JAPAN EN NED. OOST-INDIÊ
Liduina's vijfde eeuwfeest
Matsoeoka's droom
Crisiszorg voor
werkloozen
Staking afgelast
MEN MOET MAAR DURVEN
„Liberale leugens
Bedevaart van de
verkenners
MAANDAG 24 APRIL'
n (slot).
PRIESTERSTUDENTEN NAAR
SCHIEDAM
Bedevaart op Donderdag 27 April
Abdij van Egmond
BENOEMINGEN
In het bisdom Haarlem
NIEUWE STUWDAM IN DEN WEZER
li; 11
L.,,
De nieuwe stuwdam in den Wezer bij Dörverden ten zuiden
van Bremen is thans gereed gekomen. Ten behoeve van de
electrische krachtinstallaties werd een 120 M. lange golf
breker gebouwd
OUD PASTOOR VAN HAAGENf
ARRESTATIE-MANIE
De verdachte leerling-machinist
wist van niets
HAAR TANTE VERMOORD?
Talrijke geschenken voor de armen
werden op de Communie
bank neergelegd
Opening der novene
Plechtige Hoogmis
Mimische tafereelen
De novene
Overeenstemming tusschen regee
ring en Nivas-bestuur inzake
werklooze employé's
Geen suikercrisisfonds
Bemiddeling in de Limburgsche
klei-industrie leidt tot een
oplossing
Conflict van de baan
Welvaartsprogram voor
onze Oost
Tot steun aan kleine bedrijven,
land- en veeteelt-industrieën
Hooge onderscheiding
De heer J. Breukers ridder in de
Orde van Gregorius den Groote
DE MACHTIGINGSWET IN DE
EERSTE KAMER
Waarschijnlijk spoedige
behandeling
Eervol ontslag verleend
Vanaf het oogenblik der groote om
wenteling in denken en doen der Ja
panners welke tot uitdrukking kwam
in de opening van het eerste Japansche
parlement ten jare 1890, toonde het Rijk
van de Rijzende Zon een niet te stillen hon
ger naar land en naar macht. De oorlog
met China in 1894 leverde Formosa en de
Pescadores op. De nederlaag van Rusland in
1904 bracht de zuidelijke helft van Sacha-
lin aan Japan, Rusland moest schatting
betalen in het door Japan aan China terug
gegeven Liautoeng, Japan kreeg rechten op
de visscherij aan de Russische Oostkust en
zeggingschap op de nog thans omstreden
spoorwegen van Mandsjoerije. In 1910 volg
de de annexatie van Korea. Japan kreeg
invloedssjeren in Mandsjoerije en Mongo
lië, later, tijdens den wereldoorlog, in Zuid-
Mandsjoerije, Oost-Mongolië, Sjantoeng en
Fokieu. In 1914 bezette Japan de Duitsche
eilanden in de Stille Zuid-Zee waarover het
tijdens de vredesconferentie het mandaat
wist te verkrijgen. Japan dat door zijn
overwinning op Rusland een plaats had
veroverd in de rangen der groote mogend
heden, kondigde in 1917 een soort van
Monroe-leer voor Oost-Azië af.
Sinds 1931 voert Tokio in China een po
litiek van geweld waarvan ook degenen
die het Japansche standpunt deelen dat
China scherpe maatregelen moedwillig
heeft uitgelokt, thans niet anders zeggen
kunnen dan dat de Chineesche provocatie
door Japan tot een voorwendsel is ge
maakt voor een militaire onderneming
welke ook niet in het minst door die pro
vocatie gerechtvaardigd zou kunnen wor
den. Anderhalf jaar lang heeft Japan in
den Volkenbond met heel de beschaafde
wereld brutaal-weg gesold. Ten slotte trad
het rustig uit den Bond en gaat zijn eigen
weg. Zonder eenig overleg besluit het eigen
machtig zijn mandaatsgebied in de Stille
Zuidzee te willen behouden. Het bekent
artikel 22 van het Volkenbonds-Pact dat
het reglement is der mandaten, geschonden
te hebben door dit gebied te bewapenen.
Een ernstige waarschuwing van Amerika
de brief van Hoover aan Stimson dat
de Vereenigde Staten er toe zouden kunnen
overgaan om Guam en de Philippljnen
weer te bewapenen, omdat Japan in strijd
met het Verdrag van Washington vlooV
bases en versterkingen schept in de Stille
Zuidzee, legt het naast zich neer. De vloot-
verhouding zooals die was vastgesteld in
de Conventie van Londen drie ton drij
vend materiaal en drie eenheden voor Ja
pan tegenover vijf ton drijvend materiaal
en vijf eenheden voor Engeland en voor
Amerika de vlootverhouding, zeggen we,
van 5-5-3 stelt het ter Ontwapenings-Con-
ferentie voor te veranderen in 11-11-8.
