Voor gramofoonliefhebbers
cfiet vet&aal van den day
Het Erfdeel
„Zij"-Créme
I
1 APRIL
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Draag ROBINSONschoenen
Je kunt er fijn op tippelen!
ZATERDAG 1 APRIL'
Wat er verrookt wordt
Amerikanen en Nederlanders
aan den kop
UTRECHT
Muzikale verzetjes
Tentoonstelling in een
wolkenkrabber
Een wandeling naar de
Noordpool
Hongaarsche schepen
Vlucht rond de Middel-
landsche Zee
Een luchtlijn tusschen
Polen en Palestina?
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
Een late oorlogsbuit?
Lichting van Russische wrakken
Gasmaskers te koop
Criminaliteit in Indië
KOMT ER EEN VLIEGVELD OP
TERSCHELLING
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
s
BERLIJN, 29 Maart. (Reuter). Hier opge
maakte statistieken uit de tabaksindustrie too-
hen aan, dat de Engelschen in Europa aan het
hoofd staan wat het rooken van sigaretten be
treft. Zij rooken per hoofd 880 sigaretten per
jaar. De tweede plaats wordt ingenomen door
de Belgen, met jaarlijks 851 sigaretten per per
soon. De matigste rookers in Europa zijn de
Polen. De Zweden gebruiken meer snuif en de
Noren pruimtabak.
De zwaarste rookers ter wereld zijn de Neder
landers en de Amerikanen. De Amerikanen hou
den het wereldrecord voor het rooken van siga
retten, n.l. jaarlijks 925 per persoon. Maar de
Hollander rookt gemiddeld jaarlijks 173 sigaren
tegen den Amerikaan slechts 50 en tevens dee-
len de Hollanders met de Belgen het wereld
record voor het ptJprooken.
ZIEKENHUIS EN PENSION
Broeders „ST. JOANNES DE DEO"
Opname van mannelijke patiënten
van alle gezindten en leeftijd.
Lichte muziek behoeft niet altijd uit het
buitenland te komen en zeker niet wat
de uitvoerders betreft. Want onder de
nieuwe amusementsplaten slaan die van onze
Nederlandsche Jazz-spelers „The Ramblers" een
zeer goed figuur. Terwijl zij toch niet onder
gunstige omstandigheden werden opgenomen.
Bij aankomst in de Studio van de Decca te Lon
den, waarvoor zij spelen, deze „zwervers"
maar durf ze zoo eens in het Hollandsch aan
te spreken! bij aankomst dan bleken hun
insrtumenten zoek en moesten zij 'n completen
inventaris leenen van Engelsche collega's, die
daarmee grandioos de inheemsche sportiviteit
bewezen. En tijdens het spelen voor de micro
foon werd de trompetter ongesteld, zoodat een
Britsche blazer de vriendelijkheid had in te
Vallen. Des te meer hulde voor wat er bereikt
Werd. Niet voor niets is dit ensemble in het
buitenland dan ook genoemd: „De beste vijf
man-band van het continent." Van hun twee
tal nieuwe schijven heb ik spontaan een uitge
sproken voorkeur gekregen voor „My blue
heaven," waarin het team saxophones een mo
derne opvatting geeft van de beekscène uit
Beethoven's Pastorale als steun voor een
smachtend geblazen kopersolo. En Wim Pop-
Pink de eerste saxophonist van net stel
Zingt het refrein ervan zoo goed, dat zijn naam
terecht op het etiket vermeld staat. Een plaat
om te onthouden (Decca 40310). Temeer, omdat
dit nummer gecombineerd werd met „Erratic
Rhythm", een foxtrot die door haar pittigheid
een aangenaam contrast vormt met de smel
tende slowfox aan de achterzijde. „Black
heaven" wordt door de Ramblers geannonceerd
als een hot foxtrot. Dat lijkt me niet verstan
dig, want de gematigde Jazz-liefhebbers zullen
door die omschrijving schrikken en de fanatici
die vooral de bollenstreken van ons land
bewonen, waartusschen ik tot nu toe geen oor
zakelijk verband heb gevonden zijn er toch
niet content mee. Daarom, inzake „Black
Heaven": het juiste milieu van de dans-
Wereldvóór! (Decca F40311).
