■POT. ...P g 11 f II
ill
M
Graalspel St. Lydwina ter eere
Een oogenfeest van kleuren
Schiedams Lydwinafeesten
m
7000 GRAALMEISJES
PLECHTIGE SLUITING
MAANDAG 1 MEI
-
li-
1 I I s: s
n«W
Aanwezigheid van binnen- en bui-
tenlandsche Bisschoppen,
Ministers en Gezanten
Katholieke belijdenis
Hooge belangstelling
Mgr. Aengenent zegent
Katholiek besef
De stad der heilige heeft waardig
haar eeuwfeest besloten
Bisschoppelijk vermaan
Mgr. MacDonald verwelkomd
De laatste novene-dag
Toespraak Mgr. Aengenent
Plechtige sluiting
-£
I
-iSk
In tegenwoordigheid van bisschoppen en mi
nisters, van talrijke geestelijke en wereldlijke
autoriteiten, in aanwezigheid van duizenden
die het Xerxesstadion nabij Rotterdam vulden
heeft Zondagmiddag de „gala-voorstelling''
plaats gevonden van het, door Liesbeth Allard
vervaardigde Graalspel dat aan „Sint Lydwina"
is gewijd. Deze uitvoering is geworden tot een
schoonheid voor oog en oor, tot een verblijding
van het Roomsche gemoed, tot een wonder van
ordening en discipline, van instudeering en of
fervaardige toewijding. Hoe is hier gewerkt!
Hoe moest hier gearbeid worden om tot dit
resultaat te komen! Welk een erkenning door
de realiteit der schoone daad van het werk
der Vrouwen van Nazareth die de Graalbewe
ging leiden.
Fier woeien Graalvlaggen rondom het
stadion dat zich met 30.000 toeschouwers vul-
groot geheel. We belijden ons bij voorkeur kin
deren van een Kerk die heel de aarde en alle
volken omvat. Wij zijn fier op den naam ka
tholiek dat algemeen beteekent: van en
voor alle tijden en geslachten. En daarom ont
roert het ons wanneer de gebondenheid van
duizenden eigene overtuiging tot ons terug-
draagt en ons Roomsch besef verbreedt en ver
diept.
Zeven duizend meisjes bijeen om te zamen in
wonderschoone uiterlijkheid van kleur waar
is dg colorist die deze visie vastlegt in een beel
dend kunstwerk? het innerlijk katholiek
levensweten tot de massa daar rondom uit te
dragen. Zeven a achtduizend monden die in
een machtig geluid uitzeggen wat het leven
van een voorbeeldige Hollandsche vrouwe voor
schoone inhield óók voor dezen, onzen tijd.
Dat alléén, dat op zich zelf grijpt aan. Een
gevoel van fierheid overvalt ons wanneer we
zien dat dit mogelijk is in Holland, dat deze
massaliteit kan groeien, dat eigenlijk die massa
nog maar kien is in vergelijking tot het reuzen-
leger, hetwelk de Graal zou kunnen aanvoeren,
indien dit stadion grooter ware geweest.
Ja: hier was een verdieping en een ont
plooiing van het katholieke besef.
Allereerst en bovenal en naar zijn beste we
zen was dit Graalspel een feest van uiterlijk
heid. We zijn nu eenmaal menschen tot wier
ziel de zinnen spreken.
De Graal is een en al schoone uiterlijkheid
Maar welke geestelijke waarden door kleur-
schoone uiterlijkheid borg overigens deze
wondere vertooning die boeide en ontroerde en
een Roomsche blijdschap werd! En hoeveel
was er sinds verleden week nog veranderd en
verbeterd!
