De mijn gromt Een retraitehuis van papier Een Amerikaansche vinding In Heerlen voor het eerst in het groot toegepast Weinig bekend natuurverschijnsel Mijnverzakking ACTIVITEIT OP DE ZON st «|i i pn i ip ««M»ftg m&z%f;zzx. Reddingbrigades steeds tot hulp aan de kameraden gereed Uitgezochte redders DE BEKLEEDING VAN PAPIER Inrichting Links ziet men de groote vellen papier over den rand van een der veranda's hangen Een der gangen Een reusachtig gebouw, dat geheel los op zijn fundeering staat Trappen met slechts één steunpunt Het gebouw De papierconstructie Het papieren retraitehuis" te Heerlen, zooals het er op het oogenblik uitziet Trappen met één steunpunt Beton en ijzer Het geraamte Er bestaat verband tusschen de centra der activiteit en aard-magnetische storingen V er onderstellingen ZOO IS HET WAT TOCHTIG! Eerst wordt het geraamte opgetrokken en dan wordt de zaak dichtgeplakt' Ware aard onbekend IWSSICXMIXIIKXIISMll die soms groote afmetingen kunnen aannemen en gemiddeld 7 seconden duren. Zij kunnen voor zoover bekend, slechts veroorzaakt worden door stralen van zeer korte golflengte, terwijl het merkwaardig is, dat diezelfde periode van 7 seconden voorkomt bij magnetische trillingen en aardschokken.. Tusschen de centra van acti viteit op de zon en de natuurverschijnselen op aarde bestaat dus een zeer nauw oorzakelijk verband. Behalve op electrisch wordt ook op thermisch gebied groote invloed op de aarde uitgeoefend. Vroeger dacht men, dat de varia ties in de temperatuur, welke aan de opper vlakte der aarde heerscht, hierop van invloed waren, doch bij latere onderzoekingen is geble ken, dat er verband bestaat met secundaire (is. uit de andere voortvloeiende) verschijnselen in de hoogere luchtlagen, waarvan het ontstaan in hooge mate afhankelijk is van ultraviolette en andere hoogfrequente stralen van het zon licht. Helaas kunnen de door Marchand ontdekte centra van activiteit moeilijk worden waarge nomen Zij doen zich aan ons oog slechts voor als punten van een zeer groote lichtsterkte, die soms geïsoleerd voorkomen, dogh dikwijls om ringd zijn door faculae. Bovendien is de licht sterkte van die punten geen maatstaf voor de hevigheid hunner uitwerking, want zooals wij reeds zagen, zijn het geen lichtstralen, doch stralen van kleinere golflengte, welke hun activiteit bepalen en om aan de waarnemingen iets te hebben, zou men deze onzichtbare stra len moeten fotografeeren of op andere wijze vastleggen. Zelden wordt de bevolking van een land, dat mijnen heeft, zoo opgeschrikt als bij het vernemen van een mijnramp, of zelfs maar van een bericht omtrent een dreigende verzakking. Gij kent. lezer, de hooge gebouwen, die zich in het groene Limburg verheffen en die bij dag en nacht honderden werkers herbergen, zoo niet tusschen de muren, dan toch onder den grond tot op kilometers afstand van de ge bouwen zelf. Onder die prachtige heuvelen en dalen van onze zuidelijkste provincie trilt en davert soms de grond, als een mijnverzakking of een explo sie heeft plaats gehad. Dan keeren de ploegen niet voltallig naar boven terug en enkelen, soms velen blijven in den strijd om het zwarte goud. Gelukkig gebeurt dit zelden. De ergste mijn ramp, die het gebied nabij de Limburgsche grens heeft getroffen, is wel de ramp te Alt- dorf, die nog versch in het geheugen ligt. Dui zenden Limburgers waren daarvan getuige en zij konden de ramp afmeten, die ook hun ge bied had kunnen teisteren, daar vlak tegenover Rolduc, even over de grens. Zulke rampen heeft Limburg Goddank niet gekend. Mijnrampen ontstaan dooigaans door explo sie van müngas, wanneer de hoeveelheid gas een bepaalde grootte heeft beflSkt. Door de gas- explosie kan een kolenstofexplosie ontstaan, die zich door een groot gedeelte van de mijn kan voortzetten. In vroegere jaren, toen men nog geen afweermiddelen had, nam zulk