Van Singapore naar Rome
m
Ttet <m&aal mn den dag
BEZUINIG NIET
E.R.K.
-|et Erfdeel
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
De ROBINSONheerenmolière kost:
zwart f 4.50 - bruin f 4.90
MOEDER!
den nacht
»W™d."ïS I Een stem in j
ZATERDAG 22 APRIL
Een 110-jarige zwerver
VOETREIS VAN EEN
CHINEES
„Ik heb twee jaar noodig gehad
om Rome te bereiken"
Zijn reisverhaal
Exodus der Chineezen
uit Malakka
DE KRUISVAARDERS
VAN ST. JAN
(Jongensmaten naar verhouding goedkooper)
Electrische bedwelming
van slachtvee
Uit het Derde Rijk
Over de Mount Everest
De Sweepstake
Prof. Einstein
Uit den koers
Onafhankelijke boeren
LEVENSVERZEKERING MIJ.
te Nijmegen Nassausingel 3
Kapitaalsverzekering
Volksverzekering
aangifte moet, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uiterlijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval
Joseph Hocking
I
Juist daag» voor het openen der Heilige Deur
van den St. Pieter, arriveerde Joseph
Aloysius Wei te Rome, en de Paus ver
leende hem een audiëntie.
Deze jonge Chinees, 27 jaar oud, is te voet
van Singapore naar Rome gekomen, een af
stand van ongeveer 15.000 Kilometer!
Hij behoort tot een oude familie in Shanghai,
die reeds twee eeuwen katholiek is en de Kerk
verschillende priesters en religieusen schonk.
Joseph is vijf jaar hoofd der school in de pa
rochie van den H. Franciscus Xaverius geweest,
daarna twee jaar professor aan het College van
Shanghai te Singapore.
Deze pelgrim heeft een beminnelijken glim
lach. een glimlach, die zijn heele karakter ver
raadt en ik ontdek in dezen glimlach en in
zijn gelaat dat van stralende gezondheid ge
tuigt, het geheim van zijn prachtig geslaagde
reis
„Ik heb twee jaar noodig gehad om Rome te
beréiken", begint hij in gebroken Fransch. „Zes
paar schoenen heb ik versleten! Bij mijn ver
trek uit Singapore had ik niets anders dan een
groot vertrouwen op God, stevige beenen en
een goede maag!
Van Singapore ben ik naar Siam gegaan en
op mijn tocht heb ik menschlievende landge-
nooten ontmoet, die me te hulp kwamen. Van
Bangkok ging het naar Rangoen, dicht bij üdai
heb ik voor het eerst tegenspoed gehad, ik werd
door roovers overvallen die me geweldig mis
handelden, en halfdood, met bebloed hoofd lie
ten liggen; de stationschef van Udai liet me
naar het hospitaal brengen; men verzorgde mij
daar uitstekend en ik kreeg weer moed. Nu
moest het dwars door de bergen om in Birmanië
te komen. Van Rangoen ben ik naar het noor
den gemarcheerd langs de Yannan en de Si-
kiang tot aan de poorten van Thibet.
Alles was nu trouwens niet even prettig!
Vreeselijke koude in de bergen.... slechte we
gen.... koorts.... slecht of onvoldoend voed
selmeer dan één nacht onder den blooten
sterrenhemel. Ik daalde weer af naar het Zui
den langs Bautan, passeerde Darjeeling, toen
bereikte ik Calcutta in Indië. De kou was ver
dwenen, maar het regende, alle dagen was ik
door en doornat. Ik volgde de spoorlijn tot Ma
dras, ik ging naar Colombo op het eiland Cey
lon, daarna ging het naar Goa. Goa! Ik heb
mogen neerknielen op het graf van den H.
Franciscus Xaverius en ik heb gedacht aan
dezen dapperen Apostel, die stierf van ver
moeidheid, den blik gericht naar mijn Vader
landtoen hij besloot hun het Evangelie te
gaan verkondigenVan Goa ging het naar
Bombay, vervolgens naar Karachi en Quetta.
Daarna volgde ik de grens van Afghanistan. O.
wat een afgrijselijke menschen daarIk hui
ver nog, wanneer ik aan hun bedreigingen
denk!
Langs het Zuiden van Perzië bereikte ik Ben
der-Abbas, waar ik de boot naar Basrah nam;
daarna volgde ik de Tigris tot Mossoel, ver
volgens passeerde ik Syrië tot Aleppo. Mijn reis
schoot al op! Maar voordat ik in Damascus
aankwam, viel ik opnieuw in handen van roo
vers, die me mishandelden, al was het dan ook
wat minder dan die in Siam. Van Beyroeth
volgde ik de kust tot Port-Said, passeerde
Egypte: hier nam ik de boot om naar Constan-
tinopel te gaan, van waaruit het naar Grieken
land ging. Daar scheepte ik me in voor Mar
seille. Van Marseille heb ik de Rhone tot Lyon
gevolgd, passeerde Genève, Freiburg en Mi
laan. En nu ben ik in Romehet doel van
mijn reis!
