JAPAN EN NED. OOST-INDIÊ Liduina's vijfde eeuwfeest Matsoeoka's droom Crisiszorg voor werkloozen Staking afgelast MEN MOET MAAR DURVEN „Liberale leugens Bedevaart van de verkenners MAANDAG 24 APRIL' n (slot). PRIESTERSTUDENTEN NAAR SCHIEDAM Bedevaart op Donderdag 27 April Abdij van Egmond BENOEMINGEN In het bisdom Haarlem NIEUWE STUWDAM IN DEN WEZER li; 11 L.,, De nieuwe stuwdam in den Wezer bij Dörverden ten zuiden van Bremen is thans gereed gekomen. Ten behoeve van de electrische krachtinstallaties werd een 120 M. lange golf breker gebouwd OUD PASTOOR VAN HAAGENf ARRESTATIE-MANIE De verdachte leerling-machinist wist van niets HAAR TANTE VERMOORD? Talrijke geschenken voor de armen werden op de Communie bank neergelegd Opening der novene Plechtige Hoogmis Mimische tafereelen De novene Overeenstemming tusschen regee ring en Nivas-bestuur inzake werklooze employé's Geen suikercrisisfonds Bemiddeling in de Limburgsche klei-industrie leidt tot een oplossing Conflict van de baan Welvaartsprogram voor onze Oost Tot steun aan kleine bedrijven, land- en veeteelt-industrieën Hooge onderscheiding De heer J. Breukers ridder in de Orde van Gregorius den Groote DE MACHTIGINGSWET IN DE EERSTE KAMER Waarschijnlijk spoedige behandeling Eervol ontslag verleend Vanaf het oogenblik der groote om wenteling in denken en doen der Ja panners welke tot uitdrukking kwam in de opening van het eerste Japansche parlement ten jare 1890, toonde het Rijk van de Rijzende Zon een niet te stillen hon ger naar land en naar macht. De oorlog met China in 1894 leverde Formosa en de Pescadores op. De nederlaag van Rusland in 1904 bracht de zuidelijke helft van Sacha- lin aan Japan, Rusland moest schatting betalen in het door Japan aan China terug gegeven Liautoeng, Japan kreeg rechten op de visscherij aan de Russische Oostkust en zeggingschap op de nog thans omstreden spoorwegen van Mandsjoerije. In 1910 volg de de annexatie van Korea. Japan kreeg invloedssjeren in Mandsjoerije en Mongo lië, later, tijdens den wereldoorlog, in Zuid- Mandsjoerije, Oost-Mongolië, Sjantoeng en Fokieu. In 1914 bezette Japan de Duitsche eilanden in de Stille Zuid-Zee waarover het tijdens de vredesconferentie het mandaat wist te verkrijgen. Japan dat door zijn overwinning op Rusland een plaats had veroverd in de rangen der groote mogend heden, kondigde in 1917 een soort van Monroe-leer voor Oost-Azië af. Sinds 1931 voert Tokio in China een po litiek van geweld waarvan ook degenen die het Japansche standpunt deelen dat China scherpe maatregelen moedwillig heeft uitgelokt, thans niet anders zeggen kunnen dan dat de Chineesche provocatie door Japan tot een voorwendsel is ge maakt voor een militaire onderneming welke ook niet in het minst door die pro vocatie gerechtvaardigd zou kunnen wor den. Anderhalf jaar lang heeft Japan in den Volkenbond met heel de beschaafde wereld brutaal-weg gesold. Ten slotte trad het rustig uit den Bond en gaat zijn eigen weg. Zonder eenig overleg besluit het eigen machtig zijn mandaatsgebied in de Stille Zuidzee te willen behouden. Het bekent artikel 22 van het Volkenbonds-Pact dat het reglement is der mandaten, geschonden te hebben door dit gebied te bewapenen. Een ernstige waarschuwing van Amerika de brief van Hoover aan Stimson dat de Vereenigde Staten er toe zouden kunnen overgaan om Guam en de Philippljnen weer te bewapenen, omdat Japan in strijd met het Verdrag van Washington vlooV bases en versterkingen schept in de Stille Zuidzee, legt het naast zich neer. De vloot- verhouding zooals die was vastgesteld in de Conventie van Londen drie ton drij vend materiaal en drie eenheden voor Ja pan tegenover vijf ton drijvend materiaal en vijf eenheden voor Engeland en voor Amerika de vlootverhouding, zeggen we, van 5-5-3 stelt het ter Ontwapenings-Con- ferentie voor te veranderen in 11-11-8. De situatie van