Met Wt&aal mn den daa et Erfdeel Een onderzoek te Brunswijk Zenuwpijnen overal? AKKER.CACHET5 Roosevelt zet door FRANKRIJK EN HITLER'S DUITSCHLAND MENSUR ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN De ROBINSONheerenmolière kost: zwart f 4.50 - bruin f 4.90 WOENSDAG 29 MAART Haar lezing van de gebeurtenis Einstein te Antwerpen Fascistisch partijbureau bestormd Nog meer banken onder controle Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten De Stahlhelm spreekt van een ver gissing der Brunswijksche regeering Stahlhelmverbod in Bruns wijk ingetrokken "AKKERTJES" Een salarisverlaging van IS pCt. voor het geheele rijkspersoneel aangekondigd RAMP IN PERU BEVESTIGD (Jongensmaten naar verhouding goedkooper) AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking a Een uur later, toen Dr. Stephens wegreed, Felix Trevanion keek haar met onuitspre BERLIJN. 28 Maart. (W. B.) Omtrent het onderhoud tusschen minister Göring en mi nister Seldte wordt officieel medegedeeld, dat uit het onderzoek is gebleken, dat men by het voorgevallene in Brunswyk met een zuiver plaatseiyke aangelegenheid te doen heeft, die in den loop van den namiddag door de ryks- regeering wordt geregeld. De samenwerking tusschen de stormafdeelingen, de estafette-af- deelingen en de Stahlhelm in het geheele Duitsche ryk wordt door die plaatselijke ge beurtenissen in geen enkele wyze beïnvloed. Aan alle zyden bestaat het eenstemmige be sluit, de kameraadschappelijke samenwerking tusschen die bonden te bevestigen en uit ie breiden. Ter verdere opheldering van de gebeurtenis sen is een onderzoekingscommissie met een speciaal vlieguig van Beriyn te Brunswijk aan gekomen. Van die commissie maken deel uit minister Seldte, die hoofdleider van de Stahl helm is„ majoor von Stephani, leider van de afdeeling Brandenburg van de Stahlhelm, ka pitein Körner, gevolmachtigde van minister Göring, en een vertegenwoordiger der Berhjn- sche S. A. Van de zyde van de Stahlhelm wordt mede gedeeld, dat in de afgeloopen dagen talryke personen zich hebben aangemeld, om lid van de Stahlhelm in Brunswijk te worden, doch het beginsel bleef gehandhaafd, dat elke aan vraag eerst wekenlang onderzocht moest wor den. De Brunswyksche regeering heeft nu de groote vergissing gemaakt, personen die zicü aanmeldden reeds als lid te beschouwen. Over de gebeurtenissen in den afgeloopen nacht geeft de leiding van de Stahlhelm de Volgende lezing: Gisteravond tegen 6 uur verzamelden zich Voor het gebouw van de Stahlhelm in Bruns wyk ca. 1100 personen, die tot de Stahlhelm Wilden toetreden. Aangezien het in ontvangst nemen van die aanmeldingen geruimen tyd zou duren, werden de wachtenden door menschen van de Stahlhelm in twee gelederen opgesteld, opdat de orde niet verstoord zou worden. De personen, die zich kwamen aanmelden, zyn echter niet in optocht naar het gebouw ge trokken. Overigens betreurt de Stahlhelm het ten zeer ste, dat de leden van de S. A. een aanval heb ben gedaan op het gebouw van de hulppolitie van de Stahlhelm, welke eindigde met de ont wapening van de Stahlhelmleden. Er wordt de Uaöruk opgelegd, dat de bond van frontsoldaten zich zyn zelfstandigheid by het behandelen van zyn eigen interne aangelegenheden niet laat ontnemen. De rijkscommissaris voor Saksen, von Kll- linger, had de verspreiding van berichten in Dresden over de gebeurtenissen in Brunswyk verboden, doch dit verbod is direct weer in getrokken. De leider van de Stahlhelmorganisatie in Beieren, kolonel v. Lenz, heeft Dinsdag de onder-leiders bevel gegeven onder alle om standigheden te vermyden, dat ontbonden weerorganisaties verder zouden kunnen be staan onder den naam Stahlhelm. De organi saties moeten daarom voorloopig geheel wor den ontbonden. BRUNSWIJK, 28 