een ramp soms verschrikkelijke afmetingen aan. Tegen woordig echter zorgt men zooveel mogelijk voor een goede luchtvoorziening en dit is wel een der meest afdoende middelen, want daardoor wordt het gehalte gas zoo laag mogelijk gehou den, zoodat het nooit een hoogte bereikt, of althans zelden, dat het tot een uitbarsting moet komen. Om de kolenstofexplosie te onderdrukken, ver hoogt men het aschgehalte van de kolenstof. Daar waar men de kolenstof aantreft, strooit men kleipoeder of gemalen klei. Komt nu de kolenstof tot explosie, dan vermengt zich deze klei met de stof en een verder voortzetten van de uitbarsting wordt voorkomen. Er is nog een ander middel. Men brengt op bepaalde plaatsen planken aan, die met klei zijn beladen. Bi) een eventueele explosie kantelen de planken, die zeer onvast worden gelegd, om en de neerstor tende klei verhindert de kolenstof verder door te dringen en nieuwe explosies te veroorzaken. Maar hierdoor zijn b.v. nog niet de instortin gen uit den weg geruimd. Nog altijd is de mijn- arbeid aan bepaalde gevaren blootgesteld en daarom heeft men die onberispelijk"! reddings brigades ingesteld, die in alle opzichten «oor- treffelijk zijn. Deze brigades, die weliswaar wet telijk zijn voorgeschreven, bestaan nochtans uitsluitend uit vrijwilligers. Niemand oeient drang uit op de mijnwerkers. Zij laten zich uit vrijen wil inschrijven en weten wat hun te wachten staat, wanneer kameraden bedolven zijn. Het komt voor, dat men sollicitanten wei gert, omdat zij te jong zijn, of omdat men reden heeft om te gelooven, dat zij zich niet voldoen de bewust zijn van de gevaren die den redders dreigen. Zij moeten menschen zijn, die bekend staan om hun goed karakter, hun collegialiteit, hun plichtsgetrouwheid, hun verantwoordelijk heidsgevoel enz. Verder moeten zij lichamelijk sterk zijn en in staat den zeer zwaren arbeid van het redden te verduren. Ten slotte moeten zij door en door ervaren zijn en jaren lang in de mijnen hebben gewerkt. Men houdt dus voor alles rekening met den grooten eisch, dat de redders bereid moeten zijn al hun krachten in te spannen om hun bedolven kameraden te red den en aan hun familie terug te geven. Iedere mijn heeft ongeveer zestig redders, die onder verdeeld zijn in groepen met een groepsleider. Daar de redders, zooals wij zae-n, nauwkeu rig worden uitgezocht, ligt het voor de hand. dat een groot samenhoorigheidsgevoel nen bindt. Dit wordt trouwens nog versterkt door de vele oefeningen, die de mannen samen hou den en die er ten zeerste toe bijdragen, dat zij elkaar door en door leeren kennen. Te vertellen, waarin die oefeningen bestaan, zou een blad zijde van de krant vergen, zoodat we daar, hier althans, niet aan kunnen beginnen. We hebben alleen even willen praten over deze redders, omdat het nuttig is van tijd tot tijd de aandacht op dezen veiligheidsmaatregel te vestigen. En men kan dit beter zoo maar lukraak doen, dan naar aanleiding van een ramp.... staan, is nergens in de muren bevestigd, zoodat, wanneer de muur mocht worden ontzet, de trap intact blijft. Kortom, het geheele gebouw zit los in elkaar, alles kan ten opzichte van elkaar bewegen, dank zij vooral de nieuwe vinding van het ge bruik van papier, die hier door den voortvaren den jongen Limburgschen architect voor de eerste maal op zulk een groote schaal is toe gepast. Over het gebouw zelf zal ik nu maar niet veel meer zeggen, dan dat het geheel volgens moderne begrippen is ingericht. Er zijn zestig kamertjes in voor de retraitanten, er is natuur lijk een kerk, er zijn recreatie- en eetzalen, er zijn groote veranda's, vanwaar men een schitte rend uitzicht heeft over de omgeving, en het gebouw is voorzien van alle gemakken die men in een modern bouwwerk als dit kan verwach ten. Vooral een bijzonder ventilatie-systeem. waarbij de lucht toe- en afvoer geschiedt