Van A tot Allerheiligenbaai Prikkeldraad BRUTAAL Hitiers programma Onze propaganda Vredescongres te Rotterdam 'N REUZENWERK WOENSDAG 29 MAART Holland-Rusland Helpt mee! Eisch van beschaving Gevoel voor recht Politiek onfatsoen Brand te Oudenbosch Ernstige mishandeling NIEUWE PROEFTOCHT VAN DE RAILS-ZEPPELIN Onderwijzers-wachtgelders mmm De rails-zeppelin van Ir. Krukenberg is thans omgebouwd. Dezer dagen werd een geslaagde proeftocht gemaakt. Het gevaarte passeert het station Berlijn—Spandau Het machtsprincipe moet vervan gen worden door het principe der naastenliefde S. D. A. P.'ers teekenen een katholieke lijst CONTINGENTEERING VAN MANUFACTUREN Geen verdere beperking Graan, vee en paarden een prooi der vlammen Door het oog van een naald Bij de werkverschaffing te Etten DE MOORDAANSLAG TE OSS Vermoedelijke dader blijft ontkennen Academische examens De S.D.A.P. staat den laatsten tijd blijk baar voor niets. Zij speelt de verdrukte onschuld. Het is haar onbegrijpelijk, dat men zich tegen haar keert. Dat zij het er naar gemaakt heeft, schijnt tot de leiders niet te kun nen doordringen. In de „Groene Amsterdam mer" van de vorige week heeft prof. Goudriaan een en ander nog eens duidelijk aangetoond, ook al zal dit blijven een kloppen aan doove- mans-deur. In „De Strijd" van 24 Maart schrijft de voor zitter van den socialistischen bond van over heidspersoneel heel rustig, dat alle partijen op dit oogenblik een laag-demagogische speculatie voeren op het nationaal gevoel, om daardoor een even ongemotiveerde als schandelijke hetze te kunnen ontketenen tegen de moderne arbei dersbeweging. Een brutaal mensch heeft de halve wereld, maar men moet toch wel heel brutaal zijn om op deze wijze te spreken over demagogie en hetze en terzelfder tijd op de meest demago gische wijze te schrijven over anderen. In het artikel, waarop wij zooeven wezen, zegt deze socialistische voorman, dat het bij de verkie zingen gaat over groote dingen en dat dit geen gemeenplaats is, zeker niet voor het overheids personeel. Het algemeen belang, het land zelf, komt niet in aanmerking, alleen het eigenbelang, alsof het mogelijk zou zijn dat te kunnen dienen. Het overheidspersoneel moet daarom worden overgehaald om rood te stemmen en daartoe is blijkbaar alles geoorloofd. Als de verkiezingen in behoudenden zin zou den uitvallen, dan is voor alles te wachten, zoo schrijft hij: „Sterke inkrimping der overheidsbemoeiing, aan banden leggen van de lagere organen: provincies en gemeenten, meedoogenlooze be zuiniging op de loonen en salarissen van het overheidspersoneel (mede om de particuliere werkgevers in hetzelfde streven te steunen!), ziedaar de politiek, welke de „groote" mannen Ruys, De Geer, Colijn, en de burgerlijke „par tijen, die hen steunen, voorstaan." Later, nadat betoogd is, dat bij alle niet- socialistische partijen een snel groeiende voor liefde bestaat voor het fascisme, schrijft hij nog: „Krijgt de reactie door den uitslag dier ver kiezingen de wind in de zeilen, dan is voor het overheidspersoneel het ergste te vreezen. Verdere afbraak van sociale wetgéving en andere overheidsbemoeiing, dus: ontslag op groote schaal van ambtenaren en arbeiders in overheidsdienst. Voortgaande reactionnaire loonpolitiek, ge richt op het aanmerkelijk en blijvend omlaag brengen van het loonpeil der werknemersklasse, dus voor het overheidspersoneel: verder gaande loons- en salarisverlaging over de geheele linie." Op deze wijze moeten stemmen gewonnen worden voor het socialisme. Het overheidsper soneel moet bang worden gemaakt met onware verhalen en door verdachtmaking van alles wat niet rood is. Er is niet één partij die afbraak, of loonsverlaging voorstaat. Wie zou nu willen afbreken, wat men zelf heeft opgebouwd? En de sociale wetgeving is het werk van rechtsche regeeringen, niet van socialistische! Zullen de socialisten, als de tijden ernstiger