De mijn gromt
Een retraitehuis van papier
Een Amerikaansche vinding
In Heerlen voor het eerst in het
groot toegepast
Weinig bekend natuurverschijnsel
Mijnverzakking
ACTIVITEIT OP DE ZON
st «|i i pn i ip ««M»ftg
m&z%f;zzx.
Reddingbrigades steeds tot hulp
aan de kameraden
gereed
Uitgezochte redders
DE BEKLEEDING VAN PAPIER
Inrichting
Links ziet men de groote vellen papier over den rand van een
der veranda's hangen
Een der gangen
Een reusachtig gebouw, dat geheel
los op zijn fundeering staat
Trappen met slechts
één steunpunt
Het gebouw
De papierconstructie
Het papieren retraitehuis" te Heerlen, zooals het er op het
oogenblik uitziet
Trappen met één steunpunt
Beton en ijzer
Het geraamte
Er bestaat verband tusschen de
centra der activiteit en
aard-magnetische
storingen
V er onderstellingen
ZOO IS HET WAT TOCHTIG!
Eerst wordt het geraamte opgetrokken en dan wordt de zaak
dichtgeplakt'
Ware aard onbekend
IWSSICXMIXIIKXIISMll
die soms groote afmetingen kunnen aannemen
en gemiddeld 7 seconden duren. Zij kunnen voor
zoover bekend, slechts veroorzaakt worden door
stralen van zeer korte golflengte, terwijl het
merkwaardig is, dat diezelfde periode van 7
seconden voorkomt bij magnetische trillingen
en aardschokken.. Tusschen de centra van acti
viteit op de zon en de natuurverschijnselen op
aarde bestaat dus een zeer nauw oorzakelijk
verband. Behalve op electrisch wordt ook op
thermisch gebied groote invloed op de aarde
uitgeoefend. Vroeger dacht men, dat de varia
ties in de temperatuur, welke aan de opper
vlakte der aarde heerscht, hierop van invloed
waren, doch bij latere onderzoekingen is geble
ken, dat er verband bestaat met secundaire (is.
uit de andere voortvloeiende) verschijnselen in
de hoogere luchtlagen, waarvan het ontstaan
in hooge mate afhankelijk is van ultraviolette
en andere hoogfrequente stralen van het zon
licht.
Helaas kunnen de door Marchand ontdekte
centra van activiteit moeilijk worden waarge
nomen Zij doen zich aan ons oog slechts voor
als punten van een zeer groote lichtsterkte, die
soms geïsoleerd voorkomen, dogh dikwijls om
ringd zijn door faculae. Bovendien is de licht
sterkte van die punten geen maatstaf voor de
hevigheid hunner uitwerking, want zooals wij
reeds zagen, zijn het geen lichtstralen, doch
stralen van kleinere golflengte, welke hun
activiteit bepalen en om aan de waarnemingen
iets te hebben, zou men deze onzichtbare stra
len moeten fotografeeren of op andere wijze
vastleggen.
Zelden wordt de bevolking van een land,
dat mijnen heeft, zoo opgeschrikt als bij
het vernemen van een mijnramp, of zelfs
maar van een bericht omtrent een dreigende
verzakking.
Gij kent. lezer, de hooge gebouwen, die zich
in het groene Limburg verheffen en die bij dag
en nacht honderden werkers herbergen, zoo
niet tusschen de muren, dan toch onder den
grond tot op kilometers afstand van de ge
bouwen zelf.
Onder die prachtige heuvelen en dalen van
onze zuidelijkste provincie trilt en davert soms
de grond, als een mijnverzakking of een explo
sie heeft plaats gehad. Dan keeren de ploegen
niet voltallig naar boven terug en enkelen, soms
velen blijven in den strijd om het zwarte goud.
Gelukkig gebeurt dit zelden. De ergste mijn
ramp, die het gebied nabij de Limburgsche
grens heeft getroffen, is wel de ramp te Alt-
dorf, die nog versch in het geheugen ligt. Dui
zenden Limburgers waren daarvan getuige en
zij konden de ramp afmeten, die ook hun ge
bied had kunnen teisteren, daar vlak tegenover
Rolduc, even over de grens. Zulke rampen heeft
Limburg Goddank niet gekend.
