<7(et vetfiaal mn den daa
et Erfdeel
De ondergang der stad van Abraham
MAXIMUM-SNELHEID
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn Uw
beste vrienden
DONDERDAG 6 APRIL
LANGZAAM VERVAL
Nabucadonosor, de Babyloniër,
een der veroveraars
van Ur
Onder het zand be
dolven
Arme veteranen!
Modern station
De „Braak
ïtZ I Illusie en
werkelijkheid
Eerlijk belasting betalen
Radio in Rusland
Vrouwelijke politie
Benzine en alcohol
W ater-r antsoeneering
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
jsrf
De oude koningslijst van Ur noemt als
regenten van de tweede dynastie vier ko
ningen, die samen 177 jaren hebben ge
regeerd. De opsporingen kloppen met deze lijs
ten, zoodat deze dynastie reeds werkelijke his
torie is geworden. In 1920 vreesde men nog dat
deze koningslijst nooit behoorlijk zou worden
verklaard. Weinige jaren later was zij volko
men duidelijk.
Bij de opgravingen, die met deze lijst ver
band houden, werd in Tell-Obeid een recht
hoekig bouwwerk blootgelegd, dat in den loop
der eeuwen onder het zand bedolven was. De
onderzijde van de muren is vrij goed bewaard
gebleven en geven voldoende aanwijzingen tot
een aannemelijke reconstructie van het geheel.
In het binnengedeelte van het gebouw heeft
men een koperen relief gevonden van 2.35 me
ter breedte en 1.85 meter hoogte, dat een ade
laar met leeuwenkop voorstelt. Dit was de af
beelding van den vogel Imdugud, ofwel den
stormvogel „Zü". Ook werden verschillende mo
zaïeken gevonden, die voorstellingen bevatten
van ganzen, kalveren enz. Al deze dingen wijzen
er op, dat men hier te doen had met een z.g.
„heilige boerderij", behoorende bij een tempel.
Die afbeeldingen hebben dan ook niet alleen
beteekenis in verband met het boerenleven,
maar ook met den godsdienst. De voorwerpen
hebben vermoedelijk moeten dienen als versie
ring voor het gebouw, die een tempel moet ge
weest zijn. De stijl van dezen tempel getuigt
Van hoogstaande bouwkunst. De eerste dynastie
van Ur is naar alle waarschijnlijkheid verwoest
door Gannatum, den kleinzoon van Urnina,
koning van Lagasj, die een zeer oorlogzuchtig
Vorst was en de stad Ur moet hebben vernield.
Onder de derde dynastie valt de „gouden
eeuw" van Ur. Vijf koningen hebben over een
tijdperk van 108 jaar in deze dynastie geregeerd.
Ur was toen de hoofdstad van Zuid-Mesopo-
tamië, zoodat de politieke en religieuze invloed
van de stad zeer groot was. Juist daarom zijn
vit dezen tijd verschillende machtige tempels
bekend. Vooral de maangod en de maangodin
hebben tempels gehad van bijzondere schoon
heid. De torens van deze tempels waren in drie
takken verdeeld. De onderste ring was zwart,
de middelste rood en de bovenste blauw. Deze
takken waren vermoedelijk het symbool van de
onderwereld, de aarde en den hemel. De be
roemdste toren van die soort is de toren van
Babyion, ons allen uit de Bijbelsche geschiede
nis wel bekend. Deze toren is echter geheel
vergaan en alleen die van Ur is nog de eenige,
die voldoende bewaard werd om aanduidingen
te kunnen geven. De goden, die in deze tempels
een beeld hebben gekregen, worden meestal
voorgesteld boven op een berg. Daar deze voor
stelling alleen leeft in de verbeelding van berg
bewoners en Mesopotamië geen bergen bezit,
neemt men aan dat de bewoners van Ur de
Surneriërs, oorspronkelijk een ander land heb
ben bewoond en wel de streek die ten zuid
oosten van Mesopotamië ligt. Toen zü hun
goden een plaats wilden geven, bouwden zij een
terp, die hoog genoeg was om de omgeving te
beheerschen. Dezen „berg" hebben zij met me
taalwerk een bepaalden vorm gegeven en zoo
ontstonden de tempels, die eigenlijk niets an
ders zijn dan gestyleerde en van metselwerk
voorziene bergen. Wie de reconstructie van zoo'n
tempel ook maar even bekijkt, ziet onmiddellijk
een treffende Overeenkomst met een massale
bergklomp, voorzien echter van trappen en mu
ren. De tempels hadden groote terrassen, die
mén met zand opvulde. Daarin werden boomen,
Planten en bloemen geplaatst en zoo ontston
den de zoogenaamde „hangende tuinen", die
We nog alleen kennen uit de geschiedenis van
Babyion en Niniveh. Door deze beplantingen
leeken de tempels en den heuvel, waarop zij
stonden, nog meer op den zoo gewenschten berg.
