OVER „STERKE MANNEN" St. Lydwina en jong Nederland Prikkeldraad Een rondreis door Europa BIJ HAAR EEUWFEEST Zielig MAANDAG 27 MAART I. Italië Mussolini Maar één meester in den Staat De fascistische partij de eenig toegelatene BIJ EEN GRAALREPETITIE TE SCHIEBROEK Het instudeeren der koren door de Graalleidsters Het Vicariaat van Batavia Pater W. de Veer S.J. Zondagmorgen te Utrecht overleden De massastuwing der Graalbe weging brengt den levenszin van Lydwina's offer tot het begrip van Hol lands jeugd Graalspel nabij Schiedam Een voor onzen dag VOOR ST. LYDWINA'S EEUWFEEST Vol actie zal ditmaal het Graalsuel zijn Het nieuwe in dit spel Beloften in stralende zon Het Heilig Jaar Aartsbisschoppelijk schrijven BENOEMINGEN In het Bisdom Haarlem Het heeft er allen schijn van, dat het parlementaire stelsel aftakelt. In land na land is het vrijwel aan den dijk ge zet en zagen wij „den sterken man" optreden. Moeten deze voorbeelden ons tot navolging lokken? Maken wij eens een rondreis door Europa Als men verre reizen maakt, weet men veel te vertellen. Zal het ten slotte wellicht niet zoo zijn, dat wij, in 't lieve vaderland weer terug gekeerd, blij te moede zijn en vinden, dat het toch nergens zoo goed is als bij ons? We zullen zien. Wij zullen onze reis laten gaan over Italië, Spanje, Polen, Rusland, Duitschland, al zullen we terloops even een blik slaan op Griekenland, Turkije, Joego slavië. En dan gaan we weer welgemoed huis toe. 1). De dag na den oorlog is voor alle volken ook de overwinnende een moeilijke dag, de aanvang van een verward en gevaarlijk tijd perk. Zaden van anarchie zweven in de lucht. En anderzijds: de exaltatie van de kracht be reidt voor een regeering van kracht. Republi keinen zijn in den regel tegenstanders van den oorlog: zij vreezen den overwinnenden gene raal. De ervaring stelde hen in 't gelijk. Van 1919 tot 1922 was het in Italië een anarchistisch-chaotische toestand. Bij de spoorwegen een janboel. Men stal er als de ra- Ven. Meer dan 62% millioen Lire aan schade- Vergoeding wegens verloren gegane goederen moest worden uitbetaald. Op het platteland heerschte een ware jacquerie. In Augustus 1920 bijna in alle steden algemeene werkstaking; de vakvereenigingen namen eenvoudig de fa brieken in bezit. Zoo in de groote automobie len-fabriek Fiat. In het land een stemming als in Frankrijk na de Juni-dagen van 1848. Het land in nood riep om den „sterken man". Hij kwam en rukte aan 't hoofd zijner zwart- hemden naar Rome op: Mussolini. „César de Carnaval" werd hij in de Fransche Kamer ge noemd. Het officieel verslag verzachtte dit tot „César de carton." Thans, na tien jaren, kan men zich van het fascisme niet meer afmaken met geestigen spot of zwijgende minachting. Met geweld heeft Mussolini den Italiaan- schen Staat veroverd; met geweld heeft hij hem tot heden behouden. In Rome als in Mos kou is het geweld oorsprong en grondslag en handhaver van het huidig Staatsgezag. Niet de toestemming van het volk. Maar terreur kan niet een blijvend regeeringsinstrument zijn. Daarom wilde Mussolini zich meester ma ken van de jeugd, dat is van de toekomst: het werk der nationale Balilla kwam tot stand. Ieder kind van 6 tót 17 jaar moet er lid van zijn: het sportief monopolie in den dienst van den Staat! Het fascisme is uitgesproken anti-democra tisch. Aanvankelijk behoudt Mussolini den Koning, den Senaat, de Volksvertegenwoor diging. Mussolini had genoeg aan den post van Minister-President en de meerderheid in Senaat en Kamer. Weldra echter bemerkte hij, dat tegendeelen onvereenigbaar zijn: geweld en Vrijheid, dictatuur en democratie. Ik handel, zei Bismarck, en ik vind altijd wel een of anderen professor in het intera- tionale recht, om mijn daden te rechtvaardi gen. Heeft