NAAR SELF-HELP!
De nood van de tuinders
I
Prikkeldraad
Sneevliet wil vrij
Krisisbeeld noopt
er toe
AANGEBODEN DIENSTEN
HET NIEUWE VERDRAG
Giraf?
VRIJDAG 5 MEI
Geen verdachtmakings.v.p.!
Van eigen humaniteit
de dupe?
Verzoek afgewezen
De werkloosheid iets
minder
Z.H.Exc. Mgr. J. Gijls wijk
Een teruggang met
circa 60 pet.!
DE TOESTAND OP ONRUST
Beri-beri neemt geleidelijk af
de uitgevoerde fabrikaten
liepen in waarde met niet
minder dan 50 pet. terug
Het nieuwe kabinet. Zonder de
liberalen niet parlementair?
BESCHERMING VAN DEN DUITSCHEN ARBEID
Het Centraal Bureau voor tuin
bouwveilingen vergadert
te Utrecht
Bespreking tuinbouwsteunwet
Eventueel zijn straf uitzitten
tijdens een Kamerreces
Indexcijfers van Februari
RECTOR H. JANSEN S. J.
VOORZICHTIG MET CARBID
Op doorreis naar Rome in de
Maasstad aangekomen
NIEUWE TWEEDE KAMER
Generaal Snijders bedankt
Zou het gezien den miserabelen toe
stand, waarin handel en nijverheid
in Nederland tengevolge van de
eensdeels „natuurlijke", andersdeels kunst
matig verwekte crisis is komen te verkee-
ren nu nèg niet de hoogste tijd zijn, ons
te beraden, of wij nationaal-economisch
niet een anderen koers moeten inslaan?
Of wij geen energieke maatregelen moe
ten nemen tot „selfhelp"?
De statistiek der handelsbeweging over
het eerste kwartaal van het jaar 1933 geeft
als waarde van onzen uitvoer in die
periode 280 millioen, als waarde van onzen
invoer 177 millioen. Het zijn cijfers, die den
ingewijde een vrijwel troosteloos beeld
bieden van nog steeds voortschrijdenden
neergang. Voor den leek op ekonomisch
gebied spreken zij eerst, wanneer wij er het
cijfer naast zetten van toen het Nederland
nog goedging.
In- en uitvoer beliepen in de drie eerste
maanden van dit jaar dus tezamen 457 mil
lioen. Neemt men aan, dat in den verderen
loop van 1933 deze cijfers stationnair zullen
blijven en wat geeft het recht, optimis
tischer in de toekomst te zien? dan zal
onze handelsbeweging dit jaar een gelds
waarde van 4 X 457 millioen 1.828.000.000
beloopen. Weet men, dat die waarde in
1932 2.145.000.000 was, in '31 3.205.000.000,
in 1930 4.137.000.000 en in 1929, het jaar
dat de krisis begon 4.741.000.000? Dit be
teekent sedert 1929
In- en uitvoer, tezamen geteld en ver
geleken bij vroeger jaren, geven een wel
zeer triesten kijk op de ineenstorting onzer
welvaart. Optimisten zoo die er nog zijn
zullen dan ook liever de cijfers van el
kander aftrekken en met in beter tijd be
grijpelijker voldoening constateeren, dat
het bedrag, waarmede onze invoer onzen
uitvoer overtreft, vrij aanzienlijk is geslon
ken. Inderdaad. In 1929 importeerden wij voor
2.752.000.0000, waartegenover een uitvoer
stond van 1.989.000.000. Er was dus een
invoeroverschot van 763.000.000. We kon
den als „steinreiche Hollander" ons dat
permitteeren. Want we hadden, om dat
invoer-excedent prompt te betalen, achter
deurtjes. We hadden Indië, dat ons honder
den millioenen in het laatje bracht. We
waren de geldschieters van tal van landen.
Ook dat leverde honderden millioenen. En
als derde zeer belangrijke inkomstenbron
was er onze scheepvaart. Het feit, dat onze
reederijen een zeer aanzienlijk aandeel in
het wereldverkeer hadden, deed eveneens
bedragen, die in de honderden millioenen
liepen, naar Nederland stroomen.
