Van A tot Allerheiligenbaai
Prikkeldraad
BRUTAAL
Hitiers programma
Onze propaganda
Vredescongres te
Rotterdam
'N REUZENWERK
WOENSDAG 29 MAART
Holland-Rusland
Helpt mee!
Eisch van beschaving
Gevoel voor recht
Politiek onfatsoen
Brand te Oudenbosch
Ernstige mishandeling
NIEUWE PROEFTOCHT VAN DE RAILS-ZEPPELIN
Onderwijzers-wachtgelders
mmm
De rails-zeppelin van Ir. Krukenberg is thans omgebouwd.
Dezer dagen werd een geslaagde proeftocht gemaakt. Het
gevaarte passeert het station Berlijn—Spandau
Het machtsprincipe moet vervan
gen worden door het principe
der naastenliefde
S. D. A. P.'ers teekenen een
katholieke lijst
CONTINGENTEERING VAN
MANUFACTUREN
Geen verdere beperking
Graan, vee en paarden een prooi
der vlammen
Door het oog van een naald
Bij de werkverschaffing te Etten
DE MOORDAANSLAG TE OSS
Vermoedelijke dader blijft
ontkennen
Academische examens
De S.D.A.P. staat den laatsten tijd blijk
baar voor niets. Zij speelt de verdrukte
onschuld. Het is haar onbegrijpelijk, dat
men zich tegen haar keert. Dat zij het er naar
gemaakt heeft, schijnt tot de leiders niet te kun
nen doordringen. In de „Groene Amsterdam
mer" van de vorige week heeft prof. Goudriaan
een en ander nog eens duidelijk aangetoond,
ook al zal dit blijven een kloppen aan doove-
mans-deur.
In „De Strijd" van 24 Maart schrijft de voor
zitter van den socialistischen bond van over
heidspersoneel heel rustig, dat alle partijen op
dit oogenblik een laag-demagogische speculatie
voeren op het nationaal gevoel, om daardoor
een even ongemotiveerde als schandelijke hetze
te kunnen ontketenen tegen de moderne arbei
dersbeweging.
Een brutaal mensch heeft de halve wereld,
maar men moet toch wel heel brutaal zijn om
op deze wijze te spreken over demagogie en
hetze en terzelfder tijd op de meest demago
gische wijze te schrijven over anderen. In het
artikel, waarop wij zooeven wezen, zegt deze
socialistische voorman, dat het bij de verkie
zingen gaat over groote dingen en dat dit geen
gemeenplaats is, zeker niet voor het overheids
personeel.
Het algemeen belang, het land zelf, komt niet
in aanmerking, alleen het eigenbelang, alsof
het mogelijk zou zijn dat te kunnen dienen.
Het overheidspersoneel moet daarom worden
overgehaald om rood te stemmen en daartoe is
blijkbaar alles geoorloofd.
Als de verkiezingen in behoudenden zin zou
den uitvallen, dan is voor alles te wachten, zoo
schrijft hij:
„Sterke inkrimping der overheidsbemoeiing,
aan banden leggen van de lagere organen:
provincies en gemeenten, meedoogenlooze be
zuiniging op de loonen en salarissen van het
overheidspersoneel (mede om de particuliere
werkgevers in hetzelfde streven te steunen!),
ziedaar de politiek, welke de „groote" mannen
Ruys, De Geer, Colijn, en de burgerlijke „par
tijen, die hen steunen, voorstaan."
Later, nadat betoogd is, dat bij alle niet-
socialistische partijen een snel groeiende voor
liefde bestaat voor het fascisme, schrijft hij nog:
„Krijgt de reactie door den uitslag dier ver
kiezingen de wind in de zeilen, dan is voor het
overheidspersoneel het ergste te vreezen.
Verdere afbraak van sociale wetgéving en
andere overheidsbemoeiing, dus: ontslag op
groote schaal van ambtenaren en arbeiders in
overheidsdienst.
Voortgaande reactionnaire loonpolitiek, ge
richt op het aanmerkelijk en blijvend omlaag
brengen van het loonpeil der werknemersklasse,
dus voor het overheidspersoneel: verder gaande
loons- en salarisverlaging over de geheele linie."
Op deze wijze moeten stemmen gewonnen
worden voor het socialisme. Het overheidsper
soneel moet bang worden gemaakt met onware
verhalen en door verdachtmaking van alles wat
niet rood is. Er is niet één partij die afbraak,
of loonsverlaging voorstaat. Wie zou nu willen
afbreken, wat men zelf heeft opgebouwd? En
de sociale wetgeving is het werk van rechtsche
regeeringen, niet van socialistische!