worden, als de nood voortdurend blijft stijgen, alles in stand kunnen houden? Daar is geen sprake van, zooals men in Amsterdam kon zien, waar socialisten bezuinigen op cultureele en sociale uitgaven en ook op salarissen. Tot heden kon de S.D.A.P. nog tegen verlaging zijn, want als een lid voor eigen overtuiging dorst uit komen, dan moest hij de partij uit. Of als,men verantwoordelijkheid droeg (zooals de wethou der van financiën in Den Haag), dan liet men kalm door anderen de kastanjes uit het vuur halen, dankbaar voor het geld, dat men door de korting in kas kreeg. Dat is een houding, die zelfs met de grootste brutaliteit niet is goed te praten. Prof. Goudriaan schrijft in zijn jongste „Groene"-artikel, dat de dejmokratie zeer essentieel berust op het vertrouwen in de kracht van de waarheid, en dat zij tot voor waarde heeft de vorming van een daarop ge baseerde gezonde publieke opinie. In den strijd om ambtenaarstemmen te win nen, is in de uiteenzetting van het N.V.V.- orgaan de waarheid ver te zoeken. De beschul diging dat de burgerlijke partijen een schande lijke hetze ontketenen tegen de S.D.A.P. moet (zooals ieder uit de korte citaten, die wij gaven wel moet opmaken) in omgekeerde richting ge- Uit worden, wil men tenminste handelen vol gens de beginselen der demokratie door prof. Goudriaan aangegeven. Waarheid en niet brutaliteit zal het tenslotte winnen! Dit opschrift is niet de aankondiging van een voetbalwedstrijd, die de lezer trouwens in ons orgaan ook niet verwacht, zoo lezen wij in de „Vrijz. Democraat". De bedoeling is, in het onderstaande aan te toonen de scherpe tegenstelling tusschen de Hollandsche en Russische communisten: „Wanneer in ons land de Openbare School Wordt bedreigd, dan staan de communisten op de bres en wanneer we de heeren hooren spre ken, zou men geneigd zijn te veronderstellen, dat'er geen warmer verdedigers der Openbare School te vinden zijn. Nu Rusland, door de communisten steeds naar voren gehaald als de heilstaat, waar alles in orde is. We lezen in de „Klasseonderwijzer", orgaan der R'damsche Bondsafdeeling, dat Ko Beuze- maker voor die afdeeling een lezing heeft ge houden over Russische onderwijstoestanden. Uit het verslag halen we enkele deelen aan: Wat zijn de grondslagen van de school in deze Russische maatschappij? lo. De school heeft een socialistisch karakter. In dit systeem genieten de kinderen der arbeiders de voorkeur. Is er geen voldoende ruimte, dan worden eerst de kinderen van den ouden adel ge weerd. So. De school is materialistisch. Godsdienst onderwijs aan kinderen beneden de 18 jaar is verboden. Verder lezen we, dat aan het onderwijs, dat In het middelpunt staat van aller belangstel ling, en dus aa# de jeugd, veel aandacht wordt geschonken. De jeugd vormt in alle opzichten de voorhoede, staat volkomen achter de regee ring en is een der pijlers, waarop de nieuw- opgebouwde maatschappij rust. Na een uitvoerige mededeeling over de scho len, het aantal, het gebruik ervan, de inrich ting, komt een zin, dien we den belangstellenden lezer niet willen onthouden: De Russische school staat in dienst van het leger. Er worden regel matig schietlessen gehouden. Verder geeft het K. O. verslag nog meer, dat interessant genoemd mag worden, o.m. dat de leden der jeugdorganisaties, die op school gaan, worden beschouwd als de vertegenwoordigers der communistische partij in de school, maar we meenen, dat bovenstaande reeds voldoende is, om de tegenstelling, moeten we misschien zeggen de „tijdelijke" tegenstelling tusschen de Hollandsche en de Russische communisten te doen uitkomen." Zeker niet het onbelangrijkste gedeelte van Hitler's groote rede in den Duitschen Rijksdag was dat, waarin hij de taak van de nationale regeering op het gebied van het economisch leven schilderde. Speciaal voor Nederland, welks ekonomische leven voor een zoo belangrijk gedeelte op Duitschland