, als inge
wijde van den eersten graad, alle occulte we
tenschappen, practijken en trucs, en het toe
passen daarvan bij wien ook was voor
hem kinderwerk.
Hij meende dat Mary voor hem wel een goed
subject zou zijn en beval haar onmiddellijk te
gaan slapen. Tegen alle verwachting in onder
vond hij van den kant van het meisje hevigen
tegenstand, iets dat hem verbitterde.
Men herinnert zich dat Mary reeds vroeger
door den fakir in een magnetischen slaap was
gebracht, en dat Berar haar gedurende dien
slaap beslist verboden had, zich in slaap te
laten brengen door wien ook, behalve door
mistress Claudia.
Zonder dat het meisje dit wist, bleef dit for
meel verbod nog steeds van kracht en maakte
haar weerspannig tegen elke suggestie van
vreemden.
De Brahmaan, buiten zich zeiven van woede,
deed een geluid hooren als van een grommen-
den tijger en naderde Mary met vlammende
oogen, terwijl het schuim op zijn tanden kwam-
Het kind werd er doodelijk verschrikt van,
deed eenige stappen achteruit en liet een jam
merlijk gekreun hooren.
De blik van dien man brandde haar in de
hersens en veroorzaakte haar hevige pijn.
Gravin de Solignac trachtte tusschenbeide te
komen en zeide: .Martel dit kind niet zoo!"
„Zwijg, vrouw!" bulderde hij haar toe. Te
gelijkertijd vestigde hij ook op haar zulk een
een blik van helsche woede, maakte vlak voor
haar gelaat met zijn handen een cirkelgebaar
en deed een scherp gefluit hooren. De jonge
vrouw slaakte een kreet, breidde machteloos de
armen uit en viel neer in het gras.
Zij kon niet meer spreken, geen enkele be
weging meer maken, het scheen haar toe alsof
zij was getroffen door een beroerte. Voor haar
oogen rees een mist omhoog, haar ledematen
waren zwaar en stijf geworden als van metaal,
toch zag en hoorde zij, maar als in een nacht
merrie.
Bikanel naderde Mary en schreeuwde haar
toe met 'n verschrikkelijk geluid:
,Slaap!.... Ik wil het...."
.Wordt vervolgd).