Ik dank den Goeden God, die mü toegestaan
heeft, ze ten einde te brengen! Op mijn reis
heb ik Christenen ontmoetmissionarissen,
maar ook ontelbare heidenen! Ik had nooit
kunnen denken dat er zooveel heidenen waren!
Gelooft u, dat de katholieken uit het Westen
zich daar voldoende rekenschap van geven?"
Zoo'n pelgrimstocht kan men natuurlijk niet
aan de massa van 300 millioen katholieken aan
bevelen! Maar wat een gevoel moet het geven
in Rome aan te komen, bedekt met het stof
van zoo'n geweldige reis: hij heeft veel landen
doorloopen: hij heeft aalmoezen moeten bede
len om in z'n onderhoud te kunnen voorzien,
hij heeft onderdak voor den nacht moeten
smeekenhij heeft den weg moeten vra
gen
Hij werd vooral getroffen door het groot aan
tal heidenen dat hij ontmoet heeft.
En nadat ik afscheid van hem genomen had
kwam het onwillekeurig in mijn gedachten op:
ja, het is waar: dat wij, ongelukkig genoeg, niet
voldoende denken aan de vele, vele heidenen
die ons omringen
(Nadruk verboden.)
Te Banjistha in Servië arriveerde onlangs
een 110-jarige wandelaar, genaamd Ivan
Avramovitch. Zijn geheele leven heeft de oude
man reizende doorgebracht. Van het eene land
naar het andere trok hij. In al die jaren woon
de en werkte hij in 50 verschillende landen;
hij kan zich dan ook in zes verschillende talen
goed verstaanbaar maken. Thans heeft .hü
echter verklaard naar zijn familie in Zuidelijk
Macedonië te vertrekken, waar hij vooreerst
denkt te blijven. De oude Ivan houdt zón
levensjaren bij door ieder jaar een kerf te
snijden in een stuk hout, waarvan hij onaf
scheidelijk is. De enthousiaste wandelaar ver
klaart aan een ieder, die het hooren wil, dat
hü er zeker van is niet te zullen sterven vóór
zijn 160sten verjaardag.
STEUNT:
DOOR UW GIFTEN
ONS GIRONUMMER IS 23653
U helpt ons hierdoor jongens
zielen redden voor Christus
„Wat doen de lepelaars met Ivy's
beste handdoeken?" vroeg Topsy.
„Ivy zal kwaad zijn, wanneer ze het
weet, want we zitten al zoo slecht
in onze handdoeken op het Artis-
eiland".
„Ze gaan een voorstelling geven",
zei Robbie, „en ze zullen niets aan
de handdoeken doen, hoor. Freddy is
het orkest, Topsy. Je moet maar even
geduld hebben, dan zie je wel, wat
er achter het gordijn gebeurt".
ITOllllllimumWIIMUUil
Toen de gordijnen op zó getrokken
waren, zag Topsy twee aardmannetjes.
Een van hen begon te zingen van
„Heb je wel gehoord van de Zilver
vloot" terwijl de ander den onder
kant van een pan bewerkte.
Nadat het lied was afgeloopen,
klapten Topsy en Robbie in hun
handen. „Ze kennen maar twee lied
jes", zeide de zeeman, „Van de Zil
vervloot" en „In een blauw geruiten
kiel". Dus als jullie nog wat willen
hooren, dan zal het wel op het laat
ste uitdraaien".
(Maandagavond vekvolg).
(Ingezonden mededeeling)
De „Straits Times" meldt, dat het zielental
der bevolking in Malakka in de maand Decem
ber met zeven duizend is achteruitgegaan. Het
zijn voornamelijk Chineezen, die het land ver
laten; in genoemde maand zijn niet minder
dan ruim acht duizend Chineezen uit Malakka
vertrokken. Alleen uit Nederlandsch-Indië
kwam er meer, dan er heen gingen; dit waren
voornamelijk Chineezen- Deze gestadige afname
van het aantal immigranten moet men als een
welkome omstandigheid beschouwen, want in
dien er genoeg werk was, dan zouden zij zeker
blijven, waar zij thans waren en wij mogen
aldus het blad blij zijn, dat Malakka de
werkloozen op zoo'n gemakkelijke wijze kwót
raakt! Een ander punt van belang is het feit,
dat het buitenlandsch departement van de
Nanking-regeering heeft verklaard alle terug-
keerende immigranten aan werk te zullen hel
pen. Het staat evenwel nog te bezien, of dit
niet slechts een goed voornemen zal blijken.
