Vorst Sapieha voor het gerecht
I f 100.- keerden wij heden uit
f 73.455-
GRATIS
Jeuk
Md wïfiaal van den
Nr. 1
van Lijst
k
WRKSLEY
et Erfdeel
l O N Z E 22 6e UITKEERINGj
HILARITEITSSUCCES
D.D.D.
AMBTELIJKE STIJL
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Wie stevig in zijn schoenen wil staan
Hij trekke ROBINSONschoenen aan
Stemt op 26 April
A
MAANDAG 10 APRIL!
Fantastische geschiedenis van be'
driegerij en oorkonden-
vervalsching
Heftige scènes
Oorlogsschulden en
Mary Pickford
ingevolge de voor onze abonné's geldende
gratis ongevallen verzekering aan den Heer 1
A. G B. CLASMEIER - ADELAARSWEC 120 - AMSTERDAM I
wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is
I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN
I aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd.
DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS I
HUIDAANDOENINGEN
De Russische radio-
stoorders
Valsche francs
Onveilig Torza
Uit de nalatenschap van
Strauss
2L*S° »»-" I Wegens gebrek
KATHOLIEKEN!
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
Er is zeker geen volk in Europa, dat zoo
diep de situatie van het oogenblik aanvoelt
als het Duitsche. Nu in deze weken de
nationale Regeering zich in de binnenlandsche
en buitenlandsche politiek poogt te stabiliseeren,
kan men Duitschland vergelijken met een reuzen-
circus, waar hoog boven de arena een equilibrist
zijn halsbrekende toeren verricht, aangenomen
dan dat deze equilibrist de heer Hitier is. Want
Waar men ook komt, op de straten, in vergade
ringen, in families, overal heerscht een ernst
en een spanning als in de gezichten van circus
bezoekers en men zou af en toe geneigd zijn
om naar een bordje „verboden te lachen" te
gaan zoeken.
In zulk een dood-ernstige stemming is een
proces als dat van Stanislas Woy veel waard,
want het brengt de lachspieren in beweging of
men wil of niet. Zelden had een rechtszitting
zulk een hilariteitssucces als de huidige in het
Neue Kriminalgericht.
Men stelle zich voor, hoe Stanislas Woy, aan
Wiens accent men onmiddellijk den Pool her
kent en die er niet indrukwekkend uitziet, on
middellijk nadat hij in de rechtszaal gebracht is,
tot den rechter en de aanwezigen het woord
richt: „ik maak er u allen op attent, dat ik
Vorst Sapieha heet, sedert 1916 in Pruisen ge
naturaliseerd. Ik verzoek u mij als „vorst Sa
pieha" aan te spreken, daar ik anders niet van
plan ben ook maar een enkel woord te zeggen."
De rechter bracht hiertegen in, dat de aan
geklaagde Woy heette en dus ook Woy genoemd
zou worden, waarop de man die vorst Sapieha
wilde zijn, zijn bedreiging van te gaan zwijgen,
geenszins waar maakte, doch integendeel een
heftige scène begon.
Woy is aangeklaagd van voortgezette bedrie
gerijen en oorkondenvervalsching. De geschie
denis van zijn misdaad is min of meer fantas
tisch. Zij begint met een advertentie, welke
luidde:
„Te verkoopen een historisch kasteel aan
den Moesel, gebouwd in 1600. Zeventien kamers.
Prijs 125.000 Mark." De eigenaar van het slot
kreeg hierop bericht van een zekeren heer
Rauch, die hem mededeelde dat zijn vriend,
vorst Sapieha, zich bijzonder voor het kasteel
interesseerde. De menschen die kasteelen uit
1600 willen koopen, liggen blijkbaar niet opge
schept en de burchteigenaar begon met vorst
Sapieha te correspondeeren. Vorst Sapieha, die
liever buiten schot wilde blijven, verklaarde in-
tusschen dat hij het kasteel wilde koopen voor
zijn vriend vorst Bonislaw XVI uit Piast in Po
len. Men werd het eens over den prijs en te
Londen werd het koopcontract opgemaakt door
een Engelschen notaris. De som zou betaald
Worden in driemaandelijksche termijnen.