Maart. (V.D.) Na een be raadslaging, welke meer dan vyf uren heeft geduurd, werd tegen 10 uur vanavond het vol gende officieele communiqué uitgegeven: De Ryksregeering erkent dat de door den mi nister van Binn. Zaken van Brunswyk, Klag- ges, tegenover den Stahlhelmgouw Brunswyk genomen energieke maatregelen gerechtvaar digd zyn. Nadat de Ryksminister van Arbeid, Franz Seldte, als eerste bondsvoorzitter van den Stahlhelm een disciplinair onderzoek in deze aangelegenheid had toegezegd en nu het gevaar voor een illegale actie van Marxistische organisaties onder valsche deknamen is ter- zyde gesteld, zal minister Klagges het voor het land Brunswyk uitgesproken verbod van den Stahlhelm per 1 April a.s. opheffen. Ryksminister Seldte zal Woensdagochtend per Vliegtuig naar Beriyn terugkeeren. Van nat.-soc. zyde werd vanavond verklaard, dat volgens de tot dan toe afgenomen verkoo- ren de plaatseiyke Stahlhelmleiders van de be doelingen van Ryksbanier en communisten Volkomen op de hoogte waren. BRUNSWUK, 28 Maart (V.D.). Hedenmor gen werd aan den gevel van het gebouw der plaatseiyke ziekenkas een groote transparant met het opschrift „Adolf Hitler-kazeme" aan gebracht. BRUNSWIJK, 28 Maart (WJ3.) De in het gebouw der ziekenkas opgesloten 1350 perso nen zijn nog in den loop van hedennacht in vryheid gesteld, ongeveer 100 functionarissen uitgezonderd. Deze zullen zich voor den rechter te verantwoorden hebben. BERLIJN, 29 Maart. De „Kreuzzeitung" ver neemt van welingelichte zijde omtrent de ge beurtenissen te Brunswyk, dat by het onder zoek is gebleken, dat de leiding van het stads district Brunswyk van de Stahlhelm by het opnemen van talryke nieuwe leden weliswaar te goeder trouw, doch in stryd met de instruc ties van de bondsleiding politiek verkeerd heeft gehandeld. Na een nauwkeurig onderzoek heeft de bondsleiding besloten tot het benoemen van een commissariaal leider van de Stahlhelm in het land Brunswyk, terwyi in de stad Bruns wyk de Stahlhelmleiding vervangen zal worden Een bespreking tusschen den bondsleider Ryks minister Seldte en de Brunswyksche regeering heeft tot volledige overeenstemming geleid. De Stahlhelmleiding in het Lippe-Ruhrge- bied deelt mede, dat tot nader aankondiging geen nieuwe leden tot de Stahlhelm zullen worden toegelaten. Voormalige leden van K. P. D. en S. P. D., die zich reeds by de Stahl helm hebben aangemeld, zullen aan het toe zicht der crimineele politie worden onderwor pen en voor zoover geen bezwaren tegen hen worden ontdekt, pas na een proeftyd van zes maanden worden toegelaten. Alle linksche ele menten, die met de bedoeling van cellenbouw in de Stahlhelm komen, zullen uit de organi satie verwyderd worden. Stahlhelmpatrouilles surveilleeren door de stad, vergezeld van een Schupo-beambte. Deze patrouilles houden ieder een aan, die door het dragen van de Stahl- helmuniform, het Stahlhelm-insigne of door den roep „Front Heil!" als lid van de Stahl helm kenbaar is, ten einde zijn lidmaatschaps diploma te controleeren. Zij die niet in het bezit van een diploma zijn, zullen gearresteerd worden en gestraft overeenkomstig het jongste besluit van den Ryksminister van Binnenland- sche Zaken. ANTWERPEN, 28 Maart. (Reuter). Professor Einstein is aan boord van de „Belgenland" hier aangekomen. Hy werd verwelkomd door den burgemeester van Antwerpen, den voorzitter der Belgische Zionistische Federatie en delegaties der universiteiten. Einstein zal vyf maanden in een Belgische kustplaats verbiyven. Hy verklaarde niet naar Duitschland te zullen terugkeeren, zoolang de vryheid van gedachte daar niet ge waarborgd werd, alsmede de bescherming van alle burgers. LONDEN, 28 Maart (V.D.) Gisteren heeft een tweehonderdtal personen, voor het meerendeel communisten, een aanval gedaan