tus schen de dubbele plafonds der gangen door, is opmerkenswaardig. Behalve voor de retraitanten is er in het ge bouw ook een woning voor den geestelijke die de retraite leidt en natuurlijk ook voor de zusters (het is een retraite-huis voor vrouwen), die het huis zullen beheeren en de verzorging der tijdelijke bewoners op zich zullen nemen Voor deze zusters, de Fransche zusters van het retraitehuis te Eijsden, die hier echter met Nederlandsche zusters zullen komen, zijn in een der vleugels veertig cellen gebouwd, terwijl ze ook een eigen kapel tot haar beschikking heb ben. Voorts groote keuken en wat er alzoo meer in een dergelijke inrichting noodig is. Het gebouw moet binnen een tweetal maan den tenminste in zooverre gereed zijn, dat de a.s. Limburgsche Katholiekendag er in kan bij eenkomen. En zoo zal Limburg spoedig weer een monu ment rijker zijn in dienst van de Katholieke cultuur, een modem gebouw, geheel op onzen tijd berekend.... ARTHUR TERVOOREN Nu ja, een beetje overdrijving is er wel in het opschrift boven dit artikel, maar 'n vergissing is het toch niet er is vol strekt niet mee bedoeld op papier, een, waar van alleen de planken nog maar geteekend zijn, bedoeld is wel degelijk een gebouw, waarbij het papier een groote rol speelt in de constructie. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat zich in Limburg een comité gevormd heeft, be staande uit Mgr. Bauduin, prof. Feron en deken Nicolai van Heerlen, met het doel den bisschop van Roermond, Mgr. Schrijnen z.g., bij gelegen heid van den 45sten verjaardag van zijn pries terwijding een geschenk aan te bieden, dat be staan zou in de verwezenlijking van een vurigen wensch van Z. H. Exc., den bouw van een retraitehuis in de Zuid-Limburgsche mijn streek. Dat comité mocht de voldoening smaken, velen tot medewerking aan het schoone doel bereid te vinden en al was op den feestdag zelf het benoodigde, zeer belangrijke bedrag mis schien nog niet geheel bijeen, wijlen Mgr. Schrijnen heeft toch nog de voldoening mogen smaken, vóór zijn heengaan van deze wereld de plannen te kunnen zien en goedkeuren. De plannen het retraitehuis op papier dus! Over een kleine drie maanden zal het er kant-en-klaar staan het retraitehuis van papier! Het gebouw wordt opgetrokken in Heerlen, wel echt in het hartje van de mijnstreek, want staande op het dak van het nu reeds voor een goed deel voltooide werk kan je rondom de schachttorens van alle Nederlandsche mijnen zien. Het gebouw zelf, dat onder toezicht van den heer Bartels uit Houthem in eigen beheer door het bisdom Roermond wordt opgetrokken naar de plannen van den Heerlenschen architect Peutz, ligt op een heuvel en is dus al van verre te zien; van den weg gezien, maakt het een machtigen indruk door zijn imposante vormen en ook door zijn glanzend witte muren, die namelijk zijn afgedekt met montenevo, een specie, die na op de muren gebracht te zijn. wordt „gekamd", waardoor de oppervlakte ruw wordt en de kleine schilfertjes veldspaat die ze bevat bloot komen en in de zon schitteren. Alvorens met den bouw werd begonnen, zq'n tal van proeven genomen, om uit te maken welke constructie voor een groot gebouw wel het beste zou zijn in deze streek, waarin de grond, doordat hij voortdurend wordt ondergra ven in de mijnen, vaak aan verzakkingen on derhevig is. Dat was een moeilijk probleem, maar tenslotte is men het er over eens gewor den, dat een constructie, waarin het papier een groote rol speelt en die in Europa nog nergens en in Amerika nog slechts op kleine schaal is toegepast, de beste zou zijn. Waarin bestaat eigenlijk nu die papiercon structie? Wanneer een gebouw wordt opgetrokken in beton, dan begint men met het maken van èen constructie van dunne ijzeren staven, een z.g bekisting wordt gemaakt, een omhulsel van planken, waarbinnen dan het beton wordt ge stort; is