Met vatfiaal van den dag
et Erfdeel
Rond om de wereld als blinde passagier
REIS-KRABBELS,
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
Uw eigen winkelier verkoopt
ROBINSONschoenen
f750-MSriiSf250- Ï5»"K f125-
MAANDAG 8 MEI
WANHOPIGE MOED
Oude en nieuwe trucs
Rontgen-onderzoek
Prijsvragen voor stu
denten
Een oude ceintuur
Luchtpost
Vrouw in Turkije
Verdwenen land?
T erechtstellingen
De koekoek roept!
Bij de bestrijding der long-
tuberculose
Universiteit van Utrecht
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Joseph Hocking
Alleen hij, die eens op de kade van een ha
ven in het buitenland heeft gestaan, zon
der geld, zonder passagebiljet en die daar
de reusachtige zeekasteelen zag aankomen of
vertrekken alleen hy kan den wanhopigen
moed begrypen, die de „blinde passagiers" be
zielt en hen helpt, ook de grootste moeilyk-
heden te overwinnen, in de ééne gedachte:
Verder!
Het minst moeiiyk schünt men het den blin
den passagiers in Zuid-Amerika en in vele Oos-
tersche landen te maken. Wie bekend is in
Zuid-Amerikaansche havens, vooral in de klei
ne, kent ook de oude, min of meer verloopen
kapiteins, die daar bij dozijnen in de kroegen
zitten. Er is altyd wel een matroos of een
havenarbeider te vinden, die tegen betaling van
een bescheiden fooi den blinden passagier in
kennis wil brengen met zulk een kapitein, die
belooft, hem „gratis" mee te nemen.
„Gratis" beteekent dan óf een betrekkeiyk
lage vrachtprijs öf het ietwat onvrywillig af
geven van pas en papieren, die men dan nooit
terugziet. Want voor dergeiyke papieren wordt
in Zuid-Amerika altyd veel betaald. Bovendien
loopt de blinde passagier gevaar, in zee te
Worden geworpen, wanneer er toevallig eens
een officieel onderzoek wordt ingesteld. By een
dergelijke controle kan den kapitein niets over
komen: hy komt altijd uit Kaapstad of uit Riga
en de bemanning is bereid te zweren wat de
kapitein wil.
Hetzelfde geldt voor den Oriënt. En een zeer
lugubere wijze van passagiersvervoer kent men
daar, waar Chineesche arbeiders werken, dus
hoofdzakelijk op de Zuidzee-eilanden. Deze ar
me duivels werken een groot gedeelte van hun
leven voor een begrafenis in den vaderland-
schen bodem. Na hun* dood worden zy in zin
ken doodkisten gelegd en wanneer er genoeg
by elkaar zijn, worden zij met een kleine boot
Daar China gebracht. Welnu: een doodkist meer
of minder speelt geen rol en of er nu een
doode of een levende passagier in de kist ligt,
blijft den kapitein gelyk. Het is alleen on
aangenaam, dat de gezagvoerder zich vaak als
een gewetenloos afperser ontpopt. Hy dreigt
den passagier by de autoriteiten te Sjanghai
aan te geven, wanneer „het levende lyk" niet
De tuberculose is een der belangrijkste oor
zaken van de sterfte onder de productieve leef
tijdsklassen; de ongeschiktheid voor het ver
zichten van arbeid, door ziekte en invaliditeit
vindt hierin een van haar voornaamste oorza
ken. Het is daarom noodzakelyk, den strijd
tegen deze ziekte met krachtige en algemeen toe
te passen middelen te voeren, daarbij uitgaande
Van de nieuwere opvattingen over het ontstaan
en de ontwikkeling der longtuberculose. De toe-
bassing van Röntgenstralen is hierbij het sou-
vereine middel gebleken voor het opsporen der
longtuberculo^p, iy een vroeg stadium, waaruit
volgt, dat een intensieve bestrijding dezer ziekte
hl de eerste plaats vereischt het mogelijk ma
ken en organiseeren van het massa-onderzoek
met Röntgenstralen.
