NAAR SELF-HELP! De nood van de tuinders I Prikkeldraad Sneevliet wil vrij Krisisbeeld noopt er toe AANGEBODEN DIENSTEN HET NIEUWE VERDRAG Giraf? VRIJDAG 5 MEI Geen verdachtmakings.v.p.! Van eigen humaniteit de dupe? Verzoek afgewezen De werkloosheid iets minder Z.H.Exc. Mgr. J. Gijls wijk Een teruggang met circa 60 pet.! DE TOESTAND OP ONRUST Beri-beri neemt geleidelijk af de uitgevoerde fabrikaten liepen in waarde met niet minder dan 50 pet. terug Het nieuwe kabinet. Zonder de liberalen niet parlementair? BESCHERMING VAN DEN DUITSCHEN ARBEID Het Centraal Bureau voor tuin bouwveilingen vergadert te Utrecht Bespreking tuinbouwsteunwet Eventueel zijn straf uitzitten tijdens een Kamerreces Indexcijfers van Februari RECTOR H. JANSEN S. J. VOORZICHTIG MET CARBID Op doorreis naar Rome in de Maasstad aangekomen NIEUWE TWEEDE KAMER Generaal Snijders bedankt Zou het gezien den miserabelen toe stand, waarin handel en nijverheid in Nederland tengevolge van de eensdeels „natuurlijke", andersdeels kunst matig verwekte crisis is komen te verkee- ren nu nèg niet de hoogste tijd zijn, ons te beraden, of wij nationaal-economisch niet een anderen koers moeten inslaan? Of wij geen energieke maatregelen moe ten nemen tot „selfhelp"? De statistiek der handelsbeweging over het eerste kwartaal van het jaar 1933 geeft als waarde van onzen uitvoer in die periode 280 millioen, als waarde van onzen invoer 177 millioen. Het zijn cijfers, die den ingewijde een vrijwel troosteloos beeld bieden van nog steeds voortschrijdenden neergang. Voor den leek op ekonomisch gebied spreken zij eerst, wanneer wij er het cijfer naast zetten van toen het Nederland nog goedging. In- en uitvoer beliepen in de drie eerste maanden van dit jaar dus tezamen 457 mil lioen. Neemt men aan, dat in den verderen loop van 1933 deze cijfers stationnair zullen blijven en wat geeft het recht, optimis tischer in de toekomst te zien? dan zal onze handelsbeweging dit jaar een gelds waarde van 4 X 457 millioen 1.828.000.000 beloopen. Weet men, dat die waarde in 1932 2.145.000.000 was, in '31 3.205.000.000, in 1930 4.137.000.000 en in 1929, het jaar dat de krisis begon 4.741.000.000? Dit be teekent sedert 1929 In- en uitvoer, tezamen geteld en ver geleken bij vroeger jaren, geven een wel zeer triesten kijk op de ineenstorting onzer welvaart. Optimisten zoo die er nog zijn zullen dan ook liever de cijfers van el kander aftrekken en met in beter tijd be grijpelijker voldoening constateeren, dat het bedrag, waarmede onze invoer onzen uitvoer overtreft, vrij aanzienlijk is geslon ken. Inderdaad. In 1929 importeerden wij voor 2.752.000.0000, waartegenover een uitvoer stond van 1.989.000.000. Er was dus een invoeroverschot van 763.000.000. We kon den als „steinreiche Hollander" ons dat permitteeren. Want we hadden, om dat invoer-excedent prompt te betalen, achter deurtjes. We hadden Indië, dat ons honder den millioenen in het laatje bracht. We waren de geldschieters van tal van landen. Ook dat leverde honderden millioenen. En als derde zeer belangrijke inkomstenbron was er onze scheepvaart. Het feit, dat onze reederijen een zeer aanzienlijk aandeel in het wereldverkeer hadden, deed eveneens bedragen, die in de honderden millioenen liepen, naar Nederland stroomen. Thans mag inderdaad met zeer gemengde gevoelens worden geconstateerd, dat het invoerexcedent gedaald is. Over Januari, Februari en Maart van dit jaar beliep de invoer 280 millioen en de uitvoer 177 mil lioen. Een invoeroverschot dus van 103 mil lioen, dat, als in den verderen loop van dit jaar de handelsbeweging hetzelfde beeld zal blijven vertoonen, aan het einde van 1933 tot 412 millioen zal zijn gestegen. De daling tegenover het jaar 1929, dat een invoerexcedent had van 763 millioen, is dus belangrijk. Maar vlakweg ontstellend is de mate en het tempo, waarin de bron