Op groote feesten als het Nieuwjaarsfeest enz.
Werd een optocht gehouden langs de groote
trappen. Dan bewogen zich de priesters en hun
gevolg langs de trappenhelling, terwijl zij de
emblemen droegen vap Nannar en zijn gemalin
Vingal, die tijdens de plechtigheid hun resi
dentie hielden op den top in het heilige der
heiligen en op den feestdag van Nieuwjaar het
lot van hun onderdanen voor het komende jaar
bepaalden.
De tempel van Ur was het werk van Ur-
Bammu, wiens naam dan ook op een der muren
Werd gevonden. Het was n.l. de gewoonte, dat
de vorstelijke bouwheeren hun naam lieten
plaatsen in den muur van den tempel, die zij
lieten bouwen.
De ijdelheid van Urnammu ging trouwens nog
Verder, gezien enkele kalkreliefs, die nabij den
toren werden gevonden en waarin verschillende
daden van den koning zijn afgebeeld. Het oor
logstafereel is, steeds een van de voornaamste
voorstellingen en zoo zag men hier den koning
op een troon gezeten, terwijl men gevangen
vijanden met de handen op den rug gebonden,
bij hem bracht. Andere scènes weer stelden
offerplechtigheden voor of een gebed van den
koning, waarbij een engel uit den hemel daalde
met een wapenspreuk in de hand. Vermoedelijk
moet dit laatste tafereel den nadruk leggen op
het feit, dat de koning de uitvoerder is geweest
van de waterwerken van Ur.
Van al deze voorstellingen zijn slechts frag
menten overgebleven, doch deze fragmenten zijn
voldoende om de conclusie te wettigen, dat
men hier met een groot kunstwerk te doen
heeft. De voorhof van den tempel was ongeveer
tachtig meter breed en ingesloten door kamers
en bergruimten. Een groote drievoudige poort
en een zware toren gaven toegang tot den voor
hof. De tempel, zooals die bij de opgravingen
gevonden werd, was eigenlijk een complex van
tempels uit verschillende dynastieën, in dien
zin, dat in de tweede dynastie muren gebouwd
zijn om den tempel van de eerste dynastie, ter
wijl men in het derde tijdvak den dubbelen tem
pel van het eerste en het tweede tijdperk nog
maals met een muur omgaf.
In 650 vóór Christus stond het onder beheer
van een gouverneur, die regeerde uit naam vair
den koning van Assyrië. In dien tijd werden
de eenigszins vervallen tempels gerestaureerd,
maar dit geschiedde tamelijk slordig. Zoo wer
den de vloeren geenszins van nieuwe steenen
voorzien, doch eenvoudig met een laag ge
stampte klei bedekt. Nog later, in 50 vóór Chris
tus, toen een andere godsd.enst den ouden had
verdrongen, werd het geheele tempelcomplex
van Ur ten doode opgeschreven. Zelfs van de
restauraties, die Nabucadonosor heeft laten
aanbrengen, is niet veel meer overgebleven, hoe
wel het nog te zien is, dat hij smaak genoeg
had om de alleroudste plannen te volgen.
Maar behalve tempels en andere officieele
gebouwen hebben de opgravingen ook talrijke
gewone dingen blootgelegd en wel uit verschil
lende perioden al naar gelang de diepte van de
laag waar zij werden aangetroffen. De huizen
uit den tijd van 2000 vóór Christus liggen tegen
heuvelhellingen aan en zijn het minst goed be
waard. Die uit den Larsa-tijd echter zijn beter
bewaard gebleven omdat zü het langst onder
het zand bedolven zijn geweest. Evenals de
tempels vertoonden ook de fiuizen brandspo-
ren, doch de muren werden door het vuur nau
welijks aangetast. De huizen waren uiteraard
minder ingewikkeld dan de tempels, die zoo on
geveer evenveel zorgen vereischten als een mo
dem groot bedrijf. Uit de gevonden tabellen
valt n.l op te maken, dat in den tempel was on
dergebracht een boerderij, een administratie,
enz. Zoo vond men contracten, jaar- en maand
staten, kwitanties, enz. in de archieven. Uit
deze archieven blijkt weer, dat de inkomsten
van den tempel bestonden in natura, salaris
sen en betalingen voor arbeid. Alles wat bin
nenkwam, w'erd ingeschreven en van alles wat
uitging werd aanteekening gehouden.
De huizen bevatten veelal twaalf tot veertien
kamers, rondom een binnenplaats en in twee
verdiepingen verdeeld. Zij stonden in nauwe,
vochtige straten, zooals nog steeds in Ooster-
sche plaatsen het geval is. De vensters zagen
niet uit op straat maar op de binnenplaats. De
buitenmuur vertoonde alleen een deur. Bij het
binnentreden kwam men in een voorportaal,
waar een goot in den vloer liep. Hier konden
bezoekers zich wasschen, alvorens zij binnen
traden. Vandaaruit kwam men op de binnen
plaats. Achter een steenen trap op die binnen
plaats bevond zich een toilet en waschgelegen-
heid met een terra-cotta afvoerbuis. Verder
was er eefi ontvangkamer voor gasten, een
keuken en een kamer voor personeel en ten
slotte nog een huiskapel.