op het hoofd kwartier der Engelsche Fascistische Party aan Wal worth Road. Het huis werd bestormd en alle ruiten wer den vernield. De fascisten haalden hulp en dreven de communisten het huis uit. Het kwam tot een hevige vechtparty, waaraan pas door de politie een einde kon worden gemaakt. PARIJS, 28 Maart. (Reuter) Minister-presi dent Daladier heeft heden in de Fransche Ka mer, in antwoord op de vraag van een lid der oppositie, beloofd, dat vóór het uiteengaan der Kamer een groot debat over de buitenland- sche politiek zal worden gevoerd. Daladier gaf uiting aan zijn dankbaarheid voor de loyauteit, welke door MacDonald oy de door dezen gevoerde onderhandelingen 18 betoond. Hy voegde er aan toe, dat de regee ring den vrede wenscht te organiseeren. Zy zal niet weigeren, woorden van internationale ver zoening te spreken en evenmin de gesloten ver dragen ontrouw worden. De regeering heeft de vrienden van Frankryk niet aan hun lot over gelaten. Zy hoopt, dat er thans spoedig vrucht dragende onderhandelingen zullen worden ge voerd. Frankryk, zoo verklaarde de premier ten slotte, hoeft niet bevreesd te zyn voor de be dreigingen, afkomstig van een zijde, waar een zekere oorlogshypnose heerscht; deze bedrei gingen dienen noch op de beraadslagingen, noch op de openbare meening invloed uit te oefenen. Minister Paul-Boncour verklaarde heden morgen in de Kamer, dat de internationale situatie, ofschoon ernstig, geen enkele onge rustheid rechtvaardigd. wy moeten onze koel bloedigheid bewaren, om het spel te spelen en de party te winnen. De regeering blyft waak zaam en heeft zich by de jongste gebeurtenis sen steeds krachtig getoond, met name by de incidenten te Kehl, Buningen, Keulen en Spiers. Van dia verschietende pijnen, dan hier, dan daar? Ze blijven weg met één of twee van die Volgtnt r«c«pf ton Apoththtr Dumonf. K K ER WASHINGTON, 29 Maart. (Reuter.) Alle re- geerings-ambtenaren, benevens alle militairen van land-, zee- en luchtmacht zullen worden getroffen door de salarisverlaging van 15 pCt., welke Roosevelt kort geleden heeft afgekon digd. Hierdoor zullen 125 millioen dollar worden bespaard. In zyn verklaring zeide Roosevelt, dat in de Vereenigde Staten de levensstandaard sedert 1928 met 21.7 pCt. is verminderd. LANSING (Michigan), 2 Maart. (Reuter.) Nog 38 banken zyn onder curateele gesteld; hieronder is ook de Detroit Trust Company. Sedert het begin van de bank-vacanties zyn thans 122 banken onder curateele gesteld. NEW-YORK, 29 Maart. (V. D.) Uit Mexico City wordt gemeld, dat communisten aldaar uit protest tegen de benoeming van Josephus Da niels tot ambassadeur der Vereenigde Staten in Mexico, de Amerikaansche ambassade met steenen hebben gebombardeerd. In de stad had den de communisten plakkaten aangeslagen, waarin geprotesteerd werd tegen de benoeming van Daniels, omdat Daniels door de Mexicanen beschouwd wordt als de man, die in 1914 de UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Oud Heidelberg is vroolijk! De dwaasheid krijgt gelijk. Want deze stad der eere ls haar duel weer rijk! De dapp're studiosi Betreurden zeer hun lot, Want, immers, voor studenten i Bestond duel-verbod. Dit wordt nu opgeheven, I Heel Heidelberg heeft pret. Reeds worden er de degens I Ontdaan van stof en vet. Er mag nu dra gevochten, I Er mag geduelleerd, i wat van vèèl meer gewicht is I Dan of men goed studeert! Mensur! en de ontroering I In Rijnsche boezems trilt, Omdat geschonden snuiten Bijzonder zijn gewild! Eén flinke snee staat kranig, Twee is natuurlijk méér. En een gezicht vól kerven Is overdaad aan èèr! Alleen maar om te bluffen Gekerfd op wang of kin Er zit voor groote jongens Iets kinderachtigs in! MARTIN BERDEN. 