nen verdroogd zijn, die ons vroeger in staat stelden, de veel grootere sommen te betalen, waarmede de invoer toenmaals de uitvoer overtrof. Cijfers, om dit te illustreeren, zijn overbodig. Men zie de opgelegde schepen in onze havens, men denke aan de débacle in de Indische cultures, men taxeere eens, hoeveel buitenlandsche beleggingen in het geheel geen of zéér geslonken revenuën afwerpen. Geven de cijfers der handelsbeweging zeer duidelijk aan, hoe buitengewoon diep de kfisis geleidelijk in ons bedrijfsleven heeft doorgeknaagd, de werkloosheidscij fers, zij mogen in den laatsten tijd onder seizoeninvloeden ietwat zijn teruggeloopen, zijn niet minder bedroevend. Het totaal aantal ingeschreven werkloozen mag nog altijd op circa 350.000 worden geschat. Op 28 Januari j.l. stonden 397.427 geheel en 24174 gedeeltelijk werkloozen ingeschreven. Hoe het in land- en tuinbouw gesteld is, behoeft het nog toelichting? Deels tot leni ging van den door den fatalen prijsval ont- stanen nood, deels ter saneering en inper king van bepaalde takken der agrarische productie zijn een aantal krisiswetten in het leven geroepen, waarvan op den duur de Nederlandsche volksgemeenschap de in de honderden millioenen guldens loopende kosten onmogelijk zal kunnen blijven op brengen. De gemiddelde waarde van de belangrijke agrarische producten, groenten, fruit, aard appelen, eieren, boter en kaas, daalde van 206 per ton in 1930 tot 129 per ton in BATAVIA, 4 Mei (Aneta). Op het eiland On rust zijn geen nieuwe gevallen van beri-beri gerapporteerd. De ziekte neemt geleidelijk af. Het is thans de vraag hoe lang de troepen nog op het eiland zullen blijven. Hiermede staat in nauw verband de kwestie waar de muiterij zal worden berecht. Indien de Krijsraad daartoe naar Batavia wordt overgeplaatst kan worden aangenomen, dat de bezetting van Onrust nog vele r aanden zal moeten worden gehandhaafd. De eerste verwijzingen in de muiterij-historie kunnen op zijn vroegst eind Mei aorden ver wacht. 1932. Een prijsdaling van 37J4 pet.! En in de industrie was het nóg erger. Van 277 per ton in 1930 tot 138 per ton in 1932. Voor den landbouw is reeds buitengewoon veel van Overheidswege gedaan, al hadden de maatregelen in het algemeen meer ten doet, krisisnood te temperen dan saneerend te werken. Maar wat de industrie betreft, bepaalde men zich te zeer tot bescherming alleen tegen „overmatigen invoer", zag men voorbij, dat ook andere motieven voor con- tingenteeringsmaatregelen dumping in zijn verschillende variaties b.v. bestaan kunnen, verzuimde men, door een weder- keerigheidspolitiek te trachten, nieuwe af zetgebieden te openen of oude te behouden. En toch is juist de industrie van zoo door slaggevende beteekenis voor ons volksbe staan. Bij de industrie zijn tweemaal zoo veel arbeiders betrokken als bij den land bouw. En in die industrie het bleek onlangs weer uit de sombere rede van mr. M. P. L. Steenberghe op de vergadering der Algemeene Roomsche Werkgeversvereeni- ging kraakt het aan alle kanten. „Ontslag- van personeel op groote schaal, verkor ting van werktijd en zelfs sluiting van tot nu toe goed functionneerende ondernemin gen volgen elkaar in duizelingwekkende vaart op. Voor den objectieven toeschouwer ontwikkelt zich het beeld van de ineenstor ting van een groot gedeelte van het bedrijfs leven, hetwelk de nationale welvaart moet verzekeren," hoorden we den president der Katholieke Werkgevers constateeren. Vooral de metaalnijverheid en de textiel industrie zijn er buitengewoon slecht aan toe. Gevoeglijk mag worden aangenomen, dat in die bedrijven het aantal arbeiders tot de helft is ingekrompen. En zelfs voor de helft, die nog werk heeft, is van een normale werkweek geen sprake. In de eerste negen maanden van 1932 verminderde de export van ongebleekte katoenen manufac turen, vergeleken' bij den uitvoer