DE IERSCHE SWEEPSTAKES
THE
MANCHESTER
GUARDIAN
COMMERCIAL
mfuvd van den dag
1
COTTON: FLAX: WOOL
ARTIFICIAL SILK
INDUSTRIES
Kunt Ge niet slupen?
AKKER.CACHETS
VRIJDAG 24 MAART
Kaartenverkoop en trekking
and
De langste baard ter
wereld
VIJFTIG JAAR LATER
MEER RESPECT,
De eerste spoorweg
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen: Ongeloof elljk sterk
Ongeloofelijk goedkoop
en ik
befsr hit I Mijn vrouw
Kostbare handschriften
Alle abonné's SStK? ^SSS^JTS^SSSTSSSSS JOOO.-SMS'SKIi'SiSSarsïs f750.-SJS.ZrïSS f250.- KSV£lfl2S.-SAROS f50.-tS' T>2Z f40.- JSraU
HET J
l GROOJE I
AVONTUUR
WATCH THE PROGRESS
OF THE BRITISH
through the columns of
An annual subscription of 18
shillings, sent to the Publisher,
"MANCHESTER GUARDIAN
COMMERCIAL", Guardian Buil-
ding, Manchester, England, will
1 bring the paper to you every
I Saturday morning. Write for a
specimen copy, free of charge.
"AKKERTJES"
Hoe het publiek op Wagner's
werken reageert
Zij kon haar haar niet kammen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
i „Wü zijn te weten gekomen dat de vader yan
„Hoeveel kost dat?,"
In minder dan anderhalf uur waren de hon
(Van onzen Londenschen correspondent)
Londen, 20 Maart 1933.
De verkoop van tickets geschiedt voorname
lijk door bemiddeling van particulieren,
die op aanvraag boekjes van 12 biljetten
toegezonden krijgen van de Hospital Trust te
Dublin. De verkoopers ontvangen in den gewo-
hen zin van 't woord geen provisiehun moeite
■Wordt beloond met 'n „kans" of eigenlijk met
twee kansen, tenzij zij de voorkeur eraan geven
®ok die kansen voor den gewonen prijs te verkoo-
Pen. Wie 10 biljetten uit zijn boekje aan den
man heeft gebracht, behoeft voor de twee
resteerende tickets niet te betalen. Zij zijn voor
hem. Ofwel hij verkoopt ze, en kan dan de
2 maal 10 shillings 1 pond) behouden. Aan
dit systeem, waarbij het publiek (nX de hou
ders van boekjes) als propagandist optreedt,
heeft de Iersche Sweepstake veel van haar suc
ces te danken; het heeft evenwel tengevolge
dat op elke 12 biljetten 2, dus 1/6 van het
totaal, niet betaald worden, zoodat onder de
Winners een niet onaanzienlijk percentage van
tickethouders is, die voor hun biljet niets heb
ben behoeven te betalen. De vraag naar boekjes
is dus steeds zeer groot, en daar de verkoop
der kaarten krachtens de Engelsche wet op
loterijen en dobbelen verboden is, en de boekjes
hier dus als een soort wettelijke contrabande
Belden, is het voor diegenen, die den weg niet
hennen, niet steeds gemakkelijk een boekje in
handen te krijgen. Vooral gedurende de eerste
laren der Iersche Sweepstake werd soms met
een geheimzinnigheid te werk gegaan, alsof een
°f ander strafbaar feit zooals verkoop van
dpium of iets van dien aard gepleegd werd.
De Hospital Trust evenwel stelt gaame boekjes
en hoe meer hoe liever ter beschikking
Van gegadigden, en in landen, waar de wet en
he overheid hiertegen geen bezwaar maken,
levert het verkrijgen van zulke boekjes niet
he minste moeilijkheid op.
Het grootste bezwaar van het systeem is dat
het biljet, waarvoor gij 10 shillings of het Hol-
landsche équivalent betaald hebt, op zichzelf
hiet tevens als bewijs dient, dat gij aan de
loterij deelneemt. Het geeft u geen enkel recht
tegenover de Hospital Trust. Eerst wanneer gij
een regu ontvangen hebt, kunt gij er zeker van
Zijn als deelnemer erkend te worden. En een
re?u krijgt gij eerst wanneer de persoon, die
U het biljet of de biljetten verkocht heeft, het
boekje met contramerken, benevens 10 x 10
iiiiniiitiiiiiniiitiiiinnii
"bl
Utffinit»
sh. 5 pond naar Dublin heeft opgestuurd.
