■POT. ...P g 11 f II ill M Graalspel St. Lydwina ter eere Een oogenfeest van kleuren Schiedams Lydwinafeesten m 7000 GRAALMEISJES PLECHTIGE SLUITING MAANDAG 1 MEI - li- 1 I I s: s n«W Aanwezigheid van binnen- en bui- tenlandsche Bisschoppen, Ministers en Gezanten Katholieke belijdenis Hooge belangstelling Mgr. Aengenent zegent Katholiek besef De stad der heilige heeft waardig haar eeuwfeest besloten Bisschoppelijk vermaan Mgr. MacDonald verwelkomd De laatste novene-dag Toespraak Mgr. Aengenent Plechtige sluiting -£ I -iSk In tegenwoordigheid van bisschoppen en mi nisters, van talrijke geestelijke en wereldlijke autoriteiten, in aanwezigheid van duizenden die het Xerxesstadion nabij Rotterdam vulden heeft Zondagmiddag de „gala-voorstelling'' plaats gevonden van het, door Liesbeth Allard vervaardigde Graalspel dat aan „Sint Lydwina" is gewijd. Deze uitvoering is geworden tot een schoonheid voor oog en oor, tot een verblijding van het Roomsche gemoed, tot een wonder van ordening en discipline, van instudeering en of fervaardige toewijding. Hoe is hier gewerkt! Hoe moest hier gearbeid worden om tot dit resultaat te komen! Welk een erkenning door de realiteit der schoone daad van het werk der Vrouwen van Nazareth die de Graalbewe ging leiden. Fier woeien Graalvlaggen rondom het stadion dat zich met 30.000 toeschouwers vul- groot geheel. We belijden ons bij voorkeur kin deren van een Kerk die heel de aarde en alle volken omvat. Wij zijn fier op den naam ka tholiek dat algemeen beteekent: van en voor alle tijden en geslachten. En daarom ont roert het ons wanneer de gebondenheid van duizenden eigene overtuiging tot ons terug- draagt en ons Roomsch besef verbreedt en ver diept. Zeven duizend meisjes bijeen om te zamen in wonderschoone uiterlijkheid van kleur waar is dg colorist die deze visie vastlegt in een beel dend kunstwerk? het innerlijk katholiek levensweten tot de massa daar rondom uit te dragen. Zeven a achtduizend monden die in een machtig geluid uitzeggen wat het leven van een voorbeeldige Hollandsche vrouwe voor schoone inhield óók voor dezen, onzen tijd. Dat alléén, dat op zich zelf grijpt aan. Een gevoel van fierheid overvalt ons wanneer we zien dat dit mogelijk is in Holland, dat deze massaliteit kan groeien, dat eigenlijk die massa nog maar kien is in vergelijking tot het reuzen- leger, hetwelk de Graal zou kunnen aanvoeren, indien dit stadion grooter ware geweest. Ja: hier was een verdieping en een ont plooiing van het katholieke besef. Allereerst en bovenal en naar zijn beste we zen was dit Graalspel een feest van uiterlijk heid. We zijn nu eenmaal menschen tot wier ziel de zinnen spreken. De Graal is een en al schoone uiterlijkheid Maar welke geestelijke waarden door kleur- schoone uiterlijkheid borg overigens deze wondere vertooning die boeide en ontroerde en een Roomsche blijdschap werd! En hoeveel was er sinds verleden week nog veranderd en verbeterd! Tusschen de eerste voorstelling en deze „gala voorstelling" lag een regiestijging van opval lende hoogte. Mijn grootste bewondering gaat dan ook uit naar den arbeid van mej. Procula Scholten en naar de onbekende kleurgevoelige lijnenleidende ontwerpster van costuums en groepen. Het is een meer gebruikte en mis schien daardoor ietwat banale vergelijking, maar de tocht van velen door het land der bloemenvelden hierheen bracht als vanzelf de gedachte naar voren: een waaiend tulpenveld- De kleuren waren gerangschikt in de vloeiend ste overgangen, soms uiterst gedurfd maar al tijd fijnzinnig, ryk aan nuancen, rijk aan verscheidenheid, en te zamen één wondere har monie. Heel den middag bleef boeien die wis selende groepeering der kleurgroepen. Heel den middag bleef boeien het massaal rhyth- misch gebaren en bewegen der groepen. Door dat de sluiers of schouderbedekkingen