Voor gramofoonliefhebbers IERSCH GEKARND HET 40% ROOMBOTER 3Ket vetfiaal van den daa et Erfdeel Orkestwerken PASCHEN ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn prima Nederlandsch fabrikaat Gevonden ZATERDAG 15 APRIL' De Gedenkschriften van Lloyd George MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten 75 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Bij Apofh. en Drogister Hardhandige president Ruwe alcohol Uit oude glorie -UUL Ir. Bienvenue Een tippelaar DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking Uit de productie van orkestwerken van deze maand steken de „Variations sym- phoniques" van César Pranck wel hoog boven al het andere. Begrijpt u me goed: niet om de opname-techniek, die tegenwoordig over de geheele linie tamelijk gelijk voortgaat, maar om den aard van deze verrukkelijke muziek. Al is dit werk voor de concertzaal geschreven, ge hoort er toch den organist van de St. Clo- tilde in, den „maitre angélique" die achter de speeltafel van het fraaie instrument dat Ca- vaillé-Coll bouwde, de oerbronnen der muziek beluisterde, zooals Franck's leerling Vincent d'Indy getuigd heeft: „Het was in de half schaduw van deze galerij dat het beste deel van zijn leven verliep, het was daar, dat hij gedu rende dertig jaar eiken Zondag, eiken feestdag en in den laatsten tijd eiken Vrijdagmorgen het Vuur van zijn genie kwam ontsteken aan be wonderenswaardige improvisaties." Deze sfeer van innige geloovigheid, van volmaakte ziele- harmonie vindt ge ook in de zeer melodieuze, zeer kleurrijke „Variations symphoniques." De klaarheid ervan komt dubbel tot uiting door het heldere, gave spel van Walther Gieseking, die met het Londensche Philharmonisch orkest ideaal samenwerkte (Columbia LX 192/3). Hoe geheel anders is de vierde symphonie van Tsjaikofski. Een vergelijking tusschen den levensloop van deze twee componisten leert ons de macht en de waarde van innerlijke harmo nie. Pranck, dag in dag uit, het eene jaar na het andere, door Parijs hollend om slecht be taalde lessen te geven een rampzalige auto bus deed hem op dit bescheiden veld van eer sneuvelen! vond alleen tijd voor compo- neeren 's morgens vroeg, ten koste van zijn slaap. En schiep toch de edelste, vredigste mu ziek, welke men zich na Bach kan denken. Tsjaikofski echter, reeds spoedig vrij van ma- terieele zorgen door een jaargeld, dat een rijke vereerster hem gaf, raakte steeds meer verward in het ijdele getob van zijn gespleten ziel. Lees slechts zijn eigen programma bij het eerste deel van de vierde symphonie: „De inleiding van het werk is tevens de kern ervan: zij bevat de hoofdgedachte, die het noodlot voorstelt, de fa tale macht die den drang naar het geluk steeds Weer verhindert zijn doel te bereiken, die er jaloersch voor zorgt, dat welbehagen en rust niet de overhand hebben, dat de hemel niet vry van wolken wordt; een macht, die als het zwaard van Damocles boven ons hoofd zweeft en onophoudelijk de ziel vergiftigt. Deze macht is overweldigend en onoverwinnelijk. Er blijft daarom niets anders over, dan zich aan haar te onderwerpen en moedeloos te klagen. Het ge voel van neerslachtigheid en hopeloosheid wordt sterker en sterker. Is het niet beter zich van de werkelijkheid af te wenden en zich aan droomen over te geven. Welk een vreugde geeft hij, de zoete, teere droom die mij verscheen. Het opdringerige eerste motief klinkt nog slechts in de verte. Meer en meer wordt de ziel om sponnen door