Men moet dus nooit sweepstake-tickets koopen
van personen, die men niet kent. Voor een op
lichter is zoo'n boekje een prachtig middel om
zijn medemenschen geld af te troggelen, vooral
in Engeland waar het niet vaststaat of en in
hoeverre verhaal mogelijk is. De verkoop van
sweepstake-tickets immers is onwettig; gij kunt
dus niet voor den rechter levering eischen van
biljetten, waarvan de verkoop verboden is. Gij
kunt zelfs in Engeland een bedrieglijken ver-
kooper niet aanklagen, daar de overtreding van
het verkoop-verbod een delict is, waaruit geen
wettige verbintenis ontstaan kan.
Het aantal personen dat „erin vliegt" en
nooit een re?u ontvangen heeft, schijnt in En
geland dan ook vrij aanzienlijk te zijn, en is één
der oorzaken geweest waardoor ditmaal de vraag
naar tickets niet aan de beste verwachtingen
beantwoord heeft. Aanvankelijk heette het dat
er voor £800.000 minder gekocht was geworden
dan de vorige maal; thans spreekt men van een
verschil van £400.000; de officieele cijfers even
wel zijn nog niet bekend, maar het voor de prij
zen beschikbare fonds wordt op 1.850.000 ge
steld.
De overgroote meerderheid der tickets wordt
in Engeland verkocht, ofschoon er weinig lan
den zijn die niet een meer of minder aanzien
lijk aantal sweepstake-habitué's onder hun bur
gers tillen. Maar alleen Engeland en natuur
lijk ook Ierland zelf staat dageti lang in het
teeken der sweep.
Voor Dublin is de trekking en al wat daaraan
voorafgaat een jaarlijks eenige malen weerkee-
rend openbaar feest. De trekking geschiedt met
groote en officieele plechtigheid, en had tot nu
toe steeds plaats onder presidium van generaal
O'Duffy, het onlangs ontslagen hoofd der bur
gerwacht en een der populairste, bij alle par
tijen in hoog aanzien staande persoonlijkheden.
Zijn handteekening kwam op ieder ticket voor,
en diende als een soort waarborg voor „eerlijk
spul". Ook zonder zijn handteekening behoeft
aan de eerlijkheid eener loterij, die onder di
recte contróle van de regeering te Dublin staat,
niet getwijfeld te worden, maar zeer zeker is
de naam van den ook in Engeland hoog aange
schreven generaal een aanbeveling geweest in
den tijd, toen de Sweepstake nog populair moest
worden. De vermenging der contra-merKen in
de machtige roteerende glazen cylinders is een
geweldige arbeid, waarmede een leger van em-
ployé's zich onledig houdt. In overeenstemn
met den Ierschen aard, die diep-religieus maar
tevens zoo ontvankelijk voor opwekkende uiter
lijkheden is, loopt de heele transactie op min
of meer schilderachtige wijze van stapel. Meis
jes in een of andere kleederdracht ditmaal
waren zij zeer toepasselijk als jockeys gekleed
transporteeren in optocht de koffers, welke
de contramerken inhouden, naar de Plaza Dans
zaal, waar zij gemengd worden. Na de vermen
ging deze had Zaterdag plaats worden de
contramerken in zakken verpakt, en hierin blij
ven zij tot den dag der trekking. Dan worden
zij in de reusachtige bus of trommel gedaan,
welke voor de trekking dient; deze geschiedt
plechtig en in het openbaar door hospitaal
verpleegsters.
De zakken worden gedurende die dagen streng
bewaakt door een gewapende wacht en een
groot aantal rechercheurs. Niet ten onrechte is
wel opgemerkt geworden dat die bewaking op
wat erg grootscheepsche schaal plaats heeft;
dit gebeurt evenwel om, afgezien van de eigen
aardige Iersche voorliefde voor zulk vertoon,
ook het buitenland gerust te stellen. Een min
der opzienbarende bewaking zou natuurlijk vol
doende zijn, maar zou buiten Ierland niet de
aandacht trekken. Thans weet een ieder in En
geland en op het vasteland dat zijn „kans"
veilig is.
Er is over de Sweepstake, van verschillende
oogpunten bezien, zeer veel gediscussieerd ge
worden, en niet alleen door Engelsche puritei-
ten, die elke loterij uit den booze achten. Ier
land zelf heeft slechts één doel: zijn armen,
meerendeels katholieke hospitalen, aan geld te
helpen. Niemand zal beweren dat dit geen goed
doel is. Ierland poogt het te bereiken door te
speculeeren op de winzucht van het mensch-
dom; het is echter niet de schuld der Iersche
hospitalen indien zij geen kans zien zonder dat
him inkomsten op peil te houden. Te betreuren
is het dat een al te kleine portie van den inleg
aan de hospitalen en een è.1 te groote portie
aan de winnaars ten goede komt. Het is tot
nu toe slechts éénmaal voorgekomen dat de
winnaar van een der troostprijzen een Ita
liaan zich gelukkig genoeg voelde om eenige
ponden van zijn buitenkansje aan de Hospital
Trust ten geschenke te geven.
