Voor gramofoonliefhebbers cfiet vet&aal van den day Het Erfdeel „Zij"-Créme I 1 APRIL ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Draag ROBINSONschoenen Je kunt er fijn op tippelen! ZATERDAG 1 APRIL' Wat er verrookt wordt Amerikanen en Nederlanders aan den kop UTRECHT Muzikale verzetjes Tentoonstelling in een wolkenkrabber Een wandeling naar de Noordpool Hongaarsche schepen Vlucht rond de Middel- landsche Zee Een luchtlijn tusschen Polen en Palestina? DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN Een late oorlogsbuit? Lichting van Russische wrakken Gasmaskers te koop Criminaliteit in Indië KOMT ER EEN VLIEGVELD OP TERSCHELLING AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking s BERLIJN, 29 Maart. (Reuter). Hier opge maakte statistieken uit de tabaksindustrie too- hen aan, dat de Engelschen in Europa aan het hoofd staan wat het rooken van sigaretten be treft. Zij rooken per hoofd 880 sigaretten per jaar. De tweede plaats wordt ingenomen door de Belgen, met jaarlijks 851 sigaretten per per soon. De matigste rookers in Europa zijn de Polen. De Zweden gebruiken meer snuif en de Noren pruimtabak. De zwaarste rookers ter wereld zijn de Neder landers en de Amerikanen. De Amerikanen hou den het wereldrecord voor het rooken van siga retten, n.l. jaarlijks 925 per persoon. Maar de Hollander rookt gemiddeld jaarlijks 173 sigaren tegen den Amerikaan slechts 50 en tevens dee- len de Hollanders met de Belgen het wereld record voor het ptJprooken. ZIEKENHUIS EN PENSION Broeders „ST. JOANNES DE DEO" Opname van mannelijke patiënten van alle gezindten en leeftijd. Lichte muziek behoeft niet altijd uit het buitenland te komen en zeker niet wat de uitvoerders betreft. Want onder de nieuwe amusementsplaten slaan die van onze Nederlandsche Jazz-spelers „The Ramblers" een zeer goed figuur. Terwijl zij toch niet onder gunstige omstandigheden werden opgenomen. Bij aankomst in de Studio van de Decca te Lon den, waarvoor zij spelen, deze „zwervers" maar durf ze zoo eens in het Hollandsch aan te spreken! bij aankomst dan bleken hun insrtumenten zoek en moesten zij 'n completen inventaris leenen van Engelsche collega's, die daarmee grandioos de inheemsche sportiviteit bewezen. En tijdens het spelen voor de micro foon werd de trompetter ongesteld, zoodat een Britsche blazer de vriendelijkheid had in te Vallen. Des te meer hulde voor wat er bereikt Werd. Niet voor niets is dit ensemble in het buitenland dan ook genoemd: „De beste vijf man-band van het continent." Van hun twee tal nieuwe schijven heb ik spontaan een uitge sproken voorkeur gekregen voor „My blue heaven," waarin het team saxophones een mo derne opvatting geeft van de beekscène uit Beethoven's Pastorale als steun voor een smachtend geblazen kopersolo. En Wim Pop- Pink de eerste saxophonist van net stel Zingt het refrein ervan zoo goed, dat zijn naam terecht op het etiket vermeld staat. Een plaat om te onthouden (Decca 40310). Temeer, omdat dit nummer gecombineerd werd met „Erratic Rhythm", een foxtrot die door haar pittigheid een aangenaam contrast vormt met de smel tende slowfox aan de achterzijde. „Black heaven" wordt door de Ramblers geannonceerd als een hot foxtrot. Dat lijkt me niet verstan dig, want de gematigde Jazz-liefhebbers zullen door die omschrijving schrikken en de fanatici die vooral de bollenstreken van ons land bewonen, waartusschen ik tot nu toe geen oor zakelijk verband heb gevonden zijn er toch niet content mee. Daarom, inzake „Black Heaven": het juiste milieu van de dans- Wereldvóór! (Decca F40311). Niet ieder is als de Ramblers zoo ge lukkig, telkens weer goede nieuwe nummers op te delven. Dit lijkt me althans de eenige verklaring voor de Jazz-paraphrases, die een vijf jaar geleden zoo sterk in de mode waren, toen verdwenen en nu weer opduiken. Wanneer