Waar de aardbeving woedde
Met wdaal mn den dag
'i
I HET i
m- mm
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Uw eigen winkelier verkoopt
ROBINSONschoenen
OFFICIEEL!
vinder I
LATEN
1
Plf^
bi
pPMI
I I mmm i
ENKELE
CENTEN
DE WIJSHEID
NIET
BEDRIEGEN!
GROOTE I
I AVONTUUR I
DINSDAG 21 MAART
SCHOOW CALIFORNIE
Suter's avonturen
Zuivering in Frankrijk
Bevolking van Mexico
Intern, litteratuur en
kunst
Den adel beleedigd
Het rijke Ohrid
De Valera naar het
Vaticaan
Overval door zwaluwen
kond van zonneschijn en heerlijke
vruchtbaarheid
Indringers dood gevonden
KIWA'LÏ T E I T EN. lil
ratiehouder: JJg eCTLlllZe
jPpli, t f f*
H% «bggJ
- v* r
6
8
i|| ii|pl#;::|fe#
I 1 1
liilipillllp
30 eis. ptr
WantfWeet" wat eet!
Het prijsverschil tusschen
Blue Band en goedkoo«
pere soorten bedraagt
slechts enkele centen
per pakje, doch juist die
énkele centen zijn het,
iwelke de zekerheid ge'
ven dat U de „Blue Band»
kwaliteit" koopt, die vèr
boven alle andere soor
ten uitsteekt! Koop daar
om uitsluitend: Blue Band
versch gekarnd!
V8R5CH GEKARND MET 25 AUERFIJN5TE .ROOMBOTER ONDER RIJKSCONTROLE
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
loiuimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiim FEUILLETON
s
■9
Tx oor vele oorzaken is Californië een be-
II roemd land. Zoodra men dezen naam uit
spreekt denkt men aan de filmstudio's
Van Hollywood in Los Angeles, die over de heele
Gereld een overdreven aandacht trekken. Maar
zelden werd de naam Californië onder zoo
droevige omstandigheden genoemd als juist de
laatste dagen nu een verschrikkelijke ramp dit
Schoone land heeft getroffen.
Het milde klimaat en de prachtige natuur
?haken Californië tot een waar paradijs en
Juist de plaatsen waar de aardbeving heeft ge
goed zijn de mooiste streken uit dit zon-
?%e land. Er zijn betooverende heuvelen, heer-
"jke dalen en uitgestrekte bosschen met eeuwen-
°Ude boomen. Het klimaat komt vrijwel overeen
toet de verrukkelijke lucht van Italië en door de
■lengte van Noord naar Zuid heeft Californië
°ngeveer zooals Japan niet alleen de zachte
duidelijke streken, maar ook de koelere noorde-
ujke lucht en evenals Zwitserland kent het de
sneeuwbergen van Sierra Nevada.
In de vroege morgenuren komt een zeebries
°Ver dit land aan den Stillen Oceaan en vaagt
öe nachtelijke nevelen weg. 's Avonds komt de
'Wind van de bergen en brengt verkoeling na
öen heelen dag. Overdag schijnt de zon met den
hulden rijkdom waarmede zij ook Italië over-
stroomt. Alles bij elkaar kan men per jaar
slechts dertig dagen tellen, waarop de morgens
nevelachtig zijn.
Meer dan driehonderd dagen in een jaar kun
nen de inwoners van Californië dus rekenen op
v°lle zonnige dagen.
Californië is de voornaamste onder de weste
lijke staten van Noord-Amerika en is gelegen
tusschen Oregon, Nevada, Arizona, Mexico en
den Stillen Oceaan.
De bergen die den staat omsluiten zijn vul-
canisch en de jongste aardbeving is niet de
eerste geweest die dit schoone land heeft ge
teisterd, al was zij wel de hevigste, die men
hl de geschiedenis kent. Ongeveer veertig mijlen
hoven Los Angeles ligt Santa Barbara, een stad
die enkele jaren geleden door een aardbeving
gedeeltelijk werd verwoest en Los Angeles zelf
heeft meerdere malen de sensatie van aard
schokken gekend. In het algemeen kan men zeg
den, dat de aardschokken hier eens in de vijf
Jaren voorkomen. In de meeste gevallen zijn
deze schokken niet kwaadaardig. Slechts twee
hevingen in de laatste veertig jaren waren meer
dan middelmatig erg.
