DE MACHTIGINGSWET AANGENOMEN
Beperkt tot drie producten
1
Vreeselijk ongeluk op Voorne
OPBOUW IN
Prikkeldraad
WKÊÊ
GODSVERTROUWEN
Militaire belangenvereenigingen
Geldig stemmen
MIN. VERSCHUUR BERUST
AUTO IN HET KANAAL
GEREDEN
RESOLUTIE VAN MIN.
DECKERS
DONDERDAG 20 APRIL
Een zonderlinge figuur
Tempo, tempo in de
Eerste Kamer
Groote consternatie op
het eiland
Beneden den rang van
officier
Van ongeloof tot bijgeloof
Regeering en Kamer staan in een
abnormale verhouding tegen
over elkaar
DEN HAAG, 19 April. De
Tweede Kamer heeft de land-
houw-machtigingswet,beperkt
tot de drie producten bloem
bollen, rundvee en stroocar-
ton, zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Een noodmaatregel
De verdediging
Ifc
Minister Verschuur
Indische begrooting aanvaard
UIT HET VEENBEDRIJF
Staking te Vriezenveen
VAN HET STRIJDTOONEEL IN JEHOL
Na den slag bij Kupeiko zwierven overal gewonde en uit
geputte Chineesche soldaten rond
Van de zeven inzittenden zijn vijf
om het leven gekomen
Een scherp reglement, houdende
de beginselen hunner werk
zaamheid
Dr. Kortenhorst
Inlanders en Europeanen
V ereenigingsgebouwen
De droevige toedracht
Alles vergeefs
De namen der slachtoffers
„Tien vingerwijzingen"
De algemeene bevoegdheid, welke door öe
Tweede Kamer dan toch nog is goedgekeurd,
zal den eersten tijd een zeer zonderling ge
bouwd exemplaar zijn. Minister Verschuur
heeft haar bedoeld als inderdaad zoo alge
meen mogelijk omvattend heel het gebied van
landbouw, veeteelt en tuinbouw. En bouw en
inhoud der wet strookten met dien opzet. Een
van de bedoelingen immers was, eenheid te
brengen in al de maatregelen, die reeds voor
het agrarisch bedrijfsleven getroffen zijn of
daarvoor in de toekomst nog genomen zullen
worden. Daartoe werd één algemeen Land-
bouw-crisisfonds in het leven geroepen, waar-
Uit alle steun zou worden gefinancierd. Ba
ten, verkregen uit den steunmaatregel voor
het ééne product, zouden op die manier ten
goede komen aan het andere product.
Doordat de Kamer, niet ten onrechte, bij
haar onwil, om aan de Regeering na zóó snel-
ne behandeling zóó verregaande volmachten
te geven, volhardde en zij van den anderen
kant inzag, dat voor bepaalde bedrijven uit
stel fataal zou zijn, heeft zij zich tenslotte
zonder hoofdelijke stemming vereenigd met
een amendementVAN DEN HEUVEL, dat
de werking van de wet zéér beperkt. Sloeg
zij eerst op „crisisproducten" en verstond zij
onder een crisisproduct „een voortbrengsel
van plantaardigen of dierlijken aard, door ons
als zoodanig aangewezen," de wijziging van
den heer van den Heuvel tastte die zeer al
gemeene definitie in artikel 1 aan en wil als
crisisproduct beschouwd zien: „stroocartou,
rundvee en bollen en knollen van bloemen en
elk ander als zoodanig door de Wet aangewe
zen dierlijk en plantaardig voortbrengsel."
De breed opgezette Landbouwcrisiswet geldt
dus na aanvaarding door de Eerste Kamer al
leen voor de drie genoemde artikelen. Ieder
ander artikel, dat in den steun zal moeten
Worden betrokken, en ook de reeds gesteunde
producten tarwe, zuivel, varkens, suikerbie
ten enz. enz. zullen later door nieuwe wet
ten in dit algemeene kader moeten worden
ingeschakeld.
