OVER „STERKE MANNEN"
St. Lydwina en jong Nederland
Prikkeldraad
Een rondreis door
Europa
BIJ HAAR EEUWFEEST
Zielig
MAANDAG 27 MAART
I. Italië Mussolini
Maar één meester in den
Staat
De fascistische partij de
eenig toegelatene
BIJ EEN GRAALREPETITIE TE SCHIEBROEK
Het instudeeren der koren door de Graalleidsters
Het Vicariaat van
Batavia
Pater W. de Veer S.J.
Zondagmorgen te Utrecht
overleden
De massastuwing der Graalbe
weging brengt den levenszin
van Lydwina's offer tot
het begrip van Hol
lands jeugd
Graalspel nabij
Schiedam
Een voor onzen dag
VOOR ST. LYDWINA'S EEUWFEEST
Vol actie zal ditmaal het Graalsuel zijn
Het nieuwe in dit spel
Beloften in stralende zon
Het Heilig Jaar
Aartsbisschoppelijk schrijven
BENOEMINGEN
In het Bisdom Haarlem
Het heeft er allen schijn van, dat het
parlementaire stelsel aftakelt. In land
na land is het vrijwel aan den dijk ge
zet en zagen wij „den sterken man" optreden.
Moeten deze voorbeelden ons tot navolging
lokken?
Maken wij eens een rondreis door Europa
Als men verre reizen maakt, weet men veel
te vertellen. Zal het ten slotte wellicht niet
zoo zijn, dat wij, in 't lieve vaderland weer
terug gekeerd, blij te moede zijn en vinden,
dat het toch nergens zoo goed is als bij ons?
We zullen zien. Wij zullen onze reis laten
gaan over Italië, Spanje, Polen, Rusland,
Duitschland, al zullen we terloops even een
blik slaan op Griekenland, Turkije, Joego
slavië. En dan gaan we weer welgemoed huis
toe. 1).
De dag na den oorlog is voor alle volken
ook de overwinnende een moeilijke dag, de
aanvang van een verward en gevaarlijk tijd
perk. Zaden van anarchie zweven in de lucht.
En anderzijds: de exaltatie van de kracht be
reidt voor een regeering van kracht. Republi
keinen zijn in den regel tegenstanders van den
oorlog: zij vreezen den overwinnenden gene
raal. De ervaring stelde hen in 't gelijk.
Van 1919 tot 1922 was het in Italië een
anarchistisch-chaotische toestand. Bij de
spoorwegen een janboel. Men stal er als de ra-
Ven. Meer dan 62% millioen Lire aan schade-
Vergoeding wegens verloren gegane goederen
moest worden uitbetaald. Op het platteland
heerschte een ware jacquerie. In Augustus 1920
bijna in alle steden algemeene werkstaking;
de vakvereenigingen namen eenvoudig de fa
brieken in bezit. Zoo in de groote automobie
len-fabriek Fiat. In het land een stemming
als in Frankrijk na de Juni-dagen van 1848.
Het land in nood riep om den „sterken man".
Hij kwam en rukte aan 't hoofd zijner zwart-
hemden naar Rome op: Mussolini. „César de
Carnaval" werd hij in de Fransche Kamer ge
noemd. Het officieel verslag verzachtte dit tot
„César de carton."
Thans, na tien jaren, kan men zich van
het fascisme niet meer afmaken met geestigen
spot of zwijgende minachting.
Met geweld heeft Mussolini den Italiaan-
schen Staat veroverd; met geweld heeft hij
hem tot heden behouden. In Rome als in Mos
kou is het geweld oorsprong en grondslag en
handhaver van het huidig Staatsgezag. Niet
de toestemming van het volk. Maar terreur
kan niet een blijvend regeeringsinstrument
zijn. Daarom wilde Mussolini zich meester ma
ken van de jeugd, dat is van de toekomst: het
werk der nationale Balilla kwam tot stand.
Ieder kind van 6 tót 17 jaar moet er lid van
zijn: het sportief monopolie in den dienst
van den Staat!
Het fascisme is uitgesproken anti-democra
tisch. Aanvankelijk behoudt Mussolini den
Koning, den Senaat, de Volksvertegenwoor
diging. Mussolini had genoeg aan den post
van Minister-President en de meerderheid in
Senaat en Kamer. Weldra echter bemerkte hij,
dat tegendeelen onvereenigbaar zijn: geweld en
Vrijheid, dictatuur en democratie.