Thans mag inderdaad met zeer gemengde
gevoelens worden geconstateerd, dat het
invoerexcedent gedaald is. Over Januari,
Februari en Maart van dit jaar beliep de
invoer 280 millioen en de uitvoer 177 mil
lioen. Een invoeroverschot dus van 103 mil
lioen, dat, als in den verderen loop van dit
jaar de handelsbeweging hetzelfde beeld
zal blijven vertoonen, aan het einde van
1933 tot 412 millioen zal zijn gestegen. De
daling tegenover het jaar 1929, dat een
invoerexcedent had van 763 millioen, is
dus belangrijk. Maar vlakweg ontstellend
is de mate en het tempo, waarin de bron
nen verdroogd zijn, die ons vroeger in staat
stelden, de veel grootere sommen te betalen,
waarmede de invoer toenmaals de uitvoer
overtrof. Cijfers, om dit te illustreeren, zijn
overbodig. Men zie de opgelegde schepen in
onze havens, men denke aan de débacle in
de Indische cultures, men taxeere eens,
hoeveel buitenlandsche beleggingen in het
geheel geen of zéér geslonken revenuën
afwerpen.
Geven de cijfers der handelsbeweging
zeer duidelijk aan, hoe buitengewoon diep
de kfisis geleidelijk in ons bedrijfsleven
heeft doorgeknaagd, de werkloosheidscij
fers, zij mogen in den laatsten tijd onder
seizoeninvloeden ietwat zijn teruggeloopen,
zijn niet minder bedroevend. Het totaal
aantal ingeschreven werkloozen mag nog
altijd op circa 350.000 worden geschat. Op
28 Januari j.l. stonden 397.427 geheel en
24174 gedeeltelijk werkloozen ingeschreven.
Hoe het in land- en tuinbouw gesteld is,
behoeft het nog toelichting? Deels tot leni
ging van den door den fatalen prijsval ont-
stanen nood, deels ter saneering en inper
king van bepaalde takken der agrarische
productie zijn een aantal krisiswetten in
het leven geroepen, waarvan op den duur
de Nederlandsche volksgemeenschap de in
de honderden millioenen guldens loopende
kosten onmogelijk zal kunnen blijven op
brengen.
De gemiddelde waarde van de belangrijke
agrarische producten, groenten, fruit, aard
appelen, eieren, boter en kaas, daalde van
206 per ton in 1930 tot 129 per ton in
BATAVIA, 4 Mei (Aneta). Op het eiland On
rust zijn geen nieuwe gevallen van beri-beri
gerapporteerd. De ziekte neemt geleidelijk af.
Het is thans de vraag hoe lang de troepen
nog op het eiland zullen blijven. Hiermede staat
in nauw verband de kwestie waar de muiterij
zal worden berecht.
Indien de Krijsraad daartoe naar Batavia
wordt overgeplaatst kan worden aangenomen,
dat de bezetting van Onrust nog vele r aanden
zal moeten worden gehandhaafd.
De eerste verwijzingen in de muiterij-historie
kunnen op zijn vroegst eind Mei aorden ver
wacht.
1932. Een prijsdaling van 37J4 pet.! En in
de industrie was het nóg erger.
Van 277 per ton in 1930 tot 138 per ton
in 1932.
Voor den landbouw is reeds buitengewoon
veel van Overheidswege gedaan, al hadden
de maatregelen in het algemeen meer ten
doet, krisisnood te temperen dan saneerend
te werken. Maar wat de industrie betreft,
bepaalde men zich te zeer tot bescherming
alleen tegen „overmatigen invoer", zag men
voorbij, dat ook andere motieven voor con-
tingenteeringsmaatregelen dumping in
zijn verschillende variaties b.v. bestaan
kunnen, verzuimde men, door een weder-
keerigheidspolitiek te trachten, nieuwe af
zetgebieden te openen of oude te behouden.
En toch is juist de industrie van zoo door
slaggevende beteekenis voor ons volksbe
staan. Bij de industrie zijn tweemaal zoo
veel arbeiders betrokken als bij den land
bouw. En in die industrie het bleek
onlangs weer uit de sombere rede van mr.
M. P. L. Steenberghe op de vergadering der
Algemeene Roomsche Werkgeversvereeni-
ging kraakt het aan alle kanten. „Ontslag-
van personeel op groote schaal, verkor
ting van werktijd en zelfs sluiting van tot
nu toe goed functionneerende ondernemin
gen volgen elkaar in duizelingwekkende
vaart op. Voor den objectieven toeschouwer
ontwikkelt zich het beeld van de ineenstor
ting van een groot gedeelte van het bedrijfs
leven, hetwelk de nationale welvaart moet
verzekeren," hoorden we den president der
Katholieke Werkgevers constateeren.