Het ideaal zou zyn, dat de geheele bevolking
nan een systematisch en periodiek Röntgen
onderzoek werd onderworpen; vooralsnog ech
ter zal eèn dergelijk massa-onderzoek op prac-
tische moeilijkheden stuiten. Evenwel is in ver
schillende landen reeds bij bepaalde groepen der
bevolking (o.a. by arbeiders, miliciens, politie
agenten en schoolkinderen) een dergelyk syste
matisch Röntgen-onderzoek doorgevoerd met be
langrijk resultaat. Het bleek mogelijk om met
behulp der Röntgendoorlichting een groot
aantal gevallen van beginnende longtuberculose
Vast te stellen, die anders aan de waarneming
Zouden zyn ontsnapt.
Ten behoeve van zulk een onderzoek is in het
Philips Röntgenlaboratorium een speciale Ront-
gen-installatie ontworpen, welke gemakkelijk
transportabel en demontabel is en daardoor de
Belegenheid biedt het onderzoek op elke plaats,
in fabrieken en op scholen, in dorpen en ge
huchten, te verrichten. By goede organisatie en
deskundige bediening kan het onderzoek ge
schieden in een tempo van 2030 personen per
Uur, zooals o.m. bleek by de toepassing dezer
methode by den Keuringsraad voor miliciens te
Hoensbroek, waar elk kwartier één zestal te
keuren personen zonder overhaasting werden on
derzocht, niet alleen wat betreft de longen, maar
ook aangaande mogelijke grove afwykingen van
het hart en de groote bloedvaten.
Uit het tot heden bij de verschillende onder
zoekingen verkregen materiaal is wel komen vast
te staan, dat de methode der Röntgen-doorlich
ting, de meest economische voor massa-onder-
Zoek, een voldoend zeker resultaat oplevert bij
de opsporing van gevallen van longtuberculose.
Voor nader onderzoek en by twyfelachtige ge-
Vallen zal een Röntgenfoto moeten worden ge-
Domen. Voor het gestelde doel, een betrouwbare
toethode voor longtuberculose-opsporing by mas
sa-onderzoeking, is de eenvoudige Röntgen-
floorlichting echter volkomen toereikend.
een stevige som gelds betaalt of zich bereid
verklaart, aan boord te werken.
In de havens der moderne Europeesche sta
ten wordt het den blinden passagier wel zeer
moeiiyk gemaakt. Op vele plaatsen houdt men
lysten van de „goede klanten", en wie een of
tweemaal een slechte aanteekening krygt, meet
voorbereid zyn op een onzachte behandeling
en loopt de kans op een flinke straf.
Maar dat ééne woord „verder!" is soms krach
tiger dan alle lysten en wetsbepalingen. De
noodzaak dringt. En zoo vinden, ondanks alle
bezwaren, nog vele honderden wanhopige uit
wegen en mogelijkheden.
De treinen byvoorbeeld. Men beweert, dat
de Europeesche wagons zóó gebouwd zijn, dat
een tochtje op de assen, waarvan in Amerika
zooveel gebruik wordt gemaakt, zoo goed als
onmogelijk is. Of onmogelijk misschien niet,
maar levensgevaarlijk. Maar niettemin blykt,
dat nog dagelyks van dit vervoermiddel gebruik
wordt gemaakt. Men behoeft echter niet veel
fantasie te hebben om zich te kunnen voor
stellen, dat een ritje op de assen geen genoe
gen is. Nog gevaarlijker dan op de assen is een
zitplaats op de buffers of boven op de wagons.
Wellicht herinnert men zich het gruwelijk on
geluk, dat eenigen tijd geleden plaats vond, toen
een tweetal passagiers, dat zich op het dak van
een wagon had „genesteld", werd verpletterd,
doordat de trein door een tunnel passeerde, die
juist hoog genoeg was om de enkele wagons
door te laten.
Geroutineerde stow-aways hebben overigens
hun speciaal systeem. Niet zoo lang geleden
heeft de politie iemand ontmaskerd, die voor
zichzelf uitstekend nagemaakte plaatsbewijzen
vervaardigde en die bovendien nog wel eens aan
andere belanghebbenden verkocht.