dit na eenigen tijd gedroogd en zit dus het ijzer vast in het beton opgesloten, dan wordt de bekisting weer weggenomen en men heeft het geraamte van het gebouw in gewapend beton gereed. Het ijzer zit hier dus vast in het beton, vormt als het ware -met het beton een hecht geheel, zoodat het geraamte van een op die manier opgetrokken gebouw om zoo te zeggen uit één stuk bestaat. Zijn in dat geraamte dan eenmaal muren ingezet, hetzij ook van beton .of gemetseld en zou, om de een-of-andere reden, het gebouw aan den eenen kant verzakken en aan den anderen kant niet, dan zullen onver biddelijk de muren scheuren, daar immers alles vast aan elkaar zit, één onwrikbaar geheel is. Voor de mijnstreek, waar de verzakking van den grond een gevaar is, waarmee men voort durend rekening heeft te houden, zou een ge bouw van een dergelijke constructie dus beslist verkeerd zijn. Verkeerd en gevaarlijk! Immers, hoe hechter en sterker een gebouw in elkaar zit, hoe grooter het gevaar van in storting is, wanneer in den grond waarop het staat beweging komt; in landen die veel van aardbevingen te lijden hebben, zullen bij een dergelijke ramp lichte, van hout opgetrokken huizen blijven staan, waar zware, solide ge bouwen tot puin ineen vallen. De architect heeft daarom voor dit retraite huis zijn keus laten vallen op een nieuwe, in Amerika uitgevonden, maar, zooals gezegd, zelfs déér nog niet op groote schaal en in Europa nog nergens toegepaste constructie, waarin ijzer, beton en papier samenwerken om een ideaal geheel te verkrijgen, dat even hecht en sterk is als een gewapend-beton constructie, maar daarvan de nadeelen niet bezit. Op een fundeering van beton wordt aller eerst het geraamte van het gebouw in ijzer constructie opgericht; niet een ijzer-constructie, zooals men die ook bij betonbouw maakt van dunne ijzeren staafjes, met een vlechtwerk aan elkaar verbonden, maar een geraamte van ste vige ijzeren balken. Is die klaar, dan komt het papier aan de beurt. Dit is in den handel onder den naam van „Steeltex" en bestaat uit twee groote vellen geasfalteerd papier, die, met de geasfalteerde kanten op elkaar gelegd, losjes be vestigd zijn op een zeer grof net van gegalvani seerd ijzerdraad. Deze vellen papier worden, met den kant waarop het ijzerdraad-net zit naar buiten, om de palen en balken der ijzer- constructie gebonden, maar zóó, dat zij het ijzer niet raken. Is dat klaar, dan wordt tegen deze papierbekleeding beton gesmeerd. Door dit op smeren wijkt het papier eenigszins terug, wat dit groote voordeel heeft, dat het beton ook achter het ijzerdraad netwerk komt. Zoodra echter de druk, bij het opbrengen van de specie uitgeoefend, ophoudt, veert het papier weer te rug en drukt van achter de specie tegen het ijzeren netwerk aan, zoodat het ijzerdraad De slist aan alle kanten door beton is omgeven, wat bij gewonen gewapend beton-bouw wel eens te wenschen overlaat. Een groot voordeel hierbij is ook, dat de kostbare bekisting, die anders bij werken in gewapend beton noodzakelijk is, hier achterwege kan blijven. Is op deze wijze de geheele ijzerconstructie behandeld, dan heeft men dus een beton- geraamte verkregen, dat er op het oog uitziet als het geraamte van den gewonen betonbouw, maar in werkelijkheid daarvan totaal verschilt, daar immers de bewapening niet vast in het beton zit, maar daarin geheel los staat, dus; ten opzichte daarvan beweeglijk is niet alleen, maar ook nog dit voordeel heeft, dat het zoo genaamde doorzweeten van de ijzerbewapening, De ervaring leert ons, dat allerlei ver schijnselen op aarde, zooals cyclonen, stormen, aardbevingen, Noorderlicht, enz., gepaard gaan met electrische en magneti sche storingen, die gemakkelijk door instru menten geconstateerd kunnen worden. Het lijdt ook geen twijfel, of ze staan in verband met verschijnselen op de zon. Veelal