NIEUW LEVEN
De versnelde bruggenbouw
Van de Perstribune
Colijn voorzichtig
UITGEBREIDE VOLMACHT
ZATERDAG 6 MEI
LEEKEPREEKEN
Conflict bij de K.L.M.
De vliegers nemen bijna allen
ontslag
Buiten rood verband
Zuivering bij de Hembrug
Katholieke Verkenners
Nationale dagen in Den Bosch
Invoerbeperking
Contingenteering schoeisel
Pastoor H. van Harten f
Sinds 1921 herder van de St.
Joseph-parochie te
Hamersveld
ONDERRICHT IN BLOEMENKWEEKEN
Delftsche Katholiekendag
Audiëntie
De op te richten vennootschap zal
geen obligaties uitgeven
Geen vrees voor duur
werk
De zittingsduur der Tweede
Kamer
Mr. A. W. E. Brandsma schrijft in „De
Tijd":
Geen onrecht
De brug beoosten Rotterdam
Wanneer wordt de samenstelling
van het nieuwe Kabinet be
kend gemaakt?
De politieke toestand
De Katholieke fractie vergaderde
hedenochtend
Overleg met vijf partijen
L. DE VISSER VOOR DEN
RECHTER
Von Hindenburg beleedigd
DE TARIEFMUREN STEEDS
HOOGER
Een protest van Nederland
gewenscht
DE MOORD TE NUMANSDORP
Behandeling voor de rechtbank
AUTOBAND GESPRONGEN
Ernstig ongeluk te Markelo
Wij hebben in de afgeloopen week het
kalenderblad van April afgescheurd en
den Mei geopend. De eerste Meidag is
een symbool. Natuurlijk houdt de hemel zich
niet aan vaste datums en verandert de weers-
toestand in den nacht van dertig April op één
Mei niet plotseling van wintersch-kil in lente
achtig zoel. Maar wij, menschen, hebben nu
eenmaal een houvast noodig voor onze herinne
ringen en verwachtingen, voor onze wenschen
en verlangens en daarom verbinden wij de ope
ning van de Meimaand altijd aan de eindelijke
bevrijding van den winter en de zekerheid van
de intrede van het mooiste jaargetijde.
Is het u al eens opgevallen, dat de jeugd wel
de Meimaand met graagte en gretigheid aan
vaardt, maar dat het hartstochtelijk verlangen
naar de vernieuwing in de natuur eerst recht
bij de volwassenen aanwezig is en grooter wordt
al naar mate de jaren toenemen? Ach, de jeugd
vindt in alle jaargetijden iets van haar gading:
maar de meer gevorderden schuwen de lasten
van hitte en kou; 't is ook, alsof zij in den win
ter te veel overeenkomst zien met hun eigen
dalenden levensdag. Om dit alles en veel meer
is de lente zoo geliefd. Zij, het beeld van de
jonge bruid in de bloesempracht der boomen;
de veel belovende, de stralende onder een blau-
wten hemel en een verkwikkende, een lachende
en nog niet blakerende zon.
Geen eeuwen van wereldbesfcaan en geen men-
schenleven zijn lang genoeg om de schoonheid
van de lente uit te putten. Zoolang er iets aan
uitdrukking van menschelijke gevoelens in dich
terlijke taal of muziek is aan te wijzen, vindt
men lofliederen op het ontwaken der natuur
En ieder kan het aan zichzelf ervaren, dat, hoe
meer lentes hij beleefd heeft, hoe meer hij de
Meimaand leert bewonderen en liefhebben. En
hoe zou het ook anders? Heeft de practijk niet
geleerd, dat, wie een meesterwerk van een groot
kunstenaar bezit, bij den herhaalden aanblik
zich niet alleen niet verveelt, maar er integen
deel telkens nieuwe schoonheden in ontdekt,
zoodat het tenslotte een onmisbaar stuk in zijn
leven wordt. En hoe zou dan de bron van alle
kunst, de natuur zelf, in haar wedergeboorte
niet telkens opnieuw en altijd meer onze bewon
dering trekken?