Nieuwelingen in het beroep worden spoedig
herkend aan de oude truc met de twee perron
kaartjes. Zy hebben dan een perronkaartje van
het station van vertrek en één van het station
van aankomst. Gedurende de reis houden zij
zich verborgen op het toilet of onder de bank.
Deze beginnelingen loopen meestal spoedig in
de gaten. Ook de truc van den „verkeerden
trein", dien men .noodgedwongen" wel tot het
eerstvolgende station moet nemen, helpt niet
meer.
De rector en de Senaat der Universiteit te
Utrecht hebben een aantal prijsvragen uitge
schreven voor studenten aan de Nederlandsche
Universiteiten.
Faculteit der Godgeleerdheid.
X. De Faculteit verlangt 'n textoritisch onder
zoek naar de vraag in hoeverre de text der
„testimonia" in het Nieuwe Testament verwant
schap vertoont met den text van den Targum
en van de Fesitta van het Oude Testament.
2. De Faculteit verlangt een antwoord op de
vraag naar de historische betrekkingen tus-
schen de Theodice der Stoa en die van Leibniz.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
1. De Faculteit verlangt een kritisch over
zicht van de ontwikkeling der geldtheorie sedert
het begin dezer eeuw.
2.. De Faculteit verlangt een rechtsvergelijken
de studie over theorie en praktijk van het .recht
tot ontbinding van het Parlement sinds 1918 in
Engeland eener- en het Duitsche Rijk en zyn
„Lander" anderzijds.
Faculteit der Geneeskunde.
De Faculteit verlangt een bijdrage tot de ken
nis van het mechanisme van het ontstaan van
de netvliesscheur en de daarop volgende net-
vliesloslating by den mensch.
De behandeling van het vraagstuk kan zyn
hetzy een mechanische, hetzij een morpholo-
gische, een pathologisch-anatomische of phy-
siologische.
Faculteit der Wis- en Natuurkunde.
1. Vele homogene substanties vertoonen onder
bepaalde omstandigheden verschynselen, die
met behulp van het begrip der „zwermvorming"
verklaard kunnen worden. Onder zwermvor
ming verstaat men dan het optreden van een
correlatie tusschen de waarden, welke zekere
microscopisch definieerbare physische groot
heden aannemen in verschillende punten van
de ruimte, wier onderlinge afstanden groot zyn
ten opzichte van de afmetingen der moleculen.
Voorbeelden: de afwykingen van de gemid
delde dichtheid in de buurt van het critische
punt van een enkelvoudige stof; of de correla
tie van de oriëntatie der moleculen by vloei
bare kristallen. Gevraagd wordt een nadere uit
werking van de theorie van zulke zwermvormin-
gen, waarby vooral de aandicht worde besteed
aan het mechanisme van het verschijnsel,
d.w.z. aan het verband tusschen de zwerm
vorming eenerzyds en de wisselwerkingskrach
ten tusschen naburige moleculen anderzyds.
'iiiiiiiiiiiiiiiii
■llllllllllllllic
HET OUDE STADJE.
i De steenen zijn wat hobbelig
i En uit den ouden tijd,
Zoodat je opspringt, zelfs wanneer
i Je met een Rolls Royce rijdt!
De straten zijn ontzettend smal,
Maar leuk zoo op 't gezicht,
I Al was het door het gootje maar,
I Dat daar als stoeprand ligt!
I De huizen ook zijn uit den tijd
Der oude romantiek.
Den stijl alleen reeds voel je aan
Als Schubertsche muziek! I
i En elke zaakhaar uithangbord,
In welke straat je bent!
Ofschoon men in zoo'n plaatsje toch E
Elkander haarfijn kent!
Het stadje ligt vergeten in
Een onbedorven dal.
1 Maar voor traditie staat men daar
Tot in z'n teenen pal!
't Is alles oud, de menschen ook,
i En wat dus niet verbaast,
De jeugd zelfs, die men loopen ziet,
Vertoont geen spoor van haast!
En daarom, dat het zoo bevreemdt
En de verwachting breekt,
Dat men, ondanks museumlucht,
I Hier van „vooruitgang" spreekt!
