Van Singapore naar Rome m Ttet <m&aal mn den dag BEZUINIG NIET E.R.K. -|et Erfdeel ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN De ROBINSONheerenmolière kost: zwart f 4.50 - bruin f 4.90 MOEDER! den nacht »W™d."ïS I Een stem in j ZATERDAG 22 APRIL Een 110-jarige zwerver VOETREIS VAN EEN CHINEES „Ik heb twee jaar noodig gehad om Rome te bereiken" Zijn reisverhaal Exodus der Chineezen uit Malakka DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN (Jongensmaten naar verhouding goedkooper) Electrische bedwelming van slachtvee Uit het Derde Rijk Over de Mount Everest De Sweepstake Prof. Einstein Uit den koers Onafhankelijke boeren LEVENSVERZEKERING MIJ. te Nijmegen Nassausingel 3 Kapitaalsverzekering Volksverzekering aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval Joseph Hocking I Juist daag» voor het openen der Heilige Deur van den St. Pieter, arriveerde Joseph Aloysius Wei te Rome, en de Paus ver leende hem een audiëntie. Deze jonge Chinees, 27 jaar oud, is te voet van Singapore naar Rome gekomen, een af stand van ongeveer 15.000 Kilometer! Hij behoort tot een oude familie in Shanghai, die reeds twee eeuwen katholiek is en de Kerk verschillende priesters en religieusen schonk. Joseph is vijf jaar hoofd der school in de pa rochie van den H. Franciscus Xaverius geweest, daarna twee jaar professor aan het College van Shanghai te Singapore. Deze pelgrim heeft een beminnelijken glim lach. een glimlach, die zijn heele karakter ver raadt en ik ontdek in dezen glimlach en in zijn gelaat dat van stralende gezondheid ge tuigt, het geheim van zijn prachtig geslaagde reis „Ik heb twee jaar noodig gehad om Rome te beréiken", begint hij in gebroken Fransch. „Zes paar schoenen heb ik versleten! Bij mijn ver trek uit Singapore had ik niets anders dan een groot vertrouwen op God, stevige beenen en een goede maag! Van Singapore ben ik naar Siam gegaan en op mijn tocht heb ik menschlievende landge- nooten ontmoet, die me te hulp kwamen. Van Bangkok ging het naar Rangoen, dicht bij üdai heb ik voor het eerst tegenspoed gehad, ik werd door roovers overvallen die me geweldig mis handelden, en halfdood, met bebloed hoofd lie ten liggen; de stationschef van Udai liet me naar het hospitaal brengen; men verzorgde mij daar uitstekend en ik kreeg weer moed. Nu moest het dwars door de bergen om in Birmanië te komen. Van Rangoen ben ik naar het noor den gemarcheerd langs de Yannan en de Si- kiang tot aan de poorten van Thibet. Alles was nu trouwens niet even prettig! Vreeselijke koude in de bergen.... slechte we gen.... koorts.... slecht of onvoldoend voed selmeer dan één nacht onder den blooten sterrenhemel. Ik daalde weer af naar het Zui den langs Bautan, passeerde Darjeeling, toen bereikte ik Calcutta in Indië. De kou was ver dwenen, maar het regende, alle dagen was ik door en doornat. Ik volgde de spoorlijn tot Ma dras, ik ging naar Colombo op het eiland Cey lon, daarna ging het naar Goa. Goa! Ik heb mogen neerknielen op het graf van den H. Franciscus Xaverius en ik heb gedacht aan dezen dapperen Apostel, die stierf van ver moeidheid, den blik gericht naar mijn Vader landtoen hij besloot hun het Evangelie te gaan verkondigenVan Goa ging het naar Bombay, vervolgens naar Karachi en Quetta. Daarna volgde ik de grens van Afghanistan. O. wat een afgrijselijke menschen daarIk hui ver nog, wanneer ik aan hun bedreigingen denk! Langs het Zuiden van Perzië bereikte ik Ben der-Abbas, waar ik de boot naar Basrah nam; daarna volgde ik de Tigris tot Mossoel, ver volgens passeerde ik Syrië tot Aleppo. Mijn reis schoot al op! Maar voordat ik in Damascus aankwam, viel ik opnieuw in handen van roo vers, die me mishandelden, al was het dan ook wat minder dan die in Siam. Van Beyroeth volgde ik de kust tot Port-Said, passeerde Egypte: hier nam ik de boot om naar