De essentie van deze weergalooze schoonheid
is de zichtbare vernieuwing. Hier is geen bij
zondere begaafdheid, geen speciale aanleg, geen
exquise smaak noodig; de normale mensch, ook
de eenvoudigste van geest en hart, bij wien het
zuivere gevoel nog niet is afgestompt of bedor
ven, kijkt met ontroering naar het nieuwe leven,
zooals het uitbot in zwellende knoppen, in teere
bloesems, in een sluier van ragfijn groen, in
koddige lammeren in de wei en piepjonge vogels
in het warme nest. De vernieuwingsdrang in de
natuur overmeestert ons, spreekt ons aan, roept
iets in ons wakker. Bij iedere nieuwe lente voe
len wij het, dat het geboren worden van mil-
lioenen jonge wezens in de natuur een snaar in
ons doet trillen van sympathie, van meeleven,
omdat diep in ons binnenste het meest men
schelijke in ons wakker wordt gemaakt, n.l. de
eeuwige begeerte naar vernieuwing.
Het diepste geheim toch van de altijd weer
ontroerende schoonheid der natuur is haar af
wisseling van licht en schaduw, van zonsopgang
en -ondergang, van afsterven en herleven. Wij
voelen ons daarmee verwant; de grootste pro
blemen voor den mensch zijn ook het geboren
worden en het sterven; de vragen, die hem het
diepste in de ziel boren zijn: vanwaar kom
ik en hoe leef ik straks achter het graf. In
ieder mensch drijft een vernieuwings- een on-
sterfelijkheidsdrang. Vandaar dat het kind, het
welk den band slaat van ons geslacht met een
volgend en dat de schakel vormt in de keten
die ons met de komende eeuwen verbindt, van
daar dat het kind in zijn hoopvolle jaren en
ongerepte menschheid een wondere aantrekke
lijkheid uitoefent.
Reis eens op een ochtend met een forensen
trein. Onder den glazen kospel van het station
der wereldstad rollen de stampvolle wagens. De
passagiers springen er meer uit dan zij loopen.
't Zijn meest mannen van rond de dertig en
ouder, 't Zijn zakenmenschen, het hoofd voi
met de beursberichten en de politiek uit de
ochtendbladen, of handelsreizigers met tasscher
en koffers, die hun geluk gaan beproeven;
werklieden en kantoorbedienden, die den strijd
om het bestaan ver van huis voeren. Zij allen
dringen om door het gapende, donkere trapgat
het eerst naar buiten te komen. Daar opeens
klinkt de hooge stem van een kind. Niemand
had het opgemerkt, het vierjarig meisje, dat aan
moeders hand parmantig de breede treden af
stapt. Maar het zingende geluid van de helder
klinkende vragen dwingt ieder tot kijken en
luisteren. Opeens zijn voor een oogenblik alle
zorgen vergeten; de strakke mannengezichten
ontspannen zich, vreemden kijken elkaar aan
en glimlachen, wanneer zij een kleine hand
zien wijzen naar een reclameplaat en een hoog
stemmetje hooren vragen hoe die man met
armen en beenen van louter automobielbanden
toch wel loopen kan en of hij niet te laat aan
den trein zal komen. En menigeen zucht voor
zichzelf heen: wat is zulk een jong leven toch
mooi!
De eerste leeraar in de thomistische wijsbe
geerte aan de Amsterdamsche hoogeschool, de
onvergetelijke pater J. V. de Groot, heeft in
zijn boek: „Levenswijding" den lof van het jonge
leven zoo prachtig bezongen toen hij schreef:
„Daar schuilt een wonder alvermogen in het
kind. Het schept blijdschap en wekt edele ge
voelens; het verruimt het hart van den moeden
ouderdom. Men zegt, dat de kunst reeds meni-
gen zomermorgenstond, doch te vergeefs, naar
frissche rozenkleuren zocht, om er de kinder
jaren mede te malen. Groote schriftgeleerden
vroegen, hoe zulk een klein wezen een geheim-
zinnigen schat in zich verbergen kon, dien
grijsaards zelfs benijden, en wat het kunste
naarsoog wel in kinderen mocht zien, daar
Woorden noch lijnen het konden teekenen. Maar
christelijke ouders, arm en rijk, verstaan het
treffende woord van den Heiland: „Een vrouw
als zij baart, heeft droefheid, dewijl haar uur
gekomen is; als zij echter het kind gebaard
heeft, gedenkt zij niet meer de smart, om de
vreugde, dat een mensch ter wereld geboren
is." Het kind is den godsdienstigen christen
het ontluiken van een wezen naar Gods beeld.
Door „list noch hoovaardigheid besmet", geeft
het kind een zuiverder weerkaatsing van het
licht; en wij begrijpen de uitspraak des Heeren:
„Tenzij gij wordt als de kinderen, zult gij niet
binnengaan in het hemelrijk." Gezuiverd door
de wateren der wedergeboorte, verkrijgt het
kind een bovennatuurlijke schoonheid en straalt
als een heilig pand van hemelsche liefde de
vrome moeder tegen in het mysterie harer
doorstane smart."