MARTIN BERDEN
I (Nadruk verboden)
ïïiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii>"ii
2. In 1907 hebben J. en W. Docters van Leeu-
wen-Reynvaan een onderzoek gepubliceerd over
reductie-deeling en bevruchting bij eenige soor
ten van Polytrichum. In 1913 is N. Walker tot
geheel andere resultaten gekomen. De Faculteit
is van meening, dat door het onderzoek van
Walker de door bovengenoemde Nederlanders
gepubliceerde resultaten hunner onderzoekin
gen niet voldoende zijn weerlegd, en verlangt
een met preparaten toegelicht nieuw onderzoek
naar reductiedeeling, spermatogenese en be
vruchting bij een aantal Nederlandsche Blad
mossen, in het bijzonder bij de door J. en W.
Docters van Leeuwen-Reynvaan onderzochte
soorten.
Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte.
1. Quantum primo saeculo ante Christum na-
tum doctrina Epicurea ad poetas Latinos (prae-
ter Lucretium) valuerit quaeque eius rei causa
quaeritur.
2. Gevraagd wordt, of de omstandigheid van
de ruimte als aanschouwingsvorm a priori ver
valt, doordat het wiskundig bewys zuiver logisch
kan worden gevoerd.
Faculteit der Veeartsenijkunde.
1. De faculteit verlangt een onderzoek naar
het gewicht van het hart en den diameter van
de aorta bij de groote huisdieren, met name by
het paard en by het rund, en naar de juistheid
van de formules, waarin de verhouding dezer
grootheden tot het lichaamsgewicht wordt uit
gedrukt.
2. De Faculteit verlangt een onderzoek naar
de ontwikkeling van Strongylus vulgaris by het
paard, speciaal wat betreft de vraag of het ver
blijf van de larven in het z.g. aneurysms ver-
minosum van de Arteria mesenterica cranialis
en van de Arteria ileo-coeco-colica noodzakelyk
is voor de ontwikkeling van deze parasiet.
De antwoorden moeten vóór 1 Mei 1934 aan
den secretaris van den Senaat der Universiteit
worden toegezonden.
Op den derden Maandag van de maand Sep
tember 1934 wordt het oordeel der faculteiten
over de ingekomen verhandelingen afgekondigd
en aan de schryvers der meest voldoende ant
woorden, die door de Faculteit de bekroning
zyn waardig gekeurd, de gouden eerepenning
uitgereikt.
In een graf te Sieding by Wiener Neustadt
is een prachtig bewerkte ceintuur gevonden,
die, naar de meening van deskundigen 3000
jaar oud moet zyn en dateeren moet uit het
Bronstydperk.
Nog nooit is in Europa zulk een oud over
blijfsel in zoo gaven toestand teruggevonden.
Men gelooft dat de ceintuur van een Indo-
Germaansch volk is, dat waarschijnlyk uit het
Noorden naar dit deel van Oostenrijk is ge
komen.
Een Indische handelsbank te Simla heeft aan
de regeering een plan voorgelegd voor de in
richting van een dagelijkschen luchtpostdienst
tusschen Karatsji, Calcutta en Rangoon, waar
door een brief uit Calcutta binnen tien uur in
Rangoon kan worden afgeleverd, terwyi het
thans 40 uur duurt.
De eerste vrouwelijke ingenieur in Turkije
heeft, naar Reuter verneemt, een belangryke
functie gekregen aan de waterleiding te Istan-
boel.
Later zal zy naar Anastolië worden uitgezon
den, om de leiding te nemen by het bouwen
van bruggen.
Robbie en de zeeman hadden samen
haasje-over gesprongen, toen Freddy
plotseling de giraffe, die graasde, zag.
„Wacht eens, wc zullen springen over
Edwin," zei hy en maakt zich gereed
om een aanloopje te nemen om den
sprong te doen.
„Het is te hoog, dat kan je niet,"
riep Robbie, „ik ben er zeker van,
dat je het niet kimt."
„O, ik ben er zeker van, dat ik het
kan." zei Freddy, terwyl hy zich
gereed maakte, „ik ben er al over."
iS VOOR VISCH.'T ALLERFIJNSTE. WAT ER IS. =Si=
.AAA
Maar toen Freddy zeide, dat hy er
al over was, had hy te haastig ge
sproken. Want toen hy over Edwin
wilde springen, hief de. giraffe zyn
kop op en hy gaf Freddy een gewel
digen klap onder zyn kin en de zee
man zat schrijlings op den nek van de
giraffe.