droomen. Al het duistere en vreugdelooze is vergeten. Geluk! Geluk! Geluk! Doch neen, het zijn slechts droomen, die door het noodlot worden verstoord. Zoo is ook het geheele leven een voortdurende wisseling van sombere werkelijkheid en ijle geluksdroömen." Het is dan ook vooral om het melodieuze An dante, dat wij den componist toch zeer dank baar zijn voor het scheppen van deze sympho nie. Het doet, door aard èn door kwaliteit, den ken aan het Allegretto van Beethoven's zevende, hoewel Tsjaikofski ook hier zijn weemoed niet geheel kan loslaten. Het laatste deel is echter heel zwak: druk en schetterend om de leeg heid van gevoel en fantasie te verbergen. Het is niet de eerste opname van dit groote werk. Mengelberg gaf er eenige jaren geleden zijn zwaar geladen, hoogst persoonlijke visie van voor Columbia (L 2366/70), een uitgave die nog steeds zeer groote waarde heeft. Thans ver schijnt Leopold Stokowski er mee, het oruest van Philadelphia aanvoerend (His Master's Voice DB 1793/7). Zijn opvatting is soberder, hij dikt de effecten minder aan. Hij gelooft meer in deze muziek, dan de Nederlandsche dirigent blijkbaar doet, die het noodig vond het op zich zelf reeds zeer zware pathos nog te verhevigen. Een kwestie van persoonlijken smaak, welke opvatting ge prefereert. Wie minder van zulke „zware" muziek hcudt, vindt in de „Scènes pittoresques" van Massenet iets, dat weinig bekend en toch de kosten waard is. Deze kleine, licht aansprekende Suite opent met een pittige marsch. Dan volgt een „Air de ballet", dat inzet met een melodieuze cello-solo, welke herinnert aan de beroemde serenade van Manrico uit Verdi's „Troubadour". Als midden deel krijgt men een van die fladderende mu ziekjes, die u dadelijk aan trippelende danse resjes doen denken. Het derde deel heet „An gelus" en geeft een harmonisch mengsel van religieuze en volksliedachtige melodieën. Met een „Fête de Bohème" sluit dit vlotte, prettige werkje, dat Alois Melichar met het Berlijnsche Philharmonische orkest naar hartelust doet klinken (Polydor 24930/1). Er zijn echter steeds veel gramofoonliefheb bers, die uitsluitend opnamen wenschen van werken, die zij reeds kennen. Voor hen vermeld ik de keurige vertolking, die het orkest van de Berlijnsche staatsopera gaf van von Flotow's ouverture van „Martha" (Kristall P 1193). „Blue Band-kwaliteit" bestaat voortaan uit: 60 Blue Band, bereid- uit de allerbeste grond stoffen, versch gekamd met. 40 7o allerfijnste Roomboter onder Rijkscontrole. De prijs blijft onveranderd - dus 30 cents per pakje. Koopt daarom „Blue Band-kwaliteit" - dan weet U wat li eetl" 89137-020» BLUE BAND De „Daily Telegraph" deelt mede, dat zij zich het auteursrecht heeft verzekerd van de Ge denkschriften van Lloyd George. Men hoopt met de uitgave reeds in het begin van dezen zomer een aanvang te kunnen maken. Zoo heeft ook deze veel omstreden figuur zijn gedenkschriften geschreven. Lloyd George heeft onlangs zijn zeventigsten verjaardag ge vierd. Volgens Engelsche opvatting is deze leeftijd nog geen onoverkomelijk bezwaar voor het aanvaarden van een minister-portefeuille. Ook zijn lichamelijke en psychische toestand zijn nog geen beletsel voor Lloyd George om een ministerieelen zetel te bezetten. Maar er zijn wel andere politieke redenen waarom Lloyd George menschelijkerwijze gesp>sken niet meer tot het ambt van minister zal worden geroepen. Deze groote Engelsche staatsman is feitelijk door de politieke ontwikkeling der