Mijnrampen ontstaan dooigaans door explo
sie van müngas, wanneer de hoeveelheid gas
een bepaalde grootte heeft beflSkt. Door de gas-
explosie kan een kolenstofexplosie ontstaan, die
zich door een groot gedeelte van de mijn kan
voortzetten. In vroegere jaren, toen men nog
geen afweermiddelen had, nam zulk een ramp
soms verschrikkelijke afmetingen aan. Tegen
woordig echter zorgt men zooveel mogelijk voor
een goede luchtvoorziening en dit is wel een
der meest afdoende middelen, want daardoor
wordt het gehalte gas zoo laag mogelijk gehou
den, zoodat het nooit een hoogte bereikt, of
althans zelden, dat het tot een uitbarsting moet
komen.
Om de kolenstofexplosie te onderdrukken, ver
hoogt men het aschgehalte van de kolenstof.
Daar waar men de kolenstof aantreft, strooit
men kleipoeder of gemalen klei. Komt nu de
kolenstof tot explosie, dan vermengt zich deze
klei met de stof en een verder voortzetten van
de uitbarsting wordt voorkomen. Er is nog een
ander middel. Men brengt op bepaalde plaatsen
planken aan, die met klei zijn beladen. Bi) een
eventueele explosie kantelen de planken, die
zeer onvast worden gelegd, om en de neerstor
tende klei verhindert de kolenstof verder door
te dringen en nieuwe explosies te veroorzaken.
Maar hierdoor zijn b.v. nog niet de instortin
gen uit den weg geruimd. Nog altijd is de mijn-
arbeid aan bepaalde gevaren blootgesteld en
daarom heeft men die onberispelijk"! reddings
brigades ingesteld, die in alle opzichten «oor-
treffelijk zijn. Deze brigades, die weliswaar wet
telijk zijn voorgeschreven, bestaan nochtans
uitsluitend uit vrijwilligers. Niemand oeient
drang uit op de mijnwerkers. Zij laten zich uit
vrijen wil inschrijven en weten wat hun te
wachten staat, wanneer kameraden bedolven
zijn. Het komt voor, dat men sollicitanten wei
gert, omdat zij te jong zijn, of omdat men reden
heeft om te gelooven, dat zij zich niet voldoen
de bewust zijn van de gevaren die den redders
dreigen. Zij moeten menschen zijn, die bekend
staan om hun goed karakter, hun collegialiteit,
hun plichtsgetrouwheid, hun verantwoordelijk
heidsgevoel enz. Verder moeten zij lichamelijk
sterk zijn en in staat den zeer zwaren arbeid
van het redden te verduren. Ten slotte moeten
zij door en door ervaren zijn en jaren lang in
de mijnen hebben gewerkt. Men houdt dus voor
alles rekening met den grooten eisch, dat de
redders bereid moeten zijn al hun krachten in
te spannen om hun bedolven kameraden te red
den en aan hun familie terug te geven. Iedere
mijn heeft ongeveer zestig redders, die onder
verdeeld zijn in groepen met een groepsleider.
Daar de redders, zooals wij zae-n, nauwkeu
rig worden uitgezocht, ligt het voor de hand.
dat een groot samenhoorigheidsgevoel nen
bindt. Dit wordt trouwens nog versterkt door
de vele oefeningen, die de mannen samen hou
den en die er ten zeerste toe bijdragen, dat zij
elkaar door en door leeren kennen. Te vertellen,
waarin die oefeningen bestaan, zou een blad
zijde van de krant vergen, zoodat we daar, hier
althans, niet aan kunnen beginnen.
We hebben alleen even willen praten over
deze redders, omdat het nuttig is van tijd tot
tijd de aandacht op dezen veiligheidsmaatregel
te vestigen. En men kan dit beter zoo maar
lukraak doen, dan naar aanleiding van een
ramp....
staan, is nergens in de muren bevestigd, zoodat,
wanneer de muur mocht worden ontzet, de trap
intact blijft.
Kortom, het geheele gebouw zit los in elkaar,
alles kan ten opzichte van elkaar bewegen,
dank zij vooral de nieuwe vinding van het ge
bruik van papier, die hier door den voortvaren
den jongen Limburgschen architect voor de
eerste maal op zulk een groote schaal is toe
gepast.
Over het gebouw zelf zal ik nu maar niet
veel meer zeggen, dan dat het geheel volgens
moderne begrippen is ingericht. Er zijn zestig
kamertjes in voor de retraitanten, er is natuur
lijk een kerk, er zijn recreatie- en eetzalen, er
zijn groote veranda's, vanwaar men een schitte
rend uitzicht heeft over de omgeving, en het
gebouw is voorzien van alle gemakken die men
in een modern bouwwerk als dit kan verwach
ten. Vooral een bijzonder ventilatie-systeem.
waarbij de lucht toe- en afvoer geschiedt tus
schen de dubbele plafonds der gangen door, is
opmerkenswaardig.
