NIEUW LEVEN De versnelde bruggenbouw Van de Perstribune Colijn voorzichtig UITGEBREIDE VOLMACHT ZATERDAG 6 MEI LEEKEPREEKEN Conflict bij de K.L.M. De vliegers nemen bijna allen ontslag Buiten rood verband Zuivering bij de Hembrug Katholieke Verkenners Nationale dagen in Den Bosch Invoerbeperking Contingenteering schoeisel Pastoor H. van Harten f Sinds 1921 herder van de St. Joseph-parochie te Hamersveld ONDERRICHT IN BLOEMENKWEEKEN Delftsche Katholiekendag Audiëntie De op te richten vennootschap zal geen obligaties uitgeven Geen vrees voor duur werk De zittingsduur der Tweede Kamer Mr. A. W. E. Brandsma schrijft in „De Tijd": Geen onrecht De brug beoosten Rotterdam Wanneer wordt de samenstelling van het nieuwe Kabinet be kend gemaakt? De politieke toestand De Katholieke fractie vergaderde hedenochtend Overleg met vijf partijen L. DE VISSER VOOR DEN RECHTER Von Hindenburg beleedigd DE TARIEFMUREN STEEDS HOOGER Een protest van Nederland gewenscht DE MOORD TE NUMANSDORP Behandeling voor de rechtbank AUTOBAND GESPRONGEN Ernstig ongeluk te Markelo Wij hebben in de afgeloopen week het kalenderblad van April afgescheurd en den Mei geopend. De eerste Meidag is een symbool. Natuurlijk houdt de hemel zich niet aan vaste datums en verandert de weers- toestand in den nacht van dertig April op één Mei niet plotseling van wintersch-kil in lente achtig zoel. Maar wij, menschen, hebben nu eenmaal een houvast noodig voor onze herinne ringen en verwachtingen, voor onze wenschen en verlangens en daarom verbinden wij de ope ning van de Meimaand altijd aan de eindelijke bevrijding van den winter en de zekerheid van de intrede van het mooiste jaargetijde. Is het u al eens opgevallen, dat de jeugd wel de Meimaand met graagte en gretigheid aan vaardt, maar dat het hartstochtelijk verlangen naar de vernieuwing in de natuur eerst recht bij de volwassenen aanwezig is en grooter wordt al naar mate de jaren toenemen? Ach, de jeugd vindt in alle jaargetijden iets van haar gading: maar de meer gevorderden schuwen de lasten van hitte en kou; 't is ook, alsof zij in den win ter te veel overeenkomst zien met hun eigen dalenden levensdag. Om dit alles en veel meer is de lente zoo geliefd. Zij, het beeld van de jonge bruid in de bloesempracht der boomen; de veel belovende, de stralende onder een blau- wten hemel en een verkwikkende, een lachende en nog niet blakerende zon. Geen eeuwen van wereldbesfcaan en geen men- schenleven zijn lang genoeg om de schoonheid van de lente uit te putten. Zoolang er iets aan uitdrukking van menschelijke gevoelens in dich terlijke taal of muziek is aan te wijzen, vindt men lofliederen op het ontwaken der natuur En ieder kan het aan zichzelf ervaren, dat, hoe meer lentes hij beleefd heeft, hoe meer hij de Meimaand leert bewonderen en liefhebben. En hoe zou het ook anders? Heeft de practijk niet geleerd, dat, wie een meesterwerk van een groot kunstenaar bezit, bij den herhaalden aanblik zich niet alleen niet verveelt, maar er integen deel telkens nieuwe schoonheden in ontdekt, zoodat het tenslotte een onmisbaar stuk in zijn leven wordt. En hoe zou dan de bron van alle kunst, de natuur zelf, in haar wedergeboorte niet telkens opnieuw en altijd meer onze bewon dering trekken? De essentie van deze weergalooze schoonheid is de zichtbare vernieuwing. Hier is geen bij zondere begaafdheid, geen speciale aanleg, geen exquise smaak noodig; de normale mensch, ook de eenvoudigste van geest en hart, bij wien het zuivere gevoel nog niet is afgestompt of bedor ven, kijkt met ontroering naar het nieuwe leven, zooals het uitbot in zwellende knoppen, in teere bloesems, in een sluier van ragfijn groen, in koddige lammeren in de wei en piepjonge vogels in het warme nest. De vernieuwingsdrang in de natuur overmeestert ons, spreekt ons aan, roept iets in ons