in de eer ste negen maanden van 1931, met 60 pet., van ongebleekte met 30 pet., van geverfde met 48 pet., van bedrukte met 17 pet., van bont geweven met 65 pet., van katoenen dekens met 58 pet., van tafel- en servetgoed met 87 pet. en van manufacturen van kunstzijde met andere stoffen dan echte zijde en wol met 75 pet. De voornaamste oorzaak van deze débacle is de daling van pond en yen, waardoor voor de Nederland sche industrie tegen Engeland en Japan niet meer te concurreeren valt. En dan bedenke men, dat deze industrie voor de helft op export is aangewezen! Vele fabrie ken produceeren enkel en alleen voor de buitenlandsche markt. Van artikelen van andere industrieën daalde de uitvoer even catastrofaal. We mogen enkele cijfers geven: Uitvoer naar de waarde in guldens: 1930 1932 Margarine 38.336.163 5.580.000 klinknagels en bouten 867.750 223.000 draadnagels en spijkers 1.384.686 307.000 gegoten geëm. artikelen 1.763.662 434.000 schoenen, laarzen en pantoffels 2.567.541 288.000 wit fijn aardewerk 3.844.997 1.588.000 gekleurd, gedecoreerd of bedrukt aardewerk 1.305.526 357.000 faience of kunstaardewerk 510.905 92.000 metaaldr.gloeilampen 22.921.668 7.482.000 We zouden zoo voort kunnen gaan. Maar zijn nog meer cijfers noodig, om aan te toonen, hoe geweldig onze exportindustrie door de krisis geknauwd is? Totnogtoe is aan de agrarische bedrijven de meeste aan dacht besteed. Nog vlak vóór haar aftreden kwam de Regeering-Ruys de Beerenbrouck met haar zeer veel omvattende machti gingswet, die in sterk beperkten vorm deze week door de Eerste Kamer is goedgekeurd. Het komende kabinet zal, als het de reeds voor den land- en tuinbouw verkregen vol machten weer wil doen uitdijen tot den om vang, waarin minister Verschuur aan de Kamer vrijwel dictatoriale bevoegdheden vroeg, de ernstige vraag onder het oog moeten zien, of niet de nood der industrie uitbreiding van de machtigingswet tot nóg breeder terrein noodzakelijk maakt. Want de duur der krisis, het uitblijven van gezonder opvattingen in het internationaal verkeer, de katastrofale neergang in wel haast alle takken van Nederlandsch bedrijf leidt onvermijdelijk tot de conclusie, dat wij een anderen koers moeten kiezen. Zoo als tot nog toe gaat het niet langer! Dat aangeboden diensten zelden aangenaa m zijn, schijnen de liberalen niet te weten. Zij, die volgens oude begrippen het in tellect in pacht hebben, kennen blijkbaar deze eenvoudige waarheid niet, anders zouden hun organen zich niet zoo opdringen aan den kabi netsformateur om de liberalen ook deel te doen nemen aan de samenstelling van het komende ministerie. Er is in de laatste maanden heel veel geschre ven over de willigte van de vrij zinnig-demo craten, die ter redding van het parlementaire stelsel tot zekere offers bereid waren. Bij wat wij de laatste dagen in de liberale pers lezen over de voortreffelijkheid van den vrijheids bond, de noodzakelijkheid van zijn deelneming aan het bestuur, was al hetgeen de heer Mar- chant en zijn fractiegenooten verkondigden nog maar kinderspel. Men staat verstomd over hetgeen zij in deze dagen durft schrijven en in welke bewoordingen zij den heer Colijn durft adviseeren. Voor een krachtig bewind, voor handhaving van gezag, voor doortastende bezuiniging, in één woord voor alles wat in dezen tijd noodig is om het schip van Staat te besturen, moet men bij de liberalen zijn. Maanden lang is er betoogd dat voor alles noodig is een parlementair ka binet, steunende -op bepaalde partijen, maar thans is volgens „N. R. C." en „Avondpost" op eens een parlementair kabinet in ons land on mogelijk. Alles Wat in die richting tot stand kan komen is kunstmatig, alleen als de liberalen er aan deel nemen is het in orde. Reeds bij voorbaat worden de andere par tijen zwart gemaakt om eigen voortreffelijk heid toch maar goed te laten