Voor gramofoonliefhebbers
IERSCH GEKARND HET 40% ROOMBOTER
3Ket vetfiaal van den daa
et Erfdeel
Orkestwerken
PASCHEN
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen zijn prima
Nederlandsch fabrikaat
Gevonden
ZATERDAG 15 APRIL'
De
Gedenkschriften van
Lloyd George
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apofh. en Drogister
Hardhandige president
Ruwe alcohol
Uit oude glorie
-UUL
Ir. Bienvenue
Een tippelaar
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
Uit de productie van orkestwerken van
deze maand steken de „Variations sym-
phoniques" van César Pranck wel hoog
boven al het andere. Begrijpt u me goed: niet
om de opname-techniek, die tegenwoordig over
de geheele linie tamelijk gelijk voortgaat, maar
om den aard van deze verrukkelijke muziek.
Al is dit werk voor de concertzaal geschreven,
ge hoort er toch den organist van de St. Clo-
tilde in, den „maitre angélique" die achter de
speeltafel van het fraaie instrument dat Ca-
vaillé-Coll bouwde, de oerbronnen der muziek
beluisterde, zooals Franck's leerling Vincent
d'Indy getuigd heeft: „Het was in de half
schaduw van deze galerij dat het beste deel van
zijn leven verliep, het was daar, dat hij gedu
rende dertig jaar eiken Zondag, eiken feestdag
en in den laatsten tijd eiken Vrijdagmorgen het
Vuur van zijn genie kwam ontsteken aan be
wonderenswaardige improvisaties." Deze sfeer
van innige geloovigheid, van volmaakte ziele-
harmonie vindt ge ook in de zeer melodieuze,
zeer kleurrijke „Variations symphoniques." De
klaarheid ervan komt dubbel tot uiting door
het heldere, gave spel van Walther Gieseking,
die met het Londensche Philharmonisch orkest
ideaal samenwerkte (Columbia LX 192/3).
Hoe geheel anders is de vierde symphonie
van Tsjaikofski. Een vergelijking tusschen den
levensloop van deze twee componisten leert ons
de macht en de waarde van innerlijke harmo
nie. Pranck, dag in dag uit, het eene jaar na
het andere, door Parijs hollend om slecht be
taalde lessen te geven een rampzalige auto
bus deed hem op dit bescheiden veld van eer
sneuvelen! vond alleen tijd voor compo-
neeren 's morgens vroeg, ten koste van zijn
slaap. En schiep toch de edelste, vredigste mu
ziek, welke men zich na Bach kan denken.
Tsjaikofski echter, reeds spoedig vrij van ma-
terieele zorgen door een jaargeld, dat een rijke
vereerster hem gaf, raakte steeds meer verward
in het ijdele getob van zijn gespleten ziel. Lees
slechts zijn eigen programma bij het eerste deel
van de vierde symphonie: „De inleiding van
het werk is tevens de kern ervan: zij bevat de
hoofdgedachte, die het noodlot voorstelt, de fa
tale macht die den drang naar het geluk steeds
Weer verhindert zijn doel te bereiken, die er
jaloersch voor zorgt, dat welbehagen en rust
niet de overhand hebben, dat de hemel niet
vry van wolken wordt; een macht, die als het
zwaard van Damocles boven ons hoofd zweeft
en onophoudelijk de ziel vergiftigt. Deze macht
is overweldigend en onoverwinnelijk. Er blijft
daarom niets anders over, dan zich aan haar te
onderwerpen en moedeloos te klagen. Het ge
voel van neerslachtigheid en hopeloosheid
wordt sterker en sterker. Is het niet beter zich
van de werkelijkheid af te wenden en zich aan
droomen over te geven. Welk een vreugde geeft
hij, de zoete, teere droom die mij verscheen.
Het opdringerige eerste motief klinkt nog slechts
in de verte. Meer en meer wordt de ziel om
sponnen door droomen. Al het duistere en
vreugdelooze is vergeten. Geluk! Geluk! Geluk!
Doch neen, het zijn slechts droomen, die door
het noodlot worden verstoord. Zoo is ook het
geheele leven een voortdurende wisseling van
sombere werkelijkheid en ijle geluksdroömen."