Japan is uiterst ongun stig. Als een wigge is het gedreven tusschen het Engelsche „Empire" dat verpersoon lijkt wordt door Australië, het immense Rusland, het reusacntige China en het machtige Amerika. Er valt iets te zeg gen voor de stelling dat Japan vecht tegen het spookbeeld van zijn algeheelen onder gang welke op den weg eener natuurlijke ontwikkeling van de dingen die komen en die zijn, schijnt te liggen. Maar de eenige werkelijkheid waarmee op het oogenblik de wereld rekening dient te houden, is deze dat Japan zich reeds van voor het begin dezer eeuw overal heeft ingedrongen, be langen schiep, die belangen, zelfs wanneer ze soms een meer kunstmatig dan natuur lijk bestaan leidden, op alle mogelijke ma nieren in het leven hield en verdedigde, om er al te dikwijls een aanleiding van te maken om met geweld in te grijpen. Ofschoon onze koloniën tot heden nooit het einddoel waren van zoo een onbesuisden stormloop als Japan al te grif op het omringend gebied pleegt te ondernemen en in tegendeel de heer Matsoeoka te recht beweren kan dat Ne derland en het Rijk van de Rijzende Zon sinds ruim drie eeuwen door banden van vriendschap verbonden zijn, blijkt er den laatsten tijd een Japansche invloed groeien de op Nederlandsche overzeesche gewesten, welke in het licht van de Japansche expan sie-politiek der laatste kwarteeuw de grootste aandacht verdient. Zoo wist onlangs de „Daily Herald" (8- m-33) mee te deelen dat Matsoeoka een verdrag van arbitrage had aangeboden in ruil voor zekere concessies op Nieuw-Gui- nea. De regeering van Nederlandsch Oost- Indië zou voorts door vliegtuigen een on derzoek hebben doen instellen naar het doen en laten der Japanners die in Borneo groote concessies hebben voor olie en rub ber. Dit onderzoek wees uit dat er op Bor neo midden in de rimboe geheime vlieg velden zijn aangelegd welke eventueel een moeilijke, maar mogelijke verbinding zou den kunnen vormen met de Japansche luchthavens op Formosa. De afstand van Borneo naar Nieuw-Guinea bedraagt even als de afstand van Borneo naar Formosa vijftien-honderd mijlen. Daarentegen s Nieuw-Guinea slechts vijfhonderd mijlen van het vasteland van Australië verwij derd. Ook in Sumatra hebben de Japanners belangrijke concessies en het zou opgeval len zijn dat zeer veel Japansche planters vroegere leden van leger en vloot waren. Deze onthullingen lokten een démenti van Batavia uit. Dit démenti echter ont kende geen woord van wat het Londensche blad geschreven had en zeide alleen wat de „Daily Herald" overigens niet beweerd had; dat geen officieele legerrapporten het bestaan van geheime Japapsche lucht havens In Borneo bevestigen. Reeds vóór de „Daily Herald" deed het „Handelsblad" (25-n-'33) een waarschu wende stem hooren. Japan volgt het alge- meene streven om oorlogsschepen uitslui tend met olie te stoken, omdat daardoor een grootere snelheid en een veel wij deren actieradius verkregen wordt. In zijn nor male behoefte aan stookolie kan Japan slechts voor een-kwart zelf voorzien. De rest moet uit het buitenland komen en de helft daarvan wordt uit Nederlandsch Oost- Indië ingevoerd. In het geval van een con flict echter ligt het in de lijn der verwach tingen dat de Amerikaansche markt voor Japan gesloten zal zijn en dan zou dus Ne derlandsch Indië vrijwel alleen voor den invoer van stookolie in aanmerking komen. De olie wordt op Borneo door Japansche tankschepen gehaald die met Japansche matrozen en officieren bemand zijn. De Japansche zee-officieren die de schrijver van het „Handelsblad" ontmoette, waren bijna allemaal wel eens in de oliehavens van Borneo geweest! Sinds 1930 hebben de Japanners ook eigen concessies. Van betrouwbare zijde werd ons verteld dat er de laatste jaren veel aandacht wordt besteed aan de weerbaarheid der employé's bij de oliemaatschappijen op Borneo. Veie moderne wapenen zijn er