Gelukkig het gezin, waar deze waarheden nog
begrepen en gewaardeerd worden en goddank
zijn er van dezulke nog vele! Want het leven
is sterven en geboren worden. De dood ligt ge
heel buiten onze macht, maar op het jonge
leven heeft de mensch zelf invloed. Daarover
peinsden wij toen wij in de afgeloopen week
vier doodstijdingen, waaronder zeer droeve, ont
vingen. Maar daarnaast drie mededeelingen
van gelukkige ouders, dat hun een kind ge
boren was. „Gelukkige" ouders; ja, goddank!
En zóó gelukkig, dat kunst en techniek ter hulp
werden geroepen om in kleur en beeld en woord
op schoon versierde kaarten aan hun blijdschap
lucht te geven.
Stemt het niet tot dankbaarheid in dezen tijd.
waarin het huwelijk en de liefde worden ver
laagd, waarin het egoïsme zoozeer den boven
toon voert, echtelieden te hooren jubelen over
nieuw leven in hun huis? Het moge dan waar
zijn, dat medici de natuur te slim zijn af ge
weest en dat theologanten hun vinding kunnen
aanprijzen als niet strijdig met de moraal; het
moge waar zijn, dat er geen gewetensconflict
ontstaat, wanneer jonggehuwden aan den ver-
nuftigen kalender moeten vragen, wanneer zij
elkander mogen omhelzen, een conflict met de
natuur is er in ieder geval. En zij, de rijke
moeder, die onuitputtelijk is in het geven, zij
is de meest gestrenge, wanneer het er op aan
komt haar rechten te handhaven. Vroeg of laat.
hoe dan ook, zij wreekt altijd ook maar het
minste vergrijp.
Goddank daarom, dat er nog zoovele jonge
christen gezinnen zijn, die naar Christus' woord
vreugde hebben „omdat er een kind geboren
is." Zoodra die diep menschelijke blijdschap om
nieuw leven zou verdwijnen, zou het met de
wereld gedaan zijn. Immers, een plicht kan op
den duur slechts stand houden, wanneer hij
blijmoedig wordt verricht. Het is de eerste plicht
van de menschheid zichzelf in stand te houden,
de levensfakkel moet van de eene hand in de
andere overgaan en telkens weer moet er nieuw
leven ontspruiten.
HOMO SAPIENS
De K.L.M.-piloten hebben Vrijdagmiddag
schriftelijk aan de directie van de K.L.M. me
degedeeld, dat zij ontslag nemen uit den dienst
per 1 Juli a.s.
Zy, die niet meedoen, zijn de piloten Schol
ten, die geen lid is van de Vereeniging van Ver
keersvliegers, en Soer en Viruly, die wel lid
zyn.
Er hoeft niet aan te worden getwijfeld al
dus een der directeuren van de Artillerie-inrich
ting bij de Hembrug dat binnenkort voor het
personeel eveneens het verbod zal worden uit
gevaardigd om lid te zijn van een vakorgani
satie, aangesloten bij het N.V.V. en van de
S.D.A.P.
Den vertrouwensmannen van den Bond van
Overheidspersoneel is Donderdag reeds te ver
staan gegeven, aldus meldt „Het Volk", dat zy
uit hun vakbond en uit de overige organisaties
van de arbeidersbeweging moeten treden.
Op 13 en 14 Mei wordt in Den Bosch de twee
de nationale bijeenkomst van leidsters en lei
ders der katholieke Verkenners gehouden. Hon
derden komen Zaterdagsmiddags van alle hoe
ken van het land samen, waar om vijf uur on
der de schaduw van de Kathedraal het groote
carré zal gevormd worden, om met de vlaggen-
parade deze bijeenkomst te openen.
De Bossche burgemeester zal namens de stad
de deelnemers verwelkomen, waarna een bezoek
gebracht wordt aan de Zoete Lieve Vrouw,
waar gedurende deze dagen een ridderwacht zal
gehouden worden door verkenners.
's Avonds warden er demonstraties gegeven in
verkenningsvaardigheden door welpen, verken
ners, voortrekkers der stad onder leiding van
Dr. J. v. d. Werff; pionierswerk, kamp op slaan,
Spinningrope, seinen enz.
Als de duisternis gekomen is, verzamelt de
leidersgroep zich om het kampvuur, dat door de
K.R.O. wordt uitgezonden van 9.30 tot 10.15.