Constan- tinopel te gaan, van waaruit het naar Grieken land ging. Daar scheepte ik me in voor Mar seille. Van Marseille heb ik de Rhone tot Lyon gevolgd, passeerde Genève, Freiburg en Mi laan. En nu ben ik in Romehet doel van mijn reis! Ik dank den Goeden God, die mü toegestaan heeft, ze ten einde te brengen! Op mijn reis heb ik Christenen ontmoetmissionarissen, maar ook ontelbare heidenen! Ik had nooit kunnen denken dat er zooveel heidenen waren! Gelooft u, dat de katholieken uit het Westen zich daar voldoende rekenschap van geven?" Zoo'n pelgrimstocht kan men natuurlijk niet aan de massa van 300 millioen katholieken aan bevelen! Maar wat een gevoel moet het geven in Rome aan te komen, bedekt met het stof van zoo'n geweldige reis: hij heeft veel landen doorloopen: hij heeft aalmoezen moeten bede len om in z'n onderhoud te kunnen voorzien, hij heeft onderdak voor den nacht moeten smeekenhij heeft den weg moeten vra gen Hij werd vooral getroffen door het groot aan tal heidenen dat hij ontmoet heeft. En nadat ik afscheid van hem genomen had kwam het onwillekeurig in mijn gedachten op: ja, het is waar: dat wij, ongelukkig genoeg, niet voldoende denken aan de vele, vele heidenen die ons omringen (Nadruk verboden.) Te Banjistha in Servië arriveerde onlangs een 110-jarige wandelaar, genaamd Ivan Avramovitch. Zijn geheele leven heeft de oude man reizende doorgebracht. Van het eene land naar het andere trok hij. In al die jaren woon de en werkte hij in 50 verschillende landen; hij kan zich dan ook in zes verschillende talen goed verstaanbaar maken. Thans heeft .hü echter verklaard naar zijn familie in Zuidelijk Macedonië te vertrekken, waar hij vooreerst denkt te blijven. De oude Ivan houdt zón levensjaren bij door ieder jaar een kerf te snijden in een stuk hout, waarvan hij onaf scheidelijk is. De enthousiaste wandelaar ver klaart aan een ieder, die het hooren wil, dat hü er zeker van is niet te zullen sterven vóór zijn 160sten verjaardag. STEUNT: DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt ons hierdoor jongens zielen redden voor Christus „Wat doen de lepelaars met Ivy's beste handdoeken?" vroeg Topsy. „Ivy zal kwaad zijn, wanneer ze het weet, want we zitten al zoo slecht in onze handdoeken op het Artis- eiland". „Ze gaan een voorstelling geven", zei Robbie, „en ze zullen niets aan de handdoeken doen, hoor. Freddy is het orkest, Topsy. Je moet maar even geduld hebben, dan zie je wel, wat er achter het gordijn gebeurt". ITOllllllimumWIIMUUil Toen de gordijnen op zó getrokken waren, zag Topsy twee aardmannetjes. Een van hen begon te zingen van „Heb je wel gehoord van de Zilver vloot" terwijl de ander den onder kant van een pan bewerkte. Nadat het lied was afgeloopen, klapten Topsy en Robbie in hun handen. „Ze kennen maar twee lied jes", zeide de zeeman, „Van de Zil vervloot" en „In een blauw geruiten kiel". Dus als jullie nog wat willen hooren, dan zal het wel op het laat ste uitdraaien". (Maandagavond vekvolg). (Ingezonden mededeeling) De „Straits Times" meldt, dat het zielental der bevolking in Malakka in de maand Decem ber met zeven duizend is achteruitgegaan. Het zijn voornamelijk Chineezen, die het land ver laten; in genoemde maand zijn niet minder dan ruim acht duizend Chineezen uit Malakka vertrokken. Alleen uit Nederlandsch-Indië kwam er meer, dan er heen gingen; dit waren voornamelijk Chineezen- Deze gestadige afname van het aantal immigranten moet men als een welkome omstandigheid beschouwen, want in dien er genoeg werk was, dan zouden zij zeker blijven, waar zij thans waren en wij mogen aldus het blad blij zijn, dat Malakka de werkloozen op zoo'n gemakkelijke wijze kwót raakt! Een ander punt van belang is het feit, dat het buitenlandsch departement van de Nanking-regeering heeft verklaard alle terug- keerende immigranten