Niet ieder is als de Ramblers zoo ge
lukkig, telkens weer goede nieuwe nummers
op te delven. Dit lijkt me althans de eenige
verklaring voor de Jazz-paraphrases, die een
vijf jaar geleden zoo sterk in de mode waren,
toen verdwenen en nu weer opduiken. Wanneer
hit die verjazzingen een zekere critiek blijkt op
goedkoope romantiek, bijv. van de „Liebes-
traume" van Liszt, die Whiteman er zoo oolijk
tusschen heeft genomen, dan kunnen we er
voor een keer vrede mee hebben. Maar als bijv.
het geniale „Miserere" uit Verdi's „Troubadour"
zoo mishandeld wordt, lijkt het bar veel op van
dalisme. Knap vandalisme, zooals dat van ae
Debroy Somers band (Columbia DX 447), maar
het blijft verdacht. Ik voor mij hoor dan nog
liever de oude schlagers uit een vroegere periode
als „After the Ball", „Meet me tonight in
dreamland", „In the shade of the appletree,"
die dezelfde Debroy-Somers-band met een pi
kant sausje van den dag heeft opgewarmd (Co
lumbia DX 352). Het ophalen van vroegere me
lodische cracks zit blijkbaar in de lucht. Want
Quentin Maclean blies er de pijpen van het
bioscooporgel in de Trocadero-cinema mee vol.
En zoo herinneren wij ons weer met plezier
scènes uit Chaplin's „Goldrush", uit „What price
glory en „The singing fool" (Columbia DX
382).
Maar waarom eigenlijk al dat oprakelen?
Hebben wij niet onze hedendaagsche producen
ten van goede amusementsmuziek? Neem alleen
al een componist als Paul Abraham en tel eens
op uw vingers, hoeveel schlagers er voorkomen
in zijn nieuwste operette „Ball im Savoy". Odeon
brengt er eventjes acht nummers van uit, alle
gespeeld door het huisorkest onder leiding van
den componist. En gezongen door de sterren
van de première: Gitta Alpar, wier hart door
Gustav Fröhlich werd ontdekt en weer ver
loren, Rosy Barsony, Oscar Denes en Herbert
Ernst Groh. Het is een wat erg cosmopolitische
bedoening: „Wenn wir Turken küssen müssen"
en „Oh Mister Brown" (Odeon 11786), „Warum
bin ich verliebt in dich" (Odeon 11771), het Ita-
liaansche lied „Es traumt Venezia" (Odeon
11790) en „Toujours l'amour", echt Fransch van
tekst, doch muzikaal een Engelsche wals, waar
door dit nummer meer een ententekarakter
heeft (Odeon 11770).
Tot slot een vraag. Weet u wat dat is: „Wie
ner Schrammel"? Een kennis van me die ge
vallen schuif je altijd op rekening van een an
der een kennis dus van me heeft er eens
een figuur mee geslagen. In een Weensch res
taurant las hij op een bordje aan den muur
„Heden Wiener Schrammel". Hij dacht daarbij
dadelijk aan een variant op „Wiener Schnitzel",
wat hem inspireerde er bij den ober een portie
van te bestellen. Die dacht, dat zijn cliënt hem
voor den gek hield. Tot hem duidelijk werd, dat
deze welkome vreemdeling onbekend was met
de „Wiener Schrammel", zijnde een orkestje,
samengesteld uit een paar violen, guitaar en
harmonica of klarinet. Dit naar aanleiding van
de opnamen van het Schrammelkwartet Die
trich, dat Franz Hiersee begeleidde in het echt
Weensche lied „Mijn moeder was een Weensche"
(Krystall 6077).
,ev<-
Jt'*' \.i-
üiiiiiiiimiimmiiiiii
llllllllllllllllllllllllll!:
De Poolsehe ingenieur Ropp heeft, naar Reu
ter meldt, het plan ontworpen om de wereld
tentoonstelling van Warschau in 1943 niet in
houden in een groot aantal paviljoens op een
uitgestrekt terrein, doch in een wolkenkrabber
van ongeveer zestig verdiepingen, waarin alle
te exposeeren voorwerpen kunnen worden op
gesteld. Na de tentoonstelling zou het gebouw
een andere bestemming kunnen krijgen.
Volgens den ontwerper van dit plan heeft het
't groote voordeel, dat den bezoekers vermoeien
de wandelingen worden bespaard, terwijl bo
vendien de bouwkosten een besparing van 50
procent opleveren.
De kleinste inwoner van Milaan, Anton Git-
tinger, een 37-jarige dwerg van Oostenrijksche
afkomst, heeft getracht naar de Noordpool te
wandelen. Drie jaar geleden vertrok Anton van
Milaan en ging eerst naar Noorwegen, waar hij
zich een bontjas aanschafte, eenige voorraden
en een achttal slede-honden. Vervolgens zette
hij de reis naar het Noorden voort. Na eenigen
tijd raakten zijn voorraden uitgeput en leefde
hij van de honden, welke hij stuk voor stuk
slachtte. Nadat ook deze voorraad was uitgeput
en Anton gevaar liep van honger om te komen,
werd hij gevonden door de Pool-expeditie van
Knud Rasmussen, bij wie hij twee jaar bleef.