men het internationale recht niet wel eens genoemd de wetenschap der Voorwendsels? Zoo construeerde professor Rocco. die minis ter van Justitie was geweest, de fascistische doctrine, welke zich schrap zette tegenover het traditioneele democratisch beginsel. Ook hierin gelijkt 't fascisme op het bolsjewisme. Alleen aardrijkskundig ligt Rome ver van Moskou. In zijn proclamatie van 7 April 1926 schreef Mus solini: „Wij vertegenwoordigen een nieuw be ginsel in de wereld. Wij vertegenwoordigen de antithese, precies, categorisch, definitief, Van de wereld der democratie, van de onster felijke beginselen van 1789". De democratie, zoo leerde hij, is de luxe der oude, rustige, ge lukkige volken. In het maandschrift „Politica" van Februari 1927 schreef Prof. Rocco een artikel, getiteld „De gedaanteverwisseling van den Staat". Daarin lezen wij: „Het fascisme hergeeft aan den Staat de volle uitoefening van zijn souve- reiniteit, d.w.z. hij bevestigt weer de uitvoe rende machtIn alle landen, maar speci aal in Italië, heeft het verval van den Staat als uitwendige verschijning gehad dé onma tige toeneming van de bevoegdheden van het parlement ten koste van de uitvoerende macht." Er ls maar één meester in den Staat, dat is de Duce, dat is Mussolini. Zijn officieele ti tel is „Voorzitter van den Ministerraad". Die titel geeft geen idee van de werkelijkheid. De werkelijkheid van de macht van één man ligt verscholen achter den behouden voorgevel van het monarchaal-parlementaire stelsel. Het fascisme behoudt den Koning, den Senaat, de Kamer, maar alleen het uiterlijk. De eenige inhoud is: Mussolini. Men verhaalt van den Koning, dat hij eens met iemand zat te praten, terwijl zijn zakdoek naast hem op tafel lag. Toen de ander, in vergissing, zijn hand naar dien zakdoek uit strekte, weerde de Koning hem af, uitroepen de: „Neen, blijf daar af, dat is nu nog het eenige in Italië, waarin ik mijn neus mag ste ken." Een andermaal zat de Koning voor een kaart van Rome, waarop de grenzen van de Vatikaansche Stad waren aangegeven. En hij zuchtte: „Och, mocht ik ook nog één zoo'n klein stadje hebben!" Den Duce, den „capo di governo" (het hoofd der regeering), kan men niet vergelijken met den president der Vereenigde Staten, wiens macht en bevoegdheid toch nog veel grooter zijn dan die van onze Koningin. Mussolini is door niemand gekozen; zijn ambtstijd is van onbeperkten duur. Ook niet met den Duitschen Rijkskanselier; hij heeft niemand boven zich; hij staat naast den Koning. Ook niet met den Minister-Presi dent van Engeland of Frankrijk; hij is niet afhankelijk van een parlementaire meerder heid. Hij is zonder superieur, en zonder con trole. Hij is de Meester van den Staat. De an dere ministers zijn zijn ondergeschikten. Hij is meer dan „primus inter pares". De Minister raad beraadslaagt, de Duce alleen beslist. Zoo als ook Napoleon zei: „beraadslagen doet men met meerderen, handelen kan men slechts al leen." De strafwet beschermt zijn persoon ge lijk den Koning. Hij heeft zijn eigen geheime politie en spionnen. In December 1929 schreef het dagblad „Mat- tino" van Napels, dat Mussolini van het jaar VII niet meer was, wat hij tot dan toe geweest was: „Er zijn nog teveel menschen die er op pochen, dat ze met hem zijn groot gebracht, of dat ze met hem gegeten hebben. Er zijn nog te veel menschen, die, wanneer ze van den Duce spreken, hem eenvoudig noemen Benito. Het wordt tijd het met luider stem te verklaren, dat Benito niet meer bestaat. Thans heet Mussolini de Duce en alleen de Duce". Een der kenmerken van het fascisme is, dat er in Italië een officieele partij bestaat, de eenig toegelatene, die is in den Staat, die is meester van den Staat, en die opgaat in den Staat. Zoo steunt ook het regiem