En in het grillige spel van het flakkerend
hooglaaiende vuur, breekt de vreugde en blij
heid uit in liedjes, yells, muziek en zang tot de
tyd gekomen is dat men zich naar de tenten
begeeft die rond de stad zijn opgeslagen, om in
den slaap weer krachten te vinden voor den vol
genden dag.
Zondagsmorgens om half 11 zal Z. H. Exc.
Mgr. A. P. Diepen, bisschop van 's-Hertogen-
bosch, in de kerk der Eerw. Paters Capucijnen
een H. Mis opdragen, waaronder de Hoofdver-
kennersgeestelijke Mr. Dr. J. Beuns S.J. de pre-
dicatie houdt.
Na de gezamenlijke Brabantsche koffietafel,
wordt om twee uur de algemeene vergadering
gehouden in het Concertgebouw, waarop o.a.
Z. H. Exc. de Bisschop de vergadering zal toe
spreken en een rede wordt gehouden door Prof.
Dr. Weve O.P.
Tot sluiting heeft een plechtig Lof plaats in
de Basiliek, opgedragen door den Vicarius-Ge-
neraal van het Bisdom de Hoogeerw. en Doorl.
Heer Mgr. P. Hendrikx, oud-aalmoezenier der
verkenners.
Verwacht wordt dat ook de Hoofdverkenner
voor Nederland Z. Exc. J. J. Rambonnet een
deel der bijeenkomst zal bijwonen.
Verschillende honderden deelneemsters en
deelnemers hebben zich reeds aangemeld; 13 en
14 Mei zullen toonen hoe de Kath. Verkenners
in kracht en diepte gegroeid zyn in de weinige
jaren van hun bestaan.
Ingediend is een wetsontwerp ter bekrachti
ging van den maatregel, houdende regeling van
den invoer van schoeisel en leestklaar schoen
werk.
In de toelichting wordt erop gewezen, dat
de contingenteering in de afgeloopen periode
een uitgesproken gunstig effect heeft gehad.
Het aantal arbeiders in een reeks van bedrij
ven, die regelmatig worden onderzocht, steeg
van 6195 op 1 October 1932 tot 6659 op 1 Maart
1933, het verloop en het aantal arbeidsuren was
iets minder gunstig.
Ook in de komende maanden biyft de minis
ter de ontwikkeling van den toestand regel
matig volgen.
Aan de hand van hem ter beschikking ko
mende gegevens zal hij eventueel in staat zyn
te beoordeelen of een wijziging der contingen-
teeringspercentages noodzakelijk is.
Vrijdagmorgen is te Hamersveld (bij Amers
foort), na voorzien te zyn van de H.H. Sacra
menten der Stervenden, zacht en kalm over
leden de zeereerw. heer H. Th. van Harten, pas
toor der St. Joseph-parochie aldaar.
Vorige week deed een aanmerkëiyke verbete
ring in den toestand van den patiënt de hoop
op behoud weer herleven; plotseling kwam
enkele dagen later echter de mededeeling, dat
een verslechtering was ingetreden, welke toe
diening der laatste H.H. Sacramenten, waar
mede zijneerw. reeds meerdere malen was ge
sterkt, noodzakelijk maakte.
Te half tien heeft de zoo geliefde parochie
herder, die bijna twaalf jaar lang de geesteiyke
en tydelijke belangen der hem toevertrouwde
geloovigen, met groote nauwgezetheid en onver-
woestbaren yver heeft behartigd, voor goed van
het leven, en daarmede van zyn parochie en
parochianen, afscheid genomen.
De overledene bereikte den leeftüd van 59
jaar. Hij werd in 1896 priester gewijd en was
achtereenvolgens kapelaan te De Lutte, Hoog
land, Amersfoort (O. L. Vrouwe Hemelvaart),
daarna pastoor te Barger-Oosterveld en sinds
10 Augustus 1921 pastoor te Hamersveld.
Zijn parochianen zullen zijn verscheiden met
weemoed gedenken.
De metten zullen plaats hebben Maandag
avond te half zeven, de Lauden Dinsdag om
half tien, en om tien uur de plechtige Uit
vaart.
Op de volksscholen in Engeland geeft men onderricht in het kweeken en verzorgen
van bloemen. Hierboven ziet men de leerlingen van een school in Rotherhithe bezig de
door hen zelf gekweekte bloemen, na te teekenen.
Het hoofdbestuur der Katholiekendagen in
het diocees Haarlem maakt bekend, dat tegen
de op Zaterdag 8 April j.l. gepubliceerde con
clusies de navolgende wijzigings- (aanvullings-)
voorstellen zijn ingebracht.