worden ze toegeschreven aan de zonnevlekken, doch dit gaat niet op. De electrische en magnetische storingen op aarde komen in hevigheid niet altijd overeen met het aantal en den omvang der zonnevlekken; het schijnt veeleer, dat er bepaalde centra van activiteit op de zon voor komen, van geringen omvang, die niet nood zakelijkerwijze overeen behoeven te komen met de zonnevlekken. De gewezen directeur van de sterrenwacht op den Pic du Midi, dr. Marchand, heeft reeds van 1885 tot 1900 belangrijke waarnemingen op dit gebied verricht, welke in dien tijd wer den aangevuld door die van den natuurkundige Zenger en later systematisch werden voort gezet door dr. Bustos Navarre t van de sterren wacht op den Salto bij Santiago de Chile. In 1888 publiceerde Marchand het eerst zijn ontdekking, dat er een nauw verband bestaat tusschen bepaalde gedeelten van de zon en de magnetische verschijnselen op aarde. Telkens, wanneer zoo'n centrum van activiteit op de zon zijn kortsten afstand tot het middelpunt- van de zonneschijf bereikt, bereikt een aard- magnetische storing haar hoogtepunt. In die gevallen, waarin een storing samen viel met het passeeren van een zonnevlek, was er geen verband aan te wijzen tusschen de hevigheid van de storing en de grootte van de zonnevlek, terwijl er dikwijls zeer hevige sto ringen werden geconstateerd, zonder dat er sprake was van zonnevlekken. Nu draait de zon in ongeveer 25 dagen om haar eigen as. Na 27 dagen is dus weer het zelfde punt van de zon naar ons toegekeerd. Inderdaad heeft Marchand van December 1884 tot September 1885 een reeks van 32 storingen waargenomen, waarvan de hoogtepunten tel kens 26.9 dag na elkaar vielen. Hij merkte bovendien op, dat in bepaalde pe rioden, wanneer er een verhoogde werkzaam heid op de zon viel waar te nemen, kort na elkaar centra van activiteit passeerden, waar door er soms zeer langdurige aardmagnetische storingen werden veroorzaakt. Deze vertoonden dan geen gelijkmatig verloop, doch een reeks van toppen, die met meerdere of mindere snel heid zonder onderling verband op elkaar volg den. De centra van activiteit op de zon, die aard- magnetische storingen veroorzaken, doen zich aan ons oog voor als groepen van zeer heldere lijnen of punten, omringd door minder felle z.g. faculae. Hun aantal op de oppervlakte der zon is overigens zeer beperkt. Zij komen voor tusschen 40 gr. Z.B. (op de zon n.l.) en liggen 180 graden, maar ook soms 90 graden uit elkaar. Ze blijven zeer lang achtereen bestaan, hoe wel hun uitwerking op de aarde door elke om wenteling der zon eenigszins wordt gewijzigd. Soms bleef hun positie jaren achtereen prak tisch onveranderd. Hun omwentelingssnelheid is overigens afhankelijk van de breedte, waar op zij zich bevinden en hun maximum-activi teit valt samen met hun doorgang door den centralen meridiaan. Vooral in 1887 nam Marchand daarbij be- aan den buitenkant der muren door donkere strepen zich afteekenend, niet kan plaats heb ben, daar eventueel vocht in de ruimte tus schen ijzer en beton zich afzet en door een ventilatiesysteem wordt uitgedreven. Is de bouw zoover gevorderd, dan worden aan den binnenkant van het bouw-geraamte muren van drijfsteen gemetseld, die evenals trouwens de geheele ijzerconstructie, los op de fundeering staan, zoodat bij eventueele verzak king van een gedeelte der fundeering het ge bouw niet onmiddellijk wordt meegesleurd en de ontstane ruimte tusschen fundeering en ge bouw gemakkelijk met beton kan worden aan gevuld. Zooals de muren van de verdieping gelijk vloers op de fundeering staan, zoo staan ook die van de volgende verdiepingen op de ijzeren balken, namelijk los op een strook „tritex", een dikke plaat van geperst papier. Zijn alle drijfsteenmuren gereed, dan zal, daar deze, zooals gezegd, aan den binnenkant van het geraamte zijn gemetseld, het geraamte zelf