laatste jaren achterhaald. De erkenning van dit feit heeft Lloyd George er waarschijnlijk toe gebracht om de uitgave van zijn gedenk schriften niet langer uit te stellen. Hij zou na melijk zelf nog gaarne de indrukken vernemen die deze publicaties op het publiek zullen maken, om zoo het noodig mocht zijn daarop nog te kunnen reageeren. Algemeen wordt ver ondersteld dat deze gedenkschriften hoofd zakelijk ten doel hebben zijn eigen politiek te verdedigen. Want de politiek, die door Lloyd George vooral onmiddellijk na den oorlog werd gevoerd, heeft wel een rechtvaardiging noodig. Als men de persoonlijkheid van den auteur in aanmerking neemt, en de historische rol die hij in een veelbewogen tijdperk der geschiede nis heeft gespeeld, kan er niet aan getwijfeld worden of deze gedenkschriften zullen overal met belangstelling gelezen worden. Voor de tweede maal heeft de Chileensche president Allessandri zich genoodzaakt gezien om een bestraffing toe te dienen aan een per soon die hem in het publiek beleedigde. Toen de president dezer dagen zijn dagelijk- sche wandeling maakte werd hij op beleedi- gende wijze door een voorbijganger toegespro ken. De president, die 65 jaar oud is, diende den man daarop eenige slagen met zijn wandelstok toe. Acht jaar geleden, tijdens zijn eerste presi dentschap heeft de president een brutalen stu dent gekastijd, die hem op de trappen van het regeeringspaleis beleedigde .-iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiii iiitii mn± De komst van het voorjaar en het daarmede gepaard gaande ijsvrij worden van de Finsche havens is, naar Reuter meldt, het signaal voor de hervatting van den smokkelhandel in ruwe alcohol vanuit Noord-Duitschland naar Fin land. Deze ongeoorloofde handel neemt eerder toe dan af en aan de Finsche kustwacht is ter oore gekomen, dat II groote smokkelschepen geladen met alcohol zich op weg bevinden naar Finland. In de golf van Finland zijn reeds twee sche pen aangekomen, geladen met 10.000 liter ruwe alcohol, welke aan plaatselijke dranksmokke laars verkocht worden tegen ongeveer 30 cent per liter. De Finsche kustwacht treft voorbereidin gen voor een ongenadig optreden tegen de smokkelaars, wier smokkeldrank niet alleen een schadepost beteekent voor de rijksfinan ciën, doch ook de gezondheid der bewoners van Finland ondermijnt. Te Istanboul is overleden mevrouw de Rauch, geboren prinses Lydia Galitzine, een vroegere hofdame van de keizerin van Rusland. Zij was echtgenoote van generaal de Rauch, een bekend figuur in het Tsaristische Rus land. In de dagen voor den oorlog was zij een be roemde schoonheid, sprak verscheidene talen perfect. Na de revolutie kwam generaal de Rauch met zijn vrouw naar Istanboel en is hier sinds dien blijven wonen. Zij hadden al hun geld verloren en de vroe gere prinses was genoodzaakt taallessen te geven. is VOOR VISCH.'T ALLERFIJNSTE WAT ER IS. Sm Ieder voelt nu i Iets verblijdends, i Iets onzegbaars ln zijn ziel, Ook al ziet men Hier het leven Juist zoo wankel En fragiel. i Want het Paaschfeest Wekt gedachte, I Die je losmaakt i Van 't bestaan, f Dat wij langzaam, Als een pelgrim, Naar een hooger Opgang gaan. Christus stierf en Is verrezen, Ging ons vóór naar 't Eeuwig land. - Zijn verrijzen Is het reiken Van Zijn godde- lijke hand! Alleluja! i MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) niiiiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiiiiiiiimiHiiiiimiiniimiiiiiimir: De Parijsche