De heer A. J. van Beurden te Koog a. d. Zaan
stelt voor aan de conclusies der inleiders, zoo
wel in sectie I als in sectie II toe te voegen:
„De bevoorrechting der rijken en de achter
stelling der armen behooren in de Kerk op te
„houden door afschaffing der standenscholen
„en van het verpachten der zitplaatsen in de
„kerkgebouwen."
De heer jhr. mr. L. E. M. von Pisenne te
Rijswijk (Z.H.) stelt voor in conclusie V van
de 2e sectie achter het woord „gemeenschap"
in te voegen: „en het niet minder verderfelijke
communisme, dat de gemeenschap tot gelding
wil brengen ten koste van het individu, hebben
enz."
Het hoofdbestuur voornoemd,
Mr. J. N. J. E. HEERKENS THIJSSEN,
Voorzitter
Mr. L. E. ROES, Secretaris
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Woensdag en Donderdag geen
audiëntie verleenen.
Verschenen is de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot
wyziging en verhooging van het zevende Hoofd
stuk B der Rijksbegrooting voor het dienstjaar
1933. (Deelneming in het aandeelenkapitaal van
en verstrekking van rentedragende voorschot
ten aan de N.V. „Versnelde Bruggenbouw".)
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Ook de regeering betreurt, dat het niet eerder
mogeiyk was het wetsontwerp in te dienen. Er
is voor den bruggenbouw en den aansluitenden
wegenaanleg veel voorbereiding noodig, welke
zelfs thans nog niet geheel voltooid is. zy is
echter wel zoover gevorderd, dat, zoodra de in
dit ontwerp aangevraagde kredieten zullen zijn
toegestaan, met de uitvoering een begin kan
worden gemaakt.
De plaats van drie der vier bruggen is be
paald. Die voor de brug te Moerdijk ligt reeds
vast, namelijk pl.m. 600 M. beneden de spoor
brug aldaar. Hetzelfde geldt voor die te
Dordrecht, waar een ligging onmiddeliyk be
neden de spoorbrug uit andere mogeiyklieden
is gekozen, terwül die te Rotterdam volgde uit
het spoorweg- en wegenplan, dat opgemaakt is
door den dienst der Stadsuitbreiding in samen
werking met de Nederlandsche Spoorwegen. De
plaats van de brug over de Noord is nog niet
definitief vastgesteld. Zij hangt toch samen met
het tracé van den nieuwen weg door den Al-
blasserwaard, waarover nog zeer onlangs een
nader onderzoek door de Kamer is gevraagd,
dat nog niet in allen deele is afgeloopen.
De bruggen beoosten Rotterdam, bij Dordrecht
en bij Moerdijk zullen een rijvlak van vier
strcoken (11.00 M.), die over de Noord van drie
strooken (8.50 M.) verkrijgen, terwijl alle brug
gen van voet- en rijwielpaden worden voor
zien.
Er bestaat geen bezwaar de voorloopige ra
ming van de vier bruggen mede te deelen. Zij
bedraagt: voor de brug bij Moerdijk ƒ6.100.000,
voor de brug bij Dordrecht ƒ3.800.000, voor de
brug bij Rotterdam 8.200.000 en voor de brug
by Hendrik-Ido Ambacht ƒ2.900.000.
De regeering erkent, dat zy met de aanvaar
ding van het voorstel een zeer uitgebreide vol
macht verkrijgt, zy heeft deze noodig, indien
zij den brugbouw zal kunnen versnellen.
Wat den gekozen vorm van de uitvoering be
treft bestaan er inderdaad drie mogeiykheden,
n.l.: a. uitvoering door een vennootschap met
Onderscheid moet worden gemaakt tus-
schen den gewonen zittingsduur en den
zittingsduur na Kamerontbinding, zooals
we juist hebben meegemaakt.
De leden der Tweede Kamer worden ge
kozen voor vier jaren. Zij treden gelijk af
en zijn dadelijk herkiesbaar. Aldus bepaalt
art. 86 der Grondwet voor het Koninkrijk
der Nederlanden. Art. 101 lid 2 der Grond
wet bepaalt dat de gewone zitting der Sta
ten Generaal wordt geopend den derden
Dinsdag in September. Ingevolge art. 125
der Kieswet treden de leden der Tweede
Kamer af in het normale geval met den 3en
Dinsdag van September volgende op de
candidaatstelling. De gewone zittingsduur
is dus van den derden Dinsdag in Septem
ber tot den derden Dinsdag in September
vier jaar later. Waar deze derde Dinsdag
binnen 4 jaren nooit op denzelfden datum
valt, is de gewone zittingsduur geen vier
jaar, maar een of meer dagen korter of
langer.