De ontdekking van deze huizen krijgt pas
groote beteekenis, wanneer we denken aan den
aartsvader Abraham, die een paar honderd jaar
later leefde dan het tijdperk, waarin deze hui
zen werden gebouwd. Wij hebben Abraham
reeds beschouwd als een „half-nomade", die in
w'eerwil van zijn rijkdom aan vee, toch zeer
sober en zelfs primitief leefde. Vóór de opgra
vingen van Ur was deze schildering dan ook
volkomen aannemelijk. Nu echter weten we
beter, want de stad Ur, die de geboortestad
van Abraham was, was niet zoomaar een dorp
je, maar een wereldstad, waar de inwoners in
vrij luxueuze huizen leefden. Abraham was dus
eigenlijk, wat we tegenwoordig een stadsmensch
noemen.
Dat deze ontdekking overigens niets afdoet
aan de beteekenis van Abraham's persoonlijk
heid, behoeft niet nader worden betoogd.
Over de huiskapel, waarvan hierboven even
sprake was, valt nog mede te deelen, dat deze
kapel gebouwd w(as voor een grafkelder, waarin
de leden der familie begraven werden in kof
fers van gebakken klei, die den vorm hadden
van badkuipen. In deze methode van begraven
ziet men niet ten onrechte een blijk van saam-
hoorigheid van dooden en levenden.
De bloei van Ur onder de Larsa-koningen
heeft een treurig einde beleefd. Ongeveer tien
jaar na den dood van koning Gungunu van
JLarsa (in 2068 v. Chr.) had Sumuabum de eerste
dynastie van Babyion gesticht. Deze vorst
heeft jarenlang gestreden met den vorst van
Ur, doch aanvankelijk ruziede men slechts om
het bezit van Kisj, in het Noorden van Zuid-
Babylonië. Kisj was nu weer eens in handen
van Ur, dan weer van den Babyloniër. Maar
het gevolg van deze schermutselingen was ten
slotte een felle botsing tusschen den vorst van
Babylonië en Ramsin van Larsa. Ramsin ver
woestte Isin en maakte daarmee een einde aan
een slepend bestaan. Maar daardoor juist werd
hij de onmiddellijke nabuur van Babylonië en
nu kon een oorlog niet lang meer uitblijven.
In 1955 vóór Christus komt Hammuragi als
zesde koning van Babyion op den troon. Deze
koning was niet alleen een machig man, maar
bovendien een tacticus, die zich bedwingen kon
en die vooral wachten kon. Hij was reeds der
tig jaar op den troon, toen hij den strijd waagde
en Ramsin zijn geheele gebied ontnam, waar
door hij geheel Zuid-Babylonië in zijn macht
kreeg. Mesopotamië zelf heeft van de veld
slagen geen nadeel ondervonden omdat de ge
vechten ten Oosten van de Tigris werden ge
leverd en verder werden de overwonnenen met
zachtheid behandeld. Het leven in de stad ging
na de verovering gewoon door.
De opvolger van Hammurabi was zijn zoon
Samsuiluna, een zwakke persoonlijkheid, die
niet opgewassen was tegen de enorme taak die
een heerschappij over een zoo uitgestrekt ge
bied met zich meebrengt. De invallen van ver
schillende vijandelijke volken volgden elkaar op
en spoedig brak bok in Ur een opstand uit. Sam
suiluna ondernam een strafexpeditie tegen Ur
en stak de stad in brand. Het was deze brand
die de sporen op huizen en tempels heeft
achtergelaten, waarover hierboven gesproken
werd. Dit was intusschen de laatste keer, dat
de Babyloniër voor Ur verscheen. Hij had ver
der al zijn krachten noodig om zijn eigen ge
bied te beschermen.
Deze brand had echter verschrikkelijke ge
volgen, want vele jaren lang heeft Ur tever
geefs gevochten tegen zijn ondergang. Het was
nu van allen luister beroofd en vermoedelijk voor
goed. De geschiedenis der stad van Abraham
na 1900 vóór Christus ligt geheel in het duister
en dit zal misschien zoo blijven.
Nabuchodonosor heeft, zooals reeds werd ver
meld, nog eenmaal getracht Ur uit zijn verval
op te heffen. Men mag zelfs aannemen dat aan
hem het behoud van den tempel te danken is.