gemeenteraad heeft naar Reu ter verneemt, besloten om de Place en het ge lijknamige Metro-Station du Maine om te doopen, ter eere van den ingenieur Bienvenue die een leidende rol gespeeld heeft in de voor bereiding en den bouw van het Parijsche ondergrondsche treinenstelsel. Het station Maine is gekozen, omdat dit ge legen is bij het Gare Montparnasse, waar Bien venue aankwam toen hij voor het eerst in Parijs kwam. Een Zuid-Afrikaansch jongeman heeft, naar Reuter verneemt, in 5 jaar 25.000 mijl geloopen en is thans in Kaapstad aangeko men. Hij heeft bijna elk gedeelte van Zuid-Afrika bezocht en is een keer door bavianen aange vallen en gebeten. Hij verslijt 7 paar schoe nen per jaar en wil na een kort verblijf te Kaapstad zijn wandeling voortzetten. Met zware, moede schreden steeg de rem mer Heinze de krakende trap naar zijn kamertje omhoogbuiten begon de jonge dag te schemeren.... een plechtige, vroo- Hjke Paaschzondag! Ach, Frederik Heinze voelde zich heelemaal niet in feestelijke stemming toen hij in zijn natte, zware laarzen, met zijn drijfnatte jas, klam en doodmoe van den dienst, in het half donker zijn koude en eenzame woning betrad. In sneeuwstormen en stortbuien had hij bü nevelachtig, rillerig weer buiten op het empla cement van het station gewerkt.wagen na wagen was van den rangeerberg afgerold schrille fluitsignalenwaarschuwende kreten en oplichtende, zwaaiende signaal-lantaarns hadden zijn zenuwen tot het uiterste gespan nen Want bij zulk een weer kon de geringste on achtzaamheid.de minste kleinigheid bui tengewone gevaren voor het rollend materieel en voor het eigen leven der beambten na zich sleepen! Men zag of hoorde de wagens nauwe lijks aanrollen.... licht en geluid droegen de seinen nauwelijks voort door de dichte, mistige vochtige duisternis heen.het ging hard tegen hardde wagens konden op elkaar botsen.. zijn lichaam grijpen en verpletteren, zonder dat men het zag aankomen Heinze bukte zich, pakte onder de mat den sleutel naar zijn kamer en nam voor den drem pel de nieuwe krant mee, die de hospita daar voor hem gereed legde. Dan deed hij de deur open, stak de petroleumlamp aan en zette den ketel met water op het gas om voor het slapen nog een warmen kop koffie te kunnen nemen. Ja slapen!".... Langzaam ontdeed de ver moeide man zich van zijn natte schoenen en de natte jas. Zou er al iets in de krant staan over het ongeval bij Noordenbeek? Natuurlijkdaar stond het alMateri- eele schade groot. Gelukkig geen menschen- levens te betreuren. Schuldvraag nog niet defi nitief vastgesteld! „Schuldvraag Prachtigen onzin schreven de heeren van de krant daar weer.... wie kon by zoo'n mist en regen de signalen in de verte nog onderschei den? Een samenloop van ongelukkige omstan digheden was het.... een noodlottige vergissing van een of andere beambte.... een oogenblik van zenuwachtigheidMaar schuldvraag. Dat was een toch al te belachelijke uitdruk kingSchuld beteekende toch altyd een slechte of misdadige bedoeling. Een ongeluk.... STEUNT DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt ons hierdoor jong ens- zielen redden voor Chriatua Op zekeren dag nam Freddy Vrijdag Robbie en Topsy mede in zyn boot. Hy wilde wat gaan vis- schen. Robhie had al heel spoedig zyn iyn in den knoop en Topsy moest hem helpen de knoopen er uit te halen, hetgeen heel veel tyd in beslag nam. „Je moet je lyn ook om een stuk hout winden," zeide de zeeman. Robbie keek naar den bodem van de boot, naar