Vervolgens keerde hij naar Milaan terug met
twee groote boeken vol handteekeningen en fo
to's van zijn verblijf in de Poolstreken.
BOEDAPEST, 27 Maart. (Reuter;, uoor een
regeeringsverordening heeft Hongarije zich met
ingang van 16 April aangesloten bij de het be
gin van dit jaar in het leven geroepen inter
nationale scheepvaartconventies. In het Ver
drag van Trianon is aan Hongarije het recht
toegestaan Oceaanschepen te laten varen onder
eigen vlag en op het oogenblik zijn 12 Hongaar
sche koopvaardijschepen in het groote handels
verkeer.
Krachtens de regeeringsverordening hebben
de Hongaarsche scheepvaartmaatschappijen er
nu voor te zorgen, dat hun schepen dit jaar
voorzien worden van de in de conventies voor
geschreven getuigschriften.
Aan de Hongaarsche piloten Anton Banbidy
en Tiber Bisits is het, naar Reuter verneemt,
gelukt om in 35 dagen in een kleine machine
om de Middellandsche zee te vliegen.
Op 19 Februari zijn zij vertrokken van het
vliegveld te Boedapest en hebben in totaal
12.760 K.M. afgelegd, waarbij zij geen enkele
maal de onderdeelen hunner machine behoefden
t« vervangen.
De piloten zijn in totaal 120 vlieguren in de
lucht geweest en vlogen o.a. over Gras, Milaan,
Canne, Barcelona, Algiers, Cairo, Damascus,
Istanboel, Athene, Napels, Rome, Venetië en
Klagenfurt.
De Poolsch-Palestijnsche Kamer van Koop
handel te Warschau stelt, naar Reuter verneemt,
pogingen in het werk om een directe luchtvaart
dienst tot stand te brengen tusschen Polen en
Palestina.
Men overweegt de mogelijkheid om den dienst
WarschauSaloniki uit te breiden tot Palestina
via Athene, of om gebruik te maken, hetzij
van het traject AmsterdamAthene van de
K.L.M.-vliegtuigen op hun tochten naar Neder-
landsch-Indië, of van hetzelfde traject der En
gelsche vliegtuigen op hun vluchten Londen
Calcutta. Vanuit Athene zou dan een dienst
worden ingesteld naar Jerusalem.
AZs men u vandaag vertelde,
Dat de Beurs een hausse heeft,
Zooals men noch na den oorlog,
Noch daarvóór ooit heeft beleefd,
Dat de prins van Wales verloofd is,
Of een paard heeft afgericht,
H Zonder dat hij is gevallen
Of een schouder heeft ontwricht,
Of dat Hitier 't met de Joden
Plotseling van harte meent
En hen als de bloem der Nazi
Eere-rechten heeft verleend;
Als men u wellicht gezegd heeft,
Dat het Jcwaad zich zelve straft
En derhalve de belasting f
1 Voor een jaar is afgeschaft,
i Of dat Wijnkoop in de Kamer
Plechtig heeft geproclameerd,
Dat een communist geen cent meer
1 Uit de schatkist ambieert,
Of men heeft u laten loopen
Van het kastje naar den muur,
i En u sloeg toch minstens eenmaal
I Dezen dag een gek figuur
Dan bezag u toch de 'dingen
Door een opgeruimden bril?
En u heeft het gauw begrepen:
't Is vandaag weer 1 April! f
MARTIN BERDEN i
(Nadruk verboden)
miiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiË
STEUNT:
DOOR UW GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23653
U tielpt ons hierdoor jongens
zielen redden voor Chrlstua
werkt zacht en weldadig; Uw huid ontwaakt
tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking.
In prijzen van 20—3045 en 75 cent.
TOKIO, 29 Maart. (Reuter). Een aantal ge-
pensionneerde Japansche marine-officieren
hebben het plan opgevat om de 38 Russische
oorlogsschepen, die tijdens den Russisch-Japan-
schen oorlog door admiraal Togo tot zinken
zijn gebracht en groote bedragen aan goud en
gouden munten aan boord hebben, te lichten.
Met de „Swaroff" en de „Alexander III", die
op den bodem der zee ten N.O. van het eiland
Okinoshima liggen, zal worden begonnen.