Behalve voor de retraitanten is er in het ge
bouw ook een woning voor den geestelijke die
de retraite leidt en natuurlijk ook voor de
zusters (het is een retraite-huis voor vrouwen),
die het huis zullen beheeren en de verzorging
der tijdelijke bewoners op zich zullen nemen
Voor deze zusters, de Fransche zusters van het
retraitehuis te Eijsden, die hier echter met
Nederlandsche zusters zullen komen, zijn in een
der vleugels veertig cellen gebouwd, terwijl ze
ook een eigen kapel tot haar beschikking heb
ben. Voorts groote keuken en wat er alzoo meer
in een dergelijke inrichting noodig is.
Het gebouw moet binnen een tweetal maan
den tenminste in zooverre gereed zijn, dat de
a.s. Limburgsche Katholiekendag er in kan bij
eenkomen.
En zoo zal Limburg spoedig weer een monu
ment rijker zijn in dienst van de Katholieke
cultuur, een modem gebouw, geheel op onzen
tijd berekend....
ARTHUR TERVOOREN
Nu ja, een beetje overdrijving is er wel in
het opschrift boven dit artikel, maar 'n
vergissing is het toch niet er is vol
strekt niet mee bedoeld op papier, een, waar
van alleen de planken nog maar geteekend zijn,
bedoeld is wel degelijk een gebouw, waarbij het
papier een groote rol speelt in de constructie.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
zich in Limburg een comité gevormd heeft, be
staande uit Mgr. Bauduin, prof. Feron en deken
Nicolai van Heerlen, met het doel den bisschop
van Roermond, Mgr. Schrijnen z.g., bij gelegen
heid van den 45sten verjaardag van zijn pries
terwijding een geschenk aan te bieden, dat be
staan zou in de verwezenlijking van een vurigen
wensch van Z. H. Exc., den bouw van een
retraitehuis in de Zuid-Limburgsche mijn
streek.
Dat comité mocht de voldoening smaken,
velen tot medewerking aan het schoone doel
bereid te vinden en al was op den feestdag zelf
het benoodigde, zeer belangrijke bedrag mis
schien nog niet geheel bijeen, wijlen Mgr.
Schrijnen heeft toch nog de voldoening mogen
smaken, vóór zijn heengaan van deze wereld de
plannen te kunnen zien en goedkeuren.
De plannen het retraitehuis op papier dus!
Over een kleine drie maanden zal het er
kant-en-klaar staan het retraitehuis van
papier!
Het gebouw wordt opgetrokken in Heerlen,
wel echt in het hartje van de mijnstreek, want
staande op het dak van het nu reeds voor een
goed deel voltooide werk kan je rondom de
schachttorens van alle Nederlandsche mijnen
zien.
Het gebouw zelf, dat onder toezicht van den
heer Bartels uit Houthem in eigen beheer door
het bisdom Roermond wordt opgetrokken naar
de plannen van den Heerlenschen architect
Peutz, ligt op een heuvel en is dus al van verre
te zien; van den weg gezien, maakt het een
machtigen indruk door zijn imposante vormen
en ook door zijn glanzend witte muren, die
namelijk zijn afgedekt met montenevo, een
specie, die na op de muren gebracht te zijn.
wordt „gekamd", waardoor de oppervlakte ruw
wordt en de kleine schilfertjes veldspaat die ze
bevat bloot komen en in de zon schitteren.
Alvorens met den bouw werd begonnen, zq'n
tal van proeven genomen, om uit te maken
welke constructie voor een groot gebouw wel
het beste zou zijn in deze streek, waarin de
grond, doordat hij voortdurend wordt ondergra
ven in de mijnen, vaak aan verzakkingen on
derhevig is. Dat was een moeilijk probleem,
maar tenslotte is men het er over eens gewor
den, dat een constructie, waarin het papier een
groote rol speelt en die in Europa nog nergens
en in Amerika nog slechts op kleine schaal is
toegepast, de beste zou zijn.
Waarin bestaat eigenlijk nu die papiercon
structie?