aangevoerd. De employé's moeten voorts toonen dat zij de kunst verstaan van, zoo dit noodzakelijk blijken zou, de oliebronnen zoo te verstop pen dat zij door een mogelijken „olieroover" die niet dan over de gewone hulpmiddelen beschikt, niet geopend kunnen worden. Ongetwijfeld is dit alles niet genoeg om een vijandige houding aan te nemen te genover Japan. Men kan tenslotte ruiter lijk bekennen dat dit land vecht voor zijn bestaan en het recht daartoe kan men het al heel moeilijk ontzeggen. Wij moeten ech ter de oogen open houden voor onze over zeesche bezittingen welke heusch niet zoo een onaantastbaar en onomstreden eigen dom zijn als de doorsnee-Nederlander schijnt te meenen. Voorloopig zou het onzin zijn te vreezen dat Japan vroeg of laat een aanslag zal plegen op Nederlandsch Oost-Indië. Het zou daardoor immers in een onmiddellijke en openlijk conflict Komen met de belangen der groote mogendheden en zich-zelf in de practische onmogelijkheid plaatsen van een zoo uitgestrekt en verspreid gebied met succes te verdedigen. Waar het om gaat is te vermijden het lid der Eerste Kamer, mr. Mendels, zeide het gisteren zeer terecht! dat wij nolens volens door Japan in een conflict gesleept worden of toelaten dat ons gebied het too- neel van den strijd wordt. Door nood gedwongen of door overmoed gedreven, heeft Japan zich in een avon tuur gewaagd waarvan het zelf het einde nog niet overzien kan. Een dergelijken ru ziemaker houde men liever bulten de deur. Laat men hem binnen, dan valt er geen eer aan te behalen en men loopt het gevaar van de gebroken glazen te moeten betalen. Donderdag 27 April zal er een nationale be devaart van priesterstudenten naar Schiedam plaats vinden, onder leiding van pater J. Fran- cino O.S.C. Om 10 uur wordt er in de parochiekerk van het Allerheiligste Hart. Lekstraat, een plech tige Hoogmis opgedragen door den leider van dezen bedetocht. De schola van het seminarie Hageveld onder leiding van prof. A. M. A. Vol- laerts zal de gezangen uitvoeren. Na een gemeenschappelijk ontbijt en een of ficieele begroeting zullen de pelgrims een rond gang door Schiedam ondernemen vooral om de merkwaardigheden, te bezichtigen, die de her innering aan St. Lidwina bezig houden. Des middags wordt er in de St. Lidwinakerk een Lof gecelebreerd, waaronder predicatie door pastoor J. B. W. M. Möller uit Voorburg. Tij dens deze plechtigheid processie met de relieken. Daarna bijwoning der Mimische Tafereelen in het gebouw van den R.K. Volksbond en ten slotte de thee bij de Eerw. Broeders aan de Nieuwe Haven. Kaarten van deelname a 1. zijn verkrijgbaar bij E. Veugelers, Kettelstraat 16, Schiedam. De stand van het bouwfonds ten behoeve van de vestiging der Paters Benedictijnen te Eg- mond is thans als volgt: Totaal vorige opgave ƒ5.523.92. Ingekomen giften en toegezegde bijdragen van 7—21 April: J. V. te H. ƒ20—, K. v. B. te H. 5.—, firma H. S. te L. 100.—, J. W. Pr. te R. ƒ25.—, past. Th. J. B. te E. ƒ5.—, jhr. M. G. R. de B. te B. ƒ5.—, M. A. L. te N. ƒ2.50, mevr. M. V. de G. te W. ƒ20.—, St. J. te V. ƒ1.50, N. N. te D. ƒ2.50, past. W. N. te A. ƒ10.samen ƒ196.50; ƒ1000.5 pet. Pand brief Holl. Hyp. Bank ƒ.1000.—. Ingekomen bij de St. Paulus Abdij, Ooster hout (N.B.): J. K. te O. ƒ1.—; mej. Th. R. te A. 52.—, mevr. H. te B. 50.—, mej. J. v. d. V. te B. 10—, mej. Th. R. te A. 12.50, N. N. te L. 100.—, Toon A. te O. 1.—, mevr. M. B. ƒ35.—, mej. N. N. ƒ5.—, mr. W. W. te den H. ƒ25.busjes ƒ15.41, samen ƒ306.91. In totaal werd tot nog toe dus ontvangen 7.027.33. Alle giften voor dit doel worden aangenomen ten kantore van de firma Theodoor Gilissen te Amsterdam, Nieuwe Doelenstraat 12—14, Giro-nummer 28485. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Rotterdam (H. Barbara) den weleerw. heer W. G. Buren; tot pastoor te den Hoorn (Schipluiden) den weleerw. heer J. M. H. Spoorman; tot rector van het St. Willibrordus- gesticht te Wassenaar den weleerw. heer A. Slij- kerman, die rector was van het St. Lduina-gest. te Purmerend. Alsmede tot pastoor te Haarlem (H.H. Elis. en Barb.) den weleerw. heer H. P. A. van Dijk; tot pastoor te Nieuwkoop den weleerw. heer Th. P. Blom; tot pastoor te Oud-Beyerland den weleerw. heer E. Mathot, die kapelaan was te Haarlem (H. Joseph). Vervolgens tot kapelaan te Amsterdam (H. Maria Magd.) den weleerw. heer J. A. v. Kleef; tot kapelaan te Rotterdam (H. Hildegardis) den weleerw. heer A. G. de Boer en tot kapelaan te Castricum den weleerw. heer J. L. W. Witteman, die kapelaan was te Warmenhuizen. 'M - «SmKSsg&Ps&S yT* 1, ff Het Vaderland ziet in zijn nummer van 20 April in de openbare school de eenige nationale school en schrijft de oude fabel neer, dat het bijzonder onder wijs de oorzaak is van duur onderwijs: „Het bijzonder onderwijs zij (dus) vrij. doch men ga de vermorsing van de daar aan bestede millioenen tegen, door een hoogere grens te stellen voor het aantal leerlingen, dat voor de oprichting van een bijzondere school vereischt is." Het Vaderland weet zoo goed als wij, dat men een openbare school kan oprichten met 12 kinderen, doch dat voor de oprichting van een bijzondere school noodig zijn 40, 60 80 of 100 kinderen, al naar gelang de ge meente inwoners telt. Het Vaderland weet ook, dat de openbare snertschooltjes er de duurte inbrengen. Het Vaderland weet dat de maatstaf voor de vergoeding aan bijzondere scholen is de kosten van het openbaar onderwijs, zoodat de exploitatie van bijzondere scholen voor den Staat wel goedkooper maar nooit duurder kan zijn. Het Vaderland weet eveneens dat libera len overal standenscholen oprichten omdat zij er terecht voor passen om hun kinderen aan roode onderwijzers toe te vertrouwen. Toch preekt het Vaderland de openbare school aan als de nationale. Zaterdag overleed in het St. Vincentiuszieken- huis te Groenlo de hoogeerwaarde heer P. J. C. van Haagen, emeritus deken en pastoor van Groenlo en kanunnik van het Metropolitaan kapittel. Hij bereikte den leeftijd van 86 jaar. Petrus Joannes Cornells van Haagen werd geboren in 1847 en priester gewijd in het jaar 1873. In het jaar 1910 werd liij opgenomen in het Metropolitaan kapittel van het aartsbisdom Utrecht. Tot 1928 was hij pastoor-deken van Groenlo. De arrestatie van den leerling-machinist bij de Nederlandsche Spoorwegen, A. C. S., die, naar wij reeds meldden, te Emmerik door S. A.- mannen van zijn machine werd gehaald, blijkt thans, zich eenigszins anders te hebben toe gedragen dan men uit de eerste berichten zou opmaken. Naar S. aan „De Telegraaf" mededeelt, heeft hij vorige week op het stationsemplacement te Emmerik een pamflet gevonden, dat in het Duitsch was gedrukt en waarvan de titel wees op anti-fascistische strekking. S. kent de Duit sche taal niet en gaf daarom het geschrift aan een Duitschen collega om dezen te vragen, wat er in stond. De Duitscher verzocht, het papier te mogen behouden. Dinsdag j.l. maakte S. zijn volgende reis naar Emmerik, waarvan hij Woensdag zou terugkee- ren. Toen hij de machine had gereedgemaakt voor de terugreis en hij bezig was, de locomotief voor den trein te rangeeren, gaven twee mannen, waarvan een in burger en een in S. A.-uniform hem bevel te stoppen. Ze grepen hem bij den kraag en brachten hem over naar het bureau van de Kriminalpolizei. Hier werd hem allereerst gevraagd, of hij communist of socialist was, waarop S. Verklaar de, tot geen van beide partijen te behooren. Bij nauwkeurige fouilleering trof men in een van zijn jaszakken een verkiezings-strooibiljet aan, dat hem in zijn woonplaats Amsterdam in de hand was gestopt. Dit biljet was toevalliger wijze van een partij, die in Nederland voor fas cistisch doorgaat! Toch werd S. zwaar geboeid naar een cel ge bracht, waar men hem liet van 