Tusschen de eerste voorstelling en deze „gala
voorstelling" lag een regiestijging van opval
lende hoogte. Mijn grootste bewondering gaat
dan ook uit naar den arbeid van mej. Procula
Scholten en naar de onbekende kleurgevoelige
lijnenleidende ontwerpster van costuums en
groepen. Het is een meer gebruikte en mis
schien daardoor ietwat banale vergelijking,
maar de tocht van velen door het land der
bloemenvelden hierheen bracht als vanzelf de
gedachte naar voren: een waaiend tulpenveld-
De kleuren waren gerangschikt in de vloeiend
ste overgangen, soms uiterst gedurfd maar al
tijd fijnzinnig, ryk aan nuancen, rijk aan
verscheidenheid, en te zamen één wondere har
monie. Heel den middag bleef boeien die wis
selende groepeering der kleurgroepen. Heel
den middag bleef boeien het massaal rhyth-
misch gebaren en bewegen der groepen. Door
dat de sluiers of schouderbedekkingen van som
mige groepen rond den nemeltroon van een
heel andere kleur waren dan de tunica, be
werkten gebaren met de armen en het wenden
van het lichaam vaak een verrassende plotse
linge algeheele verandering van kleurbeeld en
lijnenspel.
Voor zulk een kleurenjubel, voor zulk een
kleurenblijdschap, voor zulk een spel van
coloriet is een helle lucht, is bovenal zon noodig.
En hoe onwaarschijnlijk het ook dien regeu-
morgen moge geleken hebben: de Graal-ver
tooning kreeg wéér den heelen middag de
zonneverheerlijking die zij behoefde.
Nu eens strak-statig als het binnenschrijden
der bewaarengelen bij den aanvang, dan weer
vol warreling in stormend opkomen als een
wervelwind; nu eens klaaglijk en meelijwekkend
als de lijdende Lydwina-groep, dan weer in
jubileerende extase of vol durvenden jeugd-
moed als de Graaltroepen der moderne jeugn
zoo werd de boetseering der groepen in
haar verschillende opstellingen, samenvoegin
gen en uiteen scheuring tot een boeiende be
koring der oogen.
De bewegingszekerheid dezer groepen, haar
gebarentaal en rhythmische bewogenheid wer
den één met het massaal en toch zoo gelukkig
gemoduleerd begripvol uitzeggen der spreek
koren. De soms zeer welluidend klinkende taal
van Liesbeth Allard kwam als uit één mond
ondanks de zegging van duizenden tegelijk. Een
meesterstuk van instudeering.
Wijding en samenbinding bracht het, elec-
trische versterkte, orgelspel van Hubert
Cuypers. Het stadion werd somwijlen als een
grootsche kathedraal met de koepelende he
melen Gods tot gewelf toen het Sanctus rond
Gods troon wuifde of het Gloria naar boven
wiekte dan wel het Stabat Mater klaagde over
zóóveel leed onder het kruis. Wèl werd het
orgelspel hetzij als begeleiding van den zang,
de, naar ons werd meegedeeld. Door allen har
telijk begroet kwamen H.H. H.H. Excellenties
Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem met
Mgr. MacDonald, Aartsbisschop van Edin
burgh, Schotland, Mgr. Diepen van Den Bosch,
Mgr. Mijers, Hulpbisschop van Londen en de
vicaris-generaal L. Steinmann uit Berlijn.
Voorts merkten we op minister Ruys de Bee-
renbrouck, minister Deckers, minister Reymer,
den commissaris der Koningin in Limburg
oud-minister Aalberse, baron van Wijnbergen,
vele Eerste en Tweede Kamerleden, wereld
lijke en geestelijke autoriteiten, ook enkele
gezanten.
Toen 't spel zijn bekroning gevonden had en
het défilé zou aanvangen klonk door de ge
luidsinstallatie de stem van Haarlems Bisschop
Z. H. Exc. Mgr. Aengenent over het stadion.
Mgr. herinnerde aan het schrijven van Z. H.