aan den buitenkant nog steeds zichtbaar zijn. Daar wordt het nu bespannen met de zelfde „steeltex"-vellen, zooals die ook voor de omwikkeling der ijzerconstructie gebruikt wer den (ijzeren vlechtwerk naar buiten), waarna ze worden bepleisterd, eerst met beton, daarna met het reeds genoemde „montenovo", dat ten slotte „gekamd" wordt om aan de buitenmuren een mooie ruwe oppervlakte te geven, waarin de glinsterende veldspaat-splinters leven bren gen. Alvorens met het afpleisteren wordt begon nen, wordt de ruimte tusschen den binnenmuur van drijfsteen en den buitenmuur van papier opgevuld met bims (drijfsteengruis) vermengd met een beetje beton, zoodat een stevige, dikke, maar niet onwrikbaar vaste muur wordt ver kregen, die niet gemakkelijk zal scheuren. Te meer, daar van afstand tot afstand dilatatie- voegen zijn aangebracht, reepen gebogen zink. die, bij eventueele wijking van de muren, door de speling die in de buiging zit, toch den muur dicht houden. Met wat bijpleisteren is dan het kwaad gemakkelijk te verhelpen. Ook alweer met het oog op eventueele ver zakkingen, staan alle trappen in het gebouw geheel los; de betonconstructie waaruit ze be langrijke aardmagnetische storingen waar, zon der dat er van zonnevlekken sprake was. In dat jaar, maar ook reeds in 1879 werd hetzelfde waargenomen door Zenger. Sindsdien hebben de dagelijksche waarnemingen van den heer Navarret te Santiago de Chile, welke nu reeds vele jaren achtereen zijn voortgezet, de bo vengenoemde feiten tenvolle bevestigd. Men twijfelt er dan ook niet meer aan of de aard magnetische verschijnselen vinden op de zon hun oorzaak. De ware aard van zonnevlekken, faculae en protuberansen is ons niet bekend, evenmin als wij hun uitwerking op een afstand kunnen ver klaren. Wij zien slechts de resultaten van die uitwerking, zooals ze door electrometer, mag netometer en galvanometer worden aangewe zen en zooals ze zich uiten in storingen op aarde: stormen, cyclonen, Noorderlicht, on weersbuien, magnetische storingen, aardbevin gen, enz. Zooals altijd in dergelijke gevallen neemt de wetenschap haar toevlucht tot ver onderstellingen, welker juistheid of onjuistheid weliswaar niet bewezen kan worden, maar die toch een groote mate van waarschijnlijkheid bezitten. Zoo is het zeer waarschijnlijk dat de storin gen op de zon, welke gelijktijdig met die in den dampkring der aarde worden waargenomen, veroorzaakt worden doordat materie uit het binnenste der zon wordt uitgedreven naar be paalde punten op haar oppervlakte. De toe stand, waarin die materie zich bevindt, is met te vergelijken met de vaste, vloeibare en gas vormige agregaats%oestanden, die wij hier op aarde kennen. Toch kan 't niet anders of als die materie komt in een omgeving van naar ver houding lage temperatuur en druk (en als zoo danig moet het gebied tusschen chromosfeer en corona worden beschouwd in vergelijking met het binnenste van de zon, waar een tem peratuur en druk heerschen, die ons voorstel lingsvermogen geheel en al te boven gaan), dan moeten zich daarbij zeer heftige natuurver schijnselen afspelen. Vermoedelijk gaan zij ver gezeld van een groote uitstorting van electro- nen, waarbij ontzaglijke electrische ontladingen plaats vinden en stralen van zeer korte golfleng te en zeer groote intensiteit worden uitgezonden Gedeeltelijk worden electronen weggeslingerd met een snelheid, welke die van het licht nabij komt; zij kunnen dan ook onze aarde bereiken Zoowel de stralen van zeer korte golflengte als deze electronen kunnen in de zeer ijle bovenste lagen van onzen dampkring ionisatie veroor zaken, wat tenslotte uitloopt op electrische ver schijnselen van groote hevigheid in de hoogere luchtlagen. In perioden van groote activiteit op de zon noteert de electrometer rhythmische trillingen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10