een stukje hout, doch hü vond sleqhts een plank, die vele decimeters lang was. „Dit is het eenige, dat ik vinden kan," zei Robbie, „en het is veel te lang." Freddy haalde de riemen naar binnen en, over een van de zijden van de boot leunende, floot hij een zaagvisch, die juist voorby kwam. De visch stopte vlak by Freddy. „Geef my dat stuk eens," zeide hij, zich tot Robbie wendende. Robbie gaf de plank aan Freddy Vrydag en spoedig zag Robbie, dat de zaagvisch er een stukje van af zaagde. „De visschen op het Artis-eiland doen precies, wat jij ze zegt," merkte Topsy op. „Ze weten, dat, wanneer ze niet doen, wat ik ze zeg, ik ze mee naar huis zou nemen en ze zou bakken voor by de thee," zeide Freddy. (Dinsdagavond vervolg) ja!! die heeren journalisten en redacteurs schrijven toch soms den reinsten onzin. Natuur- iyk ja.... daar wemelde het ook weer van lieve Paaschvertellingen vol vroolijke zon en jubel.. daar klonken de kerkklokken hel en vreugdig en verkondigden weder het uur der Verrijzenis en zalige hoop! Geërgerd sloeg Heinze met de vuist op de krant.... Hij was heelemaal niet in Paasch- stemming Hy dacht aan dien Paaschnacht, nu 3 jaar geleden, toen het harde leven hem ook zoo bit tere parten speelde. Toen.... ja toen was hy ook een vroohjke, lustige klant geweest.... Nu was hij een ernstige, stille man.... een be trouwbaar stipt ambtenaar zooals voor jaren ook.... maar een man wien het vroolijke lachen op de lippen bevroor.... En naderhand keek hij rond in de ongezel lige kale kamer, die hem slechts voor slaap plaats diende Ja, wanneer hier een lieve en trouwe vrouwen hand het huishouden gedaan had, dan zou het er wel anders hebben uitgezien in deze ka mer!Een heerlijk vuur, wanneer hij van dienst thuis- (Ingezonden Mededeeling) waar hij zoo van hield! Maar dat I alles was nu uit en voorbij Hij herinnerde zich nog goed dien vreeselijken nachtHy was verloofdverloofd met de blonde Kathe, dochter van den magazijnmeester in Hoogereind, drie uur spo ren van zijn eigen dorp. Het huisje stond vlak bij de spoorwegkruisingEn wanneer „zij" wist dat hij voorbijkwam met den trein, dan stond zy aan het raam en wuifde, wuifde in de heldere zon overdag, wuifde in het donker van den nachtzonder hem te kunnen onder scheiden. Maar hy zag haar wel in het verlichte venster en zijn hart jubelde in gelukEn dan kwam die vreeselijke Paaschnacht, waaraan hij nu nog slechts met afschuw denken kon. Ook toen passeerde hij het helverlichte raam van het huisje ook toen tuurde hij met bran dende oogen door den nachtDen volgenden dag, op Paaschzondag, zou de plechtige ver loving plaats hebben En toen bij de herinnering sloot Frederik Heinze weer de oogendaar zag hij achter de toegetrokken gordijnen twee schaduwen dicht, zoo dicht voorbijglijdendat was een maneen man, die de schaduw van een vrouw in de armen vloogen Kathe woonde daar alleen met haar vader Van dezen dag af had de remmer Heinze niet meer gekeken, wanneer hij met den trein pas seerde. Hij was niet meer by de ontrouwe ge weest.... en had ook geen teeken van leven meer van haar ontvangen.... Af geloopen, uit! Die teleurstelling zou hij nooit te boven komen. Weer greep de beambte naar de krant, ter wijl hij zijn heete koffie uitslurpte. Politieke en huwelijksadvertenties, doodsberichten, enz., enzaltyd hetzelfde! Daar het bericht over het ongeval bij Noorderbeek! Er zou een nieuw ministerie komenen hier, drie, vier Paaschvertellingen! Die moest hij toch