Paus Pius XI tot hem ter gelegenheid der St
Lydwina-feesten gericht, waarin Hij aan Mgr.
de gunst verleende van een vollen aflaat voor
de geloovigen. „Ik weet zeker aldus onge
veer Mgr. dat, wanneer onze Heilige Vader
hier persoonlijk in ons midden ware geweest,
Hij evenals wy allen diep geroerd en verrukt
zou zijn door de onuitsprekelijk schoone wijze,
waarop De Graal het St. Lydwina-feest heeft
willen vieren en Lydwina eeren. Maar de Hei
lige Vader wil op geestelijke wijze in ons mid
den zijn door Mij de gunst te verleenen, in
Zijn naam u te mogen zegenen,"
Alsdan schonk Monseigneur aan de duizen
den in het groote stadion de Pauselijke gunst,
den Pauselijken Zegen.
Oud-professor W. Nolet die op zoo fijnzinnige
wijze de erkenning van Oranje's beteekenis
door de katholieken heeft bepleit en thans de
kerkhistorische mentor is voor het grootsche
Sacramentsspel dat 18 Juni in het Amsterdani-
sche reuzenstadion zal worden gegeven heeft
juist dezer dagen dit spel ingeleid met de
woorden: Zoo wordt deze stadion-uitvoering
meer dan een lust voor de oogen, een verdie
ping en ontplooiing van het katholieke besef."
Een verdieping en ontplooiing van het katho
lieke besefHoe zijn deze woorden ook toe
passelijk op de grootsche Graaluitvoering van
het eeuwfeestspel ter eere van St. Lydwina in
het Xerxes-stadion nabij Rotterdam. Het ka
tholieke gemoed werd hier geraakt door de
massaliteit. Wy weten ons graag deel van een
juist omdat deze karakteristiek-moderne be
weging door de zinnen tot de jonge ziel wil
doordringen.
Ook dit spel was een triumf van uiterlijk
heid: kijkspel bovenal. Maar kijkspel in da
hoogere beteekenis van het woord, want da
oogen waren hier de gidsen voor de gedachte
die naar het lijden werd gericht met den kruis
triomf van Golgotha en de verheeriyking der
Hemelen. Het woord bleef alsnog secundair. De
tekst van het spel was ditmaal eigener en beter
dan bij vorige spelen en een litterair bewust
zijn scheen z'n beschavend werk gedaan te
hebben. Maar een kunstwerk was hier nog
niet gerijpt, een verantwoord dichtwerk was
nog niet verkregen en het klankvolle woord met
de kleurrijke beelding werden nog niet met de
taal tot een schoone harmonie. Er waren zelfs
zinnen die den critischen zin stootten, als „geen
gelukshengst is voor mij" of „nu gaat al mijn
lust er aan." Het wachten blijft nog op een
tekst voor een grootsche conceptie en een beel
dende regie als die van Procula Scholten met
de muzikale illustratie van Tabitha Vermeulen.
(Hubert Cuypers bespeelde het orgel).
Intusschen is het thans bereikte een betee-
kenende ontwikkeling sedert het eerste loutere
spreekkoor zonder veel actie in „Het Paasch-
kruis" en het door meer handeling bewogener
„Pinksterzegen" van verleden jaar.
Niet alleen door het bewegingskoor, door de
meerdere actie zoowel als door de muziek wa
ren er nieuwe elementen in deze vertooning
der Graal gekomen. De nieuwe leiding heeft
ook een wezenlijker verandering gebracht
door haar zoeken naar een aansluiting aan het
middeleeuwsche mysteriespel.
Er was nu niet enkel spreekkoor in rythmisch
gebaren. Er was niet enkel het uitzeggen van
duizenden in één geweldige eenheid met op
en afgaan van groepen. Er was meer: er
was een acteeren der massa benevens de ver
tooning van een tooneelmatige versymbolisee-
ring van Golgotha en van den Hemel waar de
Drieëenheid temidden der troonenkelen troon
de. Jammer dat de raad, verleden wëek hier
neergeschreven, niet gevolgd was ten aanzien
van de Christusfiguur aan het kruis. Al was
er gestreefd naar een verbetering en al was er
ook een gelukkiger beelding verkregen, een
goede oplossing voor deze centrale figuratie in
het spel was nog niet bereikt. Met een simpe
ler symboliseering ware méér verkregen dan
met deze realisatie van de hangende Christus
figuur.