Alles ging naar wensch, totdat in januari jl.
het eerste part betaald moest worden. Noch de
bestaande Vorst Sapieha, alias Woy, noch de
verzonnen vorst Bonislaw de zestiende kwamen
over de brug en zoo rees er bij den burchtheer
eenige twijfel omtrent de soliditeit van de
Poolsche Vorsten, die groeide naarmate de tijd
rijper werd en de wissels ongedekt bleken. In-
tusschen moet men niet gelooven, dat Vorst
Sapieha had stil gezeten, integendeel, alles
heeft hij in het werk gesteld om de 3000 Mark
die op den 15en Januari vervielen, machtig te
Worden; er lag hem blijkbaar zeer veel aan
een kasteel gelegen.
De heer Woy heeft zich ongetwijfeld te sterk
in de vorsten-psyche ingeleefd, dan dat hij
zich zou kunnen vernederen tot handenarbeid
of tot het bescheiden bestaan dat hem naar
zijn bescheiden talenten toekomt. Hij besloot
het was de eerste maal niet om de kracht
van zijn fantasie en zijn niet onsympathiek
uiterlijk te toetsen aan een vrouw. Hiertoe
stelde hij zich in verbinding met een Ber-
lijnseh, vrij bekend huwelijks-bemiddelings
bureau en zocht er een kapitaalkrachtige dame
uit, een rijke weduwe. Spoedig kon de verlo
ving gevierd worden, want mevr. B. sloeg het
aanzoek van een vorst, die zooeven een slot
aan den Moesel geërfd had en nog 100.000 Mark
bovendien, niet af. In November was de ver
loving, in December bevond zich Woy op zwart
zaad, en in Januari moest de eerste termijn
voldaan worden. Vorst Sapieha noodigde dus
zijn aanstaande vorstin uit, om het slot te gaan
bezichtigen en inrichten. Hij slaagde erin een
privé-wagen machtig te worden en het winter-
sche snoepreisje vanuit Berlijn naar de oevers
van den Moezel begon. Helaas had de Vorst
pech. Mevrouw B. zag er aanvankelijk niets
in, dat Sapieha haar gevraagd had om 3000
Mark bij te dragen en voor de aankleeding van
het kasteel te zorgen, doch in Göttingen kreeg
het paar een ernstige auto-panne en moest in
een hotel overnachten. Den volgenden dag,
toen de rekening betaald moest worden, bleek
de Vorst zijn portefeuille vergeten te hebben.
Toevallig kwam mevrouw B. erachter, dat ook
de prachtige wagen hem niet behoorde en,
de Berlijnsche weeuwtjes zijn nog zoo dom
niet, toen treurde zij niet lang om haar gebro
ken illusies, doch bracht de dekens, loopers,
en wat dies meer in een burcht van noode is,
in veiligheid, en reisde per trein met baar
drieduizend Mark naar Berlijn terug.
Terwijl deze aanklacht voorgelezen wordt, is
het doodstil op de tribunes, slechts af en toe
onderbreekt een hartelijk lachen de fraaie
historie. Dan richt de rechter zich tot Woy
met een vraag, doch deze wil niet antwoorden,
wenscht Vorst Sapieha te worden genoemd, en
vraagt een half uur bedenktijd om het er met
zichzelf over eens te worden of hij eventueel
ook op vragen aan den heer Woy gericht, mag
antwoorden. De bedenktijd wordt hem toege
staan, het publiek geeft zijn misnoegen te ken
nen over het verdwijnen van den acteur die de
vorstenrol speelt, doch wordt schadeloos ge
steld door het amusante verhoor van den bo-
vengenoemden heer Rauch, die van beroep de
tective is, en toch zoo smadelijk door vorst
Sapieha werd b tgenomen. „U hadt toch
moeten bemerken met wien u te doen had,"
Sapieha werd beetgenomen. „U had toch
dien vorstentitel moeten doorzien!" „Neen,"
zegt de detective en ziet er zoo perplex uit als
of hij nog steeds niet over den schrik van de
ontdekking heen is: „Neen, ik heb vast ge
loofd dat die man Vorst Sapieha was. En trou
wens, hij heeft me toch brieven laten zien die
geadresseerd waren: Aan Zijne Hoogheid Vorst
Sapieha, Turmstrasse 90." Dit wordt met lach
salvo's begroet. Want in Turmstrasse 90 resi
deert.... het Neue Kriminalgericht
Dit is de geschiedenis van de trouwlustige
weduwe die slimmer, en den beroepsdetective
die dommer was dan een valsche vorst.
De bekende filmster Mary Pickford heeft in
een interview met Reuter verklaard, dat zij
geen reizen zal maken in Fransche schepen,
zoolang Frankrijk zijn oorlogsschulden niet be
taald heeft.