hit die verjazzingen een zekere critiek blijkt op goedkoope romantiek, bijv. van de „Liebes- traume" van Liszt, die Whiteman er zoo oolijk tusschen heeft genomen, dan kunnen we er voor een keer vrede mee hebben. Maar als bijv. het geniale „Miserere" uit Verdi's „Troubadour" zoo mishandeld wordt, lijkt het bar veel op van dalisme. Knap vandalisme, zooals dat van ae Debroy Somers band (Columbia DX 447), maar het blijft verdacht. Ik voor mij hoor dan nog liever de oude schlagers uit een vroegere periode als „After the Ball", „Meet me tonight in dreamland", „In the shade of the appletree," die dezelfde Debroy-Somers-band met een pi kant sausje van den dag heeft opgewarmd (Co lumbia DX 352). Het ophalen van vroegere me lodische cracks zit blijkbaar in de lucht. Want Quentin Maclean blies er de pijpen van het bioscooporgel in de Trocadero-cinema mee vol. En zoo herinneren wij ons weer met plezier scènes uit Chaplin's „Goldrush", uit „What price glory en „The singing fool" (Columbia DX 382). Maar waarom eigenlijk al dat oprakelen? Hebben wij niet onze hedendaagsche producen ten van goede amusementsmuziek? Neem alleen al een componist als Paul Abraham en tel eens op uw vingers, hoeveel schlagers er voorkomen in zijn nieuwste operette „Ball im Savoy". Odeon brengt er eventjes acht nummers van uit, alle gespeeld door het huisorkest onder leiding van den componist. En gezongen door de sterren van de première: Gitta Alpar, wier hart door Gustav Fröhlich werd ontdekt en weer ver loren, Rosy Barsony, Oscar Denes en Herbert Ernst Groh. Het is een wat erg cosmopolitische bedoening: „Wenn wir Turken küssen müssen" en „Oh Mister Brown" (Odeon 11786), „Warum bin ich verliebt in dich" (Odeon 11771), het Ita- liaansche lied „Es traumt Venezia" (Odeon 11790) en „Toujours l'amour", echt Fransch van tekst, doch muzikaal een Engelsche wals, waar door dit nummer meer een ententekarakter heeft (Odeon 11770). Tot slot een vraag. Weet u wat dat is: „Wie ner Schrammel"? Een kennis van me die ge vallen schuif je altijd op rekening van een an der een kennis dus van me heeft er eens een figuur mee geslagen. In een Weensch res taurant las hij op een bordje aan den muur „Heden Wiener Schrammel". Hij dacht daarbij dadelijk aan een variant op „Wiener Schnitzel", wat hem inspireerde er bij den ober een portie van te bestellen. Die dacht, dat zijn cliënt hem voor den gek hield. Tot hem duidelijk werd, dat deze welkome vreemdeling onbekend was met de „Wiener Schrammel", zijnde een orkestje, samengesteld uit een paar violen, guitaar en harmonica of klarinet. Dit naar aanleiding van de opnamen van het Schrammelkwartet Die trich, dat Franz Hiersee begeleidde in het echt Weensche lied „Mijn moeder was een Weensche" (Krystall 6077). ,ev<- Jt'*' \.i- üiiiiiiiimiimmiiiiii llllllllllllllllllllllllll!: De Poolsehe ingenieur Ropp heeft, naar Reu ter meldt, het plan ontworpen om de wereld tentoonstelling van Warschau in 1943 niet in houden in een groot aantal paviljoens op een uitgestrekt terrein, doch in een wolkenkrabber van ongeveer zestig verdiepingen, waarin alle te exposeeren voorwerpen kunnen worden op gesteld. Na de tentoonstelling zou het gebouw een andere bestemming kunnen krijgen. Volgens den ontwerper van dit plan heeft het 't groote voordeel, dat den bezoekers vermoeien de wandelingen worden bespaard, terwijl bo vendien de bouwkosten een besparing van 50 procent opleveren. De kleinste inwoner van Milaan, Anton Git- tinger, een 37-jarige dwerg van Oostenrijksche afkomst, heeft getracht naar de Noordpool te wandelen. Drie jaar geleden vertrok Anton van Milaan en ging eerst naar Noorwegen, waar hij zich een bontjas aanschafte, eenige voorraden en een achttal slede-honden. Vervolgens zette hij de reis naar het Noorden voort. Na eenigen tijd raakten zijn voorraden uitgeput en