Zullen de socialisten, als de tijden ernstiger
worden, als de nood voortdurend blijft stijgen,
alles in stand kunnen houden? Daar is geen
sprake van, zooals men in Amsterdam kon zien,
waar socialisten bezuinigen op cultureele en
sociale uitgaven en ook op salarissen. Tot heden
kon de S.D.A.P. nog tegen verlaging zijn, want
als een lid voor eigen overtuiging dorst uit
komen, dan moest hij de partij uit. Of als,men
verantwoordelijkheid droeg (zooals de wethou
der van financiën in Den Haag), dan liet men
kalm door anderen de kastanjes uit het vuur
halen, dankbaar voor het geld, dat men door
de korting in kas kreeg. Dat is een houding,
die zelfs met de grootste brutaliteit niet is goed
te praten. Prof. Goudriaan schrijft in zijn
jongste „Groene"-artikel, dat de dejmokratie
zeer essentieel berust op het vertrouwen in de
kracht van de waarheid, en dat zij tot voor
waarde heeft de vorming van een daarop ge
baseerde gezonde publieke opinie.
In den strijd om ambtenaarstemmen te win
nen, is in de uiteenzetting van het N.V.V.-
orgaan de waarheid ver te zoeken. De beschul
diging dat de burgerlijke partijen een schande
lijke hetze ontketenen tegen de S.D.A.P. moet
(zooals ieder uit de korte citaten, die wij gaven
wel moet opmaken) in omgekeerde richting ge-
Uit worden, wil men tenminste handelen vol
gens de beginselen der demokratie door prof.
Goudriaan aangegeven. Waarheid en niet
brutaliteit zal het tenslotte winnen!
Dit opschrift is niet de aankondiging van een
voetbalwedstrijd, die de lezer trouwens in ons
orgaan ook niet verwacht, zoo lezen wij in
de „Vrijz. Democraat".
De bedoeling is, in het onderstaande aan te
toonen de scherpe tegenstelling tusschen de
Hollandsche en Russische communisten:
„Wanneer in ons land de Openbare School
Wordt bedreigd, dan staan de communisten op
de bres en wanneer we de heeren hooren spre
ken, zou men geneigd zijn te veronderstellen,
dat'er geen warmer verdedigers der Openbare
School te vinden zijn.
Nu Rusland, door de communisten steeds naar
voren gehaald als de heilstaat, waar alles in
orde is.
We lezen in de „Klasseonderwijzer", orgaan
der R'damsche Bondsafdeeling, dat Ko Beuze-
maker voor die afdeeling een lezing heeft ge
houden over Russische onderwijstoestanden.
Uit het verslag halen we enkele deelen aan:
Wat zijn de grondslagen van de school in deze
Russische maatschappij?
lo. De school heeft een socialistisch karakter.
In dit systeem genieten de kinderen der
arbeiders de voorkeur.
Is er geen voldoende ruimte, dan worden
eerst de kinderen van den ouden adel ge
weerd.
So. De school is materialistisch. Godsdienst
onderwijs aan kinderen beneden de 18
jaar is verboden.
Verder lezen we, dat aan het onderwijs, dat
In het middelpunt staat van aller belangstel
ling, en dus aa# de jeugd, veel aandacht wordt
geschonken. De jeugd vormt in alle opzichten
de voorhoede, staat volkomen achter de regee
ring en is een der pijlers, waarop de nieuw-
opgebouwde maatschappij rust.
Na een uitvoerige mededeeling over de scho
len, het aantal, het gebruik ervan, de inrich
ting, komt een zin, dien we den belangstellenden
lezer niet willen onthouden: De Russische school
staat in dienst van het leger. Er worden regel
matig schietlessen gehouden.
Verder geeft het K. O. verslag nog meer, dat
interessant genoemd mag worden, o.m. dat de
leden der jeugdorganisaties, die op school gaan,
worden beschouwd als de vertegenwoordigers
der communistische partij in de school, maar
we meenen, dat bovenstaande reeds voldoende
is, om de tegenstelling, moeten we misschien
zeggen de „tijdelijke" tegenstelling tusschen de
Hollandsche en de Russische communisten te
doen uitkomen."
Zeker niet het onbelangrijkste gedeelte van
Hitler's groote rede in den Duitschen
Rijksdag was dat, waarin hij de taak van
de nationale regeering op het gebied van
het economisch leven schilderde. Speciaal voor
Nederland, welks ekonomische leven voor een
zoo belangrijk gedeelte op Duitschland is ge
oriënteerd, rijst de vraag, welke perspectieven
zich voor het bedreigde bedrijfsleven in dit
verband voordoen.