Zij zal dan ook met het Italiaansche stoom
schip „Rex" naar de Vereenigde Staten terug-
keeren.
Sprekende over haar echtgenoot, Douglas
Fairbanks en haarzelf, zeide Mary Pickford,
dat zij niets konden aanvaarden van de Fran-
schen, zoolang deze him schulden aan Amerika
niet betaald hebben.
e.MiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiiitiifiiiifiiiHiHiiiHiiiiiiiuitiiiinii iiiiimntiiiiiiiiiitiiiuiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiie
5 MimMIMHHMMIIHUIlIHHMIUININ
§W8IUIIHMmim«imHIHlHHHIHIIIHmWIIIHIHHIIIIIHHIHIHMIIWIIHIIHIIIIIIIIHIIHIIIHIIIIIIUIIIIl»IIIIIIHlllllU[IIIIIIIIHHIHIHHnillllllHIIIIIIIÏ;
Wanneer gij last hebt van
Ekzeem, Open Beenen, Dauw
worm, Zweren of andere huid
aandoening, Z8ndt dan een
briefkaart en U ontvangt gratis
een monsterflacon D.D.D., de
vloeistof diB in de huidporiën
dringt en de ziektekiemen doodt
Enkele druppels doen de hevigste jeuk
ondragelijkste pijn bedaren. Adres:
Comp. Amsterdam.
Over de geheele wereld heerscht een epide
misch verlangen naar immer sterker radiozen
ders. In alle landen heeft men ingezien, welk
een nationale propaganda de radio beteekenen
kan. Het gevaar is evenwel groot, dat de af
zonderlijke zenders met zulke gewichtige ener
gieën in hun antennes elkander wederkeerig
zullen storen. Inderdaad is tegenwoordig het
ontvangen van verafgelegen stations geen ge
noegen meer, daar door het interfereeren der
golven fluittonen en andere storingen worden
opgewekt.
Voorheen heeft men getracht deze bedenke
lijke ontwikkeling tegen te gaan door inter
nationale overeenkomsten inzake het radio-ver
keer, en werd de maximale energie van de zen
ders vastgesteld op 100 kilo-watt. Op de In
ternationale Conferentie voor Telegrafie, die
in het najaar van 1932 te Madrid werd ge
houden, is een nieuwe regeling ontworpen,
die op een nieuwe Conferentie in Zwitserland
in Juni van dit jaar verder uitgewerkt zal
worden. Sedert eenige weken zijn nu alle zen
ders een geweldigen wedloop begonnen, om nog
voor de definitieve regeling een zoo groot mo
gelijk gebied te bestrijken.
Terwijl alle landen zich aan een maximum
van 100 Kilowatt gehouden hebben, heeft Rus
land dezen maatstaf ver overschreden en
heeft het in één jaar tijds zes geweldige zen
ders gebouwd, ofschoon het in Moscou reeds
twee stations van 100 kilo-watt en nog ver
schillende andere radio-stations in werking
had. De grootste zender in Moscou met een
energie van 500 kilo-watt in de antenne nadert
zijn voltooiing. Iets dergelijks heeft de wereld
nog nooit aanschouwd. Allerwege heerscht
thans een zekere ongerustheid over de Rus
sische plannen, en overal vraagt men zich af,
hoe deze in overeenstemming te brengen zijn
met de overeenkomsten van de wereld-radio
conferentie. Volgens den letterlijken tekst van
het verdrag mag de energie van den zender
maximum ongeveer 100 kilo-watt bedragen,
maar men zal toegeven, dat 500 Kilo-watt
zeer ver buiten deze grens is gelegen.
Of zal Rusland zich baseeren op het feit,
dat deze regeling getroffen werd voor de mid
delmatig lange golven? De nieuwe zender zal
namelijk lange golven uitzenden. Men weet nog
niet hoe ver het 500 kilo-watt station zijn in
vloed zal doen gevoelen en andere golflengten
zal storen. Zooals men weet, worden vele Euro-
peesche stations gestoord door de beide andere
Moscousche zenders. Uit alle omliggende landen
worden klachten vernomen. Vooral voor
Duitschland en Holland dreigt gevaar. Het is
niet zeker, dat men met een drielamptoestel
den nieuwen zender zal kunnen uitschakelen.
Overigens is het Russische plan ook niet zeer
verstandig, want in het algemeen wordt door t
overstemmen van een zender door een nieuw
station, niet alleen de vreemde maar ook de
eigen zender gestoord en ongenietbaar.