is ge oriënteerd, rijst de vraag, welke perspectieven zich voor het bedreigde bedrijfsleven in dit verband voordoen. Twee ekonomische kwesties vooral werden door den Rijkskanselier vooropgesteld Aller eerst moet de redding van den Duitschen boer onder alle omstandigheden haar beslag krijgen. Praktisch zal dit wel hierop neerkomen, dat het noodlottige streven naar autarkie, dat de wereld steeds sneller naar den ondergang dreigt te voeren, in de toekomst nog zal worden ver scherpt. Wat dit voor onzen, toch reeds zoo zwaar getroffen land- en tuinbouw beteekent, behoeft hier niet nader te worden uiteengezet. De nuchtere feiten spreken een ontstellend- duidelijke taal. Het zal dan ook niet te vermijden zijn, dat wij ons met alle middelen, die ons ten dienste staan, zullen moeten verweren om nog te red den, wat te redden valt. Onze passiviteit op het terrein van de handelspolitiek zal moeten plaats maken voor een frissche activiteit. Dat ook de Regeering dit duidelijk inziet, bewijst de uit lating van minister Verschuur in de vergade ring van de Eerste Kamer van 22 Maart. Hij zeide, dat de Duitsche handelspolitiek den waanzin bedenkelijk nadert, en dat de Regee ring deze zou beantwoorden met alle wapenen en met elk krachtig optreden, waarvan zij de doelmatigheid inziet. Inderdaad is dat hetgene wat het Neder- landsche bedrijfsleven in de gegeven omstan digheden broodnoodig heeft: een krachtige ac tieve handelspolitiek, met beleid gevoerd. Vooral op dit laatste mag wel eens de nadruk gelegd. Niet vergeten mag worden, dat ieder wapen, dat men zich op ekonomisch gebied smeedt, ook tegen den vervaardiger zelf kan worden gericht, en steeds werkt als een twee snijdend zwaard. Bij iederen maatregel, die getroffen wordt, zullen de voor- en nadeelen nauwkeurig tegen elkaar moeten worden af gewogen. De tweede groote taak van de Regeering ziet Hitler in de bestrijding van de werkloosheid. We zullen hierop in dit verband niet nader ingaan, maar tot slot nog even de aandacht vestigen op de eenigszins raadselachtige pas sage, waarin Hitier verklaart, dat de rijksre- geering volstrekt niet vijandig staat tegen ex port: „Wij weten, dat wij de verbinding met de wereld noodig hebben." Voor ons land be langrijker was het geweest, indien de kanselier had uiteengezet, op welke wijze hij dezen export mogelijk wilde maken, en hoe een belemme ring, ja een verhindering van den invoer, te rijmen was met een bevordering van den uit voer. Aan platonische verklaringen van soli dariteit tusschen de verschillende staten heb ben we zoo bitter weinig, als de praktische en ekonomische politiek daarmede volledig in tegenspraak is. We kunnen slechts de hoop uitspreken, dat bij onze Oosterburen het eko nomische verstand ten slotte de overhand zal krijgen op het ook voor eigen welvaart op den duur funeste streven naar ekonomische af sluiting. De verkiezingsplaten van de R. K. Staatspartij zijn van de pers. Ze be- nooren tot het beste wat het politieke crayon vorm heeft gegeven voor den begon nen strijd. Een jury, waarin de heeren C. M. v. Moorsel, A. C. Ninaber en H. de Man zitting hadden, heeft het partij-bestuur ge holpen bij het uitzoeken der teekenaars en staatkundige gedachten. Het resultaat van deze samenwerking tusschen politiek en kunst is een uitstekende selectie uit de ont worpen platen. De eerste „Storm op til, stut uw huis" werd geteekend door Joep Nicolas. Zij geeft een uitbeelding van de leuze, door den kunstenaar zelf gekozen, welke in zich sluit de richtlijn over „het gezag", zoowei als die over „gezinspolitiek", voorkomende in het Partij-program. De figuren van den man, die een stutpaal draagt, om zijn huis te stutten, en van de vrouw, die angstig en bezorgd naar 't naderend onweer uitkijkt, i zijn opzettelijk somber en bijna raadsel achtig gehouden om de aandacht te trek ken. De uitvoering is in één kleur (grisaille bruin), waardoor