Het is dan ook vooral om het melodieuze An
dante, dat wij den componist toch zeer dank
baar zijn voor het scheppen van deze sympho
nie. Het doet, door aard èn door kwaliteit, den
ken aan het Allegretto van Beethoven's zevende,
hoewel Tsjaikofski ook hier zijn weemoed niet
geheel kan loslaten. Het laatste deel is echter
heel zwak: druk en schetterend om de leeg
heid van gevoel en fantasie te verbergen.
Het is niet de eerste opname van dit groote
werk. Mengelberg gaf er eenige jaren geleden
zijn zwaar geladen, hoogst persoonlijke visie
van voor Columbia (L 2366/70), een uitgave die
nog steeds zeer groote waarde heeft. Thans ver
schijnt Leopold Stokowski er mee, het oruest
van Philadelphia aanvoerend (His Master's
Voice DB 1793/7). Zijn opvatting is soberder,
hij dikt de effecten minder aan. Hij gelooft meer
in deze muziek, dan de Nederlandsche dirigent
blijkbaar doet, die het noodig vond het op zich
zelf reeds zeer zware pathos nog te verhevigen.
Een kwestie van persoonlijken smaak, welke
opvatting ge prefereert.
Wie minder van zulke „zware" muziek hcudt,
vindt in de „Scènes pittoresques" van Massenet
iets, dat weinig bekend en toch de kosten waard
is. Deze kleine, licht aansprekende Suite opent
met een pittige marsch. Dan volgt een „Air de
ballet", dat inzet met een melodieuze cello-solo,
welke herinnert aan de beroemde serenade van
Manrico uit Verdi's „Troubadour". Als midden
deel krijgt men een van die fladderende mu
ziekjes, die u dadelijk aan trippelende danse
resjes doen denken. Het derde deel heet „An
gelus" en geeft een harmonisch mengsel van
religieuze en volksliedachtige melodieën. Met
een „Fête de Bohème" sluit dit vlotte, prettige
werkje, dat Alois Melichar met het Berlijnsche
Philharmonische orkest naar hartelust doet
klinken (Polydor 24930/1).
Er zijn echter steeds veel gramofoonliefheb
bers, die uitsluitend opnamen wenschen van
werken, die zij reeds kennen. Voor hen vermeld
ik de keurige vertolking, die het orkest van de
Berlijnsche staatsopera gaf van von Flotow's
ouverture van „Martha" (Kristall P 1193).
„Blue Band-kwaliteit"
bestaat voortaan uit:
60 Blue Band, bereid-
uit de allerbeste grond
stoffen, versch gekamd met.
40 7o allerfijnste Roomboter
onder Rijkscontrole.
De prijs blijft onveranderd - dus 30
cents per pakje. Koopt daarom „Blue
Band-kwaliteit" - dan weet U wat li eetl"
89137-020»
BLUE BAND
De „Daily Telegraph" deelt mede, dat zij zich
het auteursrecht heeft verzekerd van de Ge
denkschriften van Lloyd George. Men hoopt
met de uitgave reeds in het begin van dezen
zomer een aanvang te kunnen maken.
Zoo heeft ook deze veel omstreden figuur
zijn gedenkschriften geschreven. Lloyd George
heeft onlangs zijn zeventigsten verjaardag ge
vierd. Volgens Engelsche opvatting is deze
leeftijd nog geen onoverkomelijk bezwaar voor
het aanvaarden van een minister-portefeuille.
Ook zijn lichamelijke en psychische toestand
zijn nog geen beletsel voor Lloyd George om
een ministerieelen zetel te bezetten. Maar er
zijn wel andere politieke redenen waarom
Lloyd George menschelijkerwijze gesp>sken niet
meer tot het ambt van minister zal worden
geroepen. Deze groote Engelsche staatsman is
feitelijk door de politieke ontwikkeling der
laatste jaren achterhaald. De erkenning van
dit feit heeft Lloyd George er waarschijnlijk
toe gebracht om de uitgave van zijn gedenk
schriften niet langer uit te stellen. Hij zou na
melijk zelf nog gaarne de indrukken vernemen
die deze publicaties op het publiek zullen
maken, om zoo het noodig mocht zijn daarop
nog te kunnen reageeren. Algemeen wordt ver
ondersteld dat deze gedenkschriften hoofd
zakelijk ten doel hebben zijn eigen politiek te
verdedigen. Want de politiek, die door Lloyd
George vooral onmiddellijk na den oorlog werd
gevoerd, heeft wel een rechtvaardiging noodig.