Zaterdag, den achtsten dag der novene, den
dag waarop de Schiedamsche jeugd haar ver
eering tot uiting heeft gebracht, hebben de
eerw. Broeders de opvoering van een St.
Lyöwina-spel mogelijk gemaakt.
In den namiddag dan werd op de binnen
plaats van het nieuwe, nog niet geheel vol
tooide broederhuis aan de Warande, het
Lydwina-spel opgevoerd.
Van een „spel" kan eigenlijk niet gesproken
worden. Feitelijk waren het tableaux vivants,
die tot illustratie dienden van spreekkoren,
waarin Lydwina's leven en lijden op dichterlijke
en tevens devote wijze werd geschetst.
De spreekkoren werden geleid door Br Con-
stantius B.D.O., den maker van den tekst.
Intusschen was Mgr. Mac Donald, aarts
bisschop van Edinburgh, Schotland, reeds op
weg naar Haarlem. Omstreeks zeven uur pas
seerde de trein uit Vlissingen, waarin zich Mgr.
Mac Donald bevond, Rotterdam. Op het station
Delftsche Poort, waar de trein eenige oogen-
blikken oponthoud had, werd Mgr. Mac Donald
verwelkomd door een aantal Graalmeisjes, die
met kleurige vlaggen op het perron stonden
opgesteld. Eenige spreekkoren werden gezegd en
vervolgens werd den aartsbisschop, bij wijze van
welkomstgroet in Holland, een bos roode tulpen
aangeboden. Dan zette de trein zijn reis voort.
Mgr. boog zich nog wuivende uit het portier
raampje tot het station uit het gezicht was.
Deze laatste dag van de viering van St.
Lydwina's eeuwfeest heeft de kroon gezet op
het werk, dat door Schiedam tot Lydwina's
meerdere eer en glorie is verricht.
In alle kerken van Schiedam werd een pon
tificale H. Mis gecelebreerd en Lydwina's kerk
mocht den Bisschop van Haarlem. Zijne Hoog
waardige Excellentie, Mgr. J. D. J. Aengenent,
als haar gast beschouwen. Aan het altaar werd
zyne Excellentie geassisteerd door Zijne Door
luchtige Hoogw. Mgr. H. J. M. Taskin, president
van het Groot-Seminarie Warmond, als pres
byter assistens; de Hoogeerw. heeren B. Schaap
O.P., Provinciaal der Predikheeren en Hubert
Meuffels C.M., Provinciaal der Pater Lazaristen
als troondiaken, en Prof. Dr. Titus Brandsma,
Rector Magnificus van de R. K. Universiteit te
Nijmegen en den Zeereerw. heer L. Paulussen als
diakens. De overige functies werden vervuld
door studenten van het Groot-Seminarie.
H.H. H.H. Exc. Mgr. MacDonald, de aarts
bisschop van Edinburgh en Mgr. Meyers, hulp
bisschop van Londen, alsmede de vicaris-
generaal van Berlijn en de Hoogw. Heer Stöcker,
prelaat van de abdij Beme, luisterde de plechtig
heid met hun tegenwoordigheid op.
Tot bywoning van deze H. Mis waren de leden
van het nationaal Comité uitgenoodigd.
Onder de aanwezigen bevonden zich dan ook
de hoogeerw. heer H. P. H. Jansen, eere-kanun-
nik van het Kathedraal Kapittel te Haarlem; Z.
Exc. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck;
Z. Exc. Mr. Dr. L. N. Deckers; Prof. Mr. P. Aal
berse, voorzitter van den Partijraad der R. K.