uitkomen. „Het Vaderland" weet al te vertellen, dat de Roomsch Katholieke Staatspartij niet zal nalaten, te trachten water te gieten in den program-wijn van het merk Colijn, er op speculeerende, dat de Christelijk-Historischen zich daarmede zul len vereenigen. De Christelijk Historischen, die volgens dat blad in hun politieke lendenen buig zamer zijn dan de liberalen. Het Haagsche liberale blad schijnt geheel vergeten te zijn, dat de liberalen in het laatste jaar blijk gegeven hebben, in het geheel geen Donderdag vergaderde het Centraal Bureau der veilingen in Nederland in het Jaarbeurs gebouw te Utrecht. De bijeenkomst, welke zeer druk was bezocht, werd o.m. bijgewoond door Ir. Banthuis als vertegenwoordiger van het departement van binnenlandsche zaken en landbouw. In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer F. v. Valstar op de critieke tijden welke wij op den huidigen dag beleven. Steeds nieu we slagen worden den export toegebracht. Spreker gelooft niet, dat het laagste punt op het oogenblik door den tuinbouw is bereikt. Het jaar 1933 zal voor den tuinbouw een jaar van verschrikking worden. Uitzicht op voeden, den steun van het Rijk schijnt niet aanwezig. Het wordt steeds duidelijker, dat het vraag stuk van den land- en tuinbouw niet kan wor den gered zonder krachtige regeeringsmaat- regelen. De toestand ten plattelande is hoogst critiek te noemen. Nu de regeering den weg naar steun is opgegaan, mag niet halverwege worden halt gehouden. Voor het in stand houden van den tuinbouw is noodzakelijk, dat de regeering in deze over zeer verstrekkende bevoegdheden beschikt. Vol gens spr. kan de tuinbouw onmogelijk gered worden, wanneer de export van tuinbouwpro. ducten niet in de toekomst mogelijk blijft. Mo menteel is de toestand zoo geworden, dat overal rond ons de hooge tariefmuren alle export on mogelijk maken. Economische ontwapening is noodzakelijk. Nederland moet zorgen dat het niet meer mogelijk is, het onder den voet te loopen, het moet mogelijk zijn de belangen der Duitsche industrie tegenover die van onzen land- en tuinbouw te stellen. Door zich handelspolitiek te wapenen, is onze positie misschien nog te redden. Ook een klein land kan zich verdedigen! (bijvalsbetuigingen) Het jaarverslag over 1932 werd goedgekeurd met een dankwoord van den betrokken func- tionnaris, den heer Niemöller. Rekening en verantwoording over 1932, waar uit bleek, dat er een nadeelig saldo is van ƒ2598.07, werd onveranderd goedgekeurd. De balans welke sloot met een saldo, groot ƒ3187.90, werd onveranderd vastgesteld. Even. eens was dit het geval met de begrooting 1933 welke was vastgesteld op 52.400. Het agenda punt: bespreking handelspolitieke maatregelen, bracht vrij langdurige discussies met zich. Verschillende der afgevaardigden deden een feilen aanval op de huidige regeeringspolitiek. Men noemde het Nederlandsche volk de dupe van eigen humaniteit. Een der aanwezigen drong er op aan dat de regeering met alle ten dienste staande midde len de buitenlandsche producten zou weren. Gewezen werd verder op het feit dat door den grooten oorlog is uitgewezen dat het land dat in eigen behoeften kan voorzien, zich het langst staande houdt. Er vielen echter ook stemmen te beluisteren, welke waarschuwden tegen het voeren van een te consequente tarievenpolitiek. De voorzitter constateerde, dat men noodge dwongen ten opzichte van het vraagstuk der handelspolitiek vrij algemeen onder de tuin ders nadert tot het standpunt van verweer. Men is voor vrijhandel, maar momenteel is het ten eenenmale onmogelijk gebleken dit stand punt te blijven handhaven. Aan dé bestuurs. tafel werd vervolgens een motie ontworpen welke wij hieronder laten volgen: „Het Centraal Bureau van de Tuinbouw veilingen in Nederland, omvattende nagenoeg alle kweekers van groenten, fruit en vroege aardappelen in