Hij heeft n.l. om het heele complex heen een
buitenmuur laten bouwen en de oude gedeel
ten laten restaureeren; Vermoedelijk zat hier ook
politiek achter, want de koning begreep wonder
wel, dat hij met deze tempelrestauratie de sym
pathie van de bewoners kon verwerven. Later
heeft Cyrus van Perzië zoowel Babel als de
andere steden veroverd, doch overal heeft hij
de oude religieuze gebruiken geëerbiedigd. Zoo
heeft hij b.v. overal de geroofde godenbeelden
laten terugbrengen tot groote vreugde van de
bewoners. Cyrus heeft ook, evenals Nabucho
donosor aan den tempel van Ur gebouwd. Men
vindt zelfs zijn naam. Toch was het niet zoo
zeer de reputatie van Ur die Cyrus deze hou
ding voorschreef, want de stad had de belang
rijkheid verloren. Hij deed dit alleen uit ver
standige politieke overwegingen zooals hij ook
de Joden gelegenheid gaf hun tempels te her
bouwen.
Zoo was de stad van Abraham, na haar rol
volledig uitgespeeld te hebben, niets anders
meer dan een symbool, een naam en de draag
ster van een oude roemrijke cultuur. De be
woners trokken langzamerhand naar andere
plaatsen en wat eens een bloeiende stad was
geweest verviel tot een dorpje, waar een ar
moedig troepje herders leefde bij schapen en
geiten.
Het laatste wat men nog omtrent Ur heeft
gevonden waren tabletten uit 450 vóór Chris
tus. Een Joodsch-Grieksche schrijver uit de
tweede eeuw spreekt nog ergens over Ur als
de geboortestad van Abraham, doch toen had
Ur reeds een anderen naam en wel Kamarina,
hetgeen beteekent „maanstad".
Dat is het laatste wat over Ur werd vermeld
en langzamerhand verzonk de stad in het zand
en daarmede in de vergetelheid. Zwervende
Arabieren uit latere eeuwen hebben menigmaal
hun tenten opgeslagen op de heuvels, die het
oude Ur bedekken, zonder te weten dat onder
hun voeten de groote wereldstad Ur verborgen
lag, de stad van Abraham, stamvader van het
Joodsche volk in al zijn vertakkingen.
mumii
111111111
De snelheid mag niet afgepaald
In 't dagelijksch verkeer.
Want snelheid, die men nauw begrenst,
I Is toch geen snelheid meer!
Zoo'n bord-op-paal met maximum,
Voor motorlui bestemd,
Weerhoudt de snelheid positief,
En wat weerhoudt, dat remt!
Zóó heeft men in Den Haag gedacht i
En met het resultaat,
Dat snelheid ongelimiteerd
Daar voortaan open staat.
Den Haag gaat ons in snelheid vóór,
Geeft motorkracht vrij spel.
Dus komt de kilometerklok
Nu inderdaad in tel!
1 Een auto, .uit den aard der zaak,
Is nimmer bandeloos,
Dus het gevaar schijnt slechts fictief,
Al is een mensch ook broos!
Alleen leert men uit de practijk,
De snelheid en 't verstand,
Maar dit kan óók veranderen!
Gaan zelden hand aan hand!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
Het ministerie van Oorlog te Santiago de
Chili heeft, naar Reuter meldt, verklaard dat
voortaan aan oorlogsveteranen, die tusschen de
70 en 80 jaar oud zijn, geen pensioen meer zal
worden betaald, tenzij zij bewijzen kunnen over
leggen dat zij gehuwd zijn.
Als gevolg van dit besluit treden talrijke oud
strijders, van wie vele den oorlog van 1879 nog
hebben meegemaakt in allerijl in het huwelijk
teneinde op deze wijze hun recht op pensioen
te kunnen handhaven.
De kerkelijke huwelijken, die voorheen ook
geldigheid voor de wet hadden, worden door
een onlangs aangenomen wet als ongeldig be
schouwd en de oud-soldaten, die alleen in de
kerk gehuwd zijn zullen hun verbintenis dus
ook nog voor den ambtenaar van den burger
lijken stand moeten bevestigen.
En verscheidene grijsaards zullen opnieuw
een bruid moeten zoeken.
Voor den bouw van het nieuwe spoorweg
station te Milaan heeft men het ontwerp ge
kozen van twee Italiaansche ingenieurs, die een
plan hadden ontworpen, waarin een verdedi-
gings-systeem was opgenomen tegen luchtaan
vallen.
„Kijk Freddy Vrijdag eens," riep
Bobbie, „hij bindt vlaggen aan de
staarten van de krokodillen."
Topsy ging naar den zeeman, om te
zien, wat hij deed.
„Waarom doe je dat?" vroeg ze.
„Wel," antwoordde Freddy, ,,al de
aardmannetjes komen vandaag naar
onze Artis-keuken kijken en daar
onze keuken geen deur heeft, weten
ze natuurlijk niet, waar de keu
ken is.'
„Maar," meende Robbie, „een kro
kodil met een vlag aan zijn staart
maakt nog geen deur."