van som mige groepen rond den nemeltroon van een heel andere kleur waren dan de tunica, be werkten gebaren met de armen en het wenden van het lichaam vaak een verrassende plotse linge algeheele verandering van kleurbeeld en lijnenspel. Voor zulk een kleurenjubel, voor zulk een kleurenblijdschap, voor zulk een spel van coloriet is een helle lucht, is bovenal zon noodig. En hoe onwaarschijnlijk het ook dien regeu- morgen moge geleken hebben: de Graal-ver tooning kreeg wéér den heelen middag de zonneverheerlijking die zij behoefde. Nu eens strak-statig als het binnenschrijden der bewaarengelen bij den aanvang, dan weer vol warreling in stormend opkomen als een wervelwind; nu eens klaaglijk en meelijwekkend als de lijdende Lydwina-groep, dan weer in jubileerende extase of vol durvenden jeugd- moed als de Graaltroepen der moderne jeugn zoo werd de boetseering der groepen in haar verschillende opstellingen, samenvoegin gen en uiteen scheuring tot een boeiende be koring der oogen. De bewegingszekerheid dezer groepen, haar gebarentaal en rhythmische bewogenheid wer den één met het massaal en toch zoo gelukkig gemoduleerd begripvol uitzeggen der spreek koren. De soms zeer welluidend klinkende taal van Liesbeth Allard kwam als uit één mond ondanks de zegging van duizenden tegelijk. Een meesterstuk van instudeering. Wijding en samenbinding bracht het, elec- trische versterkte, orgelspel van Hubert Cuypers. Het stadion werd somwijlen als een grootsche kathedraal met de koepelende he melen Gods tot gewelf toen het Sanctus rond Gods troon wuifde of het Gloria naar boven wiekte dan wel het Stabat Mater klaagde over zóóveel leed onder het kruis. Wèl werd het orgelspel hetzij als begeleiding van den zang, de, naar ons werd meegedeeld. Door allen har telijk begroet kwamen H.H. H.H. Excellenties Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem met Mgr. MacDonald, Aartsbisschop van Edin burgh, Schotland, Mgr. Diepen van Den Bosch, Mgr. Mijers, Hulpbisschop van Londen en de vicaris-generaal L. Steinmann uit Berlijn. Voorts merkten we op minister Ruys de Bee- renbrouck, minister Deckers, minister Reymer, den commissaris der Koningin in Limburg oud-minister Aalberse, baron van Wijnbergen, vele Eerste en Tweede Kamerleden, wereld lijke en geestelijke autoriteiten, ook enkele gezanten. Toen 't spel zijn bekroning gevonden had en het défilé zou aanvangen klonk door de ge luidsinstallatie de stem van Haarlems Bisschop Z. H. Exc. Mgr. Aengenent over het stadion. Mgr. herinnerde aan het schrijven van Z. H. Paus Pius XI tot hem ter gelegenheid der St Lydwina-feesten gericht, waarin Hij aan Mgr. de gunst verleende van een vollen aflaat voor de geloovigen. „Ik weet zeker aldus onge veer Mgr. dat, wanneer onze Heilige Vader hier persoonlijk in ons midden ware geweest, Hij evenals wy allen diep geroerd en verrukt zou zijn door de onuitsprekelijk schoone wijze, waarop De Graal het St. Lydwina-feest heeft willen vieren en Lydwina eeren. Maar de Hei lige Vader wil op geestelijke wijze in ons mid den zijn door Mij de gunst te verleenen, in Zijn naam u te mogen zegenen," Alsdan schonk Monseigneur aan de duizen den in het groote stadion de Pauselijke gunst, den Pauselijken Zegen. Oud-professor W. Nolet die op zoo fijnzinnige wijze de erkenning van Oranje's beteekenis door de katholieken heeft bepleit en thans de kerkhistorische mentor is voor het grootsche Sacramentsspel dat 18 Juni in het Amsterdani- sche reuzenstadion zal worden gegeven heeft juist dezer dagen dit spel ingeleid met de woorden: Zoo wordt deze stadion-uitvoering meer dan een lust voor de oogen, een verdie ping en ontplooiing van het katholieke besef." Een verdieping en ontplooiing van het katho lieke besefHoe zijn deze woorden ook toe passelijk op de grootsche Graaluitvoering van het