Als men de persoonlijkheid van den auteur in
aanmerking neemt, en de historische rol die
hij in een veelbewogen tijdperk der geschiede
nis heeft gespeeld, kan er niet aan getwijfeld
worden of deze gedenkschriften zullen overal
met belangstelling gelezen worden.
Voor de tweede maal heeft de Chileensche
president Allessandri zich genoodzaakt gezien
om een bestraffing toe te dienen aan een per
soon die hem in het publiek beleedigde.
Toen de president dezer dagen zijn dagelijk-
sche wandeling maakte werd hij op beleedi-
gende wijze door een voorbijganger toegespro
ken.
De president, die 65 jaar oud is, diende den
man daarop eenige slagen met zijn wandelstok
toe.
Acht jaar geleden, tijdens zijn eerste presi
dentschap heeft de president een brutalen stu
dent gekastijd, die hem op de trappen van het
regeeringspaleis beleedigde
.-iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiii iiitii mn±
De komst van het voorjaar en het daarmede
gepaard gaande ijsvrij worden van de Finsche
havens is, naar Reuter meldt, het signaal voor
de hervatting van den smokkelhandel in ruwe
alcohol vanuit Noord-Duitschland naar Fin
land.
Deze ongeoorloofde handel neemt eerder toe
dan af en aan de Finsche kustwacht is ter
oore gekomen, dat II groote smokkelschepen
geladen met alcohol zich op weg bevinden naar
Finland.
In de golf van Finland zijn reeds twee sche
pen aangekomen, geladen met 10.000 liter ruwe
alcohol, welke aan plaatselijke dranksmokke
laars verkocht worden tegen ongeveer 30 cent
per liter.
De Finsche kustwacht treft voorbereidin
gen voor een ongenadig optreden tegen de
smokkelaars, wier smokkeldrank niet alleen
een schadepost beteekent voor de rijksfinan
ciën, doch ook de gezondheid der bewoners van
Finland ondermijnt.
Te Istanboul is overleden mevrouw de Rauch,
geboren prinses Lydia Galitzine, een vroegere
hofdame van de keizerin van Rusland.
Zij was echtgenoote van generaal de Rauch,
een bekend figuur in het Tsaristische Rus
land.
In de dagen voor den oorlog was zij een be
roemde schoonheid, sprak verscheidene talen
perfect.
Na de revolutie kwam generaal de Rauch
met zijn vrouw naar Istanboel en is hier sinds
dien blijven wonen.
Zij hadden al hun geld verloren en de vroe
gere prinses was genoodzaakt taallessen te
geven.
is VOOR VISCH.'T ALLERFIJNSTE WAT ER IS.
Sm
Ieder voelt nu i
Iets verblijdends, i
Iets onzegbaars
ln zijn ziel,
Ook al ziet men
Hier het leven
Juist zoo wankel
En fragiel.
i Want het Paaschfeest
Wekt gedachte,
I Die je losmaakt
i Van 't bestaan, f
Dat wij langzaam,
Als een pelgrim,
Naar een hooger
Opgang gaan.
Christus stierf en
Is verrezen,
Ging ons vóór naar
't Eeuwig land. -
Zijn verrijzen
Is het reiken
Van Zijn godde-
lijke hand!
Alleluja! i
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
niiiiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiiiiiiiimiHiiiiimiiniimiiiiiimir:
De Parijsche gemeenteraad heeft naar Reu
ter verneemt, besloten om de Place en het ge
lijknamige Metro-Station du Maine om te
doopen, ter eere van den ingenieur Bienvenue
die een leidende rol gespeeld heeft in de voor
bereiding en den bouw van het Parijsche
ondergrondsche treinenstelsel.
