DE MACHTIGINGSWET AANGENOMEN Beperkt tot drie producten 1 Vreeselijk ongeluk op Voorne OPBOUW IN Prikkeldraad WKÊÊ GODSVERTROUWEN Militaire belangenvereenigingen Geldig stemmen MIN. VERSCHUUR BERUST AUTO IN HET KANAAL GEREDEN RESOLUTIE VAN MIN. DECKERS DONDERDAG 20 APRIL Een zonderlinge figuur Tempo, tempo in de Eerste Kamer Groote consternatie op het eiland Beneden den rang van officier Van ongeloof tot bijgeloof Regeering en Kamer staan in een abnormale verhouding tegen over elkaar DEN HAAG, 19 April. De Tweede Kamer heeft de land- houw-machtigingswet,beperkt tot de drie producten bloem bollen, rundvee en stroocar- ton, zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Een noodmaatregel De verdediging Ifc Minister Verschuur Indische begrooting aanvaard UIT HET VEENBEDRIJF Staking te Vriezenveen VAN HET STRIJDTOONEEL IN JEHOL Na den slag bij Kupeiko zwierven overal gewonde en uit geputte Chineesche soldaten rond Van de zeven inzittenden zijn vijf om het leven gekomen Een scherp reglement, houdende de beginselen hunner werk zaamheid Dr. Kortenhorst Inlanders en Europeanen V ereenigingsgebouwen De droevige toedracht Alles vergeefs De namen der slachtoffers „Tien vingerwijzingen" De algemeene bevoegdheid, welke door öe Tweede Kamer dan toch nog is goedgekeurd, zal den eersten tijd een zeer zonderling ge bouwd exemplaar zijn. Minister Verschuur heeft haar bedoeld als inderdaad zoo alge meen mogelijk omvattend heel het gebied van landbouw, veeteelt en tuinbouw. En bouw en inhoud der wet strookten met dien opzet. Een van de bedoelingen immers was, eenheid te brengen in al de maatregelen, die reeds voor het agrarisch bedrijfsleven getroffen zijn of daarvoor in de toekomst nog genomen zullen worden. Daartoe werd één algemeen Land- bouw-crisisfonds in het leven geroepen, waar- Uit alle steun zou worden gefinancierd. Ba ten, verkregen uit den steunmaatregel voor het ééne product, zouden op die manier ten goede komen aan het andere product. Doordat de Kamer, niet ten onrechte, bij haar onwil, om aan de Regeering na zóó snel- ne behandeling zóó verregaande volmachten te geven, volhardde en zij van den anderen kant inzag, dat voor bepaalde bedrijven uit stel fataal zou zijn, heeft zij zich tenslotte zonder hoofdelijke stemming vereenigd met een amendementVAN DEN HEUVEL, dat de werking van de wet zéér beperkt. Sloeg zij eerst op „crisisproducten" en verstond zij onder een crisisproduct „een voortbrengsel van plantaardigen of dierlijken aard, door ons als zoodanig aangewezen," de wijziging van den heer van den Heuvel tastte die zeer al gemeene definitie in artikel 1 aan en wil als crisisproduct beschouwd zien: „stroocartou, rundvee en bollen en knollen van bloemen en elk ander als zoodanig door de Wet aangewe zen dierlijk en plantaardig voortbrengsel." De breed opgezette Landbouwcrisiswet geldt dus na aanvaarding door de Eerste Kamer al leen voor de drie genoemde artikelen. Ieder ander artikel, dat in den steun zal moeten Worden betrokken, en ook de reeds gesteunde producten tarwe, zuivel, varkens, suikerbie ten enz. enz. zullen later door nieuwe wet ten in dit algemeene kader moeten worden ingeschakeld. Het is, als men de wet leest en kennis neemt van de organisatie, die den Minister daarbij voor oogen stond, een zonderlinge fi guur. Maar Kamer en Regeering stonden nu eenmaal in zeer abnormale verhouding tegen over elkaar en bovendien was de noodzaak, om in te grijpen, zóó nijpend, dat het aan leggen van een normalen maatstaf geen oplos sing bieden kon. Hoofdzaak