Wanneer een gebouw wordt opgetrokken in
beton, dan begint men met het maken van èen
constructie van dunne ijzeren staven, een z.g
bekisting wordt gemaakt, een omhulsel van
planken, waarbinnen dan het beton wordt ge
stort; is dit na eenigen tijd gedroogd en zit dus
het ijzer vast in het beton opgesloten, dan wordt
de bekisting weer weggenomen en men heeft het
geraamte van het gebouw in gewapend beton
gereed. Het ijzer zit hier dus vast in het beton,
vormt als het ware -met het beton een hecht
geheel, zoodat het geraamte van een op die
manier opgetrokken gebouw om zoo te zeggen
uit één stuk bestaat. Zijn in dat geraamte dan
eenmaal muren ingezet, hetzij ook van beton .of
gemetseld en zou, om de een-of-andere reden,
het gebouw aan den eenen kant verzakken en
aan den anderen kant niet, dan zullen onver
biddelijk de muren scheuren, daar immers alles
vast aan elkaar zit, één onwrikbaar geheel is.
Voor de mijnstreek, waar de verzakking van
den grond een gevaar is, waarmee men voort
durend rekening heeft te houden, zou een ge
bouw van een dergelijke constructie dus beslist
verkeerd zijn.
Verkeerd en gevaarlijk!
Immers, hoe hechter en sterker een gebouw
in elkaar zit, hoe grooter het gevaar van in
storting is, wanneer in den grond waarop het
staat beweging komt; in landen die veel van
aardbevingen te lijden hebben, zullen bij een
dergelijke ramp lichte, van hout opgetrokken
huizen blijven staan, waar zware, solide ge
bouwen tot puin ineen vallen.
De architect heeft daarom voor dit retraite
huis zijn keus laten vallen op een nieuwe, in
Amerika uitgevonden, maar, zooals gezegd, zelfs
déér nog niet op groote schaal en in Europa
nog nergens toegepaste constructie, waarin ijzer,
beton en papier samenwerken om een ideaal
geheel te verkrijgen, dat even hecht en sterk
is als een gewapend-beton constructie, maar
daarvan de nadeelen niet bezit.
Op een fundeering van beton wordt aller
eerst het geraamte van het gebouw in ijzer
constructie opgericht; niet een ijzer-constructie,
zooals men die ook bij betonbouw maakt van
dunne ijzeren staafjes, met een vlechtwerk aan
elkaar verbonden, maar een geraamte van ste
vige ijzeren balken. Is die klaar, dan komt het
papier aan de beurt. Dit is in den handel onder
den naam van „Steeltex" en bestaat uit twee
groote vellen geasfalteerd papier, die, met de
geasfalteerde kanten op elkaar gelegd, losjes be
vestigd zijn op een zeer grof net van gegalvani
seerd ijzerdraad. Deze vellen papier worden,
met den kant waarop het ijzerdraad-net zit
naar buiten, om de palen en balken der ijzer-
constructie gebonden, maar zóó, dat zij het ijzer
niet raken. Is dat klaar, dan wordt tegen deze
papierbekleeding beton gesmeerd. Door dit op
smeren wijkt het papier eenigszins terug, wat
dit groote voordeel heeft, dat het beton ook
achter het ijzerdraad netwerk komt. Zoodra
echter de druk, bij het opbrengen van de specie
uitgeoefend, ophoudt, veert het papier weer te
rug en drukt van achter de specie tegen het
ijzeren netwerk aan, zoodat het ijzerdraad De
slist aan alle kanten door beton is omgeven,
wat bij gewonen gewapend beton-bouw wel eens
te wenschen overlaat. Een groot voordeel hierbij
is ook, dat de kostbare bekisting, die anders bij
werken in gewapend beton noodzakelijk is, hier
achterwege kan blijven.
Is op deze wijze de geheele ijzerconstructie
behandeld, dan heeft men dus een beton-
geraamte verkregen, dat er op het oog uitziet
als het geraamte van den gewonen betonbouw,
maar in werkelijkheid daarvan totaal verschilt,
daar immers de bewapening niet vast in het
beton zit, maar daarin geheel los staat, dus;
ten opzichte daarvan beweeglijk is niet alleen,
maar ook nog dit voordeel heeft, dat het zoo
genaamde doorzweeten van de ijzerbewapening,
De ervaring leert ons, dat allerlei ver
schijnselen op aarde, zooals cyclonen,
stormen, aardbevingen, Noorderlicht,
enz., gepaard gaan met electrische en magneti
sche storingen, die gemakkelijk door instru
menten geconstateerd kunnen worden. Het
lijdt ook geen twijfel, of ze staan in verband
met verschijnselen op de zon. Veelal worden
ze toegeschreven aan de zonnevlekken, doch
dit gaat niet op. De electrische en magnetische
storingen op aarde komen in hevigheid niet
altijd overeen met het aantal en den omvang
der zonnevlekken; het schijnt veeleer, dat er
bepaalde centra van activiteit op de zon voor
komen, van geringen omvang, die niet nood
zakelijkerwijze overeen behoeven te komen
met de zonnevlekken.