Sinds 1769 tot aan de laatste aardbeving zijn
hooit levens te betreuren geweest.
De naam Californië is afgeleid van Caliente
^ornala, hetgeen zooveel beteekent als „heete
cven", duidend op het warme klimaat. Reeds
hl 1535 werd Californië door Cortez ontdekt en
daarna nog door verschillende andere ontdek
kingsreizigers. Tegelijk met de Spaansche kolo
nisten kwamen de katholieke missionarissen, die
hier hun missiearbeid gingen verrichten.
Na het einde der Spaansche heersohappij
kwam Californië aan Mexico. In 1821 werden de
feestelijke goederen door de Mexicaansche re-
Seering geseculariseerd, waardoor de ontevre
denheid ^Jer inwoners over de Mexicaansche
Zegeering nog meer werd opgezweept.
De eigenlijke stichter van het verrukkelijke
Californië was Jaco Suter, een Zwitser, van
Wiens tocht de beroemde Pransche schrijver
Blaise Cendrars vertelt in zijn prachtig boek
».L'Or".
Suter heeft Californië bezocht na den Mexi-
haansch-Amerikaanschen oorlog. Deze vermaar
de Suter had reeds een avontuurlijk leven ach
ter zich toen hij in het beloofde land aankwam,
uu zijn eigen land had hij in het leger gediend.
Bij trok er echter tusschen uit en ging naar
frankrijk, waar hij door valsche chèques aan
ëeld kwam om naar Amerika te reizen. Hier
hoopte hü te vinden, wat zijn fantasie hem
steeds had voorgetooverd, een land van melk
en honing. Na veel omzwervingen kwam hij
t(Uecht op de plaats waar thans San Fran-
cisco ligt. Van den Mexicaanschen gouverneur
Bon Philippo Alvarado kreeg hij concessies, die
hem in staat stelden in minder dan geen tijd
®horme uitgestrektheden laflds in zijn bezit te
krijgen. Hij bleek een uitstekend kolonist te
ZÜn en op een goeden dag kwam het geluk
hem ook nog helpen, toen hij thuis kwam met
®en grooten klomp goud. Maar Suter was niet
he eerste de beste, want hij begreep, dat deze
vondst zijn ongeluk zou kunnen beteekenen,
?Qodra bekend werd, dat er goud te vinden was
hl Californië. Hoe hij ook probeerde zijn ont
dekking geheim te houden, hij kon niet ver
hoeden, dat zij bekend werd en toen duurde het
hlet lang meer, of van alle kanten kwamen de
foudbelusten naar Californië om er hun for
tuin te zoeken en soms ook te vinden. Toen
Was het uit met het succes van Suter. Binnen
ehkele weken kwamen meer dan veertig duizend
hienschen in die streek wonen. Een stad ont
bond en spoorwegen werden aangelegd. Spoedig
poeide het aantal inwoners tot een half mil
joen, dat zich niet afvroeg van wie al dat
tand was. Suter had dan ook de grootste
hioeite om zijn rechten te handhaven en daarom
Wendde hij zich tot de regeering te Washington,
hie opnieuw eigenaar van Californië was ge-
Worden. De regeering zond een oorlogsschip
btn de orde te handhaven, maar niet zoodra
Waren de matrozen aan wal, of ze lieten hun
hlficieren naar de maan loopen en trokken op
Soudroof uit. Daartegen stond Suter volkomen
machteloos. Als de gouddorst den mensch aan
grijpt, is er geen land meer met hem te be
zeilen. Dat ondervond de kranige Suter maar
al te zeer. toen hü door een stelletje avontu
riers werd neergeslagen en zwaar gewond.