Het station Maine is gekozen, omdat dit ge
legen is bij het Gare Montparnasse, waar Bien
venue aankwam toen hij voor het eerst in
Parijs kwam.
Een Zuid-Afrikaansch jongeman heeft,
naar Reuter verneemt, in 5 jaar 25.000 mijl
geloopen en is thans in Kaapstad aangeko
men.
Hij heeft bijna elk gedeelte van Zuid-Afrika
bezocht en is een keer door bavianen aange
vallen en gebeten. Hij verslijt 7 paar schoe
nen per jaar en wil na een kort verblijf te
Kaapstad zijn wandeling voortzetten.
Met zware, moede schreden steeg de rem
mer Heinze de krakende trap naar zijn
kamertje omhoogbuiten begon de
jonge dag te schemeren.... een plechtige, vroo-
Hjke Paaschzondag!
Ach, Frederik Heinze voelde zich heelemaal
niet in feestelijke stemming toen hij in zijn
natte, zware laarzen, met zijn drijfnatte jas,
klam en doodmoe van den dienst, in het half
donker zijn koude en eenzame woning betrad.
In sneeuwstormen en stortbuien had hij bü
nevelachtig, rillerig weer buiten op het empla
cement van het station gewerkt.wagen na
wagen was van den rangeerberg afgerold
schrille fluitsignalenwaarschuwende kreten
en oplichtende, zwaaiende signaal-lantaarns
hadden zijn zenuwen tot het uiterste gespan
nen
Want bij zulk een weer kon de geringste on
achtzaamheid.de minste kleinigheid bui
tengewone gevaren voor het rollend materieel
en voor het eigen leven der beambten na zich
sleepen! Men zag of hoorde de wagens nauwe
lijks aanrollen.... licht en geluid droegen de
seinen nauwelijks voort door de dichte, mistige
vochtige duisternis heen.het ging hard tegen
hardde wagens konden op elkaar botsen..
zijn lichaam grijpen en verpletteren, zonder dat
men het zag aankomen
Heinze bukte zich, pakte onder de mat den
sleutel naar zijn kamer en nam voor den drem
pel de nieuwe krant mee, die de hospita daar
voor hem gereed legde. Dan deed hij de deur
open, stak de petroleumlamp aan en zette den
ketel met water op het gas om voor het slapen
nog een warmen kop koffie te kunnen nemen.
Ja slapen!".... Langzaam ontdeed de ver
moeide man zich van zijn natte schoenen en
de natte jas. Zou er al iets in de krant
staan over het ongeval bij Noordenbeek?
Natuurlijkdaar stond het alMateri-
eele schade groot. Gelukkig geen menschen-
levens te betreuren. Schuldvraag nog niet defi
nitief vastgesteld!
„Schuldvraag
Prachtigen onzin schreven de heeren van de
krant daar weer.... wie kon by zoo'n mist en
regen de signalen in de verte nog onderschei
den? Een samenloop van ongelukkige omstan
digheden was het.... een noodlottige vergissing
van een of andere beambte.... een oogenblik
van zenuwachtigheidMaar schuldvraag.
Dat was een toch al te belachelijke uitdruk
kingSchuld beteekende toch altyd een
slechte of misdadige bedoeling. Een ongeluk....
STEUNT
DOOR UW GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23653
U helpt ons hierdoor jong ens-
zielen redden voor Chriatua
Op zekeren dag nam Freddy
Vrijdag Robbie en Topsy mede in
zyn boot. Hy wilde wat gaan vis-
schen. Robhie had al heel spoedig
zyn iyn in den knoop en Topsy
moest hem helpen de knoopen er uit
te halen, hetgeen heel veel tyd in
beslag nam.
„Je moet je lyn ook om een stuk
hout winden," zeide de zeeman.
Robbie keek naar den bodem van
de boot, naar een stukje hout, doch
hü vond sleqhts een plank, die vele
decimeters lang was.
„Dit is het eenige, dat ik vinden
kan," zei Robbie, „en het is veel te
lang."