eeuwfeestspel ter eere van St. Lydwina in het Xerxes-stadion nabij Rotterdam. Het ka tholieke gemoed werd hier geraakt door de massaliteit. Wy weten ons graag deel van een juist omdat deze karakteristiek-moderne be weging door de zinnen tot de jonge ziel wil doordringen. Ook dit spel was een triumf van uiterlijk heid: kijkspel bovenal. Maar kijkspel in da hoogere beteekenis van het woord, want da oogen waren hier de gidsen voor de gedachte die naar het lijden werd gericht met den kruis triomf van Golgotha en de verheeriyking der Hemelen. Het woord bleef alsnog secundair. De tekst van het spel was ditmaal eigener en beter dan bij vorige spelen en een litterair bewust zijn scheen z'n beschavend werk gedaan te hebben. Maar een kunstwerk was hier nog niet gerijpt, een verantwoord dichtwerk was nog niet verkregen en het klankvolle woord met de kleurrijke beelding werden nog niet met de taal tot een schoone harmonie. Er waren zelfs zinnen die den critischen zin stootten, als „geen gelukshengst is voor mij" of „nu gaat al mijn lust er aan." Het wachten blijft nog op een tekst voor een grootsche conceptie en een beel dende regie als die van Procula Scholten met de muzikale illustratie van Tabitha Vermeulen. (Hubert Cuypers bespeelde het orgel). Intusschen is het thans bereikte een betee- kenende ontwikkeling sedert het eerste loutere spreekkoor zonder veel actie in „Het Paasch- kruis" en het door meer handeling bewogener „Pinksterzegen" van verleden jaar. Niet alleen door het bewegingskoor, door de meerdere actie zoowel als door de muziek wa ren er nieuwe elementen in deze vertooning der Graal gekomen. De nieuwe leiding heeft ook een wezenlijker verandering gebracht door haar zoeken naar een aansluiting aan het middeleeuwsche mysteriespel. Er was nu niet enkel spreekkoor in rythmisch gebaren. Er was niet enkel het uitzeggen van duizenden in één geweldige eenheid met op en afgaan van groepen. Er was meer: er was een acteeren der massa benevens de ver tooning van een tooneelmatige versymbolisee- ring van Golgotha en van den Hemel waar de Drieëenheid temidden der troonenkelen troon de. Jammer dat de raad, verleden wëek hier neergeschreven, niet gevolgd was ten aanzien van de Christusfiguur aan het kruis. Al was er gestreefd naar een verbetering en al was er ook een gelukkiger beelding verkregen, een goede oplossing voor deze centrale figuratie in het spel was nog niet bereikt. Met een simpe ler symboliseering ware méér verkregen dan met deze realisatie van de hangende Christus figuur. Zaterdag, den achtsten dag der novene, den dag waarop de Schiedamsche jeugd haar ver eering tot uiting heeft gebracht, hebben de eerw. Broeders de opvoering van een St. Lyöwina-spel mogelijk gemaakt. In den namiddag dan werd op de binnen plaats van het nieuwe, nog niet geheel vol tooide broederhuis aan de Warande, het Lydwina-spel opgevoerd. Van een „spel" kan eigenlijk niet gesproken worden. Feitelijk waren het tableaux vivants, die tot illustratie dienden van spreekkoren, waarin Lydwina's leven en lijden op dichterlijke en tevens devote wijze werd geschetst. De spreekkoren werden geleid door Br Con- stantius B.D.O., den maker van den tekst. Intusschen was Mgr. Mac Donald, aarts bisschop van Edinburgh, Schotland, reeds op weg naar Haarlem. Omstreeks zeven uur pas seerde de trein uit Vlissingen, waarin zich Mgr. Mac Donald bevond, Rotterdam. Op het station Delftsche Poort, waar de trein eenige oogen- blikken oponthoud had, werd Mgr. Mac Donald verwelkomd door een aantal Graalmeisjes, die met kleurige vlaggen op het perron stonden opgesteld. Eenige spreekkoren werden gezegd en vervolgens werd den aartsbisschop, bij wijze van welkomstgroet in Holland, een bos roode tulpen aangeboden. Dan zette de trein zijn reis voort. Mgr. boog zich nog wuivende uit het portier raampje tot het station uit het gezicht was. Deze laatste dag van de viering van St. Lydwina's eeuwfeest heeft de kroon gezet op het werk, dat door Schiedam tot Lydwina's meerdere eer en glorie is verricht. In alle kerken van Schiedam werd een pon tificale H. Mis gecelebreerd en Lydwina's kerk mocht den Bisschop van Haarlem. Zijne Hoog waardige Excellentie, Mgr. J. D. J. Aengenent, als haar gast beschouwen. Aan het altaar werd zyne Excellentie geassisteerd door Zijne Door luchtige Hoogw. Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot-Seminarie Warmond, als pres byter assistens; de Hoogeerw. heeren B. Schaap O.P., Provinciaal der Predikheeren en Hubert Meuffels C.M., Provinciaal der Pater Lazaristen als troondiaken, en Prof. Dr. Titus Brandsma, Rector Magnificus van de R. K. Universiteit te Nijmegen en den Zeereerw. heer L. Paulussen als diakens. De overige functies werden vervuld door studenten van het Groot-Seminarie. H.H. H.H. Exc. Mgr. MacDonald, de aarts bisschop van Edinburgh en Mgr. Meyers, hulp bisschop van Londen, alsmede de vicaris- generaal van Berlijn en de Hoogw. Heer Stöcker, prelaat van de abdij Beme, luisterde de plechtig heid met hun tegenwoordigheid op. Tot bywoning van deze H. Mis waren de leden van het nationaal Comité uitgenoodigd. Onder de aanwezigen bevonden zich dan ook de hoogeerw. heer H. P. H. Jansen, eere-kanun- nik van het Kathedraal Kapittel te Haarlem; Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck; Z. Exc. Mr. Dr. L. N. Deckers; Prof. Mr. P. Aal berse, voorzitter van den Partijraad der R. K. Staatspartij; Z. Exc. Mr. E. O. J. M. Baron van Hövell tot Westerflier, Baljuw van de Souvereine Orde naar Malta; H. Stulemeyer, burgemeester van Schiedam; L. J. Stolwijk, als vertegenwoor diger der R. K. Joumalistenvereeniging; de Zeereerw. heer rector J. Th. van Galen, centr.- praeses der St. Josephsgezellen in Nederland; C. J. G. Struycken, voorzitter van den Ned. R. K. Middenstandsbond; Henri Kuypers, voorzitter van de Ver. van R. K. Dagblad-Directeuren; Eerw. Moeder Marguérite van Gilse, algemeen overste van de vrouwen van Nazareth; Mej. v. d. Kallen, secretaresse van het Centraal-Bestuur van de Graal; Mej. A. R. Kleipool voor de Fe deratie van R. K. Vrouwenbonden in Nederland; de Zeereerw. heer W. Nolet, pastoor te Amster dam; de Zeereerw. Pater B. Kruitwagen O.F.M. te Rotterdam; H. G. de Boer, voorzitter der St. Willibrordus-Federatie; A. C. de Bruyn, voorz. van het R. K. Werkliedenverbond; alsmede Prof. Massignon van het „Collége de France" te Pa rijs, een intiem vriend van St. Lydwina's le vensbeschrijver Huysmans. Na het Evangelie beklom Mgr. Aengenent den kansel om zich in een toespraak tot de ge loovigen te richten. Twee gedachten, aldus de gewijde spreker, legt de kerk ons vandaag in den mond. Ten eerste moeten wij God vragen, evenals Lydwina de gelukzaligheid te mogen verwerven. Het is een heel eenvoudige gedachte doch zij vormt het geheele levensprogram van iederen mensch. De mensch toch is niet geschapen voor deze wereld; zijn bestemming ligt niet op aarde, doch. in de eeuwigheid. Maar waarom staat die gedachte ons niet iederen dag, ieder uur, ja ieder oogenblik voor den geest? Wat zou ons leven dan veel gelukki ger zijn! Wat zouden we dan veelvuldiger van ons bezit mededeelen aan de behoeftigen! Als er, van de spreekkoren of van het bewegingsspel der groepen, tot een uiterst waardevol element der opvoering. Sint Lydwina is bij haar eeuwfeest door de Graal op een machtige wijze geëerd. Doch evenmin als het bijvoorbeeld den Stillen Omgangers allereerst en allermeest te doen is om het verleden, om het historisch gebeuren van weleer, doch om de beteekenis van het herdenken voor onzen dag en voor de toekomst, evenzoo was de Sint Lydwina- jubileering der Graal algeheel