1 (Nadruk verboden HiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH interventie der Vereenigde Staten te Vera Cruz bewerkstelligde en als de „moordenaar van Azueta en Uribe", twee Mexicaansche revolu- tionnaire leiders, die tijdens de gebeurtenissen in Vera Cruz om het leven zyn gekomen. Daneils was indertyd Amerikaansch Minis ter van Marine, die tot de interventie van de Amerikaansche vloot besloot. LIMA (Peru) 28 Maart. (Reuter). In het dorp Tantaday heeft een aardverschuiving plaats gehad, waarby 100 menschen en 270 die ren bedolven zyn. Ivy had Robby reeds zooveel ver teld van het mannetje in de maan, dat hy buitengewoon verheugd was, toen hy door den telescoop van den zeeman mocht kyken op een maan lichten avond. „Ik zal naar de maan kyken, om te zien, of het mannetje er is," zeide hy. ,Jk kan de maan zien," zeide Rob bie toen, „maar er is geen mannetje." "W/a Terwijl Robbie naar de maan keek, waren de slangen van achter eenige rotsen gekomen en een van de slan gen klom op den standaard om door het vooreinde van den telescoop te kyken. ,Jk zie nu iets boven," riep Robbie. „Als dit het mannetje is, dan heeft hy groene schubben op z'n ge zicht, dan heeft hij twee roode oogen en een lange tong en.... „Het is niet het mannetje van de maan, het is een van de slangen van Freddy Vrydag." (Morgenavond vervolg). (Ingezonden Mededeellngen) August Walter liep met rustig-gelijkmatigen tred den weg, dien hij sinds dertig lange jaren iederen Maandag was gegaan. In z'n linkerarm, tegen de borst geklemd, droeg hij een bruine portefeuille, die met onzichtba- ren ketting tof meerder veiligheid aan een lee- ren band om zijn middel was vastgeklonken. Hy was gewend met enorme bedragen in z'n ouwe trouwe portefeuille over straat te loopen, en dacht er niet dan vluchtig aan, dat hij dit maal een fortuin met zich meedroeg. Vóór hij z'n gewone tocht naar de Natio nale Bank ondernam, waar hy des Maandags het voor de begonnen week benoodigde geld haalde, had de bankier Manders, wiens kas sier hy was, hem in t privé-kantoor binnenge roepen en hem eenige chêqucs ter inning over handigd. „Ga er niet mee vandoor, Walter," zei hy glimlachend. „Neen, mijnheer," had hy geantwoord, „Dat zal ik niet doen. Ik zal maar blijven waar ik ben; op myn leef tyd is zoo'n verhuizing wat lastig." Aan de Bank gekomen, inde hij, aandachtig kykend en zorgvuldig natellende, de stapeltjes bankpapier, die z'n slappe portefeuille opbol den; hy knipte het slot dicht, voelde met ge woontegebaar even aan ceintuur en ketting, groette den beambte, door wiens vingers het fortuin gegleden was en aanvaardde den te rugweg. Die weg leidde o.a. door een doode, rechte straat, welke zich uitstrekte tusschen twee hui- zenryen van naargeestige gelijkvormigheid. On geveer in 't midden van de straat gekomen, hoorde hy hevig getik tegen de ruiten; hy keek op in de richting vanwaar het geluid kwam en bleef vol verbazing stokstyf staan. Aan het raam van een der huizen, aan z'n rechterhand, stond de heer Manders, zyn chef, die met de eene hand het neerhangende vi- trage-gordyn ter zyde hield, met de andere h- d nadrukkelyk wenkte. Het gordyn viel terug en Walter meende een zonderling visioen te hebben gehad; zijn oude hersens werden door duizend vragen en ge dachten bestormd. Bevond de heer Manders zich werkelijk in dat huis? Wat deed hij er dan? Kende hij iemand in deze straat? Was hy hem, August Walter, soms gevolgd? Wilde hy hem misschien controleeren? Onmogelijk! Wat wilde hy dan van hem? Hem iets opdra gen? Neen, neen, het was een vergissing, een gezichtsbedrog, het was Weer werd het gordyn opgetild en weer wenkte Herman Manders z'n ouden kassier naar zich toe. August Walter liep naar 't huis, de deur werd by z'n nadering door een onzichtbare hand geopend, z'n arm werd gegrepen, de deur dicht