Mocht er onder u een gelukkige zijn, die
£30.000 (of minder zelfs) voor zijn 10 shillings
terugontvangt, laat hij dan niet verzuimen een
mooie „fooi" te geven aan de Iersche Hospitaal
Trust. De heeren zijn niet te trotsch om iets
aan te nementenminste als het voor de
hospitalen is.
Den langsten baard ter wereld bezit ongetwij
feld de Noor Langsetti, daar deze zeven
meter lang is. Het spreekt vanzelf, dat de man
zijn baard niet ten voeten uit kan laten han
gen, daar hij er anders op trappen zou en er
in verward zou raken. Het grootste gedeelte
van zijn baard draagt deze zonderling dan ook
in een zijden zak, dien hij onder zijn vest draagt.
„In zijn baard lachen", „likkebaarden" e. d. is
hem wel toevertrouwd
Neem dan voor 't naar bed gaan,
eens zoo'n "AKKERTJE" en slaap
heerlijk rustig en fijn door die
Volgens recept vort Apotheker Duntonf.
Over geen anderen grooten componist zijn
momenteel de meeningen zoo verdeeld als over
Richard Wagner. Dat er echter nog vijftig jaar
na zijn dood zoo fel over zijn werk gedebatteerd
wordt, is voor ons een bewijs op zichzelf, dat hij
ook voor onzen tijd nog leeft en ook op ons nog
zijn onweerstaanbaren invloed uitoefent.
Cornelis Bronsgeest, kamerzanger en leidend
figuur in de Berlijnsche radiowereld, zegt er het
volgende van:
Onze „Funkstunde" beschikt ongetwijfeld niet
alleen over het talrijkste, maar ook over het
meest heterogene publiek, dat tegenwoordig
voor een en dezelfde kunstuiting bijeenvergaderd
kan worden. En uit de tallooze brieven, die wij
dagelijks ontvangen, kunnen, wij zeer goed op
maken of de luisteraars over onze programma's
tevreden zijn of niet. Er komen weliswaar op een
millioen luisteraars slechts duizend brieven bin
nen, maar die brieven komen weer uit zoo ge
heel verschillenden kring, dat wij ze terecht
kunnen beschouwen ais een spiegel van de pu
blieke opinie.
Nu blijkt uit deze brieven nergens, dat de
menschen genoeg hebben van Wagner. Integen
deel. Vier, vijf jaar geleden was een dergelijke
stemming wél te bemerken, doch thans is zij al
weer overwonnen. Zoo krijgen wij b.v. geregeld
yan zeer verschillende zijden 't verzoek om onze
uitzendingen van Parsifal, mtet Paschen 1924 en
1926 gegeven, te herhalen. Al hebben wij jaar
op jaar dit verzoek wegens de tijdsomstandig
heden moeten afwijzen, toch is het een bewijs
let wel, een der vele bewijzen dat onze
Wagnerprogramma's niet alleen in goede aarde
vallen, maar dat wij zelfs nog te weinig Wagner-
muziek uitzenden.
In de bovengenoemde periode van tegenzin
tegen Wagner's muziek namen Max von Schil
lings en ik als eersten een proef met groote
coupures in zijn composities. Het doel was, zijn
werk nader te brengen tot de gejaagde, vermoei
de menschen van onzen tijd, zonder hen te ver
moeien met al te langdurige uitzendingen, bijv.
van 2!4 uur. Wij bleken inderdaad de wenschen
van het publiek geraden te hebbendoor de cou
pures hebben wij vele luisteraars nader gebracht
tot het werk van Wagner, dan mogelijk zou zijn
geweest met onverkorte uitvoeringen. Ik be
schouw dit dan ook als een van de schoonste
uiiiiiiiiiiiniii
IIIIIMIIIIIIIIIU
Als de zon begint te kimmen,
i Weet je, dat de dag aanbreekt.
Als de zaal begint te zwijgen,
Is dit wijl de spreker spreekt.
Als de brandweer haastig uittrekt,
Is er hier of daar een brand.
Ben je 's morgens iets te haastig,
Staat het 's avonds in de krant!
Zoo hangt alles aan elkander,
Als men 't maar bekijken wil.
Dus, als men de straat bekloddert,
Zijn verkiezingen op til!