is, dat thans het bloembollenbedrijf geholpen kan worden en dat ook ten aanzien van het rundvee drasti sche maatregelen kunnen worden genomen. Dit laatste, dat in aantal verre de toekom stige afzetmogelijkheden overtreft, zal pas door destructie worden verminderd, als er in het geheel geen andere uitweg meer is. Na destructie kan het trouwens ook nog nuttig Worden aangewend. Want werkelijk vernietigen doet men alleen Ziek vee. En dan nog heeft deze maatregel een saneerende werking, doordat het peil van den veestapel wordt opgevoerd. Wat het bloem bollenbedrijf betreft, wordt inderdaad aan Vernietiging van overtollige voorraden ge dacht. En men zal dit financieren door een heffing, die mogelijk wordt, doordat de export kan een bepaalden prijs zal worden gebon den. Minister VERSCHUUR, alhoewel op prijs stel- lend de welwillendheid van de Kamer, om nog in de week vóór de verkiezing deze wet te be handelen, had gaarne nog wat minder zijn bevoegdheden beperkt gezien. De opkomende moeilijkheden hebben vaak een zóó verrassend karakter, dat plotseling ingrijpen noodzakelijk is. Thans zal behalve voor de drie genoemde artikelen toch nog eerst telkens een wet noodig zijn. Maar wat kon de bewindsman, toen de Kamer niet verder wenschte te gaan, anders doen dan berusten en zelfs aan dr. KORTEN-' HORST, die veel meer artikelen in de wet wilde noemen, verzoeken, dat amendement maar terug te nemen? Druk uitoefenen op de Kamer was niet mogelijk. Want de Kamer is ontbonden en de Regeering zelf kondigde reeds haar af treden aan. Hij kon dus alleen met argumenten werken. En die had hij ook wel. Want tegen over de beperking in tijdsduur tot 1 Januari 1934 inhoud van het zonder hoofdelijke stem ming aanvaard amendement-Snouck Henke- mans en tegenover het eveneens aangeno men amendement van de Commissie van Rap porteurs, dat wettelijke goedkeuring van iederen maatregel achteraf voorstelde, stond hij aller minst afwijzend. Waren dan, zoo vroeg hij, die twee zware ankers, om dit schip tegen afdrijven te behoeden, niet genoeg? Tegen dr. Kortenhorst's amendement, om ook alle reeds gesteunde producten in de nieuwe regeling te dulden, is door de heeren LOERAK KER en mr. OUD een eenigszins zonderling argument aangevoerd. De Kamer, zoo zeiden zij, was bijeengekomen op initiatief van een aantal leden, die van meening waren, dat de wet, beperkt in den zin als de heer Van den Heuvel zich dacht, nog diende te worden aan genomen. Dat was een soort gentleman's agree ment. En het ging niet aan, daartegen met een amendement, dat minder stringent was, te zon digen. Dat zou ook niet netjes zijn tegenover de afwezige leden, die van dit nieuwe amende ment niet wisten. Terecht heeft mr. BEUMER zijn laatste woord, want hü keert na 26 April niet terug daartegen opgemerkt, dat hij zich in geen enkel opzicht gebonden achtte door een afspraak van de leden, die de Kamer bijeenriepen. Het debat over de wet was tengevolge van de toegepaste drastische beperking overigens niet rijk van inhoud. Over het gekozen systeem zal de nieuwe Kamer nog wel eens uitvoerig met de Regeering van gedachten wisselen. Het behoeft geen betoog, dat ook thans weer het trio BRAAT-KERSTEN-WIJNKOOP, tot enkel af brekende critiek in staat, den meesten tijd in beslag nam. Wij zijn aan de zonderlinge radica- lismen dezer demagogische boerenvrienden zoo langzamerhand gewend geraakt. En we kunnen alleen hopen, dat de verkiezing niet nog meer van dergelijke onzakelijke en nationalen tijd verpratende figuren in de Kamer brengt. Want die alleen