leefde hij van de honden, welke hij stuk voor stuk slachtte. Nadat ook deze voorraad was uitgeput en Anton gevaar liep van honger om te komen, werd hij gevonden door de Pool-expeditie van Knud Rasmussen, bij wie hij twee jaar bleef. Vervolgens keerde hij naar Milaan terug met twee groote boeken vol handteekeningen en fo to's van zijn verblijf in de Poolstreken. BOEDAPEST, 27 Maart. (Reuter;, uoor een regeeringsverordening heeft Hongarije zich met ingang van 16 April aangesloten bij de het be gin van dit jaar in het leven geroepen inter nationale scheepvaartconventies. In het Ver drag van Trianon is aan Hongarije het recht toegestaan Oceaanschepen te laten varen onder eigen vlag en op het oogenblik zijn 12 Hongaar sche koopvaardijschepen in het groote handels verkeer. Krachtens de regeeringsverordening hebben de Hongaarsche scheepvaartmaatschappijen er nu voor te zorgen, dat hun schepen dit jaar voorzien worden van de in de conventies voor geschreven getuigschriften. Aan de Hongaarsche piloten Anton Banbidy en Tiber Bisits is het, naar Reuter verneemt, gelukt om in 35 dagen in een kleine machine om de Middellandsche zee te vliegen. Op 19 Februari zijn zij vertrokken van het vliegveld te Boedapest en hebben in totaal 12.760 K.M. afgelegd, waarbij zij geen enkele maal de onderdeelen hunner machine behoefden t« vervangen. De piloten zijn in totaal 120 vlieguren in de lucht geweest en vlogen o.a. over Gras, Milaan, Canne, Barcelona, Algiers, Cairo, Damascus, Istanboel, Athene, Napels, Rome, Venetië en Klagenfurt. De Poolsch-Palestijnsche Kamer van Koop handel te Warschau stelt, naar Reuter verneemt, pogingen in het werk om een directe luchtvaart dienst tot stand te brengen tusschen Polen en Palestina. Men overweegt de mogelijkheid om den dienst WarschauSaloniki uit te breiden tot Palestina via Athene, of om gebruik te maken, hetzij van het traject AmsterdamAthene van de K.L.M.-vliegtuigen op hun tochten naar Neder- landsch-Indië, of van hetzelfde traject der En gelsche vliegtuigen op hun vluchten Londen Calcutta. Vanuit Athene zou dan een dienst worden ingesteld naar Jerusalem. AZs men u vandaag vertelde, Dat de Beurs een hausse heeft, Zooals men noch na den oorlog, Noch daarvóór ooit heeft beleefd, Dat de prins van Wales verloofd is, Of een paard heeft afgericht, H Zonder dat hij is gevallen Of een schouder heeft ontwricht, Of dat Hitier 't met de Joden Plotseling van harte meent En hen als de bloem der Nazi Eere-rechten heeft verleend; Als men u wellicht gezegd heeft, Dat het Jcwaad zich zelve straft En derhalve de belasting f 1 Voor een jaar is afgeschaft, i Of dat Wijnkoop in de Kamer Plechtig heeft geproclameerd, Dat een communist geen cent meer 1 Uit de schatkist ambieert, Of men heeft u laten loopen Van het kastje naar den muur, i En u sloeg toch minstens eenmaal I Dezen dag een gek figuur Dan bezag u toch de 'dingen Door een opgeruimden bril? En u heeft het gauw begrepen: 't Is vandaag weer 1 April! f MARTIN BERDEN i (Nadruk verboden) miiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiË STEUNT: DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U tielpt ons hierdoor jongens zielen redden voor Chrlstua werkt zacht en weldadig; Uw huid ontwaakt tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking. In prijzen van 20—3045 en 75 cent. TOKIO, 29 Maart. (Reuter). Een aantal ge- pensionneerde Japansche marine-officieren hebben het plan opgevat om de 38 Russische oorlogsschepen, die tijdens den Russisch-Japan- schen oorlog door admiraal Togo tot zinken zijn gebracht en groote bedragen aan goud en gouden munten aan boord hebben, te lichten. Met de „Swaroff" en de „Alexander III", die op den bodem der zee ten N.O. van het eiland Okinoshima liggen, zal worden begonnen. De kosten van het lichtingswerk worden ge schat op 500.000 