werke lijk voor de grap eens lezenhoe de twee eindelijk elkaar kregen!" Op Paaschzondag na- tuuriyk! Mismoedig vouwde hij het blad open. Plot seling bleef zijn oog op een vertelling rusten. Hy wist zelf niet waarommisschien alleen, omdat ze met Kathe" onderteekend was De vertelling heette „Schaduw"Hij las en las, met heet hoofd en brandende oogen Wat was dat? Daar vertelde een jong meisje hoe een zwarte schaduw in het hoogste geluk en over haar jonge leven gevallen wasals de rijp over de teere lentebloesems.... Zij ver telde, dat de schaduw van haar geliefde, haar heimelijken bruidegom, den spoorwegbeambte „Frederik" zoo vaak het raam van haar huisje gepasseerd was, een prettige wuivende scha duw.... Alles was gereed voor de verloving, de bruiloft Op Paaschzondag zou de publieke verloving plaats hebben.... 'savonds tevoren was ook haar broer, die op zee wasvan een lange wereldreis weer teruggekeerd, juist op het goede oogenblik om deel te kunnen nemen aan haar geluk.... Jubelend was zij den langverwachte in de armen gevlogen daar donderde ook de trein voorbij, waarin haar geliefde zich bevond. Zy trok haar broer mee aan het raam, om hem haar geluk tenminste in het donker te wijzen, maar reeds was de donkere schaduw der wagens voorbij en de zwarte schaduw was op haar leven gedaald.... want sinds dezen dag had zij niets, niets meer van den geliefde gehoord! Treurig was de Paaschzondag voorbij gegaan in vruch teloos wachten.... treurig en traag vervlogen de dagen„Als je dien vent maar niet na loopt.... de kerel heeft het nooit ernstig met je gemeend, Kathe" zoo hadden vader en broer gezegd. „Het liefst zou ik hem opzoeken en een flink pak ransel toedienen," dreigde haar broer. „Als hy maar gekomen was.... als hij maar gekomen was".... riep Heinze in plotseling begrijpen uit.... „Dan was alles direct opge helderd Want nu begreep hij hetAan slapen was geen denken meer; Frederik Heinze trok zijn beste costuum aan, nam de natte krant, was het de versche drukof nevel en regen of tranen die hem besproeiden.... en reed met den eersten vroegtrein naar Hoogereind Sprakeloos stonden drie menschen tegenover elkaar.... zwygend reikte Heinze zijn Kathe de krant.en met eenige korte vragen en antwoorden was de schaduw verdreven die hun het leven vergiftigd had En toen werd het tenslotte toch nog een Paaschfeest met vroolijke verloving en geluk kig lachen, waarop liefde en vertrouwen een heerlijke opstanding vierden in de harten.... A 11 op dIt blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot A116 O. DO Tl JIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van beide armen, beide beenen of f 7Cfi bij een ongeval met f OCfl by verlies van een hand f 1 OC oij beide oogen i f t#lf. doodelijken afloop# een voet of een oog 1 1 duim of wijsvinger werken door verlies van een f Cfl bij een breuk van f Afï bij verlies van 'n f t/l/»"been of arm# Xanderen vinger Uit het Engelsch van Wat komt in orde? Alles. Luister, Nancy, ik ben het niet eens "let alles wat je van plan bent en ik wil niet, bat het gebeurt. Nancy kon zich niet vergissen. Hy sprak ge ragd, zijn altijd blozend gezicht was bleek ge iden. Zijn lippen beefden en de cigaret trilde bsschen zijn vinders. Maar ondanks dit alles b'eef hy, Ben Briggs, de zelfgenoegzame, vol dane jonge man. Hij sprak met zulk autoritaire vertuiging en zekerheid, dat Nancy zich haast eLeedigd gevoelde. Dus je hebt je voorgenomen de baas over ?ie te spelen en me te