Nederland, op Donderdag 4 Mei in algemeene vergadering bijeen, overwegende dat het reeds op 27 Juli 1931 tot de regeering het verzoek heeft gericht om zich toch zoo spoedig mogelijk de middelen te verschaffen, teneinde daadwerkelijke onderhandelingen met de Duitsche regeering te kunnen voeren over het op 31 December 1932 afloopende douane- en crediet-verdrag: overwegende dat de Minister-President in Augustus 1931 dit verzoek aan de drie centrale Landbouworganisaties heeft doorgezonden en deze organisaties haar volledige instemming daarmede hebben betuigd: overwegende dat het Centraal Bureau sinds dien niet opgehouden heeft de noodzakelijkheid van actieve handelspolitiek te bepleiten: overwegende dat het op 27 April 1933 te Ber. Hjn gesloten verdrag de vernietiging van een belangrijk gedeelte van den groente-export naar Duitschland en als gevolg daarvan de vernie tiging van een gedeelte van den Nederlandschen tuinbouw beteekent: Het comité van actie tot bescherming van den Duitschen Arbeid. Van links naar rechts zittend: Brinckmann, Schumann, dr. Ley, Karl Muller. Staand: Biallas, Rudolf Schmeer, Muchow en Peppmüller. lendenen meer te bezitten; ruggegraat toch toonden ze allerminst. Zij schreeuwden om krachtige maatregelen en om bezuiniging, maar als de regeering er mee kwam, stemden de frac tie tegen. De Bond van Nationaal Herstel, die thans een vertegenwoordiger in de Kamer heeft, dankt daaraan zelfs zijn ontstaan. Van de R. K. Staatspartij kan dat niet ge zegd worden, want deze heeft zich steeds achter de regeering geplaatst en als een man voor alle maatregelen gestemd. Men heeft dan ook niet het recht, thans reeds de Katholieken aan te wijzen als de bewerkers van een eventueel naar liberale opvatting zwak of vaag program. Het is zelfs onbehoorlijk als „Het Vaderland" schrijft: „Een regeering, die van wal zou steken met een dergelijk vaag program, door welks niets zeggendheid de medewerking der roomsch-ka- tholieken \rt>rdt verkregen voor een tot de ker kelijke partijen beperkte combinatie, zou feite lijk, wat de vitale punten van haar beleid be treft, steunen op den gouvemementeelen zin der liberalen en niet op de beginselen levende in de rechterzijde. Het zou een zaken kabinet worden, dat leentjebuur ging spelen en dat aan innerlijke ondermijning van zijn kracht bloot zou staan. Daar het zijn afhankelijkheid van de liberalen zoo min mogelijk aan het licht zou wenschen te brengen, zou het steeds weer in zwakheid vervallen. En de katholieke leden van een dergelijk kabinet zouden voor zich, door het toegeven aan compromissen, de poli tieke verdeeldheid in hun partij trachten te bemantelen." Over den gouvemementeelen zin van de libe ralen doet men het best te zwijgen, want zij waren het die ten spijt van alle theorie het vorige kabinet voortdurend naar het leven ston den. De formateur van het nieuwe kabinet zal goed doen zich dat te herinneren, vooral nu de diensten hem zoo worden opgedrongen. De liberalen zelf mogen misschien bevreesd zijn, dat zij thans onder de bedreiging van na tionaal herstel niet meer het spel zullen kun nen spelen van de afgeloopen vier jaar, toen iedere lijn ontbrak, maar dan hebben ze dat aan zichzelf te wijten. Het past hun echter niet thans, ter verkondiging van eigen voortreffe lijkheid, de Katholieken verdacht te maken, als zouden deze door compromissen politieke ver deeldheid trachten te bemantelen. De Katholie ken hebben daarvan geen blijk gegeven bij de talrijke maatregelen die het vorige kabinet voor stelde, maar wel zij die nu him diensten niet slechts aan Dr, Colijn aanbieden, maar zelfs op dringen. Zoo ooit dan zal deze er nu zeker geen gebruik van kunnen maken. betreurt het, dat de Nederlandsche regeering de onderhandelingen met Duitschland begon nen is zonder daartoe over voldoende onder handelingsobjecten te beschikken: spreekt