van Mos kou op de Communistische Partij; de dictatuur van Kemal in Turkije op de Republikeinsche Partij: de Groote Vergadering van Angora is de officieele politieke vorm van deze partij; zij stemt alleen, beraadslaagt niet: de beraad slaging heeft plaats in het Centraal Comité van de partij. In Spanje steunde o, heel zwakjes Primo de Rivera op de Vaderland- sche Unie. Het parlementaire stelsel berust op het be staan van een meerderheid en van een oppo sitie. In Engeland volgt aan het Hof het hoofd der oppositie onmiddellijk na den Eersten Mi nister. Het fascisme kent geen oppositie, verbiedt haar zelfs. In December 1926 zei Mussolini: ,WÜ willen een corporatieve Kamer schep pen, zonder oppositie. Wij willen geen opposi tie, en hebben haar ook hoegenaamd niet noodig." De fascistische partij is de eenige toegela ten partij in Italië. Zij heeft haar eigen leger, dat staat naast het leger van den Staat. Zij is de fundamenteele instelling van den Staat. Haar hoogste orgaan de Fascistische Raad, is tevens het hoogste orgaan van den Staat. De Kamer is haar uiterlijke manifesta tie. Alleen leden van de partij kunnen een Staatsfunctie bekleeden. „De partij zei Mus solini is een burgerlijke en vrijwillige kracht, onder bevel van den Staat." De Alge meene Secretaris van de partij wordt be noemd bij Koninklijk Besluit, en de federale secretarissen bij Ministerieel Besluit. De Groote Fascistische Raad is niet alleen het hoogste orgaan van de partij, maar ook van den Staat. Hij is een Raad van Twintig. Zelfs niet alle ministers zijn er lid van. Hij draagt aan den Koning voor, benoembaren tot hoo- ge betrekkingen, zoo ook voor een eventu- eelen opvolger van Mussolini. Eén partij slechts, dus één opinie, dus geen vrijheid, in Rome zoowel als in Moskou. De vrijheid, zei Mussolini, is een in ontbinding verkeerend kadaver. „Alles voor den Staat, niets buiten den Staat, niets tegen den Staat." De natie is de Staat, de Staat is de party, de partij is de regeering, de regeering is de Du ce. Tegenover den Duce bestaat geen vrijheid. Ook niet voor de pers. Alle bladen zingen de zelfde wijs, met maar heel weinig verschil in de woorden. Ook niet voor de burgers, die voor het Buitengewoon Gerecht voor de bescher ming van den Staat kunnen worden gedaagd. Ook niet voor de arbeiders: werkstaking is verboden. Er staat boete op, en voor de lei ders gevangenisstraf. Geen vrijheid voor de gemeenten: de ge kozen gemeenteraden zijn vervangen door een Staatsambtenaar. Zal het fascisme blijvend zijn? Het fascisme is een dictatuur. En dicta turen hebben nooit lang bestaan. De zoon van Cromwell heeft slechts enkele maanden geheerscht; de zoon van Napoleon I stierf te Weenen; de zoon van Napoleon III sneuvel de in Zoeloeland. Italië, in nood van anarchie, heeft den dic tator als redder aanvaard. Zal het, hersteld, in het nauw fascisten keurslijf kunnen blijven leven, geduldig de vrijheidsberooving dragend? Bonaparte was een realist. Hij zei: „Aan iederen dag zijn leed; aan iedere omstandig heid haar wet; aan iedereen zijn natuur." Dictator, ontwierp hij in 1815 een grondwet met een parlementair regeersysteem. Incon sequentie? Tegenspraak? Neen. Eenvoudig de toepassing van den regel van opportunisme: aan iedere omstandigheid haar wet. Blijft het fascisme, dan zal het, juist om te blijven, verandering, ontwikkeling behoeven. Men kan moeilijk gelooven, dat bij een be schaafd en ontwikkeld volk de vrijheid op dij duur onderdrukt kan blijven. Een meerderja rig volk laat zich niet regeeren zonder mede zeggenschap. Arnaldo Mussolini, de thans overleden broe der van den dictator, schreef eens: „Spreken van een fascisme zonder Mussolini is pure dwaasheid." Wat dan, na Mussolini? Wij weten het niet. Maar dit weten wij toch wel: vrijheid en democratie zijn niet van het verleden; zij zijn de toekomst. Voor een sterk gezag hebben wij geen dic tator noodig. Maar wel zou hij tegenhouden, wat niet minder noodzakelijk is: gezonden volksinvloed. 