De situatie van Japan is uiterst ongun
stig. Als een wigge is het gedreven tusschen
het Engelsche „Empire" dat verpersoon
lijkt wordt door Australië, het immense
Rusland, het reusacntige China en het
machtige Amerika. Er valt iets te zeg
gen voor de stelling dat Japan vecht tegen
het spookbeeld van zijn algeheelen onder
gang welke op den weg eener natuurlijke
ontwikkeling van de dingen die komen en
die zijn, schijnt te liggen. Maar de eenige
werkelijkheid waarmee op het oogenblik de
wereld rekening dient te houden, is deze
dat Japan zich reeds van voor het begin
dezer eeuw overal heeft ingedrongen, be
langen schiep, die belangen, zelfs wanneer
ze soms een meer kunstmatig dan natuur
lijk bestaan leidden, op alle mogelijke ma
nieren in het leven hield en verdedigde, om
er al te dikwijls een aanleiding van te
maken om met geweld in te grijpen.
Ofschoon onze koloniën tot heden
nooit het einddoel waren van zoo
een onbesuisden stormloop als Japan
al te grif op het omringend gebied pleegt
te ondernemen en in tegendeel de heer
Matsoeoka te recht beweren kan dat Ne
derland en het Rijk van de Rijzende Zon
sinds ruim drie eeuwen door banden van
vriendschap verbonden zijn, blijkt er den
laatsten tijd een Japansche invloed groeien
de op Nederlandsche overzeesche gewesten,
welke in het licht van de Japansche expan
sie-politiek der laatste kwarteeuw de
grootste aandacht verdient.
Zoo wist onlangs de „Daily Herald" (8-
m-33) mee te deelen dat Matsoeoka een
verdrag van arbitrage had aangeboden in
ruil voor zekere concessies op Nieuw-Gui-
nea. De regeering van Nederlandsch Oost-
Indië zou voorts door vliegtuigen een on
derzoek hebben doen instellen naar het
doen en laten der Japanners die in Borneo
groote concessies hebben voor olie en rub
ber. Dit onderzoek wees uit dat er op Bor
neo midden in de rimboe geheime vlieg
velden zijn aangelegd welke eventueel een
moeilijke, maar mogelijke verbinding zou
den kunnen vormen met de Japansche
luchthavens op Formosa. De afstand van
Borneo naar Nieuw-Guinea bedraagt even
als de afstand van Borneo naar Formosa
vijftien-honderd mijlen. Daarentegen s
Nieuw-Guinea slechts vijfhonderd mijlen
van het vasteland van Australië verwij
derd. Ook in Sumatra hebben de Japanners
belangrijke concessies en het zou opgeval
len zijn dat zeer veel Japansche planters
vroegere leden van leger en vloot waren.
Deze onthullingen lokten een démenti
van Batavia uit. Dit démenti echter ont
kende geen woord van wat het Londensche
blad geschreven had en zeide alleen wat
de „Daily Herald" overigens niet beweerd
had; dat geen officieele legerrapporten
het bestaan van geheime Japapsche lucht
havens In Borneo bevestigen.
Reeds vóór de „Daily Herald" deed het
„Handelsblad" (25-n-'33) een waarschu
wende stem hooren. Japan volgt het alge-
meene streven om oorlogsschepen uitslui
tend met olie te stoken, omdat daardoor
een grootere snelheid en een veel wij deren
actieradius verkregen wordt. In zijn nor
male behoefte aan stookolie kan Japan
slechts voor een-kwart zelf voorzien. De
rest moet uit het buitenland komen en de
helft daarvan wordt uit Nederlandsch Oost-
Indië ingevoerd. In het geval van een con
flict echter ligt het in de lijn der verwach
tingen dat de Amerikaansche markt voor
Japan gesloten zal zijn en dan zou dus Ne
derlandsch Indië vrijwel alleen voor den
invoer van stookolie in aanmerking komen.
De olie wordt op Borneo door Japansche
tankschepen gehaald die met Japansche
matrozen en officieren bemand zijn. De
Japansche zee-officieren die de schrijver
van het „Handelsblad" ontmoette, waren
bijna allemaal wel eens in de oliehavens
van Borneo geweest! Sinds 1930 hebben de
Japanners ook eigen concessies.
