Met Wt&aal mn den daa
et Erfdeel
Een onderzoek te
Brunswijk
Zenuwpijnen overal?
AKKER.CACHET5
Roosevelt zet door
FRANKRIJK EN HITLER'S
DUITSCHLAND
MENSUR
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
De ROBINSONheerenmolière kost:
zwart f 4.50 - bruin f 4.90
WOENSDAG 29 MAART
Haar lezing van de
gebeurtenis
Einstein te Antwerpen
Fascistisch partijbureau
bestormd
Nog meer banken onder
controle
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten
De Stahlhelm spreekt van een ver
gissing der Brunswijksche
regeering
Stahlhelmverbod in Bruns
wijk ingetrokken
"AKKERTJES"
Een salarisverlaging van IS pCt.
voor het geheele rijkspersoneel
aangekondigd
RAMP IN PERU BEVESTIGD
(Jongensmaten naar verhouding goedkooper)
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
a
Een uur later, toen Dr. Stephens wegreed,
Felix Trevanion keek haar met onuitspre
BERLIJN. 28 Maart. (W. B.) Omtrent het
onderhoud tusschen minister Göring en mi
nister Seldte wordt officieel medegedeeld, dat
uit het onderzoek is gebleken, dat men by
het voorgevallene in Brunswyk met een zuiver
plaatseiyke aangelegenheid te doen heeft, die
in den loop van den namiddag door de ryks-
regeering wordt geregeld. De samenwerking
tusschen de stormafdeelingen, de estafette-af-
deelingen en de Stahlhelm in het geheele
Duitsche ryk wordt door die plaatselijke ge
beurtenissen in geen enkele wyze beïnvloed.
Aan alle zyden bestaat het eenstemmige be
sluit, de kameraadschappelijke samenwerking
tusschen die bonden te bevestigen en uit ie
breiden.
Ter verdere opheldering van de gebeurtenis
sen is een onderzoekingscommissie met een
speciaal vlieguig van Beriyn te Brunswijk aan
gekomen. Van die commissie maken deel uit
minister Seldte, die hoofdleider van de Stahl
helm is„ majoor von Stephani, leider van de
afdeeling Brandenburg van de Stahlhelm, ka
pitein Körner, gevolmachtigde van minister
Göring, en een vertegenwoordiger der Berhjn-
sche S. A.
Van de zyde van de Stahlhelm wordt mede
gedeeld, dat in de afgeloopen dagen talryke
personen zich hebben aangemeld, om lid van
de Stahlhelm in Brunswijk te worden, doch
het beginsel bleef gehandhaafd, dat elke aan
vraag eerst wekenlang onderzocht moest wor
den. De Brunswyksche regeering heeft nu de
groote vergissing gemaakt, personen die zicü
aanmeldden reeds als lid te beschouwen.
Over de gebeurtenissen in den afgeloopen
nacht geeft de leiding van de Stahlhelm de
Volgende lezing:
Gisteravond tegen 6 uur verzamelden zich
Voor het gebouw van de Stahlhelm in Bruns
wyk ca. 1100 personen, die tot de Stahlhelm
Wilden toetreden. Aangezien het in ontvangst
nemen van die aanmeldingen geruimen tyd zou
duren, werden de wachtenden door menschen
van de Stahlhelm in twee gelederen opgesteld,
opdat de orde niet verstoord zou worden. De
personen, die zich kwamen aanmelden, zyn
echter niet in optocht naar het gebouw ge
trokken.
Overigens betreurt de Stahlhelm het ten zeer
ste, dat de leden van de S. A. een aanval heb
ben gedaan op het gebouw van de hulppolitie
van de Stahlhelm, welke eindigde met de ont
wapening van de Stahlhelmleden. Er wordt de
Uaöruk opgelegd, dat de bond van frontsoldaten
zich zyn zelfstandigheid by het behandelen van
zyn eigen interne aangelegenheden niet laat
ontnemen.
De rijkscommissaris voor Saksen, von Kll-
linger, had de verspreiding van berichten in
Dresden over de gebeurtenissen in Brunswyk
verboden, doch dit verbod is direct weer in
getrokken.
De leider van de Stahlhelmorganisatie in
Beieren, kolonel v. Lenz, heeft Dinsdag de
onder-leiders bevel gegeven onder alle om
standigheden te vermyden, dat ontbonden
weerorganisaties verder zouden kunnen be
staan onder den naam Stahlhelm. De organi
saties moeten daarom voorloopig geheel wor
den ontbonden.