zijn oorzaak, dat van de Kamer vergaderingen soms een indruk uitgaat, die spot met moderne begrippen van efficiency. De Eerste Kamer nam in ongewoon snel tempo de begrootingen van Suriname, Curagao en Nederlandsch-Indië aan, benevens eemge kleinere ontwerpen, waaronder dat tot voor ziening in de invaliditeits- en ouaerdomsver- zekering der mijnwerkers. Daar opnieuw de vergadering samenviel met de bijeenkomst der Tweede Kamer, mogen wij zwijgen over de debatten. Zij waren weinig om vangrijk en met geen mogelijkheid was daarin een nieuwe klank te ontdekken. Het was kla gen over de crisis in Oost en West. En plicht matig gaf daarop Minister de Graaff voor de laatste maal zijn bespiegelingen op een wijze, even saai als altijd, maar ook evenzeer als steeds getuigend van zijn grondige bekend heid met allerlei koloniale aangelegenheden. Ook in de veenderijen te Vriezenveen zijn Dinsdag de arbeiders in staking gegaan in ver band met de door de verveners ingevoerde loonsverlaging van 10 pCt. De stakende veenarbeiders zullen deze week uitkeering van de bonden ontvangen. De toestand is volkomen rustig. Woensdagmiddag tegen vier uur heeft onder de gemeente Nieuwenhoom een ernstig onge luk plaats gehad. Nabij de IJzeren Brug is een auto, op weg van Rockanje naar Rotterdam, te water geraakt. Van de zeven inzittenden wisten twee tijdig uit den auto te springen; de vijf andere passagiers zijn verdronken. De auto was afkomstig uit Rotterdam en was naar Rockanje gegaan om vandaar een dame en vier meisjes, welke laatstgenoemden eenige dagen met vacantie in Rockanje hadden doorgebracht, te halen. De chauffeur, die den weg waarschijnlijk niet goed kende, kwam uit een zijweg van Ouden hoorn naar het Voornsche Kanaal. Vermoede lijk reed hij voor het nemen van de bocht te snel en is bij het remmen in de bocht het achterste gedeelte van den wagen doorgescho ven. Hierdoor kwam de auto, een groote wagen, op den zes- a zeven Meter breeden berm en reed achteruit het Voornsche Kanaal in. De chauffeur en zijn broertje, dat naast hem zat, konden uit den wagen springen en kwamen met een nat pak vrij. De auto verdween nagenoeg geheel onder water. De chauffeur ging onmiddellijk hulp halen en spoedig waren tal van helpers ter plaatse. Intusschen was bode Huisman, die een dienst tusschen Hellevoetsluis en Rotterdam onder houdt, met zijn vrachtauto ook op de plaats van het ongeluk aangekomen. Men slaagde erin een staaldraad aan den in het water liggenden auto te bevestigen. Deze draad werd aan den vrachtauto vastgemaakt, waarna men trachtte Bij resolutie van den Minister van Defensie d.d 18 dezer is vastgesteld een reglement hou dende beginselen nopens de werkzaamheid van militaire belangenvereenigingen, toegelaten voor militairen beneden den rang van officier. De belangrijkste artikelen volgen hieronder. Artikel 1. Onder een militaire belangen-vereeniging wordt in dit reglement verstaan een vereeniging van militairen, behoorende tot het beroeps- personeel van de zee- of de landmacht, welke zich uitsluitend of mede ten doel stelt het be vorderen of behartigen van de met de militaire positie verband houdende belangen van haar leden. Artikel 3 1. De werkzaamheid met betrekking tot de in artikel 1 omschreven doelstelling van een militaire belangenvereniging en van haar afdeelingen bepaalt zich, met inachtneming van de op ieder militair uit hoofde van zijn militaire positie en op grond van de krijgstucht rustende verplichtingen en onverminderd het geen te dien aanzien in het Reglement betref fende de krijgstucht is bepaald tot: a. het bespreken van de met de militaire po sitie verband houdende belangen der leden in vergaderingen van (hoofii- en afdeelings-) be sturen, in afdeelings- en algemeene vergaderin gen, zoomede in haar orgaan; b het kenbaar maken van met bedoelde be langen verband houdende verzoeken en bezwa ren aan de bevoegde macht. 