Nadat hy door den inval der goudgravers
zün geheele vermogen, dat toen (zonder den
goudvoorraad in Californië) op ongeveer 150
millioen dollar werd geschat, had verloren, moest
hü gebruik maken van kosteloozen rechtsbü-
stand. Eerstens klaagde hü den staat Californië
aan, die zich zonder meer in het bezit had ge
steld van alle wegen, bruggen, kanalens, molens,
sluizen, enz. enz., welke Suter in de eerste jaren
van zü'n ontginningswerk als het ware uit den
grond had moeten stampen. Tweedens klaagde
hü de bondsregeering aan, daar deze niet de be
scherming had gegeven, waarop hü recht had,
terwijl er ten derde niet minder dan een kleine
18.000 personen werden aangeklaagd, die weder-
rechtelük zijn grond in bezit hadden genomen.
Het proces duurde zóó ontzettend lang en eischte
zulke enorme sommen, dat Jacob Suter in 1877
straatarm overleed. Het einde van het proces
kwam eerst tien jaar na zün dood. Alle vier
de Amerikaansche gerechtshoven waren tot de
conclusie gekomen, dat Suter in zü'n eischen
recht stond en dat Californië aan hem behoor
de; zij konden het vonnis evenwel niet laten vol
trekken.
Behalve door het goud is Californië ook be
roemd om zün fruit.
Kennen we niet allen de Californische
appels, die daar bü millioenen groeien en naar
Europa en elders worden uitgevoerd. De Cali
fornische appels zün zeer gezocht en goed
koop, maar als U het mij vraagt, ik heb ze
liever van den ouden Europeeschen grond. Daar
zün ze sappiger, dunkt me.
Toen Suter zün goud had gevonden en de
duizenden tegen zün zin naar Californië had
gelokt, vroegen deze menschen om eten, zoo
dat het noodig was ühngs korenvelden aan te
leggen. De grond is daar buitengewoon vrucht
baar en het graan groeide voortreffelijk. Maar
ook dadels en amandelen, sinaasappelen en
vijgen, peren, pruimen, perziken en abrikozen,
citroenen en olüven, enz. en niet te vergeten
de heerlüke wün werden er in overvloed 'ge
kweekt en alles lukte voortreffehjk. Dat deze
vruchtenteelt zoo goed lukt ligt o.m. aan het
feit, dat er bijna nooit vorst is. Dit maakt het
terrein» ook Dij zonder geschikt voor bloemen.
Californië wordt dan ook niet voor niets ge
noemd de tuin der bloemen. Het oogstfestijn is
een van de voornaamste gebeurtenissen aldaar.
In Juli begint de drukte. Tienduizenden men
schen trekken dan naar de vruchtbare dalen,
waar heele tentdorpen verrijzen met oogstpluk-
kers, die maanden lang aan het werk zün om
den oogst te bergen.
Wie zal zich nog verbazen, als hü verneemt,
dat velen verlangen eenmaal in Californië te
kunnen wonen? Het staat inmiddels wel te
vreezen, dat de beschaving in Californië geen
gelüken tred heeft gehouden met den rijken
groei der gewassen.
In de fouragepakhuizen van den heer Jellesma te
St Nicolaasga wemelde het van ratten, die den eigenaar
groote schade toebrachlen. Op aanraden van een
drogist werd een proef genomen met Rodent en
het resultaat was verrassend, „ik ben nu zoo goed
als geheel van ratten bevrijd" schrijft genoemde heer
ons daarna, „en had het geluk met één doosje 120
ratten te dooden." Zulke successen zijn niet zeld
zaam, eiken dag doodt Rodent duizenden ratten en
muizen. Indien dit ongedierte Uw eigendommen ver
nielt, koop dan nog heden een doosje Rodent,
gebruik het op de voorgeschreven manier en mor
gen zult U van rat en muis bevrijd zijn. Enkele
doos 50 ct., dulbele doos 90 ct Importeurs: Fa.
B. Meindersma - Den Haag. B 44
Volgens een bericht in de Matin heeft de
Fransche Minister van Binnenlandsche Zaken
Chautemps een besluit uitgevaardigd, waarbü
bepaald is dat 7 Poolsche en Bulgaarsche stu
denten in de medieünen van de universiteit van
Nancy verwüderd en over de grens gezet jpoeten
worden wegens het voeren van communistische
propaganda. Op last van den minister zal een
dergelijke zuiveringsactie aan alle Fransche
universiteiten worden ondernomen.