BRUNSWIJK, 28 Maart. (V.D.) Na een be
raadslaging, welke meer dan vyf uren heeft
geduurd, werd tegen 10 uur vanavond het vol
gende officieele communiqué uitgegeven:
De Ryksregeering erkent dat de door den mi
nister van Binn. Zaken van Brunswyk, Klag-
ges, tegenover den Stahlhelmgouw Brunswyk
genomen energieke maatregelen gerechtvaar
digd zyn. Nadat de Ryksminister van Arbeid,
Franz Seldte, als eerste bondsvoorzitter van
den Stahlhelm een disciplinair onderzoek in
deze aangelegenheid had toegezegd en nu het
gevaar voor een illegale actie van Marxistische
organisaties onder valsche deknamen is ter-
zyde gesteld, zal minister Klagges het voor het
land Brunswyk uitgesproken verbod van den
Stahlhelm per 1 April a.s. opheffen.
Ryksminister Seldte zal Woensdagochtend per
Vliegtuig naar Beriyn terugkeeren.
Van nat.-soc. zyde werd vanavond verklaard,
dat volgens de tot dan toe afgenomen verkoo-
ren de plaatseiyke Stahlhelmleiders van de be
doelingen van Ryksbanier en communisten
Volkomen op de hoogte waren.
BRUNSWUK, 28 Maart (V.D.). Hedenmor
gen werd aan den gevel van het gebouw der
plaatseiyke ziekenkas een groote transparant
met het opschrift „Adolf Hitler-kazeme" aan
gebracht.
BRUNSWIJK, 28 Maart (WJ3.) De in het
gebouw der ziekenkas opgesloten 1350 perso
nen zijn nog in den loop van hedennacht in
vryheid gesteld, ongeveer 100 functionarissen
uitgezonderd. Deze zullen zich voor den rechter
te verantwoorden hebben.
BERLIJN, 29 Maart. De „Kreuzzeitung" ver
neemt van welingelichte zijde omtrent de ge
beurtenissen te Brunswyk, dat by het onder
zoek is gebleken, dat de leiding van het stads
district Brunswyk van de Stahlhelm by het
opnemen van talryke nieuwe leden weliswaar
te goeder trouw, doch in stryd met de instruc
ties van de bondsleiding politiek verkeerd heeft
gehandeld. Na een nauwkeurig onderzoek heeft
de bondsleiding besloten tot het benoemen van
een commissariaal leider van de Stahlhelm in
het land Brunswyk, terwyi in de stad Bruns
wyk de Stahlhelmleiding vervangen zal worden
Een bespreking tusschen den bondsleider Ryks
minister Seldte en de Brunswyksche regeering
heeft tot volledige overeenstemming geleid.
De Stahlhelmleiding in het Lippe-Ruhrge-
bied deelt mede, dat tot nader aankondiging
geen nieuwe leden tot de Stahlhelm zullen
worden toegelaten. Voormalige leden van K.
P. D. en S. P. D., die zich reeds by de Stahl
helm hebben aangemeld, zullen aan het toe
zicht der crimineele politie worden onderwor
pen en voor zoover geen bezwaren tegen hen
worden ontdekt, pas na een proeftyd van zes
maanden worden toegelaten. Alle linksche ele
menten, die met de bedoeling van cellenbouw
in de Stahlhelm komen, zullen uit de organi
satie verwyderd worden. Stahlhelmpatrouilles
surveilleeren door de stad, vergezeld van een
Schupo-beambte. Deze patrouilles houden ieder
een aan, die door het dragen van de Stahl-
helmuniform, het Stahlhelm-insigne of door
den roep „Front Heil!" als lid van de Stahl
helm kenbaar is, ten einde zijn lidmaatschaps
diploma te controleeren. Zij die niet in het
bezit van een diploma zijn, zullen gearresteerd
worden en gestraft overeenkomstig het jongste
besluit van den Ryksminister van Binnenland-
sche Zaken.
ANTWERPEN, 28 Maart. (Reuter). Professor
Einstein is aan boord van de „Belgenland" hier
aangekomen. Hy werd verwelkomd door den
burgemeester van Antwerpen, den voorzitter der
Belgische Zionistische Federatie en delegaties der
universiteiten. Einstein zal vyf maanden in een
Belgische kustplaats verbiyven. Hy verklaarde
niet naar Duitschland te zullen terugkeeren,
zoolang de vryheid van gedachte daar niet ge
waarborgd werd, alsmede de bescherming van
alle burgers.
LONDEN, 28 Maart (V.D.) Gisteren heeft een
tweehonderdtal personen, voor het meerendeel
communisten, een aanval gedaan op het hoofd
kwartier der Engelsche Fascistische Party aan
Wal worth Road.