Freddy haalde de riemen naar
binnen en, over een van de zijden
van de boot leunende, floot hij een
zaagvisch, die juist voorby kwam.
De visch stopte vlak by Freddy.
„Geef my dat stuk eens," zeide hij,
zich tot Robbie wendende.
Robbie gaf de plank aan Freddy
Vrydag en spoedig zag Robbie, dat
de zaagvisch er een stukje van af
zaagde.
„De visschen op het Artis-eiland
doen precies, wat jij ze zegt," merkte
Topsy op.
„Ze weten, dat, wanneer ze niet
doen, wat ik ze zeg, ik ze mee naar
huis zou nemen en ze zou bakken
voor by de thee," zeide Freddy.
(Dinsdagavond vervolg)
ja!! die heeren journalisten en redacteurs
schrijven toch soms den reinsten onzin. Natuur-
iyk ja.... daar wemelde het ook weer van lieve
Paaschvertellingen vol vroolijke zon en jubel..
daar klonken de kerkklokken hel en vreugdig
en verkondigden weder het uur der Verrijzenis
en zalige hoop!
Geërgerd sloeg Heinze met de vuist op de
krant.... Hij was heelemaal niet in Paasch-
stemming
Hy dacht aan dien Paaschnacht, nu 3 jaar
geleden, toen het harde leven hem ook zoo bit
tere parten speelde. Toen.... ja toen was hy
ook een vroohjke, lustige klant geweest.... Nu
was hij een ernstige, stille man.... een be
trouwbaar stipt ambtenaar zooals voor jaren
ook.... maar een man wien het vroolijke
lachen op de lippen bevroor....
En naderhand keek hij rond in de ongezel
lige kale kamer, die hem slechts voor slaap
plaats diende
Ja, wanneer hier een lieve en trouwe vrouwen
hand het huishouden gedaan had, dan zou het
er wel anders hebben uitgezien in deze ka
mer!Een heerlijk vuur, wanneer hij van
dienst thuis-
(Ingezonden Mededeeling)
waar hij zoo van
hield! Maar dat I
alles was nu uit
en voorbij Hij
herinnerde zich nog goed dien vreeselijken
nachtHy was verloofdverloofd
met de blonde Kathe, dochter van den
magazijnmeester in Hoogereind, drie uur spo
ren van zijn eigen dorp. Het huisje stond vlak
bij de spoorwegkruisingEn wanneer „zij"
wist dat hij voorbijkwam met den trein, dan
stond zy aan het raam en wuifde, wuifde in de
heldere zon overdag, wuifde in het donker van
den nachtzonder hem te kunnen onder
scheiden. Maar hy zag haar wel in het verlichte
venster en zijn hart jubelde in gelukEn
dan kwam die vreeselijke Paaschnacht, waaraan
hij nu nog slechts met afschuw denken kon.
Ook toen passeerde hij het helverlichte raam
van het huisje ook toen tuurde hij met bran
dende oogen door den nachtDen volgenden
dag, op Paaschzondag, zou de plechtige ver
loving plaats hebben
En toen bij de herinnering sloot Frederik
Heinze weer de oogendaar zag hij achter
de toegetrokken gordijnen twee schaduwen
dicht, zoo dicht voorbijglijdendat was een
maneen man, die de schaduw van een
vrouw in de armen vloogen Kathe woonde
daar alleen met haar vader
Van dezen dag af had de remmer Heinze niet
meer gekeken, wanneer hij met den trein pas
seerde. Hij was niet meer by de ontrouwe ge
weest.... en had ook geen teeken van leven
meer van haar ontvangen.... Af geloopen, uit!
Die teleurstelling zou hij nooit te boven komen.
Weer greep de beambte naar de krant, ter
wijl hij zijn heete koffie uitslurpte. Politieke en
huwelijksadvertenties, doodsberichten, enz.,
enzaltyd hetzelfde! Daar het bericht over
het ongeval bij Noorderbeek! Er zou een
nieuw ministerie komenen hier, drie, vier
Paaschvertellingen! Die moest hij toch werke
lijk voor de grap eens lezenhoe de twee
eindelijk elkaar kregen!" Op Paaschzondag na-
tuuriyk!