Volgens de nieuwste cüfers der volkstelling
van 1932 heeft Mexico thans 16.524.639 inwo
ners, waarvan alleen reeds in het federale dis
trict Mexico 1.229.576. Voor de overige staten
bedraagt het aantal inwoners in Jalisco 1.255.213,
in Michoacan 1.046.269, in Oaxa 1.082.191, in
Puebla 1.150.425 en in Veracruz 1.376.476. De
overige staten hebben minder dan 1 millioen
inwoners.
MADRID, 21 Maart. (Reuter.) Het onder
auspiciën van den Volkenbond staande comité
voor litteratuur en kunst komt hier van 3 tot
7 Mei a.s. bijeen.
Onderwerp van bespreking zal zün „De toe
komst der beschaving" en tot de deelnemers
zullen behooren professor Murray en Marconi.
Het comité is opgericht in 1931 en kwam
voor het eerst bijeen te Frankfurt tüdens de
Goethe-eeuwf eesten.
Het wil het correspondeeren bevorderen tus
schen intellectueelen in verschillende landen en
wenscht ook den 18en eeuwschen „Salon" te
herstellen.
Toen Freddy Vrüdag Edwin wilde
gebruiken om eenige cocosnoten te
plukken, zag hü, dat het dier zijn
poot had bezeerd. De zeeman scheur
de een onderdeken in reepen en ver
bond de giraffe zoo goed als hü het
kon.
„We zullen vandaag den kameel
rüden en wü zullen even bü het ge
strande schip aangaan, om eenige
verbandmiddelen te halen voor Ed
win's poot," zeide Freddy.
„Dat zal een lang ritje worden,"
zeide Robbie.
Robbie was de eerste, die op den
rug van den kameel klom en de zee
man zou juist Topsy er op beuren,
toen zü hem 'aan zün mouw trok en
naar de plaats wees, waar de giraffe
graasde.
„Kük eens, wat Flipplty Flop doet,"
zeide ze. „Hü eet het verband van
Edwin's poot af."
„O, hemeltje," zeide Freddy, „ik
vergat, dat kameelen dekens eten,
maar dat is mijn schuld, als ik hem
niet genoeg te eten geef."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeeling)
aiiiiiiiiiimimmii
lillllllllllllllllllllU
Als ik zeg: een reuze ieestdag!
Zeg ik daarmee niets te veel.
Want vandaag toch wordt de lente
Nota bene ofjicieel!
Wel genoten wij reeds dagen
Als genomen uit de Mei,
Doch dit was slechts uit reclame
Voor het schoone jaargetij.
Maar vandaag dan is de lente
Officieel gearriveerd,
Zoo, dat niets aan ons verlangen
Naar het 'prachtig weer mankeert.
Nu, om in de taal te blijven
Van gedurfde politiek,
Naar de hedendaagsche wijze
Dus: brutaal en energiek
Hebben wij hetrecht van eischen!
En wij eischen, als men zegt:
Zon en warmte, mooie dagen!
Dit is sinds vandaagons recht!
Een regeering kan men dwingen
En dit doet men doorgaans met
Al den invloed, die er uitgaat
Van 't massale stembiljet!
De natuuris potentaatje,
Dat dictatoriaal regeert,
Zonder dat het op de wenken
Van de menschen reageert
MARTIN BERDEN
i (Nadruk verboden)
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiio
Burggraaf Soekenoboe Honda, het hoofd van
een der oudste adellüke huizen van Japan, is
voor het Keizerlüke Huishoudelüke Departe
ment gedaagd wegens een poging tot het ver-
koopen van zyn titel voor de som van 60.000.