En zoo zien we weer de namen
Van den Kamer-candidaat,
't Zij met kalk of bonte kleuren,
Neergestreken over straat.
Of de menschen er naar kijken,
Of die propaganda trekt,
Of de sympathie bijzonder
Door een klod zvordt opgewekt,
Dat laat ik er hier nog buiten,
Evenals het ware feit,
Dat geen mensch met zöö'n ontsiering
Stedenschoonheid ziet gevrijd!
Maar ik vind het een verlaging,
Daar het inderdaad gebeurt,
H Dat de naam van Kamerleden
Zöd met modder wordt besmeurd! 1
En, wat niet valt weg te vegen
En een ieder dan ook snapt,
Dat een naam die höög moet
klinken,
Met de voeten wordt getrapt!
MARTIN BERDEN
1 (Nadruk verboden)
allllllllllllllllllillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiir;
voorbeelden van opvoedend werk op cultureel
gebied door den omroep. Thans hebben zulke
coupures ternauwernood reden van bestaan. Wij
zouden evenveel protesten ontvangen als vroe
ger blijken van instemming. De tijdelijke on
verschilligheid voor Wagner is n.l. weer verdwe
nen; men is thans allang weer in staat en ge
neigd om zijn werken zonder coupures te hoo-
ren.
Juist in dit jaar, waarin Wagner meer en op
meer diepgaande wijze wordt herdacht dan an
ders, ligt het voor de hand, dat wij meer Wagner -
muziek uitzenden dan ooit tevoren, den kring
van zijn aanhangers nog meer trachten uit te
breiden. Het is te hopen, dat wij een zoo groot
gedeelte van den totalen zendtijd voor onze
Wagner-uitvoeringen tot onze beschikking krij
gen, dat ik mijn plannen op dit gebied kan ver
wezenlijken.
In November 1927 hechtte het IJslandsche
parlement haar goedkeuring aan het eerste
voorstel inzake den aanleg van den eersten
spoorweg op het eiland!
Willie Woensdag maakte een vlot
voor Robbie en Topsy, zoodat ze op
de rivier konden varen.
Ze hadden het vlot juist keurig te
water gelaten, toen Polly, de kat,
naar Willie toekwam.
„Ik denk, dat Polly met jullie mee
wil," riep Willie.
„Maar het vlot is te klein," riep
Topsy, „we hebben geen plaats voor
de kat.
„Ik ben er zeker van, dat er wel
plaats te maken is," riep Willie.
„En trouwens, ik wil Polly niet bij
me hebben."
Robbie had dus plaats voor Polly
te maken. Willie liet haar aan het
einde van 't vlot zitten, zoodat ze
weinig plaats innam. Vervolgens gaf
hij het vlot een duwtje. „Ik denk
niet dat het hier erg veilig is,
Robbie," riep Topsy, „ik ben er zeker
van, dat de kat het vlot doet over
hellen."
„Och, het zal zoo'n vaart niet loo-
pen," zeide Robbie, doch het duurde
niet lang, of Willie moest ze uit het
water halen, dank zij de kat.
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeeling)
De diphtherie had haar intrede in onze
stad gedaan en maakte alle moeders
waanzinnig van angst. Ik riep dus mijn
vrouw en zei op onze kleine Clara wijzend:
„Vrouwtje, ik zou in jouw plaats de kleine niet
op dat pijnboomenhout laten kauwen."
„Wat kan dat nu voor kwaad?" vroeg m'n
wederhelft, maar nam toch op hetzelfde oogen-
blik het hout weg.
„Liefste, het is bewezen, dat pijnboomen-
houf het minst voedzame hout is dat een kind
kan eten," antwoordde ik.
Vrouwen, getrouwde vrouwen vooral, nemen
nooit een raad aan, zonder tegen te spreken.
„Luister eens man," begon ze weer, „alle
dokters zeggen dat de terpentijn uit pijnboo
menhout goed is voor zwakke ruggen en voor
de nieren."
„O, daaraan dacht ik niet. Ik wist niet dat
de nieren en de ruggegraat van het kind wa
ren aangedaan, en dat de dokter had aan
geraden...."
„Wie zegt, dat de nieren en de ruggegraat
van ons kind zijn aangedaan?"
„Daar heb jij op gezinspeeld, vrouwtje."
„Wat 'n idee! Ik heb nooit op zoo iets ge
zinspeeld."
„Maar, het is toch nog geen twee minuten
geleden, dat je zei
,,'tKomt er niet op aan, wat ik zei. Het kan
de kleine heeiemaal geen kwaad, dat ze op
een stukje pijnboomenhout kauwt, als ze er
idee in heeft, en dat weet je ook zelf heel
goed. En ze moet het kauwen en daarmee
uit."