2. Onvereenigbaar met de krijgstucht is het door militaire belangenvereenigingen verleenen van eenigerlei steun aan of het betuigen van sympathie met gestrafte militairen of uit de weermacht verwijderde personen. Artikel 4 Een militaire belangenvereeniging mag, onder welke benaming ook, geen andere personen als lid aannemen, in haar midden hebben of aan haar werkzaamheden laten deelnemen dan meerderjarige militairen, behoorende tot het beroepspersoneel en die hun eerste opleiding hebben voltooid. Het Europeesche en het Inlandsche personeel van de zeemacht in Nederlandsch Indië mag niet van een en dezelfde militaire belangen vereeniging deel uitmaken. Artikel 5 Het is den tot het beroepspersoneel behoo renden militair verboden zich aan te sluiten bü of op eenigerlei wijze steun te verleenen aan. a. Meer dan één militaire belangenveree niging; b. eenige vakvereeniging van burgers; c. groepen of vereenigingen van niet tot het militaire beroepspersoneel behoorende personen, die op een wijze welke den militair niet ge oorloofd zou zijn, zich bemoeien met de be langen van den militair. Artikel 7 De militaire belangenvereeniging mag zich niet aansluiten bij eenige vakvereeniging of standsorganisatie van burgers en aan zoodanige vereeniging of organisatie geen medewerking of steun verleenen. Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van groe pen of vereenigingen van niet-militairen, die zich op een wijze, welke den militair niet ge oorloofd zou zijn, bezig houden met de belan gen van den militair. Federaties of verbonden van militaire belan genvereenigingen zijn verboden. De vereeniging mag geen algemeene of bijzondere vertegen woordigers aanstellen. Artikel 8 1. Alle (hoofd- en afdeelings-) bestuursleden zijn krijgstuchtelijk verantwoordelijk voor alle handelingen, geschriften en publicaties van de vereeniging (waaronder mede begrepen het or gaan der vereeniging), onderscheidenlijk van de betrokken afdeeling. Artikel 11. De militaire belangenvereeniging op godsdien- stigen grondslag kan zich laten bijstaan door een geestelijk adviseur. De geestelijk adviseur heeft het recht alle vergaderingen van bestuur en leden bij te wonen. Artikel 12. 1. Alle afdeelings- en algemeen evergaderingen zijn behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid en in de art. 11 en 14 uitsluitend toegankelijk voor leden der betrokken vereeni ging. 2. Het is den leden niet vergund de in het eerste lid bedoelde vergaderingen in burger- kleeding bij te wonen. Artikel 13. 1. In de vereenigingsgebouwen of -lokalen moet gedurende den tijd, dat deze voor militairen toegankelijk zijn, desverlangd toegang moeten worden verleend aan den betrokken comman deerenden officief der zeemacht, onderscheiden lijk garnizoenscommandant en aan de daartoe door die autoriteiten aangewezen militairen. 2. Alleen met toestemming van den comman deerenden officier der zeemacht, onderscheiden lijk den garnizoenscommandant, mogen de in het eerste lid bedoelde gebouwen of lokalen wor den gebezigd voor bijeenkomsten van niet-mili tairen. 