1) Verschillende niet alle gegevens ontlee- nen wij aan het in 1931 verschenen werk van Prof. Joseph Barthélemy. „La Crise de la Dé mocratie contemporaine". BATAVIA, 27 Maart (Aneta) Monseigneur Van Velsen ontving bericht van de Congregatie Propaganda Fide dat Z. H. de Paus welwillend toestemt in zijn verzoek om, ter wille van zijn al- gemeenen gezondheidstoestand, ontheven te mo gen worden uit de functie van Apostolisch Vi caris van Batavia. Door dezelfde Congregatie is, tot dat een nieu we Apostolisch Vicaris zal zijn benoemd met het bestuur over het Vicariaat Batavia belast, met den titel van Provicaris, pastoor A. Th. van Hoof. Zondagmorgen te ongeveer 6 uur is in het St. Antonius-ziekenhuis te Utrecht, alwaar hij werd verpleegd, op 70-jarigen leeftijd overleden de Zeereerw. Pater W. de Veer S.J. De mededeeling, dat Pater de Veer bediend was, heeft in velen een schok doen varen en een bang vermoeden wakker geroepen, dat aan dit rijke priesterleven spoedig een einde zou komen. Toch hadden we, hoewel we wisten, dat zijn gezondheidstoestand den laatsten tijd veel te wenschen overliet, nog een stille hoop, dat er een gunstige wending in den toestand van Pater de Veer zou komen, maar het heeft niet zoo mogen zijn. God heeft dezen edelen priester thans tot Zich geroepen, om hem het eeuwige loon te geven voor zijn onvermoeibaar strijden hier op aarde voor Christus' Kerk en het kost ons moeite te realiseeren, dat Pater de Veer niet meer is. Pater Willem de Veer S. J. werd geboren 5 Maart 1863 te Zoetermeer en studeerde bij de Paters Franciscanen te Megen. In 1880 trad hij in de Sociëteit van Jezus en ontving in 1894 de Heilige Priesterwijding. Daarna was hij leeraar te Culemborg en te Katwijk en velen hebben daar van de talenten, die God dezen priester geschonken had, gepro fiteerd. Vervolgens was hij eenigen tijd als kapelaan te Nijmegen werkzaam, doch zijn wetenschap pelijke kennis deed hem dan roepen naar Amsterdam, waar hij benoemd werd tot voor zitter van Geloof en Wetenschap en tot Mode rator der Studentenvereeniging „St. Thomas Aquinas" te Amsterdam en de Studentenver eeniging „St. Augustinus" te Leiden. Onder de studenten, die hij met tact wist te leiden, was Pater de Veer een beminde per soonlijkheid en noode zagen zij hem naar Rot terdam vertrekken. Hier was hij eveneens eenigen tijd als een ijverig zielverzorger werkzaam, doch in 1921 werd Utrecht zijn woonplaats en vanuit het centrum des lands trok hij als een nieuwe St. Franciscus Xaverius uit, om missies te pre diken en retraites te leiden. Het was een ge not naar hem te luisteren, want Pater de Veer was bijzonder gezegend met de gave der wel sprekendheid. Voor de parochianen der St. Aloysius-kerk, in welker pastorie Pater de Veer verblijf hield, was het een verrassing, wanneer deze priester den kansel beklom. Dit gebeurde echter slechts zelden, want meestal vertoefde hij buiten de stad voor het geven van zijn conferenties. Bekend zijn van hem de Advent-conferen- tie, welke ieder jaar in de kapel van het zie kenhuis St. Joan de Deo voor de leden van de vereeniging „Geloof en Wetenschap", waarvan hij ook te Utrecht de moderator was, werden gegeven en waaruit zijn veelomvattende ken nis duidelijk bleek. Ook op letterkundig gebied heeft Pater de Veer zich bewogen en weinigen zullen weten, dat hij een der grondleggers was van het be kende maandschrift „Boekenschouw". Hij was n.l. mede-oprichter en redacteur van „Lec tuur", waaruit later „Boekenschouw" ontstaan is. Van hem verschenen ook