„Hééft de giraffe je bezeerd?" vroeg
Topsy.
„Ik geloof, dat ze me een tand uit
den mond heeft -geslagen," zei Freddy.
(Morgenavond vervolg).
(Ingezonden Mededeelingen.)
Baouakas, de keizer van Algiers, kreeg op
zekeren dag lust zich persoonlyk er van
te overtuigen of het waar was, wat men
van een rechter in een der steden van zijn rijk
vertelde: dat deze onmiddellijk de waarheid
ontdekte en dat geen misdadiger, die voor hem
verscheen, zyn gerechte straf ontging.
Baouakas verkleedde zich als kóópman, be
steeg een paard en reed naar de stad, waar de
rechter woonde. By de poort van de stad strom
pelde een kreupele naar hem toe en vroeg een
aalmoes. Baouakas gaf hem een paar geldstuk
ken en wilde zyn weg vervolgen; maar de man
hield hem tegen, door zich aan zyn mantel vast
te klemmen.
Wat verlangt ge van my? zei Baouakas.
Heb ik u niet een aalmoes gegeven?
U heeft my inderdaad een aalmoes ge
geven, zei de man, maar schenk mij nog een
gunst: breng my op uw paard naar het markt
plein; ik ben bang door de paarden en de ka-
meelen onder den voet geloopen te worden.
Baouakas liet hem achter zich op het paard
plaats nemen en bracht hem naar het markt
plein. Daar liet hy het paard stilhouden. De
arme man steeg echter niet af.
Wat treuzelt ge met afstygen? Vooruit! Er
af! Wij zyn er.
Afstygen, antwoordde de ander, waarvoor
dat? Het paard is myn eigendom en als ge het
my niet goedschiks wilt laten, ga dan maar
mee naar den rechter.
Een groote volksmenigte verzamelde zich om
de twistende mannen. En er werd geroepen:
Ga toch naar den rechter, die zal wel
uitmaken, wie gelyk heeft.
Baouakas en de kreupele begaven zich naar
den rechter. De rechtzaal was vol menschen;
de rechter riep de klagers in volgorde van hun
komst voor zich. Eer de zaak van Baouakas aan
de beurt kwam, riep hy de namen af van een
geleerde en van een boer; hun oneenigheid had
betrekking op een vrouw, waarvan de boer be
weerde dat zy aan hem behoorde, terwijl de
geleerde haar voor zich opeischte. De rechter
hoorde beide mannen aan en zei:
Laat die vrouw hier blijven en kom morgen
beiden terug.
De geleerde en de boer vertrokken en een
slager kwam voor, in gezelschap van een olie
koopman. De slager zat onder bloed en de olie
koopman was bedekt met vetvlekken.
De slager had geldstukken in zyn hand en
de oliekoopman hield hem hy den arm vast. De
slager zei:
Ik had olie gekocht by dezen man en ik
haalde myn beurs te voorschyn om hem te
betalen; hy greep my bij den arm en wilde my
myn geld ontnemen. Zoo zyn wy voor u ge
komen, ik met het geld in myn hand en hü
met zyn hand op myn arm, maar het geld is
van my en hy is een dief.
De oliekoopman zei:
Daar is niets van waar. Deze slager kwam
by my om olie. Toen ik hem een kruik had vol
gegoten, vroeg hy my of ik hem een goudstuk
wilde wisselen. Ik ging het geld halen en legde
het op de toonbank. Hy greep het en wüde zich
uit de voeten maken; ik kon hem nog net bij
zyn arm pakken en breng den man hier
voor u.
Na een oogenblik nagedacht te hebben, zei
da rechter:
Laat het geld hier, en kom morgen terug.
Toen het de beurt was van Baouakas en den
kreupele, vertelde Baouakas eerst de toedracht
van de zaak. De rechter luisterde naar hem en
ondervroeg vervolgens den bedelaar.