Zeker is, dat het voor de nationale regeering
van China niet gemakkelijk zal zijn om deze
plannen in den tegenwoordigen tijd uit te voe
ren, daar alle beschikbare fondsen worden ge
bruikt voor steun der Chineesche strijdkrachten
in Jehol.
In overleg met de leiding van den Veeartse-
nijkundigen dienst van het Departement van
Landbouw, hebben thans in het Gemeentelijk
Abattoir te Semarang proeven plaats met het
electrisch bedwelmen van runderen alvorens deze
worden geslacht. Gelijk bekend, is de Moham-
medaansche wijze van slachten voor de dieren
uiterst pijnlijk. Nu heeft men indertijd getracht
een schietmasker in te voeren, maar dat stuitte
op verzet van Islamietische zijde aangezien de
betrekkelijke godsdienstige voorschriften luiden,
dat een dier levend moet worden geslacht, dit
wil zeggen: het bloed moet uit het levende dier
wegvloeien. De proeven, wtelke thans te Sema
rang met electrische bedwelming worden geno
men, zijn reeds in een vèrgevorderd stadium
Men kan de dieren thans zoodanig bedwelmen,
dat zij geheel gevoelloos zijn voor het opensnij
den van den keel. Gaat echter dit opensnijden
niet door, dan staat na circa twintig minuten
het beest weer op en leeft, zoodat inderdaad
hier niet van electrisch dooden, maar van
zuiver electrisch bedwelmen sprake is.
Zoodra de proeven geheel zijn geslaagd, zal de
Veeartsenij kundige Dienst het advies der Isla
mietische zijde inwinnen om indien dat advies
gunstig luidt de electrische bedwelming alge
meen te gaan propageeren.
Het officieele Duitsche boycot-comité heeft
zich bij monde van zijn voorzitter, den heer
.Julius Streicher, tot de Duitsche vrouwen ge
richt. In een nationaal socialistische massa
meeting te München, welke werd bijgewoond
door 80.000 personen, zeide hü: „Belooft mü
plechtig, gij Duitsche vrouwen, die hier aanwe
zig zijt, dat ge voor altüd afstand zult doen van
de lippenstift, het rouge en andere Joodsche
gebruiken; dat ge weer geheel Germaansch zult
worden en geen gelegenheden zult bezoeken,
waar negerdansen worden uitgevoerd.
Uit Calcutta wordt gemeld, dat de beide En-
gelsche vliegtuigen van de expeditie onder lei
ding van Lord Clydesdale voor de tweede maal
over den top van den Mount Everest hebben ge
vlogen. De vlucht duurde 4 lA uur en het zicht
was in de bovenste lagen uitstekend. Men is er
in geslaagd op grooten afstand foto's met infra-
roode stralen van den Himalaya te maken.
Lady Houston, die de expeditie financiert,
heeft den vliegers getelegrafeerd, dat zü „den
boozen berggeest" niet nogmaals mogen tarten.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiui
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIU
Als mama wou bioscopen,
Had dit practisch een bezwaar,
Mant die kind'ren, ach die kind'ren,
Had zij altijd toch bij haar.
.IZs een aardig, heerlijk jilmpje
Merd gegeven, zat ze vast,
Mant die kind'ren, ach die kind'ren,
lad zij altijd tot haar last.
Haar dat is nu ondervangen,
Mant het menschelijk vernuft
Heeft de zorgen van de moeder
Heel eenvoudig weggestuft!
En dit is de kinderkamer,
Die een bioscoop nu heeft,
Maar je tegen een regu'tje
Kind'ren in bewaring geeft!
Garderobe voor je mantel,
Garderobe voor je hoed,
Garderobe voor je tompouse
En dat kleine, lieve goed!
Maar mama kan nu genieten,
Vrij en leuk en ongestoord,
Daar toch, als de kind'ren roepen:
Moeder! moeder! zij 't niet hoort!
Kind'ren weg, en ook haar man-lief
Zit nu veilig op kantoor
Dus zij kan haar héld bewond'ren,
Heel alleen en door en door!
Liefdejuist, zij ziet daar liefde,
Liefde op het witte doek!
