Vorst Sapieha voor het gerecht I f 100.- keerden wij heden uit f 73.455- GRATIS Jeuk Md wïfiaal van den Nr. 1 van Lijst k WRKSLEY et Erfdeel l O N Z E 22 6e UITKEERINGj HILARITEITSSUCCES D.D.D. AMBTELIJKE STIJL ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Wie stevig in zijn schoenen wil staan Hij trekke ROBINSONschoenen aan Stemt op 26 April A MAANDAG 10 APRIL! Fantastische geschiedenis van be' driegerij en oorkonden- vervalsching Heftige scènes Oorlogsschulden en Mary Pickford ingevolge de voor onze abonné's geldende gratis ongevallen verzekering aan den Heer 1 A. G B. CLASMEIER - ADELAARSWEC 120 - AMSTERDAM I wegens een aan hem overkomen ongeval. Dit is I WAARMEDE THANS EEN TOTAAL BEDRAG VAN I aan onze verzekerde abonnes is uitgekeerd. DIRECTIE VEREEN. KATH. PERS I HUIDAANDOENINGEN De Russische radio- stoorders Valsche francs Onveilig Torza Uit de nalatenschap van Strauss 2L*S° »»-" I Wegens gebrek KATHOLIEKEN! AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking Er is zeker geen volk in Europa, dat zoo diep de situatie van het oogenblik aanvoelt als het Duitsche. Nu in deze weken de nationale Regeering zich in de binnenlandsche en buitenlandsche politiek poogt te stabiliseeren, kan men Duitschland vergelijken met een reuzen- circus, waar hoog boven de arena een equilibrist zijn halsbrekende toeren verricht, aangenomen dan dat deze equilibrist de heer Hitier is. Want Waar men ook komt, op de straten, in vergade ringen, in families, overal heerscht een ernst en een spanning als in de gezichten van circus bezoekers en men zou af en toe geneigd zijn om naar een bordje „verboden te lachen" te gaan zoeken. In zulk een dood-ernstige stemming is een proces als dat van Stanislas Woy veel waard, want het brengt de lachspieren in beweging of men wil of niet. Zelden had een rechtszitting zulk een hilariteitssucces als de huidige in het Neue Kriminalgericht. Men stelle zich voor, hoe Stanislas Woy, aan Wiens accent men onmiddellijk den Pool her kent en die er niet indrukwekkend uitziet, on middellijk nadat hij in de rechtszaal gebracht is, tot den rechter en de aanwezigen het woord richt: „ik maak er u allen op attent, dat ik Vorst Sapieha heet, sedert 1916 in Pruisen ge naturaliseerd. Ik verzoek u mij als „vorst Sa pieha" aan te spreken, daar ik anders niet van plan ben ook maar een enkel woord te zeggen." De rechter bracht hiertegen in, dat de aan geklaagde Woy heette en dus ook Woy genoemd zou worden, waarop de man die vorst Sapieha wilde zijn, zijn bedreiging van te gaan zwijgen, geenszins waar maakte, doch integendeel een heftige scène begon. Woy is aangeklaagd van voortgezette bedrie gerijen en oorkondenvervalsching. De geschie denis van zijn misdaad is min of meer fantas tisch. Zij begint met een advertentie, welke luidde: „Te verkoopen een historisch kasteel aan den Moesel, gebouwd in 1600. Zeventien kamers. Prijs 125.000 Mark." De eigenaar van het slot kreeg hierop bericht van een zekeren heer Rauch, die hem mededeelde dat zijn vriend, vorst Sapieha, zich bijzonder voor het kasteel interesseerde. De menschen die kasteelen uit 1600 willen koopen, liggen blijkbaar niet opge schept en de burchteigenaar begon met vorst Sapieha te correspondeeren. Vorst Sapieha, die liever buiten schot wilde blijven, verklaarde in- tusschen dat hij het kasteel wilde koopen voor zijn vriend vorst Bonislaw XVI uit Piast in Po len. Men werd het eens over den prijs en te Londen werd het koopcontract opgemaakt door een Engelschen notaris. De som zou betaald Worden in driemaandelijksche termijnen. Alles ging naar wensch, totdat in januari jl. het eerste part betaald moest worden. Noch de bestaande Vorst Sapieha, alias Woy, noch de verzonnen vorst Bonislaw de zestiende kwamen over