als zijn overtuiging uit, dat bij onder handelingen met Duitschland de door Neder, land gevoerde handelspolitiek geen mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de sterke po sitie, welke Nederland zou kunnen innemen op grond van het feit, dat zijn invoer uit Duitsch land zooveel grooter is dan zijn export naar Duitschland, acht het derhalve noodzakelijk, de Nederlandsche handelspolitiek zoo spoedig mogelijk wordt gewijzigd in dezen geest, dat Nederland bij de onderhandelingen, welke over eenige maanden opnieuw met de Duitsche re geering zullen worden geopend, den invoer van Duitsche artikelen in Nederland afhankelijk kan maken van de mogelijkheid van export van Nederlandsche producten naar Duitsch. land en andere landen en dringt er bij de regeering met de meeste klem op aan ten spoedigste maatregelen te nemen, teneinde de noodige bevoegdheden daartoe van de Staten- Generaal te verkrijgen." Deze motie werd met bijvalsbetuigingen ont. vangen en met algemeene stemmen aanvaard. Het voorstel van een der aanwezigen, een telegram naar de regeering te sturen met het verzoek het handelsverdrag met Duitschland niet te ratificeeren, werd na een langdurige bespreking vervangen door een voorstel, waar in werd besloten, de regeering volkomen op de hoogte te stellen van de beteekenis, welke dit verdrag voor den geheelen tuinbouw heeft. Over het punt voerden eenige vertegenwoordigers het woord. Men was van meening, dat er een drang uit moest gaan om te komen tot een verlaging der hypotheekrenten. Deze aangelegenheid zal worden besproken met de principieele orga nisaties. De heer Remme geloofde, dat het wensche- lijk was den komenden minister van binnen landsche zaken kenbaar te maken, dat de voor 1933 uitgetrokken steun ontoereikend is. De voorzitter deelde mede, dat het bestuur inzake de 5 millioen steun een motie heeft samengesteld, waarin de meening der veree- niging, groep veilingen, haar voldoening uit. spreekt over de structuur der tuinbouwsteunwet, maar er bij de regeering op aandringt, den post 5 millioen te schrappen, daar deze beperking in de wet niet past. Deze motie werd aangenomen. Het bestuur stelde vervolgens voor, om van de aangesloten veilingvereenigingen dit jaar 1/50 pCt. van den omzet over 1932 te heffen, ten behoeve van het reclamefonds. In stemming gebracht werd dit voorstel met groote meerderheid van stemmen aangenomen. Nog verschillende kwesties werden behandeld, waarbij voor de vertegenwoordigers herhaalde lijk de gelegenheid open stond hun standpunt betreffende deze vraagstukken te bepalen, Donderdag werd voor de Vierde Kamer van t* Amsterdamsche gerechtshof het request tot invrijheidstelling van den heer Sneevliet behan deld. De raadsman Mr. Dr. Benno J. Stokvis licht te het verzoek uitvoerig toe, daarbij o. m. aan voerend, dat de omstandigheden volkomen zijn gewijzigd, mede in verband met het feit, dat de verkiezingen achter den rug zijn. De situatie is ook geheel anders, omdat nu bekend is, hoe de rechter staat tegenover de ten laste leg ging. De rechter heeft Sneevliet's optreden strafbaar geoordeeld en heeft de strafwaardig heid in de strafmaat van vijf maanden met af trek van het geheele voorarrest tot uitdrukking gebracht. Op dit oogenblik zou Sneevliet nog 77 dagen in de gevangenis door moeten bren gen; Sneevliet acht zijn veroordeeling onjuist, maar het is niet zijn bedoeling zich aan de opgelegde straf te onttrekken. Hij wil thans op vrije voeten worden gesteld, niet voor zijn pri vé belang, doch om zijn plichten te vervullen als volksvertegenwoordiger, In wien 50.000 menschen bij de laatste verkiezingen vertrou wen hebben gesteld. Het is voor Sneevliet zelf in zijn kwaliteit als Kamerlid èn voor die 50.000 kiezers van het allergrootste belang, dat hij onmiddellijk reeds bfj den aanvang der Kamerzitting tegenwoor dig is. Mocht