De kosten van het lichtingswerk worden ge
schat op 500.000 yen en de waarde van het te
bergen goud op 200 millioen yen.
Willie Woensdag gebruikte een
groot gedeelte van zijn tijd met het
zoeken naar een verborgen schat, in
plaats van Ivy in de keuken te hel
pen. Robbie en Topsy gingen vaak
met hem mede, omdat ze er getuige
van wilden zjjn, wanneer Willie inder
daad iets mocht vinden.
Op zekeren dag, toen Willie aan het
strand aan het graven was, hoorde
Freddy Vrijdag Robbie een kreet van
verbazing slaken. De zeeman snelde
naar het strand, waar hij Willie zag
met een doos.
„Het is een zware doos, ik ben er
zeker van, dat ze vol goud en edel-
steenen is," zei Willie opgewonden.
Hij bemerkte, dat de doos niet ge
sloten en zeer gemakkelijk te openen
was. Doch toen hij in de doos keek,
was het, alsof hij zou gaan huilen.
„Dat is gêen goud. Dat zijn geen
edelsteenen," riep Topsy uit.
„Neen," bromde Willie, „de doos be
vat niets dan apenootjes."
„Ik heb ze daar verstopt," zei Fred
dy Vrijdag, „om ze jou te laten vinden.
Misschien zul je er nu wel mee op
houden, steeds naar verborgen schat
ten te zoeken en wat gaan werken."
(Maandagavond vervolg)
(Ingezonden Mededeelingen)
Wel, Harry, dat is nu eens aardig van je,
dat je ons komt opzoeken," zei mevrouw
Brent met haar liefsten glimlach, terwijl
ze met uitgestoken handen op den binnentre-
denden jongeman toeliep.
Harry Butts, jong, knap en zes voet lang, nam
de handen van het oude dametje in de zijne.
„Goede vrienden vergeet men niet licht, me
vrouw," zei hij. „Ik heb nog vaak aan u ge
dacht, daar ginds." Mevrouw Brent troonde
haar gast mee naar de veranda, waar haar
dochter Betty met popelend hart zat te wach
ten. Ze was nerveus en ze had een kleur van
opgewondenheid. Het gebeurt je niet alle dagen
dat je een filmheld op bezoek krijgt. En dan
nog een, waarmee je vroeger op straat hebt ge
speeld, waar je zestien knikkers van hebt ge
wonnen en die over een sloot is gesprongen om
je zakdoek te halen.
Wat een massa jeugdherinneringen!
Het weerzien was allerprettigst. Harry bleek
grooter en knapper dan Betty gedacht had.
„O, Harry! zei ze, „wat maak jij toch altijd
een spannende films! Ik zit steeds te beven,
wanneer je weer zoo'n waaghalzigen toer uit
haalt!"
„Wie had dat ooit van den kleinen Harry
gedacht, hè?" zei mevrouw Brent, onderwijl
thee schenkend. De filmheld glimlachte een
tikje zuur en boog zich naar Betty
„Hebt u veel van mijn films gezien, miss
Betty?"
„O ja, dol!" zei het meisje. „Ze zijn zoo
spannend, zoo gevaarlijk, hè? Vertel er eens
wat van, Harry? In die laatste film vervul je
de hoofdrol, is het niet? Nee, die heb ik nog
niet gezien. Heet hij niet: „De spooktrein van
„St. Louis"?
„Juist!" zei Harry, een sigarettenkoker te
voorschijn halend. „Mag ik?"
En nadat hij toestemming had gekregen: „Ja,
die spooktrein!" zei hij peinzend.
De blauwe sigarettenrook kringelde omhoog.
Zijn gedachten waren ver weg. Het meisje
wachte.
„Die spooktrein! Dat is een geweldig avon
tuur geworden. Ik ben in die film de machinist
van den trein, een van de St. Louis-spoorweg.
Er zijn bandieten gesignaleerd, die zich samen
trekken naar een van de grootste spoorbruggen
Een geweldig bouwwerk, dat een duizelingwek
kend diepen afgrond overbrugt. De spoorweg
directie verwacht dat die brug vandaag of mor
gen het slachtoffer van een aanslag zal wor
den en daarom heeft zij de politie gevraagd de
brug extra te bewaken.
Bovendien moet dat alles zooveel mogelijk ge
heim worden gehouden om het publiek niet te
verontrusten. De treinenloop moet ononder
broken worden voortgezet, al zouden alle ban
dieten van de United States het trachten te
verhinderen. Het treinpersoneel wordt bewa
pend. Op de locomotief worden machinegewe
ren verdekt opgesteld.