Het is, als men de wet leest en kennis
neemt van de organisatie, die den Minister
daarbij voor oogen stond, een zonderlinge fi
guur. Maar Kamer en Regeering stonden nu
eenmaal in zeer abnormale verhouding tegen
over elkaar en bovendien was de noodzaak,
om in te grijpen, zóó nijpend, dat het aan
leggen van een normalen maatstaf geen oplos
sing bieden kon. Hoofdzaak is, dat thans het
bloembollenbedrijf geholpen kan worden en
dat ook ten aanzien van het rundvee drasti
sche maatregelen kunnen worden genomen.
Dit laatste, dat in aantal verre de toekom
stige afzetmogelijkheden overtreft, zal pas
door destructie worden verminderd, als er in
het geheel geen andere uitweg meer is. Na
destructie kan het trouwens ook nog nuttig
Worden aangewend.
Want werkelijk vernietigen doet men alleen
Ziek vee. En dan nog heeft deze maatregel
een saneerende werking, doordat het peil van
den veestapel wordt opgevoerd. Wat het bloem
bollenbedrijf betreft, wordt inderdaad aan
Vernietiging van overtollige voorraden ge
dacht. En men zal dit financieren door een
heffing, die mogelijk wordt, doordat de export
kan een bepaalden prijs zal worden gebon
den.
Minister VERSCHUUR, alhoewel op prijs stel-
lend de welwillendheid van de Kamer, om nog
in de week vóór de verkiezing deze wet te be
handelen, had gaarne nog wat minder zijn
bevoegdheden beperkt gezien. De opkomende
moeilijkheden hebben vaak een zóó verrassend
karakter, dat plotseling ingrijpen noodzakelijk
is. Thans zal behalve voor de drie genoemde
artikelen toch nog eerst telkens een wet noodig
zijn. Maar wat kon de bewindsman, toen de
Kamer niet verder wenschte te gaan, anders
doen dan berusten en zelfs aan dr. KORTEN-'
HORST, die veel meer artikelen in de wet wilde
noemen, verzoeken, dat amendement maar
terug te nemen? Druk uitoefenen op de Kamer
was niet mogelijk. Want de Kamer is ontbonden
en de Regeering zelf kondigde reeds haar af
treden aan. Hij kon dus alleen met argumenten
werken. En die had hij ook wel. Want tegen
over de beperking in tijdsduur tot 1 Januari
1934 inhoud van het zonder hoofdelijke stem
ming aanvaard amendement-Snouck Henke-
mans en tegenover het eveneens aangeno
men amendement van de Commissie van Rap
porteurs, dat wettelijke goedkeuring van iederen
maatregel achteraf voorstelde, stond hij aller
minst afwijzend. Waren dan, zoo vroeg hij, die
twee zware ankers, om dit schip tegen afdrijven
te behoeden, niet genoeg?
Tegen dr. Kortenhorst's amendement, om ook
alle reeds gesteunde producten in de nieuwe
regeling te dulden, is door de heeren LOERAK
KER en mr. OUD een eenigszins zonderling
argument aangevoerd. De Kamer, zoo zeiden
zij, was bijeengekomen op initiatief van een
aantal leden, die van meening waren, dat de
wet, beperkt in den zin als de heer Van den
Heuvel zich dacht, nog diende te worden aan
genomen. Dat was een soort gentleman's agree
ment. En het ging niet aan, daartegen met een
amendement, dat minder stringent was, te zon
digen. Dat zou ook niet netjes zijn tegenover
de afwezige leden, die van dit nieuwe amende
ment niet wisten. Terecht heeft mr. BEUMER
zijn laatste woord, want hü keert na 26
April niet terug daartegen opgemerkt, dat
hij zich in geen enkel opzicht gebonden achtte
door een afspraak van de leden, die de Kamer
bijeenriepen.
Het debat over de wet was tengevolge van de
toegepaste drastische beperking overigens niet
rijk van inhoud. Over het gekozen systeem zal
de nieuwe Kamer nog wel eens uitvoerig met de
Regeering van gedachten wisselen. Het behoeft
geen betoog, dat ook thans weer het trio
BRAAT-KERSTEN-WIJNKOOP, tot enkel af
brekende critiek in staat, den meesten tijd in
beslag nam. Wij zijn aan de zonderlinge radica-
lismen dezer demagogische boerenvrienden zoo
langzamerhand gewend geraakt. En we kunnen
alleen hopen, dat de verkiezing niet nog meer
van dergelijke onzakelijke en nationalen tijd
verpratende figuren in de Kamer brengt. Want
die alleen zijn oorzaak, dat van de Kamer
vergaderingen soms een indruk uitgaat, die
spot met moderne begrippen van efficiency.