Staatspartij; Z. Exc. Mr. E. O. J. M. Baron van
Hövell tot Westerflier, Baljuw van de Souvereine
Orde naar Malta; H. Stulemeyer, burgemeester
van Schiedam; L. J. Stolwijk, als vertegenwoor
diger der R. K. Joumalistenvereeniging; de
Zeereerw. heer rector J. Th. van Galen, centr.-
praeses der St. Josephsgezellen in Nederland; C.
J. G. Struycken, voorzitter van den Ned. R. K.
Middenstandsbond; Henri Kuypers, voorzitter
van de Ver. van R. K. Dagblad-Directeuren;
Eerw. Moeder Marguérite van Gilse, algemeen
overste van de vrouwen van Nazareth; Mej. v.
d. Kallen, secretaresse van het Centraal-Bestuur
van de Graal; Mej. A. R. Kleipool voor de Fe
deratie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland;
de Zeereerw. heer W. Nolet, pastoor te Amster
dam; de Zeereerw. Pater B. Kruitwagen O.F.M.
te Rotterdam; H. G. de Boer, voorzitter der St.
Willibrordus-Federatie; A. C. de Bruyn, voorz.
van het R. K. Werkliedenverbond; alsmede Prof.
Massignon van het „Collége de France" te Pa
rijs, een intiem vriend van St. Lydwina's le
vensbeschrijver Huysmans.
Na het Evangelie beklom Mgr. Aengenent
den kansel om zich in een toespraak tot de ge
loovigen te richten.
Twee gedachten, aldus de gewijde spreker, legt
de kerk ons vandaag in den mond. Ten eerste
moeten wij God vragen, evenals Lydwina de
gelukzaligheid te mogen verwerven. Het is een
heel eenvoudige gedachte doch zij vormt het
geheele levensprogram van iederen mensch.
De mensch toch is niet geschapen voor deze
wereld; zijn bestemming ligt niet op aarde, doch.
in de eeuwigheid.
Maar waarom staat die gedachte ons niet
iederen dag, ieder uur, ja ieder oogenblik voor
den geest? Wat zou ons leven dan veel gelukki
ger zijn! Wat zouden we dan veelvuldiger van
ons bezit mededeelen aan de behoeftigen! Als er,
van de spreekkoren of van het bewegingsspel
der groepen, tot een uiterst waardevol element
der opvoering.
Sint Lydwina is bij haar eeuwfeest door de
Graal op een machtige wijze geëerd.
Doch evenmin als het bijvoorbeeld den
Stillen Omgangers allereerst en allermeest te
doen is om het verleden, om het historisch
gebeuren van weleer, doch om de beteekenis
van het herdenken voor onzen dag en voor
de toekomst, evenzoo was de Sint Lydwina-
jubileering der Graal algeheel ingesteld op de
behoeften van dezen t ij d.
Geen historiespel werd gegeven maar alle
gorie: zinnenspel, dat het leven eener heilige
vrouw als het ware ontdekte voor de jeugd
van het heden. De door alle tyden voortlevende
les van het lijden werd in nieuwen vorm tot
het bevattingsvermogen der levenden gedragen.
De beteekenis der uitverkiezing van haar
die tot het lijden geroepen werd en algeheel
aan Gods genade beantwoordde werd mensche-
lijk begrijpelijk tot de massa gebracht. Hoe
schrikwekkend ook het leed zij: de verklaring
der engelen dat er geleden moet worden voor
de redding der wereld doet een wedijver ont
staan: „geef slechts genade en neem my".
Er zijn sterken, er zyn zwakkeren. Maar
allen bidden en wij leeren weer bidden
met hen:
„Laat uit ons worden, Heer, waar Gij ons voor
gemaakt hebt."
Dat is de groote les van dit levensspel:
„Laat uit ons worden, Heer waar Gy ons voor
gemaakt hebt."
een waarheid is, die Lydwina ons heeft geleerd
dan is het wel deze, dat alle smart en ïyden op
aarde niets te beteekenen heeft in vergeiyking
met het eeuwig geluk van het hiernamaals.