Maar dan komt er een groote catastrofe. Het
locomotiefpersoneel weigert over de'brug te rij
den. Het is te gevaarlijk. lederen keer dat de
trein er over rijdt dreigt aan alle kanten een
gruwelijke dood. De mannen verlaten de loco
motieven en de maatschappij zit met de han
den in het haar. Nog altijd gebeurt alles bin
nenskamers. Het publiek mag onder geen voor
waarde weten welk gevaar er dreigt. Als er
ook maar iets van uitlekt zou niemand meer
van den trein gebruik maken.
De maatschappij vraagt onder haar personeel
vrijwilligers die den trein willen bedienen. De
spooktrein wordt hij genoemd.
Er bieden zich twee mannen aan. Hall Holy-
day en ik. Wij zijn spoorwegwerkers in dienst
van de maatschappij en wij willen graag het
extra-loon verdienen dat voor het besturen van
den trein is uitgeloofd.
Wij nemen het werk van de werkelijke ma
chinisten en stokers over. Wij krijgen de beste
wenschen mee en.... we vertrekken.
Dadelijk nadat de trein de reis heeft aan
vaard, komt er een telegram. De politie heeft
den strijd met de bandieten aangebonden. Er
wordt geschoten. En nu blijkt dat de aanvoer
der der bandieten een vroegere ingenieur van
de spoorwegmaatschappij is, die wegens oneer
lijkheid werd ontslagen. Men weet nu eindelijk
waarom de bandieten de maatschappij willen
benadeelen.
Maar wij, op de locomotief, weten het niet.
Wij rijden met duivelsche vaart en maken ons
onderwijl vrqolijk over de misdadigers. Het tele
gram wordt ons nagezonden en bereikt ons op
een stationnetje dichtbij de beruchte spoorbrug.
Even weifeling. Dan besluiten we door te
rijden.
Wij hebben onze zenuwen in bedwang. Wij
wijken voor geen gevaar.
We naderen de brug. Er worden schoten op
den trein gelost. De avond is gevallen.
Op het moment dat de trein over de brug
gaat, dreunt achter ons een explosie. Beneden
ligt de afgrond en de dood.
Zullen we stoppen?
Bij het einde van de brug zien we plots een
bende kerels. Wat voeren zij in hun schild?
In de personenwagens is een paniek ontstaan.
We rijden op hoogste snelheid. We gaan er
door. Juist op het moment dat de trein de brug
verlaat, daveren verscheidene ontploffingen. De
laatste goederenwagens worden versplinterd, de
brug trilt van voor tot achter, de ijzeren nalken
breken, en het gevaarte valt met donderend
gewe.'d in den afgrond.
Juist op tijd is de trein aan den overkant
gekomen."
Met gloeiende oogen had Betty geluisterd. Ook
mevrouw Brent was onder den indruk gekomen.
„Dat is toch vreeselijk gevaarlijk!" zei ze.
„Het moest precies op de seconde gebeuren,"
vertelde Harry. „De camera's draaiden, alles
was nauwkeurig uitgerekend. Maar als de ont
ploffing ook maar een halve seconde te vroeg
plaats vond, zouden we allen omkomen."
„De passagiers!"
„De scène met de passagiers werd later in
de studio opgenomen. Alleen wij tweeën, Hall
en ik, zaten op den gevaarlijken trein."
„Ontzettend!" fluisterde Betty verrukt.
„Heb jullie alles klaar?" vroeg de regisseur.
De mannen bij de tafel knikten.
„Camera's ingesteld?"
„In orde!"
„Klaar?..... Draaien!"
De camera's
draaiden. De I
jroote jubiterlam-
pen beschenen de I O Ici-IU ft
tafel. Het speel- i
goedtreintje zette ZC1IU ISOCYt
zich in beweging, I
reed door het
berglandschap van luciferdoosjes en ratelde
over de spoorbrug.
Ingespannen volgden de mannen het ding.
De mecanicien wachte. Op het juiste oogen
blik stak hij de lont van het vuurwerkstuk aan.
Ontploffing. De twee goederenwagens vielen
stuk.
De spooktrein was aan den overkant.
De spoorbrugbleef liggen!
„Stop!" schreeuwde de regisseur woedend.
„Overdoen. Al moet het honderd voetzoekers
kosten, de scène zal goed worden!"
H. E.
Onder het Fransche publiek heerscht hevige
verontwaardiging over een advertentie, geplaatst
door een Fransche fabriek van gasmaskers, met
als opschrift: „Is de oorlog op komst?", waarin
reclame gemaakt wordt voor gasmaskers, ge
garandeerd bestand tegen alle soorten gas, te
gen den prijs van 100 francs per stuk.