De Eerste Kamer nam in ongewoon snel
tempo de begrootingen van Suriname, Curagao
en Nederlandsch-Indië aan, benevens eemge
kleinere ontwerpen, waaronder dat tot voor
ziening in de invaliditeits- en ouaerdomsver-
zekering der mijnwerkers.
Daar opnieuw de vergadering samenviel met
de bijeenkomst der Tweede Kamer, mogen wij
zwijgen over de debatten. Zij waren weinig om
vangrijk en met geen mogelijkheid was daarin
een nieuwe klank te ontdekken. Het was kla
gen over de crisis in Oost en West. En plicht
matig gaf daarop Minister de Graaff voor
de laatste maal zijn bespiegelingen op een
wijze, even saai als altijd, maar ook evenzeer
als steeds getuigend van zijn grondige bekend
heid met allerlei koloniale aangelegenheden.
Ook in de veenderijen te Vriezenveen zijn
Dinsdag de arbeiders in staking gegaan in ver
band met de door de verveners ingevoerde
loonsverlaging van 10 pCt.
De stakende veenarbeiders zullen deze week
uitkeering van de bonden ontvangen.
De toestand is volkomen rustig.
Woensdagmiddag tegen vier uur heeft onder
de gemeente Nieuwenhoom een ernstig onge
luk plaats gehad. Nabij de IJzeren Brug is een
auto, op weg van Rockanje naar Rotterdam, te
water geraakt. Van de zeven inzittenden wisten
twee tijdig uit den auto te springen; de vijf
andere passagiers zijn verdronken.
De auto was afkomstig uit Rotterdam en
was naar Rockanje gegaan om vandaar een
dame en vier meisjes, welke laatstgenoemden
eenige dagen met vacantie in Rockanje hadden
doorgebracht, te halen.
De chauffeur, die den weg waarschijnlijk niet
goed kende, kwam uit een zijweg van Ouden
hoorn naar het Voornsche Kanaal. Vermoede
lijk reed hij voor het nemen van de bocht te
snel en is bij het remmen in de bocht het
achterste gedeelte van den wagen doorgescho
ven. Hierdoor kwam de auto, een groote wagen,
op den zes- a zeven Meter breeden berm en
reed achteruit het Voornsche Kanaal in.
De chauffeur en zijn broertje, dat naast hem
zat, konden uit den wagen springen en kwamen
met een nat pak vrij.
De auto verdween nagenoeg geheel onder
water. De chauffeur ging onmiddellijk hulp
halen en spoedig waren tal van helpers ter
plaatse.
Intusschen was bode Huisman, die een dienst
tusschen Hellevoetsluis en Rotterdam onder
houdt, met zijn vrachtauto ook op de plaats
van het ongeluk aangekomen. Men slaagde erin
een staaldraad aan den in het water liggenden
auto te bevestigen. Deze draad werd aan den
vrachtauto vastgemaakt, waarna men trachtte
Bij resolutie van den Minister van Defensie
d.d 18 dezer is vastgesteld een reglement hou
dende beginselen nopens de werkzaamheid van
militaire belangenvereenigingen, toegelaten
voor militairen beneden den rang van officier.
De belangrijkste artikelen volgen hieronder.
Artikel 1.
Onder een militaire belangen-vereeniging
wordt in dit reglement verstaan een vereeniging
van militairen, behoorende tot het beroeps-
personeel van de zee- of de landmacht, welke
zich uitsluitend of mede ten doel stelt het be
vorderen of behartigen van de met de militaire
positie verband houdende belangen van haar
leden.