Twee ekonomische kwesties vooral werden
door den Rijkskanselier vooropgesteld Aller
eerst moet de redding van den Duitschen boer
onder alle omstandigheden haar beslag
krijgen.
Praktisch zal dit wel hierop neerkomen, dat
het noodlottige streven naar autarkie, dat de
wereld steeds sneller naar den ondergang dreigt
te voeren, in de toekomst nog zal worden ver
scherpt. Wat dit voor onzen, toch reeds zoo
zwaar getroffen land- en tuinbouw beteekent,
behoeft hier niet nader te worden uiteengezet.
De nuchtere feiten spreken een ontstellend-
duidelijke taal.
Het zal dan ook niet te vermijden zijn, dat
wij ons met alle middelen, die ons ten dienste
staan, zullen moeten verweren om nog te red
den, wat te redden valt. Onze passiviteit op het
terrein van de handelspolitiek zal moeten plaats
maken voor een frissche activiteit. Dat ook de
Regeering dit duidelijk inziet, bewijst de uit
lating van minister Verschuur in de vergade
ring van de Eerste Kamer van 22 Maart. Hij
zeide, dat de Duitsche handelspolitiek den
waanzin bedenkelijk nadert, en dat de Regee
ring deze zou beantwoorden met alle wapenen
en met elk krachtig optreden, waarvan zij de
doelmatigheid inziet.
Inderdaad is dat hetgene wat het Neder-
landsche bedrijfsleven in de gegeven omstan
digheden broodnoodig heeft: een krachtige ac
tieve handelspolitiek, met beleid gevoerd.
Vooral op dit laatste mag wel eens de nadruk
gelegd. Niet vergeten mag worden, dat ieder
wapen, dat men zich op ekonomisch gebied
smeedt, ook tegen den vervaardiger zelf kan
worden gericht, en steeds werkt als een twee
snijdend zwaard. Bij iederen maatregel, die
getroffen wordt, zullen de voor- en nadeelen
nauwkeurig tegen elkaar moeten worden af
gewogen.
De tweede groote taak van de Regeering ziet
Hitler in de bestrijding van de werkloosheid.
We zullen hierop in dit verband niet nader
ingaan, maar tot slot nog even de aandacht
vestigen op de eenigszins raadselachtige pas
sage, waarin Hitier verklaart, dat de rijksre-
geering volstrekt niet vijandig staat tegen ex
port: „Wij weten, dat wij de verbinding met
de wereld noodig hebben." Voor ons land be
langrijker was het geweest, indien de kanselier
had uiteengezet, op welke wijze hij dezen export
mogelijk wilde maken, en hoe een belemme
ring, ja een verhindering van den invoer, te
rijmen was met een bevordering van den uit
voer. Aan platonische verklaringen van soli
dariteit tusschen de verschillende staten heb
ben we zoo bitter weinig, als de praktische en
ekonomische politiek daarmede volledig in
tegenspraak is. We kunnen slechts de hoop
uitspreken, dat bij onze Oosterburen het eko
nomische verstand ten slotte de overhand zal
krijgen op het ook voor eigen welvaart op den
duur funeste streven naar ekonomische af
sluiting.
De verkiezingsplaten van de R. K.
Staatspartij zijn van de pers. Ze be-
nooren tot het beste wat het politieke
crayon vorm heeft gegeven voor den begon
nen strijd. Een jury, waarin de heeren C.
M. v. Moorsel, A. C. Ninaber en H. de Man
zitting hadden, heeft het partij-bestuur ge
holpen bij het uitzoeken der teekenaars en
staatkundige gedachten. Het resultaat van
deze samenwerking tusschen politiek en
kunst is een uitstekende selectie uit de ont
worpen platen.
De eerste „Storm op til, stut uw huis"
werd geteekend door Joep Nicolas. Zij
geeft een uitbeelding van de leuze, door
den kunstenaar zelf gekozen, welke in zich
sluit de richtlijn over „het gezag", zoowei
als die over „gezinspolitiek", voorkomende
in het Partij-program. De figuren van den
man, die een stutpaal draagt, om zijn huis
te stutten, en van de vrouw, die angstig en
bezorgd naar 't naderend onweer uitkijkt,
i zijn opzettelijk somber en bijna raadsel
achtig gehouden om de aandacht te trek
ken. De uitvoering is in één kleur (grisaille
bruin), waardoor zij het karakter draagt
van een ernstigen, waarschuwenden strijd
kreet.