zij het karakter draagt van een ernstigen, waarschuwenden strijd kreet. Ch. Eijck ontwierp de tweede, een uit beelding van den opbouw in Godsvertrou- wen: een krachtige mannen-kop in diep zwart boven een gespierde hand, die het kind omklemt, terwijl de andere hand den hemel wijst met een Christus-figuur op den achtergrond. De derde plaat is ontworpen door Lou Manche. In de verschillende emblemen wordt verzinnebeeld het einddoel van den roep: „Naar loonenden arbeid voor ons volk", n.l. de welvaart in landbouw, handel en nijverheid. De plaat werd uitgevoerd in geel, rood, blauw en bruin. Mogen deze verkiezingsplaten met hun waardige vormgeving aan zoo gave gedach ten spoedig onze vereenigingslokalen en alle plaatsen versieren, waar door woord en teeken kiezers overtuigd kunnen worden van de ontzaglijke belangen, waarover den 26en April hun verantwoordelijkheid mede heeft te beslissen! Op de vragen van mejuffrouw Groeneweg betreffende herplaatsing van onderwijzers- wachtgelders heeft Minister Terpstra o.m. ge antwoord, dat het niet mogelijk is te voorko men, dat wachtgeld genietenden van 60 jaar en ouder benoemd worden, zoolang ongehuwde wachtgeld genietenden en kweekelingen met akte beschikbaar zijn. Ook voor de eerstbedoelde wachtgelders geldt de bepaling van art. 51 der Lager-onderwijs- wet 1920, dat zij een hun aangeboden betrek king, welke hun in verband met hun persoon lijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan worden opgedragen, niet kunnen weigeren te aanvaarden dan op straffe van geheel of ge deeltelijk verlies van het wachtgeld. Met eventueel kenbaar gemaakte bezwaren van gehuwden wegens verren afstand wordt in geval van tijdelijke benoeming zooveel mogelijk rekening gehouden. Te Rotterdam hebben Dinsdagavond de ste delijke afdeelingen van verschillende vredesgroe pen een gezamenlijk vredescongres gehouden. Het congres werd geopend door den heer D. Huddleston-Slater, den voorzitter van den R.K. Vredesbond, die het congres presideerde. Spr. wees er op, dat men niet bijeengekomen was, om belangrijke besluiten te nemen; het con gres was bedoeld als manifestatie ten gunste van den vrede. Het machtsprincipe, waardoor Europa aan den rand van den ondergang werd gebracht, moet vervangen worden door het principe van de naastenliefde, die twintig eeu wen tevergeefs staat te kloppen aan de poort van onze samenleving. Eerste spreekster was Mevr. Mr. C. Bakker van Bosse met als onderwerp: „De vrouw en de vrede". Spr. betoogde dat, waar het den strijd om den vrede betreft, geen verschil ge maakt mag worden tusschen man en vrouw; vredesstrijd is een zaak, die allen aangaat. Vervolgens was het woord aan Dr. J. Roor- da, die sprak over: „Oorlog en geneeskunde". Spr. deelde mede, dat de „Maatschappij voor Geneeskunde" besloten heeft de belangen van den vrede te behartigen, daar zij er van over tuigd is, dat de roeping der geneeskunde is te strijden voor het leven en dat oorlog beteekent dood. Zij wil haar invloed op de menschheid aanwenden, om haar hiervan te doordringen. In de pauze werd gezongen door het man nenkoor „Apollo", onder leiding van den heer Ed. Flipse. Na de pauze sprak Ds. A. R. Rut gers over: „Geen bloedig geweld, maar recht spraak". Spr. zette uiteen, dat door volksmassa's nog steeds ruw geweld wordt geprefereerd, boven rechtspraak en betoofde, dat om den vrede te bereiken, noodig is, dat de menschheid een diep vertrouwen heeft in het recht van het Kruis. Hierna sprak Prof. C. Timmer O. Carm. over: „Vrede, een eisch van Beschaving". Het woord „beschaving" letterlijk genomen, beteekent vol gens spr. „ontdaan van het ruwe", doch in werkelijkheid omvat het veel meer. Allen zijn wij geroepen dienst te doen op het veld der beschaving. Om echter dien arbeid vrucht te doen dragen, moet een bodem van „vrede" aan wezig zijn. Spr. bestreed aan de hand van de De dichter Constantijn