Mismoedig vouwde hij het blad open. Plot
seling bleef zijn oog op een vertelling rusten.
Hy wist zelf niet waarommisschien alleen,
omdat ze met Kathe" onderteekend was
De vertelling heette „Schaduw"Hij las en
las, met heet hoofd en brandende oogen
Wat was dat? Daar vertelde een jong meisje
hoe een zwarte schaduw in het hoogste geluk
en over haar jonge leven gevallen wasals
de rijp over de teere lentebloesems.... Zij ver
telde, dat de schaduw van haar geliefde, haar
heimelijken bruidegom, den spoorwegbeambte
„Frederik" zoo vaak het raam van haar huisje
gepasseerd was, een prettige wuivende scha
duw.... Alles was gereed voor de verloving,
de bruiloft
Op Paaschzondag zou de publieke verloving
plaats hebben.... 'savonds tevoren was ook
haar broer, die op zee wasvan een lange
wereldreis weer teruggekeerd, juist op het goede
oogenblik om deel te kunnen nemen aan haar
geluk.... Jubelend was zij den langverwachte
in de armen gevlogen daar donderde ook de
trein voorbij, waarin haar geliefde zich bevond.
Zy trok haar broer mee aan het raam, om hem
haar geluk tenminste in het donker te wijzen,
maar reeds was de donkere schaduw der wagens
voorbij en de zwarte schaduw was op haar leven
gedaald.... want sinds dezen dag had zij niets,
niets meer van den geliefde gehoord! Treurig
was de Paaschzondag voorbij gegaan in vruch
teloos wachten.... treurig en traag vervlogen
de dagen„Als je dien vent maar niet na
loopt.... de kerel heeft het nooit ernstig met
je gemeend, Kathe" zoo hadden vader en
broer gezegd.
„Het liefst zou ik hem opzoeken en een flink
pak ransel toedienen," dreigde haar broer.
„Als hy maar gekomen was.... als hij maar
gekomen was".... riep Heinze in plotseling
begrijpen uit.... „Dan was alles direct opge
helderd
Want nu begreep hij hetAan slapen was
geen denken meer; Frederik Heinze trok zijn
beste costuum aan, nam de natte krant, was
het de versche drukof nevel en regen
of tranen die hem besproeiden.... en reed met
den eersten vroegtrein naar Hoogereind
Sprakeloos stonden drie menschen tegenover
elkaar.... zwygend reikte Heinze zijn Kathe
de krant.en met eenige korte vragen en
antwoorden was de schaduw verdreven die hun
het leven vergiftigd had
En toen werd het tenslotte toch nog een
Paaschfeest met vroolijke verloving en geluk
kig lachen, waarop liefde en vertrouwen een
heerlijke opstanding vierden in de harten....
A 11 op dIt blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot
A116 O. DO Tl JIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van beide armen, beide beenen of
f 7Cfi bij een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 OC oij
beide oogen i f t#lf. doodelijken afloop# een voet of een oog 1 1 duim of wijsvinger
werken door
verlies van een
f Cfl bij een breuk van f Afï bij verlies van 'n
f t/l/»"been of arm# Xanderen vinger
Uit het Engelsch van
Wat komt in orde?
Alles. Luister, Nancy, ik ben het niet eens
"let alles wat je van plan bent en ik wil niet,
bat het gebeurt.
Nancy kon zich niet vergissen. Hy sprak ge
ragd, zijn altijd blozend gezicht was bleek ge
iden. Zijn lippen beefden en de cigaret trilde
bsschen zijn vinders. Maar ondanks dit alles
b'eef hy, Ben Briggs, de zelfgenoegzame, vol
dane jonge man. Hij sprak met zulk autoritaire
vertuiging en zekerheid, dat Nancy zich haast
eLeedigd gevoelde.
Dus je hebt je voorgenomen de baas over
?ie te spelen en me te zeggen wat ik wel of niet
jbag <joen? vroeg het meisje met iets scherps
haar stem.
Misschien wel, was het antwoord: in
f/ber geval ben ik niet van plan erin toe te
^himen.
Toe te stemmen, in wat?