Ik handel, zei Bismarck, en ik vind altijd
wel een of anderen professor in het intera-
tionale recht, om mijn daden te rechtvaardi
gen. Heeft men het internationale recht
niet wel eens genoemd de wetenschap der
Voorwendsels?
Zoo construeerde professor Rocco. die minis
ter van Justitie was geweest, de fascistische
doctrine, welke zich schrap zette tegenover het
traditioneele democratisch beginsel. Ook hierin
gelijkt 't fascisme op het bolsjewisme. Alleen
aardrijkskundig ligt Rome ver van Moskou. In
zijn proclamatie van 7 April 1926 schreef Mus
solini: „Wij vertegenwoordigen een nieuw be
ginsel in de wereld. Wij vertegenwoordigen
de antithese, precies, categorisch, definitief,
Van de wereld der democratie, van de onster
felijke beginselen van 1789". De democratie,
zoo leerde hij, is de luxe der oude, rustige, ge
lukkige volken.
In het maandschrift „Politica" van Februari
1927 schreef Prof. Rocco een artikel, getiteld
„De gedaanteverwisseling van den Staat".
Daarin lezen wij: „Het fascisme hergeeft aan
den Staat de volle uitoefening van zijn souve-
reiniteit, d.w.z. hij bevestigt weer de uitvoe
rende machtIn alle landen, maar speci
aal in Italië, heeft het verval van den Staat
als uitwendige verschijning gehad dé onma
tige toeneming van de bevoegdheden van het
parlement ten koste van de uitvoerende
macht."
Er ls maar één meester in den Staat, dat is
de Duce, dat is Mussolini. Zijn officieele ti
tel is „Voorzitter van den Ministerraad". Die
titel geeft geen idee van de werkelijkheid. De
werkelijkheid van de macht van één man ligt
verscholen achter den behouden voorgevel van
het monarchaal-parlementaire stelsel. Het
fascisme behoudt den Koning, den Senaat, de
Kamer, maar alleen het uiterlijk. De eenige
inhoud is: Mussolini.
Men verhaalt van den Koning, dat hij eens
met iemand zat te praten, terwijl zijn zakdoek
naast hem op tafel lag. Toen de ander, in
vergissing, zijn hand naar dien zakdoek uit
strekte, weerde de Koning hem af, uitroepen
de: „Neen, blijf daar af, dat is nu nog het
eenige in Italië, waarin ik mijn neus mag ste
ken."
Een andermaal zat de Koning voor een
kaart van Rome, waarop de grenzen van de
Vatikaansche Stad waren aangegeven. En hij
zuchtte: „Och, mocht ik ook nog één zoo'n
klein stadje hebben!"
Den Duce, den „capo di governo" (het hoofd
der regeering), kan men niet vergelijken met
den president der Vereenigde Staten, wiens
macht en bevoegdheid toch nog veel grooter
zijn dan die van onze Koningin.
Mussolini is door niemand gekozen; zijn
ambtstijd is van onbeperkten duur. Ook niet
met den Duitschen Rijkskanselier; hij heeft
niemand boven zich; hij staat naast den
Koning. Ook niet met den Minister-Presi
dent van Engeland of Frankrijk; hij is niet
afhankelijk van een parlementaire meerder
heid. Hij is zonder superieur, en zonder con
trole. Hij is de Meester van den Staat. De an
dere ministers zijn zijn ondergeschikten. Hij is
meer dan „primus inter pares". De Minister
raad beraadslaagt, de Duce alleen beslist. Zoo
als ook Napoleon zei: „beraadslagen doet men
met meerderen, handelen kan men slechts al
leen." De strafwet beschermt zijn persoon ge
lijk den Koning. Hij heeft zijn eigen geheime
politie en spionnen.
In December 1929 schreef het dagblad „Mat-
tino" van Napels, dat Mussolini van het jaar
VII niet meer was, wat hij tot dan toe geweest
was: „Er zijn nog teveel menschen die er op
pochen, dat ze met hem zijn groot gebracht,
of dat ze met hem gegeten hebben. Er zijn
nog te veel menschen, die, wanneer ze van
den Duce spreken, hem eenvoudig noemen
Benito. Het wordt tijd het met luider stem te
verklaren, dat Benito niet meer bestaat. Thans
heet Mussolini de Duce en alleen de Duce".