,,Maar het maakt een poort," zei-
de de zeeman, terwijl hij de beide
staarten aan elkaar bond.
Al heel spoedig verschenen nu de
aardmannetjes om de keuken te
zien en toen zij de opening zagen,
met de gekruiste vlaggen er boven,
wisten ze dat ze daar door moesten
„Zie je nu wel," zeide de zeeman,
„ze weten na precies, hoe ze gaan
moeten."
(Morgenavond vervolg.)
(Ingezonden Mededeeling)
De wereld lag aan hun voeten, want ze
zaten op den top van een duin. De len
tezon was warm en de hemel onbewolkt.
Boven hun hoofden hingen leeuweriken in de
klare, blauwe lucht te tierelieren. Zoover zij
konden zien waren er duinen, aardappelveld
jes, een enkel zandweggetje, een paar eiken-
boschjes.
„Als alles goed gaat krijg ik over een half
jaar salarisverhooging," zei hij.
„O
Het verrukte gezicht naast hem moedigde
hem aan tot verdere confidenties.
„Misschien kunnen we in het najaar trou
wen".
,Maar vader
Met een kort gebaar maaide hij de schuch
tere tegenwerping de wereld af.
„Och wat! Je vader zal het goedvinden. Na
tuurlijk vindt hij het goed. Trouwens wat
blijft hem anders over? Trouwt hij soms?"
,,'t Zal heerlijk zijn!"
„Ja."
Een leeuwerik daalde pijlsnel omlaag, alsof
hij tegen het duin te pletter zou vallen.
„O, kijk eens!"
„Ja, mooi hé?"
„Als we getrouwd zijn, ga ik niet meer naar
de fabriek"
„Natuurlijk niet."
„Waar zullen we gaan wonen?"
Hü dacht na. Dit was een moeilijke kwestie,
die al vaak op het tapijt was gekomen.
„Als we eens zoo'n klein huisje huurden aan
den rand van de stad?"
„Een klein, knus huisje."
„Ja, en aan het water. Dan kunnen we zo
mers gaan zeilen."
„Maarre
„We koopen een boot. 't Hoeft zoo'n dure niet
te wezen. Een gewoon klem vrijbuitertje. Daar
kun je heerlijk mee zeilen."
„Dan kunnen we aan de plas gaan wonen.
Daar is het heerlijk."
„Goed!"
Zijn schoenen zakten weg in het witte, heete
zand. Voorzichtig verplaatste hij zijn beenen.
Een rood-bruine vlinder kwam aandwarrelen
en zette zich neer op een boomstronk.
„We maken eerst een kleine huwelijksreis,"
zei hij.
Het meisje zuchtte.
„Waarheen?"
Hij keek peinzend naar den vlinder. Hij zag
een opengeslagen atlas met kaarten, kaarten,
kaarten....
„Naar 't buitenland," zei hij dan.
„O dol!" Ze kneep in z'n arm van blijdschap.
„Naar den Rijn?"
„Nee, niet naar Duitschland," zei hij resoluut.
,'tls er zoo onrustig en je weet nooit wat er
kan gebeuren. Nee, niet naar Duitschland.
Frankrijk, Parijs, dat is beter. Maar het is zoo
druk. Zouden we niet veel liever ergens naar
een klein Engelsch badplaatsje gaan?"
Hij dacht dat het in het najaar ook nog lente
zou zün.
„Kost dat niet veel geld?"
„Och, 't hoeft niet zoo duur te zün. We zijn
met weinig tevreden. Als we 't heel goedkoop
doen, kunnen we misschien wel twee weken
rondkomen."
„En na die twee weken in ons eigen knusse
huis aan de plas gaan wonen."
„Dat doen we. En 's zomers gaan we den hee-
len dag zeilen. Heerlijk zal dat zün, zoo lui in
een boot liggen. Kun je het je voorstellen?"
Het meisje knikte.
„We kunnen picniccen op een van de eilandjes
en visschen."
„Hè nee, niet visschen."
„Goed, goed, niet visschen dan. Maar toch
wel picniccen onder ae boomen. Zelf eieren
bakken en thee zetten. We koopen een tent
ze worden al goedkooper! en we gaan kam
peeren. En 's avonds hebben we een kampvuur
en jij zingt liedjes en ik begeleid ze op een
gutfaar."
„Maarre een guitaar?
„Voor een tientje heb je er al een en het be
spelen zal ik wel leeren."
„Natuurlük," fluisterde zij. Haar hoofd lag op
zün schouder. Om hen heen blakerden de dui
nen in het warme lentezonnetje. De vlinder
was weggevlogen, maar de leeuweriken hingen
nog in de lucht.
Ze hebben geboft, die twee.
Ondanks de crisis, heeft zün patroon hem
aan het werk gehouden. Zijn salaris werd zelfs
niet verminderd.