Vooral de metaalnijverheid en de textiel
industrie zijn er buitengewoon slecht aan
toe. Gevoeglijk mag worden aangenomen,
dat in die bedrijven het aantal arbeiders
tot de helft is ingekrompen. En zelfs voor
de helft, die nog werk heeft, is van een
normale werkweek geen sprake. In de eerste
negen maanden van 1932 verminderde de
export van ongebleekte katoenen manufac
turen, vergeleken' bij den uitvoer in de eer
ste negen maanden van 1931, met 60 pet.,
van ongebleekte met 30 pet., van geverfde
met 48 pet., van bedrukte met 17 pet., van
bont geweven met 65 pet., van katoenen
dekens met 58 pet., van tafel- en servetgoed
met 87 pet. en van manufacturen van
kunstzijde met andere stoffen dan echte
zijde en wol met 75 pet. De voornaamste
oorzaak van deze débacle is de daling van
pond en yen, waardoor voor de Nederland
sche industrie tegen Engeland en Japan
niet meer te concurreeren valt. En dan
bedenke men, dat deze industrie voor de
helft op export is aangewezen! Vele fabrie
ken produceeren enkel en alleen voor de
buitenlandsche markt.
Van artikelen van andere industrieën
daalde de uitvoer even catastrofaal. We
mogen enkele cijfers geven:
Uitvoer naar de waarde in guldens:
1930 1932
Margarine 38.336.163 5.580.000
klinknagels en bouten 867.750 223.000
draadnagels en spijkers 1.384.686 307.000
gegoten geëm. artikelen 1.763.662 434.000
schoenen, laarzen en
pantoffels 2.567.541 288.000
wit fijn aardewerk 3.844.997 1.588.000
gekleurd, gedecoreerd
of bedrukt aardewerk 1.305.526 357.000
faience of kunstaardewerk 510.905 92.000
metaaldr.gloeilampen 22.921.668 7.482.000
We zouden zoo voort kunnen gaan. Maar
zijn nog meer cijfers noodig, om aan te
toonen, hoe geweldig onze exportindustrie
door de krisis geknauwd is? Totnogtoe is
aan de agrarische bedrijven de meeste aan
dacht besteed. Nog vlak vóór haar aftreden
kwam de Regeering-Ruys de Beerenbrouck
met haar zeer veel omvattende machti
gingswet, die in sterk beperkten vorm deze
week door de Eerste Kamer is goedgekeurd.
Het komende kabinet zal, als het de reeds
voor den land- en tuinbouw verkregen vol
machten weer wil doen uitdijen tot den om
vang, waarin minister Verschuur aan de
Kamer vrijwel dictatoriale bevoegdheden
vroeg, de ernstige vraag onder het oog
moeten zien, of niet de nood der industrie
uitbreiding van de machtigingswet tot nóg
breeder terrein noodzakelijk maakt.
Want de duur der krisis, het uitblijven van
gezonder opvattingen in het internationaal
verkeer, de katastrofale neergang in wel
haast alle takken van Nederlandsch bedrijf
leidt onvermijdelijk tot de conclusie, dat wij
een anderen koers moeten kiezen. Zoo als
tot nog toe gaat het niet langer!
Dat aangeboden diensten zelden aangenaa m
zijn, schijnen de liberalen niet te weten.
Zij, die volgens oude begrippen het in
tellect in pacht hebben, kennen blijkbaar deze
eenvoudige waarheid niet, anders zouden hun
organen zich niet zoo opdringen aan den kabi
netsformateur om de liberalen ook deel te doen
nemen aan de samenstelling van het komende
ministerie.
Er is in de laatste maanden heel veel geschre
ven over de willigte van de vrij zinnig-demo
craten, die ter redding van het parlementaire
stelsel tot zekere offers bereid waren. Bij wat
wij de laatste dagen in de liberale pers lezen
over de voortreffelijkheid van den vrijheids
bond, de noodzakelijkheid van zijn deelneming
aan het bestuur, was al hetgeen de heer Mar-
chant en zijn fractiegenooten verkondigden nog
maar kinderspel.
Men staat verstomd over hetgeen zij in deze
dagen durft schrijven en in welke bewoordingen
zij den heer Colijn durft adviseeren.
Voor een krachtig bewind, voor handhaving
van gezag, voor doortastende bezuiniging, in één
woord voor alles wat in dezen tijd noodig is
om het schip van Staat te besturen, moet men
bij de liberalen zijn. Maanden lang is er betoogd
dat voor alles noodig is een parlementair ka
binet, steunende -op bepaalde partijen, maar
thans is volgens „N. R. C." en „Avondpost" op
eens een parlementair kabinet in ons land on
mogelijk. Alles Wat in die richting tot stand
kan komen is kunstmatig, alleen als de liberalen
er aan deel nemen is het in orde.