Artikel 3
1. De werkzaamheid met betrekking tot de
in artikel 1 omschreven doelstelling van een
militaire belangenvereniging en van haar
afdeelingen bepaalt zich, met inachtneming
van de op ieder militair uit hoofde van zijn
militaire positie en op grond van de krijgstucht
rustende verplichtingen en onverminderd het
geen te dien aanzien in het Reglement betref
fende de krijgstucht is bepaald tot:
a. het bespreken van de met de militaire po
sitie verband houdende belangen der leden in
vergaderingen van (hoofii- en afdeelings-) be
sturen, in afdeelings- en algemeene vergaderin
gen, zoomede in haar orgaan;
b het kenbaar maken van met bedoelde be
langen verband houdende verzoeken en bezwa
ren aan de bevoegde macht.
2. Onvereenigbaar met de krijgstucht is het
door militaire belangenvereenigingen verleenen
van eenigerlei steun aan of het betuigen van
sympathie met gestrafte militairen of uit de
weermacht verwijderde personen.
Artikel 4
Een militaire belangenvereeniging mag, onder
welke benaming ook, geen andere personen als
lid aannemen, in haar midden hebben of aan
haar werkzaamheden laten deelnemen dan
meerderjarige militairen, behoorende tot het
beroepspersoneel en die hun eerste opleiding
hebben voltooid.
Het Europeesche en het Inlandsche personeel
van de zeemacht in Nederlandsch Indië mag
niet van een en dezelfde militaire belangen
vereeniging deel uitmaken.
Artikel 5
Het is den tot het beroepspersoneel behoo
renden militair verboden zich aan te sluiten
bü of op eenigerlei wijze steun te verleenen aan.
a. Meer dan één militaire belangenveree
niging;
b. eenige vakvereeniging van burgers;
c. groepen of vereenigingen van niet tot het
militaire beroepspersoneel behoorende personen,
die op een wijze welke den militair niet ge
oorloofd zou zijn, zich bemoeien met de be
langen van den militair.
Artikel 7
De militaire belangenvereeniging mag zich
niet aansluiten bij eenige vakvereeniging of
standsorganisatie van burgers en aan zoodanige
vereeniging of organisatie geen medewerking of
steun verleenen.
Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van groe
pen of vereenigingen van niet-militairen, die
zich op een wijze, welke den militair niet ge
oorloofd zou zijn, bezig houden met de belan
gen van den militair.
Federaties of verbonden van militaire belan
genvereenigingen zijn verboden. De vereeniging
mag geen algemeene of bijzondere vertegen
woordigers aanstellen.
Artikel 8
1. Alle (hoofd- en afdeelings-) bestuursleden
zijn krijgstuchtelijk verantwoordelijk voor alle
handelingen, geschriften en publicaties van de
vereeniging (waaronder mede begrepen het or
gaan der vereeniging), onderscheidenlijk van
de betrokken afdeeling.
Artikel 11.
De militaire belangenvereeniging op godsdien-
stigen grondslag kan zich laten bijstaan door
een geestelijk adviseur. De geestelijk adviseur
heeft het recht alle vergaderingen van bestuur
en leden bij te wonen.
Artikel 12.
1. Alle afdeelings- en algemeen evergaderingen
zijn behoudens het bepaalde in het derde en
vierde lid en in de art. 11 en 14 uitsluitend
toegankelijk voor leden der betrokken vereeni
ging.
2. Het is den leden niet vergund de in het
eerste lid bedoelde vergaderingen in burger-
kleeding bij te wonen.
Artikel 13.
1. In de vereenigingsgebouwen of -lokalen
moet gedurende den tijd, dat deze voor militairen
toegankelijk zijn, desverlangd toegang moeten
worden verleend aan den betrokken comman
deerenden officief der zeemacht, onderscheiden
lijk garnizoenscommandant en aan de daartoe
door die autoriteiten aangewezen militairen.
2. Alleen met toestemming van den comman
deerenden officier der zeemacht, onderscheiden
lijk den garnizoenscommandant, mogen de in
het eerste lid bedoelde gebouwen of lokalen wor
den gebezigd voor bijeenkomsten van niet-mili
tairen.
3. In de in het eerste lid bedoelde vereenigings
gebouwen of -lokalen mogen niet aanwezig zijn
de geschriften, welke op grond van het bepaalde
in artikel 19, aanhef en sub c. van het Regle
ment betreffende krijgstucht aan boord van de
oorlogsvaartuigen, in de kazernes of in de onder
eenige benaming tot huisvesting of verblijf aan
wezige inrichtingen der zee- of landmacht wor
den geweerd, noch andere geschriften, welke de
krijgstucht ondermijnen of het gezag der meer
deren aantasten.