yen en de waarde van het te bergen goud op 200 millioen yen. Willie Woensdag gebruikte een groot gedeelte van zijn tijd met het zoeken naar een verborgen schat, in plaats van Ivy in de keuken te hel pen. Robbie en Topsy gingen vaak met hem mede, omdat ze er getuige van wilden zjjn, wanneer Willie inder daad iets mocht vinden. Op zekeren dag, toen Willie aan het strand aan het graven was, hoorde Freddy Vrijdag Robbie een kreet van verbazing slaken. De zeeman snelde naar het strand, waar hij Willie zag met een doos. „Het is een zware doos, ik ben er zeker van, dat ze vol goud en edel- steenen is," zei Willie opgewonden. Hij bemerkte, dat de doos niet ge sloten en zeer gemakkelijk te openen was. Doch toen hij in de doos keek, was het, alsof hij zou gaan huilen. „Dat is gêen goud. Dat zijn geen edelsteenen," riep Topsy uit. „Neen," bromde Willie, „de doos be vat niets dan apenootjes." „Ik heb ze daar verstopt," zei Fred dy Vrijdag, „om ze jou te laten vinden. Misschien zul je er nu wel mee op houden, steeds naar verborgen schat ten te zoeken en wat gaan werken." (Maandagavond vervolg) (Ingezonden Mededeelingen) Wel, Harry, dat is nu eens aardig van je, dat je ons komt opzoeken," zei mevrouw Brent met haar liefsten glimlach, terwijl ze met uitgestoken handen op den binnentre- denden jongeman toeliep. Harry Butts, jong, knap en zes voet lang, nam de handen van het oude dametje in de zijne. „Goede vrienden vergeet men niet licht, me vrouw," zei hij. „Ik heb nog vaak aan u ge dacht, daar ginds." Mevrouw Brent troonde haar gast mee naar de veranda, waar haar dochter Betty met popelend hart zat te wach ten. Ze was nerveus en ze had een kleur van opgewondenheid. Het gebeurt je niet alle dagen dat je een filmheld op bezoek krijgt. En dan nog een, waarmee je vroeger op straat hebt ge speeld, waar je zestien knikkers van hebt ge wonnen en die over een sloot is gesprongen om je zakdoek te halen. Wat een massa jeugdherinneringen! Het weerzien was allerprettigst. Harry bleek grooter en knapper dan Betty gedacht had. „O, Harry! zei ze, „wat maak jij toch altijd een spannende films! Ik zit steeds te beven, wanneer je weer zoo'n waaghalzigen toer uit haalt!" „Wie had dat ooit van den kleinen Harry gedacht, hè?" zei mevrouw Brent, onderwijl thee schenkend. De filmheld glimlachte een tikje zuur en boog zich naar Betty „Hebt u veel van mijn films gezien, miss Betty?" „O ja, dol!" zei het meisje. „Ze zijn zoo spannend, zoo gevaarlijk, hè? Vertel er eens wat van, Harry? In die laatste film vervul je de hoofdrol, is het niet? Nee, die heb ik nog niet gezien. Heet hij niet: „De spooktrein van „St. Louis"? „Juist!" zei Harry, een sigarettenkoker te voorschijn halend. „Mag ik?" En nadat hij toestemming had gekregen: „Ja, die spooktrein!" zei hij peinzend. De blauwe sigarettenrook kringelde omhoog. Zijn gedachten waren ver weg. Het meisje wachte. „Die spooktrein! Dat is een geweldig avon tuur geworden. Ik ben in die film de machinist van den trein, een van de St. Louis-spoorweg. Er zijn bandieten gesignaleerd, die zich samen trekken naar een van de grootste spoorbruggen Een geweldig bouwwerk, dat een duizelingwek kend diepen afgrond overbrugt. De spoorweg directie verwacht dat die brug vandaag of mor gen het slachtoffer van een aanslag zal wor den en daarom heeft zij de politie gevraagd de brug extra te bewaken. Bovendien moet dat alles zooveel mogelijk ge heim worden gehouden om het publiek niet te verontrusten. De treinenloop moet ononder broken worden voortgezet, al zouden alle ban dieten van de United States het trachten te verhinderen. Het treinpersoneel wordt bewa pend. Op de locomotief worden machinegewe ren verdekt opgesteld. Maar dan komt er een groote catastrofe. Het locomotiefpersoneel weigert over de'brug te rij den. Het is te gevaarlijk. lederen keer