Ch. Eijck ontwierp de tweede, een uit
beelding van den opbouw in Godsvertrou-
wen: een krachtige mannen-kop in diep
zwart boven een gespierde hand, die het
kind omklemt, terwijl de andere hand den
hemel wijst met een Christus-figuur op den
achtergrond.
De derde plaat is ontworpen door Lou
Manche. In de verschillende emblemen
wordt verzinnebeeld het einddoel van den
roep: „Naar loonenden arbeid voor ons
volk", n.l. de welvaart in landbouw, handel
en nijverheid. De plaat werd uitgevoerd in
geel, rood, blauw en bruin.
Mogen deze verkiezingsplaten met hun
waardige vormgeving aan zoo gave gedach
ten spoedig onze vereenigingslokalen en
alle plaatsen versieren, waar door woord en
teeken kiezers overtuigd kunnen worden
van de ontzaglijke belangen, waarover den
26en April hun verantwoordelijkheid mede
heeft te beslissen!
Op de vragen van mejuffrouw Groeneweg
betreffende herplaatsing van onderwijzers-
wachtgelders heeft Minister Terpstra o.m. ge
antwoord, dat het niet mogelijk is te voorko
men, dat wachtgeld genietenden van 60 jaar
en ouder benoemd worden, zoolang ongehuwde
wachtgeld genietenden en kweekelingen met
akte beschikbaar zijn.
Ook voor de eerstbedoelde wachtgelders geldt
de bepaling van art. 51 der Lager-onderwijs-
wet 1920, dat zij een hun aangeboden betrek
king, welke hun in verband met hun persoon
lijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan
worden opgedragen, niet kunnen weigeren te
aanvaarden dan op straffe van geheel of ge
deeltelijk verlies van het wachtgeld.
Met eventueel kenbaar gemaakte bezwaren
van gehuwden wegens verren afstand wordt in
geval van tijdelijke benoeming zooveel mogelijk
rekening gehouden.
Te Rotterdam hebben Dinsdagavond de ste
delijke afdeelingen van verschillende vredesgroe
pen een gezamenlijk vredescongres gehouden.
Het congres werd geopend door den heer D.
Huddleston-Slater, den voorzitter van den R.K.
Vredesbond, die het congres presideerde. Spr.
wees er op, dat men niet bijeengekomen was,
om belangrijke besluiten te nemen; het con
gres was bedoeld als manifestatie ten gunste
van den vrede. Het machtsprincipe, waardoor
Europa aan den rand van den ondergang werd
gebracht, moet vervangen worden door het
principe van de naastenliefde, die twintig eeu
wen tevergeefs staat te kloppen aan de poort
van onze samenleving.
Eerste spreekster was Mevr. Mr. C. Bakker
van Bosse met als onderwerp: „De vrouw en
de vrede". Spr. betoogde dat, waar het den
strijd om den vrede betreft, geen verschil ge
maakt mag worden tusschen man en vrouw;
vredesstrijd is een zaak, die allen aangaat.
Vervolgens was het woord aan Dr. J. Roor-
da, die sprak over: „Oorlog en geneeskunde".
Spr. deelde mede, dat de „Maatschappij voor
Geneeskunde" besloten heeft de belangen van
den vrede te behartigen, daar zij er van over
tuigd is, dat de roeping der geneeskunde is te
strijden voor het leven en dat oorlog beteekent
dood. Zij wil haar invloed op de menschheid
aanwenden, om haar hiervan te doordringen.
In de pauze werd gezongen door het man
nenkoor „Apollo", onder leiding van den heer
Ed. Flipse. Na de pauze sprak Ds. A. R. Rut
gers over: „Geen bloedig geweld, maar recht
spraak". Spr. zette uiteen, dat door volksmassa's
nog steeds ruw geweld wordt geprefereerd,
boven rechtspraak en betoofde, dat om den vrede
te bereiken, noodig is, dat de menschheid een
diep vertrouwen heeft in het recht van het
Kruis.
Hierna sprak Prof. C. Timmer O. Carm. over:
„Vrede, een eisch van Beschaving". Het woord
„beschaving" letterlijk genomen, beteekent vol
gens spr. „ontdaan van het ruwe", doch in
werkelijkheid omvat het veel meer. Allen zijn
wij geroepen dienst te doen op het veld der
beschaving. Om echter dien arbeid vrucht te
doen dragen, moet een bodem van „vrede" aan
wezig zijn. Spr. bestreed aan de hand van de
De dichter Constantijn Huygens had
zijn eigen idee over strafgevangenis
sen en over de wijze, waarop het al
daar vertoevende menschdom diende te
worden behandeld. „Laat ze woordenboeken
maken!" meende hij; dat was tegelijkertijd
het zwaarste, het ondankbaarste en het
nuttigste werk, dat hij zich kon indenken.