De techniek zal intusschen wel niet rusten
voor een middel gevonden is om de bolsjewis
tische radio-golven tegen te houden. Zoo is het
misschien mogelijk een zender te bouwen, die
door fluittonen op dezelfde golflengte de Rus
sische uitzendingen hier onhoorbaar maakt.
Er is nog een ander plan: men zou de Russi
sche uitzendingen kunnen relayeeren met ver
schoven phase, d. w. z. met een fractie vaneen
seconde vertraagd. Wanneer de Hollandsche
en de Russische golflengte volkomen gelijk zijn,
zal zoodoende de uitzending absoluut onhoor
baar worden. Theoretisch is dit plan alleszins
juist, maar in de praktijk zou het op onover
komelijke moeilijkheden stuiten.
Hoewel de nieuwe zilveren 20-francsstukken
slechts eenige weken in Frankrijk in omloop
zijn, heeft men, naar Reuter meldt, reeds val
sche exemplaren van deze munten in beslag
genomen.
Deze nagemaakte munten zijn lichter van
kleur dan de echte en zoo zacht, dat men er
met den nagel een kras op kan maken. De
politie, die terstond een uitgebreid onderzoek
naar deze valschemunterij heeft ingesteld,
vreest dat een groot aantal nagemaakte 20 frs.-
stukken in omloop zijn gebracht.
niuilll
lllllllë
i Als je tè veel wilt beweren i
Zeg je dikwijls niemendali
Of het klinkt door komma-punten
En herhaling toch te mal. f
Zelfs al heb je een geheugen
I Van het best verchroomde staal,
Dan nog zult u weinig snappen
Van de ambtelijke taal!
„Bij beschikking des ministers"
Is een duidelijk begin,
Maar de rest is als een wolknot
Met een knoopenreeks er in.
Datum zooveel, nummer zooveel,
En bij Koninklijk Besluit....
1 Dan herhaling, komma-punten,
1 Doch je komt er niet meer uit!
Weer beschikking, dan gewijzigd,
Weer gewijzigd en beschikt,
1 Onderwijl je je dan telkens
Aan een komma-punt verslikt!
En verwijzingen naar nummers
Zie j' op eiken regel staan,
Net alsof er 'n idioot is,
Die zoo iets nog op zal slaan!
En dit alleswaarom, denkt u,
Wordt er zoo gekoffiedikt?
i Als bijvoorbeeld de minister
Op een vraag heeft ja-geknikt!
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiB
Het aantal inbraken te Torza (Joego-Sla-
vië) neemt op verontrustende wijze toe. De
politie verklaarde het te druk te hebben om
deze vergrijpen ernstig te onderzoeken. Zij
heeft de handen vol met het bewaken van po
litieke verdachten, het bestrijden van de
smokkelarij en het achtervolgen van bandie
ten.
In verband hiermede, aldus Reuter, hebben
de burgers verlof gevraagd een burgerwacht
te vormen, hetgeen werd toegestaan. Den eer
sten nacht slaagde deze burgerwacht er reeds
in 5 inbrekers gevangen te nemen.
WEENEN, 8 April. (Reuter) Een Weensch
advocaat heeft een interessante collectie voor
werpen ten verkoop aangeboden uit de nalaten
schap van den vermaarden walskoning Johann
Strauss.
De collectie bevat het manuscript van „An
der schönen blauen Donau" en verder een hoed
van Strauss en een program van de noodlot
tige uitvoering in het Ringtheater op 9 Novem
ber 1881, waarbij 500 personen door brand het
leven verloren.
Toen het „vrijspraak wegens gebrek aan be
wijs" was uitgesproken, was Allan Bertins'
eerste sensatie die van groote vreugde en
opluchting. Er was zóóveel tegen hem aange
voerd in den laatsten tijd, men had zoozeer ge
plozen en gerafeld aan zijn leven, dat hij bijna
aan zichzelf was gaan twijfelen. Nu was het
voorbij, gelukkig! In weerwil van de bezwarende
omstandigheden had men hem vrijgesproken.