aan werk te zullen hel pen. Het staat evenwel nog te bezien, of dit niet slechts een goed voornemen zal blijken. Zeker is, dat het voor de nationale regeering van China niet gemakkelijk zal zijn om deze plannen in den tegenwoordigen tijd uit te voe ren, daar alle beschikbare fondsen worden ge bruikt voor steun der Chineesche strijdkrachten in Jehol. In overleg met de leiding van den Veeartse- nijkundigen dienst van het Departement van Landbouw, hebben thans in het Gemeentelijk Abattoir te Semarang proeven plaats met het electrisch bedwelmen van runderen alvorens deze worden geslacht. Gelijk bekend, is de Moham- medaansche wijze van slachten voor de dieren uiterst pijnlijk. Nu heeft men indertijd getracht een schietmasker in te voeren, maar dat stuitte op verzet van Islamietische zijde aangezien de betrekkelijke godsdienstige voorschriften luiden, dat een dier levend moet worden geslacht, dit wil zeggen: het bloed moet uit het levende dier wegvloeien. De proeven, wtelke thans te Sema rang met electrische bedwelming worden geno men, zijn reeds in een vèrgevorderd stadium Men kan de dieren thans zoodanig bedwelmen, dat zij geheel gevoelloos zijn voor het opensnij den van den keel. Gaat echter dit opensnijden niet door, dan staat na circa twintig minuten het beest weer op en leeft, zoodat inderdaad hier niet van electrisch dooden, maar van zuiver electrisch bedwelmen sprake is. Zoodra de proeven geheel zijn geslaagd, zal de Veeartsenij kundige Dienst het advies der Isla mietische zijde inwinnen om indien dat advies gunstig luidt de electrische bedwelming alge meen te gaan propageeren. Het officieele Duitsche boycot-comité heeft zich bij monde van zijn voorzitter, den heer .Julius Streicher, tot de Duitsche vrouwen ge richt. In een nationaal socialistische massa meeting te München, welke werd bijgewoond door 80.000 personen, zeide hü: „Belooft mü plechtig, gij Duitsche vrouwen, die hier aanwe zig zijt, dat ge voor altüd afstand zult doen van de lippenstift, het rouge en andere Joodsche gebruiken; dat ge weer geheel Germaansch zult worden en geen gelegenheden zult bezoeken, waar negerdansen worden uitgevoerd. Uit Calcutta wordt gemeld, dat de beide En- gelsche vliegtuigen van de expeditie onder lei ding van Lord Clydesdale voor de tweede maal over den top van den Mount Everest hebben ge vlogen. De vlucht duurde 4 lA uur en het zicht was in de bovenste lagen uitstekend. Men is er in geslaagd op grooten afstand foto's met infra- roode stralen van den Himalaya te maken. Lady Houston, die de expeditie financiert, heeft den vliegers getelegrafeerd, dat zü „den boozen berggeest" niet nogmaals mogen tarten. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU Als mama wou bioscopen, Had dit practisch een bezwaar, Mant die kind'ren, ach die kind'ren, Had zij altijd toch bij haar. .IZs een aardig, heerlijk jilmpje Merd gegeven, zat ze vast, Mant die kind'ren, ach die kind'ren, lad zij altijd tot haar last. Haar dat is nu ondervangen, Mant het menschelijk vernuft Heeft de zorgen van de moeder Heel eenvoudig weggestuft! En dit is de kinderkamer, Die een bioscoop nu heeft, Maar je tegen een regu'tje Kind'ren in bewaring geeft! Garderobe voor je mantel, Garderobe voor je hoed, Garderobe voor je tompouse En dat kleine, lieve goed! Maar mama kan nu genieten, Vrij en leuk en ongestoord, Daar toch, als de kind'ren roepen: Moeder! moeder! zij 't niet hoort! Kind'ren weg, en ook haar man-lief Zit nu veilig op kantoor Dus zij kan haar héld bewond'ren, Heel alleen en door en door! Liefdejuist, zij ziet daar liefde, Liefde op het witte doek! Daarvoor raakt, wat heel modern is, Alle and're liefde zoek! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) aiiiiiliiiiiililllllilliliiiiiiiiilillliliililllllilillllllilllllllllliiililllllllliilir; Het Canadeesch Lagerhuis heeft met 76 te gen 15 stemmen een voorstel verworpen om den verkoop van Sweepstake-loten in Canada toe te staan. Men gaf als zün meening te kennen, dat de loten de speelzucht bevorderen en prac tisch niet van nut waren voor de ziekenhuizen. Professor Einstein zal waarschünlük worden uitgenoodigd lezingen te houden voor de Inter nationale Zomer Universiteit, welke 15 Juni a.s. in het voormalig koninklijk paleis te Santander wordt geopend. Als professor Einstein deze uitnoodiging aan vaardt, is dit zijn eerste kennismaking met on- derwüskringen in Spanje. De univeisiteit te Madrid heeft Einstein een leerstoel aangeboden. Een Duitsche ballonvaarder, die was opgeste gen te Hamburg om de luchtstroomingen in de richting van Afrika te onderzoeken, is na vier dagen in de lucht geweest te zijn, gedaald nabij het Bulgaarsch dorp Mihailoff. De ballonvaarder was uit den koers gedreven en wilde niet wagen boven de Zwarte Zee te recht te komen. Volgens een mededeeling van het Departe ment van Landbouw te Washington treffen de Amerikaansche boeren maatregelen om zich zooveel mogelük onafhankelük te maken van de handelaren. De boeren zullen zelf hun koren malen, eieren en melk achterhouden voor eigen gebruik, groo- tere tuinen aanleggen, meer dieren slachten voor voedsel, fruit en groenten zelf in blik con- serveeren en zelf kaas maken. De boeren zün er toe overgegaan meer op moeder natuur en minder op de plaatselüke handelaren te vertrouwen in verband met het groote verschil dat er bestaat tusschen de kleinhandelsprijzen voor levensmiddelen en de prijzen, die zü zelf voor hun landbouw-produc- ten krijgen. Het departement van Landbouw voegt hieraan toe, dat de kleinhandelsprüzen voor levensmid delen sedert 1929 met 38 pet. zün teruggeloopen, doch de prüzen van landbouwproducten zün veel meer verminderd. De Fransche stoomboot „La Patrie", sedert vijf dagen onderweg van New-York naar Noord-Afrika, gleed als een spookschip over een donkere zee. Het schuim langszü leek kantwerk, nu en dan doorpriemd door blauwe, phosforiseerende vonken, met een weerkaat sing van vier schitterende sterren, waarvan drie vloeibaar goud leken en de vierde een ongemon teerde robün. Er was geen maan te zien en de Zuidenwind was koel en aangenaam. Eugenie Forbes stond alleen op het achter dek. Het was laat en niemand was er. die haar kon bespieden, toen zij de armen uitstak, alsof zü die mooie sterren tot zich wilde trekken. In dezen stillen nacht leek haar hut, waarin haar mooie, wit gelakte piano stond, haar te klein. Zü moest naar buiten in die heerlijke, frissche lucht Zij streek over het voorhofd. O, hoe verruk kelijk! Vijf lange maanden varen en dan dié nrachtige. Fransche boot, die haar meevoerde naar het Zuiden en naar de blauwe, tropische wateren, waar zij niets meer te doen had met concerten, opera's, vervelende repetities! Ja, de muziek was een wreede meesteres, die gehoor zaamd moest worden, zelfs ten koste van ge zondheid Zij was gedurende een voorstelling op het too- neel in zwijm gevallen en toen pas liet de direc tie haar vrij. De oude dokter aan de Opera van Chicago verbonden, had het wel gezegd: Over spanning van zenuwenJe bent te zwak voor zoo'n leven, daarvoor is een üzeren gestel noodig. Je hebt lang genoeg voor de menschen gezongen. Ga nu eens rusten en laat de natuur voor je zingen!" Gek, wat die goede oude dokter gezegd had, leek nu bewaarheid te worden. Eugenie hield den adem in en luisterde. Het water klotste te gen den scheepswand, een zacht koeltje deed de groote vlag wapperen, de machines lieten rhythmisch hun maatslag hoorenmaar dat was het niet. Ten laatste onderscheidde zij een zachte tenorstem en ook de woorden van een "envoudige, lang vergeten ballade: „Zuidelijke Koelties, van over zee. voer miin geliefde met u mee Eugenie luisterde zonder er