gedichten, die zich kenmerkten door een zuivere en ongekunstelde poëzie en wij herinneren ons uit een bundel, die jaren geleden verscheen, een vers, waarin Pater de Veer zeer subliem de bloemen bezong. Pater de Veer schreef menig artikel voor „Het Centrum" en zijn bijdragen werden door onze lezers zeer op prijs gesteld. Ook zijn talrijke lezingen en toespraken wer den meer dan eens gebundeld en dan denken wij vooral aan de voordracht, welke Pater de Veer zoo vaak hield over zijn confrater, den bekenden volksdichter Pater Bernard van Meurs, met wien hij in de pastorie aan de Wijnhaven te Rotterdam had samengewoond. Wanneer hij over Pater van Meurs sprak, ver kreeg zijn stem een bijzonderen warmen toon en de toehoorders leerden dezen eenvoudigen priester-dichter, die ons katholieke volk zoo veel goeds had gegeven, met al zijn goede eigen schappen kennen. Hij zocht geen menschelijke eer, maar als een fiere zoon van Ignatius werkte hij onver moeid aan het veredelen der zielen voort, tot meerdere eer van God, in de overtuiging, dat God hem eens rekenschap zou vragen over het beheer van de van Hem ontvangen talenten. En knielend aan de doodsbaar van dezen edelen en begaafden priester, van wien we met groo- ten weemoed afscheid nemen, denken we aan het sonnet „Bedenk", een der gedichten van den overledene, waarmee we willen besluiten: Al mocht ge, als morgenzonne schoon, Een lichtkrans dragen om de slapen, En zou, wat heerlijk is geschapen, Benijdend opzien naar uw kroon, Al vlogen voor uw koningstroon De volk'ren op een wenk te wapen Of kon uw hand de bloemen rapen, Die 't weeld'rigst Eden spreidt ten toon: Bedenk! eens voert met wreeden staf De dood uw lichaam naar het graf, Uw ziel ten rechterstoel des Heeren. Uw daden toetst Zijn evenaar: Is 't goed te licht, is 't kwaad te zwaar, Wie zal dan 't vrees'lijk vonnis keeren? In onze menschelijkheid zijn we gerust, wan neer de ziel van dezen priester voor Gods rechterstoel verschijnt, maar bidden wij toch, dat de eeuwige rust zijn deel zal zijn. De wereldgeschiedenis wordt geschreven door Gods voorzienigheid. Niet de gekende helden die in sommige gewichtige perioden de gebeur tenissen schijnen te stuwen of te keeren maar de ongekende genadelevens van Gods verkoren-* heid brengen de buitennatuurlijke krachten die den loop der wereldzaken kunnen beïnvloeden. De boete, de voorspraak, de overvloed van gees telijk goed van enkelen richten de wereldge schiedenis naar de hoogere orde van Gods in zicht. En de dramatische motorische werking van den uiterlijken gang van zaken ligt minder bij de namen onzer geschiedboeken dan bij die der levens onzer heiligen welke in de ondoor grondelijke raadsbesluiten Gods hun grootsche taak hadden. Niet zonder vaderlandsche fierheid vieren we daarom straks het eeuwfeest eener Sint Lydwi na van Schiedam, die naar de geestelijke orde der dingen door haar stil gedragen lijden en haar wonderbaarlijk schoon zieleleven vol over gave aan God, van zoo groote beteekenis is geweest en nog is voor land en volk. Te zeer ligt dit leven nog vast in enkele historieboeken voor meer ontwikkelden of in eenige devotieboekjes zonder breed inzicht in de behoefte der massa. Lydwina moet als het ware bij haar eeuwfeest weer aan haar volk worden teruggegeven. Niet in eenenkele kerk- schildering maar in het begrip der levende, strevende, denkende, arbeidende menigte dient haar nagedachtenis geëerd en moet haar wezen voortleven. Een massa-stuwing als „de GraaT'-leiding heeft dit begrepen: Lydwina is van ons en voor ons! Lydwina is geen naam uit vervlogen verre eeuwen maar is een levensbegrip voor «nze dager\. En met het heerlijke jeugd-elan, de Graalbe weging eigen, brengt deze de geestelijke kracht voor onze dagen die Lydwina