3. In de in het eerste lid bedoelde vereenigings gebouwen of -lokalen mogen niet aanwezig zijn de geschriften, welke op grond van het bepaalde in artikel 19, aanhef en sub c. van het Regle ment betreffende krijgstucht aan boord van de oorlogsvaartuigen, in de kazernes of in de onder eenige benaming tot huisvesting of verblijf aan wezige inrichtingen der zee- of landmacht wor den geweerd, noch andere geschriften, welke de krijgstucht ondermijnen of het gezag der meer deren aantasten. Artikel 14. 1, Indien en voor zoo lang de Minister van De fensie daartoe vergunning verleent kan de ver eeniging burgers in dienst hebben of op andere wijze van de diensten van burgers gebruik ma ken. Bestuurs- of vertegenwoordigende bevoegd heden kunnen hun niet worden toegekend. Het bestuur kan hun toestaan de vergaderingen bij te wonen tot het geven van inlichtingen. den verongelukten wagen omhoog te trekken. De staaldraad brak echter af. Intusschen was men met een roeibootje bij den wagen gekomen, doch men kon de vijf personen, die in den auto zaten, nog niet be reiken. Met touwen slaagde men erin den wagen zoover op te trekken, dat de voorwielen op den berm stonden. Toen de wagen zoover was opgehaald, heeft men met haken de inzittenden uit den auto gehaald. Onmiddellijk werd bij de slachtoffers, die een vrouw, vermoedelijk de grootmoeder van de kinderen en vier meisjes van omstreeks tien tot dertien jaar bleken te zijn, kunstmatige ademhaling toegepast. Dr. W. J. Slis uit Nieu wenhoom verleende geneeskundige assistentie. Het mocht echter niet gelukken bij een der vijf drenkelingen de levensgeesten weer op te wek ken. De vijf lijken werden voorloopig naar het lijkenhuisje te Nieuwenhoorn overgebracht. Kort na het ongeval verscheen het parket uit Rotterdam, dat door de plaatselijke politie was gewaarschuwd, ter plaatse. Nader seint men ons: Het ernstige auto-ongeluk, dat Woensdag middag onder de gemeente Nieuwenhoorn heeft plaats gehad, heeft op het eiland Voome groote consternatie verwekt. De echtgenoote van den brugwachter Sjouw, die nabij de IJzeren Brug over het Voornsche Kanaal woont, schijnt de eenige te zijn geweest, die het ongeval hééft ge zien. Plotseling zag zij een auto op den dijk verschijnen en een zwaai over den berm maken. Voordat zij goed begreep wat er gebeurde, reed het voertuig het Voornsche Kanaal in. De chauffeur wist vlug uit den wagen te ko men, evenals zijn broertje. Het zijn de twintig jarige H. Saly en de 14-jarige F. J. Saly, beiden uit Rotterdam. De chauffeur begon, toen hij buiten gevaar was, hard om hulp te roepen, waarop als eersten de brugwachter Sjouw, de machinist Hijmans van het stoomgemaal en een caféhouder, die aan de overzijde van het Ka naal woont, toesnelden. Met haken trachtten zij de kap van den auto, een groote Opel-wagen, open te halen, om de overige passagiers te red den. De wagen lag echter te diep er staat hier in het Kanaal ruim drie Meter water zoodat de auto eerst opgetrokken moest wor den, voordat men na een half uur ongeveer de vrouw en vier kinderen, die in den wagen zaten, kon bevrijden. Het waren mevrouw Kuipers uit Rotterdam, die tijdelijk in Rockanje woonde en drie kleinkinderen met een vriendinnetje. Een der kinderen is een meisje van de familie Duin- stee uit Rotterdam, twee meisjes zijn Bekker genaamd, eveneens uit Rotterdam, terwijl de naam van het vierde kind tot dusver nog niet bekend is. De gemeente-veldwachter van Nieuwenhoom, de heer H. Helmstrijd, was de eerste politie beambte, die op de plaats van het ongeval ver scheen. Hij waarschuwde onmiddellijk de Rijks- veldwacht en de in de nabijheid wonende dok ters. Vijf kwartier