Een der kenmerken van het fascisme is, dat
er in Italië een officieele partij bestaat, de
eenig toegelatene, die is in den Staat, die is
meester van den Staat, en die opgaat in den
Staat. Zoo steunt ook het regiem van Mos
kou op de Communistische Partij; de dictatuur
van Kemal in Turkije op de Republikeinsche
Partij: de Groote Vergadering van Angora is
de officieele politieke vorm van deze partij;
zij stemt alleen, beraadslaagt niet: de beraad
slaging heeft plaats in het Centraal Comité
van de partij. In Spanje steunde o, heel
zwakjes Primo de Rivera op de Vaderland-
sche Unie.
Het parlementaire stelsel berust op het be
staan van een meerderheid en van een oppo
sitie. In Engeland volgt aan het Hof het hoofd
der oppositie onmiddellijk na den Eersten Mi
nister.
Het fascisme kent geen oppositie, verbiedt
haar zelfs. In December 1926 zei Mussolini:
,WÜ willen een corporatieve Kamer schep
pen, zonder oppositie. Wij willen geen opposi
tie, en hebben haar ook hoegenaamd niet
noodig."
De fascistische partij is de eenige toegela
ten partij in Italië. Zij heeft haar eigen leger,
dat staat naast het leger van den Staat. Zij
is de fundamenteele instelling van den Staat.
Haar hoogste orgaan de Fascistische Raad,
is tevens het hoogste orgaan van den
Staat. De Kamer is haar uiterlijke manifesta
tie. Alleen leden van de partij kunnen een
Staatsfunctie bekleeden. „De partij zei Mus
solini is een burgerlijke en vrijwillige
kracht, onder bevel van den Staat." De Alge
meene Secretaris van de partij wordt be
noemd bij Koninklijk Besluit, en de federale
secretarissen bij Ministerieel Besluit. De
Groote Fascistische Raad is niet alleen het
hoogste orgaan van de partij, maar ook van
den Staat. Hij is een Raad van Twintig. Zelfs
niet alle ministers zijn er lid van. Hij draagt
aan den Koning voor, benoembaren tot hoo-
ge betrekkingen, zoo ook voor een eventu-
eelen opvolger van Mussolini.
Eén partij slechts, dus één opinie, dus geen
vrijheid, in Rome zoowel als in Moskou. De
vrijheid, zei Mussolini, is een in ontbinding
verkeerend kadaver. „Alles voor den Staat,
niets buiten den Staat, niets tegen den Staat."
De natie is de Staat, de Staat is de party, de
partij is de regeering, de regeering is de Du
ce. Tegenover den Duce bestaat geen vrijheid.
Ook niet voor de pers. Alle bladen zingen de
zelfde wijs, met maar heel weinig verschil in
de woorden. Ook niet voor de burgers, die voor
het Buitengewoon Gerecht voor de bescher
ming van den Staat kunnen worden gedaagd.
Ook niet voor de arbeiders: werkstaking is
verboden. Er staat boete op, en voor de lei
ders gevangenisstraf.
Geen vrijheid voor de gemeenten: de ge
kozen gemeenteraden zijn vervangen door een
Staatsambtenaar.
Zal het fascisme blijvend zijn?
Het fascisme is een dictatuur. En dicta
turen hebben nooit lang bestaan. De zoon
van Cromwell heeft slechts enkele maanden
geheerscht; de zoon van Napoleon I stierf te
Weenen; de zoon van Napoleon III sneuvel
de in Zoeloeland.
Italië, in nood van anarchie, heeft den dic
tator als redder aanvaard.
Zal het, hersteld, in het nauw fascisten
keurslijf kunnen blijven leven, geduldig de
vrijheidsberooving dragend?
Bonaparte was een realist. Hij zei: „Aan
iederen dag zijn leed; aan iedere omstandig
heid haar wet; aan iedereen zijn natuur."
Dictator, ontwierp hij in 1815 een grondwet
met een parlementair regeersysteem. Incon
sequentie? Tegenspraak? Neen. Eenvoudig de
toepassing van den regel van opportunisme:
aan iedere omstandigheid haar wet.
Blijft het fascisme, dan zal het, juist om te
blijven, verandering, ontwikkeling behoeven.
Men kan moeilijk gelooven, dat bij een be
schaafd en ontwikkeld volk de vrijheid op dij
duur onderdrukt kan blijven. Een meerderja
rig volk laat zich niet regeeren zonder mede
zeggenschap.
Arnaldo Mussolini, de thans overleden broe
der van den dictator, schreef eens: „Spreken
van een fascisme zonder Mussolini is pure
dwaasheid."