de brug en zoo rees er bij den burchtheer eenige twijfel omtrent de soliditeit van de Poolsche Vorsten, die groeide naarmate de tijd rijper werd en de wissels ongedekt bleken. In- tusschen moet men niet gelooven, dat Vorst Sapieha had stil gezeten, integendeel, alles heeft hij in het werk gesteld om de 3000 Mark die op den 15en Januari vervielen, machtig te Worden; er lag hem blijkbaar zeer veel aan een kasteel gelegen. De heer Woy heeft zich ongetwijfeld te sterk in de vorsten-psyche ingeleefd, dan dat hij zich zou kunnen vernederen tot handenarbeid of tot het bescheiden bestaan dat hem naar zijn bescheiden talenten toekomt. Hij besloot het was de eerste maal niet om de kracht van zijn fantasie en zijn niet onsympathiek uiterlijk te toetsen aan een vrouw. Hiertoe stelde hij zich in verbinding met een Ber- lijnseh, vrij bekend huwelijks-bemiddelings bureau en zocht er een kapitaalkrachtige dame uit, een rijke weduwe. Spoedig kon de verlo ving gevierd worden, want mevr. B. sloeg het aanzoek van een vorst, die zooeven een slot aan den Moesel geërfd had en nog 100.000 Mark bovendien, niet af. In November was de ver loving, in December bevond zich Woy op zwart zaad, en in Januari moest de eerste termijn voldaan worden. Vorst Sapieha noodigde dus zijn aanstaande vorstin uit, om het slot te gaan bezichtigen en inrichten. Hij slaagde erin een privé-wagen machtig te worden en het winter- sche snoepreisje vanuit Berlijn naar de oevers van den Moezel begon. Helaas had de Vorst pech. Mevrouw B. zag er aanvankelijk niets in, dat Sapieha haar gevraagd had om 3000 Mark bij te dragen en voor de aankleeding van het kasteel te zorgen, doch in Göttingen kreeg het paar een ernstige auto-panne en moest in een hotel overnachten. Den volgenden dag, toen de rekening betaald moest worden, bleek de Vorst zijn portefeuille vergeten te hebben. Toevallig kwam mevrouw B. erachter, dat ook de prachtige wagen hem niet behoorde en, de Berlijnsche weeuwtjes zijn nog zoo dom niet, toen treurde zij niet lang om haar gebro ken illusies, doch bracht de dekens, loopers, en wat dies meer in een burcht van noode is, in veiligheid, en reisde per trein met baar drieduizend Mark naar Berlijn terug. Terwijl deze aanklacht voorgelezen wordt, is het doodstil op de tribunes, slechts af en toe onderbreekt een hartelijk lachen de fraaie historie. Dan richt de rechter zich tot Woy met een vraag, doch deze wil niet antwoorden, wenscht Vorst Sapieha te worden genoemd, en vraagt een half uur bedenktijd om het er met zichzelf over eens te worden of hij eventueel ook op vragen aan den heer Woy gericht, mag antwoorden. De bedenktijd wordt hem toege staan, het publiek geeft zijn misnoegen te ken nen over het verdwijnen van den acteur die de vorstenrol speelt, doch wordt schadeloos ge steld door het amusante verhoor van den bo- vengenoemden heer Rauch, die van beroep de tective is, en toch zoo smadelijk door vorst Sapieha werd b tgenomen. „U hadt toch moeten bemerken met wien u te doen had," Sapieha werd beetgenomen. „U had toch dien vorstentitel moeten doorzien!" „Neen," zegt de detective en ziet er zoo perplex uit als of hij nog steeds niet over den schrik van de ontdekking heen is: „Neen, ik heb vast ge loofd dat die man Vorst Sapieha was. En trou wens, hij heeft me toch brieven laten zien die geadresseerd waren: Aan Zijne Hoogheid Vorst Sapieha, Turmstrasse 90." Dit wordt met lach salvo's begroet. Want in Turmstrasse 90 resi deert.... het Neue Kriminalgericht Dit is de geschiedenis van de trouwlustige weduwe die slimmer, en den beroepsdetective die dommer was dan een valsche vorst. De bekende filmster Mary Pickford heeft in een interview met Reuter verklaard, dat zij geen reizen zal maken in Fransche schepen, zoolang