dat de trein er over rijdt dreigt aan alle kanten een gruwelijke dood. De mannen verlaten de loco motieven en de maatschappij zit met de han den in het haar. Nog altijd gebeurt alles bin nenskamers. Het publiek mag onder geen voor waarde weten welk gevaar er dreigt. Als er ook maar iets van uitlekt zou niemand meer van den trein gebruik maken. De maatschappij vraagt onder haar personeel vrijwilligers die den trein willen bedienen. De spooktrein wordt hij genoemd. Er bieden zich twee mannen aan. Hall Holy- day en ik. Wij zijn spoorwegwerkers in dienst van de maatschappij en wij willen graag het extra-loon verdienen dat voor het besturen van den trein is uitgeloofd. Wij nemen het werk van de werkelijke ma chinisten en stokers over. Wij krijgen de beste wenschen mee en.... we vertrekken. Dadelijk nadat de trein de reis heeft aan vaard, komt er een telegram. De politie heeft den strijd met de bandieten aangebonden. Er wordt geschoten. En nu blijkt dat de aanvoer der der bandieten een vroegere ingenieur van de spoorwegmaatschappij is, die wegens oneer lijkheid werd ontslagen. Men weet nu eindelijk waarom de bandieten de maatschappij willen benadeelen. Maar wij, op de locomotief, weten het niet. Wij rijden met duivelsche vaart en maken ons onderwijl vrqolijk over de misdadigers. Het tele gram wordt ons nagezonden en bereikt ons op een stationnetje dichtbij de beruchte spoorbrug. Even weifeling. Dan besluiten we door te rijden. Wij hebben onze zenuwen in bedwang. Wij wijken voor geen gevaar. We naderen de brug. Er worden schoten op den trein gelost. De avond is gevallen. Op het moment dat de trein over de brug gaat, dreunt achter ons een explosie. Beneden ligt de afgrond en de dood. Zullen we stoppen? Bij het einde van de brug zien we plots een bende kerels. Wat voeren zij in hun schild? In de personenwagens is een paniek ontstaan. We rijden op hoogste snelheid. We gaan er door. Juist op het moment dat de trein de brug verlaat, daveren verscheidene ontploffingen. De laatste goederenwagens worden versplinterd, de brug trilt van voor tot achter, de ijzeren nalken breken, en het gevaarte valt met donderend gewe.'d in den afgrond. Juist op tijd is de trein aan den overkant gekomen." Met gloeiende oogen had Betty geluisterd. Ook mevrouw Brent was onder den indruk gekomen. „Dat is toch vreeselijk gevaarlijk!" zei ze. „Het moest precies op de seconde gebeuren," vertelde Harry. „De camera's draaiden, alles was nauwkeurig uitgerekend. Maar als de ont ploffing ook maar een halve seconde te vroeg plaats vond, zouden we allen omkomen." „De passagiers!" „De scène met de passagiers werd later in de studio opgenomen. Alleen wij tweeën, Hall en ik, zaten op den gevaarlijken trein." „Ontzettend!" fluisterde Betty verrukt. „Heb jullie alles klaar?" vroeg de regisseur. De mannen bij de tafel knikten. „Camera's ingesteld?" „In orde!" „Klaar?..... Draaien!" De camera's draaiden. De I jroote jubiterlam- pen beschenen de I O Ici-IU ft tafel. Het speel- i goedtreintje zette ZC1IU ISOCYt zich in beweging, I reed door het berglandschap van luciferdoosjes en ratelde over de spoorbrug. Ingespannen volgden de mannen het ding. De mecanicien wachte. Op het juiste oogen blik stak hij de lont van het vuurwerkstuk aan. Ontploffing. De twee goederenwagens vielen stuk. De spooktrein was aan den overkant. De spoorbrugbleef liggen! „Stop!" schreeuwde de regisseur woedend. „Overdoen. Al moet het honderd voetzoekers kosten, de scène zal goed worden!" H. E. Onder het Fransche publiek heerscht hevige verontwaardiging over een advertentie, geplaatst door een Fransche fabriek van gasmaskers, met als opschrift: „Is de oorlog op komst?", waarin reclame gemaakt wordt voor gasmaskers, ge garandeerd bestand tegen alle soorten gas, te gen den prijs van 100 francs per stuk. „Indien ge er nooit