geslagen en een hard voorwerp met zóóveel kracht tegen z'n hoofd gebonsd, dat hy bewus- telos ineenzonk, nog vóór zyn oogen by den snellen overgang van het zonlicht in schemer donker een indruk van omgeving of personen hadden kunnen opnemen. Toen hy zyn oogen weer opendeed lag hij in een kamer, die hy niet kende, in een bed, dat het zyne niet was. Z'n hoofd was pynlyk, in z'n leden hing loodzware vermoeidheid; hij bleef roerloos liggen, zonder teekenen te geven van ontwaakt-zyn en trachtte z'n gedachten te regelen. Plotseling veerde hy met een angstkreet om hoog. „De portefeuille!" hijgde hij. „Het geld! Waar is het!" Eèn donkere figuur rees naast hem op, een vrouwestem suste: „Kalr.. aan, mynheer! Houdt U maar bedaard! Dat zult U later wel hooren, als Uw hoofd genezen is." „Maar het geld'... drong hy zenuwachtig. Waar is het? Het was my toevertrouwd! Het is my ontstolen! Ikik....!" Uitgeput viel hy achterover. Hoe lang hij zoo lag, wist hy niet; de stem van z'n chef deed hem plotseling tot vol bewustzijn komen. „Wat is er gebeurd?" vroeg hy angstig. „Heeft men u niet neergeslagen?" „My?" verbaasde zich Herman Manders. „U was toch ook in dat huis! wat deed u daar? Waarom riep u my? Wie heeft me het geld afgenomen? Dat moet u toch gezien heb ben?" „Walter, arme kerel, je droomt, je bent in de war." „Neen, neen", weerde Walter opgewonden af, „Ik zag u immers, waarom zou ik daar anders zijn binnengegaan? Maar, waar ben ik nu eigeniyk?" „In het stadsziekenhuis, beste vriend." „Maar het geld? Hebt u het?" „Helaas, neen." „Waar is het?" „Ik weet het niet." „Weg? Gestolen? Maar U moet het toch we ten! U was er toch by, toen ik overvallen werd." Herman Manders wisselde een snellen blik met de verpleegster. August Walter zag en be greep dien blik en sprak: „Ik ijl niet, ik ben volkomen by kennis, ik weet heel goed wat ik zeg! Ik zag u voor het raam staan wenken er. ging binnen: ik werd onmiddellyk neergesla- gen/» Hou je bedaard, Walter!" vermaande de bankier; „rust nog wat uit, dan praten we morgen wel verder over de zaak." Neen neen, niet tot morgen wachten! Rust vind ik'toch niet, zoolang het my toever trouwde geld niet terug gevonden is. Myn he- mei, wat moet ik beginnen? Ik kan het u niet vergoeden, mynheer Manders. „Dat begrijp ik en dat vraag ik je ook me... Maar als je meent sterk genoeg te zyn om een verslag van het gebeurde te geven, zal mij dat aangenaam wezen. Ik zal den rechercheur die in de gang wacht, binnen roepen, dan kan hy het relaas uit je eigen mond vernemen en naar de speren van de dieven zoeken." Tot z'n groote verbazing vernam August Walter, dat hy reeds meer dan vier-en-twin- tig urn geleden in het stadsziekenhuis was ge bracht. Men had hem gevonden, bewusteloos en bloedend, op een smal paadje, aan Je ach- terzfi van de huizenrij, die behoorde bij een enorm blok huizen, waarvan het front uit kwam in de straat, die hy op z'n Maandagschen tocht steeds passeerde. Het vermoeden lag voor de hand, dat zyn aanvallers hem daarheen hadden gedragen, maar de voetsporen op het pad waren zoovele en zoo verward, dat mon niet had kunnen uitmaken, door welke van de rij groene deurtjes zijn bewusteloos lichaam naar buiten was gesleept. „Nu is het uw beurt, mynheer Walter," sprak de rechercheur, die deze inlichtingen had gegeven. „Vertel ons nu zoo uitvoerig me gelijk wat u is overkomen." „Ik liep als altyd door de Walstraat; ik j T\p cfriilNP hoorde tikken op i -Lyt; een raam en ik j j zag mijnheer dTCldCYl Manders staan. Maar geloof me dan toch. Ik ben volkomen by m'n positieven. Ik zag mijnheer Manders zoo duideiyk als ik hem nu zie, ik begreep niet, wat hij daar deed; hij wehkte nog eens en ik ging bin nen." „Wie maakte de deur open?" „Ik weet het niet. Ik zag niemand, het