Huygens had zijn eigen idee over strafgevangenis sen en over de wijze, waarop het al daar vertoevende menschdom diende te worden behandeld. „Laat ze woordenboeken maken!" meende hij; dat was tegelijkertijd het zwaarste, het ondankbaarste en het nuttigste werk, dat hij zich kon indenken. Wanneer de gevangenen er mee belast werden, zou de crimineele statistiek zijns inziens een belangrijke daling vertoonen; dubbel en dwars zou de misdadiger zich bedenken, afgeschrikt als hij werd door de gevolgen, en eindelijk zou het vrije ge deelte der samenleving er nut bij winnen, dat een ander gedeelte van zijn vrijheid was beroofd. Werk voor gevangenen? Een ander oud woord kenschetst een bezigheid, die aan dacht en geduld, toewijding en doorzet tingsvermogen vraagt als „monniken werk" en inderdaad vernemen wij, dat de oudste katholieke encyclopaedic der we reld werd vervaardigd door den monnik Vincentius van Beauvais, een Dominicaan uit de dertiende eeuw, wiens „speculum majus" (ofschoon ze voorloopers had) be schouwd kan worden als het eerste werk, waarin de wetenschappen samenvattend werden behandeld. De nieuwste „Katholieke Encyclopaedic" doet dezen middeleeuwschen voorganger geen schande aan, al is het op ende op een werk van de twintigste eeuw, modern uit gevoerd en modern geïllustreerd, weten schappelijk heelemaal „bij" en in zijn kunst- en cultuurbeschouwingen, zijn so ciale en economische rubrieken werkelijk „up to date". De vele redacteuren, de tal- looze medewerkers zullen wel eens ver zucht hebben, dat Huygens eigenlijk ge lijk had, achteraf kunnen ze met recht matige vreugde hun arbeid bezien, voor zoover die werd vastgelegd in het kloeke eerste deel, dat heden van de persen kwam. Het is verkrijgbaar bij de N. V. Uitgeversmaatschappij Joost van den Von del te Amsterdam en bij den boekhandel. Dit „monnikenwerk" bedraagt 824 flinke kolommen, duidelijk gedrukt, rijk ver lucht, overzichtelijk ingedeeld, en loopt van het trefwoord A tot Allerheiligenbaai. Daar liggen heel wat woorden tusschen deze twee grenzen! Niet minder dan 90 redacteuren en 550 medewerkers, allen spe cialisten, hebben zich beijverd om over die woorden te zeggen, wat wij willen we ten. De lijst dezer mede-arbeiders aan het grootsche werk opent waardig het eerste deel en geeft meteen een overzicht van het katholieke cultuurleven in Noord en Zuid-Nederland. Nagenoeg alle, ook de kleinere artike len, werden door den verzorger ondertee kend, zoodat men altijd nauwkeurig weet, door wien men voorgelicht wordt. Alle verschillende intellectueele kringen van katholieken zijn in het werk betrokken, men vindt er professoren van de univer siteiten te Nijmegen, Leuven, Gent, Utrecht en elders, docenten der R. K. Leergan gen, redacteuren der leidende katholieke bladen en periodieken, leiders van veree- nigingen, ouderen naast jongeren, gees telijken naast leeken, voorname titelvoer- ders naast talentvolle beginnelingen in eendrachtige samenwerking. Deze samen werking omvat Noord en Zuid en men mag gerust zeggen, dat in dit reuzenwerk de cordiale eendracht tusschen Rijks Neder land en de Zuidelijke Nederlanden op grootscher en breeder wijze tot uiting komt dan tot dusver in eenig werk ge schiedde. Het katholieke karakter van dit boek blijkt reeds bij oppervlakkige doorblade ring. Talrijke woorden, waarover de voor lichting doorgaans gebrekkig is, worden hier belicht met een nauwkeurige kennis van de katholieke leer en de katholieke practijk. Woorden als „aalmoes" en „af laat" leveren hiervan duidelijke voorbeel den. Anderzijds is dit werk zeer objectief. Men behoeft slechts het artikel te lezen over „Alexander VI" om daarvan te wor den overtuigd. Belangrijke trefwoorden werden behan deld door verschillende deskundigen b. v. het woord „aardolie" door Ir. A. J. Tulle ners, Dr. G. L. Hofsteenge, Mr. A. Stoop, Ir. M. Wijnhoven; het woord „alcohol" (met wat