wakker. Bij iedere nieuwe lente voe len wij het, dat het geboren worden van mil- lioenen jonge wezens in de natuur een snaar in ons doet trillen van sympathie, van meeleven, omdat diep in ons binnenste het meest men schelijke in ons wakker wordt gemaakt, n.l. de eeuwige begeerte naar vernieuwing. Het diepste geheim toch van de altijd weer ontroerende schoonheid der natuur is haar af wisseling van licht en schaduw, van zonsopgang en -ondergang, van afsterven en herleven. Wij voelen ons daarmee verwant; de grootste pro blemen voor den mensch zijn ook het geboren worden en het sterven; de vragen, die hem het diepste in de ziel boren zijn: vanwaar kom ik en hoe leef ik straks achter het graf. In ieder mensch drijft een vernieuwings- een on- sterfelijkheidsdrang. Vandaar dat het kind, het welk den band slaat van ons geslacht met een volgend en dat de schakel vormt in de keten die ons met de komende eeuwen verbindt, van daar dat het kind in zijn hoopvolle jaren en ongerepte menschheid een wondere aantrekke lijkheid uitoefent. Reis eens op een ochtend met een forensen trein. Onder den glazen kospel van het station der wereldstad rollen de stampvolle wagens. De passagiers springen er meer uit dan zij loopen. 't Zijn meest mannen van rond de dertig en ouder, 't Zijn zakenmenschen, het hoofd voi met de beursberichten en de politiek uit de ochtendbladen, of handelsreizigers met tasscher en koffers, die hun geluk gaan beproeven; werklieden en kantoorbedienden, die den strijd om het bestaan ver van huis voeren. Zij allen dringen om door het gapende, donkere trapgat het eerst naar buiten te komen. Daar opeens klinkt de hooge stem van een kind. Niemand had het opgemerkt, het vierjarig meisje, dat aan moeders hand parmantig de breede treden af stapt. Maar het zingende geluid van de helder klinkende vragen dwingt ieder tot kijken en luisteren. Opeens zijn voor een oogenblik alle zorgen vergeten; de strakke mannengezichten ontspannen zich, vreemden kijken elkaar aan en glimlachen, wanneer zij een kleine hand zien wijzen naar een reclameplaat en een hoog stemmetje hooren vragen hoe die man met armen en beenen van louter automobielbanden toch wel loopen kan en of hij niet te laat aan den trein zal komen. En menigeen zucht voor zichzelf heen: wat is zulk een jong leven toch mooi! De eerste leeraar in de thomistische wijsbe geerte aan de Amsterdamsche hoogeschool, de onvergetelijke pater J. V. de Groot, heeft in zijn boek: „Levenswijding" den lof van het jonge leven zoo prachtig bezongen toen hij schreef: „Daar schuilt een wonder alvermogen in het kind. Het schept blijdschap en wekt edele ge voelens; het verruimt het hart van den moeden ouderdom. Men zegt, dat de kunst reeds meni- gen zomermorgenstond, doch te vergeefs, naar frissche rozenkleuren zocht, om er de kinder jaren mede te malen. Groote schriftgeleerden vroegen, hoe zulk een klein wezen een geheim- zinnigen schat in zich verbergen kon, dien grijsaards zelfs benijden, en wat het kunste naarsoog wel in kinderen mocht zien, daar Woorden noch lijnen het konden teekenen. Maar christelijke ouders, arm en rijk, verstaan het treffende woord van den Heiland: „Een vrouw als zij baart, heeft droefheid, dewijl haar uur gekomen is; als zij echter het kind gebaard heeft, gedenkt zij niet meer de smart, om de vreugde, dat een mensch ter wereld geboren is." Het kind is den godsdienstigen christen het ontluiken van een wezen naar Gods beeld. Door „list noch hoovaardigheid besmet", geeft het kind een zuiverder weerkaatsing van het licht; en wij begrijpen de uitspraak des Heeren: „Tenzij gij wordt als de kinderen, zult gij niet binnengaan in het hemelrijk." Gezuiverd door de wateren der wedergeboorte, verkrijgt het kind een bovennatuurlijke schoonheid en straalt als een heilig pand van hemelsche liefde de vrome moeder tegen