Er was wel iets in dat „gebrek aan bewijs," dat
hem kwetste. Waarom niet onschuldig? Hij
wès immers onschuldig. Het kwam hem voor,
dat men nooit een moment daaraan getwijfeld
had. Zeker, hij had de grootste voordeelen bij
den dood van zijn bloedverwant, en een serie
toevalligheden die men, als ze in een roman
voorkwamen „onmogelijk" zou noemen, verstrik
ten hem in een net, dat vaster en vaster om
hem heen getrokken was
Toen kwam het schitterend pleidooi van zijn
advocaatStuk voor stuk ontrafelde deze
weer al de argumenten en beschuldigingen. Er
bleef niet veel meer over van de aanklacht. Al
lan meende een ellendige episode in zijn leven
te hebben afgesloten voor altijd. Hoezeer ver
giste hij zich!
Reeds van den eersten dag af dat hij uit de
voorloopige hechtenis terugkeerde naar het ge
wone leven, voelde hü dat er iets veranderd was.
De lucht om hem heen scheen verkild, het leek
alsof er een wijde afstand was tusschen hem
en ieder ander mensch. Toen hjj thuis kwam
in zijn gezellige jonggezellenwoning, begroette
de huishoudster hem met strak gezicht en zeide
dat ze wenschte weg te gaan, liefst dadelijk,
ze had gezorgd voor een plaatsvervangster.
Iemand uit een andere stad. De toon waarop
ze dit zei, deed hem veel begrijpen. Zijn vrien
den lieten niets van zich hooren. Toen hij er
een ontmoette en aansprak, kreeg hij een koele
felicitatie en de ander had zichtbaar haast om
verder te gaan. Geen enkele uitnoodiging, geen
brief.... Een verschrikkelijke stilte was om hem
heen. Zij hielden hem voor schuldig! Ze dach
ten dat hij door blind geluk aan het gerecht
ontkomen was en rechtten hem nu op hun
wijze: door hem uit te stooten.
Hij was van uitstekende familie, gefor
tuneerd en door den gewelddadigen dood van
zijn achterneef, die hem tot universeel erfge
naam benoemd had, zelfs zeer rijk. Hij zou een
heerlijk leven kunnen leiden.... Doch wat zijn
rijkdom en genoegen, als men ze met niemand
kon deelen?
Er was een meisje geweest, de blonde lieve
Maya, die hij het hof had gemaakt. Haar ouders
vonden haar te jong, doch ze hadden hem te
verstaan gegeven, dat zijn aanzoek niet zou
worden afgewezen, als hij een jaar later wilde
terugkeeren. Dan was Maya negentien geworden.
Hij ging naar haar ouders en werd niet ont
vangen. Men nam zelfs niet de moeite voor te
wenden dat men afwezig was. „Meneer kan niet
worden ontvangen," zei het dienstmeisje en
Op zekeren dag haalde Robbie
Freddy Vrijdag over, roovertje met
hem te spelen. Freddy zei, dat hij
dat spelletje nog nooit gespeeld had,
dus Robbie legde hem uit, hoe het
ging.
„Hier is een pistóbl," zei hij, ter
wijl hij Freddy diens eigen tabaks
pijp gaf. „Nu ben jij een dapper En-
gelsch zeeman, die het meisje uit de
handen van den rooverhoofdman be
vrijdt. Topsy speelt voor het schoone
meisje, ik sluit haar in een kist en
jij komt haar tehulp."
Freddy Vrijdag verstopte zich zoo
lang achter eenige rotsen, tot hij
dachft, dat de rooverhoofdman tijd
genoeg had gehad, om de gevangene
in te sluiten.
Toen kwam hij plotseling te voor
schijn en deed net, alsof hü op Rob
bie met zijn pistool wilde schieten.
„Ahoy," riep hij uit, toen hij kwam
aanstormen.
Robbie liet zich op zijn rug vallen
en de zeeman tilde het deksel van
de kist op. Maar in plaats van het
schoone meisje, vond hij er Polly, de
kat, in.
Van schrik rolde hij om.
„Waar is Topsy?" vroeg hü ver
wonderd.
„Terug naar het kamp," zei Rob
bie, „ze wilde geen roovertje
spelen."
(Morgenavond vervolg.)
keek hem brutaal aan. Het striemde als een
zweepslag en even welde woede in hem op. Hij
zou het liefst zijn binnengedrongen en hebben
geroepen: „wat-matig jullie je aan mj te ver-
oordeelen? Ik ben onschuldig!" Hij beheerschte
zich echter en ging.
Eenigen tüd geleden had een zekere Sondberg
hem verzocht of hij zich niet in zqn zaken
wilde interesseeren. Destijds had hü geweifeld,
zijn kapitaal te wagen. Nu stond het geheel an
ders. Hü zocht Sondberg op. Die was beleefd
en terughoudend, uit zijn heele wijze van op
treden kon Allan duidelük opmaken, dat hij niet
meer voelde voor deze zakelijke relatie.