daaraan vast zit) door Dr. A. Hoogeveen, Ir. J. Frateur, Dr. E. Droog, Prof. A. Dumon, Dr. Ed. Hoelen, C. Ter- wisscha van Scheltinga, pr. Vaak werden bij een historischen naam niet alleen de zuiver-geschiedkundige gegevens verstrekt, maar ook beschouwingen geleverd over de beteekenis van deze historische persoon lijkheid voor de legende, de iconografie, de kunst in het algemeen. Zoo werd „Alexander de Groote" histo risch behandeld door Dr. A. J. Davids, die achtereenvolgens zijn leven, zijn beteeke nis als staatsman en zijn rol in de over levering schetst, daarna geeft Dr. B. Knip ping O. F. M. een korte uiteenzetting over de Alexander-voorstellingen in dé kunst en speciaal in de christelijke iconografie, vervolgens schrijft Dr. J. v. Mierlo S. J. over de Alexander-romans en hun bewerkingen in het Fransch, het Duitsch, het Dietsch en het Engelsch. Onder ieder artikel wordt verwezen naar de beste litteratuur over het onderwerp. Behalve de zeer vele in structieve verluchtingen binnen de kolom men, bevat dit eerste deel schitterend- uitgevoerde plaatwerken in offset-druk, o.a. bij de artikels Aegeïsche Kunst, St. Alphonsus (reproductie van een schil derwerk van Charles Eyck), Alexan- drijnsche kunst, Adriaan VI, aan bidding der Herders. der Koningen, van het Lam. Verder zijn er uitstekende buitentekstfoto's b.v. van den afsluitdijk der Zuiderzee, van aanplakbiljetten, van abdijen, en teekeningen, b. v. bij het arti kel over de apen. Bijzonder prijzenswaar dig is het uitstekend kaarten-materiaal. waarop ook de kerkelijke indeeling is aan gegeven. Een groot voordeel is uiteraard het Ne- aerlandsch karakter, waardoor ruime aan dacht werd besteed aan specifiek Neder- landsche en katholieke onderwerpen, b. v. „Aalberse", „Alberdingk Thijm" en soort gelijke woorden, die men elders of in het geheel niet of minder volledig behan deld vindt. Het eerste deel is van de persdaar mee is nog slechts een klein deel van den reuzenarbeid verricht. Maar dit kleine deel is groot genoeg om eerbied af te dwingen en mooi genoeg om ons te doen verlangen naar de volgende deelen. Mogen zij spoe dig komen! gebeurtenissen in den oorlog, de meening als zou de beschaving door een oorlog vooruit gaan. Zulk een beschaving is te duur gekocht. De be schaving eischt, dat er andere middelen wor den gebruikt ter beslechting van een geschil dan wapengeweld. Spr. betoogde voorts, dat de katholieke kerk in den loop der eeuwen bewe zen heeft de dienaresse van recht en vrede te zijn. De katholieke kerk reikt een ieder, die van goeden wille is, de vredeshand. Als laatste spreker trad naar voren Mr. H. Willemse, die sprak over: „Wij blijven trouw aan den Volkenbond". De heer Willemse betoogde, dat men den Volkenbond op moet bouwen tot een volmaakt vredesinstituut, dat het middelpunt zal zijn van de internationale rechtspraak. Ten slotte werden door het congres telegram men met een sympathiebetuiging gestuurd aan den directeur-generaal van den Volkenbond, aan Arthur Henderson, voorzitter der Ontwa peningsconferentie en den Nederlandschen mi nister-president. Aan prof. Dr. C. G. van Riel, die door ziekte verhinderd was aanwezig te zijn, werd een telegram gezonden inhoudende een wensch voor spoedig herstel. Het congres is bezocht door ongeveer 1500 personen. Onder de aanwezigen merkten wij op Mr. Droogleever Fortuyn, burgemeester van Rot terdam. Bij de candidaatstelling voor den Katholiek Democratischen Bond in den kieskring Leeuw arden heeft zich iets merkwaardigs voorge daan, schrijft „De Morgen". De lijst van kie zers, welke de candidaturen 'ondersteunden, bevat slechts 5 namen van katholieken. De andere 25 zijn.... S.D.A.P.'ers. En niet van bij- loopers, die weinig begrip hebben van politiek en dus in argeloosheid deze katholieke lijst hebben gesteund. Neen, naar ons van betrouw bare zijde wordt medegedeeld, treft men onder de 25 namen die van een