Van betrouwbare zijde werd ons verteld
dat er de laatste jaren veel aandacht wordt
besteed aan de weerbaarheid der employé's
bij de oliemaatschappijen op Borneo. Veie
moderne wapenen zijn er aangevoerd. De
employé's moeten voorts toonen dat zij de
kunst verstaan van, zoo dit noodzakelijk
blijken zou, de oliebronnen zoo te verstop
pen dat zij door een mogelijken „olieroover"
die niet dan over de gewone hulpmiddelen
beschikt, niet geopend kunnen worden.
Ongetwijfeld is dit alles niet genoeg om
een vijandige houding aan te nemen te
genover Japan. Men kan tenslotte ruiter
lijk bekennen dat dit land vecht voor zijn
bestaan en het recht daartoe kan men het
al heel moeilijk ontzeggen. Wij moeten ech
ter de oogen open houden voor onze over
zeesche bezittingen welke heusch niet zoo
een onaantastbaar en onomstreden eigen
dom zijn als de doorsnee-Nederlander
schijnt te meenen.
Voorloopig zou het onzin zijn te vreezen
dat Japan vroeg of laat een aanslag zal
plegen op Nederlandsch Oost-Indië. Het
zou daardoor immers in een onmiddellijke
en openlijk conflict Komen met de belangen
der groote mogendheden en zich-zelf in de
practische onmogelijkheid plaatsen van
een zoo uitgestrekt en verspreid gebied met
succes te verdedigen.
Waar het om gaat is te vermijden het
lid der Eerste Kamer, mr. Mendels, zeide
het gisteren zeer terecht! dat wij nolens
volens door Japan in een conflict gesleept
worden of toelaten dat ons gebied het too-
neel van den strijd wordt.
Door nood gedwongen of door overmoed
gedreven, heeft Japan zich in een avon
tuur gewaagd waarvan het zelf het einde
nog niet overzien kan. Een dergelijken ru
ziemaker houde men liever bulten de deur.
Laat men hem binnen, dan valt er geen eer
aan te behalen en men loopt het gevaar
van de gebroken glazen te moeten betalen.
Donderdag 27 April zal er een nationale be
devaart van priesterstudenten naar Schiedam
plaats vinden, onder leiding van pater J. Fran-
cino O.S.C.
Om 10 uur wordt er in de parochiekerk van
het Allerheiligste Hart. Lekstraat, een plech
tige Hoogmis opgedragen door den leider van
dezen bedetocht. De schola van het seminarie
Hageveld onder leiding van prof. A. M. A. Vol-
laerts zal de gezangen uitvoeren.
Na een gemeenschappelijk ontbijt en een of
ficieele begroeting zullen de pelgrims een rond
gang door Schiedam ondernemen vooral om de
merkwaardigheden, te bezichtigen, die de her
innering aan St. Lidwina bezig houden.
Des middags wordt er in de St. Lidwinakerk
een Lof gecelebreerd, waaronder predicatie door
pastoor J. B. W. M. Möller uit Voorburg. Tij
dens deze plechtigheid processie met de relieken.
Daarna bijwoning der Mimische Tafereelen
in het gebouw van den R.K. Volksbond en ten
slotte de thee bij de Eerw. Broeders aan de
Nieuwe Haven. Kaarten van deelname a 1.
zijn verkrijgbaar bij E. Veugelers, Kettelstraat
16, Schiedam.
De stand van het bouwfonds ten behoeve van
de vestiging der Paters Benedictijnen te Eg-
mond is thans als volgt:
Totaal vorige opgave ƒ5.523.92.
Ingekomen giften en toegezegde bijdragen van
7—21 April: J. V. te H. ƒ20—, K. v. B. te H.
5.—, firma H. S. te L. 100.—, J. W. Pr. te R.
ƒ25.—, past. Th. J. B. te E. ƒ5.—, jhr. M. G.
R. de B. te B. ƒ5.—, M. A. L. te N. ƒ2.50,
mevr. M. V. de G. te W. ƒ20.—, St. J. te V.
ƒ1.50, N. N. te D. ƒ2.50, past. W. N. te A.
ƒ10.samen ƒ196.50; ƒ1000.5 pet. Pand
brief Holl. Hyp. Bank ƒ.1000.—.
Ingekomen bij de St. Paulus Abdij, Ooster
hout (N.B.): J. K. te O. ƒ1.—; mej. Th. R.
te A. 52.—, mevr. H. te B. 50.—, mej. J. v. d.
V. te B. 10—, mej. Th. R. te A. 12.50, N. N.
te L. 100.—, Toon A. te O. 1.—, mevr. M. B.
ƒ35.—, mej. N. N. ƒ5.—, mr. W. W. te den H.
ƒ25.busjes ƒ15.41, samen ƒ306.91. In totaal
werd tot nog toe dus ontvangen 7.027.33.