Wanneer de gevangenen er mee belast
werden, zou de crimineele statistiek zijns
inziens een belangrijke daling vertoonen;
dubbel en dwars zou de misdadiger zich
bedenken, afgeschrikt als hij werd door
de gevolgen, en eindelijk zou het vrije ge
deelte der samenleving er nut bij winnen,
dat een ander gedeelte van zijn vrijheid
was beroofd.
Werk voor gevangenen? Een ander oud
woord kenschetst een bezigheid, die aan
dacht en geduld, toewijding en doorzet
tingsvermogen vraagt als „monniken
werk" en inderdaad vernemen wij, dat de
oudste katholieke encyclopaedic der we
reld werd vervaardigd door den monnik
Vincentius van Beauvais, een Dominicaan
uit de dertiende eeuw, wiens „speculum
majus" (ofschoon ze voorloopers had) be
schouwd kan worden als het eerste werk,
waarin de wetenschappen samenvattend
werden behandeld.
De nieuwste „Katholieke Encyclopaedic"
doet dezen middeleeuwschen voorganger
geen schande aan, al is het op ende op een
werk van de twintigste eeuw, modern uit
gevoerd en modern geïllustreerd, weten
schappelijk heelemaal „bij" en in zijn
kunst- en cultuurbeschouwingen, zijn so
ciale en economische rubrieken werkelijk
„up to date". De vele redacteuren, de tal-
looze medewerkers zullen wel eens ver
zucht hebben, dat Huygens eigenlijk ge
lijk had, achteraf kunnen ze met recht
matige vreugde hun arbeid bezien, voor
zoover die werd vastgelegd in het kloeke
eerste deel, dat heden van de persen
kwam. Het is verkrijgbaar bij de N. V.
Uitgeversmaatschappij Joost van den Von
del te Amsterdam en bij den boekhandel.
Dit „monnikenwerk" bedraagt 824 flinke
kolommen, duidelijk gedrukt, rijk ver
lucht, overzichtelijk ingedeeld, en loopt
van het trefwoord A tot Allerheiligenbaai.
Daar liggen heel wat woorden tusschen
deze twee grenzen! Niet minder dan 90
redacteuren en 550 medewerkers, allen spe
cialisten, hebben zich beijverd om over
die woorden te zeggen, wat wij willen we
ten. De lijst dezer mede-arbeiders aan
het grootsche werk opent waardig het
eerste deel en geeft meteen een overzicht
van het katholieke cultuurleven in Noord
en Zuid-Nederland.
Nagenoeg alle, ook de kleinere artike
len, werden door den verzorger ondertee
kend, zoodat men altijd nauwkeurig weet,
door wien men voorgelicht wordt. Alle
verschillende intellectueele kringen van
katholieken zijn in het werk betrokken,
men vindt er professoren van de univer
siteiten te Nijmegen, Leuven, Gent, Utrecht
en elders, docenten der R. K. Leergan
gen, redacteuren der leidende katholieke
bladen en periodieken, leiders van veree-
nigingen, ouderen naast jongeren, gees
telijken naast leeken, voorname titelvoer-
ders naast talentvolle beginnelingen in
eendrachtige samenwerking. Deze samen
werking omvat Noord en Zuid en men mag
gerust zeggen, dat in dit reuzenwerk de
cordiale eendracht tusschen Rijks Neder
land en de Zuidelijke Nederlanden op
grootscher en breeder wijze tot uiting
komt dan tot dusver in eenig werk ge
schiedde.
Het katholieke karakter van dit boek
blijkt reeds bij oppervlakkige doorblade
ring. Talrijke woorden, waarover de voor
lichting doorgaans gebrekkig is, worden
hier belicht met een nauwkeurige kennis
van de katholieke leer en de katholieke
practijk. Woorden als „aalmoes" en „af
laat" leveren hiervan duidelijke voorbeel
den. Anderzijds is dit werk zeer objectief.
Men behoeft slechts het artikel te lezen
over „Alexander VI" om daarvan te wor
den overtuigd.
Belangrijke trefwoorden werden behan
deld door verschillende deskundigen b. v.
het woord „aardolie" door Ir. A. J. Tulle
ners, Dr. G. L. Hofsteenge, Mr. A. Stoop,
Ir. M. Wijnhoven; het woord „alcohol"
(met wat daaraan vast zit) door Dr. A.