zijn straf evenwel gehandhaafd blijven, dan zal hij die willen uitzitten tij dens een Kamerreces. Het onderhavige verzoek beteekent dan alleen een verschuiving van den straftijd. De heer Sneevliet voerde hierop zelf het woord nog, waarbij hij betoogde dit verzoek te doen, gedrongen door plichtsbesef tegenover zijn kiezers. De procureur-generaal Mr. Bauduin advi seerde afwijzend op het verzoek tot invrijheid stelling. Het Gerechtshof heeft nog denzelfden dag het verzoek afgewezen. Hieronder volgen de indexcijfers van de werkloosheid, zooals deze berekend zijn door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze cijfers, weergevende het percentage werkloos- heidsdagen van het aantal dagen, dat gewerkt had kunnen worden, indien geen werkloosheid ware voorgekomen, zijn in hoofdzaak berekend uit opgaven van gesubsidieerde werklozenkas sen. Het totaal aantal personen, van wie de werk loosheid is nagegaan, bedroeg in Februari 1933 rond 611.000, waaronder 603.000 leden van werk- loozenkassen; het aantal werkloozen onder hen bedroeg rond 232.800, waaronder 231.700 leden van werkloozenkassen. Beroepsgroepen Indexcijfers der werkloosheid: Febr. '33 Febr. "32 Jan. '33 Aardewerkindustrie enz. 25,9 22,1 60,2 Diamantindustrie 82,1 90,6 84,- Drukkersbedrijven enz. 15,5 10,2 14,8 Bouwbedrijven enz. 52,9 42,- 61,2 Houtbewerking enz. 48,6 35,9 49,3 Kleedingindustrie 20,1 12,9 26,6 Lederindustrie 16,5 11,3 19,4 Steenkolenmij nen 5,2 5,6 4,5 Metaalindus., scheepsbouw 41,4 35,- 40,9 Textielnijverheid 30,80 22,3i) 34,-i) Voed- en genotm.-bedr. 17,4 12,4 17,1 W.o. tabak- en sigarenind. 25,2 17,6 24,3 Landbouwbedr., veenderij 42,6 41,9 51,- Visschërij 24,4 21,3 49,1 Handelsreizigers l,3i) 1,1 l,2i) Verkeerwezen i) 25,8 21,9 33,5 Handels- en Kantoorbed. 10,5 6,6 10,3 Toonkunstenaars 25,9 22,- 24,4 Overige groepen 28,6 23,5 32,6 Totaal 33,2 27,5 37,8 (Tot. excl. Diamantind.) (32,8) (26,9) (37,4) (Totaal Industrie) (35,6) (28,9) (39,3) i) Onvolledige opgaven. 2) Excl. Havenarbeidersreserve. De toestand van rector H. Jansen S. J. van het Canisiuscollege te Nijmegen, die, zooals ge meld, werd opgenomen in het St. Canisius-Zie- kenhuis aldaar, is van dien aard, dat hij eenige maanden volstrekte rust moet nemen. De arbeider D. J. uit Wagenberg, was in een fabriek te Terheijden bezig carbid van de eene bus in de andere over te schudden, toen een hevige ontploffing plaats had, waarbijij J. zulke ernstige wonden aan zijn gezicht opliep, dat on middellijke overbrenging naar het St. Ignatius- ziekenhuis te Breda noodzakelijk werd geacht. In „Het Handelsblad", avondblad van 2 Mei, vinden wij een artikel, getiteld „De Leg kaart", waarin de actueele vraag wordt be antwoord „Is de vorming van een Parlementair Mini sterie mogelijk?" Het antwoord is: ja, mits de formateur steun zoekt bij de Vrijheidsbondsche Kamerfractie. Nietwaar, de liberale bladen, die zich zoo vermaakt hebben met den naar een Minister portefeuille hengelenden Mr. Marchant, blijken ten deze toch ook niet veel anders te zijn dan oprechte Leidsche peueraars! En de schrijver laat 't niet bij hengelen of peueren, hij pleegt zelfs afdreiging. Komt er een Rechtsch parlementair Kabinet, dan zal de Vrijheidsbondsche fractie het recht hebben tot.... „Geen loyale oppositie"! Waarom dat? Omdat, volgens hem, de Rech terzijde, ook al beschikt zij over 52 zetels, toch niet de meerderheid heeft. Voila!! Hoe gek dit klinke ook „Het Vaderland" heeft 't al veel vroeger verkondigd. In het avondblad van 29 April schreef dit Haagsche orgaan, dat „de Roomsch-Katholieke Staats partij, die zoo onderscheidene politieke stroo mingen in haar bedding poogt te vereenigen," maakt „dat hierdoor alleen reeds een wankel fundament voor elke daarop steunende regeering gelegd zou worden." Dus is als extra-steun de Vrijheidsbondsche fractie noodig! Voila! En