Daarvoor raakt, wat heel modern is,
Alle and're liefde zoek!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
aiiiiiliiiiiililllllilliliiiiiiiiilillliliililllllilillllllilllllllllliiililllllllliilir;
Het Canadeesch Lagerhuis heeft met 76 te
gen 15 stemmen een voorstel verworpen om den
verkoop van Sweepstake-loten in Canada toe
te staan. Men gaf als zün meening te kennen,
dat de loten de speelzucht bevorderen en prac
tisch niet van nut waren voor de ziekenhuizen.
Professor Einstein zal waarschünlük worden
uitgenoodigd lezingen te houden voor de Inter
nationale Zomer Universiteit, welke 15 Juni a.s.
in het voormalig koninklijk paleis te Santander
wordt geopend.
Als professor Einstein deze uitnoodiging aan
vaardt, is dit zijn eerste kennismaking met on-
derwüskringen in Spanje.
De univeisiteit te Madrid heeft Einstein een
leerstoel aangeboden.
Een Duitsche ballonvaarder, die was opgeste
gen te Hamburg om de luchtstroomingen in de
richting van Afrika te onderzoeken, is na vier
dagen in de lucht geweest te zijn, gedaald nabij
het Bulgaarsch dorp Mihailoff.
De ballonvaarder was uit den koers gedreven
en wilde niet wagen boven de Zwarte Zee te
recht te komen.
Volgens een mededeeling van het Departe
ment van Landbouw te Washington treffen de
Amerikaansche boeren maatregelen om zich
zooveel mogelük onafhankelük te maken van
de handelaren.
De boeren zullen zelf hun koren malen, eieren
en melk achterhouden voor eigen gebruik, groo-
tere tuinen aanleggen, meer dieren slachten
voor voedsel, fruit en groenten zelf in blik con-
serveeren en zelf kaas maken.
De boeren zün er toe overgegaan meer op
moeder natuur en minder op de plaatselüke
handelaren te vertrouwen in verband met het
groote verschil dat er bestaat tusschen de
kleinhandelsprijzen voor levensmiddelen en de
prijzen, die zü zelf voor hun landbouw-produc-
ten krijgen.
Het departement van Landbouw voegt hieraan
toe, dat de kleinhandelsprüzen voor levensmid
delen sedert 1929 met 38 pet. zün teruggeloopen,
doch de prüzen van landbouwproducten zün
veel meer verminderd.
De Fransche stoomboot „La Patrie", sedert
vijf dagen onderweg van New-York naar
Noord-Afrika, gleed als een spookschip
over een donkere zee. Het schuim langszü leek
kantwerk, nu en dan doorpriemd door blauwe,
phosforiseerende vonken, met een weerkaat
sing van vier schitterende sterren, waarvan drie
vloeibaar goud leken en de vierde een ongemon
teerde robün. Er was geen maan te zien en de
Zuidenwind was koel en aangenaam.
Eugenie Forbes stond alleen op het achter
dek. Het was laat en niemand was er. die haar
kon bespieden, toen zij de armen uitstak, alsof
zü die mooie sterren tot zich wilde trekken. In
dezen stillen nacht leek haar hut, waarin haar
mooie, wit gelakte piano stond, haar te klein.
Zü moest naar buiten in die heerlijke, frissche
lucht
Zij streek over het voorhofd. O, hoe verruk
kelijk! Vijf lange maanden varen en dan dié
nrachtige. Fransche boot, die haar meevoerde
naar het Zuiden en naar de blauwe, tropische
wateren, waar zij niets meer te doen had met
concerten, opera's, vervelende repetities! Ja, de
muziek was een wreede meesteres, die gehoor
zaamd moest worden, zelfs ten koste van ge
zondheid
Zij was gedurende een voorstelling op het too-
neel in zwijm gevallen en toen pas liet de direc
tie haar vrij. De oude dokter aan de Opera van
Chicago verbonden, had het wel gezegd: Over
spanning van zenuwenJe bent te zwak
voor zoo'n leven, daarvoor is een üzeren gestel
noodig. Je hebt lang genoeg voor de menschen
gezongen. Ga nu eens rusten en laat de natuur
voor je zingen!"
Gek, wat die goede oude dokter gezegd had,
leek nu bewaarheid te worden. Eugenie hield
den adem in en luisterde. Het water klotste te
gen den scheepswand, een zacht koeltje deed
de groote vlag wapperen, de machines lieten
rhythmisch hun maatslag hoorenmaar dat
was het niet. Ten laatste onderscheidde zij een
zachte tenorstem en ook de woorden van een
"envoudige, lang vergeten ballade: „Zuidelijke
Koelties, van over zee. voer miin geliefde met
u mee
Eugenie luisterde zonder er nieuwsgierig naar
te zijn: dat gezang hoorde bij dit zoete een
zame uurDan kwamen e°n paar accoorden
van een guitaar. Waarschijnlijk een matroos of
stoker, die ook eventies van de frissche lucht
kwam genietenMaar neen, dat was geen
ruwe matroos! Dat was een geoefende, ge
schoolde stem van een artist. Zij zelf was veel
te veel kunstenares om dat niet te onderschei
den. Iemand zong met een hartstocht, die an
deren misschien zouden kunnen vergeten, maar
Eugenie nooit.