in het mysterie harer doorstane smart." Gelukkig het gezin, waar deze waarheden nog begrepen en gewaardeerd worden en goddank zijn er van dezulke nog vele! Want het leven is sterven en geboren worden. De dood ligt ge heel buiten onze macht, maar op het jonge leven heeft de mensch zelf invloed. Daarover peinsden wij toen wij in de afgeloopen week vier doodstijdingen, waaronder zeer droeve, ont vingen. Maar daarnaast drie mededeelingen van gelukkige ouders, dat hun een kind ge boren was. „Gelukkige" ouders; ja, goddank! En zóó gelukkig, dat kunst en techniek ter hulp werden geroepen om in kleur en beeld en woord op schoon versierde kaarten aan hun blijdschap lucht te geven. Stemt het niet tot dankbaarheid in dezen tijd. waarin het huwelijk en de liefde worden ver laagd, waarin het egoïsme zoozeer den boven toon voert, echtelieden te hooren jubelen over nieuw leven in hun huis? Het moge dan waar zijn, dat medici de natuur te slim zijn af ge weest en dat theologanten hun vinding kunnen aanprijzen als niet strijdig met de moraal; het moge waar zijn, dat er geen gewetensconflict ontstaat, wanneer jonggehuwden aan den ver- nuftigen kalender moeten vragen, wanneer zij elkander mogen omhelzen, een conflict met de natuur is er in ieder geval. En zij, de rijke moeder, die onuitputtelijk is in het geven, zij is de meest gestrenge, wanneer het er op aan komt haar rechten te handhaven. Vroeg of laat. hoe dan ook, zij wreekt altijd ook maar het minste vergrijp. Goddank daarom, dat er nog zoovele jonge christen gezinnen zijn, die naar Christus' woord vreugde hebben „omdat er een kind geboren is." Zoodra die diep menschelijke blijdschap om nieuw leven zou verdwijnen, zou het met de wereld gedaan zijn. Immers, een plicht kan op den duur slechts stand houden, wanneer hij blijmoedig wordt verricht. Het is de eerste plicht van de menschheid zichzelf in stand te houden, de levensfakkel moet van de eene hand in de andere overgaan en telkens weer moet er nieuw leven ontspruiten. HOMO SAPIENS De K.L.M.-piloten hebben Vrijdagmiddag schriftelijk aan de directie van de K.L.M. me degedeeld, dat zij ontslag nemen uit den dienst per 1 Juli a.s. Zy, die niet meedoen, zijn de piloten Schol ten, die geen lid is van de Vereeniging van Ver keersvliegers, en Soer en Viruly, die wel lid zyn. Er hoeft niet aan te worden getwijfeld al dus een der directeuren van de Artillerie-inrich ting bij de Hembrug dat binnenkort voor het personeel eveneens het verbod zal worden uit gevaardigd om lid te zijn van een vakorgani satie, aangesloten bij het N.V.V. en van de S.D.A.P. Den vertrouwensmannen van den Bond van Overheidspersoneel is Donderdag reeds te ver staan gegeven, aldus meldt „Het Volk", dat zy uit hun vakbond en uit de overige organisaties van de arbeidersbeweging moeten treden. Op 13 en 14 Mei wordt in Den Bosch de twee de nationale bijeenkomst van leidsters en lei ders der katholieke Verkenners gehouden. Hon derden komen Zaterdagsmiddags van alle hoe ken van het land samen, waar om vijf uur on der de schaduw van de Kathedraal het groote carré zal gevormd worden, om met de vlaggen- parade deze bijeenkomst te openen. De Bossche burgemeester zal namens de stad de deelnemers verwelkomen, waarna een bezoek gebracht wordt aan de Zoete Lieve Vrouw, waar gedurende deze dagen een ridderwacht zal gehouden worden door verkenners. 