Het huis werd bestormd en alle ruiten wer
den vernield. De fascisten haalden hulp en
dreven de communisten het huis uit. Het kwam
tot een hevige vechtparty, waaraan pas door
de politie een einde kon worden gemaakt.
PARIJS, 28 Maart. (Reuter) Minister-presi
dent Daladier heeft heden in de Fransche Ka
mer, in antwoord op de vraag van een lid der
oppositie, beloofd, dat vóór het uiteengaan der
Kamer een groot debat over de buitenland-
sche politiek zal worden gevoerd.
Daladier gaf uiting aan zijn dankbaarheid
voor de loyauteit, welke door MacDonald oy
de door dezen gevoerde onderhandelingen 18
betoond. Hy voegde er aan toe, dat de regee
ring den vrede wenscht te organiseeren. Zy zal
niet weigeren, woorden van internationale ver
zoening te spreken en evenmin de gesloten ver
dragen ontrouw worden. De regeering heeft de
vrienden van Frankryk niet aan hun lot over
gelaten. Zy hoopt, dat er thans spoedig vrucht
dragende onderhandelingen zullen worden ge
voerd.
Frankryk, zoo verklaarde de premier ten
slotte, hoeft niet bevreesd te zyn voor de be
dreigingen, afkomstig van een zijde, waar een
zekere oorlogshypnose heerscht; deze bedrei
gingen dienen noch op de beraadslagingen,
noch op de openbare meening invloed uit te
oefenen.
Minister Paul-Boncour verklaarde heden
morgen in de Kamer, dat de internationale
situatie, ofschoon ernstig, geen enkele onge
rustheid rechtvaardigd. wy moeten onze koel
bloedigheid bewaren, om het spel te spelen en
de party te winnen. De regeering blyft waak
zaam en heeft zich by de jongste gebeurtenis
sen steeds krachtig getoond, met name by de
incidenten te Kehl, Buningen, Keulen en
Spiers.
Van dia verschietende pijnen,
dan hier, dan daar? Ze blijven
weg met één of twee van die
Volgtnt r«c«pf ton Apoththtr Dumonf.
K K ER
WASHINGTON, 29 Maart. (Reuter.) Alle re-
geerings-ambtenaren, benevens alle militairen
van land-, zee- en luchtmacht zullen worden
getroffen door de salarisverlaging van 15 pCt.,
welke Roosevelt kort geleden heeft afgekon
digd.
Hierdoor zullen 125 millioen dollar worden
bespaard.
In zyn verklaring zeide Roosevelt, dat in de
Vereenigde Staten de levensstandaard sedert
1928 met 21.7 pCt. is verminderd.
LANSING (Michigan), 2 Maart. (Reuter.)
Nog 38 banken zyn onder curateele gesteld;
hieronder is ook de Detroit Trust Company.
Sedert het begin van de bank-vacanties zyn
thans 122 banken onder curateele gesteld.
NEW-YORK, 29 Maart. (V. D.) Uit Mexico
City wordt gemeld, dat communisten aldaar uit
protest tegen de benoeming van Josephus Da
niels tot ambassadeur der Vereenigde Staten
in Mexico, de Amerikaansche ambassade met
steenen hebben gebombardeerd. In de stad had
den de communisten plakkaten aangeslagen,
waarin geprotesteerd werd tegen de benoeming
van Daniels, omdat Daniels door de Mexicanen
beschouwd wordt als de man, die in 1914 de
UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Oud Heidelberg is vroolijk!
De dwaasheid krijgt gelijk.
Want deze stad der eere
ls haar duel weer rijk!
De dapp're studiosi
Betreurden zeer hun lot,
Want, immers, voor studenten
i Bestond duel-verbod.
Dit wordt nu opgeheven,
I Heel Heidelberg heeft pret.
Reeds worden er de degens
I Ontdaan van stof en vet.
Er mag nu dra gevochten, I
Er mag geduelleerd, i
wat van vèèl meer gewicht is I
Dan of men goed studeert!
Mensur! en de ontroering I
In Rijnsche boezems trilt,
Omdat geschonden snuiten
Bijzonder zijn gewild!
Eén flinke snee staat kranig,
Twee is natuurlijk méér.
En een gezicht vól kerven
Is overdaad aan èèr!
Alleen maar om te bluffen
Gekerfd op wang of kin
Er zit voor groote jongens
Iets kinderachtigs in!