zeggen wat ik wel of niet jbag <joen? vroeg het meisje met iets scherps haar stem. Misschien wel, was het antwoord: in f/ber geval ben ik niet van plan erin toe te ^himen. Toe te stemmen, in wat? - Dat jy gaat inwonen bij Mary Judson en b betrekking zoekt als ontwerpster by de h of andere textielfabriek. Zoo? En waarom niet? Er was iets in de stem van het meisje, dat hem een onbehaag- iyk gevoel gaf. Ze sprak nog altijd schertsend en ze glimlachte er zelfs by, maar ondanks alles was hy niet op zyn gemak. Ondanks haar glimlach scheen er een afstand tusschen hen beiden te bestaan, een afstand die niet te over bruggen was. Maar het sprak van zelf, dat hy zich niet van de wijs liet brengen. Geen meisje op de wereld zou een betere partij kunnen vinden dan Ben Briggs en dat zou Nancy ook wel in zien. Misschien ben ik verkeerd van wal gestoken, gaf hy toe, na een oogenblik stilte. Mis schien had ik dit niet moeten zeggen. Maar 't idee dat je van ons wilt weggaan om je eigen brood te gaan verdienen hindert me en maakt me zenuwachtig. Maar waarom in Godsnaam? Omdat ik andere plannen voor je hebt, antwoordde hij onbenullig. Omdat je andere plannen voor me hebt, herhaalde het meisje. Ja. En waarin bestaan die dan? Deze vraag bracht hem in het nauw. Of schoon hy geen oogenblik twijfelde aan het be vredigende van hun gesprek, moest hy toege ven, dat hy het niet met tact had ingekleed. Hy zag de trotsche uitdrukking in haar oogen; hy merkte den koelen klank van haar stem op. Ze glimlachte nu niet meer en hy voelde zich een beetje uit het veld geslagen. Luister, Nancy, stak hy plotseling van wal, je vertelde vader een oogenblik geleden, dat je arm was achtergebleven en dat je je hebt voorgenomen, tien duizend pond by el kaar te verdienen. Dat is zoo, stemde ze toe. Wel, dat is eenvoudig onmogelijk, dat heeft vader je immers ook gezegd. Zeker, zei ze aarzelend. En vader heeft gelijk. Hy weet wat het beteekent geld te verdienen, hoewel er geen plaats in Engeland bestaat waar meer en ge makkelijker geld wordt verdiend dan hier in Leeds, zal het je hier ook niet lukken. Weet je, wat de firma Elyah Briggs en Zoon het laatste jaar overgehouden heeft? Ik heb er geen flauw begrip van. Neen, dat zou ook niet mogelijk zyn. Weet je wel, dat tienduizend pond niets betee kent voor een zaak als de onze? Het doet me genoegen dat te hooren. Dat dacht ik wel. Nu, jij wil tien duizend pcnd verdienen: waarom je zoo'n groot bédrag noodig hebt, weet ik niet, en ik zal het je ook niet vragen. Nancy bleef zwijgen. Zie je, begon Ben opnieuw, de kwestie is dat ik veel van je houd, heel veel en of schoon we elkaar pas drie weken kennen, zou ik in staat zijn alles voor je te doen wat je maar wou. Je hebt het maar te zeggen en ik zal het voor je doen. Dat is heel aardig van je, antwoordde het meisje. Hij kon zich niet direct realiseeren, wat ze anders had moeten zeggen, en toch bevredigde haar antwoord hem niet. Hy stelde zich voor, hoe Alice Lister op zyn woorden gereageerd zou hebben! Het is heelemaal niet aardig, ging hy voort, ik heb nog nooit in myn leven voor een meisje gevoeld wat ik voor jou voel. Ik moet, of ik wil of niet, aan je denken, dag en nacht. Heb je daar dan niets van gemerkt? Ik ben bang dat ik er niet erg op gelet heb, antwoordde Nancy. Als je het dan ronduit wil weten: ik ben van je gaan houden. Daarom kan ik me niet met dat dwaze plan van je vereenigen, om werk te zoeken als ontwerpster en met die Mary