nieuwsgierig naar te zijn: dat gezang hoorde bij dit zoete een zame uurDan kwamen e°n paar accoorden van een guitaar. Waarschijnlijk een matroos of stoker, die ook eventies van de frissche lucht kwam genietenMaar neen, dat was geen ruwe matroos! Dat was een geoefende, ge schoolde stem van een artist. Zij zelf was veel te veel kunstenares om dat niet te onderschei den. Iemand zong met een hartstocht, die an deren misschien zouden kunnen vergeten, maar Eugenie nooit. Zij liep snel langs het dek, maar bleef weer staan om te luisteren: „Voer mün geliefde meeNeen. zü kon zich niet verg'ssen. dat moest Pascal zijn. Het lied was geëindigd en niets stoorde meer de stilte. Maar Eugenie, her innerde zich een tijdst'p in haar leven, toen techniek, geluid en weergave vergeten waren voor een ongekend gevoel. Het was drie jaar geleden, toen zü verbonden was aan de groote Opera van Chicago, dat, terwül zij zich gereed maakte voor de hoofdrol in Manon, de direc teur haar een boodschap zond, dat de eerste tenor ongesteld was geworden en een vreemde artist, Pascal genaamd, zijn rol had overgeno men. Zij had toen geweigerd te zingen en haar rol te spelen tegenover een vreemde, met wien zü geen enkele repetitie had meegemaakt. Maar de directeur had haar weten over te halen en toen zü op het tooneel stonden, zij en die on bekende en zij hun duet hadden gezongen, had zü alles vergeten. Toen hü het beroemde „Rève" had gezongen, had zü hem toegefluisterd: „Dat was prachtig!" Maar hü mompelde: „Neen, niet voor het pu bliek zing ik- Het is voor u!' Telkens als hij haar moest aanraken, kwam er een siddering over haar. Als hü zong: „Manon!" fluisterde hü haar even later toe: „Neen, Eugenie!" Het publiek werd enthousiast, het begreep, dat er daar op het tooneel iets voorviel, waarvan zü wel iets vermoedden, maar dat zü niet begrepen. De ochtendbladen stonden er vol van, maar 's avonds kwam er een leelüke geschiedenis: De artist werd door de politie wegens oplich- terü gezocht. Hü verdween, zün contract voor eenige gastrollen lag verscheurd op den vloer van zün kleedkamer. Niemand hoorde meer iets van hem! Maar later werd het bericht tegen gesproken. Voor Eugenie bleef niets over dan een herin nering: de stevige greep züner handen, de vast beraden uitdrukking van kin en mond, die niet door de schmink kon verborgen blüven en dan.... zün stem! Hoe lang Eugenie aan de reeling had gestaan, in de verkeerde richting. Een levensverzekering is een levensbehoefte. Sluit haar bü de Bijkantoor: J. J. A. DU1JNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag. zou zü nooit hebben kunnen zeggen. Zü hoopte maar, dat er nog een couplet van die oude bal lade zou gezongen worden, want nu die stem zich niet meer liet hooren, was zij onzeker. De vrees zich te vergissen had haar weerhouden om zijn naam uit te schreeuwen. Als zü eens had geantwoord met een paar maten uit Ma non. Ten laatste liep zü langzaam over het pro menadedek, overtuigd, dat het niets dan een illusie was. Bij de trap naar de commandobrug ontmoette zij den tweeden officier. Hü groette haar en zij keek hem aandachtig aan. Ja, hij had ook die vast- ceraden uitdruk- i het type, waar- i van zij hield. I Haar vader, haar eerste leeraar in den zang, ook Michel Hope, haar medepassagier, had die uitdrukking. „Heeft u niet iemand hooren zingen?" vroeg zij. „Misschien een van de bemanning?" zei hij het hoofd schuddend. „Neen, het was een Engelsch lied.... als het ten minste een lied was?" Zij ging terug en keek in het voorbügaan naar de ramen van het rooksalon, waar het licht nog brandde. Zü zag er Michel Hope alleen zitten, mijmerend bü zün led'g bierglas. Zij bleef bü het geopende raam staan en vroeg: „Waaraan zit u zoo alleen te denken?" Langzaam ging zün bilk naar het blank ge laat. „Aan u," antwoordde hü- „Zulke dingen