een noodig hebt," zoo luidt de adverententie, des te beter. Doch ge riskeert geen tijd te hebben er een te koopen. De zaak is ter kennis gebracht van den Pa- rijschen politieprefect, die aan een Reuter-cor- respondent verklaarde dat het de taak van den staat was om gasmaskers goed te keuren. Berichten, dat de groote magazijnen gasmas kers in voorraad hebben, berusten natuurlijk op zuivere fantasie. „De Parisiennes denken meer aan zomerhoed jes dan aan gasmaskers," verklaarde de direc teur van een der groote warenhuizen. Ook het bericht, dat het ministerie van Bin- nenlandsche Zaken instructie zou hebben ge geven voor den bouw van schuilplaatsen in de buitenwijken, die bestand zijn tegen bommen en gas, worden van bevoegde zijde met nadruk tegengesproken. De Franschman heeft oneindig veel meer be langstelling voor de Iersche Sweepstake dan voor bommen gas, zoo werd verklaard. Men schrijft uit Djokja aan het „Sem. Hbl.": Momenteel kan een typisch veifcchil worden waargenomen in de criminaliteit te plattelande en in de kotta zelf. Over het algemeen is de criminaliteit op het platteland afgenomen, voor namelijk wat het aantal diefstallen betreft en onder deze categorie weer speciaal in de poeasa- diefstallen. Omtrent deze vermindering bestaan natuurlijk verschillende theoeriën, doch het is een feit, dat diefstallen, waarbij voor vele hon derden guldens aan sieraden werden buit ge maakt, langzamerhand tot de zeldzaamheden gaan behooren. Een der redeneeringen komt hierop neer, dat de plattelandsbevolking thans vrijwel geheel door haar sieraden en andere weelde-artikelen van waarde heen is. Men heeft die geleidelijk aan verpand dan wel van de hand gedaan en het is een niet algemeen be kend feit dat ongeveer anderhalf jaar geleden een Britsch-Indiër in een onaanzienlijk In- landsch hotelletje ter plaatse zijn intrek heeft genomen om speciaal goud van de bevolking en van de pandhuizen op te koopen. Waar sieraden een geliefd beleggingsartikel vormen voor de Javanen, is het gemis ervan een wel zeer ernstig economisch verschijnsel, omdat zij thans door hun spaarpot heen zijn. Hierover behoeven wij echter niet verder uit te wijden. Wat de Katta Djokja betreft Kotta Gedeh nemen wij ge makshalve maar bij Djokja hebben hier de grooe diefstallen juist in den laatsten tijd de aandacht getrokken. Naar de reden ervan in formeerend, vernamen wij. dat de vrijlating van een aantal beruchte boeven, die in de gevangenis hun straftijd hebben uitgezeten, aan dit ver schijnsel heelemaal niet vreemd is. Op initiatief van den Burgemeester van Ter schelling, den heer Reynderts, is aan 't bestuur van de K. L. M. verzocht zoo spoedig mogelijk een of meer deskundigen naar Terschelling te zenden, om verschillende terreinen in oogen- schouw te nemen, welke geschikt- zijn of ge schikt te majten zijn voor den aanleg van een vliegterrein op Terschelling. A 11** «jiAoo/t'ii op dlt blad zUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofkfkfk bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/Ï bij een ongeval met f 9Cfk bij verlies van een hand f 1 9C °ij verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk bij verlies van 'n Jn.ll" auonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ow verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f dl/.