MARTIN BERDEN. 1
(Nadruk verboden
HiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
interventie der Vereenigde Staten te Vera Cruz
bewerkstelligde en als de „moordenaar van
Azueta en Uribe", twee Mexicaansche revolu-
tionnaire leiders, die tijdens de gebeurtenissen
in Vera Cruz om het leven zyn gekomen.
Daneils was indertyd Amerikaansch Minis
ter van Marine, die tot de interventie van de
Amerikaansche vloot besloot.
LIMA (Peru) 28 Maart. (Reuter). In het
dorp Tantaday heeft een aardverschuiving
plaats gehad, waarby 100 menschen en 270 die
ren bedolven zyn.
Ivy had Robby reeds zooveel ver
teld van het mannetje in de maan,
dat hy buitengewoon verheugd was,
toen hy door den telescoop van den
zeeman mocht kyken op een maan
lichten avond.
„Ik zal naar de maan kyken, om
te zien, of het mannetje er is," zeide
hy.
,Jk kan de maan zien," zeide Rob
bie toen, „maar er is geen mannetje."
"W/a
Terwijl Robbie naar de maan keek,
waren de slangen van achter eenige
rotsen gekomen en een van de slan
gen klom op den standaard om door
het vooreinde van den telescoop te
kyken. ,Jk zie nu iets boven," riep
Robbie. „Als dit het mannetje is, dan
heeft hy groene schubben op z'n ge
zicht, dan heeft hij twee roode oogen
en een lange tong en....
„Het is niet het mannetje van de
maan, het is een van de slangen van
Freddy Vrydag."
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeellngen)
August Walter liep met rustig-gelijkmatigen
tred den weg, dien hij sinds dertig lange
jaren iederen Maandag was gegaan. In
z'n linkerarm, tegen de borst geklemd, droeg
hij een bruine portefeuille, die met onzichtba-
ren ketting tof meerder veiligheid aan een lee-
ren band om zijn middel was vastgeklonken.
Hy was gewend met enorme bedragen in z'n
ouwe trouwe portefeuille over straat te loopen,
en dacht er niet dan vluchtig aan, dat hij dit
maal een fortuin met zich meedroeg.
Vóór hij z'n gewone tocht naar de Natio
nale Bank ondernam, waar hy des Maandags
het voor de begonnen week benoodigde geld
haalde, had de bankier Manders, wiens kas
sier hy was, hem in t privé-kantoor binnenge
roepen en hem eenige chêqucs ter inning over
handigd.
„Ga er niet mee vandoor, Walter," zei hy
glimlachend.
„Neen, mijnheer," had hy geantwoord, „Dat
zal ik niet doen. Ik zal maar blijven waar ik
ben; op myn leef tyd is zoo'n verhuizing wat
lastig."
Aan de Bank gekomen, inde hij, aandachtig
kykend en zorgvuldig natellende, de stapeltjes
bankpapier, die z'n slappe portefeuille opbol
den; hy knipte het slot dicht, voelde met ge
woontegebaar even aan ceintuur en ketting,
groette den beambte, door wiens vingers het
fortuin gegleden was en aanvaardde den te
rugweg.
Die weg leidde o.a. door een doode, rechte
straat, welke zich uitstrekte tusschen twee hui-
zenryen van naargeestige gelijkvormigheid. On
geveer in 't midden van de straat gekomen,
hoorde hy hevig getik tegen de ruiten; hy keek
op in de richting vanwaar het geluid kwam en
bleef vol verbazing stokstyf staan.
Aan het raam van een der huizen, aan z'n
rechterhand, stond de heer Manders, zyn chef,
die met de eene hand het neerhangende vi-
trage-gordyn ter zyde hield, met de andere
h- d nadrukkelyk wenkte.
Het gordyn viel terug en Walter meende een
zonderling visioen te hebben gehad; zijn oude
hersens werden door duizend vragen en ge
dachten bestormd. Bevond de heer Manders
zich werkelijk in dat huis? Wat deed hij er
dan? Kende hij iemand in deze straat? Was
hy hem, August Walter, soms gevolgd? Wilde
hy hem misschien controleeren? Onmogelijk!
Wat wilde hy dan van hem? Hem iets opdra
gen? Neen, neen, het was een vergissing, een
gezichtsbedrog, het was
Weer werd het gordyn opgetild en weer
wenkte Herman Manders z'n ouden kassier
naar zich toe.
August Walter liep naar 't huis, de deur werd
by z'n nadering door een onzichtbare hand
geopend, z'n arm werd gegrepen, de deur dicht
geslagen en een hard voorwerp met zóóveel
kracht tegen z'n hoofd gebonsd, dat hy bewus-
telos ineenzonk, nog vóór zyn oogen by den
snellen overgang van het zonlicht in schemer
donker een indruk van omgeving of personen
hadden kunnen opnemen.