Allan had een oude nicht, die altüd veel
van hem hield. Hij ging haar bezoeken. Ze om
helsde hem en had tranen in de oogen. Doch
toen hü een tüdje bü haar was, zei ze schuch
ter: „Je moest hier weggaan, jongen, hier zul
je nooit meer
rustig en geluk-
gen, als je moe- 7 i
der het had be- CLCLTl OCWIJS I
leefd!" En ze be- I
gon te schreien,
Hij vroeg uit dichtgeknepen keel: „Gelooft
u dan in mijn schuld?"
„Neen-neen!" Ze schudde heftig met haar
hoofd, doch hü voelde den smartelüken twüfel
onder die verzekering.
Een donkere moeheid breidde zich uit zü'n
hart. Hy zei langzaam en bitter: „Men zou
bijna wenschen werkelük schuldig te zün, dan
zou het niet zoo verwenscht onbillijk wezen!"
Doch koppig als hü was en trotsch, bleef hü
in de stad, waar niemand hem meer scheen te
kennen. Hü maakte slechts een klein reisje ter
ontsnapping. Verdroeg alle hatelüke blikken en
de volkomen maatschappelüke isolatie, waarin
hü gebracht was, met een masker van koude
wilskracht op het gelaat.
Hü interesseerde zich voor tooneel en liet
zich niet afschrikken door nieuwsgierige blik
ken en gefluisterde opmerkingen. Hü sloeg zün
oogen niet neer voor oogen, die hem niet meer
wilden zien. Maar naarmate de weken en maan
den vergingen, werd de wond in hem dieper en
pünlüker. Soms nam hij zich voor weg te gaan,
maar zün trots weerhield hem.
Toen, als een donderslag, kwam het bericht
dat de moordenaar ontdekt was en reeds bekend
had. Binnen enkele uren veranderde opeens de
heele toestand. Sandberg kwam hem op straat
met uitgestoken hand tegemoet. Toen hü zich
in den schouwburg vertoonde, waren de blikken
en gefluisterde woorden van geheel anderen
aard. En Maya schreef hem een lief briefje,
dat zü in haar hart nooit aan hem getwüfeld
had. Doch den volgenden avond stond in alle
plaatselüke bladen de volgende zeer groote
annonce:
Allan Bertin hoopt, dat hü in uw aller her
innering zal blyven leven als een waarschu
wing tegen verhoovaardiging. Want menschen
hebben niet het recht te oordeelen en te ver-
oordeelen. Allan Bertin vertrekt, hij heeft hier
niets meer te zoeken, waar hij weet, dat er geen
oprechte vriend van hem leeft, geen hart hem
eerlijk genegen was.
Hü vertrok met zün goede tante, de eenige
die getracht had, slechts het goede te denken.
En veel later, toen de wond was dichtge
schroeid, kon hij zeggen: „Ik ben blü, want als
het nooit gebeurd was zou ik Maya hebben ge
trouwd, zou ik hebben gebouwd op vrienden
als Sondberg.
(Ingezonden Mededeeling)
VIER STUKS
PER PAKJE
WRIGLEY'S
KAUWGOM
IN DE MOND
IS LEKKER EN
GEZOND!
J f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/1/1 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f JCfi bij een ongeval met f O Cfk bij verlies van een hand f IOC Dij verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk bij verlies van 'n
All€ GD OTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 01/1/1/»~ verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f «/{ƒ«- doodelljken afloop 1 d£OU»m een voet of een oog# X At duim of wijsvinger O l/»"been of arm# Tl/." anderen vinger
Dit bet Engelsch van
Haar eerste indruk van Leeds vond Nancy
een beetje beklemmend. De lucht was bedompt
en de gebouwen leken haar donker en onvrien-
delfjk. En de menschen zagen er ook minder
opgewekt uit dan in Cornwall. Ze leken haar
blinder forsch en hun bleeke gezichten vorm
den een sterke tegenstelling met de zonge
bruinde boeren uit haar geboortestreek. Maar
gaven wel den indruk van welvaart. Ze za
den er allemaal netjes in de kleeren uit.
Maar interessant vond ze de groote fabrieks
stad in elk geval en ze keek met groote belang
stelling om zich heen. Gisteren om denzelfden
tüd had ze met John Trefry onder de portiek
Van Trevanion Court gezeten. Alles was zoo
stil
en zoo rustig geweest; de lucht zuiver en
Vol zoeten geur; nauwelüks een geluid had de
stilte van den milden zomeravond verstoord.