Hü werd bewogen tot zün daad door armoede,
welke hem er toe had gedwongen als bediende
in het thee-verkoophuis te gaan van iemand,
die vroeger bü zijn vader in dienst was ge
weest, om op deze wijze geld te verdienen tot
het betalen van zijn schulden. De aanbieding
van den titel was vervat in een advertentie,
welke in verscheidene bladen van Tokio werd
geplaatst en als volgt luidde: „Burggraaf van
historische familie wenscht zoon of dochter te
adopteeren. Bij regeling van zün schulden, die
60.000 gulden bedragen, zal het hoofd der fami
lie zich terugtrekken en kan de kooper onmid-
dellyk burggraaf worden". Ingeval een dochter
zou worden geadopteerd, zou de titel overgaan
op haar echtgenoot bij huwelük, waarvoor on-
middellük na afwikkeling van de transactie
schikkingen zouden worden getroffen. Het
eenige vergrüp, waaraan de burggraaf zich
heeft schuldig gemaakt, is, dat hü zün aanbod
in het publiek heeft gedaan. De verkoop van
titels bü huwelük in Japan is niets nieuws,
maar geschiedt gewoonlük discreet via een
nakodo of huwelijksmakelaar. Ofschoon 30 ant
woorden op de advertenties zijn ontvangen, zal
de burggraaf zich verdedigen met het argument,
dat de heele zaak door vrienden was geregeld.
De Keizerlüke Huishouding beschouwde de ad
vertenties echter als een beleediging voor het
prestige van den Japanschen adel.
De stad Ohrid in Joegoslavië was altüd be
schouwd als de armste stad van het land. Het
was een stad zonder hoop. Zü had zelfs geen
hout of andere brandstoffen. De landerüen in
de omgeving, welke vroeger gemeentebezit wa
ren geweest, waren de stad door een besluit
van het parlement ontnomen. Een armelük
stukje land mocht de stad echter behouden en
de burgemeester besloot daarvan een parkje
te maken. Werklieden begonnen daarop den
grond om te spitten. Toen bemerkte men, dat er
een dikke laag steenkool in den bodem was.
Onderzoekingen werden gedaan, die aan het
licht brachten, dat in den grond voor 5 mil
lioen gulden aan steenkool zat! Met de ont
ginning werd begonnen en alle werkloozen der
stad konden te werk worden gesteld. De stad
heeft nu nieuwe straten, badinrichtingen,
hotels en gas- en electriciteitscentrales en
thans beschouwt men Ohrid als een der rükste
steden van het land.
De Iersche minister-president De Valera heeft
besloten om in de maand April een bezoek te
brengen aan de Eeuwige Stad. Op 12 April zal
hü uit Dublin via Cherbourg naar Parüs ver
trekken, vanwaar hy vergezeld van Mgr. Mag-
lione, den Pauselüken nuntius, en den secretaris
van het Departement van Buitenl. Zaken zal
doorreizen naar de Eeuwige Stad. In Rome zal
De Valera het jubeljaar vieren en een officieel
bezoek brengen aan den Paus en aan Mussolini.
Uit een voornaam café kwam een oud uit
ziend heer de straat op. In de deurope
ning bleef hij nog een oogenblikje staan,
daar hü bemerkte, dat zün sigaar, die hij altüd
na het diner rookte, nog niet aangestoken was.
Langzaam greep hij in den binnenzak, haalde
een lederen koker te voorschijn en koos met
kennersblik een lichte sigaar. Toen liep hij ver
der, een man voorbij, die op uitgescheurde
schoenen, den kraag van zijn sjofelen overjas
hoog opgeslagen, voor de kleine spiegelruit
stond, waarachter de spijskaart van het restau
rant opgehangen was. Als hij den bleeken jonge
man een blik waardig had gekeurd, zou diens
plotselinge opwinding hem opgevallen moeten
zün. Doch hij vervolgde in gedachten verzonken
zijn weg, terwyl de haast van ongeduld trap
pelende jongeman hem verward nakeek, om
zich dan met een paar flinke stappen naar de
deuropening van het restaurant te haasten,
waar op de mat een portefeuille lag. Met een
oogopslag vergewiste hü zich ervan, dat nie
mand op hem lette, bukte zich snel en hield
een oogenblik daarna de portefeuille in de
handen.
Als in een droom bevoelde hü met bevende
handen de bankbiljetten, welke voor hem, die
al dagen niets verwarmends gegeten had, een
onbegrüpelüken rükdom beduidden.
Dat alles was het werk van een paar secon
den. Haastig wilde hij wegloopen, maar daar
zag hü tot zün grooten schrik plotseling een
man tegenover zich, die hem uit twee groote,
lichte oogen verwijtend aankeek. De jongeman
voelde den brandenden blos van de schaamte
omhoog komen.