Frankrijk zijn oorlogsschulden niet be taald heeft. Zij zal dan ook met het Italiaansche stoom schip „Rex" naar de Vereenigde Staten terug- keeren. Sprekende over haar echtgenoot, Douglas Fairbanks en haarzelf, zeide Mary Pickford, dat zij niets konden aanvaarden van de Fran- schen, zoolang deze him schulden aan Amerika niet betaald hebben. e.MiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiiitiifiiiifiiiHiHiiiHiiiiiiiuitiiiinii iiiiimntiiiiiiiiiitiiiuiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiie 5 MimMIMHHMMIIHUIlIHHMIUININ §W8IUIIHMmim«imHIHlHHHIHIIIHmWIIIHIHHIIIIIHHIHIHMIIWIIHIIHIIIIIIIIHIIHIIIHIIIIIIUIIIIl»IIIIIIHlllllU[IIIIIIIIHHIHIHHnillllllHIIIIIIIÏ; Wanneer gij last hebt van Ekzeem, Open Beenen, Dauw worm, Zweren of andere huid aandoening, Z8ndt dan een briefkaart en U ontvangt gratis een monsterflacon D.D.D., de vloeistof diB in de huidporiën dringt en de ziektekiemen doodt Enkele druppels doen de hevigste jeuk ondragelijkste pijn bedaren. Adres: Comp. Amsterdam. Over de geheele wereld heerscht een epide misch verlangen naar immer sterker radiozen ders. In alle landen heeft men ingezien, welk een nationale propaganda de radio beteekenen kan. Het gevaar is evenwel groot, dat de af zonderlijke zenders met zulke gewichtige ener gieën in hun antennes elkander wederkeerig zullen storen. Inderdaad is tegenwoordig het ontvangen van verafgelegen stations geen ge noegen meer, daar door het interfereeren der golven fluittonen en andere storingen worden opgewekt. Voorheen heeft men getracht deze bedenke lijke ontwikkeling tegen te gaan door inter nationale overeenkomsten inzake het radio-ver keer, en werd de maximale energie van de zen ders vastgesteld op 100 kilo-watt. Op de In ternationale Conferentie voor Telegrafie, die in het najaar van 1932 te Madrid werd ge houden, is een nieuwe regeling ontworpen, die op een nieuwe Conferentie in Zwitserland in Juni van dit jaar verder uitgewerkt zal worden. Sedert eenige weken zijn nu alle zen ders een geweldigen wedloop begonnen, om nog voor de definitieve regeling een zoo groot mo gelijk gebied te bestrijken. Terwijl alle landen zich aan een maximum van 100 Kilowatt gehouden hebben, heeft Rus land dezen maatstaf ver overschreden en heeft het in één jaar tijds zes geweldige zen ders gebouwd, ofschoon het in Moscou reeds twee stations van 100 kilo-watt en nog ver schillende andere radio-stations in werking had. De grootste zender in Moscou met een energie van 500 kilo-watt in de antenne nadert zijn voltooiing. Iets dergelijks heeft de wereld nog nooit aanschouwd. Allerwege heerscht thans een zekere ongerustheid over de Rus sische plannen, en overal vraagt men zich af, hoe deze in overeenstemming te brengen zijn met de overeenkomsten van de wereld-radio conferentie. Volgens den letterlijken tekst van het verdrag mag de energie van den zender maximum ongeveer 100 kilo-watt bedragen, maar men zal toegeven, dat 500 Kilo-watt zeer ver buiten deze grens is gelegen. Of zal Rusland zich baseeren op het feit, dat deze regeling getroffen werd voor de mid delmatig lange golven? De nieuwe zender zal namelijk lange golven uitzenden. Men weet nog niet hoe ver het 500 kilo-watt station zijn in vloed zal doen gevoelen en andere golflengten zal storen. Zooals men weet, worden vele Euro- peesche stations gestoord door de beide andere Moscousche zenders. Uit alle omliggende landen worden klachten vernomen. Vooral voor Duitschland en Holland dreigt gevaar. Het is niet zeker, dat men met een drielamptoestel den nieuwen zender zal kunnen uitschakelen. Overigens is het Russische plan ook niet zeer verstandig, want in het algemeen wordt door t overstemmen van een zender door een nieuw station, niet alleen de vreemde maar ook de