„Je hoeft er niets aan toe te voegen, vrouw,"
zei ik onderdanig, ,4k voel nu de kracht van
je bewijsvoering en zal direct een paar karre-
vrachten van het beste pijnboomenhout laten
komen. Geen van m'n kinderen zal gebrek
lijden, zoolang ik
„Ga toch alsjeblieft naar je kantoor en laat
me eindelijk met rust. Men kan het onschul
digste niet beweren, zonder dat jij loskomt en
redeneert en redeneert, tot je heeiemaal niet
meer weet, waar je over praat."
Eer ik kon antwoorden, was m'n vrouw de
deur uit gegaan en had Clara meegenomen.
Denzelfden dag, even voor het avondeten,
kwam ze met een gezicht, zoo wit als een doek,
naar me toe.
„O, Mortimer! Al weer een. De kleine George
Gordon is ziek!"
„Diphtheritis?"
„Ja."
„Is er nog hoop?"
„Niet in t minst. Ach, wat zal er van ons
worden?"
Na eenigen tijd bracht de kinderjuffrouw
onze Clara binnen om goedennacht te zeggen.
Het kind hoestte een beetje. M'n vrouw ver
bleekte en keek me verwilderd aan. Maar di
rect daarna was ze vol vurigen ijver en deelde
haar bevelen uit.
„Het bed van het kind moet uit de kinder
slaapkamer naar onze kamer gebracht wor
den."
Zelf lette zij er op, dat het bevel werd uit
gevoerd. Mij nam ze natuurlijk mee. In de
kleedkamer van mijn vrouw werd een bed voor
de kinderjuffrouw opgeslagen. Maar toen viel
haar in, dat we van ons andere kind te ver
vandaan waren, als dit 's nachts ook een aan
val kreeg. We brachten dus het kinderbed en
de kinderjuffrouw weer in de kinderkamer en
sloegen voor ons zelf een bed in de aangren
zende kamer op.
Direct daarop opperde m'n vrouw: „Maar als
Klaartje nu de kleine aansteekt?"
Die gedachte boezemde haar een nieuwen
schrik in, en we konden met vereende krachten
het bed niet snel genoeg meer uit de kinder
kamer halen, ofschoon m'n vrouw zelf in wil
den angst het bed half uit elkaar trok.
Wij gingen naar beneden. Maar daar was geen
plaats waar we de kinderjuffrouw bergen kon
den. Zoo keerden we dus gepakt en gezakt,
vroolijk en wel, naar onze eigen slaapkamer
terug. M'n vrouw ging naar de kinderkamer
om daar nog eens naar het gezonde kind te
kijken. Met nieuwe zorg kwam ze terug.
„Hoe komt het nu, dat de kleine zoo vast
slaapt?"
„Maar liefste, slaapt hij dan niet altijd als
een mormeldier?"
„Dat weet ik wel; maar nu is er in z'n slaap
iets vreemds. Hij ademt zoo.... zoo.... regel
matig. O, het is vreeselijk!"
„Maar kind, hij ademt altijd regelmatig."
„Dat weet ik, maar nu is er iets vreeselijks
aan verbonden. Marie moet bij hem blijven
om bij de hand te zijn als er iets gebeurt."
„Dat is een goede gedachte. Maar wie zal
jou helpen?"
„Jij kan alles doen wat noodig is. Bovendien
moet ik bij zoo'n gelegenheid toch alles zelf
doen."
Klaartje hoestte twee maal in haar slaap.
„Waarom komt de dokter nu niet? Morti
mer, de kamer is te warm. De kamer is beslist
te warm! Zet de verwarming af, gauw."
Ik deed de kraan dicht en keek naar den
thermometer. Was 15 wel te warm voor een
ziek kind?
Daar kwam eindelijk de chauffeur uit de
stad terug met de boodschap, dat onze dokter
ziek te bed lag. M'n vrouw keek me wanhopig
aan en zei met gebroken stem: „Dat is de hand
der Voorzienigheid. Hij was anders nooit ziek,
nooit! We hebben te wereldsch geleefd, Morti
mer. Heb ik het je niet altijd gezegd? Nu zie je
de gevolgen. Ons kind zal nooit meer gezond
worden!"
Ik zei, dat ik niet kon vinden, dat we zoo'n
lichtzinnig leven geleid hadden.
We gingen naar bed en plaatsten het kinder
ledikant dicht naast mijn vrouw. Al dat ru
moer had me moe gemaakt en na twee mi
nuten was ik iets meer dan half ingeslapen.