ingesteld op de behoeften van dezen t ij d. Geen historiespel werd gegeven maar alle gorie: zinnenspel, dat het leven eener heilige vrouw als het ware ontdekte voor de jeugd van het heden. De door alle tyden voortlevende les van het lijden werd in nieuwen vorm tot het bevattingsvermogen der levenden gedragen. De beteekenis der uitverkiezing van haar die tot het lijden geroepen werd en algeheel aan Gods genade beantwoordde werd mensche- lijk begrijpelijk tot de massa gebracht. Hoe schrikwekkend ook het leed zij: de verklaring der engelen dat er geleden moet worden voor de redding der wereld doet een wedijver ont staan: „geef slechts genade en neem my". Er zijn sterken, er zyn zwakkeren. Maar allen bidden en wij leeren weer bidden met hen: „Laat uit ons worden, Heer, waar Gij ons voor gemaakt hebt." Dat is de groote les van dit levensspel: „Laat uit ons worden, Heer waar Gy ons voor gemaakt hebt." een waarheid is, die Lydwina ons heeft geleerd dan is het wel deze, dat alle smart en ïyden op aarde niets te beteekenen heeft in vergeiyking met het eeuwig geluk van het hiernamaals. De tweede gedachte welke de Kerk ons van daag in den mond legt is, dat wij ons twee eigenschappen eigen maken: een groote liefde tot God en een groote liefde tot de evennaas ten; twee eigenschappen, die ook Lydwina zich heeft eigen gemaakt. Welk een heerhjk voor beeld voor ons in de tyden waarin wij leven. Wat zouden ook wij veel geduldiger zijn, wan neer wij zoo'n groote liefde tot God bezaten, uit het Ujden geput. Eenige jaren geleden was er rykdom en overvloed in de wereld; het heeft de menschen echter niet nader gebracht tot God. Dat wil Hij nu anders. En nu hebben wy een heerlijk voorbeeld aan Lydwina, om ons meer en meer tot Hem te wenden. Maar ook brandde Lydwina van liefde tot de armen, zy was zelf arm, doch met vreugde deelde zy van haar armoede mede aan hen die nog minder hadden. We mogen zeggen dat het een beschikking van de Voorzienigheid is, dat juist in dezen tyd Lydwina's eeuwfeest wordt gevierd. Juist nu moeten wy worden aangemoedigd om te geven aan de armen onder ons. Lydwina's feest is een lichtende gebeurtenis in dezen somberen tijd. Moge het ons er aan herinneren, dat wy al leen geschapen zyn voor het leven hiernamaals. Moge dit eeuwfeest ons van de gedachte door dringen, dat leven slechts een bedetocht is naar een eeuwigheid van mateloos geluk. Moge Ly dwina's feest ons vorderen in liefde tot God en tot de evennaasten, opdat wy eenmaals met haar de eeuwige glorie mogen deelen. Het was een indrukwekkend moment, toen de hooge Gast in naam van onzen H. Vader Pius XI den Pauselijken Zegen over de talrijke geloovigen, die het kerkgebouw vulden, uitsprak. Ook de andere parochie-kerken hadden een kerkvorst te gast, den Aartsbisschop Z. H. Excel lentie Mgr. J. H. G. Jansen, Z.H. Excellentie Mgr. A. F. Diepen, Z.H.Exc. Mgr. Th. v. Roos malen, apostolisch-vicaris van Suriname. Op het priesterkoor was mede aanwezig ka nunnik M. W. A. Wijtenburg, regent van het Klein-Seminarie te Heemstede. Reeds lang voordat de klokken beierden, om het begin van het plechtig sluitingslof aan te kondigen, wachtten talloozen voor de deuren van het kerkgebouw tot deze opengingen. Dit plechig lof werd gecelebreerd door Mgr. Aenge nent, met assistentie van pastoor Th. Vis van de H. Hart-parochie en pastoor W. Nole uit Amsterdam. Aan pater Borromeaus de Greeve was de taak opgelegd, om op den laatsten avond van de novene het woord tot de geloovigen te richten. Tot tekst had hij gekozen: „Wie na My komen wil, hij verlooehene zichzelf, neme zyn kruis op en volge My." Tot besluit van de novene werd onder het Lof door Haarlems Kerkvorst het Te Deum aangeheven; een plechtig besluit, om dank te brengen aan God voor het welslagen van dit eeuwfeest, dat Lydwina alle eer gaf in