's Avonds warden er demonstraties gegeven in verkenningsvaardigheden door welpen, verken ners, voortrekkers der stad onder leiding van Dr. J. v. d. Werff; pionierswerk, kamp op slaan, Spinningrope, seinen enz. Als de duisternis gekomen is, verzamelt de leidersgroep zich om het kampvuur, dat door de K.R.O. wordt uitgezonden van 9.30 tot 10.15. En in het grillige spel van het flakkerend hooglaaiende vuur, breekt de vreugde en blij heid uit in liedjes, yells, muziek en zang tot de tyd gekomen is dat men zich naar de tenten begeeft die rond de stad zijn opgeslagen, om in den slaap weer krachten te vinden voor den vol genden dag. Zondagsmorgens om half 11 zal Z. H. Exc. Mgr. A. P. Diepen, bisschop van 's-Hertogen- bosch, in de kerk der Eerw. Paters Capucijnen een H. Mis opdragen, waaronder de Hoofdver- kennersgeestelijke Mr. Dr. J. Beuns S.J. de pre- dicatie houdt. Na de gezamenlijke Brabantsche koffietafel, wordt om twee uur de algemeene vergadering gehouden in het Concertgebouw, waarop o.a. Z. H. Exc. de Bisschop de vergadering zal toe spreken en een rede wordt gehouden door Prof. Dr. Weve O.P. Tot sluiting heeft een plechtig Lof plaats in de Basiliek, opgedragen door den Vicarius-Ge- neraal van het Bisdom de Hoogeerw. en Doorl. Heer Mgr. P. Hendrikx, oud-aalmoezenier der verkenners. Verwacht wordt dat ook de Hoofdverkenner voor Nederland Z. Exc. J. J. Rambonnet een deel der bijeenkomst zal bijwonen. Verschillende honderden deelneemsters en deelnemers hebben zich reeds aangemeld; 13 en 14 Mei zullen toonen hoe de Kath. Verkenners in kracht en diepte gegroeid zyn in de weinige jaren van hun bestaan. Ingediend is een wetsontwerp ter bekrachti ging van den maatregel, houdende regeling van den invoer van schoeisel en leestklaar schoen werk. In de toelichting wordt erop gewezen, dat de contingenteering in de afgeloopen periode een uitgesproken gunstig effect heeft gehad. Het aantal arbeiders in een reeks van bedrij ven, die regelmatig worden onderzocht, steeg van 6195 op 1 October 1932 tot 6659 op 1 Maart 1933, het verloop en het aantal arbeidsuren was iets minder gunstig. Ook in de komende maanden biyft de minis ter de ontwikkeling van den toestand regel matig volgen. Aan de hand van hem ter beschikking ko mende gegevens zal hij eventueel in staat zyn te beoordeelen of een wijziging der contingen- teeringspercentages noodzakelijk is. Vrijdagmorgen is te Hamersveld (bij Amers foort), na voorzien te zyn van de H.H. Sacra menten der Stervenden, zacht en kalm over leden de zeereerw. heer H. Th. van Harten, pas toor der St. Joseph-parochie aldaar. Vorige week deed een aanmerkëiyke verbete ring in den toestand van den patiënt de hoop op behoud weer herleven; plotseling kwam enkele dagen later echter de mededeeling, dat een verslechtering was ingetreden, welke toe diening der laatste H.H. Sacramenten, waar mede zijneerw. reeds meerdere malen was ge sterkt, noodzakelijk maakte. Te half tien heeft de zoo geliefde parochie herder, die bijna twaalf jaar lang de geesteiyke en tydelijke belangen der hem toevertrouwde geloovigen, met groote nauwgezetheid en onver- woestbaren yver heeft behartigd, voor goed van het leven, en daarmede van zyn parochie en parochianen, afscheid genomen. De overledene bereikte den leeftüd van 59 jaar. Hij werd in 1896 priester gewijd en was achtereenvolgens kapelaan te De Lutte, Hoog land, Amersfoort (O. L. Vrouwe Hemelvaart), daarna pastoor te Barger-Oosterveld en sinds 10 Augustus 1921 pastoor te Hamersveld. Zijn parochianen zullen zijn verscheiden met weemoed gedenken. De metten zullen plaats hebben Maandag avond te half zeven, de Lauden Dinsdag om half tien, en om tien uur de plechtige Uit vaart. Op de volksscholen in Engeland geeft men onderricht in het kweeken en verzorgen van bloemen. Hierboven ziet men de leerlingen van een school in Rotherhithe bezig de door hen zelf gekweekte bloemen, na te teekenen. Het hoofdbestuur der Katholiekendagen in het diocees Haarlem maakt bekend, dat tegen de op Zaterdag 8 April j.l. gepubliceerde con clusies de navolgende wijzigings- (aanvullings-) voorstellen zijn ingebracht. De heer A. J. van Beurden te Koog a. d. Zaan stelt voor aan de conclusies der inleiders, zoo wel in sectie I als in sectie II toe te voegen: „De bevoorrechting der rijken en