„Indien ge er nooit een noodig hebt," zoo
luidt de adverententie, des te beter.
Doch ge riskeert geen tijd te hebben er een
te koopen.
De zaak is ter kennis gebracht van den Pa-
rijschen politieprefect, die aan een Reuter-cor-
respondent verklaarde dat het de taak van den
staat was om gasmaskers goed te keuren.
Berichten, dat de groote magazijnen gasmas
kers in voorraad hebben, berusten natuurlijk
op zuivere fantasie.
„De Parisiennes denken meer aan zomerhoed
jes dan aan gasmaskers," verklaarde de direc
teur van een der groote warenhuizen.
Ook het bericht, dat het ministerie van Bin-
nenlandsche Zaken instructie zou hebben ge
geven voor den bouw van schuilplaatsen in de
buitenwijken, die bestand zijn tegen bommen
en gas, worden van bevoegde zijde met nadruk
tegengesproken.
De Franschman heeft oneindig veel meer be
langstelling voor de Iersche Sweepstake dan
voor bommen gas, zoo werd verklaard.
Men schrijft uit Djokja aan het „Sem. Hbl.":
Momenteel kan een typisch veifcchil worden
waargenomen in de criminaliteit te plattelande
en in de kotta zelf. Over het algemeen is de
criminaliteit op het platteland afgenomen, voor
namelijk wat het aantal diefstallen betreft en
onder deze categorie weer speciaal in de poeasa-
diefstallen. Omtrent deze vermindering bestaan
natuurlijk verschillende theoeriën, doch het is
een feit, dat diefstallen, waarbij voor vele hon
derden guldens aan sieraden werden buit ge
maakt, langzamerhand tot de zeldzaamheden
gaan behooren. Een der redeneeringen komt
hierop neer, dat de plattelandsbevolking thans
vrijwel geheel door haar sieraden en andere
weelde-artikelen van waarde heen is. Men heeft
die geleidelijk aan verpand dan wel van de
hand gedaan en het is een niet algemeen be
kend feit dat ongeveer anderhalf jaar geleden
een Britsch-Indiër in een onaanzienlijk In-
landsch hotelletje ter plaatse zijn intrek heeft
genomen om speciaal goud van de bevolking en
van de pandhuizen op te koopen. Waar sieraden
een geliefd beleggingsartikel vormen voor de
Javanen, is het gemis ervan een wel zeer ernstig
economisch verschijnsel, omdat zij thans door
hun spaarpot heen zijn. Hierover behoeven wij
echter niet verder uit te wijden. Wat de Katta
Djokja betreft Kotta Gedeh nemen wij ge
makshalve maar bij Djokja hebben hier de
grooe diefstallen juist in den laatsten tijd de
aandacht getrokken. Naar de reden ervan in
formeerend, vernamen wij. dat de vrijlating van
een aantal beruchte boeven, die in de gevangenis
hun straftijd hebben uitgezeten, aan dit ver
schijnsel heelemaal niet vreemd is.
Op initiatief van den Burgemeester van Ter
schelling, den heer Reynderts, is aan 't bestuur
van de K. L. M. verzocht zoo spoedig mogelijk
een of meer deskundigen naar Terschelling te
zenden, om verschillende terreinen in oogen-
schouw te nemen, welke geschikt- zijn of ge
schikt te majten zijn voor den aanleg van een
vliegterrein op Terschelling.
A 11** «jiAoo/t'ii op dlt blad zUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofkfkfk bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/Ï bij een ongeval met f 9Cfk bij verlies van een hand f 1 9C °ij verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk bij verlies van 'n
Jn.ll" auonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ow verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f dl/.- doodeljjken afloop I een voet of een oog 1 X tn/i" duim of wijsvinger dl/, "been of arm tri/»" anderen vinger
Uit het Engelsch van
Wilt u niet gaan zitten? vroeg het meisje.
Dat kunnen we doen: het kost niks meer
®m te zitten dan om te staan, denk ik.
Zoo gingen beiden zitten op de stoelen, die
Nancy hen wees, terwijl zij wachtte op wat er
herder zou komen. Maar er viel gedurende
lenige oogenblikken een eigenaardig zwijgen;
het was duidelijk dat, ondanks de armoedig
heid van het interieur, de beide mannen aan
een dergelijke omgeving niet gewoon en dat ze
haardoor niet heelemaal op hun gemak waren.
Ne oude man had, voordat hij van huis was
ëegaan, tegen zijn zoon een soort van generale
repetitie gehouden van wat hij zeggen zou,
biaar er was iets aan dat meisje, dat hem deed
Aarzelen.