was donker in de gang en m'n oogen hadden in de zon gestaard, vóór ik binnen ging." „Welk nummer droeg het huis?" „Daar heb ik niet op gelet." „Maar Walter," sprak nu de bankier, „je zult me toch zeker wel gelooven, als ik je zeg, dat ik rustig in myn kantoor zat op het oogenblik, waarop je mij in dat huis meent gezien te hebben". „Ja, steunde de kassier, terwyi hy naar z'n omwikkeld hoofd greep, „ik moet u wel geloo ven, als u dat zegt, maar ik kan toch myn woorden niet intrekken. Ik zag u, ik zag u. U kunt toch wel begrypen, dat ik met zooveel geld bij me, geen onbekend huis zou binnen gaan. Ik zag u en u wenkte my, om by u te komen." „Vermoedelyk een handige vermomming," meende de rechercheur. „Een baard zooals mijnheer Manders draagt is gemakkelyk na te maken-" „Als de dieven niet gevonden worden ben ik ongelukkig en onteerd," zuchtte August Wal ter; „men zal tenslotte gaan gelooven dat myn verhaal een verzinsel is, dat ik zelfIk „Je bent slachtoffer, geen misdadiger, Wal ter, maar ik erken, dat het geleden verlies een zware slag voor my is." „Is er iemand op uw kantoor, dien u er toe in staat acht?" vroeg de rechercheur. „Neen," schudde de bankier. „De schink moet u goed kennen om uw uiter lijk zóó te kunnen nabootsen, dat iemand als mijnheer Walter „Hy wenkte me met hetzelfde gebaar, waar mee u het zou gedaan hebben", onderbrak de gewonde kassier. „We zullen den patiënt nu met rust laten; we weten nu alles, wat hy er zelf van weet", zei de politie-man. „En ziet u kans?" „Ik weet het niet. Het is een zonderling ge val. Maar we zullen zien." August Walter bleef alleen en z'n arme ge pijnigde hersens zochten naar de oplossing van het raadsel, totdat hy van vermoeidheid in slaap viel. Twee dagen later werd hy per auto naar z'n eigen woning gebracht en een week daarna hernam hy zyn werkzaamheden op t kan toor. Thuis zocht hy het bruine pak op, waar in hy den ketting hoorde rammelen, hij wond het papier er af en bekeek z'n portefeuille, z'n trouwe metgezel van lange jaren. Eensklaps slaakte hij een kreet van verbazing. Hij keek nog eens en nog eens. Toen stond hy op, tele foneerde een taxi en reed in vliegende vaart naar den heer Manders. Na enkele haastige woorden toonde de oude kassier aan z'n pa troon twee grijze draden van zeer byzondere kleur, die om een der puntige schakeltjes vajn den ketting gewikkeld zaten, dicht by de plek waar die aan de portefeuille was vastgesol- deerd. In hevige opwinding begaven beide heeren zich naar den rechercheur, aan wien ze hun verhaal deden. „Ik kan het nauwelyks gelooven", eindigde de bankier, „maar ik mfx' Walter gelyk geven als hij zegt, dat deze draden naar alle waar- schijniykheid afkomstig zyn van het grijze pak dat de jonge Leesing draagt. Het pak viel me op, omdat het op het myne lykt, al is het van grover stof. En op den dag van den dief stal had Leesing zich ziek gemeld. Wat dunkt u? Ziet u hierin een aanwijzing?" Dcnzelfden avond werd huiszoeking gedaan in de kamer van den jongen beambte van het bankiershuis Manders. Men vond geen geld, maar wel een baard en een pruik, die onweer legbare bewijsstukken vormden. Leesing werd gearresteerd en bekende. In het bewuste huis woonde een zijner medeplichtigen, die eveneens ingerekend werd en ten slotte kwam by na alles van het gestolen geld terecht. a 11 -f cm dit Mftd 7ün inwvnie-fi de verzekerinesvoorwaarden teeen Ofifïtï bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7Cfl bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC oy verlies van een f Cf) by een breuk van f Af) m by verlies van 'n Alle abonne S MgevaUm verakelaTOoreen der vozend™mtkeerinfen t OUUU.