de achter stelling der armen behooren in de Kerk op te „houden door afschaffing der standenscholen „en van het verpachten der zitplaatsen in de „kerkgebouwen." De heer jhr. mr. L. E. M. von Pisenne te Rijswijk (Z.H.) stelt voor in conclusie V van de 2e sectie achter het woord „gemeenschap" in te voegen: „en het niet minder verderfelijke communisme, dat de gemeenschap tot gelding wil brengen ten koste van het individu, hebben enz." Het hoofdbestuur voornoemd, Mr. J. N. J. E. HEERKENS THIJSSEN, Voorzitter Mr. L. E. ROES, Secretaris Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Woensdag en Donderdag geen audiëntie verleenen. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot wyziging en verhooging van het zevende Hoofd stuk B der Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1933. (Deelneming in het aandeelenkapitaal van en verstrekking van rentedragende voorschot ten aan de N.V. „Versnelde Bruggenbouw".) Hieraan wordt het volgende ontleend: Ook de regeering betreurt, dat het niet eerder mogeiyk was het wetsontwerp in te dienen. Er is voor den bruggenbouw en den aansluitenden wegenaanleg veel voorbereiding noodig, welke zelfs thans nog niet geheel voltooid is. zy is echter wel zoover gevorderd, dat, zoodra de in dit ontwerp aangevraagde kredieten zullen zijn toegestaan, met de uitvoering een begin kan worden gemaakt. De plaats van drie der vier bruggen is be paald. Die voor de brug te Moerdijk ligt reeds vast, namelijk pl.m. 600 M. beneden de spoor brug aldaar. Hetzelfde geldt voor die te Dordrecht, waar een ligging onmiddeliyk be neden de spoorbrug uit andere mogeiyklieden is gekozen, terwül die te Rotterdam volgde uit het spoorweg- en wegenplan, dat opgemaakt is door den dienst der Stadsuitbreiding in samen werking met de Nederlandsche Spoorwegen. De plaats van de brug over de Noord is nog niet definitief vastgesteld. Zij hangt toch samen met het tracé van den nieuwen weg door den Al- blasserwaard, waarover nog zeer onlangs een nader onderzoek door de Kamer is gevraagd, dat nog niet in allen deele is afgeloopen. De bruggen beoosten Rotterdam, bij Dordrecht en bij Moerdijk zullen een rijvlak van vier strcoken (11.00 M.), die over de Noord van drie strooken (8.50 M.) verkrijgen, terwijl alle brug gen van voet- en rijwielpaden worden voor zien. Er bestaat geen bezwaar de voorloopige ra ming van de vier bruggen mede te deelen. Zij bedraagt: voor de brug bij Moerdijk ƒ6.100.000, voor de brug bij Dordrecht ƒ3.800.000, voor de brug bij Rotterdam 8.200.000 en voor de brug by Hendrik-Ido Ambacht ƒ2.900.000. De regeering erkent, dat zy met de aanvaar ding van het voorstel een zeer uitgebreide vol macht verkrijgt, zy heeft deze noodig, indien zij den brugbouw zal kunnen versnellen. Wat den gekozen vorm van de uitvoering be treft bestaan er inderdaad drie mogeiykheden, n.l.: a. uitvoering door een vennootschap met Onderscheid moet worden gemaakt tus- schen den gewonen zittingsduur en den zittingsduur na Kamerontbinding, zooals we juist hebben meegemaakt. De leden der Tweede Kamer worden ge kozen voor vier jaren. Zij treden gelijk af en zijn dadelijk herkiesbaar. Aldus bepaalt art. 86 der Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Art. 101 lid 2 der Grond wet bepaalt dat de gewone zitting der Sta ten Generaal wordt geopend den derden Dinsdag in September. Ingevolge art. 125 der Kieswet treden de leden der Tweede Kamer af in het normale geval met den 3en Dinsdag van September volgende op de candidaatstelling. De gewone zittingsduur is dus van den derden Dinsdag in Septem ber tot den derden Dinsdag in September vier jaar later. Waar deze derde Dinsdag binnen 4 jaren nooit op denzelfden datum valt, is de gewone zittingsduur geen vier jaar, maar een of meer dagen korter of langer. Alleen tusschentijdsche Kamerontbinding maakt een