socialistischen wet houder, van roode Raadsleden, van den agent van de V.A.R.A. en den correspondent van het „Volksblad", van bestuursleden van de afdee ling der S.D.A.P., enz. aan. We zijn er van overtuigd, dat het Hoofdbestuur van den Ka tholieken Democratischen Bond niets van dezen steun afweet. Daarop willen we geen blaam leggen. Doch het odium van politiek onfatsoen valt ten volle op de Leeuwardensche socialis tische voormannen, die op een dergelijke ma nier de bedoeling der Kieswet saboteeren en de politieke democratie tot een aanfluiting ma ken, alleen maar om de Staatspartij een hak te kunnen zetten. Zulk een feit versterkt weer de meening, dat verzwaring der bepalingen inzake de wijze van candidaatstelling in de Kieswet beslist ge- wenscht is. Verschenen is een nota van den minister van Economische Zaken en Arbeid naar aan leiding van het verslag der Tweede Kamer in zake het wetsontwerp regeling van den invoer van bedrukte, geverfde en bontgeweven katoe nen manufacturen. Er wordt aan ontleend, dat uit de staten in de memorie van toelichting inderdaad is te zien, dat in de laatste vijf maanden van 1932 de invoer is teruggeloopen ten opzichte van de voorafgaande periode, maar dat de invoer, in zijn geheel beschouwd, zich toch nog boven den normalen blijft bewegen. Het percentage is vastgesteld met inacht neming van de gebleken prijsdaling en van de verminderde consumptie. Deze contingenteering laat 90 pet. van de normale invoermogelijkhe- den bestaan. Een verder gaande beperking zou in dit geval niet in overeenstemming zijn met de bedoelin gen der crisisinvoerwet. Onder deze contingenteering vallen mede weefsels van katoen, waarin een sierdraad van zijde of kunstzijde voorkomt. Stoffen, waarvan b.v. de ketting of inslag uit zijde of kunstzijde bestaat of welke met patronen of figuren van kunstzijde of zijde zijn doorweven, vallen niet onder dezen maatregel. Mede gecontingenteerd zijn dus die goederen, welke overwegend uit katoen bestaan. Ten aanzien van de opmerking van enkele leden, dat een effectieve methode van dum- pingbestrijding voor de Nederlandsche katoen industrie meer van nut zou zijn dan de thans toegepaste beperking van den invoer, merkt de minister op, dat geenszins vaststaat, dat bij deze artikelen sprake is van dumping in den strikten zin des woords. Het is dus zeer de vraag, of een intensieve accountantscontröle, gesteld, dat deze mogelijk ware, in de verschillende produceerende landen ter onderzoeking van dumpingpractijken van het onderhavige geval iets aan het licht zou kunnen brengen. De heer K. Ter Laan, burgemeester van Zaandam, is niet alleen een braaf, doch tevens ook een wijs man met een we zouden haast zeggen abnormaal sterk ont wikkeld gevoel voor recht. Aan deze heel bijzondere qualiteiten schrijven wij het dan ook toe, dat hij in de tientallen jaren van zijn burgemeesterschap te Zaandam niet de wildharig-revolutionnaire capriolen heeft vertoond, welke de rustige burgerij van Nederland bij de benoeming van den éérsten rooden burgemeester hier te lande verwachtte, vreesde of misschienverhoopte. In héél zijn burgemeesterlijke loopbaan heeft de heer Ter Laan echter nog nimmer van zóó braaf, zóó wijs beleid en van zóó hevig gevoel voor recht blijk gegeven als dezer dagen. Men moet weten, dat er te Zaandam een verbod bestaat om reclame-biljetten te plak ken op andermans eigendom; bij het naderen der verkiezingen werd er tegen dit verbod echter blijkbaar nogal gezondigd en de politie kon er niet veel tegen uitrichten, omdat de plakkers posten uitzetten teneinde gewaarschuwd te worden, zoodra er een dienaar van de H. Hermandad kwam opdagen; de politie echter ook niet mis verwijderde geregeld de on rechtmatig aangeplakte biljetten, in allen ernst meenende, aldus haar taak van gerechtigheid naar behooren te vervullen. Dat was echter niet naar den zin der plak- heeren en zij