Artikel 14.
1, Indien en voor zoo lang de Minister van De
fensie daartoe vergunning verleent kan de ver
eeniging burgers in dienst hebben of op andere
wijze van de diensten van burgers gebruik ma
ken. Bestuurs- of vertegenwoordigende bevoegd
heden kunnen hun niet worden toegekend. Het
bestuur kan hun toestaan de vergaderingen bij
te wonen tot het geven van inlichtingen.
den verongelukten wagen omhoog te trekken.
De staaldraad brak echter af.
Intusschen was men met een roeibootje bij
den wagen gekomen, doch men kon de vijf
personen, die in den auto zaten, nog niet be
reiken. Met touwen slaagde men erin den wagen
zoover op te trekken, dat de voorwielen op den
berm stonden.
Toen de wagen zoover was opgehaald, heeft
men met haken de inzittenden uit den auto
gehaald. Onmiddellijk werd bij de slachtoffers,
die een vrouw, vermoedelijk de grootmoeder van
de kinderen en vier meisjes van omstreeks tien
tot dertien jaar bleken te zijn, kunstmatige
ademhaling toegepast. Dr. W. J. Slis uit Nieu
wenhoom verleende geneeskundige assistentie.
Het mocht echter niet gelukken bij een der vijf
drenkelingen de levensgeesten weer op te wek
ken.
De vijf lijken werden voorloopig naar het
lijkenhuisje te Nieuwenhoorn overgebracht.
Kort na het ongeval verscheen het parket
uit Rotterdam, dat door de plaatselijke politie
was gewaarschuwd, ter plaatse.
Nader seint men ons:
Het ernstige auto-ongeluk, dat Woensdag
middag onder de gemeente Nieuwenhoorn heeft
plaats gehad, heeft op het eiland Voome groote
consternatie verwekt. De echtgenoote van den
brugwachter Sjouw, die nabij de IJzeren Brug
over het Voornsche Kanaal woont, schijnt de
eenige te zijn geweest, die het ongeval hééft ge
zien. Plotseling zag zij een auto op den dijk
verschijnen en een zwaai over den berm maken.
Voordat zij goed begreep wat er gebeurde, reed
het voertuig het Voornsche Kanaal in.
De chauffeur wist vlug uit den wagen te ko
men, evenals zijn broertje. Het zijn de twintig
jarige H. Saly en de 14-jarige F. J. Saly, beiden
uit Rotterdam. De chauffeur begon, toen hij
buiten gevaar was, hard om hulp te roepen,
waarop als eersten de brugwachter Sjouw, de
machinist Hijmans van het stoomgemaal en een
caféhouder, die aan de overzijde van het Ka
naal woont, toesnelden. Met haken trachtten zij
de kap van den auto, een groote Opel-wagen,
open te halen, om de overige passagiers te red
den. De wagen lag echter te diep er staat
hier in het Kanaal ruim drie Meter water
zoodat de auto eerst opgetrokken moest wor
den, voordat men na een half uur ongeveer de
vrouw en vier kinderen, die in den wagen zaten,
kon bevrijden. Het waren mevrouw Kuipers uit
Rotterdam, die tijdelijk in Rockanje woonde en
drie kleinkinderen met een vriendinnetje. Een
der kinderen is een meisje van de familie Duin-
stee uit Rotterdam, twee meisjes zijn Bekker
genaamd, eveneens uit Rotterdam, terwijl de
naam van het vierde kind tot dusver nog niet
bekend is.
De gemeente-veldwachter van Nieuwenhoom,
de heer H. Helmstrijd, was de eerste politie
beambte, die op de plaats van het ongeval ver
scheen. Hij waarschuwde onmiddellijk de Rijks-
veldwacht en de in de nabijheid wonende dok
ters. Vijf kwartier lang werd bij de slachtoffers
kunstmatige ademhaling toegepast, doch, zoo
als gemeld, zonder resultaat. Behalve dokter Slis
uit Nieuwenhoorn, waren ook H. Kerbert uit
Hellevoetsluis en dokter A. Touw uit Nieuw-
Helvoet hierbij behulpzaam.