Zij liep snel langs het dek, maar bleef weer
staan om te luisteren: „Voer mün geliefde
meeNeen. zü kon zich niet verg'ssen. dat
moest Pascal zijn. Het lied was geëindigd en
niets stoorde meer de stilte. Maar Eugenie, her
innerde zich een tijdst'p in haar leven, toen
techniek, geluid en weergave vergeten waren
voor een ongekend gevoel. Het was drie jaar
geleden, toen zü verbonden was aan de groote
Opera van Chicago, dat, terwül zij zich gereed
maakte voor de hoofdrol in Manon, de direc
teur haar een boodschap zond, dat de eerste
tenor ongesteld was geworden en een vreemde
artist, Pascal genaamd, zijn rol had overgeno
men.
Zij had toen geweigerd te zingen en haar rol
te spelen tegenover een vreemde, met wien zü
geen enkele repetitie had meegemaakt. Maar
de directeur had haar weten over te halen en
toen zü op het tooneel stonden, zij en die on
bekende en zij hun duet hadden gezongen, had
zü alles vergeten.
Toen hü het beroemde „Rève" had gezongen,
had zü hem toegefluisterd: „Dat was prachtig!"
Maar hü mompelde: „Neen, niet voor het pu
bliek zing ik- Het is voor u!'
Telkens als hij haar moest aanraken, kwam
er een siddering over haar. Als hü zong:
„Manon!" fluisterde hü haar even later toe:
„Neen, Eugenie!" Het publiek werd enthousiast,
het begreep, dat er daar op het tooneel iets
voorviel, waarvan zü wel iets vermoedden, maar
dat zü niet begrepen.
De ochtendbladen stonden er vol van, maar
's avonds kwam er een leelüke geschiedenis:
De artist werd door de politie wegens oplich-
terü gezocht. Hü verdween, zün contract voor
eenige gastrollen lag verscheurd op den vloer
van zün kleedkamer. Niemand hoorde meer iets
van hem! Maar later werd het bericht tegen
gesproken.
Voor Eugenie bleef niets over dan een herin
nering: de stevige greep züner handen, de vast
beraden uitdrukking van kin en mond, die niet
door de schmink kon verborgen blüven en
dan.... zün stem!
Hoe lang Eugenie aan de reeling had gestaan,
in de verkeerde richting. Een levensverzekering is een
levensbehoefte. Sluit haar bü de
Bijkantoor: J. J. A. DU1JNSTEE, Juliana v. Stolberglaan 42, Den Haag.
zou zü nooit hebben kunnen zeggen. Zü hoopte
maar, dat er nog een couplet van die oude bal
lade zou gezongen worden, want nu die stem
zich niet meer liet hooren, was zij onzeker. De
vrees zich te vergissen had haar weerhouden
om zijn naam uit te schreeuwen. Als zü eens
had geantwoord met een paar maten uit Ma
non.
Ten laatste liep zü langzaam over het pro
menadedek, overtuigd, dat het niets dan een
illusie was. Bij de trap naar de commandobrug
ontmoette zij den tweeden officier. Hü groette
haar en zij keek hem aandachtig aan. Ja, hij
had ook die vast-
ceraden uitdruk- i
het type, waar- i
van zij hield. I
Haar vader, haar
eerste leeraar in
den zang, ook Michel Hope, haar medepassagier,
had die uitdrukking.
„Heeft u niet iemand hooren zingen?" vroeg
zij.
„Misschien een van de bemanning?" zei hij
het hoofd schuddend.
„Neen, het was een Engelsch lied.... als het
ten minste een lied was?"
Zij ging terug en keek in het voorbügaan
naar de ramen van het rooksalon, waar het
licht nog brandde. Zü zag er Michel Hope alleen
zitten, mijmerend bü zün led'g bierglas.
Zij bleef bü het geopende raam staan en
vroeg: „Waaraan zit u zoo alleen te denken?"
Langzaam ging zün bilk naar het blank ge
laat. „Aan u," antwoordde hü-
„Zulke dingen moest u niet zeggen."
„Ik weet het, maar gewoonlijk doe ik niet,
wat ik moest doen. En gij, juffrouw Eugenie,
waaraan loopt u te denken?"