Wat dan, na Mussolini?
Wij weten het niet.
Maar dit weten wij toch wel: vrijheid en
democratie zijn niet van het verleden; zij
zijn de toekomst.
Voor een sterk gezag hebben wij geen dic
tator noodig. Maar wel zou hij tegenhouden,
wat niet minder noodzakelijk is: gezonden
volksinvloed.
1) Verschillende niet alle gegevens ontlee-
nen wij aan het in 1931 verschenen werk van
Prof. Joseph Barthélemy. „La Crise de la Dé
mocratie contemporaine".
BATAVIA, 27 Maart (Aneta) Monseigneur
Van Velsen ontving bericht van de Congregatie
Propaganda Fide dat Z. H. de Paus welwillend
toestemt in zijn verzoek om, ter wille van zijn al-
gemeenen gezondheidstoestand, ontheven te mo
gen worden uit de functie van Apostolisch Vi
caris van Batavia.
Door dezelfde Congregatie is, tot dat een nieu
we Apostolisch Vicaris zal zijn benoemd met het
bestuur over het Vicariaat Batavia belast, met
den titel van Provicaris, pastoor A. Th. van Hoof.
Zondagmorgen te ongeveer 6 uur is in het
St. Antonius-ziekenhuis te Utrecht, alwaar hij
werd verpleegd, op 70-jarigen leeftijd overleden
de Zeereerw. Pater W. de Veer S.J.
De mededeeling, dat Pater de Veer bediend
was, heeft in velen een schok doen varen en
een bang vermoeden wakker geroepen, dat aan
dit rijke priesterleven spoedig een einde zou
komen. Toch hadden we, hoewel we wisten,
dat zijn gezondheidstoestand den laatsten tijd
veel te wenschen overliet, nog een stille hoop,
dat er een gunstige wending in den toestand
van Pater de Veer zou komen, maar het heeft
niet zoo mogen zijn.
God heeft dezen edelen priester thans tot
Zich geroepen, om hem het eeuwige loon te
geven voor zijn onvermoeibaar strijden hier
op aarde voor Christus' Kerk en het kost ons
moeite te realiseeren, dat Pater de Veer niet
meer is.
Pater Willem de Veer S. J. werd geboren
5 Maart 1863 te Zoetermeer en studeerde bij
de Paters Franciscanen te Megen. In 1880 trad
hij in de Sociëteit van Jezus en ontving in
1894 de Heilige Priesterwijding.
Daarna was hij leeraar te Culemborg en te
Katwijk en velen hebben daar van de talenten,
die God dezen priester geschonken had, gepro
fiteerd.
Vervolgens was hij eenigen tijd als kapelaan
te Nijmegen werkzaam, doch zijn wetenschap
pelijke kennis deed hem dan roepen naar
Amsterdam, waar hij benoemd werd tot voor
zitter van Geloof en Wetenschap en tot Mode
rator der Studentenvereeniging „St. Thomas
Aquinas" te Amsterdam en de Studentenver
eeniging „St. Augustinus" te Leiden.
Onder de studenten, die hij met tact wist te
leiden, was Pater de Veer een beminde per
soonlijkheid en noode zagen zij hem naar Rot
terdam vertrekken.
Hier was hij eveneens eenigen tijd als een
ijverig zielverzorger werkzaam, doch in 1921
werd Utrecht zijn woonplaats en vanuit het
centrum des lands trok hij als een nieuwe St.
Franciscus Xaverius uit, om missies te pre
diken en retraites te leiden. Het was een ge
not naar hem te luisteren, want Pater de Veer
was bijzonder gezegend met de gave der wel
sprekendheid.
Voor de parochianen der St. Aloysius-kerk,
in welker pastorie Pater de Veer verblijf hield,
was het een verrassing, wanneer deze priester
den kansel beklom. Dit gebeurde echter slechts
zelden, want meestal vertoefde hij buiten de
stad voor het geven van zijn conferenties.
Bekend zijn van hem de Advent-conferen-
tie, welke ieder jaar in de kapel van het zie
kenhuis St. Joan de Deo voor de leden van de
vereeniging „Geloof en Wetenschap", waarvan
hij ook te Utrecht de moderator was, werden
gegeven en waaruit zijn veelomvattende ken
nis duidelijk bleek.