de ry van Gods lieve Heiligen. Jonge vrouwen Van Hollands gouwen Komt byeen! God de Heer zond ons van boven Als Zijn boden naar u heen. Komt tezamen! Noem de namen Van uw steden groot en kleen: Uit uw groep vol liefde en vreeze Wil God ééne uitgelezen Jonge Maagd Die Hem behaagt, Tot een felle lichtvlam wyden, Die, als vuurbaak aan de zee, De eeuwige noodzaak van het lyden Moet uitschijnen langs de ree; Tot een vuurbaak aan uw strand, In de stormen en de nachten Van de komende geslachten, Moet zij, nimmer uitgebrand Allen trouwelyk verlichten En naar 't Kruis hun streven richten. Aldus heeft de Graal mét de bewaarengelen tot het Hollandsche meisje van heden gespro ken. De engelen vonden Lydwina bereid die op de ysbaan al schaatsend viel en voor haar leven ongelukkig werd naar het lichaam, maar uit verkoren naar de ziel. De roep gaat weer langs de lage landen, niet om ééne maar om allen die in duizendtallen zullen bidden: .laat uit ons worden, Heer, waar gy ons voor gemaakt hebt!" En nu moge misschien aan enkele details iets ontbroken hebben, moge men "n enkele passage iets beknopter hebben gewenscht; leek het schaatsenryden op de daarvoor ongeschikte baan van plavuizen rondom het stadion meer anecdotisch dan aesthetisch verantwoord in het rhythme van het geheel.... tóch, tóch, tóch werd het totaal één schoone jubel, werd de les tot het jonge Holland van onzen dag vol diepe beteekenis, en Was aldus de opvoering van dit Graalspel daad van cultuur! „Verdieping en ontplooiing van het katholieke besef." Want het leven van Lydwina, dat zich te midden van een ovaal van duizenden engelen daar op 't middenveld voor ons afspeelde: dat vallen en opstaan, dulden en offeren, voort strompelen en moeizaam opgaan van het Lydwinakoor: dit alles was immers een voort schrijden naar den Kruisberg waarachter zich de Hemel verhief. Uit onze vroegere uitvoerin- ge beschrijvingen en uit hetgeen na de eerste opvoering verleden week hier geschreven werd. behoeft niet meer geschetst hoe zinrijk en beeldend door 'n reusachtigen vierkanten poort- bouw, welke met gordijnen kon afgesloten wor den, de hemel op een grootere zijtribune werd aangeduid. Rondom stonden, in wuivende kleu renpracht, de hemelbewoners geschaard en hoe wonderbaarlyk van visie was het Maria-koor in het diepe blauw over witte gewaden. Vol schilderachtigheid Was ook de groep van Ma ria, Joannes en Magdalena onder het Kruis. Maria is de groote beschermster van de Schie damsche in stilte zoo moedig lijdende vrouwe geweest. Naast Maria mag Lydwina lijden on der het kruis. Naast Maria mag zij ten slotte deelen in de glorie des Allerhoogsten. En toen na dit leven van lijdend opgaan tot Gods troon het einde met het Gloria der Heme len was aangebroken, toen troonde Lydwina naast Maria op den Zegewagen, die door Graalmeisjes werd voortgetrokken in den schier eindeloos lykenden stoet der duizenden die aan 't spel hadden deelgenomen en nu zich uit de opstelling in het veld geleidelyk losmaakten om in voorbeeldige ordening langs de eeretribune met de bisschoppen en ministers te trekken, terwijl een machtige groep Graalleidsters met hare prachtige en overtalrijke vanen dezen stoet opende en sloot. Met de arm ten groet geheven marcheerde deze kranige vrouwelijke jeugd voorby „haar" Graaldirecteur Z. H. Exc. Mgr. Aengenent, die daar staande allen toe wuifde, zichtbaar voldaan over en fier op „zyn" Graal, die weer bleek als machtige stuwende beweging de hoop der toekomst te zijn. Een middag om nooit te vergeten. De kleuren blijven in de heugenis branden. Het golvend meisjesveld blijft tot onze herinnering spreken, de levensles: „laat uit ons worden. Heer, waar Gy ons voor gemaakt hebt", moge door tienduizenden zyn verstaan en begrepen. li. v. d. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5