Toen hy zyn oogen weer opendeed lag hij in
een kamer, die hy niet kende, in een bed, dat
het zyne niet was. Z'n hoofd was pynlyk, in
z'n leden hing loodzware vermoeidheid; hij
bleef roerloos liggen, zonder teekenen te geven
van ontwaakt-zyn en trachtte z'n gedachten te
regelen.
Plotseling veerde hy met een angstkreet om
hoog.
„De portefeuille!" hijgde hij. „Het geld!
Waar is het!"
Eèn donkere figuur rees naast hem op, een
vrouwestem suste: „Kalr.. aan, mynheer! Houdt
U maar bedaard! Dat zult U later wel hooren,
als Uw hoofd genezen is."
„Maar het geld'... drong hy zenuwachtig.
Waar is het? Het was my toevertrouwd! Het
is my ontstolen! Ikik....!"
Uitgeput viel hy achterover. Hoe lang hij zoo
lag, wist hy niet; de stem van z'n chef deed
hem plotseling tot vol bewustzijn komen.
„Wat is er gebeurd?" vroeg hy angstig.
„Heeft men u niet neergeslagen?"
„My?" verbaasde zich Herman Manders.
„U was toch ook in dat huis! wat deed u
daar? Waarom riep u my? Wie heeft me het
geld afgenomen? Dat moet u toch gezien heb
ben?"
„Walter, arme kerel, je droomt, je bent in
de war."
„Neen, neen", weerde Walter opgewonden af,
„Ik zag u immers, waarom zou ik daar anders
zijn binnengegaan? Maar, waar ben ik nu
eigeniyk?"
„In het stadsziekenhuis, beste vriend."
„Maar het geld? Hebt u het?"
„Helaas, neen."
„Waar is het?"
„Ik weet het niet."
„Weg? Gestolen? Maar U moet het toch we
ten! U was er toch by, toen ik overvallen werd."
Herman Manders wisselde een snellen blik
met de verpleegster. August Walter zag en be
greep dien blik en sprak: „Ik ijl niet, ik ben
volkomen by kennis, ik weet heel goed wat ik
zeg! Ik zag u voor het raam staan wenken er.
ging binnen: ik werd onmiddellyk neergesla-
gen/»
Hou je bedaard, Walter!" vermaande de
bankier; „rust nog wat uit, dan praten we
morgen wel verder over de zaak."
Neen neen, niet tot morgen wachten! Rust
vind ik'toch niet, zoolang het my toever
trouwde geld niet terug gevonden is. Myn he-
mei, wat moet ik beginnen? Ik kan het u niet
vergoeden, mynheer Manders.
„Dat begrijp ik en dat vraag ik je ook me...
Maar als je meent sterk genoeg te zyn om een
verslag van het gebeurde te geven, zal mij dat
aangenaam wezen. Ik zal den rechercheur die
in de gang wacht, binnen roepen, dan kan hy
het relaas uit je eigen mond vernemen en naar
de speren van de dieven zoeken."
Tot z'n groote verbazing vernam August
Walter, dat hy reeds meer dan vier-en-twin-
tig urn geleden in het stadsziekenhuis was ge
bracht. Men had hem gevonden, bewusteloos
en bloedend, op een smal paadje, aan Je ach-
terzfi van de huizenrij, die behoorde bij een
enorm blok huizen, waarvan het front uit
kwam in de straat, die hy op z'n Maandagschen
tocht steeds passeerde. Het vermoeden lag voor
de hand, dat zyn aanvallers hem daarheen
hadden gedragen, maar de voetsporen op het
pad waren zoovele en zoo verward, dat mon
niet had kunnen uitmaken, door welke van
de rij groene deurtjes zijn bewusteloos lichaam
naar buiten was gesleept.
„Nu is het uw beurt, mynheer Walter,"
sprak de rechercheur, die deze inlichtingen
had gegeven. „Vertel ons nu zoo uitvoerig me
gelijk wat u is overkomen."
„Ik liep als
altyd door de
Walstraat; ik j T\p cfriilNP
hoorde tikken op i -Lyt;
een raam en ik j j
zag mijnheer dTCldCYl
Manders staan.
Maar geloof me
dan toch. Ik ben volkomen by m'n positieven.
Ik zag mijnheer Manders zoo duideiyk als ik
hem nu zie, ik begreep niet, wat hij daar
deed; hij wehkte nog eens en ik ging bin
nen."