„Niet aan u, mijnheer Hope. Maar was dat
wel de waarheid?Dan hernam zü: „Weet
u nog, wat ik u vertelde over dien artist in Chi
cago, die zoo'n indruk op mü gemaakt heeft?
Me dunkt, hij is hier aan boord. Heeft u iemand
hooren zingen?"
„U wel?"
„Ja, en ik geloof, dat hij het was. Zou u er
niet eens naar willen informeeren bü de be
manning of bü de tweedeklas passagiers?"
Michel lachte. „Och, u heeft den Zuidenwind
gehoord. Hoe zag die man er eigenlijk uit?"
,,Dat weet ik niet. Ik heb hem alleen in zijn
tooneelcostuum als des Grieux gezien, natuur
lijk geschminktJa, als hij eens voor mij
zong, zou ik hem dadehjk herkennen."
Eugenie liet hem staan en ging terug naar
hut. Zij dacht erover na, dat als die herinnering
niet was gekomen op den adem van den wind,
zij misschien wel Michel Hope zou hebben kun
nen liefhebben. Zij had hem al eerder ontmoet
en nu weer aan boord van „La Patrie"zou
dat toeval of opzet zijn?
Den volgenden dag zou het schip in Teneriffe
aankomen en Michel inviteerde haar op een rü-
toertje op het eiland. Te paard zou men kunnen
komen, waar voor auto's geen geschikte weg
was. Zü stemde toe en maakte een heerlijk
tochtje. Toen zü een bergtop bereikten, stegen
zü af en stonden in verrukking het panorama
te bewonderen, toen hü haar hand in de züne
nam en zei: „Me dunkt, Eugenie, ik kan je ge
dachten lezen en zie er ook den twijfel even
duidelük als je weet, welke mijn gevoelens zijn."
Smeekend keek zü hem aan en antwoordde:
„Verplicht mij niet te antwoorden. Het is, om
dat ik je niet kan doorgronden. Er is een
vreemd, een intens gedeelte van je ziel, dat mij
aantrekt en toch beangstigt." Onwillekeurig
trok zij haar handen uit de zijne. Zij zag, dat
haar woorden hem kwetsten.
Lang keek hü haar in de oogen en dan zei
hü teeder: „Laat mü je steeds beschouwen als
een dierbare vriendin, tot je vindt, wat je in
mü mist."
„Ik mis niets in je, Michel."
„Dan is het iets in jezelf. Iets, dat ze je ont
stolen hebben in de jaren van je jeugd en dat
je terug moet hebben, eer je in staat bent mijn
vrouw te worden. Noem het zooals je wilt
muziekeen lied in den nacht,Manon.
of Pascal, zooals je je hem voorstelt."
Zij stegen weer op en reden terug naar de
haven om aan boord te gaan. Het was al ta
melijk laat geworden en zü ging terstond naar
haar hut. Maar s'apen kon zü nietJa, daar
was het weer, dat gevoel, dat haar drong tot
zingenIn de muziek was vrede en verlich
ting, de tonen spraken tot haar ziel zonder
woorden. Onbewust begon zü te zingen, uit
3utterfly, uit Faust, de Samson-ariaMaar
iets was er, dat zij niet moest spelen of zingen,
hoewel haar vingers telkens weer naar die
noten grepen. Zwakjes worstelde zij tegen. Was
zij dan bang om Manon te zingen? Was haar
liefde voor Michel Hope, die toch diep in haar
hart zich deed gevoelen, zoo vluchtig, dat die
zou verdwünen, als zij het durfde te doen?
Maar met een tartende beweging wierp zü het
hoofd achterover en speelde de eerste maten
Nu was het toch geen inbeelding. Het was
werkehjkheid. Sterk, vol hartstochtelük ver
langen kwam de stem, gedragen op den zuiden
wind, klaar en helder. Een stem, die geen an
dere dan de züne kon wezen, zong Manon. Zü
ging voort met spelen, tot de laatste noot van
iet lied weerklonk: „ManonManon!" Dan
kwam er een stilte, bijna hoorbaar.
Zü stond op alsof zü door een onweerstaan
bare hand gedwongen werd en liep naar het
dek. En daarstond Michel HopeHij
was het die gezongen had en onbewust van
hetgeen zü deed, zong zü de oude ballade:
„Zuidelijke koeltjes, van over de zeevoet
mün geliefde met u mee
Zij wierp zich in zün geopende armen, zü
had Pascal herkend.