Ook op letterkundig gebied heeft Pater de
Veer zich bewogen en weinigen zullen weten,
dat hij een der grondleggers was van het be
kende maandschrift „Boekenschouw". Hij was
n.l. mede-oprichter en redacteur van „Lec
tuur", waaruit later „Boekenschouw" ontstaan
is. Van hem verschenen ook gedichten, die zich
kenmerkten door een zuivere en ongekunstelde
poëzie en wij herinneren ons uit een bundel,
die jaren geleden verscheen, een vers, waarin
Pater de Veer zeer subliem de bloemen bezong.
Pater de Veer schreef menig artikel voor „Het
Centrum" en zijn bijdragen werden door onze
lezers zeer op prijs gesteld.
Ook zijn talrijke lezingen en toespraken wer
den meer dan eens gebundeld en dan denken
wij vooral aan de voordracht, welke Pater de
Veer zoo vaak hield over zijn confrater, den
bekenden volksdichter Pater Bernard van
Meurs, met wien hij in de pastorie aan de
Wijnhaven te Rotterdam had samengewoond.
Wanneer hij over Pater van Meurs sprak, ver
kreeg zijn stem een bijzonderen warmen toon
en de toehoorders leerden dezen eenvoudigen
priester-dichter, die ons katholieke volk zoo
veel goeds had gegeven, met al zijn goede eigen
schappen kennen.
Hij zocht geen menschelijke eer, maar als
een fiere zoon van Ignatius werkte hij onver
moeid aan het veredelen der zielen voort, tot
meerdere eer van God, in de overtuiging, dat
God hem eens rekenschap zou vragen over het
beheer van de van Hem ontvangen talenten.
En knielend aan de doodsbaar van dezen edelen
en begaafden priester, van wien we met groo-
ten weemoed afscheid nemen, denken we aan
het sonnet „Bedenk", een der gedichten van
den overledene, waarmee we willen besluiten:
Al mocht ge, als morgenzonne schoon,
Een lichtkrans dragen om de slapen,
En zou, wat heerlijk is geschapen,
Benijdend opzien naar uw kroon,
Al vlogen voor uw koningstroon
De volk'ren op een wenk te wapen
Of kon uw hand de bloemen rapen,
Die 't weeld'rigst Eden spreidt ten toon:
Bedenk! eens voert met wreeden staf
De dood uw lichaam naar het graf,
Uw ziel ten rechterstoel des Heeren.
Uw daden toetst Zijn evenaar:
Is 't goed te licht, is 't kwaad te zwaar,
Wie zal dan 't vrees'lijk vonnis keeren?
In onze menschelijkheid zijn we gerust, wan
neer de ziel van dezen priester voor Gods
rechterstoel verschijnt, maar bidden wij toch,
dat de eeuwige rust zijn deel zal zijn.
De wereldgeschiedenis wordt geschreven door
Gods voorzienigheid. Niet de gekende helden
die in sommige gewichtige perioden de gebeur
tenissen schijnen te stuwen of te keeren maar
de ongekende genadelevens van Gods verkoren-*
heid brengen de buitennatuurlijke krachten die
den loop der wereldzaken kunnen beïnvloeden.
De boete, de voorspraak, de overvloed van gees
telijk goed van enkelen richten de wereldge
schiedenis naar de hoogere orde van Gods in
zicht. En de dramatische motorische werking
van den uiterlijken gang van zaken ligt minder
bij de namen onzer geschiedboeken dan bij die
der levens onzer heiligen welke in de ondoor
grondelijke raadsbesluiten Gods hun grootsche
taak hadden.
Niet zonder vaderlandsche fierheid vieren we
daarom straks het eeuwfeest eener Sint Lydwi
na van Schiedam, die naar de geestelijke orde
der dingen door haar stil gedragen lijden en
haar wonderbaarlijk schoon zieleleven vol over
gave aan God, van zoo groote beteekenis is
geweest en nog is voor land en volk.
Te zeer ligt dit leven nog vast in enkele
historieboeken voor meer ontwikkelden of in
eenige devotieboekjes zonder breed inzicht in de
behoefte der massa. Lydwina moet als het
ware bij haar eeuwfeest weer aan haar volk
worden teruggegeven. Niet in eenenkele kerk-
schildering maar in het begrip der levende,
strevende, denkende, arbeidende menigte dient
haar nagedachtenis geëerd en moet haar wezen
voortleven.
Een massa-stuwing als „de GraaT'-leiding
heeft dit begrepen: Lydwina is van ons en voor
ons! Lydwina is geen naam uit vervlogen verre
eeuwen maar is een levensbegrip voor
«nze dager\.