„De portefeuille behoort den heer, die daar
verder op loopt," stamelde hü; dan liep hü
dezen met groote passen achterop. Toen hü hem
zonder woorden de portefeuille voor hield, ver
gewiste de laatste zich eerst of zün portefeuille
nog in zün binnenzak zat, maar hü vond niets
Hij wendde zich tot den vinder en nam hem
opmerkzaam op.
Hij informeerde naar naam en adres, en
vroeg naar de omstandigheden van den jonge
man. Toen hü vernam, dat deze zonder werk
was, dacht hü bü zichzelf:
„Wanneer je in „Américain" zit, is het niet
zoo moeilijk eerlijk te zijn; maar als men bijna
omkomt van honger.... zulke flinke menschen
moeten voor de maatschappy behouden blijven."
Hü nam den yinder mee naar zyn zaak en
gaf hem een goede betrekking op het kantoor.
Hü werkte zich vlug op en na een half jaar
was hij procuratiehouder en de rechterhand
van den fabrikant.
Toen hij op een dag met zyn chef een be
spreking had gehad, die nog al lang duurde,
was het laat geworden en de fabrikant noodigde
hem uit met hem in een restaurant te gaan
dineeren.
Terwyl hun taxi voor een restaurant stopte,
glimlachte de chef en de procuratiehouder wist,
dat dit de plaats was, waar hij de goede richting
van het leven „gevonden" had.
Zü stapten uit, en traden op de deur toe.
Maar een koude rilling liep den jongeman door
de leden, toen hij weer den bedelaar naast de
deur zag, die hem verwijtend aanstaarde. Even
als toen voelde hij plotseling het schaamrood
'in zijn gezicht branden, en hü besloot de ge
schiedenis van zijn bekoring op te biechten.
Nadat de chef
iets besteld had, «mi„mm
begon de procu- p. 7 j
„De man daar- i J
buiten heeft my
destijds gadege- i
slagen, en op den !,mm„
rechten weg...."
„Welke man?" onderbrak de chef verstrooid.
„Die bedelaar!"
„Zoo, zoo," meende de oude heer, „dien ken
ik al lang. Hij is al jarenlang blind."
De procuratiehouder nam gauw een grooten
hap. Toen hij dien verwerkt had, begon hy op
zettelijk over de zaak te spreken.
De blinde bedelaar verwonderde zich later
niet weinig, toen iemand hem iets in de hand
drukte, dat niet het traditioneele dubbeltje was,
maar een geldstuk, dat de joviale Amsterdam
mer een „knaak" noemt. Hü meende nu wel
gerechtigd te zijn het „een dag" te noemer.,
althans hij verdween uit het gezicht.
Tienduizenden zwaluwen, zoo wordt uit
Melbourne gemeld, zijn kort geleden op het
Engelsche schip „Largs Bay" neergestreken,
toen dit schip op weg naar Australië door ae
Koode Zee voer. Dagenlang bleven de zwaluwen
op het schip en stelden het geduld van de op
varenden op harde proef. Ze zaten niet alleen
op de dekken, doch kwamen ook in zalen en ca
bines, zaten op de schouders der passagiers en
op de petten der bemanning. Ook waren er nog
eenige haviken, die kwaad stichtten door de
kanariepietjes der bemanning te dooden en
den stuurman Scott in zyn bed te overvallen.
De haviken verlieten spoedig het schip. De zwa
luwen verhieven zich eenige dagen later in ge
sloten colonne in de lucht en verdwenen in de
richting van Indië.
-
IMCPglgMRI^^
|B
a
iW
A \\v i s s>c
Va pendspakja
BLUE BAND
1 II I op dit blad Zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofïfïfï by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7 Cf) bü een ongeval met f O Cf) bü verlies van een hand 1 OC Dij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) m bü verlies van 'n
All€ (l DO flïie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUvU»" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f WW," doodelijken afloop T AOU» een voet of een oog# duim of wijsvinger OM» been of arm f Tl/« anderen vinger
62
Ky kon maar niet begrüpen waarom hun
panden naar den tempel van Kali waren ge
komen. Niet dat hü een aanval vreesde. Geen
®nkele Hindoe, al was hü ook een afvallige,
het ooit wagen deze heilige plaats door 't
''«gen van geweld te schenden.