voor onze jonge opgroeiende vrouwen, voor onze meisjes ja voor gansch Nederland is, tot ons volk. Want het Graalspel van dit jaar is by haar eeuwfeest aan Lydwina gewijd. Het is „de Graal" die straks het levens begrip van dit wonderlijke, rijke, Godbegena- digde meisje uit Schiedam aan de Nederlandsche vrouw, aan heel de Nederlandsche samenleving teruggeeft. De massa zal tot de massa spreken. En de massa zal haar verstaan. Want „de Graal" bezit het geheim (in haar toewijding, offerzin en energische wilszekerheid tevens) om de massa te doen luisteren, om de massa tot nadenken en tot daden te brengen. Dit nieuwe Graalspel heeft aldus een twee ledige werking. Eensdeels verdiept het de zevenduizend mee werkenden in de essentieele, de diepere, de groote, de machtige levensgedachte van het offer-leven eener waarlijk groote, hoogstaande vrouwe, een meisje zooals onze jonge vrouwen nog zyn. Anderdeels zal een zóó overtuigde en van den diepsten zin doorleefde, samentasting van jonge levens tot de breede scharen der toeschouwers het woord brengen dat geen saai sermoen maar een geestdriftige en geestdriftwekkende vlam mende jubileering zal zijn over de genadewer king van God en de medewerking met die genade van het eenvoudige meisje. De Graal zal tot Jong-Holland spreken. En Nederland moet luisteren. Duizenden zullen Zondag 23 April voor de generale repetitie en Zondag 30 April voor de officieele uitvoering naar het grootsche Xerxes- stadion te Schiebroek naby Rotterdam optrekken om getuigen te mogen zijn van het wel zeer bijzondere en geheel eigene nieuwe werk, dat „de Graal" ons in dit stadionspel brengt. „De Graal" heeft met de beide vorige spelen ondervinding opgedaan. „De Graal" heeft boven dien in dit Lydwinaspel naar iets nieuws ge tracht, zoodat wel een zeer bijzondere gebeur tenis Neerlands katholieken met dit Graalspel wacht. Het nieuwe in dit spel zal zyn dat meer de gerhythmeerde beweging er in wordt gebracht door bewegingskoren. Plastisch wordt in rhythmisch beweeg door een koor ook uit gebeeld wat door de spreekkoren wordt gezegd. Hiervoor is muziek noodig en deze muziek Is ook meer als doorloopend speelelement in het geheel gebracht. Een electrisch orgel bespeeld door mej. Tabitha Vermeulen der Vrouwen van Na zareth zal met door haar gearrangeerde muziek het spel begeleiden. Proeven hiermede in Schiebroek genomen, voldeden al heel goed. We hebben in de stralende zon van Zondag middag onder de koepelende blauwe hemelen van een wonderen lentedag een partieele repe titie nabij Rotterdam te Schiebroek bijgewoond. Welke beloften werden daar uitgesproken door .een rijk massabeweeg en offervaardig blijmoe dig energisch repeteeren van tien uur 's mor gens tot vyf uur 's avonds nu eens op 't eene, dan weer op een ander terrein. De kleuren brandden in de zon. De jeugd was geladen met gespannen enthousiasme. De leid sters waren een en al activiteit. En daar waren nog „maar" rond tweeduizend meisjes van een zevenduizend die komen zullen. En die zevenduizend zijn eigenlijk nog een gering getal voor „de Graal". Maar het overigens goed ingerichte Xerxes-stadion van Schiebroek is niet grooter, laat niet meer mee spelenden toe. Overal werd gerepeteerd. Ook in Amsterdam in het Amsterdamsche stadion. Maar ditmaal zal niet Amsterdam, maar Rotterdam met het nabije Schiedam de vreugde van het Graal spel beleven. Dicht bij de plek waar St. Lydwina leefde, leed en glorieerde wordt haar roem tot ons gedragen. De meisjes van Schiedam zelf genieten van zelf sprekend de eer om het koor te mogen vor men dat het Lydwinakoor heet en eerst in Mid- deneeuwsch costuum, later in wit gewaad, St. Lydwina op haar levensweg verbeeldt. We heb ben haar zien repeteeren met enkele Rotterdam- sche koren. Het