En met het heerlijke jeugd-elan, de Graalbe
weging eigen, brengt deze de geestelijke
kracht voor onze dagen die Lydwina
voor onze jonge opgroeiende vrouwen, voor onze
meisjes ja voor gansch Nederland is, tot ons
volk.
Want het Graalspel van dit jaar is by haar
eeuwfeest aan Lydwina gewijd.
Het is „de Graal" die straks het levens
begrip van dit wonderlijke, rijke, Godbegena-
digde meisje uit Schiedam aan de Nederlandsche
vrouw, aan heel de Nederlandsche samenleving
teruggeeft.
De massa zal tot de massa spreken.
En de massa zal haar verstaan.
Want „de Graal" bezit het geheim (in haar
toewijding, offerzin en energische wilszekerheid
tevens) om de massa te doen luisteren, om de
massa tot nadenken en tot daden te brengen.
Dit nieuwe Graalspel heeft aldus een twee
ledige werking.
Eensdeels verdiept het de zevenduizend mee
werkenden in de essentieele, de diepere, de
groote, de machtige levensgedachte van het
offer-leven eener waarlijk groote, hoogstaande
vrouwe, een meisje zooals onze jonge vrouwen
nog zyn.
Anderdeels zal een zóó overtuigde en van den
diepsten zin doorleefde, samentasting van jonge
levens tot de breede scharen der toeschouwers
het woord brengen dat geen saai sermoen maar
een geestdriftige en geestdriftwekkende vlam
mende jubileering zal zijn over de genadewer
king van God en de medewerking met die
genade van het eenvoudige meisje.
De Graal zal tot Jong-Holland spreken.
En Nederland moet luisteren.
Duizenden zullen Zondag 23 April voor de
generale repetitie en Zondag 30 April voor de
officieele uitvoering naar het grootsche Xerxes-
stadion te Schiebroek naby Rotterdam optrekken
om getuigen te mogen zijn van het wel zeer
bijzondere en geheel eigene nieuwe werk, dat
„de Graal" ons in dit stadionspel brengt.
„De Graal" heeft met de beide vorige spelen
ondervinding opgedaan. „De Graal" heeft boven
dien in dit Lydwinaspel naar iets nieuws ge
tracht, zoodat wel een zeer bijzondere gebeur
tenis Neerlands katholieken met dit Graalspel
wacht.
Het nieuwe in dit spel zal zyn dat meer de
gerhythmeerde beweging er in wordt gebracht
door bewegingskoren. Plastisch wordt
in rhythmisch beweeg door een koor ook uit
gebeeld wat door de spreekkoren wordt gezegd.
Hiervoor is muziek noodig en deze muziek Is
ook meer als doorloopend speelelement in het
geheel gebracht. Een electrisch orgel bespeeld door
mej. Tabitha Vermeulen der Vrouwen van Na
zareth zal met door haar gearrangeerde muziek
het spel begeleiden. Proeven hiermede in
Schiebroek genomen, voldeden al heel goed.
We hebben in de stralende zon van Zondag
middag onder de koepelende blauwe hemelen
van een wonderen lentedag een partieele repe
titie nabij Rotterdam te Schiebroek bijgewoond.
Welke beloften werden daar uitgesproken door
.een rijk massabeweeg en offervaardig blijmoe
dig energisch repeteeren van tien uur 's mor
gens tot vyf uur 's avonds nu eens op 't eene,
dan weer op een ander terrein.
De kleuren brandden in de zon. De jeugd was
geladen met gespannen enthousiasme. De leid
sters waren een en al activiteit.
En daar waren nog „maar" rond tweeduizend
meisjes van een zevenduizend die komen
zullen. En die zevenduizend zijn eigenlijk nog
een gering getal voor „de Graal". Maar het
overigens goed ingerichte Xerxes-stadion van
Schiebroek is niet grooter, laat niet meer mee
spelenden toe.
Overal werd gerepeteerd. Ook in Amsterdam
in het Amsterdamsche stadion. Maar ditmaal
zal niet Amsterdam, maar Rotterdam met het
nabije Schiedam de vreugde van het Graal
spel beleven. Dicht bij de plek waar St.
Lydwina leefde, leed en glorieerde wordt haar
roem tot ons gedragen.
De meisjes van Schiedam zelf genieten van
zelf sprekend de eer om het koor te mogen vor
men dat het Lydwinakoor heet en eerst in Mid-
deneeuwsch costuum, later in wit gewaad, St.