eigen zender gestoord en ongenietbaar. De techniek zal intusschen wel niet rusten voor een middel gevonden is om de bolsjewis tische radio-golven tegen te houden. Zoo is het misschien mogelijk een zender te bouwen, die door fluittonen op dezelfde golflengte de Rus sische uitzendingen hier onhoorbaar maakt. Er is nog een ander plan: men zou de Russi sche uitzendingen kunnen relayeeren met ver schoven phase, d. w. z. met een fractie vaneen seconde vertraagd. Wanneer de Hollandsche en de Russische golflengte volkomen gelijk zijn, zal zoodoende de uitzending absoluut onhoor baar worden. Theoretisch is dit plan alleszins juist, maar in de praktijk zou het op onover komelijke moeilijkheden stuiten. Hoewel de nieuwe zilveren 20-francsstukken slechts eenige weken in Frankrijk in omloop zijn, heeft men, naar Reuter meldt, reeds val sche exemplaren van deze munten in beslag genomen. Deze nagemaakte munten zijn lichter van kleur dan de echte en zoo zacht, dat men er met den nagel een kras op kan maken. De politie, die terstond een uitgebreid onderzoek naar deze valschemunterij heeft ingesteld, vreest dat een groot aantal nagemaakte 20 frs.- stukken in omloop zijn gebracht. niuilll lllllllë i Als je tè veel wilt beweren i Zeg je dikwijls niemendali Of het klinkt door komma-punten En herhaling toch te mal. f Zelfs al heb je een geheugen I Van het best verchroomde staal, Dan nog zult u weinig snappen Van de ambtelijke taal! „Bij beschikking des ministers" Is een duidelijk begin, Maar de rest is als een wolknot Met een knoopenreeks er in. Datum zooveel, nummer zooveel, En bij Koninklijk Besluit.... 1 Dan herhaling, komma-punten, 1 Doch je komt er niet meer uit! Weer beschikking, dan gewijzigd, Weer gewijzigd en beschikt, 1 Onderwijl je je dan telkens Aan een komma-punt verslikt! En verwijzingen naar nummers Zie j' op eiken regel staan, Net alsof er 'n idioot is, Die zoo iets nog op zal slaan! En dit alleswaarom, denkt u, Wordt er zoo gekoffiedikt? i Als bijvoorbeeld de minister Op een vraag heeft ja-geknikt! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden) iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiB Het aantal inbraken te Torza (Joego-Sla- vië) neemt op verontrustende wijze toe. De politie verklaarde het te druk te hebben om deze vergrijpen ernstig te onderzoeken. Zij heeft de handen vol met het bewaken van po litieke verdachten, het bestrijden van de smokkelarij en het achtervolgen van bandie ten. In verband hiermede, aldus Reuter, hebben de burgers verlof gevraagd een burgerwacht te vormen, hetgeen werd toegestaan. Den eer sten nacht slaagde deze burgerwacht er reeds in 5 inbrekers gevangen te nemen. WEENEN, 8 April. (Reuter) Een Weensch advocaat heeft een interessante collectie voor werpen ten verkoop aangeboden uit de nalaten schap van den vermaarden walskoning Johann Strauss. De collectie bevat het manuscript van „An der schönen blauen Donau" en verder een hoed van Strauss en een program van de noodlot tige uitvoering in het Ringtheater op 9 Novem ber 1881, waarbij 500 personen door brand het leven verloren. Toen het „vrijspraak wegens gebrek aan be wijs" was uitgesproken, was Allan Bertins' eerste sensatie die van groote vreugde en opluchting. Er was zóóveel tegen hem aange voerd in den laatsten tijd, men had zoozeer ge plozen en gerafeld aan zijn leven, dat hij bijna aan zichzelf was gaan twijfelen. Nu was het voorbij, gelukkig! In weerwil van de bezwarende omstandigheden had men hem vrijgesproken. Er was wel iets in dat „gebrek aan bewijs," dat hem kwetste. Waarom niet onschuldig? Hij wès immers onschuldig. Het kwam hem voor, dat men nooit een moment daaraan getwijfeld had. Zeker, hij had de grootste voordeelen bij den dood van zijn bloedverwant, en een