Tegen het najaar
konden ze
wen, want haar
vader draaide ge-
lukkig bü-
Ook hebben ze
een huwelijks
reisje kunnen maken. Met een reisgezelschap
zün ze per touringcar drie dagen naar Brussel
geweest.
Het was dol-leuk! Een beetje benauwd met
zooveel menschen. Maar ja
Nu wonen ze op een bovenhuis, driehoog. Hun
uitzicht is een zonnige straat. Aan den achter
kant zijn ontelbare veranda's, waar waschgoed
hangt,
's Zondags gaan ze naar de bioscoop.
De eerstvolgende vacantie gaan ze niet zeilen
of kampeeren, want dan zullen ze het te druk
hebben met den nieuwen wereldburger, die dan
zijn eerste geluid laat hooren.
Het tientje van de guitaar is voor de belas
ting, maar het volgend jaar misschien
H. E.
mini minimi ttiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiuiii
iimiiiiiitiiiiiiiiiiiiitiin minimi
Binnen een maand zal een nieuwe expeditie
worden uitgezonden om het Engelsche oorlogs
schip „Braak", dat nabü kaap Henloopen
(Delaware) in 1798 was gezonken te lichten,
aldus meldt Reuter.
De „Braak" was oorspronkelük een Neder-'
landsch oorlogsschip, dat op Java gebouwd is.
Het versloeg drie Spaansche schepen voor het
zonk en zou een lading van 20 millioen gulden
aan goud en zilver hebben.
Aanleiding tot deze nieuwe expeditie is het
feit, dat bü het baggeren nabü kaap Henloopen
eenige maanden geleden hout naar de opper
vlakte is gebracht, dat volgens deskundigen
meer dan 150 jaar oud moet zün, zoodat men
aanneemt dat het afkomstig is van de „Braak".
De aartsbisschop van Rouaan heeft, naar
Reuter meldt, een beroep gedaan op zün dioce-
sanen om hun aanslagbiljet van de inkomsten
belasting eerlijk in te vullen.
Niet alleen is men volgens den bisschop ver
plicht uit gevoelens van eerlükheid en patrio
tisme deze moeilijke taak eerlijk te volbrengen,
doch de wet eischt eerlijke invulling, waarbü
de kerkelüke wetgeving zich voegt door te zeg
gen „Geef den keizer hetgeen des keizers is en
geef Gode wat God toekomt".
Iedereen weet voor welke economische en fi-
nancieele moeilijkheden Frankrük evenals alle
andere landen geplaatst is.
Meer dan ooit heeft Frankrijk daarom een
heilig verbond noodig van alle Franschen om op
loyale wüze en edelmoedig offers te brengen.
Nu de bouw van het krachtige zendstation te
Moskou is voltooid, hebben de Russische autori
teiten volgens Reuter besloten, gedurende de
volgende twee jaar nog twintig andere zenders
te bouwen.
Elk dezer nieuwe stations zal een zendsterkte
hebben van 200 K.W., terwül de Moskou-zender,
zooals bekend een sterkte van 500 K.W. heeft.
Honderd daartoe speciaal geïnstrueerde om
roepers zullen dagelüks en in verschillende ta
len Russisch nieuws uitzenden.
Om deze uitgaven te kunnen bestreden zal
voortaan een speciale belasting van 36 Roebel
"er jaar op ieder radiotoestel worden geheven.
De Chileensche regeering heeft, naar Reuter
meldt, de wet van kracht verklaard, waarbü
bepaald wordt dat de benzine moet worden
vermengd met 20 procent alcohol.
De autobezitters en de automobielclubs heb
ben tevergeefs tegen deze wet geprotesteerd
door te verklaren dat de motoren door deze
gemengde brandstof ernstig nadeel zullen on
dervinden.
De regeering verklaart dat door het vermen
gen van de benzine met alcohol, de nationale
alcohol-industrie zal worden geholpen en een
vermindering van den petroleum-invoer ten
gevolge zal hebben.
I
Het ministerie van Binnenlandsche Zaken te
Sjanghai heeft een vrouwehjk politie-corps op
gericht.
Deze nieuwe beweging heeft volgens Reuter
een storm van protest ontketend van de con
servatieve kringen, die vreezen dat dit een be
gin is van emancipeering der vrouw en dat
men er dan ook straks toe over zal gaan de
vrouwen op de slagvelden te laten strüden en
dat de vrouwen dan zeggingsschap in de regee
ring zullen willen hebben.
De voorstanders van de vrouwelüke politie
daarentegen wijzen er op, dat de Chineesche
Jeanne d'Arc, mejuffrouw Mou Nan, gedurende
de Tangdynastie twaalf jaar in het leger mee
gevochten en verscheidene overwinningen be
haald heeft.
TegeUjk met het aanbreken van de hitte-
periode dreigt te Bombay, naar Reuter meldt,
ernstig gebrek aan water.