Lydwina op haar levensweg verbeeldt. We heb
ben haar zien repeteeren met enkele Rotterdam-
sche koren.
Het bewegingskoor van St. Lydwina geeft
plastisch massaal door het gelijktijdig indivi
dueel uitbeelden der deelnemende meisjes, het
leven en lijden weer van de gezegende vrouwe.
Wij zien haar schaatsenrijden eerst waarbij zij
haar „noodlottigen" val doet. De Graalmeisjes
beelden dit op rolschaatsen uit. „Half Schiedam
rolschaatst" vertelde ons lachend een der leid
sters toen we met onzen fotograaf de repetitie
bijwoonden. Maar dit schaatsen kon natuurlijk
niet op 't gras beoefend worden en zoo bleef de
repetitie daarvan achterwege. Maar vol nieuwe
schoonheid was het massabeweeg van het be
wegingskoor terwijl de spreekkoren den tekst
zegden. Het strompelen, het lijden van Lydwina
werden daar massaal rhythmisch ons voor oogen
gesteld, terwijl de symbolen der menschelijke
hartstochten en zinnen komen aanstormen en
een aanval doen op het zwaar beproefde kind.
9 en 17 April wordt er weer gerepeteerd te
Schiebroek in het Stadion.
Wat wij er van zagen en hoorden en lazen
geeft ons recht onzen lezerskring te waar
schuwen:
Daar moet ge by zijn!
Dat moogt ge niet missen.
Bestelt onmiddellijk uwe kaarten vóór het te
laat is. Behoedt u voor een teleurstelling. Het
Stadion is betrekkelijk klein en de kaarten vlie
gen weg.
Hoe ge er gemakkelijk komen kunt en nog
meer vertellen we nader nog.
Katholiek Nederland moet 30 April daar met
zijn bisschoppen zijn Heilige eeren!
Het is een zielige vertooning in alle groepen
van Katholieke dissidenten: de Katho
liek Democratische Bond van Prof.
Veraart zag zich beroofd van den laatsten steun,
waarop het buiten de gelederen nog
rekende, en binnen die gelederen is het een
druk verkeer van den gaanden en komenden
man.,..; in de R.K. Arbeiderspartij is het ook
allerminst rozengeur en maneschijn: „vooraan
staande" bestuursleden bedankten voor een
partij, waarin zoo autokratisch de hand gelicht
werd met de demokratie en waarin een zoo on
katholieke geest heerschte; de tegenstanders
van deze bestuursleden verklaren echter, dat
bedoelde leidende figuren wel moesten bedanken,
omdat zij tegen de partijleiding in met hun
eigen Kamercandidatuur gecolporteerd hadden,
waartegenover de aldus beschuldigden weer op
merken, dat het hoofdbestuur de candidaten-
lijsten buiten hen om had in elkaar geflanst....
In de R.K. Volkspartij is het ten slotte een
minstens éven zoo frissche beweging:
In „Onze Vaan" vertelt de heer Wesseling:
er is bij de candidaatstelling iets gebeurd, dat
heel erg is: „Iets, dat in een idealistische partij
als de onze niet had mogen kunnen voorkomen.
There is something rotten in the State of R.K.
V.P. Dat beteekent, dat zich iets rots in onze
beweging heeft voorgedaan."
„Het hooge woord moet er uit, de candidaat
stelling, zooals die nu officieel is, is niet die
van de partij, maar van een troepje intriganten.
In onze partij is op de meest vrije en democra
tische manier over de nummering der voorloo-
pige candidaten gestemd. Zonder advies! Op
ééne afdeeling na. Die afdeeling is Tilburg! En
door die eene afdeeling zijn alle andere geterro
riseerd en gesaboteerd. Dit zullen wij bewijzen.
Vooraf een stukje voorgeschiedenis. De afd. Til
burg was altijd een nagel aan onze doodkist. In
een gemeente, waar op onze partij pl.m. 6000
stemmen worden uitgebracht, waar wij 6 raads
leden bezitten, kwam het ledental nooit boven
enkele tientallen uit. Abonné's op ons orgaan
hadden wij bijna niet. Partijboekjes en brochu
res gingen er weinig heen. Insignes werden niet
besteld. Totdatde candidaatstelling in zicht
kwam. Toen ging het ledental sprongsgewijze
vooruit en passeerde in de laatste weken zelfs
de 200.
Al wekte die plotselinge toeloop achterdocht,
het P. B. heeft in uiterste lankmoedigheid en
goede trouw geen tegen-maatregelen genomen.