Hoogeveen, Ir. J. Frateur, Dr. E. Droog,
Prof. A. Dumon, Dr. Ed. Hoelen, C. Ter-
wisscha van Scheltinga, pr. Vaak werden
bij een historischen naam niet alleen de
zuiver-geschiedkundige gegevens verstrekt,
maar ook beschouwingen geleverd over de
beteekenis van deze historische persoon
lijkheid voor de legende, de iconografie, de
kunst in het algemeen.
Zoo werd „Alexander de Groote" histo
risch behandeld door Dr. A. J. Davids, die
achtereenvolgens zijn leven, zijn beteeke
nis als staatsman en zijn rol in de over
levering schetst, daarna geeft Dr. B. Knip
ping O. F. M. een korte uiteenzetting over
de Alexander-voorstellingen in dé kunst
en speciaal in de christelijke iconografie,
vervolgens schrijft Dr. J. v. Mierlo S. J. over
de Alexander-romans en hun bewerkingen
in het Fransch, het Duitsch, het Dietsch
en het Engelsch. Onder ieder artikel wordt
verwezen naar de beste litteratuur over
het onderwerp. Behalve de zeer vele in
structieve verluchtingen binnen de kolom
men, bevat dit eerste deel schitterend-
uitgevoerde plaatwerken in offset-druk,
o.a. bij de artikels Aegeïsche Kunst, St.
Alphonsus (reproductie van een schil
derwerk van Charles Eyck), Alexan-
drijnsche kunst, Adriaan VI, aan
bidding der Herders. der Koningen,
van het Lam. Verder zijn er uitstekende
buitentekstfoto's b.v. van den afsluitdijk
der Zuiderzee, van aanplakbiljetten, van
abdijen, en teekeningen, b. v. bij het arti
kel over de apen. Bijzonder prijzenswaar
dig is het uitstekend kaarten-materiaal.
waarop ook de kerkelijke indeeling is aan
gegeven.
Een groot voordeel is uiteraard het Ne-
aerlandsch karakter, waardoor ruime aan
dacht werd besteed aan specifiek Neder-
landsche en katholieke onderwerpen, b. v.
„Aalberse", „Alberdingk Thijm" en soort
gelijke woorden, die men elders of in het
geheel niet of minder volledig behan
deld vindt.
Het eerste deel is van de persdaar
mee is nog slechts een klein deel van den
reuzenarbeid verricht. Maar dit kleine deel
is groot genoeg om eerbied af te dwingen
en mooi genoeg om ons te doen verlangen
naar de volgende deelen. Mogen zij spoe
dig komen!
gebeurtenissen in den oorlog, de meening als
zou de beschaving door een oorlog vooruit gaan.
Zulk een beschaving is te duur gekocht. De be
schaving eischt, dat er andere middelen wor
den gebruikt ter beslechting van een geschil
dan wapengeweld. Spr. betoogde voorts, dat de
katholieke kerk in den loop der eeuwen bewe
zen heeft de dienaresse van recht en vrede te
zijn. De katholieke kerk reikt een ieder, die van
goeden wille is, de vredeshand.
Als laatste spreker trad naar voren Mr. H.
Willemse, die sprak over: „Wij blijven trouw
aan den Volkenbond".
De heer Willemse betoogde, dat men den
Volkenbond op moet bouwen tot een volmaakt
vredesinstituut, dat het middelpunt zal zijn van
de internationale rechtspraak.
Ten slotte werden door het congres telegram
men met een sympathiebetuiging gestuurd aan
den directeur-generaal van den Volkenbond,
aan Arthur Henderson, voorzitter der Ontwa
peningsconferentie en den Nederlandschen mi
nister-president. Aan prof. Dr. C. G. van Riel,
die door ziekte verhinderd was aanwezig te zijn,
werd een telegram gezonden inhoudende een
wensch voor spoedig herstel.
Het congres is bezocht door ongeveer 1500
personen. Onder de aanwezigen merkten wij op
Mr. Droogleever Fortuyn, burgemeester van Rot
terdam.