De gemeentehjke watervoorziening heeft het
waterverbruik gerantsoeneerd en men mag
thans slechts de helft gebruiken van de vroe
gere hoeveelheid.
De leider van den gemeentehjken hydrauli-
schen dienst, Dr. Modak, heeft een statistiek
opgesteld van den regenval gedurende de laat
ste 115 jaar en aan de hand daarvan voorspeld,
dat er de eerstvolgende jaren ernstig gebrek
aan water zal zün.
Hü heeft daarom het gemeentebestuur ge
adviseerd het waterverbruik te rantsoeneeren.
A 11~ dlt zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 9/1/)/) bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7C/1 bij een ongeval met OCfl bü verlies van een hand f 1 Of" oij verlies van een Cfl bij een breuk van f Afi bü
XXllK QOOTlJKz o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUU f/,- verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen I f OU,- dooüelijken afloop £tOU,~ een voet of een oog I x duim of wüsvlnger 1 been of arm# "XI/»" an
verlies van 'n
anderen vinger
Uit het Engelsch van
Wat doe je met al dat snüwerk en die
Versierde paneelen? redeneerden deze vanda
len. Het is er zoo donker als in de hel en als ik
het kocht zou ik beginnen met die raamkozü-
nen er uit te gooien en flinke openslaande ra
men te maken.
Maar toch koesterde menigeen van hen den
verzwegen wensch om eigenaar van Trevanion
Court te worden. Het wonen op de plaats zou
ze een onmiskenbare waardigheid in de buurt
verschaffen en buitengewoon streelend zijn
Voor een gevoel van zelfvoldaanheid.
Vandaar dat er onder de verzamelde boeren
een opgewonden stemming heerschte die door
Nancy's tegenwoordigheid niet weinig werd
■werd verhoogd. Ze had zoo iets jeugdig-hulpe
loos over zich en tegelük zoo iets onmisken
baar-aristocratisch dat het onwillekeurig sprak
tot het gevoel van romantiek dat op den bo
dem dezer simpele zielen lag.
Waarom was ze eigenlijk gekomen? Ze voel
den allen dat deze uren een foltering voor haar
moesten zijn. Zü was een Trevanion; wellicht
de laatste van haar geslacht en dus moest de
verkoop van het huis van haar voorouders
haar wel het gevoel geven of ze op de pünbank
lag.
Het duurde niet lang of de afslager kwam
binnen, gevolgd door notaris Handy en een
paar mindere goden. Zoodra de notaris Nancy
in het oog kreeg, ging hij op haar toe.
Waarom ben je hier gekomen, Nancy?
Kunt u het niet begrijpen? Ik kon niet
anders! Ik heb het gevoel, of dit de begrafenis
is van iemand die héél lief was. Daarbü zou
ik toch ook niet weggebleven zün!
Kom in elk geval bü me zitten, zei de
oude notaris, toen een paar ruwe kerels zich
naast het meisje kwamen nederzetten.
Daarop nam hij haar mee naar de kleine
verhooging achter in de zaal en bracht haar
een stoel.
Jack Senior en Jack Junior waren natuurlijk
aanwezig en voelden zich personen van ge
wicht. Voordat hij de zaal was binnengegaan,
had de oude Jack met luider stemme over zün
hypotheek gesproken en verzekerd dat hij zor
gen zou dat hij en niemand anders eigenaar
van het huis zou worden.
Zijn hooge toon schrikte verschillende an
dere rüke boeren niet af om ook flink mee te
bieden.
Ik zou welereis willen weten wat de meid
hier doet, fluisterde oude Jack tegen zün zoon.
De jonge Jack bleef het antwoord schuldig
en keek met omfloerste oogen naar het meisje.
De afslager begon met eenige onkiesche op
merkingen, die hij zelf en een deel van zün
auditorium nochtans heel geestig schenen te
vinden, over het doel der büeenkomst.
Daarop prees, hij, met de welsprekendheid zijn
beroep éigen, het object van den verkoop aan.
Trevanion Court was de woning van een adel-
hjke familie, welker oorsprong tot in een ver
erleden reikte.
Hü weidde uit over den rijkdom van het
bouwland, over de kunstwaarde van het huis
en over de glorie die het bezit van zulk een
historische woning den kooper zou verleenen.
Daarop werden de voorwaarden van den ver
koop voorgelezen. De meeste daarvan waren
de in de streek gebruikelüke, maar plotseling
ging er een uitroep van verbazing door de zaal
en kwam er een blik van verwondering- in de
oogen van de aanwezige boeren.
Ik moet aan de bekende, gebruikelüke
voorwaarden, kondigde de afslager aan er
twee toevoegen van büzonderen aard.