serie toevalligheden die men, als ze in een roman voorkwamen „onmogelijk" zou noemen, verstrik ten hem in een net, dat vaster en vaster om hem heen getrokken was Toen kwam het schitterend pleidooi van zijn advocaatStuk voor stuk ontrafelde deze weer al de argumenten en beschuldigingen. Er bleef niet veel meer over van de aanklacht. Al lan meende een ellendige episode in zijn leven te hebben afgesloten voor altijd. Hoezeer ver giste hij zich! Reeds van den eersten dag af dat hij uit de voorloopige hechtenis terugkeerde naar het ge wone leven, voelde hü dat er iets veranderd was. De lucht om hem heen scheen verkild, het leek alsof er een wijde afstand was tusschen hem en ieder ander mensch. Toen hjj thuis kwam in zijn gezellige jonggezellenwoning, begroette de huishoudster hem met strak gezicht en zeide dat ze wenschte weg te gaan, liefst dadelijk, ze had gezorgd voor een plaatsvervangster. Iemand uit een andere stad. De toon waarop ze dit zei, deed hem veel begrijpen. Zijn vrien den lieten niets van zich hooren. Toen hij er een ontmoette en aansprak, kreeg hij een koele felicitatie en de ander had zichtbaar haast om verder te gaan. Geen enkele uitnoodiging, geen brief.... Een verschrikkelijke stilte was om hem heen. Zij hielden hem voor schuldig! Ze dach ten dat hij door blind geluk aan het gerecht ontkomen was en rechtten hem nu op hun wijze: door hem uit te stooten. Hij was van uitstekende familie, gefor tuneerd en door den gewelddadigen dood van zijn achterneef, die hem tot universeel erfge naam benoemd had, zelfs zeer rijk. Hij zou een heerlijk leven kunnen leiden.... Doch wat zijn rijkdom en genoegen, als men ze met niemand kon deelen? Er was een meisje geweest, de blonde lieve Maya, die hij het hof had gemaakt. Haar ouders vonden haar te jong, doch ze hadden hem te verstaan gegeven, dat zijn aanzoek niet zou worden afgewezen, als hij een jaar later wilde terugkeeren. Dan was Maya negentien geworden. Hij ging naar haar ouders en werd niet ont vangen. Men nam zelfs niet de moeite voor te wenden dat men afwezig was. „Meneer kan niet worden ontvangen," zei het dienstmeisje en Op zekeren dag haalde Robbie Freddy Vrijdag over, roovertje met hem te spelen. Freddy zei, dat hij dat spelletje nog nooit gespeeld had, dus Robbie legde hem uit, hoe het ging. „Hier is een pistóbl," zei hij, ter wijl hij Freddy diens eigen tabaks pijp gaf. „Nu ben jij een dapper En- gelsch zeeman, die het meisje uit de handen van den rooverhoofdman be vrijdt. Topsy speelt voor het schoone meisje, ik sluit haar in een kist en jij komt haar tehulp." Freddy Vrijdag verstopte zich zoo lang achter eenige rotsen, tot hij dachft, dat de rooverhoofdman tijd genoeg had gehad, om de gevangene in te sluiten. Toen kwam hij plotseling te voor schijn en deed net, alsof hü op Rob bie met zijn pistool wilde schieten. „Ahoy," riep hij uit, toen hij kwam aanstormen. Robbie liet zich op zijn rug vallen en de zeeman tilde het deksel van de kist op. Maar in plaats van het schoone meisje, vond hij er Polly, de kat, in. Van schrik rolde hij om. „Waar is Topsy?" vroeg hü ver wonderd. „Terug naar het kamp," zei Rob bie, „ze wilde geen roovertje spelen." (Morgenavond vervolg.) keek hem brutaal aan. Het striemde als een zweepslag en even welde woede in hem op. Hij zou het liefst zijn binnengedrongen en hebben geroepen: „wat-matig jullie je aan mj te ver- oordeelen? Ik ben onschuldig!" Hij beheerschte zich echter en ging. Eenigen tüd geleden had een zekere Sondberg hem verzocht of hij zich niet in zqn zaken wilde interesseeren. Destijds had hü geweifeld, zijn kapitaal te wagen. Nu stond het geheel an ders. Hü zocht Sondberg op. Die was beleefd en terughoudend, uit zijn heele wijze van op treden kon Allan duidelük