Deza zei:
Er is geen woord van waar! Ik reed op
myn paard door de stad. Hy was te voet. Hij
vroeg my of ik hem mee wilde nemen. Ik heb
hem by my op het paard genomen en hem
getracht naar zijn plaats van bestemming. Maar
hy heeft geweigerd af te stygen en gezegd, dat
het paard hem toebehoorde. Dat is een leugen.
De rechter dacht een poos na en zei toen:
Laat het paard hier blijven en kom mor
gen terug.
Den volgenden morgen waren er vele men
schen gekomen om te luisteren naar de von
nissen.
De geleerde en de boer traden het eerst naar
voren.
Neem uw vrouw mee, zei de rechter tot
den geleerde, en laat men den boer vyftig stok
slagen geven.
De geleerde vertrok met zyn vrouw en de
boer onderging zyn straf onmiddellijk.
Vervolgens riep de rechter een slager.
Het geld behoort aan u, zei hy.
En met den vinger naar den oliekoopman
wyzend, gelastte hy:
Geef hem ook vyftig stokslagen.
Thans was het de beurt aan Baouakas en
den kreupele.
Zoudt ge het paard onder twintig andere
paarden herkennen? vroeg de rechter.
Zeker.
En gy?
Ik zou het ook herkennen, antwoordde de
bedelaar.
Volg my, zei de rechter tot Baouakas.
zy gingen samen naar den stal. Baouakas
wees onder de twintig paarden dadelyk het
zyne aan.
De rechter liet den kreupele roepen en ge
lastte hem zyn paard aan te wijzen. Ook de
kreupele herkende het paard en raakte het met
zyn hand aan. Toen nam de rechter weer
plaats op zyn zetel en zeide tot Baouakas:
Het is inderdaad uw paard, neem het mee.
En laat men den kreupele vyftien stokslagen
toedienen.
Toen de zitting geëindigd was, begaf de rech
ter zich naar huis. Baouakas volgde hem.
Wat verlangt u van mij? vroeg de rechter.
Is mijn vonnis u niet naar den zin?
Integendeel, ik ben er uiterst tevreden over.
zei Baouakas. Maar ik zou graag willen hooren
hoe u heeft kunnen weten, dat de vrouw aan
den geleerde behoorde, dat het geld van den
slager was en dat het paard myn eigendom en
niet dat van den bedelaar is.
Wat de vrouw betreft, ziehier hoe ik te
werk ben gegaan. Ik heb haar vanmorgen bij
my laten komen en tot haar gezegd: „Vul mijn
inktkoker met inkt." Zij nam den inktkoker,
reinigde hem vlug en vulde hem met inkt, zon
der een vlek te
maken. Zy is er
dus aan gewend i j-x j
een inktkoker te AAB (JL IJ ZE
vullen; als zy de i
vrouw van den .VBChtCT
boer geweest was,
had zy het niet
kunnen doen. Derhalve stond de geleerde in
zijn recht.
Met het geld heb ik op de volgende wyze de
waarheid ontdekt: ik heb de goudstukken in
een beker vol water gelegd en vanmorgen ge
zien of er soms vet op het water dreef. Als het
geld van den oliekoopman was geweest, zou hij
het geld met zyn vette vingers zeker bezoedeld
hebben. Welnu, er was geen spoor van vet op
het water te bekennen. Derhalve moet de sla
ger de waarheid gesproken hebben.
Met uw paard was het vinden van de waar
heid iets moeilyker. De kreupele heeft, evenals
gy zelf, terstond het paard aangewezen, tus
schen de twintig andere. Maar dat ik u allebei
in den stal liet komen, was niet om te zien of
gy een der paarden als het uwe zoudt herken
nen, maar om vast te stellen wien van u beiden
het paard als meester zou herkennen. Toen u
naar het dier liep, wendde het den kop om en
strekte zyn hals naar u uit. Maar toen het
paard door den ander werd aangeraakt, legde
het de ooren plat op den kop en lichtte een
poot van den grond. Zoo ontdekte ik dat gij
zijn meester waart.