Alle giften voor dit doel worden aangenomen
ten kantore van de firma Theodoor Gilissen
te Amsterdam, Nieuwe Doelenstraat 12—14,
Giro-nummer 28485.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd
tot pastoor te Rotterdam (H. Barbara) den
weleerw. heer W. G. Buren; tot pastoor te den
Hoorn (Schipluiden) den weleerw. heer J. M. H.
Spoorman; tot rector van het St. Willibrordus-
gesticht te Wassenaar den weleerw. heer A. Slij-
kerman, die rector was van het St. Lduina-gest.
te Purmerend.
Alsmede tot pastoor te Haarlem (H.H. Elis.
en Barb.) den weleerw. heer H. P. A. van Dijk;
tot pastoor te Nieuwkoop den weleerw. heer
Th. P. Blom; tot pastoor te Oud-Beyerland den
weleerw. heer E. Mathot, die kapelaan was te
Haarlem (H. Joseph).
Vervolgens tot kapelaan te Amsterdam (H.
Maria Magd.) den weleerw. heer J. A. v. Kleef;
tot kapelaan te Rotterdam (H. Hildegardis) den
weleerw. heer A. G. de Boer en tot kapelaan te
Castricum den weleerw. heer J. L. W. Witteman,
die kapelaan was te Warmenhuizen.
'M - «SmKSsg&Ps&S yT*
1,
ff
Het Vaderland ziet in zijn nummer van
20 April in de openbare school de
eenige nationale school en schrijft
de oude fabel neer, dat het bijzonder onder
wijs de oorzaak is van duur onderwijs:
„Het bijzonder onderwijs zij (dus) vrij.
doch men ga de vermorsing van de daar
aan bestede millioenen tegen, door een
hoogere grens te stellen voor het aantal
leerlingen, dat voor de oprichting van een
bijzondere school vereischt is."
Het Vaderland weet zoo goed als wij, dat
men een openbare school kan oprichten met
12 kinderen, doch dat voor de oprichting
van een bijzondere school noodig zijn 40, 60
80 of 100 kinderen, al naar gelang de ge
meente inwoners telt.
Het Vaderland weet ook, dat de openbare
snertschooltjes er de duurte inbrengen.
Het Vaderland weet dat de maatstaf voor
de vergoeding aan bijzondere scholen is de
kosten van het openbaar onderwijs, zoodat
de exploitatie van bijzondere scholen voor
den Staat wel goedkooper maar nooit
duurder kan zijn.
Het Vaderland weet eveneens dat libera
len overal standenscholen oprichten omdat
zij er terecht voor passen om hun kinderen
aan roode onderwijzers toe te vertrouwen.
Toch preekt het Vaderland de openbare
school aan als de nationale.
Zaterdag overleed in het St. Vincentiuszieken-
huis te Groenlo de hoogeerwaarde heer P. J. C.
van Haagen, emeritus deken en pastoor van
Groenlo en kanunnik van het Metropolitaan
kapittel. Hij bereikte den leeftijd van 86 jaar.
Petrus Joannes Cornells van Haagen werd
geboren in 1847 en priester gewijd in het jaar
1873. In het jaar 1910 werd liij opgenomen in
het Metropolitaan kapittel van het aartsbisdom
Utrecht. Tot 1928 was hij pastoor-deken van
Groenlo.
De arrestatie van den leerling-machinist bij
de Nederlandsche Spoorwegen, A. C. S., die,
naar wij reeds meldden, te Emmerik door S. A.-
mannen van zijn machine werd gehaald, blijkt
thans, zich eenigszins anders te hebben toe
gedragen dan men uit de eerste berichten zou
opmaken.
Naar S. aan „De Telegraaf" mededeelt, heeft
hij vorige week op het stationsemplacement te
Emmerik een pamflet gevonden, dat in het
Duitsch was gedrukt en waarvan de titel wees
op anti-fascistische strekking. S. kent de Duit
sche taal niet en gaf daarom het geschrift aan
een Duitschen collega om dezen te vragen, wat
er in stond. De Duitscher verzocht, het papier
te mogen behouden.
Dinsdag j.l. maakte S. zijn volgende reis naar
Emmerik, waarvan hij Woensdag zou terugkee-
ren.
Toen hij de machine had gereedgemaakt voor
de terugreis en hij bezig was, de locomotief voor
den trein te rangeeren, gaven twee mannen,
waarvan een in burger en een in S. A.-uniform
hem bevel te stoppen. Ze grepen hem bij den
kraag en brachten hem over naar het bureau
van de Kriminalpolizei.