„Wie maakte de deur open?"
„Ik weet het niet. Ik zag niemand, het was
donker in de gang en m'n oogen hadden in de
zon gestaard, vóór ik binnen ging."
„Welk nummer droeg het huis?"
„Daar heb ik niet op gelet."
„Maar Walter," sprak nu de bankier, „je zult
me toch zeker wel gelooven, als ik je zeg, dat
ik rustig in myn kantoor zat op het oogenblik,
waarop je mij in dat huis meent gezien te
hebben".
„Ja, steunde de kassier, terwyi hy naar z'n
omwikkeld hoofd greep, „ik moet u wel geloo
ven, als u dat zegt, maar ik kan toch myn
woorden niet intrekken. Ik zag u, ik zag u. U
kunt toch wel begrypen, dat ik met zooveel geld
bij me, geen onbekend huis zou binnen gaan. Ik
zag u en u wenkte my, om by u te komen."
„Vermoedelyk een handige vermomming,"
meende de rechercheur. „Een baard zooals
mijnheer Manders draagt is gemakkelyk na te
maken-"
„Als de dieven niet gevonden worden ben ik
ongelukkig en onteerd," zuchtte August Wal
ter; „men zal tenslotte gaan gelooven dat myn
verhaal een verzinsel is, dat ik zelfIk
„Je bent slachtoffer, geen misdadiger, Wal
ter, maar ik erken, dat het geleden verlies een
zware slag voor my is."
„Is er iemand op uw kantoor, dien u er toe
in staat acht?" vroeg de rechercheur.
„Neen," schudde de bankier.
„De schink moet u goed kennen om uw uiter
lijk zóó te kunnen nabootsen, dat iemand als
mijnheer Walter
„Hy wenkte me met hetzelfde gebaar, waar
mee u het zou gedaan hebben", onderbrak de
gewonde kassier.
„We zullen den patiënt nu met rust laten;
we weten nu alles, wat hy er zelf van weet",
zei de politie-man.
„En ziet u kans?"
„Ik weet het niet. Het is een zonderling ge
val. Maar we zullen zien."
August Walter bleef alleen en z'n arme ge
pijnigde hersens zochten naar de oplossing van
het raadsel, totdat hy van vermoeidheid in
slaap viel.
Twee dagen later werd hy per auto naar z'n
eigen woning gebracht en een week daarna
hernam hy zyn werkzaamheden op t kan
toor. Thuis zocht hy het bruine pak op, waar
in hy den ketting hoorde rammelen, hij wond
het papier er af en bekeek z'n portefeuille, z'n
trouwe metgezel van lange jaren. Eensklaps
slaakte hij een kreet van verbazing. Hij keek
nog eens en nog eens. Toen stond hy op, tele
foneerde een taxi en reed in vliegende vaart
naar den heer Manders. Na enkele haastige
woorden toonde de oude kassier aan z'n pa
troon twee grijze draden van zeer byzondere
kleur, die om een der puntige schakeltjes vajn
den ketting gewikkeld zaten, dicht by de plek
waar die aan de portefeuille was vastgesol-
deerd.
In hevige opwinding begaven beide heeren
zich naar den rechercheur, aan wien ze hun
verhaal deden.
„Ik kan het nauwelyks gelooven", eindigde
de bankier, „maar ik mfx' Walter gelyk geven
als hij zegt, dat deze draden naar alle waar-
schijniykheid afkomstig zyn van het grijze
pak dat de jonge Leesing draagt. Het pak viel
me op, omdat het op het myne lykt, al is het
van grover stof. En op den dag van den dief
stal had Leesing zich ziek gemeld. Wat dunkt
u? Ziet u hierin een aanwijzing?"
Dcnzelfden avond werd huiszoeking gedaan
in de kamer van den jongen beambte van het
bankiershuis Manders. Men vond geen geld,
maar wel een baard en een pruik, die onweer
legbare bewijsstukken vormden. Leesing werd
gearresteerd en bekende. In het bewuste huis
woonde een zijner medeplichtigen, die eveneens
ingerekend werd en ten slotte kwam by na alles
van het gestolen geld terecht.