Alleen tusschentijdsche Kamerontbinding
maakt een ontijdig einde aan den normalen
zittingsduur. Dan eindigt de zittingsduur
met den dag in het ontbindingsbesluit be
paald. Voor den zittingsduur van de na een
ontbinding gekozen Tweede Kamer geldt m
't algemeen ook art. 86 der Grondwet: 4
jaren. Echter kan bij de wet een andere zit
tingsduur worden vastgesteld (art. 73, lid
3 Grondwet).
De aanvang van den zittingsduur der
Tweede Kamer na ontbinding wordt be
paald bij het ontbindingsbesluit en wel op
een dag binnen 3 maanden na datum van
net ontbindingsbesluit. Het einde van dezen
zittingsduur is vier jaren na den eerstvol-
genden derden Dinsdag in September (art.
145, lid 2 Kieswet). De zittingsduur der 26
April j.l. gekozen Tweede Kamer is dus on
geveer 4 jaar en 4 maanden, inplaats van
4 jaren. Waar de jongste Tweede Kamer
ontbinding in het laatste jaar van de ge
wone zittingsptriode plaats vond, wordt de
gewone volgorde niet verbroken; de eerst
volgende Tweede Kamerverkiezingen zullen
dus plaats vinden in 1937. Ware de Tweede
Kamer in het voorjaar van 1931 ontbonden
dan zouden de verkiezingen voor de Twee
de Kamer, de Provinciale Staten en Ge
meenteraden in één jaar, nl. in 1935, 1939
enz. plaats vinden, tenzij alsnog bij de wet
een andere regeling was vastgesteld.
Van den zittingsduur der Tweede Kamer
valt te onderscheiden de duur van de ge
wone jaarlijksche Tweede Kamer-zitting.
Deze is tenminste 20 dagen, tenzij de Kamer
tusschentijds ontbonden wordt (art. 104,
1 r. G. W.) De praktijk is dat de jaarlij ksche
zitting het geheele jaar duurt, van den
3en Dinsdag in September tot Zaterdag of
Maandag voorafgaande aan den volgenden
3en Dinsdag in September.
De tijd van den zittingsduur der Tweede
Kamer is ook de zittingsperiode der Twee
de Kamerleden. Deze duurt dus ook nor
maal 4 jaren, bij Kamerontbinding iets lan
ger. Echter bestaat er voor de Kamerleden
die tusschentijds benoemd worden, nl. die
benoemd worden in door aftreding open
gevallen plaatsen, een belangrijke uitzonde
ring. De in vacatures benoemd verklaarde
Tweede Kamerleden treden nl. af met de
andere Tweede Kamerleden, daar zij, in
gevolge art. 147 der Kieswet aftreden op
het tijdstip waarop degenen in wier plaats
zij zijn benoemd, moesten aftreden.
Mr. A. W. E. BRANDSMA
particulier kapitaal; b. uitvoering door een ven
nootschap met overheidskapitaal; c. uitvoering
rechtsstreeks van staatswege.
Verschillende overwegingen hebben de regee
ring de voorkeur doen hechten aan oplossing b.
Overigens moge er op gewezen worden, dat
wat de uitvoering van den bovenbouw betreft,
evenals voor de groote bruggen welke tot dus
ver over de groote rivieren zijn gebouwd, het
werk onder controle van den Staat wordt ver
deeld over de daarvoor in aanmerking komen
de constructiewerkplaatsen op grond van on-
derhandsche aannemingscontracten. De prijs
wordt bepaald op basis van den kostprijs, waar-
bü van winst en afschrijving van gebouwen
en fabrieksterreinen wordt afgezien. Nu de
hoeveelheid werk aanzienlijk zou worden uitge
breid, zouden in deze combinatie ook een aan
tal scheepswerven worden opgenomen voor wie
de tijdsomstandigheden al even nijpend zijn als
voor de constructiewerkplaatsen. Voor de me
taalverwerkende aannemers is er daarom geen
verschil of het kapitaal door een particuliere,
door een Staatsvennootschap dan wel recht
streeks door het Wegenfonds wordt geleverd.
Voor den onderbouw kan ook de particuliere
aannemer geheel tot zün recht komen als ont
werper. Het ligt toch in het voornemen om bij
het aanbesteden van den onderbouw volgens
een plan van den Rijksdienst gelegenheid open
te stellen voor het doen van aanbiedingen vol
gens een eigen ontwerp, waarbij de hoofdafme
tingen en belastingvoorschriften dezelfde zyn.