opmaken, dat hij niet meer voelde voor deze zakelijke relatie. Allan had een oude nicht, die altüd veel van hem hield. Hij ging haar bezoeken. Ze om helsde hem en had tranen in de oogen. Doch toen hü een tüdje bü haar was, zei ze schuch ter: „Je moest hier weggaan, jongen, hier zul je nooit meer rustig en geluk- gen, als je moe- 7 i der het had be- CLCLTl OCWIJS I leefd!" En ze be- I gon te schreien, Hij vroeg uit dichtgeknepen keel: „Gelooft u dan in mijn schuld?" „Neen-neen!" Ze schudde heftig met haar hoofd, doch hü voelde den smartelüken twüfel onder die verzekering. Een donkere moeheid breidde zich uit zü'n hart. Hy zei langzaam en bitter: „Men zou bijna wenschen werkelük schuldig te zün, dan zou het niet zoo verwenscht onbillijk wezen!" Doch koppig als hü was en trotsch, bleef hü in de stad, waar niemand hem meer scheen te kennen. Hü maakte slechts een klein reisje ter ontsnapping. Verdroeg alle hatelüke blikken en de volkomen maatschappelüke isolatie, waarin hü gebracht was, met een masker van koude wilskracht op het gelaat. Hü interesseerde zich voor tooneel en liet zich niet afschrikken door nieuwsgierige blik ken en gefluisterde opmerkingen. Hü sloeg zün oogen niet neer voor oogen, die hem niet meer wilden zien. Maar naarmate de weken en maan den vergingen, werd de wond in hem dieper en pünlüker. Soms nam hij zich voor weg te gaan, maar zün trots weerhield hem. Toen, als een donderslag, kwam het bericht dat de moordenaar ontdekt was en reeds bekend had. Binnen enkele uren veranderde opeens de heele toestand. Sandberg kwam hem op straat met uitgestoken hand tegemoet. Toen hü zich in den schouwburg vertoonde, waren de blikken en gefluisterde woorden van geheel anderen aard. En Maya schreef hem een lief briefje, dat zü in haar hart nooit aan hem getwüfeld had. Doch den volgenden avond stond in alle plaatselüke bladen de volgende zeer groote annonce: Allan Bertin hoopt, dat hü in uw aller her innering zal blyven leven als een waarschu wing tegen verhoovaardiging. Want menschen hebben niet het recht te oordeelen en te ver- oordeelen. Allan Bertin vertrekt, hij heeft hier niets meer te zoeken, waar hij weet, dat er geen oprechte vriend van hem leeft, geen hart hem eerlijk genegen was. Hü vertrok met zün goede tante, de eenige die getracht had, slechts het goede te denken. En veel later, toen de wond was dichtge schroeid, kon hij zeggen: „Ik ben blü, want als het nooit gebeurd was zou ik Maya hebben ge trouwd, zou ik hebben gebouwd op vrienden als Sondberg. (Ingezonden Mededeeling) VIER STUKS PER PAKJE WRIGLEY'S KAUWGOM IN DE MOND IS LEKKER EN GEZOND! J f op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f 9/1/1/1 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f JCfi bij een ongeval met f O Cfk bij verlies van een hand f IOC Dij verlies van een f Cfk bij een breuk van f A fk bij verlies van 'n All€ GD OTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 01/1/1/»~ verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f «/{ƒ«- doodelljken afloop 1 d£OU»m een voet of een oog# X At duim of wijsvinger O l/»"been of arm# Tl/." anderen vinger Dit bet Engelsch van Haar eerste indruk van Leeds vond Nancy een beetje beklemmend. De lucht was bedompt en de gebouwen leken haar donker en onvrien- delfjk. En de menschen zagen er ook minder opgewekt uit dan in Cornwall. Ze leken haar blinder forsch en hun bleeke gezichten vorm den een sterke tegenstelling met de zonge bruinde boeren uit haar geboortestreek. Maar gaven wel den indruk van welvaart. Ze za den er allemaal netjes in de kleeren uit. Maar interessant vond ze de groote fabrieks stad in elk geval en ze keek met groote belang stelling om zich heen. Gisteren om denzelfden tüd had ze met John Trefry onder de