begaven zich naar den niet on- bevrienden burgemeester om zich te bekla gen over zóóveel politioneele ongerechtigheid. En toén kwam het, het Salomonsoordeel: naar de „N. Rott. Crt." mededeelt, bepaalde de burgemeester, dat het verbod van plakken gehandhaafd bleef, maardat wanneer de biljetten eenmaal aangeplakt waren deze door de politie niet meer afgescheurd mochten worden!' Gevoel voor recht? Of niet? Plakken is verboden, maar is het verbod eenmaal overtreden, dan mag het resultaat van de overtreding niet meer ongedaan ge maakt worden. Gevolg van dit gevoel voor recht en van deze Salomonswijsheid is nu, dat de plakkers de agenten zooveel mogelijk verschalken, vlug en behendig hun plakkaten aanbrengen en daarna als bewaarders der door den burgemeester vast gestelde „orde" optreden en de politieagenten achterna loopen om te controleeren, of deze zich niet aan overtreding schuldig maken Dinsdagavond omstreeks half twaalf brak brand uit in de kapitale boerderij van den heer H. Rubbens in het Oudland te Oudenbosch. Om dien tijd kwam een buurman waarschuwen, dat de groote landbouwschuur in brand stond. Aan redding van de schuur viel niet meer te denken. Een groote hoeveelheid graan, 25 stuks vee en 6 paarden werden een prooi der vlammen. De vlammen sloegen over naar het woonhuis] waarna ook een andere nabij gelegen schuur, eveneens eigendom van den heer Rubbens, waar in allerlei landbouwwerktuigen waren, vlam vatte. De inboedel van het woonhuis kon worden gered. De Oudenbossche brandweer werd om half één gewaarschuwd, doch kon toen niets meer uit richten. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade, die zeer aanzienlijk is. Op den Hoogen Donk onder Etten geraakte het kindje van B. al spelende onder een vracht auto, die de kleine een eindweegs meesleepte. Wonder boven wonder bekwam het kind slechts eenige onbeteekenende schaafwonden. Den chauf feur treft geen schuld. Tusschen den 23-jarigen arbeider A. S. uit Leur en den 28-jarigen Th. v. d. B. uit Etten, voorwerker bij de Nederl. Heide Mij., ontstond Dinsdagmorgen te Etten een twist over de uit voering van het werk, welke zóó hoog liep, dat S. den voorwerker een klap gaf met den scher pen kant van zijn schop, waardoor deze ernstig aan het hoofd werd verwond. V. d. B., die tegen den grond viel, kreeg toen nog eenige slagen, waardoor hij verwondingen bekwam aan den schouder en in de zijde. S. is kort daarna door de gemeente-politie van Etten-Leur, wegens poging tot doodslag gearresteerd, en ter be schikking gesteld van den Officier van Justitie te Breda. Omtrent de oorzaak van den twist vernemen we nog het volgende: Op de Ettensche werk verschaffing zijn de arbeiders ingedeeld in ploe gen, die „in accoord" werken. Hoe harder ze dus aanpakken, hoe meer ze verdienen. Nu was de samenstelling van sommige ploegen van dien aard, dat ze harde werkers bevatten en ook zulke, die „het wel geloofden". Daarin heeft men een verandering gebracht en de ploegen zijn meer „homogeen" gemaakt, waarvan net noodzakelijk gevolg was, dat de loonen van de minder vlijtigen aanzienlijk daalden. Daarover was S. tot welke categorie hij behoorde, be hoeft wel niet meer gezegd verontwaardigd en zoo ontstond de ruzie met de daaruit vol gende mishandeling. Omtrent den revolver-aanslag, welke Zon dagmiddag werd gepleegd op den 37-jarigen H. Wijnen te Oss, kunnen we vermelden, dat de vermoedelijke dader P. v. D. blijft ontkennen. De toestand van het slachtoffer is redelijk goed. De kogel zal zonder operatie kunnen ver wijderd worden. LEIDEN. Economisch doctoraal examen in dologie de heer W. H. Overbeek. LEIDEN. Candidaatsexamen Indisch recht de heeren Kaestomo en A. J. Zondervan. UTRECHT. Bevorderd tot doctor in de ge neeskunde op proefschrift „Encephalo-myelo- pathia chronica progressiva" de heer P. Bos, geb. te Uithuizermeeden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5