De gewezen directeur van de sterrenwacht op
den Pic du Midi, dr. Marchand, heeft reeds
van 1885 tot 1900 belangrijke waarnemingen
op dit gebied verricht, welke in dien tijd wer
den aangevuld door die van den natuurkundige
Zenger en later systematisch werden voort
gezet door dr. Bustos Navarre t van de sterren
wacht op den Salto bij Santiago de Chile.
In 1888 publiceerde Marchand het eerst zijn
ontdekking, dat er een nauw verband bestaat
tusschen bepaalde gedeelten van de zon en de
magnetische verschijnselen op aarde. Telkens,
wanneer zoo'n centrum van activiteit op de
zon zijn kortsten afstand tot het middelpunt-
van de zonneschijf bereikt, bereikt een aard-
magnetische storing haar hoogtepunt.
In die gevallen, waarin een storing samen
viel met het passeeren van een zonnevlek, was
er geen verband aan te wijzen tusschen de
hevigheid van de storing en de grootte van de
zonnevlek, terwijl er dikwijls zeer hevige sto
ringen werden geconstateerd, zonder dat er
sprake was van zonnevlekken.
Nu draait de zon in ongeveer 25 dagen om
haar eigen as. Na 27 dagen is dus weer het
zelfde punt van de zon naar ons toegekeerd.
Inderdaad heeft Marchand van December 1884
tot September 1885 een reeks van 32 storingen
waargenomen, waarvan de hoogtepunten tel
kens 26.9 dag na elkaar vielen.
Hij merkte bovendien op, dat in bepaalde pe
rioden, wanneer er een verhoogde werkzaam
heid op de zon viel waar te nemen, kort na
elkaar centra van activiteit passeerden, waar
door er soms zeer langdurige aardmagnetische
storingen werden veroorzaakt. Deze vertoonden
dan geen gelijkmatig verloop, doch een reeks
van toppen, die met meerdere of mindere snel
heid zonder onderling verband op elkaar volg
den.
De centra van activiteit op de zon, die aard-
magnetische storingen veroorzaken, doen zich
aan ons oog voor als groepen van zeer heldere
lijnen of punten, omringd door minder felle
z.g. faculae. Hun aantal op de oppervlakte der
zon is overigens zeer beperkt. Zij komen voor
tusschen 40 gr. Z.B. (op de zon n.l.) en liggen
180 graden, maar ook soms 90 graden uit elkaar.
Ze blijven zeer lang achtereen bestaan, hoe
wel hun uitwerking op de aarde door elke om
wenteling der zon eenigszins wordt gewijzigd.
Soms bleef hun positie jaren achtereen prak
tisch onveranderd. Hun omwentelingssnelheid
is overigens afhankelijk van de breedte, waar
op zij zich bevinden en hun maximum-activi
teit valt samen met hun doorgang door den
centralen meridiaan.
Vooral in 1887 nam Marchand daarbij be-
aan den buitenkant der muren door donkere
strepen zich afteekenend, niet kan plaats heb
ben, daar eventueel vocht in de ruimte tus
schen ijzer en beton zich afzet en door een
ventilatiesysteem wordt uitgedreven.
Is de bouw zoover gevorderd, dan worden
aan den binnenkant van het bouw-geraamte
muren van drijfsteen gemetseld, die evenals
trouwens de geheele ijzerconstructie, los op de
fundeering staan, zoodat bij eventueele verzak
king van een gedeelte der fundeering het ge
bouw niet onmiddellijk wordt meegesleurd en
de ontstane ruimte tusschen fundeering en ge
bouw gemakkelijk met beton kan worden aan
gevuld.
Zooals de muren van de verdieping gelijk
vloers op de fundeering staan, zoo staan ook
die van de volgende verdiepingen op de ijzeren
balken, namelijk los op een strook „tritex", een
dikke plaat van geperst papier.