moest u niet zeggen." „Ik weet het, maar gewoonlijk doe ik niet, wat ik moest doen. En gij, juffrouw Eugenie, waaraan loopt u te denken?" „Niet aan u, mijnheer Hope. Maar was dat wel de waarheid?Dan hernam zü: „Weet u nog, wat ik u vertelde over dien artist in Chi cago, die zoo'n indruk op mü gemaakt heeft? Me dunkt, hij is hier aan boord. Heeft u iemand hooren zingen?" „U wel?" „Ja, en ik geloof, dat hij het was. Zou u er niet eens naar willen informeeren bü de be manning of bü de tweedeklas passagiers?" Michel lachte. „Och, u heeft den Zuidenwind gehoord. Hoe zag die man er eigenlijk uit?" ,,Dat weet ik niet. Ik heb hem alleen in zijn tooneelcostuum als des Grieux gezien, natuur lijk geschminktJa, als hij eens voor mij zong, zou ik hem dadehjk herkennen." Eugenie liet hem staan en ging terug naar hut. Zij dacht erover na, dat als die herinnering niet was gekomen op den adem van den wind, zij misschien wel Michel Hope zou hebben kun nen liefhebben. Zij had hem al eerder ontmoet en nu weer aan boord van „La Patrie"zou dat toeval of opzet zijn? Den volgenden dag zou het schip in Teneriffe aankomen en Michel inviteerde haar op een rü- toertje op het eiland. Te paard zou men kunnen komen, waar voor auto's geen geschikte weg was. Zü stemde toe en maakte een heerlijk tochtje. Toen zü een bergtop bereikten, stegen zü af en stonden in verrukking het panorama te bewonderen, toen hü haar hand in de züne nam en zei: „Me dunkt, Eugenie, ik kan je ge dachten lezen en zie er ook den twijfel even duidelük als je weet, welke mijn gevoelens zijn." Smeekend keek zü hem aan en antwoordde: „Verplicht mij niet te antwoorden. Het is, om dat ik je niet kan doorgronden. Er is een vreemd, een intens gedeelte van je ziel, dat mij aantrekt en toch beangstigt." Onwillekeurig trok zij haar handen uit de zijne. Zij zag, dat haar woorden hem kwetsten. Lang keek hü haar in de oogen en dan zei hü teeder: „Laat mü je steeds beschouwen als een dierbare vriendin, tot je vindt, wat je in mü mist." „Ik mis niets in je, Michel." „Dan is het iets in jezelf. Iets, dat ze je ont stolen hebben in de jaren van je jeugd en dat je terug moet hebben, eer je in staat bent mijn vrouw te worden. Noem het zooals je wilt muziekeen lied in den nacht,Manon. of Pascal, zooals je je hem voorstelt." Zij stegen weer op en reden terug naar de haven om aan boord te gaan. Het was al ta melijk laat geworden en zü ging terstond naar haar hut. Maar s'apen kon zü nietJa, daar was het weer, dat gevoel, dat haar drong tot zingenIn de muziek was vrede en verlich ting, de tonen spraken tot haar ziel zonder woorden. Onbewust begon zü te zingen, uit 3utterfly, uit Faust, de Samson-ariaMaar iets was er, dat zij niet moest spelen of zingen, hoewel haar vingers telkens weer naar die noten grepen. Zwakjes worstelde zij tegen. Was zij dan bang om Manon te zingen? Was haar liefde voor Michel Hope, die toch diep in haar hart zich deed gevoelen, zoo vluchtig, dat die zou verdwünen, als zij het durfde te doen? Maar met een tartende beweging wierp zü het hoofd achterover en speelde de eerste maten Nu was het toch geen inbeelding. Het was werkehjkheid. Sterk, vol hartstochtelük ver langen kwam de stem, gedragen op den zuiden wind, klaar en helder. Een stem, die geen an dere dan de züne kon wezen, zong Manon. Zü ging voort met spelen, tot de laatste noot van iet lied weerklonk: „ManonManon!" Dan kwam er een stilte, bijna hoorbaar. Zü stond op alsof zü door een onweerstaan bare hand gedwongen werd en liep naar het dek. En daarstond Michel HopeHij was het die gezongen had en onbewust van hetgeen zü deed, zong zü de oude ballade: „Zuidelijke koeltjes, van over de zeevoet mün geliefde met u mee Zij wierp zich in zün geopende armen, zü had Pascal herkend. AUe abonnes ongevallen* vei^eke?dV°TOordeeen der vofgende uitkeerinfen