- Dat jy gaat inwonen bij Mary Judson en
b betrekking zoekt als ontwerpster by de
h of andere textielfabriek.
Zoo? En waarom niet? Er was iets in de
stem van het meisje, dat hem een onbehaag-
iyk gevoel gaf. Ze sprak nog altijd schertsend
en ze glimlachte er zelfs by, maar ondanks
alles was hy niet op zyn gemak. Ondanks haar
glimlach scheen er een afstand tusschen hen
beiden te bestaan, een afstand die niet te over
bruggen was.
Maar het sprak van zelf, dat hy zich niet
van de wijs liet brengen. Geen meisje op de
wereld zou een betere partij kunnen vinden
dan Ben Briggs en dat zou Nancy ook wel in
zien.
Misschien ben ik verkeerd van wal gestoken,
gaf hy toe, na een oogenblik stilte. Mis
schien had ik dit niet moeten zeggen. Maar 't
idee dat je van ons wilt weggaan om je eigen
brood te gaan verdienen hindert me en maakt
me zenuwachtig.
Maar waarom in Godsnaam?
Omdat ik andere plannen voor je hebt,
antwoordde hij onbenullig.
Omdat je andere plannen voor me hebt,
herhaalde het meisje.
Ja.
En waarin bestaan die dan?
Deze vraag bracht hem in het nauw. Of
schoon hy geen oogenblik twijfelde aan het be
vredigende van hun gesprek, moest hy toege
ven, dat hy het niet met tact had ingekleed.
Hy zag de trotsche uitdrukking in haar oogen;
hy merkte den koelen klank van haar stem op.
Ze glimlachte nu niet meer en hy voelde zich
een beetje uit het veld geslagen.
Luister, Nancy, stak hy plotseling van
wal, je vertelde vader een oogenblik geleden,
dat je arm was achtergebleven en dat je je
hebt voorgenomen, tien duizend pond by el
kaar te verdienen.
Dat is zoo, stemde ze toe.
Wel, dat is eenvoudig onmogelijk, dat
heeft vader je immers ook gezegd.
Zeker, zei ze aarzelend.
En vader heeft gelijk. Hy weet wat het
beteekent geld te verdienen, hoewel er geen
plaats in Engeland bestaat waar meer en ge
makkelijker geld wordt verdiend dan hier in
Leeds, zal het je hier ook niet lukken. Weet je,
wat de firma Elyah Briggs en Zoon het laatste
jaar overgehouden heeft?
Ik heb er geen flauw begrip van.
Neen, dat zou ook niet mogelijk zyn.
Weet je wel, dat tienduizend pond niets betee
kent voor een zaak als de onze?
Het doet me genoegen dat te hooren.
Dat dacht ik wel. Nu, jij wil tien duizend
pcnd verdienen: waarom je zoo'n groot bédrag
noodig hebt, weet ik niet, en ik zal het je
ook niet vragen.
Nancy bleef zwijgen.
Zie je, begon Ben opnieuw, de kwestie
is dat ik veel van je houd, heel veel en of
schoon we elkaar pas drie weken kennen, zou
ik in staat zijn alles voor je te doen wat je
maar wou. Je hebt het maar te zeggen en ik
zal het voor je doen.
Dat is heel aardig van je, antwoordde het
meisje.
Hij kon zich niet direct realiseeren, wat ze
anders had moeten zeggen, en toch bevredigde
haar antwoord hem niet. Hy stelde zich voor,
hoe Alice Lister op zyn woorden gereageerd
zou hebben!
Het is heelemaal niet aardig, ging hy
voort, ik heb nog nooit in myn leven voor
een meisje gevoeld wat ik voor jou voel. Ik
moet, of ik wil of niet, aan je denken, dag en
nacht. Heb je daar dan niets van gemerkt?
Ik ben bang dat ik er niet erg op gelet
heb, antwoordde Nancy.
Als je het dan ronduit wil weten: ik ben
van je gaan houden. Daarom kan ik me niet
met dat dwaze plan van je vereenigen, om
werk te zoeken als ontwerpster en met die
Mary Judson te gaan samenwonen.