Reeds bij voorbaat worden de andere par
tijen zwart gemaakt om eigen voortreffelijk
heid toch maar goed te laten uitkomen. „Het
Vaderland" weet al te vertellen, dat de Roomsch
Katholieke Staatspartij niet zal nalaten, te
trachten water te gieten in den program-wijn
van het merk Colijn, er op speculeerende, dat
de Christelijk-Historischen zich daarmede zul
len vereenigen. De Christelijk Historischen, die
volgens dat blad in hun politieke lendenen buig
zamer zijn dan de liberalen.
Het Haagsche liberale blad schijnt geheel
vergeten te zijn, dat de liberalen in het laatste
jaar blijk gegeven hebben, in het geheel geen
Donderdag vergaderde het Centraal Bureau
der veilingen in Nederland in het Jaarbeurs
gebouw te Utrecht. De bijeenkomst, welke zeer
druk was bezocht, werd o.m. bijgewoond door
Ir. Banthuis als vertegenwoordiger van het
departement van binnenlandsche zaken en
landbouw.
In zijn openingswoord wees de voorzitter, de
heer F. v. Valstar op de critieke tijden welke
wij op den huidigen dag beleven. Steeds nieu
we slagen worden den export toegebracht.
Spreker gelooft niet, dat het laagste punt op
het oogenblik door den tuinbouw is bereikt.
Het jaar 1933 zal voor den tuinbouw een jaar
van verschrikking worden. Uitzicht op voeden,
den steun van het Rijk schijnt niet aanwezig.
Het wordt steeds duidelijker, dat het vraag
stuk van den land- en tuinbouw niet kan wor
den gered zonder krachtige regeeringsmaat-
regelen. De toestand ten plattelande is hoogst
critiek te noemen. Nu de regeering den weg
naar steun is opgegaan, mag niet halverwege
worden halt gehouden.
Voor het in stand houden van den tuinbouw
is noodzakelijk, dat de regeering in deze over
zeer verstrekkende bevoegdheden beschikt. Vol
gens spr. kan de tuinbouw onmogelijk gered
worden, wanneer de export van tuinbouwpro.
ducten niet in de toekomst mogelijk blijft. Mo
menteel is de toestand zoo geworden, dat overal
rond ons de hooge tariefmuren alle export on
mogelijk maken. Economische ontwapening is
noodzakelijk.
Nederland moet zorgen dat het niet meer
mogelijk is, het onder den voet te loopen, het
moet mogelijk zijn de belangen der Duitsche
industrie tegenover die van onzen land- en
tuinbouw te stellen.
Door zich handelspolitiek te wapenen, is onze
positie misschien nog te redden. Ook een klein
land kan zich verdedigen! (bijvalsbetuigingen)
Het jaarverslag over 1932 werd goedgekeurd
met een dankwoord van den betrokken func-
tionnaris, den heer Niemöller.
Rekening en verantwoording over 1932, waar
uit bleek, dat er een nadeelig saldo is van
ƒ2598.07, werd onveranderd goedgekeurd. De
balans welke sloot met een saldo, groot
ƒ3187.90, werd onveranderd vastgesteld. Even.
eens was dit het geval met de begrooting 1933
welke was vastgesteld op 52.400. Het agenda
punt: bespreking handelspolitieke maatregelen,
bracht vrij langdurige discussies met zich.
Verschillende der afgevaardigden deden een
feilen aanval op de huidige regeeringspolitiek.
Men noemde het Nederlandsche volk de dupe
van eigen humaniteit.
Een der aanwezigen drong er op aan dat de
regeering met alle ten dienste staande midde
len de buitenlandsche producten zou weren.
Gewezen werd verder op het feit dat door den
grooten oorlog is uitgewezen dat het land dat
in eigen behoeften kan voorzien, zich het langst
staande houdt. Er vielen echter ook stemmen
te beluisteren, welke waarschuwden tegen het
voeren van een te consequente tarievenpolitiek.
De voorzitter constateerde, dat men noodge
dwongen ten opzichte van het vraagstuk der
handelspolitiek vrij algemeen onder de tuin
ders nadert tot het standpunt van verweer.