's avonds 9 uur tot den volgenden ochtend ongeveer II uur. Men kwam hem toen halen om hem teonderwerpen aan een verhoor, dat onafgebroken twee uren duurde. S. vernam daarbij, dat ook de Duitsche rangeerder, dien hij het gevonden vlugschrift had gegeven, zich in arrest bevond. Men deelde den Nederlandschen machinist mede, dat in zijn woning te Amsterdam huiszoeking gedaan zou worden en S. drong er op aan, dat dit dan zoo spoedig mogelijk zou gebeuren. Tot deè middags 6 uur werd hij vervolgens weer in de cel ondergebracht, doch toen geble ken was, dat zijn verklaringen volkomen klop ten met die van zijn Duitschen collega, werd hij eindelijk om 7 uur 's avonds in vrijheid gesteld. S. deelde nog mede, dat de directie der Ne derlandsche Spoorwegen hem langdurig over 't gebeurde ondervraagd heeft en geen aanleiding vond hem eenigerlei straf op te leggen. Namens den Officier van Justitie verzoekt de commissaris van politie te Den Bosch inlichtin gen over een onlangs gedane, aangifte, waarbij iemand, K. R. geheeten, heeft verklaard, dat zijn gescheiden echtgenoote, Ch. v. E., hem heeft medegedeeld, dat zij eenige jaren geleden haar tante, wier naam hij niet bekend wilde maken, met een aardappelschilmesje zou heb ben vermoord. Dit zou aldus „De Telegraaf' ergens in de bosschen zijn gebeurd en school kinderen zouden het lijk van de vrouw gevon den hebben. Na den moord zou de daderes het lijk met peper hebben volgestrooid. Zaterdag, den dag waarop des avonds de luisterrijke viering van het vijfde eeuwfeest van St. Liduina's zalig afsterven te Schiedam is in gezet, zijn duizend Nederlandsche verkenners, voortrekkers en welpen, ter beevaart getrokken naar de stad, waar de groote heilige haar heilig leven heeft geleefd. Op dezen St. Liduina-ver- kennersdag hebben de katholieke padvinders getoond de groote Schiedamsche heilige naar waarde te kunnen eeren. Reeds vroeg in den morgen werden de Schie damsche straten opgefleurd door de frissche energieke patrouilles padvinders, die naar de Liduinakerk marcheerden. Want voor hen, die van dichtbij kwamen, werd reeds om kwart voor negen een stille H. Mis opgedragen waaronder de aanwezige bedevaartgangers ter H. Tafel naderden. In gebouw Eendracht stond daarna het ontbijt klaar. Treinen, trams en autobussen brachten steeds nieuwe patrouilles aan, die met hun fleurige uniformen de straten een frisch en opgewekt aspect gaven. Om half elf verzamelden zich alle deel nemers weer in de Liduinakerk, waar een plech tige Hoogmis werd opgedragen door den dioce saan verkennersgeestelijke, den weleerw. heer J. B. Th. van Woesik, met assistentie van de weleerw. heeren P. J. Maas, districtsaalmoeze nier te Rotterdam, en J. J. Boon, aalmoezenier te Den Haag, als diaken en subdiaken. In de schitterend versierde kerk bood ook het gezicht van de duizend padvinders een feestelijken en tegelijk devoten aanblik. Onder de H. Mis werd uitgevoerd de Missa Brevis en wel de vaste gezangen door alle verkenners onder leiding van kapelaan R. M. A. Nieveen van Dijkum uit Leiden. De wisselende gezangen werden uitge voerd door leerlingen van de Kweekschool voor onderwijzers van de Eerw. Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis te Den Haag. De welbestudeerde zang uit al die jongens- keelen droeg het hare er toe bij om de devote en indrukwekkende stemming te verhoogen en der plechtigheid luister bij te zetten. Onder de H. Mis hield de hoofdverkennersgeestelijke, de weleerw. zeergel. pater dr. mr. J. Beuns S. J. een korte preek naar aanleiding van de woor den uit de openbaring: „Wees getrouw tot in den dood." Wanneer gij, aldus pater Beuns, vóór 500 jaar hier gekomen waart om u met de burgers van Schiedam te stichten aan het heilige leven van St. Liduina, dan zoudt gij ook haar neefje Boudewijn bij haar hebben aangetroffen. St Liduina heeft verschrikkelijk geleden en