Hier werd hem allereerst gevraagd, of hij
communist of socialist was, waarop S. Verklaar
de, tot geen van beide partijen te behooren. Bij
nauwkeurige fouilleering trof men in een van
zijn jaszakken een verkiezings-strooibiljet aan,
dat hem in zijn woonplaats Amsterdam in de
hand was gestopt. Dit biljet was toevalliger
wijze van een partij, die in Nederland voor fas
cistisch doorgaat!
Toch werd S. zwaar geboeid naar een cel ge
bracht, waar men hem liet van 's avonds 9 uur
tot den volgenden ochtend ongeveer II uur. Men
kwam hem toen halen om hem teonderwerpen
aan een verhoor, dat onafgebroken twee uren
duurde. S. vernam daarbij, dat ook de Duitsche
rangeerder, dien hij het gevonden vlugschrift
had gegeven, zich in arrest bevond. Men deelde
den Nederlandschen machinist mede, dat in zijn
woning te Amsterdam huiszoeking gedaan zou
worden en S. drong er op aan, dat dit dan zoo
spoedig mogelijk zou gebeuren.
Tot deè middags 6 uur werd hij vervolgens
weer in de cel ondergebracht, doch toen geble
ken was, dat zijn verklaringen volkomen klop
ten met die van zijn Duitschen collega, werd hij
eindelijk om 7 uur 's avonds in vrijheid gesteld.
S. deelde nog mede, dat de directie der Ne
derlandsche Spoorwegen hem langdurig over 't
gebeurde ondervraagd heeft en geen aanleiding
vond hem eenigerlei straf op te leggen.
Namens den Officier van Justitie verzoekt de
commissaris van politie te Den Bosch inlichtin
gen over een onlangs gedane, aangifte, waarbij
iemand, K. R. geheeten, heeft verklaard, dat
zijn gescheiden echtgenoote, Ch. v. E., hem
heeft medegedeeld, dat zij eenige jaren geleden
haar tante, wier naam hij niet bekend wilde
maken, met een aardappelschilmesje zou heb
ben vermoord. Dit zou aldus „De Telegraaf'
ergens in de bosschen zijn gebeurd en school
kinderen zouden het lijk van de vrouw gevon
den hebben. Na den moord zou de daderes het
lijk met peper hebben volgestrooid.
Zaterdag, den dag waarop des avonds de
luisterrijke viering van het vijfde eeuwfeest van
St. Liduina's zalig afsterven te Schiedam is in
gezet, zijn duizend Nederlandsche verkenners,
voortrekkers en welpen, ter beevaart getrokken
naar de stad, waar de groote heilige haar heilig
leven heeft geleefd. Op dezen St. Liduina-ver-
kennersdag hebben de katholieke padvinders
getoond de groote Schiedamsche heilige naar
waarde te kunnen eeren.
Reeds vroeg in den morgen werden de Schie
damsche straten opgefleurd door de frissche
energieke patrouilles padvinders, die naar de
Liduinakerk marcheerden. Want voor hen, die
van dichtbij kwamen, werd reeds om kwart voor
negen een stille H. Mis opgedragen waaronder
de aanwezige bedevaartgangers ter H. Tafel
naderden. In gebouw Eendracht stond daarna
het ontbijt klaar.
Treinen, trams en autobussen brachten steeds
nieuwe patrouilles aan, die met hun fleurige
uniformen de straten een frisch en opgewekt
aspect gaven.
Om half elf verzamelden zich alle deel
nemers weer in de Liduinakerk, waar een plech
tige Hoogmis werd opgedragen door den dioce
saan verkennersgeestelijke, den weleerw. heer
J. B. Th. van Woesik, met assistentie van de
weleerw. heeren P. J. Maas, districtsaalmoeze
nier te Rotterdam, en J. J. Boon, aalmoezenier
te Den Haag, als diaken en subdiaken. In de
schitterend versierde kerk bood ook het gezicht
van de duizend padvinders een feestelijken en
tegelijk devoten aanblik. Onder de H. Mis werd
uitgevoerd de Missa Brevis en wel de vaste
gezangen door alle verkenners onder leiding
van kapelaan R. M. A. Nieveen van Dijkum uit
Leiden. De wisselende gezangen werden uitge
voerd door leerlingen van de Kweekschool voor
onderwijzers van de Eerw. Broeders van de
Onbevlekte Ontvangenis te Den Haag.
De welbestudeerde zang uit al die jongens-
keelen droeg het hare er toe bij om de devote
en indrukwekkende stemming te verhoogen en
der plechtigheid luister bij te zetten. Onder de
H. Mis hield de hoofdverkennersgeestelijke, de
weleerw. zeergel. pater dr. mr. J. Beuns S. J.
een korte preek naar aanleiding van de woor
den uit de openbaring: „Wees getrouw tot in
den dood."