Men is voor vrijhandel, maar momenteel is het
ten eenenmale onmogelijk gebleken dit stand
punt te blijven handhaven. Aan dé bestuurs.
tafel werd vervolgens een motie ontworpen
welke wij hieronder laten volgen:
„Het Centraal Bureau van de Tuinbouw
veilingen in Nederland, omvattende nagenoeg
alle kweekers van groenten, fruit en vroege
aardappelen in Nederland, op Donderdag 4 Mei
in algemeene vergadering bijeen, overwegende
dat het reeds op 27 Juli 1931 tot de regeering
het verzoek heeft gericht om zich toch zoo
spoedig mogelijk de middelen te verschaffen,
teneinde daadwerkelijke onderhandelingen met
de Duitsche regeering te kunnen voeren over
het op 31 December 1932 afloopende douane-
en crediet-verdrag:
overwegende dat de Minister-President in
Augustus 1931 dit verzoek aan de drie centrale
Landbouworganisaties heeft doorgezonden en
deze organisaties haar volledige instemming
daarmede hebben betuigd:
overwegende dat het Centraal Bureau sinds
dien niet opgehouden heeft de noodzakelijkheid
van actieve handelspolitiek te bepleiten:
overwegende dat het op 27 April 1933 te Ber.
Hjn gesloten verdrag de vernietiging van een
belangrijk gedeelte van den groente-export naar
Duitschland en als gevolg daarvan de vernie
tiging van een gedeelte van den Nederlandschen
tuinbouw beteekent:
Het comité van actie tot bescherming van den Duitschen Arbeid. Van links naar
rechts zittend: Brinckmann, Schumann, dr. Ley, Karl Muller. Staand: Biallas,
Rudolf Schmeer, Muchow en Peppmüller.
lendenen meer te bezitten; ruggegraat toch
toonden ze allerminst. Zij schreeuwden om
krachtige maatregelen en om bezuiniging, maar
als de regeering er mee kwam, stemden de frac
tie tegen. De Bond van Nationaal Herstel, die
thans een vertegenwoordiger in de Kamer
heeft, dankt daaraan zelfs zijn ontstaan.
Van de R. K. Staatspartij kan dat niet ge
zegd worden, want deze heeft zich steeds achter
de regeering geplaatst en als een man voor alle
maatregelen gestemd. Men heeft dan ook niet
het recht, thans reeds de Katholieken aan te
wijzen als de bewerkers van een eventueel naar
liberale opvatting zwak of vaag program.
Het is zelfs onbehoorlijk als „Het Vaderland"
schrijft:
„Een regeering, die van wal zou steken met
een dergelijk vaag program, door welks niets
zeggendheid de medewerking der roomsch-ka-
tholieken \rt>rdt verkregen voor een tot de ker
kelijke partijen beperkte combinatie, zou feite
lijk, wat de vitale punten van haar beleid be
treft, steunen op den gouvemementeelen zin
der liberalen en niet op de beginselen
levende in de rechterzijde. Het zou een zaken
kabinet worden, dat leentjebuur ging spelen en
dat aan innerlijke ondermijning van zijn kracht
bloot zou staan. Daar het zijn afhankelijkheid
van de liberalen zoo min mogelijk aan het licht
zou wenschen te brengen, zou het steeds weer
in zwakheid vervallen. En de katholieke leden
van een dergelijk kabinet zouden voor zich,
door het toegeven aan compromissen, de poli
tieke verdeeldheid in hun partij trachten te
bemantelen."
Over den gouvemementeelen zin van de libe
ralen doet men het best te zwijgen, want zij
waren het die ten spijt van alle theorie het
vorige kabinet voortdurend naar het leven ston
den. De formateur van het nieuwe kabinet zal
goed doen zich dat te herinneren, vooral nu de
diensten hem zoo worden opgedrongen.
De liberalen zelf mogen misschien bevreesd
zijn, dat zij thans onder de bedreiging van na
tionaal herstel niet meer het spel zullen kun
nen spelen van de afgeloopen vier jaar, toen
iedere lijn ontbrak, maar dan hebben ze dat
aan zichzelf te wijten. Het past hun echter niet
thans, ter verkondiging van eigen voortreffe
lijkheid, de Katholieken verdacht te maken, als
zouden deze door compromissen politieke ver
deeldheid trachten te bemantelen. De Katholie
ken hebben daarvan geen blijk gegeven bij de
talrijke maatregelen die het vorige kabinet voor
stelde, maar wel zij die nu him diensten niet
slechts aan Dr, Colijn aanbieden, maar zelfs op
dringen. Zoo ooit dan zal deze er nu zeker geen
gebruik van kunnen maken.
betreurt het, dat de Nederlandsche regeering
de onderhandelingen met Duitschland begon
nen is zonder daartoe over voldoende onder
handelingsobjecten te beschikken:
spreekt als zijn overtuiging uit, dat bij onder
handelingen met Duitschland de door Neder,
land gevoerde handelspolitiek geen mogelijkheid
biedt om gebruik te maken van de sterke po
sitie, welke Nederland zou kunnen innemen op
grond van het feit, dat zijn invoer uit Duitsch
land zooveel grooter is dan zijn export naar
Duitschland, acht het derhalve noodzakelijk,
de Nederlandsche handelspolitiek zoo spoedig
mogelijk wordt gewijzigd in dezen geest, dat
Nederland bij de onderhandelingen, welke over
eenige maanden opnieuw met de Duitsche re
geering zullen worden geopend, den invoer van
Duitsche artikelen in Nederland afhankelijk
kan maken van de mogelijkheid van export
van Nederlandsche producten naar Duitsch.
land en andere landen en dringt er bij de
regeering met de meeste klem op aan ten
spoedigste maatregelen te nemen, teneinde de
noodige bevoegdheden daartoe van de Staten-
Generaal te verkrijgen."