Bij de candidaatstelling voor den Katholiek
Democratischen Bond in den kieskring Leeuw
arden heeft zich iets merkwaardigs voorge
daan, schrijft „De Morgen". De lijst van kie
zers, welke de candidaturen 'ondersteunden,
bevat slechts 5 namen van katholieken. De
andere 25 zijn.... S.D.A.P.'ers. En niet van bij-
loopers, die weinig begrip hebben van politiek
en dus in argeloosheid deze katholieke lijst
hebben gesteund. Neen, naar ons van betrouw
bare zijde wordt medegedeeld, treft men onder
de 25 namen die van een socialistischen wet
houder, van roode Raadsleden, van den agent
van de V.A.R.A. en den correspondent van het
„Volksblad", van bestuursleden van de afdee
ling der S.D.A.P., enz. aan. We zijn er van
overtuigd, dat het Hoofdbestuur van den Ka
tholieken Democratischen Bond niets van dezen
steun afweet. Daarop willen we geen blaam
leggen. Doch het odium van politiek onfatsoen
valt ten volle op de Leeuwardensche socialis
tische voormannen, die op een dergelijke ma
nier de bedoeling der Kieswet saboteeren en
de politieke democratie tot een aanfluiting ma
ken, alleen maar om de Staatspartij een hak
te kunnen zetten.
Zulk een feit versterkt weer de meening, dat
verzwaring der bepalingen inzake de wijze van
candidaatstelling in de Kieswet beslist ge-
wenscht is.
Verschenen is een nota van den minister
van Economische Zaken en Arbeid naar aan
leiding van het verslag der Tweede Kamer in
zake het wetsontwerp regeling van den invoer
van bedrukte, geverfde en bontgeweven katoe
nen manufacturen.
Er wordt aan ontleend, dat uit de staten in
de memorie van toelichting inderdaad is te
zien, dat in de laatste vijf maanden van 1932
de invoer is teruggeloopen ten opzichte van de
voorafgaande periode, maar dat de invoer, in
zijn geheel beschouwd, zich toch nog boven
den normalen blijft bewegen.
Het percentage is vastgesteld met inacht
neming van de gebleken prijsdaling en van de
verminderde consumptie. Deze contingenteering
laat 90 pet. van de normale invoermogelijkhe-
den bestaan.
Een verder gaande beperking zou in dit geval
niet in overeenstemming zijn met de bedoelin
gen der crisisinvoerwet.
Onder deze contingenteering vallen mede
weefsels van katoen, waarin een sierdraad van
zijde of kunstzijde voorkomt. Stoffen, waarvan
b.v. de ketting of inslag uit zijde of kunstzijde
bestaat of welke met patronen of figuren van
kunstzijde of zijde zijn doorweven, vallen niet
onder dezen maatregel. Mede gecontingenteerd
zijn dus die goederen, welke overwegend uit
katoen bestaan.
Ten aanzien van de opmerking van enkele
leden, dat een effectieve methode van dum-
pingbestrijding voor de Nederlandsche katoen
industrie meer van nut zou zijn dan de thans
toegepaste beperking van den invoer, merkt de
minister op, dat geenszins vaststaat, dat bij
deze artikelen sprake is van dumping in den
strikten zin des woords.
Het is dus zeer de vraag, of een intensieve
accountantscontröle, gesteld, dat deze mogelijk
ware, in de verschillende produceerende landen
ter onderzoeking van dumpingpractijken van
het onderhavige geval iets aan het licht zou
kunnen brengen.
De heer K. Ter Laan, burgemeester van
Zaandam, is niet alleen een braaf, doch
tevens ook een wijs man met een we
zouden haast zeggen abnormaal sterk ont
wikkeld gevoel voor recht.
Aan deze heel bijzondere qualiteiten schrijven
wij het dan ook toe, dat hij in de tientallen
jaren van zijn burgemeesterschap te Zaandam
niet de wildharig-revolutionnaire capriolen
heeft vertoond, welke de rustige burgerij van
Nederland bij de benoeming van den éérsten
rooden burgemeester hier te lande verwachtte,
vreesde of misschienverhoopte.
In héél zijn burgemeesterlijke loopbaan heeft
de heer Ter Laan echter nog nimmer van zóó
braaf, zóó wijs beleid en van zóó hevig gevoel
voor recht blijk gegeven als dezer dagen.
Men moet weten, dat er te Zaandam een
verbod bestaat om reclame-biljetten te plak
ken op andermans eigendom; bij het naderen
der verkiezingen werd er tegen dit verbod echter
blijkbaar nogal gezondigd en de politie kon er
niet veel tegen uitrichten, omdat de plakkers
posten uitzetten teneinde gewaarschuwd te
worden, zoodra er een dienaar van de H.
Hermandad kwam opdagen; de politie echter
ook niet mis verwijderde geregeld de on
rechtmatig aangeplakte biljetten, in allen ernst
meenende, aldus haar taak van gerechtigheid
naar behooren te vervullen.
Dat was echter niet naar den zin der plak-
heeren en zij begaven zich naar den niet on-
bevrienden burgemeester om zich te bekla
gen over zóóveel politioneele ongerechtigheid.