Maar wat mocht dan de bedoeling zün?
De twüfel hierover veroorzaakte den fakir
Sorg.
zou weldra de reden leeren kennen!
Toen het volslagen nacht geworden was,
^am de olifant, die in den omtrek naar voed-
bir aan ket zoeken was, op 'n draf aanloopen,
'ükbaar hevig ongerust, met wüd uitstaande
0ren, hoog opgeheven slurf en sterk snui-
"®hde.
Bob begon teekenen te geven van de le-
^höigste onrust en kwam aankruipen tegen
beenen van zün jeugdigen meester.
-
Weldra barstte nu de verschrikkelüke sym
phonic los, ontketend door Bikanel.
Da, Europeanen, ofschoon geheel onthutst,
begrepen de oorzaak niet- van dit helsche ru
moer, maar begonnen het des ondanks be
nauwd te krygen; hun beproefde moed be
zweek voor den angst der onzekerheid.
„Afgrijselijke muziekl" mompelde Johnny, in
gedachten verzonken.
„Ja", antwoordde Marius, „precies als wan
neer er bü ons, in mün geboortestreek, een
goederentrein passeert over het viaduct van
Bandol en men onder de brug staat".
„Huilende apen?" vroeg Johnny, meer en
meer verbaasd.
„Die zün er ten minste", antwoordde de
Provengaal. „Ik heb zulke beesten in Guyana
en op Saint-Laurent-du-Maroni gehoord, toen
ik op de „Pourvoyer" diende.
„Dat zün tügers, nietwaar?" zeide de kapi
tein.
„Ja, Sahib, dat zün tügers!" antwoordde
langzaam en op ernstigen toon de fakir. „En ik
vraag mezelf af welke oorzaak die beesten
hierheen drüft.... Het is alsof zü optrekken
op commando.... in slagorde.... om 'n aan
val te doen".
Rama, de olifant, blies voortdurend heviger,
kwam vlak bü de menschen staan en gaf tee
kenen van vrees en toorn.
Bob was letterlük gek van angst.
„Die duivelsche muziek komt hoe langer hoe
dichter bü", hernam Marius. „Wat denk jy er
van, Johnny?"
„Niet veel goeds".
Plotseling stond Berar op en, den neus in
den wind gestoken en luisterende als met alle
zintuigen, trachtte hü het door de duisternis
sen verborgen geheim te doorgronden.
Het gegrom en geloei nam voortdurend toe
in hevigheid.
Al de tügers van den omtrek, en die waren
talrijk, schenen hier büeen te zün gekomen.
De vier mannen en het kind begonnen nu te
begrijpen dat zü omringd en eng omsloten wa
ren door een bende wilde beesten, die onder
commando stonden van een of anderen de
mon.
Berar, die in stilte luisterde, kon ten slotte
te midden van het rumoer een geluid onder
scheiden waarvan de toon van de andere ge
luiden verschilde, al was het ook weinig.
„Maar dat is 'n menschengeluid!" riep hü
werktuiglük, en voor de eerste maal een leven
dige ontsteltenis aan den dag leggende,
„Dat kan toch niet", merkte Pennyless op.
„Er is geen mensch ter wereld die zich te mid
den van deze wilde beesten zou kunnen wagen
zonder er binnen een minuut door verslonden
te worden."
„Behalve eenige poendits, eenige ingewij-
den-van-den-eersten graad", hernam Berar.
„Ja, er zün Inderdaad bevoorrechten, die erin
slagen den koning onzer wouden tot hun on-
derdanigen dienaar te maken!"
„Dus volgens u, fakir, zou deze bende tijgers
door iemand tegen ons worden losgelaten en
geleid"
„Ik kan er u de stellige verzekering van ge
ven, Sahib! En de bandiet die te laf om ons
persoonlijk aan te vallen, ons aldus overlevert
als prooi aan deze beesten, is dezelfde daar
behoeft gij geen oogenblik aan te twüfelen
als degene, die u levend heeft willen laten ver
slinden door de gieren van den „Toren dei-
Stilte".
Langzaam, maar meedocgenloos werd de
kring van geloei en gebrul vernauwd.