De tweede gedachte welke de Kerk ons van
daag in den mond legt is, dat wij ons twee
eigenschappen eigen maken: een groote liefde
tot God en een groote liefde tot de evennaas
ten; twee eigenschappen, die ook Lydwina zich
heeft eigen gemaakt. Welk een heerhjk voor
beeld voor ons in de tyden waarin wij leven.
Wat zouden ook wij veel geduldiger zijn, wan
neer wij zoo'n groote liefde tot God bezaten,
uit het Ujden geput. Eenige jaren geleden was
er rykdom en overvloed in de wereld; het heeft
de menschen echter niet nader gebracht tot
God. Dat wil Hij nu anders. En nu hebben wy
een heerlijk voorbeeld aan Lydwina, om ons
meer en meer tot Hem te wenden.
Maar ook brandde Lydwina van liefde tot de
armen, zy was zelf arm, doch met vreugde
deelde zy van haar armoede mede aan hen die
nog minder hadden.
We mogen zeggen dat het een beschikking
van de Voorzienigheid is, dat juist in dezen tyd
Lydwina's eeuwfeest wordt gevierd. Juist nu
moeten wy worden aangemoedigd om te geven
aan de armen onder ons. Lydwina's feest is een
lichtende gebeurtenis in dezen somberen tijd.
Moge het ons er aan herinneren, dat wy al
leen geschapen zyn voor het leven hiernamaals.
Moge dit eeuwfeest ons van de gedachte door
dringen, dat leven slechts een bedetocht is naar
een eeuwigheid van mateloos geluk. Moge Ly
dwina's feest ons vorderen in liefde tot God en
tot de evennaasten, opdat wy eenmaals met
haar de eeuwige glorie mogen deelen.
Het was een indrukwekkend moment, toen
de hooge Gast in naam van onzen H. Vader
Pius XI den Pauselijken Zegen over de talrijke
geloovigen, die het kerkgebouw vulden, uitsprak.
Ook de andere parochie-kerken hadden een
kerkvorst te gast, den Aartsbisschop Z. H. Excel
lentie Mgr. J. H. G. Jansen, Z.H. Excellentie
Mgr. A. F. Diepen, Z.H.Exc. Mgr. Th. v. Roos
malen, apostolisch-vicaris van Suriname.
Op het priesterkoor was mede aanwezig ka
nunnik M. W. A. Wijtenburg, regent van het
Klein-Seminarie te Heemstede.
Reeds lang voordat de klokken beierden, om
het begin van het plechtig sluitingslof aan te
kondigen, wachtten talloozen voor de deuren
van het kerkgebouw tot deze opengingen. Dit
plechig lof werd gecelebreerd door Mgr. Aenge
nent, met assistentie van pastoor Th. Vis van
de H. Hart-parochie en pastoor W. Nole uit
Amsterdam.
Aan pater Borromeaus de Greeve was de taak
opgelegd, om op den laatsten avond van de
novene het woord tot de geloovigen te richten.
Tot tekst had hij gekozen: „Wie na My komen
wil, hij verlooehene zichzelf, neme zyn kruis
op en volge My."
Tot besluit van de novene werd onder het
Lof door Haarlems Kerkvorst het Te Deum
aangeheven; een plechtig besluit, om dank te
brengen aan God voor het welslagen van dit
eeuwfeest, dat Lydwina alle eer gaf in de ry
van Gods lieve Heiligen.
Jonge vrouwen
Van Hollands gouwen
Komt byeen!
God de Heer zond ons van boven
Als Zijn boden naar u heen.
Komt tezamen!
Noem de namen
Van uw steden groot en kleen:
Uit uw groep vol liefde en vreeze
Wil God ééne uitgelezen
Jonge Maagd
Die Hem behaagt,
Tot een felle lichtvlam wyden,
Die, als vuurbaak aan de zee,
De eeuwige noodzaak van het lyden
Moet uitschijnen langs de ree;
Tot een vuurbaak aan uw strand,
In de stormen en de nachten
Van de komende geslachten,
Moet zij, nimmer uitgebrand
Allen trouwelyk verlichten
En naar 't Kruis hun streven richten.