- doodeljjken afloop I een voet of een oog 1 X tn/i" duim of wijsvinger dl/, "been of arm tri/»" anderen vinger Uit het Engelsch van Wilt u niet gaan zitten? vroeg het meisje. Dat kunnen we doen: het kost niks meer ®m te zitten dan om te staan, denk ik. Zoo gingen beiden zitten op de stoelen, die Nancy hen wees, terwijl zij wachtte op wat er herder zou komen. Maar er viel gedurende lenige oogenblikken een eigenaardig zwijgen; het was duidelijk dat, ondanks de armoedig heid van het interieur, de beide mannen aan een dergelijke omgeving niet gewoon en dat ze haardoor niet heelemaal op hun gemak waren. Ne oude man had, voordat hij van huis was ëegaan, tegen zijn zoon een soort van generale repetitie gehouden van wat hij zeggen zou, biaar er was iets aan dat meisje, dat hem deed Aarzelen. Zooals hij tegen zijn zoon en naamgenoot 2ei: hij was niet gewoon om tegen zulke opge dirkte spring-in-'t-belds te praten! Hij stak elrrMiik van wal. Ik wil niet hard tegen je zvjn.... Waarom zoudt u? vroeg Nancy. Misschien heb je gelijk, deerntje. Waarom zou ik? Maar dat doet niks ter zake. Ik wil eerlijk en open met je spreken. Je weet zeker wel, dat ik een hypotheek heb op den heelen boel hier? Nancy zei niets. De heele boel behoort aan mij. Je vader was me een hoop geld schuldig en zoover als ik het begrijp, zal ik er nooit een cent van terug zien. Neemt u mij niet kwalijk, maar mr. Han dy is juist hier geweest en die zegt, dat er ge noeg is om alles te betalen. Wel kijk es an! ging de man voort. Zoo als ik zei, ik wil niet hard tegen je zijn, maar ik moet toch op mijn recht staan, nietwaar? Dat is de reden, dat ik vanavond bij je ben gekomen. Wéér was er zoo'n vreemd zwijgen in de ka mer en wéér keek de oude Jack om zich heen, terwijl de jonge onrustig op zijn stoel zat heen en weer te draaien. Wat ik nou hoop, zie je, dat is, dat we alles vriendschappelijke met mekaar in orde brengen. Ik hou van vrede en rust; ik ben al tijd een vijand van ruzie en geweld geweest en als je je nou een beetje verstandig gedraagt, kon alles nog wel es beter afloopen dan je mis schien denkt. Nancy keek den man nieuwsgierig aan. Was er een, straaltje van hoop? Ze was benieuwd wat hij voor plannen had. Je vader heeft niet mooi gehandeld, zei de oude man opeens. Pardon? vroeg Nancy uit de hoogte. Ik zeg je vader heeft niet mooi gehandeld. Wat voor reden had hij verdraaid om jou naar een fijne school en naar het college te sturen? En hij had er niet eens de duiten voor! Dat doet een behoorlijk man niet. Ik heb hooren zeggen, dat je hem al dien tijd, dat je op het college bent geweest, vierhonderd pond per jaar hebt gekost. Dat kan een boerderijtje als dit, niet lijden. En dan komt er nog bij: waar deug je nou voor, deerntje? Kun je 'n koe mel ken of boter maken of zooiets van dien aard? Ik ben bang, dat ik het niet kan, ant woordde Nancy. Zie je; daar heb je 't al! Een boerendoch ter moet groot gebracht worden als een boeren dochter, want je vader, met al zijn fijne ma nieren, en al de hoogheid die die in z'n kop had, was niks meer as 'n boer, versta je? Ik heb het al voor jaren zien ankommen, dat 't zoo zou loopen. Weer een zwijgen. Je weet zeker wel, dat ik hier indertijd staljongen ben geweest, hè? Dat was nog in de dagen van je grootvader zaliger. Die was net as je vader, die had het ook zoo hoog in de bovenkamer. Je vader werd grootgebracht als 'n jonker en hij behandelde me as 'n stuk oud vuil. En weet je wat er gebeurd is? Er waren meer as tweehonderd acres bij het huis toen., meer as vier, meer as vijf; maar ze hebben bo ven hun stand geleefd en ze moesten 'n heelen hoop verkoopen om hun schulden te betalen. Boven den stand leven en in schulden zitten, dat is wat je familie altijd heeft gedaan. En kijk nou es an hoe de zaken geloopen bennen. Vijftig jaar terug, was ik hier staljongen, ter wijl je vader de jonker was, om zoo te zeggen en nou hoort alles van mij, terwijl je vader dood is en jou, om zoo te zeggen, geen rooien duit heeft nagelaten om te leven. Mooie boel, hè? En dat vertel ik je nou allemaal niet om je te beleedigen, maar alleen, dat je goed zal weten hoe de zaken er bij-staan, versta-je? Ik heb geld verdiend en jou familie heeft het ver kwist; daar zit 'm 't verschil, zie je. Ieder woord wondde het meisje alsof het een vergiftige pijl was, maar ze zei