Zooals hij tegen zijn zoon en naamgenoot
2ei: hij was niet gewoon om tegen zulke opge
dirkte spring-in-'t-belds te praten!
Hij stak elrrMiik van wal.
Ik wil niet hard tegen je zvjn....
Waarom zoudt u? vroeg Nancy.
Misschien heb je gelijk, deerntje. Waarom
zou ik? Maar dat doet niks ter zake. Ik wil
eerlijk en open met je spreken. Je weet zeker
wel, dat ik een hypotheek heb op den heelen
boel hier?
Nancy zei niets.
De heele boel behoort aan mij. Je vader
was me een hoop geld schuldig en zoover als ik
het begrijp, zal ik er nooit een cent van terug
zien.
Neemt u mij niet kwalijk, maar mr. Han
dy is juist hier geweest en die zegt, dat er ge
noeg is om alles te betalen.
Wel kijk es an! ging de man voort. Zoo
als ik zei, ik wil niet hard tegen je zijn, maar
ik moet toch op mijn recht staan, nietwaar?
Dat is de reden, dat ik vanavond bij je ben
gekomen.
Wéér was er zoo'n vreemd zwijgen in de ka
mer en wéér keek de oude Jack om zich heen,
terwijl de jonge onrustig op zijn stoel zat heen
en weer te draaien.
Wat ik nou hoop, zie je, dat is, dat we
alles vriendschappelijke met mekaar in orde
brengen. Ik hou van vrede en rust; ik ben al
tijd een vijand van ruzie en geweld geweest en
als je je nou een beetje verstandig gedraagt,
kon alles nog wel es beter afloopen dan je mis
schien denkt.
Nancy keek den man nieuwsgierig aan. Was
er een, straaltje van hoop? Ze was benieuwd
wat hij voor plannen had.
Je vader heeft niet mooi gehandeld, zei
de oude man opeens.
Pardon? vroeg Nancy uit de hoogte.
Ik zeg je vader heeft niet mooi gehandeld.
Wat voor reden had hij verdraaid om jou naar
een fijne school en naar het college te sturen?
En hij had er niet eens de duiten voor! Dat
doet een behoorlijk man niet. Ik heb hooren
zeggen, dat je hem al dien tijd, dat je op het
college bent geweest, vierhonderd pond per
jaar hebt gekost. Dat kan een boerderijtje als
dit, niet lijden. En dan komt er nog bij: waar
deug je nou voor, deerntje? Kun je 'n koe mel
ken of boter maken of zooiets van dien aard?
Ik ben bang, dat ik het niet kan, ant
woordde Nancy.
Zie je; daar heb je 't al! Een boerendoch
ter moet groot gebracht worden als een boeren
dochter, want je vader, met al zijn fijne ma
nieren, en al de hoogheid die die in z'n kop
had, was niks meer as 'n boer, versta je? Ik
heb het al voor jaren zien ankommen, dat 't
zoo zou loopen.
Weer een zwijgen.
Je weet zeker wel, dat ik hier indertijd
staljongen ben geweest, hè? Dat was nog in
de dagen van je grootvader zaliger. Die was
net as je vader, die had het ook zoo hoog in de
bovenkamer. Je vader werd grootgebracht als
'n jonker en hij behandelde me as 'n stuk oud
vuil. En weet je wat er gebeurd is? Er waren
meer as tweehonderd acres bij het huis toen.,
meer as vier, meer as vijf; maar ze hebben bo
ven hun stand geleefd en ze moesten 'n heelen
hoop verkoopen om hun schulden te betalen.
Boven den stand leven en in schulden zitten,
dat is wat je familie altijd heeft gedaan. En
kijk nou es an hoe de zaken geloopen bennen.
Vijftig jaar terug, was ik hier staljongen, ter
wijl je vader de jonker was, om zoo te zeggen
en nou hoort alles van mij, terwijl je vader
dood is en jou, om zoo te zeggen, geen rooien
duit heeft nagelaten om te leven. Mooie boel,
hè? En dat vertel ik je nou allemaal niet om
je te beleedigen, maar alleen, dat je goed zal
weten hoe de zaken er bij-staan, versta-je? Ik
heb geld verdiend en jou familie heeft het ver
kwist; daar zit 'm 't verschil, zie je.
Ieder woord wondde het meisje alsof het een
vergiftige pijl was, maar ze zei niets.