portiek Van Trevanion Court gezeten. Alles was zoo stil en zoo rustig geweest; de lucht zuiver en Vol zoeten geur; nauwelüks een geluid had de stilte van den milden zomeravond verstoord. Sier was alles beweging en rumoer; volle trams reden zoemend en met hard belgerinkel 10 alle richtingen, door de straten liep een <*rukke menigte en toeterende en ronkende auto's schoten er tusschen door. Bioscooppa leizen blaakten met felle, kleurige lichtrecla mes; luid lachen en kwetteren van opgescho ten jongens en meisjes klonk schel tusschen het straatrumoer door. ja, Leeds is een groote stad, herhaalde Jessie, terwyl de zachtvoortglüdende luxe-wa gen zich een weg baande door de drukte. Ik zou niet graag ergens anders wonen. Kük, een van de bioscopen gaat uit! Die is ook stampvol geweest vanavond! Zeg, ik denk dat je wel reuzenhonger zult hebben, hè? Daar kon je wel eens gelük in hebben, kind. Maar je had zoo uitdrukkelijk geschre ven, dat ik niet in den trein moest dinee- ren Ja, viel Jessie haar in de rede moeder wilde persé, dat je nog met ons zou mee-eten. Dat vond ze gezelliger. Anders dineeren we om half zeven, maar vanavond wordt 't dan maar zoo'n beetje een uitvoerig souper! Bovendien, dan is Ben ook thuis. Ben? informeerde Nancy. Mijn broer. Daar heb ik je vroeger toch wel eens van verteld. Hij is vanavond uit Schotland teruggekomen. Daar was hü voor zaken. De auto had de drukke buurten achter zich gelaten en was nu in een villawijk gekomen, waar allemaal groote huizen stonden. Mooi en rustig is 't hier, niet?, vroeg Jessie. Moeder vond het hier eerst niets prettig, maar nu raakt ze er aan gewend. Een paar minuten later draaide de auto een oprijlaan naar een, aanzienlijk, statig huis in. Luister, zei Jessie. We zullen een heer lijken tüd samen hebben. Je zult vader en moe der wel een beetje ouderwetsch vinden, maar ze vinden het ook fün, dat je kómt en je moet een reuzentüd bü ons blüven. In je brief schreef je iets van een week, maar de eerste week is om voor je het weet! Dat zul je zien! De deur ging open en Nancy stond in een rükgemeubelde, ruime, prettig en helder ver lichte hall. Daar zü'n we dan, moeder, zei Jessie tegen een vriendelijk-uitziende oudere dame, die Nancy met groote warmte verwelkomde. Ik zeg geen miss Trevanion tegen je, zei ze tegen Nancy, terwql ze haar een hartelijken zoen gaf. Je bent Jessie's vriendin en zoo wordt je hier behandeld. We zün gemoedelüke men schen, hoor kind, en we houden heelemaal niet van omslag. Ja, dat is vader! Lyah, dat is Jessie d'r vriendin, Nancy Trevanion. We zün allebei erg blü, dat ze d'r is, nietwaar man? Dat zün we, stemde mr. Elyah Briggs toe. Hij was een stoere, gezond-uitziende man, met een korten, dikken nek en een prettige, vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht. Wü Yorkshires zün gemoedelüke lui, miss Trevanion, en we meenen wat we zeggen. Neen, vader, u moet niet miss Trevanion tegen haar zeggen, viel Jessie hem in de rede; ze heet Nancy. Goedzoo! Nancy dan! Maar zooals ik zeg, we zün hier allemaal gemoedelüke lui en hou den er van om het de menschen naar den zin te maken, niewaar moeder? Ja, dat doen we hoorl Vooruit Jessie, ging de heer des huizes voort, wüs Nancy nu maar eens haar kamer. Het arme kind zal zich wel 'n beetje willen wasschen en opknappen. En dan moesten we maar eens *n stukje gaan eten. Ben is ook thuis en die zal tegen dien tüd ook wel klaar zün. Het was Nancy alsof ze een nieuwe wereld was binnengetreden. Het was buiten nu donker geworden, maar het huis hier baadde overal in een zee van licht. Ieder hoekje en gaatje in dit huis scheen wel verlicht en de prettige kleuren, die in al de kamers domineerden, droe-. gen er niet weinig toe bü, om haar een gevoel van opgewektheid