de Redactie van „Het Handelsblad" had reeds den avond te voren (avondblad 28 April) precies het zelfde geschreven: „Die steun zou, gegeven de heterogene R. K. Staatspartij, wel eens noodig kunnen blijken, zooals die ook voor de extra-parlementaire regeering vaak noodig is geweest." Nu breekt toch onze klomp! Zou „Het Handelsblad" ons een der vele ge vallen kunnen noemen (niet waar, er staat: vaak!), dat de Vrijheidsbondsche fractie het extra-parlementaire Kabinet heeft gered, toen de Katholieke fractie het in den steek liet? Vaak? Wij kennen geen enkel geval. Steeds heeft, bij alle moeilijke stemmingen, als 't er werkelijk spande, de „heterogene" en daarom zoo onbetrouwbare Katholieke fractie als één man gesloten het Kabinet gesteund, terwijl de Vrijheidsbondsche fractie het herhaaldelijk in den steek liet! Nog eens: voilé! Het schijnt gewoonte te zijn geworden in de liberale bladen, de Katholieke Kamerfractie als innerlijk verdeeld (en daarom als onbetrouw baar voor een Kabinet) voor te stellen. Waar om? Omdat de Heeren er eenvoudig naar hun keren, in het komende Kabinet te worden op genomen. Waarom we hierboven den ietwat zonderlin gen titel schrqven: Giraf? Och, t was zoo toevallig, dat „Het Handels blad" in hetzelfde nummer, waarin „De leg kaart" te vinden is (2 Mei), op de achterzijde een foto opnam van een langen giraffen-kop, met dit onderschrift, in bijzonder-vette letters: „Toppunt van verwaandheid". 't Was minder hartelijk van vorm, maar even typeerend van inhoud, dat we nu maar boven dit artikeltje schreven: „Giraf'. Voila! Met het ss. „Wangoni" van de Woermann- Linie is Donderdag uit Zuid-Afrika te Rotter dam aangekomen Z. H. Exc. Mgr. J. Gijlswijk O. P., Apostolisch Delegaat van Z.-Afrika. Mgr. werd aan boord begroet door eenige fa milieleden en door den Provinciaal der Domi nicanen pater B. Schaab O. P. Monseigneur vertelde aan een vertegenwoor diger van de „Maasbode", dat hij op 10 April j.l. uit Kaapstad vertrokken en rechtstreeks met deze boot naar Rotterdam gekomen was. Mgr. reisde in gezelschap van zijn secretaris, pater Ter Maat. De drie weken op zee waren Monseigneur uitstekend bevallen. De reis was goed verloopen. Steeds een kalme zee gehad. Het doel van de reis is Rome, waarheen Mgr. over eenige dagen zal vertrekken. Na zijn terugkeer uit Rome blijft hij nog eenige maan den in Nederland. Het is nu precies tien jaar geleden, dat hij zich definitief in Zuid-Afrika heeft gevestigd. In die tien jaar is er daar op kerkelijk gebied wel veel veranderd. Het aantal vicariaten en prefecturen, dat in 1923 nog maar elf bedroeg, is thans precies verdubbeld. Het gebied, dat onder dezen eersten Apostolischen Delegaat van Zuid-Afrika ressorteert, is ten naastenbij even groot als heel Europa! De grootste moeilijkheid voor de Kerk is daar de onderwijskwestie. De regeeringen willen het onderwijs aan zich hebben en stellen zich op het standpunt van de eenheidsscholen. Alleen in de Kaapkolonie zijn er scholen, die eenige subsidie krijgen. In aansluiting bij het bericht, waarin werd gemeld, dat Woensdagmiddag reeds 58 personen hun benoeming tot lid der Tweede Kamer had den aangenomen, kan thans worden medege deeld, dat nadien nog deze benoeming is aan vaard door de dames Katz en Groeneweg en door de heeren de Geer, Aalberse, Arts, Zandt, van Zadelhof, de Wilde, Wielinga, van Voorst tot Voorst, Vervoom, Thijssen, Sneevliet, van Schaik, K. ter Kaan, Kortenhorst, Ketelaar, van Houten, Hiemstra, van den Heuvel, Gose- ling, Ebels, Boon en Fleskens. In totaal hebben dus thans 83 leden hun be noeming aangenomen. Behalve van jhr. Beelaerts van Blokland, waarvan reeds melding werd gemaakt, is Don derdag ook van generaal Snijders bij het Cen traal Stembureau bericht ontvangen, dat hij voor zijn benoeming bedankt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5