Deze motie werd met bijvalsbetuigingen ont.
vangen en met algemeene stemmen aanvaard.
Het voorstel van een der aanwezigen, een
telegram naar de regeering te sturen met het
verzoek het handelsverdrag met Duitschland
niet te ratificeeren, werd na een langdurige
bespreking vervangen door een voorstel, waar
in werd besloten, de regeering volkomen op de
hoogte te stellen van de beteekenis, welke dit
verdrag voor den geheelen tuinbouw heeft.
Over het punt
voerden eenige vertegenwoordigers het woord.
Men was van meening, dat er een drang uit
moest gaan om te komen tot een verlaging der
hypotheekrenten. Deze aangelegenheid zal
worden besproken met de principieele orga
nisaties.
De heer Remme geloofde, dat het wensche-
lijk was den komenden minister van binnen
landsche zaken kenbaar te maken, dat de voor
1933 uitgetrokken steun ontoereikend is.
De voorzitter deelde mede, dat het bestuur
inzake de 5 millioen steun een motie heeft
samengesteld, waarin de meening der veree-
niging, groep veilingen, haar voldoening uit.
spreekt over de structuur der tuinbouwsteunwet,
maar er bij de regeering op aandringt, den post
5 millioen te schrappen, daar deze beperking
in de wet niet past.
Deze motie werd aangenomen.
Het bestuur stelde vervolgens voor, om van
de aangesloten veilingvereenigingen dit jaar
1/50 pCt. van den omzet over 1932 te heffen,
ten behoeve van het reclamefonds.
In stemming gebracht werd dit voorstel met
groote meerderheid van stemmen aangenomen.
Nog verschillende kwesties werden behandeld,
waarbij voor de vertegenwoordigers herhaalde
lijk de gelegenheid open stond hun standpunt
betreffende deze vraagstukken te bepalen,
Donderdag werd voor de Vierde Kamer van t*
Amsterdamsche gerechtshof het request tot
invrijheidstelling van den heer Sneevliet behan
deld.
De raadsman Mr. Dr. Benno J. Stokvis licht
te het verzoek uitvoerig toe, daarbij o. m. aan
voerend, dat de omstandigheden volkomen zijn
gewijzigd, mede in verband met het feit, dat
de verkiezingen achter den rug zijn. De situatie
is ook geheel anders, omdat nu bekend is, hoe
de rechter staat tegenover de ten laste leg
ging. De rechter heeft Sneevliet's optreden
strafbaar geoordeeld en heeft de strafwaardig
heid in de strafmaat van vijf maanden met af
trek van het geheele voorarrest tot uitdrukking
gebracht. Op dit oogenblik zou Sneevliet nog
77 dagen in de gevangenis door moeten bren
gen; Sneevliet acht zijn veroordeeling onjuist,
maar het is niet zijn bedoeling zich aan de
opgelegde straf te onttrekken. Hij wil thans op
vrije voeten worden gesteld, niet voor zijn pri
vé belang, doch om zijn plichten te vervullen
als volksvertegenwoordiger, In wien 50.000
menschen bij de laatste verkiezingen vertrou
wen hebben gesteld.
Het is voor Sneevliet zelf in zijn kwaliteit
als Kamerlid èn voor die 50.000 kiezers van het
allergrootste belang, dat hij onmiddellijk reeds
bfj den aanvang der Kamerzitting tegenwoor
dig is. Mocht zijn straf evenwel gehandhaafd
blijven, dan zal hij die willen uitzitten tij
dens een Kamerreces. Het onderhavige verzoek
beteekent dan alleen een verschuiving van den
straftijd.
De heer Sneevliet voerde hierop zelf het
woord nog, waarbij hij betoogde dit verzoek te
doen, gedrongen door plichtsbesef tegenover zijn
kiezers.
De procureur-generaal Mr. Bauduin advi
seerde afwijzend op het verzoek tot invrijheid
stelling.
Het Gerechtshof heeft nog denzelfden dag
het verzoek afgewezen.