Mijn vrouw wekte me.
„Is de verwarming open, man?"
„Neen."
„Dacht ik het niet? Alsjeblieft, zet ae gauw
open, de kamer is koud."
Ik zette haar open en sliep direct weer in.
Weer werd ik gestoord.
„Zou je het naar vinden, het ledikant aan
jouw kant te hebben? Het is daar dichter bij
de verwarming."
Ik schoof het er heen, raakte echter in het
beddekleedje verward en maakte het zieke
kind wakker. Nogmaals sliep ik in, terwijl m'n
vrouw het kind suste.
Daar drongen de volgende woorden door den
nevel van mijn slaperigheid als een verwijderd
mompelen tot mij door:
„Mortimer, ik voel tocht. Niets is zoo erg
voor die ziekte
als tocht. Alsje-
fuur."
Ik gehoor- I
zaamde en had l
weer een samen-
treffen met het beddekleedje, dat ik nu in *t
vuur wierp. M'n vrouw sprong op om het te
redden en we wisseldennu ja.... eenige
woorden.
Ik legde me neer op één oor en snurkte, zoo
als alleen een mensch dat kan, die doodmoe
is. Eerst bij hel daglicht voelde ik een hand op
m'n schouder. M'n vrouw staarde me aan en
snakte naar adem. Zoodra haar tong haar ge
hoorzaamde, zei ze: „Het is voorbij; alles is
uit! Het kind zweet! Wat moeten we doen?"
„Om 's hemels wil!" riep ik, „wat heb je me
doen schrikken! Ik weet niet, wat we doen
moeten. Als we misschien Clara weer uit bed
haalden en weer op den tocht zetten?"
„Er is geen minuut te verliezen," meende
m'n vrouw; „ga naar den dokter! Ga zelf! Zeg
hem dat hij moet komen, dood of levend!"
Ik sleurde den armen, zieken man uit z'n
bed en bracht hem mee. Hij keek naar Ckira
en zei lachend, dat ze niet dood zou gaan. M'n
vrouw werd zóó woedend, alsof hij haar een
persoonlijke beleediging had toegevoegd.
Toen zei hij dat het hoesten door een of
andere prikkeling in de keel was veroorzaakt.
M'n vrouw had hem, op die woorden, wel
de deur willen wijzen.
Daarop zei de dokter, dat hij het kind tot
sterker hoesten brengen en daardoor de oor
zaak verwijderen zou. Hij gaf Clara dus wat,
hetgeen haar een geduchten hoestaanval ver
oorzaakte, en direct kwamen er een paar hout
splinters te voorschijn.
„Het kind heeft geen diphtheritis," zei hij;
„het heeft maar een beetje pijnboomenhout of
zoo iets gekauwd en een paar splinters in de
keel gekregen. Ze zullen het geen kwaad doen."
„Neen, dat geloof ik graag," antwoordde ik.
„Integendeel, de terpentijn, die er in zit, is heel
goed tegen bepaalde kinderziekten. Mijn vrouw
kan u dit vertellen."
Zij deed het echter niet, maar keerde zich
verontwaardigd om en verliet de kamer.
Sinds dien tijd is er een voorval in ons le
ven, waarop we nooit zinspelen en leven we in
ongestoorde vroolijkheid.
Een schooljongen moet zich wel sterk bena
deeld voelen, ais hij weet, dat hij hoogstens een
vrij voldoende cijfer op z'n rapport kan be
halen, wanneer hij keurig schrijft, terwijl hand
schriften (en zeker niet van de fraaiste!) van
verschillende bekendheden voor hooge prijzen
van de hand gaan. Zoo werd het manuscript van
Gluck's „I lamenti d'amore" voor de som van
10.500 gulden verkocht! Een handschrift van
Josef Haydn ging voor 15.000 gulden, een brief
van Mozart aan zijn vader voor 900 gulden van
de hand!....
Verlamd door rheumatiek
„Twee jaar lang leed ik aan rheumatiek en
verleden jaar om dezen tijd werd ik 10 weken
bedlegerig. Mijn handen en armen waren het
ergst aangetast. In kon er niets mee doen. Ik
kon mij niet wasschen of mijn haar kammen;
dat moest allemaal voor mij gedaan worden. In
't begin van dit jaar begon ik met eiken morgen
Kruschen Salts te nemen en het doet mij ge
noegen te kunnen zeggen, dat ik nu weer heel
goed ben en in staat mijn huishouding te doen,
terwijl ik in het slechtste weer uitga zonder dat
het my schaadt." Mevr. P. K.