ontijdig einde aan den normalen zittingsduur. Dan eindigt de zittingsduur met den dag in het ontbindingsbesluit be paald. Voor den zittingsduur van de na een ontbinding gekozen Tweede Kamer geldt m 't algemeen ook art. 86 der Grondwet: 4 jaren. Echter kan bij de wet een andere zit tingsduur worden vastgesteld (art. 73, lid 3 Grondwet). De aanvang van den zittingsduur der Tweede Kamer na ontbinding wordt be paald bij het ontbindingsbesluit en wel op een dag binnen 3 maanden na datum van net ontbindingsbesluit. Het einde van dezen zittingsduur is vier jaren na den eerstvol- genden derden Dinsdag in September (art. 145, lid 2 Kieswet). De zittingsduur der 26 April j.l. gekozen Tweede Kamer is dus on geveer 4 jaar en 4 maanden, inplaats van 4 jaren. Waar de jongste Tweede Kamer ontbinding in het laatste jaar van de ge wone zittingsptriode plaats vond, wordt de gewone volgorde niet verbroken; de eerst volgende Tweede Kamerverkiezingen zullen dus plaats vinden in 1937. Ware de Tweede Kamer in het voorjaar van 1931 ontbonden dan zouden de verkiezingen voor de Twee de Kamer, de Provinciale Staten en Ge meenteraden in één jaar, nl. in 1935, 1939 enz. plaats vinden, tenzij alsnog bij de wet een andere regeling was vastgesteld. Van den zittingsduur der Tweede Kamer valt te onderscheiden de duur van de ge wone jaarlijksche Tweede Kamer-zitting. Deze is tenminste 20 dagen, tenzij de Kamer tusschentijds ontbonden wordt (art. 104, 1 r. G. W.) De praktijk is dat de jaarlij ksche zitting het geheele jaar duurt, van den 3en Dinsdag in September tot Zaterdag of Maandag voorafgaande aan den volgenden 3en Dinsdag in September. De tijd van den zittingsduur der Tweede Kamer is ook de zittingsperiode der Twee de Kamerleden. Deze duurt dus ook nor maal 4 jaren, bij Kamerontbinding iets lan ger. Echter bestaat er voor de Kamerleden die tusschentijds benoemd worden, nl. die benoemd worden in door aftreding open gevallen plaatsen, een belangrijke uitzonde ring. De in vacatures benoemd verklaarde Tweede Kamerleden treden nl. af met de andere Tweede Kamerleden, daar zij, in gevolge art. 147 der Kieswet aftreden op het tijdstip waarop degenen in wier plaats zij zijn benoemd, moesten aftreden. Mr. A. W. E. BRANDSMA particulier kapitaal; b. uitvoering door een ven nootschap met overheidskapitaal; c. uitvoering rechtsstreeks van staatswege. Verschillende overwegingen hebben de regee ring de voorkeur doen hechten aan oplossing b. Overigens moge er op gewezen worden, dat wat de uitvoering van den bovenbouw betreft, evenals voor de groote bruggen welke tot dus ver over de groote rivieren zijn gebouwd, het werk onder controle van den Staat wordt ver deeld over de daarvoor in aanmerking komen de constructiewerkplaatsen op grond van on- derhandsche aannemingscontracten. De prijs wordt bepaald op basis van den kostprijs, waar- bü van winst en afschrijving van gebouwen en fabrieksterreinen wordt afgezien. Nu de hoeveelheid werk aanzienlijk zou worden uitge breid, zouden in deze combinatie ook een aan tal scheepswerven worden opgenomen voor wie de tijdsomstandigheden al even nijpend zijn als voor de constructiewerkplaatsen. Voor de me taalverwerkende aannemers is er daarom geen verschil of het kapitaal door een particuliere, door een Staatsvennootschap dan wel recht streeks door het Wegenfonds wordt geleverd. Voor den onderbouw kan ook de particuliere aannemer geheel tot zün recht komen als ont werper. Het ligt toch in het voornemen om bij het aanbesteden van den onderbouw volgens een plan van den Rijksdienst gelegenheid open te stellen voor het doen van aanbiedingen vol gens een eigen ontwerp, waarbij de hoofdafme tingen en belastingvoorschriften dezelfde zyn. De vrees, dat de Rijkswaterstaatsdienst duur werk zou leveren, is dus ongegrond, daar de particulieren in hun aanbiedingen