Aldus heeft de Graal mét de bewaarengelen
tot het Hollandsche meisje van heden gespro
ken. De engelen vonden Lydwina bereid die op
de ysbaan al schaatsend viel en voor haar leven
ongelukkig werd naar het lichaam, maar uit
verkoren naar de ziel. De roep gaat weer langs
de lage landen, niet om ééne maar om allen
die in duizendtallen zullen bidden: .laat uit
ons worden, Heer, waar gy ons voor gemaakt
hebt!"
En nu moge misschien aan enkele details iets
ontbroken hebben, moge men "n enkele passage
iets beknopter hebben gewenscht; leek het
schaatsenryden op de daarvoor ongeschikte
baan van plavuizen rondom het stadion meer
anecdotisch dan aesthetisch verantwoord in het
rhythme van het geheel.... tóch, tóch, tóch
werd het totaal één schoone jubel, werd de les
tot het jonge Holland van onzen dag vol
diepe beteekenis, en Was aldus de opvoering van
dit Graalspel daad van cultuur!
„Verdieping en ontplooiing van het katholieke
besef."
Want het leven van Lydwina, dat zich te
midden van een ovaal van duizenden engelen
daar op 't middenveld voor ons afspeelde: dat
vallen en opstaan, dulden en offeren, voort
strompelen en moeizaam opgaan van het
Lydwinakoor: dit alles was immers een voort
schrijden naar den Kruisberg waarachter zich
de Hemel verhief. Uit onze vroegere uitvoerin-
ge beschrijvingen en uit hetgeen na de eerste
opvoering verleden week hier geschreven werd.
behoeft niet meer geschetst hoe zinrijk en
beeldend door 'n reusachtigen vierkanten poort-
bouw, welke met gordijnen kon afgesloten wor
den, de hemel op een grootere zijtribune werd
aangeduid. Rondom stonden, in wuivende kleu
renpracht, de hemelbewoners geschaard en hoe
wonderbaarlyk van visie was het Maria-koor
in het diepe blauw over witte gewaden. Vol
schilderachtigheid Was ook de groep van Ma
ria, Joannes en Magdalena onder het Kruis.
Maria is de groote beschermster van de Schie
damsche in stilte zoo moedig lijdende vrouwe
geweest. Naast Maria mag Lydwina lijden on
der het kruis. Naast Maria mag zij ten slotte
deelen in de glorie des Allerhoogsten.
En toen na dit leven van lijdend opgaan tot
Gods troon het einde met het Gloria der Heme
len was aangebroken, toen troonde Lydwina
naast Maria op den Zegewagen, die door
Graalmeisjes werd voortgetrokken in den schier
eindeloos lykenden stoet der duizenden die aan
't spel hadden deelgenomen en nu zich uit de
opstelling in het veld geleidelyk losmaakten om
in voorbeeldige ordening langs de eeretribune
met de bisschoppen en ministers te trekken,
terwijl een machtige groep Graalleidsters met
hare prachtige en overtalrijke vanen dezen
stoet opende en sloot. Met de arm ten groet
geheven marcheerde deze kranige vrouwelijke
jeugd voorby „haar" Graaldirecteur Z. H. Exc.
Mgr. Aengenent, die daar staande allen toe
wuifde, zichtbaar voldaan over en fier op „zyn"
Graal, die weer bleek als machtige stuwende
beweging de hoop der toekomst te zijn.
Een middag om nooit te vergeten.
De kleuren blijven in de heugenis branden. Het
golvend meisjesveld blijft tot onze herinnering
spreken, de levensles: „laat uit ons worden.
Heer, waar Gy ons voor gemaakt hebt", moge
door tienduizenden zyn verstaan en begrepen.
li. v. d. B.