lang werd bij de slachtoffers kunstmatige ademhaling toegepast, doch, zoo als gemeld, zonder resultaat. Behalve dokter Slis uit Nieuwenhoorn, waren ook H. Kerbert uit Hellevoetsluis en dokter A. Touw uit Nieuw- Helvoet hierbij behulpzaam. De Officier van Justitie uit Rotterdam, Mr. Hoeffelman, die toevallig te Oudenhoorn ver toefde, kwam onmiddellijk, toen hfj door de Rijkspolitie van het gebeurde op de hoogte was gesteld, naar Nieuwenhoorn. De auto is, nadat deze op het droge was ge bracht, door de politie in beslag genomen en voorloopig in een schuur opgeborgen. Donder dagochtend wordt inspecteur Moerman van de Verkeerspolitie te Rotterdam te Nieuwenhoorn verwacht om het voertuig te onderzoeken. Uit de omgeving van de plaats van het ge beurde, die op ongeveer een half uur afstand van Nieuwenhoorn is gelegen, kwamen honder den personen, om het reddingswerk, dat helaas zoo weinig resultaat mocht opleveren gade te slaan. Velen waren zoo onder den indruk, dat zij tijdens het op het droge brengen der slacht offers moesten vertrekken. Het ongeluk geschiedde te tien minuten voor drie. De chauffeur heeft later verklaard, dat hem het uitzicht op den dijk werd belemmerd door het brugwachtershuisje, weshalve hij het noodig oordeelde de bocht zoc wijd mogelijk te nemen. Hij en zijn naast hem gezeten broertje konden zich gemakkelijk uit den wagen werken en in een naast de plaats van het ongeluk ge meerd roeibootje stappen. De chauffeur, H. Saly, was tevens eigenaar van den auto, welke hij twee weken geleden van zijn familie had gekregen om er in den aa. zomer emplooi mee te zoeken. De man was reeds twee jaar werkloos. De slachtoffers zijn: de 58-jarige mevr. Th. Kuipers geb. Bontebal, wonende te Rockanje, en haar drie kleindochtertjes, de negenjarige Doortje Bekker, de elfjarige Alida Bekker. wo nende Wolphaertstraat 69, en de tienjarige Jo hanna Duynstee, Stationssingel 17, en het vrien dinnetje de 10-jarige Maria Hengst, wonende in het Noorden van Rotterdam. De kinderen hadden met de Paaschdagen bij de familie Kui pers te Rockanje gelogeerd en waren er ook met den wagen van Saly heen gebracht. Mevr. Kuipers was met de kinderen op weg naar Rot terdam, om later weer naar Rockanje terug te gaan. „Als een reusachtige spin," zoo schrijft de Duitsche Evangelische persdienst, „zit het bij geloof boven het Duitsche volk en verstrikt steeds meer menschen in zijn net. Huwelijken worden niet meer uit liefde of om stand ge sloten, maar wegens den stand der sterren. Zaken, processen enz. worden niet krachtens zakelijke gezichtspunten ondernomen, maar nopens astrologische gegevens. De horoscoop is een alledaagsch artikel geworden. Als een nieuw jaar begint verheffen de helderzienden en sterrenkijkers hun profetisch stem. Sterk ver spreide astrologische bladen publiceeren poli tieke voorspellingen. En naast de astrologen werken clairvoyantes, kaartlegsters en anderen, die van bijgeloof leven en „ipagische reukwerken, zalven en an tennes" verkoopen. Te Berlijn zijn 2500 waar zeggers en waarzegsters. Een levendige handel wordt er gedreven in toestellen om de men schen te beschermen tegen „aardstralen"; er zijn dekens, armbanden, kousebanden, halsket tingen, welke tegen deze doodelijke stralen alleen maar in de verbeelding van bijgeloovigen bestaande heeten te beschermen. Het is waarlijk schrikwekkend, deze omvang van het bijgeloof. Kooplieden, diplomaten, hoogst ontwikkelde menschen loopen naar helderzienden om hen over alles en nog wat te raadplegen! Wanneer het niet zoo treurig