Ben's zelfvertrouwen was nu heelemaal te
ruggekeerd. Nu het hoogste woord er uit was,
voelde hy zich weer meester van de situatie.
Ik weet wel, dat ik nog jong ben, zei hy
maar ik kan als het moet nu al de beschik
king krijgen over een gioot kapitaal. Vader
heeft me meer dan eens gezegd, dat hy zich
terug wil trekken uit de zaak.
Ik begrijp nog altyd niet, wat dit alle-
maal met my te maken heeft en er was een
zweem „hauteur" in haar stem.
Begrijp je dat niet? riep Ben uit. Maar
het heeft alles met je te maken! Ik heb je ge
zegd, dat ik van je ben gaan houden en als
we eenmaal getrouwd zyn, heb je practisch
gesproken, zooveel geld tot je beschikking als
je maar mocht willen. Ik zal een goede man
voor je zyn en je zult tot de eersten uit de
stad gaan behooren. Als je erop gesteld bent,
wil ik me zelfs beschikbaar stellen voor een
zetel in het Parlement, ofschoon ik weinig geef
om politiek. Maar ik zou alles voor je doen,
alles, alles. Geef je mij geen antwoord? Kun
nen we het niet eens werden?
Ben had, terwijl hy sprak, geen oog van
Nancy afgehad en hy was diep teleurgesteld
over het weinig effect, dat zijn woorden sche
nen te hebben. By zijn teleurstelling kwam nog
een ander gevoel. Had hy wel den juisten toon
getroffen? vroeg hy zich af. Misschien waren
de meisjes uit Cornwall heel anders dan die uit
Yorkshire. Hy bedacht eensklaps, dat Nancy
een Trevanion was en tot een van de meest
trotsche families uit Engeland behoorde. Zou
er misschien een groot verschil bestaan tus
schen haar en de meisjes, waarmee hy gewend
was om te gaan? Was het misschien verkeerd
geweest, op die manier over geld te spreken?
Maar hy dacht aan haar gesprek met zijn va
der, hoe haar grootste ambitie scheen, tiendui
zend pond binnen een bepaalden tijd by elkaar
te verdienen. Dat was toch eigenlijk de oor
zaak, dat hy zoo gesproken had. Ten slotte
was hy ervan overtuigd, dat hy geen oogenblik
verkeerd had gedaan.
En toch voelde hy zich niet voldaan. Hy
keek angstig naar de veranderde uitdrukking
van haar gelaat: die leek hem een mengeling
van ironie en boosheid, verontwaardiging en
twyfel; hy kon niet uitmaken wat er in haar
omging.
Want Nancy gaf geen antwoord: misschien
dacht ze na over wat hij haar had voorge
steld.
Natuurlijk is het een eer voor me, begon
ze eindelijk met groote moeite, en
Neen, zoo moet je het niet opvatten, viel
Ben haar in de rede, ik wilde je niet vleien.
Ik heb in ernst gesproken. Ik neb nog nooit
voor éénig meisje gevoeld, wat ik nu voel voor
jou en ik zal je alles geven wat je maar ver
langen kunt. Ik zal een mooi huis laten bou
wen in het beste deel van Leeds, je kunt net
zooveel personeel houden als je maar wilt en
de mooiste Rolls-Royce, die er voor geld te
krijgen is. Je gelooft toch, dat ik van je houd!
Moet ik dit als een huwelijks-aanzoek be
schouwen? begon ze weer, na een nieuwe pijn
lijke stilte.
Maar natuurlijk! antwoordde Ben driftig.
Ben ik niet duidelijk genoeg geweest? Als
dat niet het geval is spijt het me, maar ik
ben zoo nerveus, dat ik niet meer precies weet
wat ik zegIk heb altijd gelachen om „ge
voel" en „liefde" en al die dingen, maar ik ben
er heelemaal van teruggekomen. Kom, laten
we het in orde maken, en Ben, die gedurende
dit gesprek op een afstand was blijven staan,
deed een stap naderbij.
Natuurlijk is het een eer voor me, begon
ze opnieuw, maar.... het Is onmogelijk,
mynheer Ben.
(Wordt vervolgd)