bewegingskoor van St. Lydwina geeft plastisch massaal door het gelijktijdig indivi dueel uitbeelden der deelnemende meisjes, het leven en lijden weer van de gezegende vrouwe. Wij zien haar schaatsenrijden eerst waarbij zij haar „noodlottigen" val doet. De Graalmeisjes beelden dit op rolschaatsen uit. „Half Schiedam rolschaatst" vertelde ons lachend een der leid sters toen we met onzen fotograaf de repetitie bijwoonden. Maar dit schaatsen kon natuurlijk niet op 't gras beoefend worden en zoo bleef de repetitie daarvan achterwege. Maar vol nieuwe schoonheid was het massabeweeg van het be wegingskoor terwijl de spreekkoren den tekst zegden. Het strompelen, het lijden van Lydwina werden daar massaal rhythmisch ons voor oogen gesteld, terwijl de symbolen der menschelijke hartstochten en zinnen komen aanstormen en een aanval doen op het zwaar beproefde kind. 9 en 17 April wordt er weer gerepeteerd te Schiebroek in het Stadion. Wat wij er van zagen en hoorden en lazen geeft ons recht onzen lezerskring te waar schuwen: Daar moet ge by zijn! Dat moogt ge niet missen. Bestelt onmiddellijk uwe kaarten vóór het te laat is. Behoedt u voor een teleurstelling. Het Stadion is betrekkelijk klein en de kaarten vlie gen weg. Hoe ge er gemakkelijk komen kunt en nog meer vertellen we nader nog. Katholiek Nederland moet 30 April daar met zijn bisschoppen zijn Heilige eeren! Het is een zielige vertooning in alle groepen van Katholieke dissidenten: de Katho liek Democratische Bond van Prof. Veraart zag zich beroofd van den laatsten steun, waarop het buiten de gelederen nog rekende, en binnen die gelederen is het een druk verkeer van den gaanden en komenden man.,..; in de R.K. Arbeiderspartij is het ook allerminst rozengeur en maneschijn: „vooraan staande" bestuursleden bedankten voor een partij, waarin zoo autokratisch de hand gelicht werd met de demokratie en waarin een zoo on katholieke geest heerschte; de tegenstanders van deze bestuursleden verklaren echter, dat bedoelde leidende figuren wel moesten bedanken, omdat zij tegen de partijleiding in met hun eigen Kamercandidatuur gecolporteerd hadden, waartegenover de aldus beschuldigden weer op merken, dat het hoofdbestuur de candidaten- lijsten buiten hen om had in elkaar geflanst.... In de R.K. Volkspartij is het ten slotte een minstens éven zoo frissche beweging: In „Onze Vaan" vertelt de heer Wesseling: er is bij de candidaatstelling iets gebeurd, dat heel erg is: „Iets, dat in een idealistische partij als de onze niet had mogen kunnen voorkomen. There is something rotten in the State of R.K. V.P. Dat beteekent, dat zich iets rots in onze beweging heeft voorgedaan." „Het hooge woord moet er uit, de candidaat stelling, zooals die nu officieel is, is niet die van de partij, maar van een troepje intriganten. In onze partij is op de meest vrije en democra tische manier over de nummering der voorloo- pige candidaten gestemd. Zonder advies! Op ééne afdeeling na. Die afdeeling is Tilburg! En door die eene afdeeling zijn alle andere geterro riseerd en gesaboteerd. Dit zullen wij bewijzen. Vooraf een stukje voorgeschiedenis. De afd. Til burg was altijd een nagel aan onze doodkist. In een gemeente, waar op onze partij pl.m. 6000 stemmen worden uitgebracht, waar wij 6 raads leden bezitten, kwam het ledental nooit boven enkele tientallen uit. Abonné's op ons orgaan hadden wij bijna niet. Partijboekjes en brochu res gingen er weinig heen. Insignes werden niet besteld. Totdatde candidaatstelling in zicht kwam. Toen ging het ledental sprongsgewijze vooruit en passeerde in de laatste weken zelfs de 200. Al wekte die plotselinge toeloop achterdocht, het P. B. heeft in uiterste lankmoedigheid en goede trouw geen tegen-maatregelen genomen. Aan de statutaire