En toén kwam het, het Salomonsoordeel:
naar de „N. Rott. Crt." mededeelt, bepaalde
de burgemeester, dat het verbod van plakken
gehandhaafd bleef, maardat wanneer
de biljetten eenmaal aangeplakt waren deze
door de politie niet meer afgescheurd mochten
worden!'
Gevoel voor recht?
Of niet?
Plakken is verboden, maar is het verbod
eenmaal overtreden, dan mag het resultaat
van de overtreding niet meer ongedaan ge
maakt worden.
Gevolg van dit gevoel voor recht en van deze
Salomonswijsheid is nu, dat de plakkers de
agenten zooveel mogelijk verschalken, vlug en
behendig hun plakkaten aanbrengen en daarna
als bewaarders der door den burgemeester vast
gestelde „orde" optreden en de politieagenten
achterna loopen om te controleeren, of deze
zich niet aan overtreding schuldig maken
Dinsdagavond omstreeks half twaalf brak
brand uit in de kapitale boerderij van den heer
H. Rubbens in het Oudland te Oudenbosch. Om
dien tijd kwam een buurman waarschuwen,
dat de groote landbouwschuur in brand stond.
Aan redding van de schuur viel niet meer te
denken. Een groote hoeveelheid graan, 25 stuks
vee en 6 paarden werden een prooi der vlammen.
De vlammen sloegen over naar het woonhuis]
waarna ook een andere nabij gelegen schuur,
eveneens eigendom van den heer Rubbens, waar
in allerlei landbouwwerktuigen waren, vlam
vatte. De inboedel van het woonhuis kon worden
gered.
De Oudenbossche brandweer werd om half één
gewaarschuwd, doch kon toen niets meer uit
richten. De oorzaak van den brand is onbekend.
Verzekering dekt de schade, die zeer aanzienlijk
is.
Op den Hoogen Donk onder Etten geraakte
het kindje van B. al spelende onder een vracht
auto, die de kleine een eindweegs meesleepte.
Wonder boven wonder bekwam het kind slechts
eenige onbeteekenende schaafwonden. Den chauf
feur treft geen schuld.
Tusschen den 23-jarigen arbeider A. S. uit
Leur en den 28-jarigen Th. v. d. B. uit Etten,
voorwerker bij de Nederl. Heide Mij., ontstond
Dinsdagmorgen te Etten een twist over de uit
voering van het werk, welke zóó hoog liep, dat
S. den voorwerker een klap gaf met den scher
pen kant van zijn schop, waardoor deze ernstig
aan het hoofd werd verwond. V. d. B., die tegen
den grond viel, kreeg toen nog eenige slagen,
waardoor hij verwondingen bekwam aan den
schouder en in de zijde. S. is kort daarna door
de gemeente-politie van Etten-Leur, wegens
poging tot doodslag gearresteerd, en ter be
schikking gesteld van den Officier van Justitie
te Breda.
Omtrent de oorzaak van den twist vernemen
we nog het volgende: Op de Ettensche werk
verschaffing zijn de arbeiders ingedeeld in ploe
gen, die „in accoord" werken. Hoe harder ze
dus aanpakken, hoe meer ze verdienen. Nu was
de samenstelling van sommige ploegen van dien
aard, dat ze harde werkers bevatten en ook
zulke, die „het wel geloofden". Daarin heeft
men een verandering gebracht en de ploegen
zijn meer „homogeen" gemaakt, waarvan net
noodzakelijk gevolg was, dat de loonen van de
minder vlijtigen aanzienlijk daalden. Daarover
was S. tot welke categorie hij behoorde, be
hoeft wel niet meer gezegd verontwaardigd
en zoo ontstond de ruzie met de daaruit vol
gende mishandeling.
Omtrent den revolver-aanslag, welke Zon
dagmiddag werd gepleegd op den 37-jarigen
H. Wijnen te Oss, kunnen we vermelden, dat de
vermoedelijke dader P. v. D. blijft ontkennen.
De toestand van het slachtoffer is redelijk
goed. De kogel zal zonder operatie kunnen ver
wijderd worden.
LEIDEN. Economisch doctoraal examen in
dologie de heer W. H. Overbeek.
LEIDEN. Candidaatsexamen Indisch recht de
heeren Kaestomo en A. J. Zondervan.
UTRECHT. Bevorderd tot doctor in de ge
neeskunde op proefschrift „Encephalo-myelo-
pathia chronica progressiva" de heer P. Bos,
geb. te Uithuizermeeden.