- verlies van beide armen, lelde beenen of beide oogen Ti öU»m doodeiy ken afloop# een voet of een oog# 1 duim of wysvinger f OU»mbeen of arm/ Tl/»" anderen vinger Uit het Engelsch van Ze hield ook veel van het oude huis en of schoon Trevanion Court allerminst aanspraak kon maken op den naam kasteel, was de plaats haar dierbaarer dan eenig ander huis ter wereld haar ooit zou kunnen worden. In den ouden tyd was het het middelpunt van een uitgestrekt landgoed geweest. Een groot park, ryke boerderijen, beboschte heuvels en wyde moeraslanden hadden de Trevanions hun eigendom mogen noem. Maar die schoone dagen waren voorby. Trevanion Court, ofschoon nog altyd een van de aantrekkelykste en vriendeiykste huizen uit het heele graafschap, had geenerlei betrekking tot de omliggende gronden. Er hoorden nu nog maar twee hon derd acres by en het huis heette in de wande ling „De Witte Olifant". Wat heb je aan zoo'n groot huis? zeiden de boeren uit den omtrek. Een duur beestje. Bet kost alleen maar een hoop geld en brengt geen cent in. Maar dat nam niet weg, dat zoowel Felix als Nancy er met hartstochteiyke genegenheid aan verknocht waren en het meisje had vaak ge zegd dat er geen plaats op aarde was, die met haar ouderUjk huis was te vergeiyken. En geen wonder! Het was opgetrokken uit graniet, dat in den loop der eeuwen heelemaal met mos bedekt was en zoo was het geworden een droom, een juweel van architectuur, een gedicht in steen. Aan den voorkant bevond zich een zuilengalery, die de bovenverdieping droeg. Onder het dak van het oude huis moes ten zich historische tafereelen hebben afge speeld, want meer dan eens hadden koningen van Engeland er onder overnacht. De lange ry gothische spitsboogramen waren alom be kend om hun schoonheid en het prachtig uit zicht op oude boomen met breed-uitgespreld gebladerte, dat men er uit had. Trevanion Court mocht een eenvoudig landhuis geworden zyn en niets meer dan datde glorie van een eeuwenheugende traditie kon niemand het ontnemen. Dit alles vloog door Nancy's brein, terwyl ze naast het bed zat en op den dokter wachtte. Het was waar dat er van den ouden roem van de familie niet veel meer over was, maar zy was een Trevanion en ze woonde nog altyd in den ouden zetel van het geslacht. EindeUjk kwam de dokter en het meisje zag direct aan zyn gezicht hoe ernstig hy den toe stand van haar vader inzag. Wil je ons een paar minuten alleen la ten? vroeg hy, nadat hy den patiënt even be keken had. wist ze, dat wat haar vader gevreesd had, juist was. We moeten het beste hopen, had hy ge zegd, maar ik ben bang dat het nog maar een paar uur kan duren, Nancy. Je kimt nu wel weer by hem gaan; hy wil je by zich hebben. Maar zorg er zooveel mogelyk voor dat hy zich niet opwindt en maak hem in zijn laatste uren zoo gelukkig als je maar kunt. Met looden schoenen ging ze langzaam naar de ziekenkamer terug; ze had geen flauw idee, wat hy haar te zeggen kon hebben, maar ze had een gevoel alsof het einde der dagen ge komen was. HOOFDSTUK II FAMILIETROTS XJ voelt u nu zeker wel wat beter, hé va dertje, zei ze en trachtte opgewekt te praten, terwyl er een glimp van haar gewonen, zonni- gen glimlach over haar gezicht gleed. Hy gaf geen antwoord, maar trok haar hand in de zyne en keek haar in haar oogen, die vol tranen stonden. Lieveling, lieveling, mompelde hy, het ls zoo hard om het je te zeggen. Wat is hard, vadertje? Hy zweeg weer een paar seconden en zei toen: Ik deed het om je bestwil, of om wat ik voor het beste hield. Ik heb gehoopt en ge streden zoolang ik maar kon, maar.... maar nu.... Tob niet, vader, wat er ook is. Ze pro beerde nog steeds opgewekt te doen. Het komt allemaal wel in orde. Hy nam met een snellen blik de kamer op, het armoedige meubilair, het versleten vloer kleed, het verschoten en gehavende behang. Daarop zuchtte hy. Een mooie, oude kamer, niet? vroeg hij. Het