Ten eerste; dat de verkooper zich het recht
voorbehoudt, om binnen den termün van vüf
jaar, te rekenen van af den datum van van
daag, het huis en het daarbü behoorende land,
terug te koopen voor een bedrag van 10.000
pond sterling. Er is rmj van deskundige zijde
verzekerd, dat tegen deze conditie geen wette-
lük bezwaar bestaat.
De afslager keek den notaris aan en deze
knikte bevestigend. Aller oogen vestigden zich
op Nancy, die heel rustig bleef onder deze
blikken.
We hoeven niet bang te zün dat er van
die optie gebruik zal worden gemaakt, hoorde
men ouden Jack op luiden toon zeggen tegen
een boer die naast hem zat.
De tweede voorwaarde is, ging de afsla
ger voort dat de kooper niet mag gedoogen
dat er iets verwijderd of verkocht wordt van
het paneel- of snüwerk, iets van de oude
eikenhouten betimmering of eenige verande
ring aan deuren, vensters of den gevel mag
aanbrengen of doen aanbrengen: in het alge
meen, niets mag doen of laten doen waardoor
de historische waarde van het huis wordt aan
getast. Deze voorwaarde vervalt indien na vijf
jaar geen gebruik van de optie is gemaakt.
Weer liet de grove stem van Jack Beel zich
hooren, nu luid lachend.
Ik begrijp het allemaal best. Maar het
heeft allemaal geen steek te beteekenen.
Toen eindelijk de veiling begon, was de oude
Beel de eerste die bood.
Vüf duizend pond, kondigde hü zeer luid
aan.
En vijf honderd, volgde een mededinger
prompt daarop.
Er werd levendig geboden tot een bedrag van
zesduizend vüf honderd pond bereikt was. Toen
volgden de roepen elkaar langzamer en met
grootere tusschenpoozen op en steeg het be
drag telkens met vüf tig inplaats met honderd.
Maar het verlangen om Trevanion Court te
bezitten, was nog altüd zoo groot, dat oude
Jack onrustig begon te worden.
Hü merkte dat een van de bieders vooral een
ernstige mededinger was, een zekere Polking-
hom, die jaren geleden naar Amerika was ge
gaan en naar Cornwall was teruggekeerd om
daar, zooals hü zelf zeide, zün laatste levens
dagen te slüten. Men zei, dat hü geweldig rijk
was.
Maar Jack Beel was niet van plan zich den
begeerden buit te laten ontglippen. En zoo'n lee-
lijken Amerikaan zooals hij het later uit
drukte gunde hij het heelemaal niet.
Toen Polkinghorn op 7000 was gekomen,
verklaarde de man, die eens staljongen op Tre
vanion Court was geweest, dat hij er in elk ge
val nog 500 pond meer voor over had.
Goed zoo Jack, schreeuwde iemand uit 't
publiek, je bent nog lang niet op den bodem
van je kous!
Als ik het verdubbel, nog niet, snoefde de
boer.
De wedstrijd werd nu spannend, elk van de
beide mededingers legde er op zün beurt weer
honderd pond op.
Nancy volgde den strijd met gloeiende wan
gen. Bij iedere stüging van de koopsom werd
haar kans grooter, dat de opbrengst de schul
den zou overtreffen en daarbü steeg de moge-
lükheid om wat geld over te houden om den
strüd van het terugkoopen te beginnen, en om
iets van het meubilair te behouden.
Achtduizend pond, zei de „Amerikaan'
kalm.
Natuurlijk is dat niet het laatste bod,
heeren, constateerde de afslager met blükbaar
genoegen. Het is een historisch monument,
heeren, moedigde hij aan.
Wat moet een boer nou met zoo'n ding
beginnen? Stuur het maar naar het Britsch
Museum! grinnikte een van de aanwezigen.
En die 200 acres bouwland, dat is ook
maar zoo zoo, zei een ander. Een groot gedeelte
is bosch en de heele noordkant is niks waard
omdat het daar to koud is.
Een en tachtig honderd, snauwde de stem
van den ouden Jack.
Blükbaar was acht duizend pond de grens,
die de heer Polkinghorn zichzelf uitdrukkelijk
gesteld had een eenige oogenblikken later was
Jack Beel de nieuwe eigenaar van Trevanion
Court.
Al had het me tienduizend moeten kosten,
gekocht had ik het, zei Jack tegen zijn mede
dinger.
Je hebt een kat in den zak gekocht, Jack,
zei een oude boer. Ik zou niet meer dan twee
honderd per jaar pacht er voor geven en dat
is rente van niet meer dan 4000.
Ja, mengde een tweede zich in t gesprek,
en het zal je er nog wel een duizend bü kosten
cm de bijgebouwen te laten opknappen.
En dan zijn de bedingen er nog, consta
teerde een derde.
Dat beding is onzin, verklaarde Jack Beel
opgeblazen. Waar zou de deern de duiten van
daan moeten halen? Ze is zoo arm als een
kerkrat.
(Wordt vervolgd).