AUe abonnes ongevallen* vei^eke?dV°TOordeeen der vofgende uitkeerinfen f3000. verlies6vari beide armen, Lide beenen1'of beide oogen f750. doodelijken afloop f250.' eenVevoet ïen^oog 125.' duim o/wijsvinger f 50.'
bij een breuk van f Mfï bij verlies van 'n
been of arm I tri/»" anderen vinger
Uit het Engelsch van
22
Je bent veel te aardig, zei de vrouw op 't
ï&atst. Het is geen wonder, dat alle mannen
Je willen trouwen.
Ik zou liever willen dat ze mijn werk
hamen.
Dat weet ik wel. Soms denk ik wel eens.,
hiaar ik zal je maar niet vertellen wat ik denk.
Doe het asjeblieft wel.
Ja, Nancy-lief, jij bent jong en knap en ik
hen al oud en leelijk. Je hebt aanbidders ge-
hoeg en ik had ze nooit. Waarom ook wel? En
hdch was er éénde vrouw zuchtte diep.
Eén? herhaalde Nancy.
Ja. Er kwam een uitdrukking in Mary
Hudson's oogen, die Nancy er nog nooit in had
Sezien. Het kon hem niet schelen dat ik leelük
Was, dat ik geen geld had: maar God heeft 't
hiet gewild, dat ik zou trouwen. Hij stierf den
dag na ollze verloving en sinds dien dag is
hhjn leven grauw en triestig geworden.
- Vertel het me, vroeg het meisje.
Ik kan het niet, zei de vrouw, hoewel het
al vijftien jaar geleden is. Maar van een ding
ben ik zeker kindje; als je van een goeden jon
gen houdt, die jou ook liefheeft, is dat beter
dan veel geld verdienen, beter zelfs dan het
oude huis terugkoopen. En toch zou ik zelf
graag veel geld verdienen, voegde ze er na een
oogenblikje bü.
Geld verdienen? U? riep Nancy uit. Ik
wist niet dat u daaraan behoefte had.
Mary Judson lachte bitter.
In dat opzicht beu ik een echte Yorkshire-
vrouw, zei ze; alle Yorkshirers houden ervan
om veel geld te verdienen en er is nog een an
dere redenWel, jij vertelde me, dat je
je vader op zün sterfbed beloofde Trevanion
Court terug te koopen, ik heb mün vader
ook iets beloofd.
Wat dan? vroeg het meisje.
En het was ook op zijn sterfbed. Je zult
wel van hem hebben gehoord, veronderstel ik.
ik heb veel over hem hooren spreken,
antwoordde Nancy.
Hü was de knapste man uit Leeds, ant
woordde de vrouw trotsch. Hü had meer
verstand in zün pink, dan al deze milionairs
bü elkaar in hun hoofden. En als hü was blij
ven leven, zou hü zeker zijn geslaagd. Ik weet
wel. dat de menschen hem „onpractisch" noem
den, maar hij had groote ideeën. Joü heeft je
vader een erfenis gelaten, maar mün vader liet
me ook een erfenis na.
Wat is dat dan? vroeg Nancy.
Ik moet volbrengen wat mün vaders
ideaal was, antwoordde de vrouw. Hü heeft
jaren en jaren aan een grootsch plan gewerkt,
waarmee hü, als hü was geslaagd, duizenden
en duizenden verdiend zou hebben. Hebben ze
je hier niet verteld, dat hü me scheikunde
heeft geleerd?
Nancy knikte toestemmend.
Sinds zün dood heb ik er verder aan ge
werkt en ik weet, dat ik het doel bereiken zal,
sprak de vrouw met schitterende oogen.
De menschen lachten mijn vader uit, ging
ze voort. Ze zeiden dat hü er dwaze fanta
sieën op na hield en dat hü zün tijd verspilde
met nonsens. Maar ik zeg je, en Nancy voelde
Mary Judson beven toen ze haar hand vast
greep, ik zeg je dat ik zün naam in eer herstel
len zal; ik zal de wereld laten zien, dat hü de
grootste man van Leeds was. Acht maénden
Acht jaar beteekent niets, als je iets groots be
reiken wil.
Verte! me alles, smeekte het Jonge meisje.
StIk hoor Sarah Ellen komen; spreek
er niet over als ze in de kamer is: het is een
geheim.
HOOFDSTUK X.
SYNTHETISCHE RUBBER
Een uur later, terwijl Nancy zich bü het vuur
verwarmd had en een goeden maaltijd had ge
had, nam Mary haar mee naar het terrein
achter het huis, naar het gebouwtje dat „het
'nboratorium" werd genoemd.
Je bent er nog nooit binnen geweest niet
waar? fluisterde ze, terwijl ze een vreemd ge
vormd sleuteltje uit haar zak haalde.
Neen, antwoordde Nancy.