a 11 -f cm dit Mftd 7ün inwvnie-fi de verzekerinesvoorwaarden teeen Ofifïtï bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 7Cfl bij een ongeval met f O Cf) bij verlies van een hand f 1 OC oy verlies van een f Cf) by een breuk van f Af) m by verlies van 'n
Alle abonne S MgevaUm verakelaTOoreen der vozend™mtkeerinfen t OUUU.- verlies van beide armen, lelde beenen of beide oogen Ti öU»m doodeiy ken afloop# een voet of een oog# 1 duim of wysvinger f OU»mbeen of arm/ Tl/»" anderen vinger
Uit het Engelsch van
Ze hield ook veel van het oude huis en of
schoon Trevanion Court allerminst aanspraak
kon maken op den naam kasteel, was de
plaats haar dierbaarer dan eenig ander huis
ter wereld haar ooit zou kunnen worden. In
den ouden tyd was het het middelpunt van
een uitgestrekt landgoed geweest. Een groot
park, ryke boerderijen, beboschte heuvels en
wyde moeraslanden hadden de Trevanions
hun eigendom mogen noem. Maar die schoone
dagen waren voorby. Trevanion Court, ofschoon
nog altyd een van de aantrekkelykste en
vriendeiykste huizen uit het heele graafschap,
had geenerlei betrekking tot de omliggende
gronden. Er hoorden nu nog maar twee hon
derd acres by en het huis heette in de wande
ling „De Witte Olifant".
Wat heb je aan zoo'n groot huis? zeiden
de boeren uit den omtrek. Een duur beestje.
Bet kost alleen maar een hoop geld en brengt
geen cent in.
Maar dat nam niet weg, dat zoowel Felix als
Nancy er met hartstochteiyke genegenheid aan
verknocht waren en het meisje had vaak ge
zegd dat er geen plaats op aarde was, die met
haar ouderUjk huis was te vergeiyken.
En geen wonder! Het was opgetrokken uit
graniet, dat in den loop der eeuwen heelemaal
met mos bedekt was en zoo was het geworden
een droom, een juweel van architectuur, een
gedicht in steen. Aan den voorkant bevond
zich een zuilengalery, die de bovenverdieping
droeg. Onder het dak van het oude huis moes
ten zich historische tafereelen hebben afge
speeld, want meer dan eens hadden koningen
van Engeland er onder overnacht. De lange
ry gothische spitsboogramen waren alom be
kend om hun schoonheid en het prachtig uit
zicht op oude boomen met breed-uitgespreld
gebladerte, dat men er uit had. Trevanion
Court mocht een eenvoudig landhuis geworden
zyn en niets meer dan datde glorie van
een eeuwenheugende traditie kon niemand het
ontnemen.
Dit alles vloog door Nancy's brein, terwyl ze
naast het bed zat en op den dokter wachtte.
Het was waar dat er van den ouden roem van
de familie niet veel meer over was, maar zy
was een Trevanion en ze woonde nog altyd in
den ouden zetel van het geslacht.
EindeUjk kwam de dokter en het meisje zag
direct aan zyn gezicht hoe ernstig hy den toe
stand van haar vader inzag.
Wil je ons een paar minuten alleen la
ten? vroeg hy, nadat hy den patiënt even be
keken had.
wist ze, dat wat haar vader gevreesd had, juist
was.
We moeten het beste hopen, had hy ge
zegd, maar ik ben bang dat het nog maar een
paar uur kan duren, Nancy. Je kimt nu wel
weer by hem gaan; hy wil je by zich hebben.
Maar zorg er zooveel mogelyk voor dat hy zich
niet opwindt en maak hem in zijn laatste uren
zoo gelukkig als je maar kunt.
Met looden schoenen ging ze langzaam naar
de ziekenkamer terug; ze had geen flauw idee,
wat hy haar te zeggen kon hebben, maar ze
had een gevoel alsof het einde der dagen ge
komen was.
HOOFDSTUK II
FAMILIETROTS
XJ voelt u nu zeker wel wat beter, hé va
dertje, zei ze en trachtte opgewekt te praten,
terwyl er een glimp van haar gewonen, zonni-
gen glimlach over haar gezicht gleed.
Hy gaf geen antwoord, maar trok haar hand
in de zyne en keek haar in haar oogen, die vol
tranen stonden.
Lieveling, lieveling, mompelde hy, het ls
zoo hard om het je te zeggen.
Wat is hard, vadertje?
Hy zweeg weer een paar seconden en zei
toen: Ik deed het om je bestwil, of om wat ik
voor het beste hield. Ik heb gehoopt en ge
streden zoolang ik maar kon, maar.... maar
nu....
Tob niet, vader, wat er ook is. Ze pro
beerde nog steeds opgewekt te doen. Het komt
allemaal wel in orde.
Hy nam met een snellen blik de kamer op,
het armoedige meubilair, het versleten vloer
kleed, het verschoten en gehavende behang.
Daarop zuchtte hy.