was, zou men een en ander gerust belachelijk kunnen noe men. En het verschijnsel is, helaas, internationaal; valt ook binnen onze landsgroepen waar te nemen. Hoewel Den Haag bijvoorbeeld tienmaal kleiner is dan Berlijn, zullen er weinig minder dan duizend heeren en dames vertoeven, die teren op de zakken van het bijgeloovig publiek. Dat deze onnoozelen in meerderheid niet on der de lagere volksklassen schuilen, leeren de risten advertenties van sterrenwichelaars, koffiedikkijkers, slapende dames (uitgeslapen dames zou een betere naam zijn), waarzeg sters, kaartlegsters, enz. enz. in de mondaine bladen. De beste en meeste klanten vindt dit volkje in de betere kringen. Hoog waant zich het nieuwe heidendom ver heven boven godsgeloof en kerkleer. Goed voor de dommen en bekrompenen. Jawel! doch als idioten en stompzinnigen laten zij him lot, levensloop en daden bepalen door lieden, wier voornaamste kunst en gave zijn, dat zij hun lachen kunnen houden bij de uitoefening van hun beroep en het verkondigen van hun con clusies. „Waar het gezonde geloof verdwijnt", verzuchtte terecht de Evangelische persdienst, „tiert het bijgeloof". Ons speelt nog een versje van pater Martia- lis Vreeswijk door de gedachten: „Maar thans, nu 't weten gretig grijpt naar 't ooft der kennisboomen. En feit'lijk tot een blunder j rijpt het wonder van de vromen. Nu gelooft men dat eentalisman Voor onheil ons bewaren kan!" Ja, de mensch, die meent geen steun en stut noodig te hebben, en dusnogal vaak weer op de been geholpen moet worden, klemt zich vast aan een hersenschim, aan een fictie, aan een.... niets. Kan 't nog dommer? Wat moet de kiezer doen? Stemmen natuurlijk op den man wiens naam staat bovenaan op lijst 25. Hoe moet de kiezer zijn stem uitbrengen op lijst 25? De kiezer let alleen op lijst 25, de kiezer kijkt wie op lijst 25 bovenaan staat. De kiezer neemt het potlood, dat in het stem hokje hangt en kleurt daarmede het Witte stipje vóór den naam De ondervinding leert dat men de kiezers niet dikwijls genoeg kan voorhouden op welke wijze zij him stem moeten uitbrengen. Er gaan nog veel stemmen verloren, doordat kiezers niet voldoende zijn ingelicht en in hun onwetendheid hun stem verkeerd uitbrengen, waardoor ze waardeloos is. Daarom dient telkens en telkens weer te wor den herhaald wat de kiezer heeft te doen. In de „Nederlander" treffen wij de volgende vingerwijzingen aan: „Wie zonder geldige redenen zijn stemplicht niet vervult, maakt zich schuldig aan wetsover treding en wordt gestraft. Het stembureau is geopend Woensdag 26 April, van des ochtends 8 tot des namiddags 5 uur. Wie geen oproepingskaart voor de stemming ontving, ga zulk een stemkaart op het stadhuis halen. Men kan haor zoo noodig ook op het stem bureau verkrijgen. Men moet zijn stemkaart ter stembus mede brengen. Na het eene hokje, voor den gewenschten candidaat te hebben gekleurd, vouwt men het stembiljet dicht, toont het den voorzitter en steekt het in de bus. Wie slechts één enkele krabbel, naam of be schrijving op het stembiljet plaatst, maakt het ongeldig. Men mag op het stembiljet slechts één wit puntje kleuren, en Wel dat vóór den naam van den candidaat. Wie zich vergist heeft, kan éénmaal een nieuw stembiljet krijgen. Een hulpbehoevend kiezer kan zich door een anderen kiezer of niet-kiezer doen bijstaan. Wanneer gij hebt gestemd op den 26sten April is uw taak niet afgeloopen. Herinner uw geest verwanten aan den plicht hun stem zoo vroeg mogelijk uit te brengen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5