Hieronder volgen de indexcijfers van de
werkloosheid, zooals deze berekend zijn door
het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze
cijfers, weergevende het percentage werkloos-
heidsdagen van het aantal dagen, dat gewerkt
had kunnen worden, indien geen werkloosheid
ware voorgekomen, zijn in hoofdzaak berekend
uit opgaven van gesubsidieerde werklozenkas
sen.
Het totaal aantal personen, van wie de werk
loosheid is nagegaan, bedroeg in Februari 1933
rond 611.000, waaronder 603.000 leden van werk-
loozenkassen; het aantal werkloozen onder hen
bedroeg rond 232.800, waaronder 231.700 leden
van werkloozenkassen.
Beroepsgroepen
Indexcijfers der
werkloosheid:
Febr. '33 Febr. "32 Jan. '33
Aardewerkindustrie enz.
25,9
22,1
60,2
Diamantindustrie
82,1
90,6
84,-
Drukkersbedrijven enz.
15,5
10,2
14,8
Bouwbedrijven enz.
52,9
42,-
61,2
Houtbewerking enz.
48,6
35,9
49,3
Kleedingindustrie
20,1
12,9
26,6
Lederindustrie
16,5
11,3
19,4
Steenkolenmij nen
5,2
5,6
4,5
Metaalindus., scheepsbouw
41,4
35,-
40,9
Textielnijverheid
30,80
22,3i)
34,-i)
Voed- en genotm.-bedr.
17,4
12,4
17,1
W.o. tabak- en sigarenind. 25,2
17,6
24,3
Landbouwbedr., veenderij
42,6
41,9
51,-
Visschërij
24,4
21,3
49,1
Handelsreizigers
l,3i)
1,1
l,2i)
Verkeerwezen i)
25,8
21,9
33,5
Handels- en Kantoorbed.
10,5
6,6
10,3
Toonkunstenaars
25,9
22,-
24,4
Overige groepen
28,6
23,5
32,6
Totaal
33,2
27,5
37,8
(Tot. excl. Diamantind.)
(32,8)
(26,9)
(37,4)
(Totaal Industrie)
(35,6)
(28,9)
(39,3)
i) Onvolledige opgaven.
2) Excl. Havenarbeidersreserve.
De toestand van rector H. Jansen S. J. van
het Canisiuscollege te Nijmegen, die, zooals ge
meld, werd opgenomen in het St. Canisius-Zie-
kenhuis aldaar, is van dien aard, dat hij eenige
maanden volstrekte rust moet nemen.
De arbeider D. J. uit Wagenberg, was in een
fabriek te Terheijden bezig carbid van de eene
bus in de andere over te schudden, toen een
hevige ontploffing plaats had, waarbijij J. zulke
ernstige wonden aan zijn gezicht opliep, dat on
middellijke overbrenging naar het St. Ignatius-
ziekenhuis te Breda noodzakelijk werd geacht.
In „Het Handelsblad", avondblad van 2 Mei,
vinden wij een artikel, getiteld „De Leg
kaart", waarin de actueele vraag wordt be
antwoord
„Is de vorming van een Parlementair Mini
sterie mogelijk?"
Het antwoord is: ja, mits de formateur steun
zoekt bij de Vrijheidsbondsche Kamerfractie.
Nietwaar, de liberale bladen, die zich zoo
vermaakt hebben met den naar een Minister
portefeuille hengelenden Mr. Marchant, blijken
ten deze toch ook niet veel anders te zijn dan
oprechte Leidsche peueraars!
En de schrijver laat 't niet bij hengelen of
peueren, hij pleegt zelfs afdreiging. Komt er
een Rechtsch parlementair Kabinet, dan zal
de Vrijheidsbondsche fractie het recht hebben
tot.... „Geen loyale oppositie"!
Waarom dat? Omdat, volgens hem, de Rech
terzijde, ook al beschikt zij over 52 zetels, toch
niet de meerderheid heeft. Voila!!
Hoe gek dit klinke ook „Het Vaderland"
heeft 't al veel vroeger verkondigd. In het
avondblad van 29 April schreef dit Haagsche
orgaan, dat „de Roomsch-Katholieke Staats
partij, die zoo onderscheidene politieke stroo
mingen in haar bedding poogt te vereenigen,"
maakt „dat hierdoor alleen reeds een wankel
fundament voor elke daarop steunende regeering
gelegd zou worden."
Dus is als extra-steun de Vrijheidsbondsche
fractie noodig! Voila!