Wanneer gij, aldus pater Beuns, vóór 500 jaar
hier gekomen waart om u met de burgers van
Schiedam te stichten aan het heilige leven van
St. Liduina, dan zoudt gij ook haar neefje
Boudewijn bij haar hebben aangetroffen. St
Liduina heeft verschrikkelijk geleden en nie
mand, die dit beter wist dan deze twaalfjarige
knaap, die zijn spel liet staan om de arme
vrouw zijn hulp aan te bieden.
De H. Liduina bleef trouw aan haar Godde-
lijken Bruidegom en de knaap betoonde een
onwrikbare trouw tegenover de ongelukkige
zieke. Hoe schoone voorbeelden dus voor den
verkenner! Moge St. Liduina in ons allen de
deugd van trouw helpen aankweeken.
Na de H. Mis trokken de voortrekkers en
verkenners naar gebouw Eendracht, waar de
lunch werd gereserveerd. Ook aan tafel heersch-
te weer die prettige, gepaste stemming, die de
Verkennersbewegingf in Naderland kenmerkt.
In de school aan de Nassaulaan, waar de
welpen werden ondergebracht, vond een be
groeting van den nieuwen hoofdkwartier
commissaris, majoor J. v. Leeuwen, plaats.
De dag bleek goed bezet te zijn, want onmid
dellijk na den maaltijd marcheerden de voor
trekkers en de verkenners naar het gebouw van
den R.K. Volksbond, waar de eerste uitvoering
zou plaats hebben van de mimische tafreelen
ter illustratie van een lezing over het lefren
van de H. Liduina, te houden door prof. Dr.
Alphons Steger.
Wat nu die mimische tafereelen betreft, deze
zijn ontworpen en in scène gezet door den heer
Frank Luns en een aantal Schiedamsche jon
gelui verleenen hieraan hun medewerking.
Prof. Dr. Steger nu vertelt uit het leven van
de H. Liduina en telkens wordt dan de betref
fende episode op het tooneel voorgesteld. Deze
w(jze van illustratie is weer eens iets anders
dan tableaux vivants; zij biedt meer mogelijk
heden; zü brengt ook weer moeilijkheden te
weeg die zich bij tableaux vivants niet voor
doen. Het hoofddoel van deze tafereelen is na
tuurlijk een zekere sfeer te scheppen; St. Li
duina's leven op levendige wijze uit te beelden
en daardoor een grooteren indruk te maken
op de toeschouwers. Onmiddellijk komt dan al
een moeilijkheid naar voren; namelijk om de
aandacht te vestigen op de H. Liduina zelf.
Want slechts zij is bewegingloos. Alle anderen
acteeren; alleen zij is uiteraard zonder actie.
Bij een gewoon tooneelstuk kan hiervoor de
oplossing gezocht worden in een suggestieven
tekst van de rol; bij mimische tafereelen is dit
vanzelfsprekend onmogelijk. De heer Luns heeft
de oplossing trachten te vinden in de décors
en de costuums, kortom in de geheele aanklee
ding van het tooneel. We gelooven wel dat hij
met dit pogen succes heeft gehad. Ondanks
de beweeglijkheid der overigen wordt en blijft
toch de aandacht geconcentreerd op de H.
Liduina zelf en daardoor wordt het doel van
de tafereelen heel dicht benaderd. Het spreekt
vanzelf dat niet alle en ook niet de meest sug
gestieve episoden in het leven van de heilige
voor het voetlicht konden worden gebracht.
Daarvoor waren niet allen geschikt.
In totaal zijn er acht geënsceneerd en wel:
Het wonderbare Mariabeeld; de val op het ijs;
de diagnose; de vluchteling; het bezoek van
den Wij-bisschop; de verzorgster der armen;
Liduina's Martelaarschap en tenslotte de Apo
theose. Met deze apotheose heeft de heer Luns
getracht den climax te vormen; de leering uit
te beelden die de toeschouwers uit de lezing
met de tafereelen behooren te trekken.
De tafereelen zelf zijn heel natuurlijk gehou
den; ze zijn niet gestyleerd, er zijn geen vreem
de en onbegrijpelijke décors; neen, ieder toe
schouwer ziet onmiddellijk wat er bedoeld wordt
en hij herkent er onmiddellijk in het leven van
de Heilige, zooals hij zich dit had voorgesteld.
De tafereelen zelf duren maar kort. Om er een
te beschrijven; het wondere Mariabeeld. Het
tooneel stelt voor een kerkinterieur: banken,
en daarin geloovigen. De kerk is uit; de geloo-
vigen staan op en verlaten het tooneel. De H.