Een mooie, oude kamer, niet? vroeg hij.
Het meisje antwoordde niet.
Dit oude bed hy keek naar het prach
tige, vier-styiige antieke bed waarop hy lag
is ook niet van gisteren of vandaag. Koning
Karei heeft er in geslapen. Maar het zal ook
wel verkocht moeten worden.
Verkocht! Waarom, vader?
Het is zoo hard om het Je te zeggen,
kind.... en ik heb het in mezelf opgekropt
zoolang lk kon. Ik ben dwaas geweest, erger
dan dwaas; ik weet het. Wat hebben oude ge
slachten te beteekenen tegenwoordig? En ik
ben er altyd trotsch op geweest. Het is alle
maal nonsens en toch ben ik er altyd prat op
gegaan. Dit oude huis is met zijn 200 acres
land nog niet eens geschikt voor een boer. Ik
zou er met een moderne boerderij, die net
groot genoeg was, heel wat beter aan toe zyn
geweest Maar ik heb me hieraan vastgeklemd!
Natuuriyk hebt u dat gedaan, vader;
daar was immers alle reden voor.
jy houdt ook van het huis, hé kind?
Of ik er van houd? riep het meisje en
thousiast. Ik houd van eiken steen, van iedere
pilaar, van ieder venster. En die rij oude boo
men, zoo iets bestaat nergens anders op de
wereld!
kelijke teederheid aan en iets als voldoening
kwam in zijn oogen.
O, mompelde hy, daar ben ik zoo bly om,
misschien zal het je nu gemakkeiyker vallen
om me te vergeven.
Maar vader, wat bedoelt u toch? Wat is
er dan te vergeven?
Ik heb er voor gevochten om het te be
houden, zei hy zacht, hard gevochten. Ik heb
me bekrompen en op alles uitgezuinigd om jou
een opvoeding te geven zooals je toekwam; ik
heb alles gedaan wat in mijn vermogen was,
maar het is voor niets geweest.... het moet
allemaal weg.
Ze wilde hem verschillende dringen vragen,
maar de woorden konden niet over haar lippen
komen. Wat de dokter gezegd had, had haar
verbluft, uit het veld geslagen. Ze was volko
men van streek.
Nancy, lieveling, ging hy met zwakke
stem voort, ik had altyd gehoopt dat je hier
had kunnen blyven wonen, ik had myn hart er
op gezet dat niemand anders dan een Treva
nion op Trevanion Court zou huizen, maar
maar.... Geef me nog een paar van die drop
pels, wil je? Ik voel me zoo mat worden. En ik
heb je nog zoo'n boel te zeggen.
De dokter zei, dat hy uit Truro een ver
pleegster zou sturen, zei het meisje, misschien
kan die u beter helpen dan ik.
Neenneen. Ik wil geen verpleegster
hebben; ik wil jou by mij hebben; jy kunt me
beter helpen dan de beste verpleegster. Boven
dien.... als ze komt..-, is ze al niet meer
noodlg.
Het meisje drukte zyn hand in wanhopig
verdriet en haar lippen trilden. Maar overi
gens beheerschte zy zich volkomen.
Nancy, lieve meid, ging Felix voort, je
bent doodarm als ik er niet meer ben.
Ze antwoordde niet en kon de huivering, die
over haar rug liep, niet tegenhouden.
Ik steek in schulden, ik steek tot over de
ooren in de schulden. Het huis, de boerdery, de
inventaris, de oogst, iedere cent die ze opbren
gen is voor de hypotheek. Ik weet dat het ver
keerd was maar ik heb het voor jou gedaan,
kind.
Wie is de hypotheekhouder? Ze vroeg het
werktuiglijk en het antwoord liet haar eigen
iyk onverschillig. Wat kwam het er op aan?
Jack Beel, antwoordde hy. Je kent hem.
Vijftig jaar geleden maakte hy myn stallen
schoon en verzorgde myn paarden, maar hy
had het instinct om geld te maken en hy hééft
geld gemaakt. Handige kerel! Langzaam maar
zeker is hy vooruit gekomen. Hij begon met
steenen te rijden voor het onderhoud van de
wegen. Toen kocht hy een machine om steenen
te kloppen. Later werd hy mede-eigenaar van
een cementfabriek. Hij leefde als een bedelaar,
maar spaarde geld. Hoopen geld! Nu is hy een
man van duizenden. Het was een bittere pil
om te slikken, maar ik heb hem geslikt. Het
moest wel. Hy bood me aan om me geld te
leenen en in de hoop op betere dagen heb ik
het aangenomen.
Wordt vervolgd.