nie mand, die dit beter wist dan deze twaalfjarige knaap, die zijn spel liet staan om de arme vrouw zijn hulp aan te bieden. De H. Liduina bleef trouw aan haar Godde- lijken Bruidegom en de knaap betoonde een onwrikbare trouw tegenover de ongelukkige zieke. Hoe schoone voorbeelden dus voor den verkenner! Moge St. Liduina in ons allen de deugd van trouw helpen aankweeken. Na de H. Mis trokken de voortrekkers en verkenners naar gebouw Eendracht, waar de lunch werd gereserveerd. Ook aan tafel heersch- te weer die prettige, gepaste stemming, die de Verkennersbewegingf in Naderland kenmerkt. In de school aan de Nassaulaan, waar de welpen werden ondergebracht, vond een be groeting van den nieuwen hoofdkwartier commissaris, majoor J. v. Leeuwen, plaats. De dag bleek goed bezet te zijn, want onmid dellijk na den maaltijd marcheerden de voor trekkers en de verkenners naar het gebouw van den R.K. Volksbond, waar de eerste uitvoering zou plaats hebben van de mimische tafreelen ter illustratie van een lezing over het lefren van de H. Liduina, te houden door prof. Dr. Alphons Steger. Wat nu die mimische tafereelen betreft, deze zijn ontworpen en in scène gezet door den heer Frank Luns en een aantal Schiedamsche jon gelui verleenen hieraan hun medewerking. Prof. Dr. Steger nu vertelt uit het leven van de H. Liduina en telkens wordt dan de betref fende episode op het tooneel voorgesteld. Deze w(jze van illustratie is weer eens iets anders dan tableaux vivants; zij biedt meer mogelijk heden; zü brengt ook weer moeilijkheden te weeg die zich bij tableaux vivants niet voor doen. Het hoofddoel van deze tafereelen is na tuurlijk een zekere sfeer te scheppen; St. Li duina's leven op levendige wijze uit te beelden en daardoor een grooteren indruk te maken op de toeschouwers. Onmiddellijk komt dan al een moeilijkheid naar voren; namelijk om de aandacht te vestigen op de H. Liduina zelf. Want slechts zij is bewegingloos. Alle anderen acteeren; alleen zij is uiteraard zonder actie. Bij een gewoon tooneelstuk kan hiervoor de oplossing gezocht worden in een suggestieven tekst van de rol; bij mimische tafereelen is dit vanzelfsprekend onmogelijk. De heer Luns heeft de oplossing trachten te vinden in de décors en de costuums, kortom in de geheele aanklee ding van het tooneel. We gelooven wel dat hij met dit pogen succes heeft gehad. Ondanks de beweeglijkheid der overigen wordt en blijft toch de aandacht geconcentreerd op de H. Liduina zelf en daardoor wordt het doel van de tafereelen heel dicht benaderd. Het spreekt vanzelf dat niet alle en ook niet de meest sug gestieve episoden in het leven van de heilige voor het voetlicht konden worden gebracht. Daarvoor waren niet allen geschikt. In totaal zijn er acht geënsceneerd en wel: Het wonderbare Mariabeeld; de val op het ijs; de diagnose; de vluchteling; het bezoek van den Wij-bisschop; de verzorgster der armen; Liduina's Martelaarschap en tenslotte de Apo theose. Met deze apotheose heeft de heer Luns getracht den climax te vormen; de leering uit te beelden die de toeschouwers uit de lezing met de tafereelen behooren te trekken. De tafereelen zelf zijn heel natuurlijk gehou den; ze zijn niet gestyleerd, er zijn geen vreem de en onbegrijpelijke décors; neen, ieder toe schouwer ziet onmiddellijk wat er bedoeld wordt en hij herkent er onmiddellijk in het leven van de Heilige, zooals hij zich dit had voorgesteld. De tafereelen zelf duren maar kort. Om er een te beschrijven; het wondere Mariabeeld. Het tooneel stelt voor een kerkinterieur: banken, en daarin geloovigen. De kerk is uit; de geloo- vigen staan op en verlaten het tooneel. De H. Liduina staat eveneens op en gaat naar het beeld van de H. Moeder Gods, voor wie zij een bijzondere vereering koestert. Zij bidt eenige oogenblikken, zij heft het hoofd op. De Moeder Gods knikt haar vriendelijk toe. Liduina