Rheumatiek wordt veroorzaakt door 'n teveel
aan urinezuur in het lichaam. Twee bestand-
deelen in Kruschen hebben het vermogen,
urinezuur op te lossen, zoodat het dan gemak
kelijk uit het lichaam kan wordon verwijderd.
Andere bestanddeelen in Kruschen helpen de
natuur dit opgeloste urinezuur door de inge
wanden en nieren te verwijderen. Weer andere
ingrediënten voorkomen het gisten van het
voedsel in de ingewanden en voorkomen daarbij
niet alleen de vorming van urinezuur, doch ook
van andere onzuiverheden die het bloed vergif
tigen en den weg vrij maken voor verscheidene
ziekten.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij
alle apothekers en drogisten a 0.90 en 1.60
perflacon. (Adv.)
SiiwinuiiiniiniiiiuiiiiiuuuuiiiiiRi fEUlLLETON
BMiimtmimtMimiiiiiiHHiiiiimiiiiiitiiiuiwiiiiHiiuiiinniuimnuiin
«3
Mary had, in haar slaap, tegenover Bikanel
hiet te ruim geschat. De koffer bevatte voor
een waarde omgerekend in Holiandsch geld
van bijna dertig millioen gulden aan edelstee-
hen.
Pennyless las vluchtig den inventaris door,
©nderteekend door den Parsi-koopman en den
grootvader der beide kinderen, en liet er voor
een waarde aan goudgeld van ongeveer
Vijf en veertigduizend gulden uitnemen.
Daarna werd de koffer, waarvan men de slo
ten had moeten openbreken opnieuw stevig ge-
Kloten met de rottingkoorden en vastgebonden
©p den rug van Rama.
Zonder een oogenblik langer te wachten dan
hoodig was, bezette nu ieder zijn plaats in de
„hoedah". Berar nam een der thoega's tot ge
leider en de olifant vertrok in vollen draf in
de richting van Gaya,
Na verloop van drie uren kwam Rama, bui
ten adem geloopen Uij de eerste huizen aan
van dezen districts hoofdplaats, die niet min
der dan 100.000 inwoners telt. Al wat de fakir
hun over Gaya's verleden verhaalde boezemde
hun maar weinig belang in.
Zij dachten slechts aan één ding: den spoor
weg!
Men wees hun het Centraal-station en zij
gingen er aanstonds heen.
Pennyless vroeg den chef te spreken.
Men bracht hem met Patrick en Mary bij dit
zichzelf zeer bewuste personage, dat hen vrij
koel ontvingen.
Doch Pennyless speelde aanstonds een hooge
troef uit en zeide, de beide kinderen bij de
hand nemende:
„Ik heb de eer u voor te stellen de kinderen
van de zoo ongelukkig om het leven gekomen
hertogin van Richmond van wier tragischen
dood de vorige maand gij ongetwijfeld
hebt vernomen.
Daarna voegde hij er op den toon van een
ondergeschikte, en ook een zoodanige houding
aannemende, bij
„Ik ben hun gouverneur en mevrouw is mijn
echtgenoote".
Bij het hooren van dezen aristocratischen
naam, een der meest illustre van Engeland,
scheen de stationschef plotseling te ontdooien
en toonde een buitengewone voorkomendheid.
„Waarmede kan ik u van dienst zijn?" vroeg
hij beleefd.
miss Mary en mister Patrick, majoor Lennox,
hertog van Richmond, door de Afridi's gevan
gen wordt gehouden en in groot gevaar ver
keert.
„Wij hebben alle beschikbare financieele
middelen van deze ongelukkige familie, die zoo
zwaar door het noodlot getroffen wordt, ver
zameld, en wij gaan nu onderhandelen over
den losprijs voor dezen vader.... dezen sol
daat!"
De stationschef maakte opnieuw, zonder te
antwoorden een buiging, niet wetende waar
Pennyless eigenlijk heen wilde.
Deze laatste ging voort:
Binnen hoeveel tijd liefst het minimum
kunnen wij te Pesjayer aankomen?"
„Reken u maar op vijftig uren".
De kinderen slaakten een smartelijken zucht.
Vijftig uren! En daarbij zou dan nog de tijd
komen, noodig om van Pesjaver het kamp der
Afridi's te bereiken: misschien wel veertig
uren!
Men zou dan natuurlijk te laat komen, en
hun vader, hun eenige steun, hun eenige liefde,
zou dan van honger sn dorst reeds gestorven
zijn.
„Dat duurt te lang. veel te lang", hernam de
kapitein.
„Kunt u ons een express-trein geven?'n
Locomotief, 'n goederenwagen, en 'n salon
wagen?"