Sier was alles beweging en rumoer; volle
trams reden zoemend en met hard belgerinkel
10 alle richtingen, door de straten liep een
<*rukke menigte en toeterende en ronkende
auto's schoten er tusschen door. Bioscooppa
leizen blaakten met felle, kleurige lichtrecla
mes; luid lachen en kwetteren van opgescho
ten jongens en meisjes klonk schel tusschen
het straatrumoer door.
ja, Leeds is een groote stad, herhaalde
Jessie, terwyl de zachtvoortglüdende luxe-wa
gen zich een weg baande door de drukte. Ik
zou niet graag ergens anders wonen. Kük, een
van de bioscopen gaat uit! Die is ook stampvol
geweest vanavond! Zeg, ik denk dat je wel
reuzenhonger zult hebben, hè?
Daar kon je wel eens gelük in hebben,
kind. Maar je had zoo uitdrukkelijk geschre
ven, dat ik niet in den trein moest dinee-
ren
Ja, viel Jessie haar in de rede moeder
wilde persé, dat je nog met ons zou mee-eten.
Dat vond ze gezelliger. Anders dineeren we om
half zeven, maar vanavond wordt 't dan maar
zoo'n beetje een uitvoerig souper! Bovendien,
dan is Ben ook thuis.
Ben? informeerde Nancy.
Mijn broer. Daar heb ik je vroeger toch
wel eens van verteld. Hij is vanavond uit
Schotland teruggekomen. Daar was hü voor
zaken.
De auto had de drukke buurten achter zich
gelaten en was nu in een villawijk gekomen,
waar allemaal groote huizen stonden.
Mooi en rustig is 't hier, niet?, vroeg
Jessie. Moeder vond het hier eerst niets
prettig, maar nu raakt ze er aan gewend.
Een paar minuten later draaide de auto een
oprijlaan naar een, aanzienlijk, statig huis in.
Luister, zei Jessie. We zullen een heer
lijken tüd samen hebben. Je zult vader en moe
der wel een beetje ouderwetsch vinden, maar
ze vinden het ook fün, dat je kómt en je moet
een reuzentüd bü ons blüven. In je brief
schreef je iets van een week, maar de eerste
week is om voor je het weet! Dat zul je zien!
De deur ging open en Nancy stond in een
rükgemeubelde, ruime, prettig en helder ver
lichte hall.
Daar zü'n we dan, moeder, zei Jessie tegen
een vriendelijk-uitziende oudere dame, die
Nancy met groote warmte verwelkomde.
Ik zeg geen miss Trevanion tegen je, zei
ze tegen Nancy, terwql ze haar een hartelijken
zoen gaf. Je bent Jessie's vriendin en zoo wordt
je hier behandeld. We zün gemoedelüke men
schen, hoor kind, en we houden heelemaal niet
van omslag. Ja, dat is vader! Lyah, dat is
Jessie d'r vriendin, Nancy Trevanion. We zün
allebei erg blü, dat ze d'r is, nietwaar man?
Dat zün we, stemde mr. Elyah Briggs toe.
Hij was een stoere, gezond-uitziende man,
met een korten, dikken nek en een prettige,
vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht.
Wü Yorkshires zün gemoedelüke lui, miss
Trevanion, en we meenen wat we zeggen.
Neen, vader, u moet niet miss Trevanion
tegen haar zeggen, viel Jessie hem in de rede;
ze heet Nancy.
Goedzoo! Nancy dan! Maar zooals ik zeg,
we zün hier allemaal gemoedelüke lui en hou
den er van om het de menschen naar den zin
te maken, niewaar moeder?
Ja, dat doen we hoorl
Vooruit Jessie, ging de heer des huizes
voort, wüs Nancy nu maar eens haar kamer.
Het arme kind zal zich wel 'n beetje willen
wasschen en opknappen. En dan moesten we
maar eens *n stukje gaan eten. Ben is ook
thuis en die zal tegen dien tüd ook wel klaar
zün.