eventueel betere en goedkoopere ontwerpen kunnen voor leggen. Verschillende leden hebben de meening ge uit, dat aan de particuliere maatschappy, met wie over de voorbereiding der plannen onder handelingen zyn gevoerd, onrecht zou zyn ge schied door tenslotte de plannen dier maat schappij niet te aanvaarden. Deze leden meen den zelfs over de houding der regeering tegen over de bedoelde particuliere maatschappy-in- wording een sterke afkeuring te mogen uit spreken. Het is de regeering niet bekend, aan welke gegevens deze leden hun oordeel meenen te kunnen ontleenen, maar hoe dit moge zijr., in ieder geval is naar de meening der regee ring deze meening niet juist. Inderdaad stond aan de regeering aanvan- keiyk de uitvoering door een particuliere maatschappij als de meest wenschelijke voor oogen. Zij heeft toen aan een tweetal hoofd ambtenaren opgedragen, de voorloopig opgeko men denkbeelden nader voor te bereiden en uit te werken, welke hoofdambtenaren met de le den van het consortium een en andermaal overleg hebben gepleegd en met hen tezamen hun denkbeelden nader hebben uitgewerkt. Daarbij is echter steeds uitdrukkeiyk op den voorgrond gesteld, dat de arbeid, welken het consortium zich wilde getroosten om zijn plan nen aannemelijk te maken, geheel op eigen risico werd verricht en van de zijde van het consortium is dit ook by voortduring erkend. De bedoelde hoofdambtenaren handelden hier mee trouwens geheel overeenkomstig hun op dracht, welke immers elk praejudicieeren van een beslissing uitsloot. Evenmin is juist, dat de regeering ten slot te van den arbeid van het consortium zou heb ben geprofiteerd door zijn ontwerpen gewy- zigd over te nemen. Ongegrond is de klacht, dat niet de gelegen heid heeft bestaan de aanbieding van het con sortium te onderzoeken, in détails te bespreken en tot een eindresultaat te komen. Het is niet de bedoeling, dat de op te rich ten N. V. obligaties zal uitgeven. De Regee ring zal haar het benoodigde kapitaal ter be schikking stellen tegen den rentevoet, waar voor zy zelf leent. Gaat de Regeering ertoe over, leeningen op korten termijn om te zet ten in leeningen op langen termijn, dan wordt de schuld van de N. V. aan den Staat met hetzelfde percentage belast als de Staat zelf voor die schuld moet betalen. De brug beoosten Rotterdam is in de eerste plaats bedoeld voor het doorgaand verkeer; als dit den weg over de nieuwe brug kiest, wordt dat over de bestaande bruggen ontlast en het havenverkeer dus vergemakkelykt. De Regeering is dan ook van meening, dat de te bouwen brug niet in de plaats kan ko men van een tunnelverbinding aan de west- zyde van de bestaande bruggen. De ministers zijn van meening, dat men ha venverkeer en doorgaand verkeer het beste dient door beide elk op zich zelf te bevorde ren, hetgeen te meer aan te bevelen is, omdat de brug wordt betaald uit de wegenbelasting en deze toch bezwaarlyk kan dienen voor bevor dering van het havenverkeer. Indien het Rijk ertoe mocht komen dit door tunnelbouw te bevorderen, zou een bijdrage uit de Water- staatsbegrooting moeten worden gekweten. Wat betreft de brug over de Noord kan wor den medegedeeld, dat deze in samenhang met den weg door den Alblasserwaard zoo noorde lijk mogelyk zal worden gebouwd. Ten aanzien van het gebruik van Neder- landsch fabrikaat volgt de regeering reeds ge- ruimen tijd de gedragslijn dit zooveel doenlyk te bevorderen. Een globale raming van het gebruik van buitenlandsch materiaal doet zien, dat dit on geveer 20 pCt. van de bouwsom vraagt. Het is de bedoeling, de werken op voor de Waterstaatswerken gebruikelyke wijze te doen aanbesteden en uitvoeren. Op het Hollandsch Diep vervalt het be staande veer, doch op andere plaatsen zullen naast de bestaande brugveren, zij het wellicht in gewijzigden vorm, dienst blyven doen. Uit