Maar het is nou eenmaal zoo het is, zette
de oude man zijn relaas voort. Arme menschen
bennen naar boven gekomen en rijke men
schen bennen naar den kelder gegaan. Dat is
zoo geweest, zoolang as de wereld bestaat. Er
is een tijd geweest, dat de Trevanions de baas
waren over mijn en nou is er een tijd, dat ik
de baas ben over zullie, om zoo te zeggen. Ik
heb nooit om medelijden gevraagd, toen ik de
arme knecht was en jullie motten niet om
medelijden vragen, nou jullie onderleggen.
Ik begrijp niet waarom u dat allemaal
tegen mij zegt, zei Nancy. Ik vraag u immers
niets en ik ben niet van plan om het te doen.
Voor zoover ik kan nagaan, hebt u hypotheek
op alles hier; welnu, neemt u alles, dat is uw
recht en daarmee afgeloopen.
Ik zeg dat allemaal voor je bestwil, deern
tje; nou mot je niet ineens boos worden. Ik
meen het niet zoo kwaad met jeik wil al
leen maar, dat je de zaken zal inzien zooas ze
werkelijk bennen. Ik heb geld opgespaard, al
zeg ik het zelf, maar hoe heb ik dat gedaan?
Door zuinig en spaarzaam te wezen, deerntje,
en hebt altijd hard gewerkt, al zeg ik het zelf,
jaren achter mekaar heb ik dag en nacht ge
zwoegd en geen cent voor mijzelf uitgegeven.
Ik heb er geen butler op na gehouën; ik heb
de groote meneer niet uitgehangen! Al die ja
ren heb ik geleefd as 'n daglooner, mag je ge
rust zeggen. De menschen hebben me voor 'n
vrek uitgescholden, 'maar wat kan 'mijn dat
schelen? Ik heb het zoover gebracht, dat ik je
vader geld kon leenen en nou hoort Trevanion
Court aan mijn!
Is dat alles wat u mij te vertellen hebt,
mr. Beel? vroeg Nancy. In dat geval hoef ik u
niet langer op te houden.
Wind je niet op, deerntje. Bovendien, nou
de plaats aan mijn hoort, om zoo te zeggen,
wil ik wel eris rondkijken en alles op me ge
mak zien.
Neemt u me niet kwalijk, zei Nancy koud,
maar juridisch gesproken, hoort Trevanion
Court héélemaal nog niet van u. Ik veronder
stel, dat er een publieke verkooping zal moeten
plaats hebben en dat iedereen uit de opbrengst
zal worden voldaan.
Wel, beste meid, zei de oude Jack gemoe
delijk, zoo mot je 't nou niet direct opnemen.
Ik ben met goeie bedoelingen naar je toegeko
men, deerntje, en heb me jongen meegenomen.
En bovendien, er is geen reden voor een ver
kooping, voor zoover als ik voor mijn het zie,
tenminste als je op me voorstel ingaat.
Geen reden voor een verkooping? her
haalde Nancy stom-verbaasd.
Waarom zou et? As 't daartoe komt, zal
't een bittere pil voor je zün, denk ik zoo, om
alles hier te motten kwijtraken. Je zou immers
liever willen blijven wonen en meesteres blij
ven in het huis, waar je het altijd geweest ben,
nietwaar?
Natuurlijk, zou ik dat willen, maar dat is
nu eenmaal onmogelijk.
Daar zou ik nou maar niet zoo zeker van
zijn, deerntje, zei Jack Beel veelbeteekenend.
Ik heb je 'n voorstel te doen en me zoon weet
er ook van.
Nancy wierp een snellen blik op den jongen
Jack en zag, dat hij vuurrood was geworden en
nog minder op zijn gemak was dan daarnet.
Vooruit, spreek op, jong, zeide de oude
Jack, terwijl hij zijn zoon aankeek.
Ik zou niets willen zeggen, dat miss Nancy
niet aanstaat, stamelde de jonge Jack.
Dat dank je den duivel. Niet, dat ik het
met je eens ben, dat heelegaar niet. Ik had
Selina Nancarrow voor je uitgezocht; een
pracht van een meid, die heerlijk kan melken
en boter maken en die het niet kan schelen
om in het hooiland te werken en die als de
nood aan den man komt, óók wil helpen schoo-
ven binden. Maar jij hebt je nou eenmaal in
de kop gehaald, dat je een fijne medam moet
hebben en ik heb je je zin gegeven. Ik weet.
dat jij wil, en als ze nou ook wil, dan wil ik
ook. Nou weet je 't. Ga nou je gang maar en
al ben ik eer niet heelegaar mee in m'n schik
het doet me aan de andere kant toch ook weer
veul pleizier.
Wordt vervolgd.