De vrees, dat de Rijkswaterstaatsdienst duur
werk zou leveren, is dus ongegrond, daar de
particulieren in hun aanbiedingen eventueel
betere en goedkoopere ontwerpen kunnen voor
leggen.
Verschillende leden hebben de meening ge
uit, dat aan de particuliere maatschappy, met
wie over de voorbereiding der plannen onder
handelingen zyn gevoerd, onrecht zou zyn ge
schied door tenslotte de plannen dier maat
schappij niet te aanvaarden. Deze leden meen
den zelfs over de houding der regeering tegen
over de bedoelde particuliere maatschappy-in-
wording een sterke afkeuring te mogen uit
spreken. Het is de regeering niet bekend, aan
welke gegevens deze leden hun oordeel meenen
te kunnen ontleenen, maar hoe dit moge zijr.,
in ieder geval is naar de meening der regee
ring deze meening niet juist.
Inderdaad stond aan de regeering aanvan-
keiyk de uitvoering door een particuliere
maatschappij als de meest wenschelijke voor
oogen. Zij heeft toen aan een tweetal hoofd
ambtenaren opgedragen, de voorloopig opgeko
men denkbeelden nader voor te bereiden en uit
te werken, welke hoofdambtenaren met de le
den van het consortium een en andermaal
overleg hebben gepleegd en met hen tezamen
hun denkbeelden nader hebben uitgewerkt.
Daarbij is echter steeds uitdrukkeiyk op den
voorgrond gesteld, dat de arbeid, welken het
consortium zich wilde getroosten om zijn plan
nen aannemelijk te maken, geheel op eigen
risico werd verricht en van de zijde van het
consortium is dit ook by voortduring erkend.
De bedoelde hoofdambtenaren handelden hier
mee trouwens geheel overeenkomstig hun op
dracht, welke immers elk praejudicieeren van
een beslissing uitsloot.
Evenmin is juist, dat de regeering ten slot
te van den arbeid van het consortium zou heb
ben geprofiteerd door zijn ontwerpen gewy-
zigd over te nemen.
Ongegrond is de klacht, dat niet de gelegen
heid heeft bestaan de aanbieding van het con
sortium te onderzoeken, in détails te bespreken
en tot een eindresultaat te komen.
Het is niet de bedoeling, dat de op te rich
ten N. V. obligaties zal uitgeven. De Regee
ring zal haar het benoodigde kapitaal ter be
schikking stellen tegen den rentevoet, waar
voor zy zelf leent. Gaat de Regeering ertoe
over, leeningen op korten termijn om te zet
ten in leeningen op langen termijn, dan wordt
de schuld van de N. V. aan den Staat met
hetzelfde percentage belast als de Staat zelf
voor die schuld moet betalen.
De brug beoosten Rotterdam is in de eerste
plaats bedoeld voor het doorgaand verkeer;
als dit den weg over de nieuwe brug kiest,
wordt dat over de bestaande bruggen ontlast
en het havenverkeer dus vergemakkelykt.
De Regeering is dan ook van meening, dat
de te bouwen brug niet in de plaats kan ko
men van een tunnelverbinding aan de west-
zyde van de bestaande bruggen.
De ministers zijn van meening, dat men ha
venverkeer en doorgaand verkeer het beste
dient door beide elk op zich zelf te bevorde
ren, hetgeen te meer aan te bevelen is, omdat
de brug wordt betaald uit de wegenbelasting en
deze toch bezwaarlyk kan dienen voor bevor
dering van het havenverkeer. Indien het Rijk
ertoe mocht komen dit door tunnelbouw te
bevorderen, zou een bijdrage uit de Water-
staatsbegrooting moeten worden gekweten.
Wat betreft de brug over de Noord kan wor
den medegedeeld, dat deze in samenhang met
den weg door den Alblasserwaard zoo noorde
lijk mogelyk zal worden gebouwd.
Ten aanzien van het gebruik van Neder-
landsch fabrikaat volgt de regeering reeds ge-
ruimen tijd de gedragslijn dit zooveel doenlyk
te bevorderen.
Een globale raming van het gebruik van
buitenlandsch materiaal doet zien, dat dit on
geveer 20 pCt. van de bouwsom vraagt.
Het is de bedoeling, de werken op voor de
Waterstaatswerken gebruikelyke wijze te doen
aanbesteden en uitvoeren.
Op het Hollandsch Diep vervalt het be
staande veer, doch op andere plaatsen zullen
naast de bestaande brugveren, zij het wellicht
in gewijzigden vorm, dienst blyven doen.