meisje antwoordde niet. Dit oude bed hy keek naar het prach tige, vier-styiige antieke bed waarop hy lag is ook niet van gisteren of vandaag. Koning Karei heeft er in geslapen. Maar het zal ook wel verkocht moeten worden. Verkocht! Waarom, vader? Het is zoo hard om het Je te zeggen, kind.... en ik heb het in mezelf opgekropt zoolang lk kon. Ik ben dwaas geweest, erger dan dwaas; ik weet het. Wat hebben oude ge slachten te beteekenen tegenwoordig? En ik ben er altyd trotsch op geweest. Het is alle maal nonsens en toch ben ik er altyd prat op gegaan. Dit oude huis is met zijn 200 acres land nog niet eens geschikt voor een boer. Ik zou er met een moderne boerderij, die net groot genoeg was, heel wat beter aan toe zyn geweest Maar ik heb me hieraan vastgeklemd! Natuuriyk hebt u dat gedaan, vader; daar was immers alle reden voor. jy houdt ook van het huis, hé kind? Of ik er van houd? riep het meisje en thousiast. Ik houd van eiken steen, van iedere pilaar, van ieder venster. En die rij oude boo men, zoo iets bestaat nergens anders op de wereld! kelijke teederheid aan en iets als voldoening kwam in zijn oogen. O, mompelde hy, daar ben ik zoo bly om, misschien zal het je nu gemakkeiyker vallen om me te vergeven. Maar vader, wat bedoelt u toch? Wat is er dan te vergeven? Ik heb er voor gevochten om het te be houden, zei hy zacht, hard gevochten. Ik heb me bekrompen en op alles uitgezuinigd om jou een opvoeding te geven zooals je toekwam; ik heb alles gedaan wat in mijn vermogen was, maar het is voor niets geweest.... het moet allemaal weg. Ze wilde hem verschillende dringen vragen, maar de woorden konden niet over haar lippen komen. Wat de dokter gezegd had, had haar verbluft, uit het veld geslagen. Ze was volko men van streek. Nancy, lieveling, ging hy met zwakke stem voort, ik had altyd gehoopt dat je hier had kunnen blyven wonen, ik had myn hart er op gezet dat niemand anders dan een Treva nion op Trevanion Court zou huizen, maar maar.... Geef me nog een paar van die drop pels, wil je? Ik voel me zoo mat worden. En ik heb je nog zoo'n boel te zeggen. De dokter zei, dat hy uit Truro een ver pleegster zou sturen, zei het meisje, misschien kan die u beter helpen dan ik. Neenneen. Ik wil geen verpleegster hebben; ik wil jou by mij hebben; jy kunt me beter helpen dan de beste verpleegster. Boven dien.... als ze komt..-, is ze al niet meer noodlg. Het meisje drukte zyn hand in wanhopig verdriet en haar lippen trilden. Maar overi gens beheerschte zy zich volkomen. Nancy, lieve meid, ging Felix voort, je bent doodarm als ik er niet meer ben. Ze antwoordde niet en kon de huivering, die over haar rug liep, niet tegenhouden. Ik steek in schulden, ik steek tot over de ooren in de schulden. Het huis, de boerdery, de inventaris, de oogst, iedere cent die ze opbren gen is voor de hypotheek. Ik weet dat het ver keerd was maar ik heb het voor jou gedaan, kind. Wie is de hypotheekhouder? Ze vroeg het werktuiglijk en het antwoord liet haar eigen iyk onverschillig. Wat kwam het er op aan? Jack Beel, antwoordde hy. Je kent hem. Vijftig jaar geleden maakte hy myn stallen schoon en verzorgde myn paarden, maar hy had het instinct om geld te maken en hy hééft geld gemaakt. Handige kerel! Langzaam maar zeker is hy vooruit gekomen. Hij begon met steenen te rijden voor het onderhoud van de wegen. Toen kocht hy een machine om steenen te kloppen. Later werd hy mede-eigenaar van een cementfabriek. Hij leefde als een bedelaar, maar spaarde geld. Hoopen geld! Nu is hy een man van duizenden. Het was een bittere pil om te slikken, maar ik heb hem geslikt. Het moest wel. Hy bood me aan om me geld te leenen en in de hoop op betere dagen heb ik het aangenomen. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9