Zijn alle drijfsteenmuren gereed, dan zal,
daar deze, zooals gezegd, aan den binnenkant
van het geraamte zijn gemetseld, het geraamte
zelf aan den buitenkant nog steeds zichtbaar
zijn. Daar wordt het nu bespannen met de
zelfde „steeltex"-vellen, zooals die ook voor de
omwikkeling der ijzerconstructie gebruikt wer
den (ijzeren vlechtwerk naar buiten), waarna
ze worden bepleisterd, eerst met beton, daarna
met het reeds genoemde „montenovo", dat ten
slotte „gekamd" wordt om aan de buitenmuren
een mooie ruwe oppervlakte te geven, waarin
de glinsterende veldspaat-splinters leven bren
gen.
Alvorens met het afpleisteren wordt begon
nen, wordt de ruimte tusschen den binnenmuur
van drijfsteen en den buitenmuur van papier
opgevuld met bims (drijfsteengruis) vermengd
met een beetje beton, zoodat een stevige, dikke,
maar niet onwrikbaar vaste muur wordt ver
kregen, die niet gemakkelijk zal scheuren. Te
meer, daar van afstand tot afstand dilatatie-
voegen zijn aangebracht, reepen gebogen zink.
die, bij eventueele wijking van de muren, door
de speling die in de buiging zit, toch den muur
dicht houden. Met wat bijpleisteren is dan het
kwaad gemakkelijk te verhelpen.
Ook alweer met het oog op eventueele ver
zakkingen, staan alle trappen in het gebouw
geheel los; de betonconstructie waaruit ze be
langrijke aardmagnetische storingen waar, zon
der dat er van zonnevlekken sprake was. In dat
jaar, maar ook reeds in 1879 werd hetzelfde
waargenomen door Zenger. Sindsdien hebben
de dagelijksche waarnemingen van den heer
Navarret te Santiago de Chile, welke nu reeds
vele jaren achtereen zijn voortgezet, de bo
vengenoemde feiten tenvolle bevestigd. Men
twijfelt er dan ook niet meer aan of de aard
magnetische verschijnselen vinden op de zon
hun oorzaak.
De ware aard van zonnevlekken, faculae en
protuberansen is ons niet bekend, evenmin als
wij hun uitwerking op een afstand kunnen ver
klaren. Wij zien slechts de resultaten van die
uitwerking, zooals ze door electrometer, mag
netometer en galvanometer worden aangewe
zen en zooals ze zich uiten in storingen op
aarde: stormen, cyclonen, Noorderlicht, on
weersbuien, magnetische storingen, aardbevin
gen, enz. Zooals altijd in dergelijke gevallen
neemt de wetenschap haar toevlucht tot ver
onderstellingen, welker juistheid of onjuistheid
weliswaar niet bewezen kan worden, maar die
toch een groote mate van waarschijnlijkheid
bezitten.
Zoo is het zeer waarschijnlijk dat de storin
gen op de zon, welke gelijktijdig met die in den
dampkring der aarde worden waargenomen,
veroorzaakt worden doordat materie uit het
binnenste der zon wordt uitgedreven naar be
paalde punten op haar oppervlakte. De toe
stand, waarin die materie zich bevindt, is met
te vergelijken met de vaste, vloeibare en gas
vormige agregaats%oestanden, die wij hier op
aarde kennen. Toch kan 't niet anders of als die
materie komt in een omgeving van naar ver
houding lage temperatuur en druk (en als zoo
danig moet het gebied tusschen chromosfeer
en corona worden beschouwd in vergelijking
met het binnenste van de zon, waar een tem
peratuur en druk heerschen, die ons voorstel
lingsvermogen geheel en al te boven gaan), dan
moeten zich daarbij zeer heftige natuurver
schijnselen afspelen. Vermoedelijk gaan zij ver
gezeld van een groote uitstorting van electro-
nen, waarbij ontzaglijke electrische ontladingen
plaats vinden en stralen van zeer korte golfleng
te en zeer groote intensiteit worden uitgezonden
Gedeeltelijk worden electronen weggeslingerd
met een snelheid, welke die van het licht nabij
komt; zij kunnen dan ook onze aarde bereiken
Zoowel de stralen van zeer korte golflengte als
deze electronen kunnen in de zeer ijle bovenste
lagen van onzen dampkring ionisatie veroor
zaken, wat tenslotte uitloopt op electrische ver
schijnselen van groote hevigheid in de hoogere
luchtlagen.
In perioden van groote activiteit op de zon
noteert de electrometer rhythmische trillingen,