blijft in verrukking'zitten. Dan sluit zich het doek en Prof. Steger vervolgt zijn lezing. Voor de eerste maal dus zijn de tafereelen voor de Verkenners opgevoerd en bij hen zeer in den smaak gevallen. Voor de welpen werden zij 'n uur erna voor het voetlicht gebracht. Beladen met allerlei pakken en pakjes waren de verkenners in Schiedam gekomen: hun ga ven aan de armen ter eere van de H. Liduina. Des middags zijn deze gaven in de kerk aan geboden. Een voor een legden de deelnemers op de communiebank hun gaven, die uit de meest onderscheiden artikelen, uit geld en uit natura bestonden. Vervolgens werden de relikwieën van de Heilige Liduina in processie rondgedra gen. Onder deze processie werd door de deel nemers een speciaal voor de gelegenheid ver vaardigd lied gezongen: Verkennersgroet aan Liduina. Na het Lof gingen de deelnemers weer per trein, tram en autobus huiswaarts. Zaterdagavond is met een plechtig Lof de groote novene ter eere van de H. Liduina ge opend. Dit Lof werd gecelebreerd door den Doorluchtigen en Hoogwaardigen heer Mgr. H. J. M. Taskin, Protonotarius Apostolicus, geas sisteerd door theologanten van het groot-semi narie Hageveld. De verschillende gezangen wer den Gregoriaansch uitgevoerd. De feestpredi katie werd gehouden door den zeereerw. hooggel. heer Pater Lector B. Molkenboer O.P. Reeds lang voordat het Lof begon was er in de kerk geen plaatsje meer onbezet en waren zelfs de paden gevuld. Voorafgegaan door zijn assistenten en misdienaars betrad Mgr. Tas- kin van de kerk uit het altaar. Hierop werd gebeden voor de intenties, die in overvloedig aantal waren binnengekomen. Er waren er uit alle deelen des lands en van over de gren zen, zelfs was er een uit Afrika. Onder deze gebeden werden de reliquiën van de H. Li duina in processie rondgedragen. Onder het Lof beklom pater lector B. Mol kenboer O. P. den kansel voor de predicatie. Het is opvallend, aldus spr., hoe in deze maand April twee eeuwfeesten samenvallen, twee eeuwfeesten, die wij onwillekeurig gaan vergelijken. Als Nederlander herdenken wij een man van prinseiijken bloede, als katholieken een arme vrouw. Denkbaar vieren wij de na gedachtenis van den man, die ons onze na tionale onafhankelijkheid schonk, doch veel meer gaat onze geestdrift uit naar de vrouw, die ons de geestelijke vrijheid gaf, de vrijheid om ons boven al het aardsche te kunnen ver heffen. Wat ons in Liduina het meest aan trekt is, dat wij haar kunnen eeren als een echt Hollandsche heilige. In Schiedam is zij geboren en getogen. In Schiedam heeft zij 38 jaar geleden en gestreden om den eeuwigen hemelschen troon te bemachtigen. De aanleiding tot haar lijden was het echt- Hollandsche ijsvermaak, zij is een bloem, op gegroeid en ontloken op den dorren Nederland schen bodem die nog nooit een Heilige voort bracht. In het veel-bewogen leven van Liduina be merken wij, dat zü niet geleden heeft in een toestand van verdorring of werkeloosheid, neen, zij leefde mee met de nooden van haar tijd. Haar ziekenkamer werd een raadzaal, waar van heinde en verre men haar om raad kwam vragen. Dit aspect in haar vereering is gedurende 500 jaren niet verdwenen. Wanneer wij de geschiedenis van haar lijden nagaan dan moeten wij stilstaan bij de droe ve dagen der Hervorming. Na het bruut geweld van dien tijd was zelfs haar gebeente niet meer veilig en eeuwen lang is dit gebeente uit Schiedam geweest. Doch ondanks dat is de vereering van Li duina niet verstomd. In het midden der vorige eeuw is deze ver eering opnieuw opgebloeid en kwamen haar ieliquieën naar Schiedam terug. Nu, na 500 jaar, beheerscht Liduina nog uw hart en galmen de feestklanken in onze stad. Laten wij ons dan blijven herinneren hoe Liduina haar beproevingen droeg in stille lijd zaamheid; laat het ons ten voorbeeld strek ken, opdat ook wij leeren onze beproevingen te dragen. Dan zal