Uit parlementairen kring vernam „Het Volk"
het gerucht, dat de heer Colijn vrywel geslaagd
was met de vorming van een uitsluitend rechtsch
kabinet en dat de samenstelling daarvan nog
Vrijdag bekend zou worden gemaakt.
De heer Colyn, tot wien de parlementaire
redacteur van het blad zich om inlichtingen
wendde, lachte lang en smakelijk en zeide toen:
„Wat voor dag is het? Vrijdag, nietwaar?
Welnu, het nieuwe kabinet zal dezen Vrydag
niet worden medegedeeld en ook nog wel de
volgende week Vrijdag niet!"
Hieruit blykt wel, aldus concludeert daaruit
het blad, dat de kabinetsformatie niet zoo vlot
van stapel loopt. Het lykt niet ongeoorloofd
aan de verklaring van den heer Colyn de slot
som te verbinden, dat hij bij zijn pogingen tot
vorming van een ministerie op niet geringe
moeilijkheden is gestuit.
Naar wij vernemen, kwam hedenochtend de
Katholieke Tweede Kamerfractie bijeen ter
bespreking van den politieken toestand.
Naar wij vernemen heeft Dr. H. Colijn in
verband met de hem verleende opdracht tot
vorming van een parlementair kabinet zich
gewend tot de navolgende Tweede Kamer
fracties: de Roomsch-Katholieke, de Anti-
Revolutionnaire, de Chr.-Historische, de Libe
rale en de Vrijz. Democratische, met verzoek,
zoo mogelijk a.s. Dinsdagavond hnn opvatting
te mogen vernemen over een door hem ont
worpen Regeeringsprogram.
Het Tweede Kamerlid L. de Visser, voorzitter
van de Comm. Partij Holland, zal op 18 Mei
as. voor den politierechter te Tiel terecht staan,
terzake dat hij, in een openbare vergadering van
genoemde partij op 11 April jJ. te Tiel gehou
den, zich op beleedigende wijze heeft uitgelaten
over den Duitschen rykspresident Von Hinden-
Het Kamerlid Kortenhorst heeft aan den Mi
nister van Economische Zaken en Arbeid de
volgende vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat de Ameri-
kaansche en Engelsche Regeeringen vóór de
economische conferentie van Londen ten aan
zien van een aantal artikelen, waaronder eenige,
die voor Nederland van zeer groot belang zyn,
de toch reeds hooge invoerrechten wederom
sterk hebben verhoogd?
Acht de Minister het onder deze omstandig
heden niet gewenscht, dat Nederland tegen deze
wijze van handelen een protest doet hooren en
zyn medewerking aan de totstandkoming van
het door Amerika voorgestelde tarievenbestand
onthoudt?
Op 3 Januari j.l. des avonds om tien uur
werd de landbouwer De Reus te Numansdorp
door twee gemaskerde mannen in de stal ach
ter zijn woning vermoord. De daders drongen
het woonhuis binnen en dwongen de vrouw van
De Reus tot het afgeven van geld. waarna zy
verdwenen.
De Rotterdamsche recherche slaagde er in
reeds den volgenden avond twee Rotterdam
mers, B. en L. te vatten als verdacht van dit
misdryf. L. bekende direct, doch B. bleef een
tijd lang zijn onschuld volhouden, totdat hij
zich zoo in het nauw gedreven zag, dat hy
bekende en zich eenige dagen later in zyn cel
van het leven beroofde.
L. had zich gistermorgen voor dezen moord
en nog een drietal andere misdrijven voor de
Dordtrechtsche rechtbank te verantwoorden.
Na langdurig getuigenverhoor, waarby weinig
nieuws aan het licht kwam, nam de officier van
justitie bij de Dordtsche rechtbank, mr. Kro
nenberg, requisitoir. Hij achtte de schuld van
verd. bewezen en eischte een gevangenisstraf
voor den tyd van twintig jaar.
Gistermorgen te omstreeks 6 uur is de heer
Babadines, afkomstig uit Letland, die zich op
doorreis bevond in de kom der gemeente Mar
kelo, tengevolge van het springen van een
band, tegen een boom gereden. De rechterarm
van den heer Babadines werd versplinterd; te
vens kreeg hy een borstfractuur. Zijn zoon, die
zich ook in de auto bevond, kwam er met een
lichte hoofdwonde af.
Dr. Lineman uit Goor verleende de eerste
hulp. Beide mannen werden naar het ziekenhuis
te Hengelo vervoerd.