Liduina staat eveneens op en gaat naar het
beeld van de H. Moeder Gods, voor wie zij een
bijzondere vereering koestert. Zij bidt eenige
oogenblikken, zij heft het hoofd op. De Moeder
Gods knikt haar vriendelijk toe. Liduina blijft
in verrukking'zitten. Dan sluit zich het doek en
Prof. Steger vervolgt zijn lezing.
Voor de eerste maal dus zijn de tafereelen
voor de Verkenners opgevoerd en bij hen zeer
in den smaak gevallen. Voor de welpen werden
zij 'n uur erna voor het voetlicht gebracht.
Beladen met allerlei pakken en pakjes waren
de verkenners in Schiedam gekomen: hun ga
ven aan de armen ter eere van de H. Liduina.
Des middags zijn deze gaven in de kerk aan
geboden. Een voor een legden de deelnemers op
de communiebank hun gaven, die uit de meest
onderscheiden artikelen, uit geld en uit natura
bestonden. Vervolgens werden de relikwieën
van de Heilige Liduina in processie rondgedra
gen. Onder deze processie werd door de deel
nemers een speciaal voor de gelegenheid ver
vaardigd lied gezongen: Verkennersgroet aan
Liduina.
Na het Lof gingen de deelnemers weer per
trein, tram en autobus huiswaarts.
Zaterdagavond is met een plechtig Lof de
groote novene ter eere van de H. Liduina ge
opend. Dit Lof werd gecelebreerd door den
Doorluchtigen en Hoogwaardigen heer Mgr. H.
J. M. Taskin, Protonotarius Apostolicus, geas
sisteerd door theologanten van het groot-semi
narie Hageveld. De verschillende gezangen wer
den Gregoriaansch uitgevoerd. De feestpredi
katie werd gehouden door den zeereerw. hooggel.
heer Pater Lector B. Molkenboer O.P.
Reeds lang voordat het Lof begon was er in
de kerk geen plaatsje meer onbezet en waren
zelfs de paden gevuld. Voorafgegaan door zijn
assistenten en misdienaars betrad Mgr. Tas-
kin van de kerk uit het altaar. Hierop werd
gebeden voor de intenties, die in overvloedig
aantal waren binnengekomen. Er waren er uit
alle deelen des lands en van over de gren
zen, zelfs was er een uit Afrika. Onder deze
gebeden werden de reliquiën van de H. Li
duina in processie rondgedragen.
Onder het Lof beklom pater lector B. Mol
kenboer O. P. den kansel voor de predicatie.
Het is opvallend, aldus spr., hoe in deze
maand April twee eeuwfeesten samenvallen,
twee eeuwfeesten, die wij onwillekeurig gaan
vergelijken. Als Nederlander herdenken wij een
man van prinseiijken bloede, als katholieken
een arme vrouw. Denkbaar vieren wij de na
gedachtenis van den man, die ons onze na
tionale onafhankelijkheid schonk, doch veel
meer gaat onze geestdrift uit naar de vrouw,
die ons de geestelijke vrijheid gaf, de vrijheid
om ons boven al het aardsche te kunnen ver
heffen. Wat ons in Liduina het meest aan
trekt is, dat wij haar kunnen eeren als een
echt Hollandsche heilige. In Schiedam is zij
geboren en getogen.
In Schiedam heeft zij 38 jaar geleden en
gestreden om den eeuwigen hemelschen troon
te bemachtigen.
De aanleiding tot haar lijden was het echt-
Hollandsche ijsvermaak, zij is een bloem, op
gegroeid en ontloken op den dorren Nederland
schen bodem die nog nooit een Heilige voort
bracht.
In het veel-bewogen leven van Liduina be
merken wij, dat zü niet geleden heeft in een
toestand van verdorring of werkeloosheid,
neen, zij leefde mee met de nooden van haar
tijd. Haar ziekenkamer werd een raadzaal,
waar van heinde en verre men haar om raad
kwam vragen.
Dit aspect in haar vereering is gedurende
500 jaren niet verdwenen.
Wanneer wij de geschiedenis van haar lijden
nagaan dan moeten wij stilstaan bij de droe
ve dagen der Hervorming.
Na het bruut geweld van dien tijd was zelfs
haar gebeente niet meer veilig en eeuwen lang
is dit gebeente uit Schiedam geweest.
Doch ondanks dat is de vereering van Li
duina niet verstomd.
In het midden der vorige eeuw is deze ver
eering opnieuw opgebloeid en kwamen haar
ieliquieën naar Schiedam terug.
Nu, na 500 jaar, beheerscht Liduina nog
uw hart en galmen de feestklanken in onze
stad.