eens het Alleluja Festivale samen smelten met het alleluja der verlossing. BATAVIA, 22 April. (Aneta) De Regeering en het dagelijksch bestuur van de N.I.V.A.S. kwa men tot overeenstemming betreffende de wen- scheljjkheid om de crisiszorg voor werklooze employé's niet te regelen volgens den oorspron- kelijken opzet door middel van een crisisfonds. De suikerindustrie bood onder nadere goed keuring van de ledenvergadering der N.I.V.A.S., welke in Mei a.s zal worden gehouden, de jaar- lijksche storting van 500.000 gedurende drie jaar in de kas van het Algemeen Steuncomité aan, welk bedrag echter bestemd blijft voor verleening aan employé's en arbeiders in de suikerindustrie. Dit bedrag is slechts oogenschijnlijk geringer dan het bedrag dat verkregen zou kunnen wor den door heffing van 5 cent per afgeleverde quintaal, omdat daarvan zouden moeten worden afgetrokken de bedragen van den vrijwillig verleenden steun aan ontslagenen. Dit voorstel vermijdt enormen administratieven omslag. Verwacht kan worden dat de in Mei a.s. te houden vergadering van de N.I.V.A.S dit voor stel zal accepteeren. Zaterdagmorgen heeft ten gemeentehuize te Arnhem, op uitnoodiging van den Rijksbemid delaar Mr. P. J. M. AALBERSE, een bespre king plaats gehad met het hoofdbestuur van de Nederlandsche R. K. Steenfabrieks-Arbei- ders-Organisatie te Stevensweert en de Direc tie van de Nederlandsche Gresbuizen-Industrie te Tegelen en Belfeld, alsmede van de firma JanssenWillems te Reuvert, teneinde te trachten het dreigende conflict in de Limburg sche Klei-Industrie op te lossen. In verband met deze conferentie had het bestuur der Arbeidersorganisatie de tegen Maandag a.s. aangekondigde staking één week uitgesteld. De bespreking heeft tot een volledi ge oplossing van het geschil geleid. Eenige de tailpunten zullen onderling worden geregeld. De aangekondigde staking gaat dus niét door. 4 >b BATAVIA, 22 April. (Aneta) Momenteel is bij de regeèring in behandeling een welvaartspro gramma, zijnde een afgerond complex maat regelen ter stimuleering van de welvaart der bevolking. Deze maatregelen hebben voorna melijk betrekking op de kleine bedrijven, land bouw- en veeteelt-industrieën. Mogelijk zal reeds in den loop van 1933 met de uitvoering van dit programma worden be gonnen, welke dan in 1934 zal worden voortge zet. Door middel van een aanvullingsbegrooting voor 1933 zal hiertoe een bedrag van circa 400.000 worden aangevraagd. Op de begroo ting voor het dienstjaar 1934 zal dan voor dit doel 1.000.000 1.500.000 worden opgebracht. Z. H. de Paus heeft benoemd tot ridder in de Orde van Gregorius den Grooten den heer J. Breukers, directeur der Coöperatieve Roermond- sche Eiermijn en lid van den Roermondschen Gemeenteraad. De Eerste Kamer is in openbare vergadering bijeengeroepen op Donderdag 27 April a.s., des namiddags te half twee uur, ter behandeling o.m. van de navolgende wetsontwerpen: Wijziging en verhooging van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Gemeente fonds voor het begrootingsjaar 1931-1932 (Ver hooging bedragen voor uitkeeringen aan ge meenten) Wijziging van de Wet van 11 Juli 1908 hou dend instelling eener Consignatiekas; Voorbehoud van de bevoegdheid tot bekrach tiging van het Verdrag met Protocol van onder- teekening tot beperking van de vervaardiging en tot regeling van de distributie van verdoo- vende middelen van 13 Juli 1931. De voorzitter is voornemens aan de Centrale Afdeeling voor te stellen in de afdeelingen te doen onderzoeken, onmiddellijk na de open bare vergadering, het ontwerp van wet tot ver leening van bevoegdheden tot het nemen van bijzondere maatregelen in het belang van den landbouw. Bij K.B. is aan mr. G. J. Bisschop op zijn verzoek met ingang van 1 Mei 1933 eervol ont slag verleend als burgemeester der gemeente Hoorn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 6