De Officier van Justitie uit Rotterdam, Mr.
Hoeffelman, die toevallig te Oudenhoorn ver
toefde, kwam onmiddellijk, toen hfj door de
Rijkspolitie van het gebeurde op de hoogte was
gesteld, naar Nieuwenhoorn.
De auto is, nadat deze op het droge was ge
bracht, door de politie in beslag genomen en
voorloopig in een schuur opgeborgen. Donder
dagochtend wordt inspecteur Moerman van de
Verkeerspolitie te Rotterdam te Nieuwenhoorn
verwacht om het voertuig te onderzoeken.
Uit de omgeving van de plaats van het ge
beurde, die op ongeveer een half uur afstand
van Nieuwenhoorn is gelegen, kwamen honder
den personen, om het reddingswerk, dat helaas
zoo weinig resultaat mocht opleveren gade te
slaan. Velen waren zoo onder den indruk, dat
zij tijdens het op het droge brengen der slacht
offers moesten vertrekken.
Het ongeluk geschiedde te tien minuten voor
drie. De chauffeur heeft later verklaard, dat
hem het uitzicht op den dijk werd belemmerd
door het brugwachtershuisje, weshalve hij het
noodig oordeelde de bocht zoc wijd mogelijk te
nemen. Hij en zijn naast hem gezeten broertje
konden zich gemakkelijk uit den wagen werken
en in een naast de plaats van het ongeluk ge
meerd roeibootje stappen.
De chauffeur, H. Saly, was tevens eigenaar
van den auto, welke hij twee weken geleden
van zijn familie had gekregen om er in den aa.
zomer emplooi mee te zoeken. De man was
reeds twee jaar werkloos.
De slachtoffers zijn: de 58-jarige mevr. Th.
Kuipers geb. Bontebal, wonende te Rockanje,
en haar drie kleindochtertjes, de negenjarige
Doortje Bekker, de elfjarige Alida Bekker. wo
nende Wolphaertstraat 69, en de tienjarige Jo
hanna Duynstee, Stationssingel 17, en het vrien
dinnetje de 10-jarige Maria Hengst, wonende
in het Noorden van Rotterdam. De kinderen
hadden met de Paaschdagen bij de familie Kui
pers te Rockanje gelogeerd en waren er ook
met den wagen van Saly heen gebracht. Mevr.
Kuipers was met de kinderen op weg naar Rot
terdam, om later weer naar Rockanje terug te
gaan.
„Als een reusachtige spin," zoo schrijft de
Duitsche Evangelische persdienst, „zit het bij
geloof boven het Duitsche volk en verstrikt
steeds meer menschen in zijn net. Huwelijken
worden niet meer uit liefde of om stand ge
sloten, maar wegens den stand der sterren.
Zaken, processen enz. worden niet krachtens
zakelijke gezichtspunten ondernomen, maar
nopens astrologische gegevens. De horoscoop is
een alledaagsch artikel geworden. Als een nieuw
jaar begint verheffen de helderzienden en
sterrenkijkers hun profetisch stem. Sterk ver
spreide astrologische bladen publiceeren poli
tieke voorspellingen.
En naast de astrologen werken clairvoyantes,
kaartlegsters en anderen, die van bijgeloof
leven en „ipagische reukwerken, zalven en an
tennes" verkoopen. Te Berlijn zijn 2500 waar
zeggers en waarzegsters. Een levendige handel
wordt er gedreven in toestellen om de men
schen te beschermen tegen „aardstralen"; er
zijn dekens, armbanden, kousebanden, halsket
tingen, welke tegen deze doodelijke stralen
alleen maar in de verbeelding van bijgeloovigen
bestaande heeten te beschermen.
Het is waarlijk schrikwekkend, deze omvang
van het bijgeloof.
Kooplieden, diplomaten, hoogst ontwikkelde
menschen loopen naar helderzienden om hen
over alles en nog wat te raadplegen!
Wanneer het niet zoo treurig was, zou men
een en ander gerust belachelijk kunnen noe
men.