f3000. verlies6vari beide armen, Lide beenen1'of beide oogen f750. doodelijken afloop f250.' eenVevoet ïen^oog 125.' duim o/wijsvinger f 50.' bij een breuk van f Mfï bij verlies van 'n been of arm I tri/»" anderen vinger Uit het Engelsch van 22 Je bent veel te aardig, zei de vrouw op 't ï&atst. Het is geen wonder, dat alle mannen Je willen trouwen. Ik zou liever willen dat ze mijn werk hamen. Dat weet ik wel. Soms denk ik wel eens., hiaar ik zal je maar niet vertellen wat ik denk. Doe het asjeblieft wel. Ja, Nancy-lief, jij bent jong en knap en ik hen al oud en leelijk. Je hebt aanbidders ge- hoeg en ik had ze nooit. Waarom ook wel? En hdch was er éénde vrouw zuchtte diep. Eén? herhaalde Nancy. Ja. Er kwam een uitdrukking in Mary Hudson's oogen, die Nancy er nog nooit in had Sezien. Het kon hem niet schelen dat ik leelük Was, dat ik geen geld had: maar God heeft 't hiet gewild, dat ik zou trouwen. Hij stierf den dag na ollze verloving en sinds dien dag is hhjn leven grauw en triestig geworden. - Vertel het me, vroeg het meisje. Ik kan het niet, zei de vrouw, hoewel het al vijftien jaar geleden is. Maar van een ding ben ik zeker kindje; als je van een goeden jon gen houdt, die jou ook liefheeft, is dat beter dan veel geld verdienen, beter zelfs dan het oude huis terugkoopen. En toch zou ik zelf graag veel geld verdienen, voegde ze er na een oogenblikje bü. Geld verdienen? U? riep Nancy uit. Ik wist niet dat u daaraan behoefte had. Mary Judson lachte bitter. In dat opzicht beu ik een echte Yorkshire- vrouw, zei ze; alle Yorkshirers houden ervan om veel geld te verdienen en er is nog een an dere redenWel, jij vertelde me, dat je je vader op zün sterfbed beloofde Trevanion Court terug te koopen, ik heb mün vader ook iets beloofd. Wat dan? vroeg het meisje. En het was ook op zijn sterfbed. Je zult wel van hem hebben gehoord, veronderstel ik. ik heb veel over hem hooren spreken, antwoordde Nancy. Hü was de knapste man uit Leeds, ant woordde de vrouw trotsch. Hü had meer verstand in zün pink, dan al deze milionairs bü elkaar in hun hoofden. En als hü was blij ven leven, zou hü zeker zijn geslaagd. Ik weet wel. dat de menschen hem „onpractisch" noem den, maar hij had groote ideeën. Joü heeft je vader een erfenis gelaten, maar mün vader liet me ook een erfenis na. Wat is dat dan? vroeg Nancy. Ik moet volbrengen wat mün vaders ideaal was, antwoordde de vrouw. Hü heeft jaren en jaren aan een grootsch plan gewerkt, waarmee hü, als hü was geslaagd, duizenden en duizenden verdiend zou hebben. Hebben ze je hier niet verteld, dat hü me scheikunde heeft geleerd? Nancy knikte toestemmend. Sinds zün dood heb ik er verder aan ge werkt en ik weet, dat ik het doel bereiken zal, sprak de vrouw met schitterende oogen. De menschen lachten mijn vader uit, ging ze voort. Ze zeiden dat hü er dwaze fanta sieën op na hield en dat hü zün tijd verspilde met nonsens. Maar ik zeg je, en Nancy voelde Mary Judson beven toen ze haar hand vast greep, ik zeg je dat ik zün naam in eer herstel len zal; ik zal de wereld laten zien, dat hü de grootste man van Leeds was. Acht maénden Acht jaar beteekent niets, als je iets groots be reiken wil. Verte! me alles, smeekte het Jonge meisje. StIk hoor Sarah Ellen komen; spreek er niet over als ze in de kamer is: het is een geheim. HOOFDSTUK X. SYNTHETISCHE RUBBER Een uur later, terwijl Nancy zich bü het vuur verwarmd had en een goeden maaltijd had ge had, nam Mary haar mee naar het terrein achter het huis, naar het gebouwtje dat „het 'nboratorium" werd genoemd. Je bent er nog nooit binnen geweest niet waar? fluisterde ze, terwijl ze een vreemd ge vormd sleuteltje uit haar zak haalde. Neen, antwoordde Nancy. Geen vreemde is hier ooit binnen geweest, vervolgde ze fluisterend, jü bent de eerste. Ze ontsloot de deur bü deze laatste woorden