En de Redactie van „Het Handelsblad" had
reeds den avond te voren (avondblad 28 April)
precies het zelfde geschreven: „Die steun zou,
gegeven de heterogene R. K. Staatspartij, wel
eens noodig kunnen blijken, zooals die ook voor
de extra-parlementaire regeering vaak noodig
is geweest."
Nu breekt toch onze klomp!
Zou „Het Handelsblad" ons een der vele ge
vallen kunnen noemen (niet waar, er staat:
vaak!), dat de Vrijheidsbondsche fractie het
extra-parlementaire Kabinet heeft gered, toen
de Katholieke fractie het in den steek liet?
Vaak? Wij kennen geen enkel geval. Steeds
heeft, bij alle moeilijke stemmingen, als 't er
werkelijk spande, de „heterogene" en daarom
zoo onbetrouwbare Katholieke fractie als één
man gesloten het Kabinet gesteund, terwijl de
Vrijheidsbondsche fractie het herhaaldelijk in
den steek liet!
Nog eens: voilé!
Het schijnt gewoonte te zijn geworden in de
liberale bladen, de Katholieke Kamerfractie als
innerlijk verdeeld (en daarom als onbetrouw
baar voor een Kabinet) voor te stellen. Waar
om? Omdat de Heeren er eenvoudig naar hun
keren, in het komende Kabinet te worden op
genomen.
Waarom we hierboven den ietwat zonderlin
gen titel schrqven: Giraf?
Och, t was zoo toevallig, dat „Het Handels
blad" in hetzelfde nummer, waarin „De leg
kaart" te vinden is (2 Mei), op de achterzijde
een foto opnam van een langen giraffen-kop, met
dit onderschrift, in bijzonder-vette letters:
„Toppunt van verwaandheid".
't Was minder hartelijk van vorm, maar even
typeerend van inhoud, dat we nu maar boven
dit artikeltje schreven:
„Giraf'.
Voila!
Met het ss. „Wangoni" van de Woermann-
Linie is Donderdag uit Zuid-Afrika te Rotter
dam aangekomen Z. H. Exc. Mgr. J. Gijlswijk
O. P., Apostolisch Delegaat van Z.-Afrika.
Mgr. werd aan boord begroet door eenige fa
milieleden en door den Provinciaal der Domi
nicanen pater B. Schaab O. P.
Monseigneur vertelde aan een vertegenwoor
diger van de „Maasbode", dat hij op 10 April
j.l. uit Kaapstad vertrokken en rechtstreeks
met deze boot naar Rotterdam gekomen was.
Mgr. reisde in gezelschap van zijn secretaris,
pater Ter Maat. De drie weken op zee waren
Monseigneur uitstekend bevallen. De reis was
goed verloopen. Steeds een kalme zee gehad.
Het doel van de reis is Rome, waarheen
Mgr. over eenige dagen zal vertrekken. Na zijn
terugkeer uit Rome blijft hij nog eenige maan
den in Nederland.
Het is nu precies tien jaar geleden, dat hij
zich definitief in Zuid-Afrika heeft gevestigd.
In die tien jaar is er daar op kerkelijk gebied
wel veel veranderd. Het aantal vicariaten en
prefecturen, dat in 1923 nog maar elf bedroeg,
is thans precies verdubbeld. Het gebied, dat
onder dezen eersten Apostolischen Delegaat van
Zuid-Afrika ressorteert, is ten naastenbij even
groot als heel Europa!
De grootste moeilijkheid voor de Kerk is daar
de onderwijskwestie. De regeeringen willen het
onderwijs aan zich hebben en stellen zich op
het standpunt van de eenheidsscholen. Alleen
in de Kaapkolonie zijn er scholen, die eenige
subsidie krijgen.
In aansluiting bij het bericht, waarin werd
gemeld, dat Woensdagmiddag reeds 58 personen
hun benoeming tot lid der Tweede Kamer had
den aangenomen, kan thans worden medege
deeld, dat nadien nog deze benoeming is aan
vaard door de dames Katz en Groeneweg en
door de heeren de Geer, Aalberse, Arts, Zandt,
van Zadelhof, de Wilde, Wielinga, van Voorst
tot Voorst, Vervoom, Thijssen, Sneevliet, van
Schaik, K. ter Kaan, Kortenhorst, Ketelaar,
van Houten, Hiemstra, van den Heuvel, Gose-
ling, Ebels, Boon en Fleskens.
In totaal hebben dus thans 83 leden hun be
noeming aangenomen.
Behalve van jhr. Beelaerts van Blokland,
waarvan reeds melding werd gemaakt, is Don
derdag ook van generaal Snijders bij het Cen
traal Stembureau bericht ontvangen, dat hij
voor zijn benoeming bedankt.