En het verschijnsel is, helaas, internationaal;
valt ook binnen onze landsgroepen waar te
nemen.
Hoewel Den Haag bijvoorbeeld tienmaal
kleiner is dan Berlijn, zullen er weinig minder
dan duizend heeren en dames vertoeven, die
teren op de zakken van het bijgeloovig publiek.
Dat deze onnoozelen in meerderheid niet on
der de lagere volksklassen schuilen, leeren de
risten advertenties van sterrenwichelaars,
koffiedikkijkers, slapende dames (uitgeslapen
dames zou een betere naam zijn), waarzeg
sters, kaartlegsters, enz. enz. in de mondaine
bladen.
De beste en meeste klanten vindt dit volkje
in de betere kringen.
Hoog waant zich het nieuwe heidendom ver
heven boven godsgeloof en kerkleer. Goed
voor de dommen en bekrompenen. Jawel! doch
als idioten en stompzinnigen laten zij him lot,
levensloop en daden bepalen door lieden, wier
voornaamste kunst en gave zijn, dat zij hun
lachen kunnen houden bij de uitoefening van
hun beroep en het verkondigen van hun con
clusies. „Waar het gezonde geloof verdwijnt",
verzuchtte terecht de Evangelische persdienst,
„tiert het bijgeloof".
Ons speelt nog een versje van pater Martia-
lis Vreeswijk door de gedachten:
„Maar thans, nu 't weten gretig grijpt
naar 't ooft der kennisboomen.
En feit'lijk tot een blunder j
rijpt het wonder van de vromen.
Nu gelooft men dat eentalisman
Voor onheil ons bewaren kan!"
Ja, de mensch, die meent geen steun en stut
noodig te hebben, en dusnogal vaak
weer op de been geholpen moet worden, klemt
zich vast aan een hersenschim, aan een fictie,
aan een.... niets.
Kan 't nog dommer?
Wat moet de kiezer doen?
Stemmen natuurlijk op den man
wiens naam staat bovenaan op lijst 25.
Hoe moet de kiezer zijn stem uitbrengen op
lijst 25?
De kiezer let alleen op lijst 25, de kiezer kijkt
wie op lijst 25 bovenaan staat.
De kiezer neemt het potlood, dat in het stem
hokje hangt en kleurt daarmede het Witte stipje
vóór den naam
De ondervinding leert dat men de kiezers
niet dikwijls genoeg kan voorhouden op welke
wijze zij him stem moeten uitbrengen.
Er gaan nog veel stemmen verloren, doordat
kiezers niet voldoende zijn ingelicht en in hun
onwetendheid hun stem verkeerd uitbrengen,
waardoor ze waardeloos is.
Daarom dient telkens en telkens weer te wor
den herhaald wat de kiezer heeft te doen.
In de „Nederlander" treffen wij de volgende
vingerwijzingen aan:
„Wie zonder geldige redenen zijn stemplicht
niet vervult, maakt zich schuldig aan wetsover
treding en wordt gestraft.
Het stembureau is geopend Woensdag 26 April,
van des ochtends 8 tot des namiddags 5 uur.
Wie geen oproepingskaart voor de stemming
ontving, ga zulk een stemkaart op het stadhuis
halen. Men kan haor zoo noodig ook op het stem
bureau verkrijgen.
Men moet zijn stemkaart ter stembus mede
brengen.
Na het eene hokje, voor den gewenschten
candidaat te hebben gekleurd, vouwt men het
stembiljet dicht, toont het den voorzitter en
steekt het in de bus.
Wie slechts één enkele krabbel, naam of be
schrijving op het stembiljet plaatst, maakt het
ongeldig.
Men mag op het stembiljet slechts één wit
puntje kleuren, en Wel dat vóór den naam van
den candidaat.
Wie zich vergist heeft, kan éénmaal een nieuw
stembiljet krijgen.
Een hulpbehoevend kiezer kan zich door een
anderen kiezer of niet-kiezer doen bijstaan.
Wanneer gij hebt gestemd op den 26sten April
is uw taak niet afgeloopen. Herinner uw geest
verwanten aan den plicht hun stem zoo vroeg
mogelijk uit te brengen."