Geen vreemde is hier ooit binnen geweest,
vervolgde ze fluisterend, jü bent de eerste. Ze
ontsloot de deur bü deze laatste woorden en
Nancy trad een ruimte binnen, die op de
werkplaats van een werktuigkundige leek. Na
de deur zorgvuldig gesloten te hebben, stak
Mary Judson het electrisch licht aan.
Wacht een oogenblik, zei ze, en ze ging
naar de beide vensters om zich ervan te over
tuigen, dat deze goed gesloten waren.
Nancy keek nieuwsgierig rond en zag, dat
wat haar eerst een werkplaats geleken had, be
stond uit een groot vertrek, vol met buizen, re
torten en andelf: instrumenten, die men in elk
chemisch laboratorium vindt. Er stond ook een
boekenkast vol dikke boeken over scheikunde.
Nancy zag er de meest bekende en totaal on
bekende werken staan.
Hier breng ik het grootste gedeelte van
mün tüd door, merkte Mary op.
Nancy knikte zwügend. Menig avond had
Mary zich hier opgesloten, terwül Nancy zich
nieuwsgierig afvroeg wat ze er ln 's hemels
naam uitvoerde. Natuurlük herinnerde ze zich
nog wat Mrs. Briggs haar had verteld. Amos
Judson had bekend gestaan als een knap schei
kundige, terwül de menschen zeiden, dat Mary
de voetstappen van haar vader drukte. Menig
een geloofde, dat ze een beetje onwüs was en
dat ze, evenals haar vader, een of andere her-
senschim najoeg. Meer dan eens had Nancy de
ongelukkige vrouw beklaagd, die dagen en
nachten achtereen in deze kleine kamer door
bracht. Natuurlük was het haar niet ingeval
len, miss Judson iets te vragen.
Je hebt scheikunde gestudeerd, nietwaar?
vroeg Mary Judson na een lang stilzwügen,
terwijl ze Nancy's onderzoekende blikken
volgde.
Het was mün lievelingsvak in Cambridge,
antwoordde Nancy; maar het was ten slotte
maar liefhebberij.
Maar je hield er veel van?
Ik was er wel knap in, al zeg ik het zelf,
antwoordde Nancy, en de professor zei altüd
dat ik er veel aanleg voor had.
Het is het mooiste vak ter wereld, zei Mary
Judson enthousiast. De toekomst van de we
reld ligt in de scheikunde. Het is de basis van
alle moderne uitvindingen, van alles, van alles!
Leeds is een groote stad geworden door de re
sultaten van de chemie. Dat ben je toch met
me eens, nietwaar?
Mary Judson was een heel ander mensch
sinds ze in het kleine vertrek gekomen waren.
Ze was niet langer het stille, dorre schepsel
van anders. Haar oogen glansden, haar gelaats
uitdrukking was levendig, heel haar wezen
scheen bezield.
Mün vader bouwde dit, ging ze voort, en
sommigen dachten, dat hü een stal aan 't bou
wen was. Hü gaf hier honderden en honderden
ponden uit, en natuurlük lachten de menschen
om hem; maar mün vader was ondanks alles
een groot man. Ik moet toegeven, dat hü niet
practisch was; daarvoor was hü te geniaal. Hü
dacht alleen aan zün groote plannen, maar
hü bezat niet het geduld ze uit te werken;
daarom is hü niet tot een resultaat gekomen.
Bovendien begon hü aan iets nieuws, voor hü
het oude heelemaal voltooid had; daarom
heeft hü nooit iets tot een eind kunnen bren
gen. Als ik mün vaders kemiis bezat, zou ik
wel kunnen slagen! In ieder geval heeft hij me
veel nagelaten.
Nagelaten? vroeg Nancy.
Ja, zie je deze boeken? en ze wees naar de
gevulde boekenkasten; dit zijn al zün aantee-
keningen, hier schreef hü alles in op, zoodat
hü in ieder geval het materiaal heeft nagela
ten, om te volbrengen wat hü heeft bedacht.
En bent u van plan dat te volbrengen?
Ik kan het niet, antwoordde de vrouw,
daarvoor ken ik niet genoeg. Maar een ding is
er, dat ik ten uitvoer brengen wil. Ik heb er
maanden en maanden over gewerkt en ik zal
niet rusten voor ik het gevonden heb. Stil....
hoor ik iemand komen?
Nancy luisterde, maar er was geen geluid te
hooren. De mist was nog dikker geworden, het
was windstil, buiten was de nacht pikdonker.
Ik zou voor niets ter wereld willen, dat
een ander er achter kwam, fluisterde Mary
Judson opgewonden.
Is het dan zóó belangrijk? vroeg Nancy,
een beetje ongeloovig.
(Wordt vervolgd).