parlementairen kring vernam „Het Volk" het gerucht, dat de heer Colijn vrywel geslaagd was met de vorming van een uitsluitend rechtsch kabinet en dat de samenstelling daarvan nog Vrijdag bekend zou worden gemaakt. De heer Colyn, tot wien de parlementaire redacteur van het blad zich om inlichtingen wendde, lachte lang en smakelijk en zeide toen: „Wat voor dag is het? Vrijdag, nietwaar? Welnu, het nieuwe kabinet zal dezen Vrydag niet worden medegedeeld en ook nog wel de volgende week Vrijdag niet!" Hieruit blykt wel, aldus concludeert daaruit het blad, dat de kabinetsformatie niet zoo vlot van stapel loopt. Het lykt niet ongeoorloofd aan de verklaring van den heer Colyn de slot som te verbinden, dat hij bij zijn pogingen tot vorming van een ministerie op niet geringe moeilijkheden is gestuit. Naar wij vernemen, kwam hedenochtend de Katholieke Tweede Kamerfractie bijeen ter bespreking van den politieken toestand. Naar wij vernemen heeft Dr. H. Colijn in verband met de hem verleende opdracht tot vorming van een parlementair kabinet zich gewend tot de navolgende Tweede Kamer fracties: de Roomsch-Katholieke, de Anti- Revolutionnaire, de Chr.-Historische, de Libe rale en de Vrijz. Democratische, met verzoek, zoo mogelijk a.s. Dinsdagavond hnn opvatting te mogen vernemen over een door hem ont worpen Regeeringsprogram. Het Tweede Kamerlid L. de Visser, voorzitter van de Comm. Partij Holland, zal op 18 Mei as. voor den politierechter te Tiel terecht staan, terzake dat hij, in een openbare vergadering van genoemde partij op 11 April jJ. te Tiel gehou den, zich op beleedigende wijze heeft uitgelaten over den Duitschen rykspresident Von Hinden- Het Kamerlid Kortenhorst heeft aan den Mi nister van Economische Zaken en Arbeid de volgende vragen gesteld: Is het den Minister bekend, dat de Ameri- kaansche en Engelsche Regeeringen vóór de economische conferentie van Londen ten aan zien van een aantal artikelen, waaronder eenige, die voor Nederland van zeer groot belang zyn, de toch reeds hooge invoerrechten wederom sterk hebben verhoogd? Acht de Minister het onder deze omstandig heden niet gewenscht, dat Nederland tegen deze wijze van handelen een protest doet hooren en zyn medewerking aan de totstandkoming van het door Amerika voorgestelde tarievenbestand onthoudt? Op 3 Januari j.l. des avonds om tien uur werd de landbouwer De Reus te Numansdorp door twee gemaskerde mannen in de stal ach ter zijn woning vermoord. De daders drongen het woonhuis binnen en dwongen de vrouw van De Reus tot het afgeven van geld. waarna zy verdwenen. De Rotterdamsche recherche slaagde er in reeds den volgenden avond twee Rotterdam mers, B. en L. te vatten als verdacht van dit misdryf. L. bekende direct, doch B. bleef een tijd lang zijn onschuld volhouden, totdat hij zich zoo in het nauw gedreven zag, dat hy bekende en zich eenige dagen later in zyn cel van het leven beroofde. L. had zich gistermorgen voor dezen moord en nog een drietal andere misdrijven voor de Dordtrechtsche rechtbank te verantwoorden. Na langdurig getuigenverhoor, waarby weinig nieuws aan het licht kwam, nam de officier van justitie bij de Dordtsche rechtbank, mr. Kro nenberg, requisitoir. Hij achtte de schuld van verd. bewezen en eischte een gevangenisstraf voor den tyd van twintig jaar. Gistermorgen te omstreeks 6 uur is de heer Babadines, afkomstig uit Letland, die zich op doorreis bevond in de kom der gemeente Mar kelo, tengevolge van het springen van een band, tegen een boom gereden. De rechterarm van den heer Babadines werd versplinterd; te vens kreeg hy een borstfractuur. Zijn zoon, die zich ook in de auto bevond, kwam er met een lichte hoofdwonde af. Dr. Lineman uit Goor verleende de eerste hulp. Beide mannen werden naar het ziekenhuis te Hengelo vervoerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5