en Nancy trad een ruimte binnen, die op de werkplaats van een werktuigkundige leek. Na de deur zorgvuldig gesloten te hebben, stak Mary Judson het electrisch licht aan. Wacht een oogenblik, zei ze, en ze ging naar de beide vensters om zich ervan te over tuigen, dat deze goed gesloten waren. Nancy keek nieuwsgierig rond en zag, dat wat haar eerst een werkplaats geleken had, be stond uit een groot vertrek, vol met buizen, re torten en andelf: instrumenten, die men in elk chemisch laboratorium vindt. Er stond ook een boekenkast vol dikke boeken over scheikunde. Nancy zag er de meest bekende en totaal on bekende werken staan. Hier breng ik het grootste gedeelte van mün tüd door, merkte Mary op. Nancy knikte zwügend. Menig avond had Mary zich hier opgesloten, terwül Nancy zich nieuwsgierig afvroeg wat ze er ln 's hemels naam uitvoerde. Natuurlük herinnerde ze zich nog wat Mrs. Briggs haar had verteld. Amos Judson had bekend gestaan als een knap schei kundige, terwül de menschen zeiden, dat Mary de voetstappen van haar vader drukte. Menig een geloofde, dat ze een beetje onwüs was en dat ze, evenals haar vader, een of andere her- senschim najoeg. Meer dan eens had Nancy de ongelukkige vrouw beklaagd, die dagen en nachten achtereen in deze kleine kamer door bracht. Natuurlük was het haar niet ingeval len, miss Judson iets te vragen. Je hebt scheikunde gestudeerd, nietwaar? vroeg Mary Judson na een lang stilzwügen, terwijl ze Nancy's onderzoekende blikken volgde. Het was mün lievelingsvak in Cambridge, antwoordde Nancy; maar het was ten slotte maar liefhebberij. Maar je hield er veel van? Ik was er wel knap in, al zeg ik het zelf, antwoordde Nancy, en de professor zei altüd dat ik er veel aanleg voor had. Het is het mooiste vak ter wereld, zei Mary Judson enthousiast. De toekomst van de we reld ligt in de scheikunde. Het is de basis van alle moderne uitvindingen, van alles, van alles! Leeds is een groote stad geworden door de re sultaten van de chemie. Dat ben je toch met me eens, nietwaar? Mary Judson was een heel ander mensch sinds ze in het kleine vertrek gekomen waren. Ze was niet langer het stille, dorre schepsel van anders. Haar oogen glansden, haar gelaats uitdrukking was levendig, heel haar wezen scheen bezield. Mün vader bouwde dit, ging ze voort, en sommigen dachten, dat hü een stal aan 't bou wen was. Hü gaf hier honderden en honderden ponden uit, en natuurlük lachten de menschen om hem; maar mün vader was ondanks alles een groot man. Ik moet toegeven, dat hü niet practisch was; daarvoor was hü te geniaal. Hü dacht alleen aan zün groote plannen, maar hü bezat niet het geduld ze uit te werken; daarom is hü niet tot een resultaat gekomen. Bovendien begon hü aan iets nieuws, voor hü het oude heelemaal voltooid had; daarom heeft hü nooit iets tot een eind kunnen bren gen. Als ik mün vaders kemiis bezat, zou ik wel kunnen slagen! In ieder geval heeft hij me veel nagelaten. Nagelaten? vroeg Nancy. Ja, zie je deze boeken? en ze wees naar de gevulde boekenkasten; dit zijn al zün aantee- keningen, hier schreef hü alles in op, zoodat hü in ieder geval het materiaal heeft nagela ten, om te volbrengen wat hü heeft bedacht. En bent u van plan dat te volbrengen? Ik kan het niet, antwoordde de vrouw, daarvoor ken ik niet genoeg. Maar een ding is er, dat ik ten uitvoer brengen wil. Ik heb er maanden en maanden over gewerkt en ik zal niet rusten voor ik het gevonden heb. Stil.... hoor ik iemand komen? Nancy luisterde, maar er was geen geluid te hooren. De mist was nog dikker geworden, het was windstil, buiten was de nacht pikdonker. Ik zou voor niets ter wereld willen, dat een ander er achter kwam, fluisterde Mary Judson opgewonden. Is het dan zóó belangrijk? vroeg Nancy, een beetje ongeloovig. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 13