Laten wij ons dan blijven herinneren hoe
Liduina haar beproevingen droeg in stille lijd
zaamheid; laat het ons ten voorbeeld strek
ken, opdat ook wij leeren onze beproevingen
te dragen.
Dan zal eens het Alleluja Festivale samen
smelten met het alleluja der verlossing.
BATAVIA, 22 April. (Aneta) De Regeering en
het dagelijksch bestuur van de N.I.V.A.S. kwa
men tot overeenstemming betreffende de wen-
scheljjkheid om de crisiszorg voor werklooze
employé's niet te regelen volgens den oorspron-
kelijken opzet door middel van een crisisfonds.
De suikerindustrie bood onder nadere goed
keuring van de ledenvergadering der N.I.V.A.S.,
welke in Mei a.s zal worden gehouden, de jaar-
lijksche storting van 500.000 gedurende drie
jaar in de kas van het Algemeen Steuncomité
aan, welk bedrag echter bestemd blijft voor
verleening aan employé's en arbeiders in de
suikerindustrie.
Dit bedrag is slechts oogenschijnlijk geringer
dan het bedrag dat verkregen zou kunnen wor
den door heffing van 5 cent per afgeleverde
quintaal, omdat daarvan zouden moeten worden
afgetrokken de bedragen van den vrijwillig
verleenden steun aan ontslagenen. Dit voorstel
vermijdt enormen administratieven omslag.
Verwacht kan worden dat de in Mei a.s. te
houden vergadering van de N.I.V.A.S dit voor
stel zal accepteeren.
Zaterdagmorgen heeft ten gemeentehuize te
Arnhem, op uitnoodiging van den Rijksbemid
delaar Mr. P. J. M. AALBERSE, een bespre
king plaats gehad met het hoofdbestuur van
de Nederlandsche R. K. Steenfabrieks-Arbei-
ders-Organisatie te Stevensweert en de Direc
tie van de Nederlandsche Gresbuizen-Industrie
te Tegelen en Belfeld, alsmede van de firma
JanssenWillems te Reuvert, teneinde te
trachten het dreigende conflict in de Limburg
sche Klei-Industrie op te lossen.
In verband met deze conferentie had het
bestuur der Arbeidersorganisatie de tegen
Maandag a.s. aangekondigde staking één week
uitgesteld. De bespreking heeft tot een volledi
ge oplossing van het geschil geleid. Eenige de
tailpunten zullen onderling worden geregeld.
De aangekondigde staking gaat dus niét
door.
4
>b
BATAVIA, 22 April. (Aneta) Momenteel is bij
de regeèring in behandeling een welvaartspro
gramma, zijnde een afgerond complex maat
regelen ter stimuleering van de welvaart der
bevolking. Deze maatregelen hebben voorna
melijk betrekking op de kleine bedrijven, land
bouw- en veeteelt-industrieën.
Mogelijk zal reeds in den loop van 1933 met
de uitvoering van dit programma worden be
gonnen, welke dan in 1934 zal worden voortge
zet. Door middel van een aanvullingsbegrooting
voor 1933 zal hiertoe een bedrag van circa
400.000 worden aangevraagd. Op de begroo
ting voor het dienstjaar 1934 zal dan voor dit
doel 1.000.000 1.500.000 worden opgebracht.
Z. H. de Paus heeft benoemd tot ridder in de
Orde van Gregorius den Grooten den heer J.
Breukers, directeur der Coöperatieve Roermond-
sche Eiermijn en lid van den Roermondschen
Gemeenteraad.
De Eerste Kamer is in openbare vergadering
bijeengeroepen op Donderdag 27 April a.s., des
namiddags te half twee uur, ter behandeling
o.m. van de navolgende wetsontwerpen:
Wijziging en verhooging van de begrooting
van inkomsten en uitgaven van het Gemeente
fonds voor het begrootingsjaar 1931-1932 (Ver
hooging bedragen voor uitkeeringen aan ge
meenten)
Wijziging van de Wet van 11 Juli 1908 hou
dend instelling eener Consignatiekas;
Voorbehoud van de bevoegdheid tot bekrach
tiging van het Verdrag met Protocol van onder-
teekening tot beperking van de vervaardiging
en tot regeling van de distributie van verdoo-
vende middelen van 13 Juli 1931.
De voorzitter is voornemens aan de Centrale
Afdeeling voor te stellen in de afdeelingen te
doen onderzoeken, onmiddellijk na de open
bare vergadering, het ontwerp van wet tot ver
leening van bevoegdheden tot het nemen van
bijzondere maatregelen in het belang van den
landbouw.
Bij K.B. is aan mr. G. J. Bisschop op zijn
verzoek met ingang van 1 Mei 1933 eervol ont
slag verleend als burgemeester der gemeente
Hoorn.