„Dat zou misschien wel gaan...."
„Dat zal u vijfhonderd pond kosten en u
wint er maar tien uren mee".
„Ik geef duizend pond met 'n premie van
honderd pond voor de stokers en de machinis
ten en vijfhonderd pond voor u, als het traject
kan worden afgelegd in dertig uren, liefst nog
sneller. Bedenk, als 't u belieft, dat het hier
een der meest doorluchte namen betreft, die
in het boek van den Britschen adel voorkomen,
een der beste officieren van het leger, een van
de meest toegewijde dienaren der Kroon. Er is
hier inderdaad sprake van een geval van „for
ce majeure".
„Goed, mijnheer, u kunt een express-trein
krijgen", antwoordde de stationschef, die dacht
aan de hem in uitzicht gestelde premie.
„Ik heb een uur noodig om mij in verbinding
te stelen met de hoofdadministratie en vooral
om telegrafisch de vertrekuren van de treinen
te regelen, zoodat er afdoende voor uw veilig
heid wordt gezorgd en zooveel mogelijk tijd
wordt gewonnen".
„Dus u denkt wel dat wij binnen dertig
uren...."
„Binnen dertig uren bent u te Pesjaver
natuurlijk wanneer er niet een of ander onge
luk gebeurt".
„Ik ben u duizendmaal dankbaar. Terwijl u
een en ander voorbereidt, zal ik u de genoemde
bedragen uitbetalen".
Een uur later stond een expres-trein, zoo
pas uit de loods gehaald, voor het station te
puffen.
Haastig werd aan het buffet gekocht pro
viand ingeladen en de zeven reizigers, Berar
erbij inbegrepen, namen plaats in het salon
rijtuig.
Bob sprong erin als op 'n veertje, terwijl de
goeie Rama, alleen achterblijvende, blijkbaar
droevig gestemd, met zijn geleider, den thoega,
terugkeerde naar de heilige pagode.
De stationschef had zelfs gezorgd voor twee
salonrijtuigen, zoodat het den reizigers geens
zins aan comfort ontbrak.
De stoomfluit gilde en de trein zette zich in
beweging.
De reizigers vertrokken, volkomen veilig en
overgelukkig wijl niemand bemerkt had dat de
„gouverneur" die verdachte en gehate vreem
deling was, naar wien zoo ijverig gezocht werd
door de politie.
Zij hadden er intusschen niet het flauwste
vermoeden van dat een man, die in gestrekten
draf was komen aanrennen op een paard dat
het schuim op den bek had en die zelf over
dekt was met zweet, stof en bloed, aan het sta
tion was aangekomen, terwijl de trein in ge
reedheid werd gebracht.
Deze man had met den stationschef eenige
woorden gewisseld en verlof gekregen onge
merkt den goederenwagen binnen te sluipen.
Zou de sneltrein, die de laatste hoop van
majoor Lennox medevoerde, ook een verwoe
den vijand meenemen van die dappere men
schen, die den strijd aanbonden tegen het
schijnbaar onmogelijke?
derd kilometer afgelegd tusschen Gaya en Pat-
na. Na Patna volgden Benares, dan Allahabad,
Prayaga en Cawnpour. Men vloog Agra voor
bij en stopte een oogenblik te Delhi de helft
van het traject was nu afgelegd in veertien
uren.
Pennyless was vol hoop. Men bereikte Lahore,
zag de eindelooze vlakten van Radypoutana en
Pendjab voorbijvliegen en ontwaarde in de
verte het reusachtige Himalaya-gebergte. Ten
slotte bereikte men de hoogvlakte van Pesja
ver en eindelijk.... eindelijk naderde men
deze stad met haar meer dan honderdduizend
inwoners. Voor dezen rit had de trein precies
negen en twintig uren noodig gehad. Men liet
de inboorlingen-stad liggen en stoomde on
middellijk door naar de Britsche stad, gelegen
vier kilometer meer westelijk, waar tenge
volge van door Pennyless' onderweg, uit
Delhi verzonden telegrammen de garnizoens
commandant en de resident persoonlijk naar
het station waren gekomen, vergezeld van
meerdere vrienden van majoor Lennox en lui
tenant Taylor.
Patrick en Mary konden hun tranen niet
weerhouden bij het wederzien van deze trouwe
oude vrienden uit betere en slechtere dagen,
en wier aanwezigheid hen nog meer herinner
de aan hun voor altijd verwoest geluk.
Er volgde een vluchtig handdrukken, een
ontroerd „welkom" en een even haastige nieu
we kennismaking.
(Wordt vervolgd).