Het was Nancy alsof ze een nieuwe wereld
was binnengetreden. Het was buiten nu donker
geworden, maar het huis hier baadde overal
in een zee van licht. Ieder hoekje en gaatje
in dit huis scheen wel verlicht en de prettige
kleuren, die in al de kamers domineerden, droe-.
gen er niet weinig toe bü, om haar een gevoel
van opgewektheid te geven. De slaapkamer
waar Jessie haar naar toe bracht, maakte ook
al dienzelfden indruk van licht en vroolijkheid
op haar. De degelijke meubels waren allemaal
in blank eikenhout en de vele spiegels weer
kaatsten 't heldere, electrische licht. Het be
hangsel en de gordünen waren van een vroo-
lük-gebloemd patroon.
Ik hoop, dat het je hier bevalt, zei Jessie
impulsief.
Maak je daar maar niet ongerust over!
De vraag is maar of ik jullie zal bevallen.
Of je ons zult bevallen? Kind, wat haal je
in je hoofd! Vader is nu al verliefd op je! Als
je hem niet aanstond, had ik het wel direct
gemerkt en zou hü haast geen woord tegen je
gezegd hebben. Zoo is hü nu eenmaal. En moe
der zou haar .convtrsatiemanieren" hebben
vertoond. Ik heb op haar gelet, toen je binnen
kwam; één minuut heeft ze je bekeken en
toen had je het pleit gewonnen. Ze stoof op je
af en gaf je een zoen. Nee, hoor, wü zullen het
hier met elkaar reuzen-genoeghjk hebben.
Daar gaat de etensbel al, vervolgde het
hartelijke kind na een korte pauze, toen ze het
geluid van een gong hoorde, en we moeten
zorgen, dat we niet te laat zün. Dat is het
eenige, waar vader vreeselük precies op is.
Een paar minuten later waren ze in een
hooge, ruime eetkamer, die ook al straalde en
glansde van licht.
Daar heb je het span, zei mr. Elyah, toen
het tweetal binnenkwam. En dit is onze
Ben. Zeker al wel van gehoord, hè? En pas
maar op, de gemoedelüke Yorkshire-man lach
te plezierig, een eerste klas lady-killer, die
zoon van me!
Dat is niet aardig, vader, om me direct
in een slecht daglicht te stellen.
Maar het is immers zoo! Enfin, het kon
slimmer met je zün. Daar is moeder ook, dan
hoeven we niet langer te wachten. Ik veron
derstel, dat die twee dames vanavond naast
elkaar moeten zitten, hè? Maar alleen van
avond, hoor! En nu voorurt maar, want ik be
gin waarachtig wee in mün maag te worden.
En Elyah nam zün plaats aan het hoofd
van de tafel in.
De heele omgeving was nieuw voor Nancy;
de sfeer van royaliteit en weelde, die hier over
al in huis hing, bekemde haar büna. Ze voelde
zich haast overstelpt door den rijkdom van elk
ding hier. Het kostbare eiken ameublement, de
groote eettafel met het kostbare, prachtige
Chineesche porselein erop, het hooge, zware
buffet met het glanzende zilver, het mollige
karpet onder haar voeten, de zacht-gecapiton-
neerde stoelen; ales straalde weelde en dege-
lüken welstand af. Het vormde zoo een scherpe
tegenstelling met de vaalheid en de kaalheid
van het huisraad op Trevanion Court, dat de
rijke pracht haar büna verblindde. Ze had zich
nog nooit zoo sterk de tegenstelling gerealiseerd
tuschen dezen rijkdom van het industrieele
Noorden van Engeland en de schrale, büna
zielige bekrompenheid, waarin haar vader had
moeten leven.
Toen Jessie Briggs beweerd had. dat Nancy
een „reuzen-prettigen" tüd zou hebben, had ze
geen woord teveel gezegd. Nooit in haar leven
had het meisje zooveel hartelükheid ondervon
den als tüdens haar verbüjf op Woodroyd, de
villa van Mr. Eriggs. Het scheen wel of alle le
den van het gezin wedijverden om het haar
naar den zin te maken en zooals Jessie voor
speld had: voor ze het wist, was er al ruim 'n
week voorbü!
Briggs vond, dat ze ook wat moest zien van
het machtige industrieele leven in de beide
graafschappen Yorkshire en Lancashire. Hij
nam haar mee naar een paar fabrieken en leg
de haar uit wat de wolfabricage en de wolhan-
del voor de wereld beteekende. Hü reed ook
met haar naar Oldham in Lancashire, een van
de leelükste steden van Engeland, maar mis
schien wel de welvarendste. Hier woonde een
van zqn vrienden; eigenaar van een groot aan
tal fabrieken. Vooral een daarvan maakte een
overstelpenden indruk op haar.
.(Wordt vervolgd).