te geven. De slaapkamer waar Jessie haar naar toe bracht, maakte ook al dienzelfden indruk van licht en vroolijkheid op haar. De degelijke meubels waren allemaal in blank eikenhout en de vele spiegels weer kaatsten 't heldere, electrische licht. Het be hangsel en de gordünen waren van een vroo- lük-gebloemd patroon. Ik hoop, dat het je hier bevalt, zei Jessie impulsief. Maak je daar maar niet ongerust over! De vraag is maar of ik jullie zal bevallen. Of je ons zult bevallen? Kind, wat haal je in je hoofd! Vader is nu al verliefd op je! Als je hem niet aanstond, had ik het wel direct gemerkt en zou hü haast geen woord tegen je gezegd hebben. Zoo is hü nu eenmaal. En moe der zou haar .convtrsatiemanieren" hebben vertoond. Ik heb op haar gelet, toen je binnen kwam; één minuut heeft ze je bekeken en toen had je het pleit gewonnen. Ze stoof op je af en gaf je een zoen. Nee, hoor, wü zullen het hier met elkaar reuzen-genoeghjk hebben. Daar gaat de etensbel al, vervolgde het hartelijke kind na een korte pauze, toen ze het geluid van een gong hoorde, en we moeten zorgen, dat we niet te laat zün. Dat is het eenige, waar vader vreeselük precies op is. Een paar minuten later waren ze in een hooge, ruime eetkamer, die ook al straalde en glansde van licht. Daar heb je het span, zei mr. Elyah, toen het tweetal binnenkwam. En dit is onze Ben. Zeker al wel van gehoord, hè? En pas maar op, de gemoedelüke Yorkshire-man lach te plezierig, een eerste klas lady-killer, die zoon van me! Dat is niet aardig, vader, om me direct in een slecht daglicht te stellen. Maar het is immers zoo! Enfin, het kon slimmer met je zün. Daar is moeder ook, dan hoeven we niet langer te wachten. Ik veron derstel, dat die twee dames vanavond naast elkaar moeten zitten, hè? Maar alleen van avond, hoor! En nu voorurt maar, want ik be gin waarachtig wee in mün maag te worden. En Elyah nam zün plaats aan het hoofd van de tafel in. De heele omgeving was nieuw voor Nancy; de sfeer van royaliteit en weelde, die hier over al in huis hing, bekemde haar büna. Ze voelde zich haast overstelpt door den rijkdom van elk ding hier. Het kostbare eiken ameublement, de groote eettafel met het kostbare, prachtige Chineesche porselein erop, het hooge, zware buffet met het glanzende zilver, het mollige karpet onder haar voeten, de zacht-gecapiton- neerde stoelen; ales straalde weelde en dege- lüken welstand af. Het vormde zoo een scherpe tegenstelling met de vaalheid en de kaalheid van het huisraad op Trevanion Court, dat de rijke pracht haar büna verblindde. Ze had zich nog nooit zoo sterk de tegenstelling gerealiseerd tuschen dezen rijkdom van het industrieele Noorden van Engeland en de schrale, büna zielige bekrompenheid, waarin haar vader had moeten leven. Toen Jessie Briggs beweerd had. dat Nancy een „reuzen-prettigen" tüd zou hebben, had ze geen woord teveel gezegd. Nooit in haar leven had het meisje zooveel hartelükheid ondervon den als tüdens haar verbüjf op Woodroyd, de villa van Mr. Eriggs. Het scheen wel of alle le den van het gezin wedijverden om het haar naar den zin te maken en zooals Jessie voor speld had: voor ze het wist, was er al ruim 'n week voorbü! Briggs vond, dat ze ook wat moest zien van het machtige industrieele leven in de beide graafschappen Yorkshire en Lancashire. Hij nam haar mee naar een paar fabrieken en leg de haar uit wat de wolfabricage en de wolhan- del voor de wereld beteekende. Hü reed ook met haar naar Oldham in Lancashire, een van de leelükste steden van Engeland, maar mis schien wel de welvarendste. Hier woonde een van zqn vrienden; eigenaar van een groot aan tal fabrieken. Vooral een daarvan maakte een overstelpenden indruk op haar. .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13