Er bestond geen hoop om te ontsnappen
zelfs niet op den rug van Rama. De olifant
zou tegelükertüd besprongen zyn geworden
door misschien wel twintig tygers, die hem
met hun muilen en klauwen zouden dooden en
instukken zouden rüten.
In de buurt geen enkele boom om erin te
klimmen en daarin den dag af te wachten.
Overal niets dan laag struikgewas. Geen stukje
muur, geen onderaardsche gang, geen enkele
schuilplaats niets!
De drie Europeanen gevoelen een huivering
door hun lichaam gaan van het hoofd tot de
voeten en het koude zweet parelde op hun
voorhoofden.
Het jongetje stiet 'n kreet van angst uit en
klampte zich aan den kapitein vast.
Alleen Berar bleef wonderlük kalm en geen
enkele zenuw scheen er onder zün bronskleu
rige huid te trillen.
„Nu, dan" zeide hü zacht, „het laatste be
drijf!.... Ik heb nu nog maar één middel....
hei is een verschrikkelijk middel.... bijna 'n
wanhopig middel.... Maar ik moet het toe
passen tot eiken prijs...."
„Kom, fakir!" riep de kapitein met ietwat
bevende stem, „gij zult ons toch niet door wilde
beesten laten verslinden?
„Neen, Sahib.... Maar ik moet strijd voeren
met 'n ingewüde, 'n Brahmaan, ik, eenvoudige
fakir.... en ik vrees dat ik misschien het on
derspit zal moeten delven.... ik zal»intus-
schen doen wat ik kan.... Maar wat gü nu
ook zult zien, wat gy zelfs zult gevoelen, welk
een huivering u zal overvallen bü de aanra
king van dit of dat, verroert u niet, schreeuw
niet, weest onbeweeglijk als van steen, en de
tygers zullen zich verwüderen".
,Goed!.... Wü zullen u gehoorzamen....
Nietwaar, mannen?nietwaar, Patrick?....
„Ja, kapitein", antwoordden als uit één
mond de zeelieden en de knaap.
„Welnu!" hernam de fakir, „houdt uw ze
nuwen in bedwang en vergt het alleruiterste
van uwe flinkheid, want nog nooit zult gü
daaraan zóóveel behoefte hebben gehad".
By die woorden haalde hü uit zün kaftan
een fluitje van rozenhout, bracht dit aan zün
lippeir en ontlokte er eenige zachte, zoete to
nen aan.
Dat was als een voorspel, waarop een soort
langgerekte, droefgeestige melodie volgde, die
een zonderlinge tegenstelling vormde met dat
onweersgeromtnel van geluiden, ontketend
door den tügerbezweerder.
Met de hem eigene ongeloofehjke kalmte
bleef Berar zacht doorfluiten,
En nu kon men heel zachtvan alle
kanten in de bladeren een geritsel vernemen
en niet alleen in de bladeren, maar ook tus
schen de steenen en in da barsten der steenen.
Er volgden korte, snelle fluittonen, nüdig
gesis.
Allen voelden hoe hun beenen in aanraking
kwamen met zacht, koud, elastisch vleesch
dat van kruipdieren.
Huiverend tot in hun gebeente, byna niet in
staat adem te halen, verstüfd van schrik, span
den zü hun geestkracht tot het uiterste in om
de roerloosheid in acht te nemen die hun be
houd moest zün. Een bange zucht ontsnapte
aan Patrick, die met nauw hoorbare stem
stamelde
„Slangen!.... overal slangen?
„Stil, kind!" fluisterde Pennyless, op het
punt zelf te bezwijken ondanks den moed,
waarvan hü zoo dikwüls blük had gegeven.
Het tügergeloei was thans vlakbü!
Nog eenige oogenblikken en de monsters
zouden den aanval doen op hun prooi, welker
uitwasemingen reeds lang hun reuk hadden
geprikkeld.
Maar tegelükertüd versnelde Berar het tem
po van zün muziek.
De slangen kwamen nu te voorschün van
alle kanten, zwiepten en kringelden over den
grond, kronkelden zich in de struiken, rezen
recht overeind op de steenen, staken hun ge
spleten tongen uit en rekten den hals.
(Wordt vervolgd)