verplichtingen werd voldaan. Door het C. K. werden aan Tilburg het voorge schreven aantal stembiljetten toegezonden. Zij werden nauwkeurig ingevuld, de uitslag opge maakt. Aan den vorm ontbrak niets. Des te meer aan den geest. Wat bleek? Op de plaatselijke favorieten, de H.H. Arts en Donders waren alle nummers 1 en 2 toegepast. Mr. Arts kreeg 2596, Donders 2477 punten. Daartegen kan geen bezwaar gemaakt worden. Maar wat wel verdacht voorkwam, was dat Wesseling maar.... 312 punten kreeg. By Arts was Wesseling 2275 punten ten achter. Bij het nazien der biljetten kwam Wesseling op meer dan 80 biljetten heelemaal niet voor. De zelfde truc is ook op Houtsma's candidatuur toegepast, maar dat laten wij buiten beschou wing, omdat daardoor het eindresultaat geen verandering heeft ondergaan. Overigens is het natuurlijk even ernstig. Die enorme voorsprong kon door alle andere afdeelingen gezamenlijk niet meer worden in gehaald." En zóó kwam de leider Wesseling, de groote strijder voor de groote Katholieke zaak, op num mer 2 van de lijst terecht, en hij zal daar wel moeten blijven. Wat misschien pleit voor een zeker, niet onjuist appreciatievermogen bij hen, die hem dit kooltje stoofden. Wanneer wij echter zien, wat zich in die ver schillende dissidentpartijtjes openlijk of ver dekt allemaal afspeelt, dan begrijpen wij niet, hoe een verstandig oordeelend Katholiek in één daarvan nog eenig vertrouwen stellen kan. Men vergelijke bij dit rusteloos gedoe en dit vaak persoonlijk gekuip den rustigen ongestoor- den gang van zaken in de groote en machtige R.K. Staatspartij, waar een ieder zich veilig voelt. In alle kerken en kapellen van het Aartsbis dom Utrecht is Zondag een herderlijk schryven voorgelezen van Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jan sen over het door Z. H. den Paus afgekondigde Heilig Jaar, dat begint op 2 April ajs. en ein digt op 2 April 1934. Bij gelegenheid van het negentiende eeuw feest der Verlossing van het menschelijk ge slacht door Onzen Heer Jesus Christus, aldus vangt het schrijven aan, heeft de H. Vader een plechtig schryven uitgevaardigd, waarin hij alle geloovigen opwekt om juist in deze angstige en benarde tijden hun gedachten te richten op de overgroote weldaden, die ons door het werk der verlossing geschonken zijn. En al kan ook het juiste jaar van Jesus' lijden en dood niet met historische zekerheid worden aangegeven, zoo mag dit toch geen reden zijn, om stilzwijgend voorbij te gaan aan deze grootsche gebeurte nis, of liever aan die reeks van wonderbare ge beurtenissen, die met Jesus' lijden en kruis dood verbonden zijn, zooals: de instelling van het H. Sacrament des Altaars, Maria's aanstel ling tot Moeder aller menschen, Jesus' Verrij zenis, voorwaarde en onderpand van onze op standing uit de dooden, de aan de Apostelen verleende macht om zonden te vergeven, het aan Petrus en zijn Opvolgers verleende pri maatschap, 's Heeren Hemelvaart, de Neder- daling van den H. Geest en de stichting en wonderbare uitbreiding der eerste christenge meenten. Na er nog op te hebben gewezen, dat wij in het bijzonder onze dankbaarheid hebben te toonen voor de instelling van het H. Sacra ment der Biecht en der H. Eucharistie, eindigt het schryven met de vermelding van de ver schillende voorwaarden, waaraan men moet voldoen, om deelachtig te worden aan den jubilé-aflaat. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Amstelveen den wel- weerw. heer J. J. H. Raken, tot pastoor te Oude-Wetering den weleerw. heer P. J. Aarts, thans kapelaan te Amsterdam (H. Maria - Magd.) en tot rector van het St. Jozefhuis te Poeldijk den weleerw. heer F. P. H. Goossens, thans kapelaan te Voorfburg (O. L. Vr. Hem.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5