Judson te gaan samenwonen. Ben's zelfvertrouwen was nu heelemaal te ruggekeerd. Nu het hoogste woord er uit was, voelde hy zich weer meester van de situatie. Ik weet wel, dat ik nog jong ben, zei hy maar ik kan als het moet nu al de beschik king krijgen over een gioot kapitaal. Vader heeft me meer dan eens gezegd, dat hy zich terug wil trekken uit de zaak. Ik begrijp nog altyd niet, wat dit alle- maal met my te maken heeft en er was een zweem „hauteur" in haar stem. Begrijp je dat niet? riep Ben uit. Maar het heeft alles met je te maken! Ik heb je ge zegd, dat ik van je ben gaan houden en als we eenmaal getrouwd zyn, heb je practisch gesproken, zooveel geld tot je beschikking als je maar mocht willen. Ik zal een goede man voor je zyn en je zult tot de eersten uit de stad gaan behooren. Als je erop gesteld bent, wil ik me zelfs beschikbaar stellen voor een zetel in het Parlement, ofschoon ik weinig geef om politiek. Maar ik zou alles voor je doen, alles, alles. Geef je mij geen antwoord? Kun nen we het niet eens werden? Ben had, terwijl hy sprak, geen oog van Nancy afgehad en hy was diep teleurgesteld over het weinig effect, dat zijn woorden sche nen te hebben. By zijn teleurstelling kwam nog een ander gevoel. Had hy wel den juisten toon getroffen? vroeg hy zich af. Misschien waren de meisjes uit Cornwall heel anders dan die uit Yorkshire. Hy bedacht eensklaps, dat Nancy een Trevanion was en tot een van de meest trotsche families uit Engeland behoorde. Zou er misschien een groot verschil bestaan tus schen haar en de meisjes, waarmee hy gewend was om te gaan? Was het misschien verkeerd geweest, op die manier over geld te spreken? Maar hy dacht aan haar gesprek met zijn va der, hoe haar grootste ambitie scheen, tiendui zend pond binnen een bepaalden tijd by elkaar te verdienen. Dat was toch eigenlijk de oor zaak, dat hy zoo gesproken had. Ten slotte was hy ervan overtuigd, dat hy geen oogenblik verkeerd had gedaan. En toch voelde hy zich niet voldaan. Hy keek angstig naar de veranderde uitdrukking van haar gelaat: die leek hem een mengeling van ironie en boosheid, verontwaardiging en twyfel; hy kon niet uitmaken wat er in haar omging. Want Nancy gaf geen antwoord: misschien dacht ze na over wat hij haar had voorge steld. Natuurlijk is het een eer voor me, begon ze eindelijk met groote moeite, en Neen, zoo moet je het niet opvatten, viel Ben haar in de rede, ik wilde je niet vleien. Ik heb in ernst gesproken. Ik neb nog nooit voor éénig meisje gevoeld, wat ik nu voel voor jou en ik zal je alles geven wat je maar ver langen kunt. Ik zal een mooi huis laten bou wen in het beste deel van Leeds, je kunt net zooveel personeel houden als je maar wilt en de mooiste Rolls-Royce, die er voor geld te krijgen is. Je gelooft toch, dat ik van je houd! Moet ik dit als een huwelijks-aanzoek be schouwen? begon ze weer, na een nieuwe pijn lijke stilte. Maar natuurlijk! antwoordde Ben driftig. Ben ik niet duidelijk genoeg geweest? Als dat niet het geval is spijt het me, maar ik ben zoo nerveus, dat ik niet meer precies weet wat ik zegIk heb altijd gelachen om „ge voel" en „liefde" en al die dingen, maar ik ben er heelemaal van teruggekomen. Kom, laten we het in orde maken, en Ben, die gedurende dit gesprek op een afstand was blijven staan, deed een stap naderbij. Natuurlijk is het een eer voor me, begon ze opnieuw, maar.... het Is onmogelijk, mynheer Ben. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13