Aan de statutaire verplichtingen werd voldaan.
Door het C. K. werden aan Tilburg het voorge
schreven aantal stembiljetten toegezonden. Zij
werden nauwkeurig ingevuld, de uitslag opge
maakt. Aan den vorm ontbrak niets. Des te
meer aan den geest.
Wat bleek? Op de plaatselijke favorieten, de
H.H. Arts en Donders waren alle nummers 1 en
2 toegepast. Mr. Arts kreeg 2596, Donders 2477
punten. Daartegen kan geen bezwaar gemaakt
worden. Maar wat wel verdacht voorkwam, was
dat Wesseling maar.... 312 punten kreeg. By
Arts was Wesseling 2275 punten ten achter. Bij
het nazien der biljetten kwam Wesseling op
meer dan 80 biljetten heelemaal niet voor. De
zelfde truc is ook op Houtsma's candidatuur
toegepast, maar dat laten wij buiten beschou
wing, omdat daardoor het eindresultaat geen
verandering heeft ondergaan. Overigens is het
natuurlijk even ernstig.
Die enorme voorsprong kon door alle andere
afdeelingen gezamenlijk niet meer worden in
gehaald."
En zóó kwam de leider Wesseling, de groote
strijder voor de groote Katholieke zaak, op num
mer 2 van de lijst terecht, en hij zal daar wel
moeten blijven. Wat misschien pleit voor een
zeker, niet onjuist appreciatievermogen bij hen,
die hem dit kooltje stoofden.
Wanneer wij echter zien, wat zich in die ver
schillende dissidentpartijtjes openlijk of ver
dekt allemaal afspeelt, dan begrijpen wij
niet, hoe een verstandig oordeelend Katholiek
in één daarvan nog eenig vertrouwen stellen
kan.
Men vergelijke bij dit rusteloos gedoe en dit
vaak persoonlijk gekuip den rustigen ongestoor-
den gang van zaken in de groote en machtige
R.K. Staatspartij, waar een ieder zich veilig
voelt.
In alle kerken en kapellen van het Aartsbis
dom Utrecht is Zondag een herderlijk schryven
voorgelezen van Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jan
sen over het door Z. H. den Paus afgekondigde
Heilig Jaar, dat begint op 2 April ajs. en ein
digt op 2 April 1934.
Bij gelegenheid van het negentiende eeuw
feest der Verlossing van het menschelijk ge
slacht door Onzen Heer Jesus Christus, aldus
vangt het schrijven aan, heeft de H. Vader een
plechtig schryven uitgevaardigd, waarin hij alle
geloovigen opwekt om juist in deze angstige en
benarde tijden hun gedachten te richten op de
overgroote weldaden, die ons door het werk der
verlossing geschonken zijn. En al kan ook het
juiste jaar van Jesus' lijden en dood niet met
historische zekerheid worden aangegeven, zoo
mag dit toch geen reden zijn, om stilzwijgend
voorbij te gaan aan deze grootsche gebeurte
nis, of liever aan die reeks van wonderbare ge
beurtenissen, die met Jesus' lijden en kruis
dood verbonden zijn, zooals: de instelling van
het H. Sacrament des Altaars, Maria's aanstel
ling tot Moeder aller menschen, Jesus' Verrij
zenis, voorwaarde en onderpand van onze op
standing uit de dooden, de aan de Apostelen
verleende macht om zonden te vergeven, het
aan Petrus en zijn Opvolgers verleende pri
maatschap, 's Heeren Hemelvaart, de Neder-
daling van den H. Geest en de stichting en
wonderbare uitbreiding der eerste christenge
meenten.
Na er nog op te hebben gewezen, dat wij
in het bijzonder onze dankbaarheid hebben te
toonen voor de instelling van het H. Sacra
ment der Biecht en der H. Eucharistie, eindigt
het schryven met de vermelding van de ver
schillende voorwaarden, waaraan men moet
voldoen, om deelachtig te worden aan den
jubilé-aflaat.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot pastoor te Amstelveen den wel-
weerw. heer J. J. H. Raken, tot pastoor te
Oude-Wetering den weleerw. heer P. J. Aarts,
thans kapelaan te Amsterdam (H. Maria -
Magd.) en tot rector van het St. Jozefhuis te
Poeldijk den weleerw. heer F. P. H. Goossens,
thans kapelaan te Voorfburg (O. L. Vr. Hem.).