niets. Maar het is nou eenmaal zoo het is, zette de oude man zijn relaas voort. Arme menschen bennen naar boven gekomen en rijke men schen bennen naar den kelder gegaan. Dat is zoo geweest, zoolang as de wereld bestaat. Er is een tijd geweest, dat de Trevanions de baas waren over mijn en nou is er een tijd, dat ik de baas ben over zullie, om zoo te zeggen. Ik heb nooit om medelijden gevraagd, toen ik de arme knecht was en jullie motten niet om medelijden vragen, nou jullie onderleggen. Ik begrijp niet waarom u dat allemaal tegen mij zegt, zei Nancy. Ik vraag u immers niets en ik ben niet van plan om het te doen. Voor zoover ik kan nagaan, hebt u hypotheek op alles hier; welnu, neemt u alles, dat is uw recht en daarmee afgeloopen. Ik zeg dat allemaal voor je bestwil, deern tje; nou mot je niet ineens boos worden. Ik meen het niet zoo kwaad met jeik wil al leen maar, dat je de zaken zal inzien zooas ze werkelijk bennen. Ik heb geld opgespaard, al zeg ik het zelf, maar hoe heb ik dat gedaan? Door zuinig en spaarzaam te wezen, deerntje, en hebt altijd hard gewerkt, al zeg ik het zelf, jaren achter mekaar heb ik dag en nacht ge zwoegd en geen cent voor mijzelf uitgegeven. Ik heb er geen butler op na gehouën; ik heb de groote meneer niet uitgehangen! Al die ja ren heb ik geleefd as 'n daglooner, mag je ge rust zeggen. De menschen hebben me voor 'n vrek uitgescholden, 'maar wat kan 'mijn dat schelen? Ik heb het zoover gebracht, dat ik je vader geld kon leenen en nou hoort Trevanion Court aan mijn! Is dat alles wat u mij te vertellen hebt, mr. Beel? vroeg Nancy. In dat geval hoef ik u niet langer op te houden. Wind je niet op, deerntje. Bovendien, nou de plaats aan mijn hoort, om zoo te zeggen, wil ik wel eris rondkijken en alles op me ge mak zien. Neemt u me niet kwalijk, zei Nancy koud, maar juridisch gesproken, hoort Trevanion Court héélemaal nog niet van u. Ik veronder stel, dat er een publieke verkooping zal moeten plaats hebben en dat iedereen uit de opbrengst zal worden voldaan. Wel, beste meid, zei de oude Jack gemoe delijk, zoo mot je 't nou niet direct opnemen. Ik ben met goeie bedoelingen naar je toegeko men, deerntje, en heb me jongen meegenomen. En bovendien, er is geen reden voor een ver kooping, voor zoover als ik voor mijn het zie, tenminste als je op me voorstel ingaat. Geen reden voor een verkooping? her haalde Nancy stom-verbaasd. Waarom zou et? As 't daartoe komt, zal 't een bittere pil voor je zün, denk ik zoo, om alles hier te motten kwijtraken. Je zou immers liever willen blijven wonen en meesteres blij ven in het huis, waar je het altijd geweest ben, nietwaar? Natuurlijk, zou ik dat willen, maar dat is nu eenmaal onmogelijk. Daar zou ik nou maar niet zoo zeker van zijn, deerntje, zei Jack Beel veelbeteekenend. Ik heb je 'n voorstel te doen en me zoon weet er ook van. Nancy wierp een snellen blik op den jongen Jack en zag, dat hij vuurrood was geworden en nog minder op zijn gemak was dan daarnet. Vooruit, spreek op, jong, zeide de oude Jack, terwijl hij zijn zoon aankeek. Ik zou niets willen zeggen, dat miss Nancy niet aanstaat, stamelde de jonge Jack. Dat dank je den duivel. Niet, dat ik het met je eens ben, dat heelegaar niet. Ik had Selina Nancarrow voor je uitgezocht; een pracht van een meid, die heerlijk kan melken en boter maken en die het niet kan schelen om in het hooiland te werken en die als de nood aan den man komt, óók wil helpen schoo- ven binden. Maar jij hebt je nou eenmaal in de kop gehaald, dat je een fijne medam moet hebben en ik heb je je zin gegeven. Ik weet. dat jij wil, en als ze nou ook wil, dan wil ik ook. Nou weet je 't. Ga nou je gang maar en al ben ik eer niet heelegaar mee in m'n schik het doet me aan de andere kant toch ook weer veul pleizier. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13