Nu nam Baouakas het woord en zeide:
Ik ben geen koopman, ik ben de keizer. Ik
ben naar hier gekomen om met eigen oogen te
zien of het waar is wat men van u vertelt. Ik
weet thans dat gij een rechter vol wysheid zyt,
vraag my wat gy wilt en ik zal het u geven.
De rechter antwoordde:
Ik heb geen behoefte aan een beloonir.g.
ik vind myn loon in het dienen van de rech
vaardigheid.
Kolonel Seymour-Sewell, die onlangs is af
getreden als directeur van den Zoölogischen
dienst in Indië, is voornemens dezen zomer een
expeditie te ondernemen om nasporingen te
doen in de Arabische Zee naar verdwenen land,
dat vroeger Indië en Afrika moet hebben ver
bonden.
De expeditie neemt Aden als uitgangspunt en
zal vermoedelijk negen maanden op zee bly-
ven.
Op groote diepten in de Arabische Zee en den
Indischen Oceaan zullen netten worden ge
sleept.
Het onderzoek zal zich uitstrekken van de
Perzische Golf tot Madagascar.
Het nieuwe Kabinet van Irak heeft besloten
om voortaan terechtstellingen niet meer bin
nen de muren van de gevangenis, doch in het
publiek te doen plaats hebben, en wel zoodanig
dat zooveel mogelijk menschen de lugubere ge
beurtenissen kunnen bywonen.
Dezer dagen zyn dan ook vyf veroordeelden
te Bagdad in het publiek opgehangen, waar
van vier op een dag, en nog zeven anderen
wachten op hun terechtstelling.
Groote menschenmenigten waren erbij aan
wezig en het blykt juist de bedoeling van de
regeering te zyn de executies te houden in
wijde open ruimten, groot genoeg om duizenden
toeschouwers te bevatten.
De regeering wil nl op deze wyze een af
schrikwekkend voorbeeld stellen en de mis
daad voorkomen door het laten zien van de
straf, welke den misdadiger wacht.
Donderdagochtend 4 Mei werd in de Meierij
het geroep van den koekoek gehoord. Naar men
weet, is de koekoek een trekvogel. Als de
koekoek roept geldt ten plattelande de zomer
ingetreden.
J 11 1 't on dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen _b!J levenslange geheele hpi?«?^óen
Alle abonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T óifUU» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
Dij verlies van een f Cfk
duim of wijsvinger OU»m
bij een breuk van f A/l
been of arm# ii/»'
bij verUes van 'n
anderen vinger
gevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen TÓUVU. m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f vu» doodenjKen anoop
llit het Engeisch van
My gaat het uitstekend, glimlachte miss
Judson.
Dat is niet waar! Wat heb je den heelen
dag uitgevoerd? In het laboratorium gewerkt?
Neen, antwoordde de ander. Ik voelde
toe niet goed in orde. Ik heb den heelen dag
hier gezeten.
Nancy keek haar onderzoekend aan: ze zag,
boe bleek en ziek ze er uitzag.
Heb je zitten tobben?
Neen, alleen....
Alleen wat?
Het komt er niet op aan. Luister maar
hiet naar me.
Je hebt vacantie noodig! riep Nancy.
Je moest eens weg van Rhododendron Street,
je hebt de frissche zeelucht noodig, weg uit die
afschuwelijke benauwde stad. Hoelang is het
Wel geleden dat je vacantie had?
En hoelang sinds jy vacantie had? vroeg
tip pnHpr t^TTTcr
Ik heb het niet noodig, ik ben sterk ge-
boeg. Maar....
Neen, kindje, en de tranen klonken in
Mary's stem jij hebt het net zoo goed noo
dig als ik. We konden ons tot nu toe geen va
cantie permitteeren. Kon ik die rubber maar
maken, kon ik die rubber maar eindehjk ont
dekken!
Luister eens, riep Nancy uit, ik heb goed
nieuws voor je!
Goed nieuws Er is maar één ding dat
goed nieuws voor my zou zyn en dat schynt
niet te gebeuren.
Jawel, lachte Nancy. Er bestaat nog
wel iets anders op de wereld! We gaan samen
een vacantiereisje maken. We laten dit roo-
kerige, benauwde Leeds voor wat het is en
gaan samen naar Cornwall.
Plaag me niet, zei Mary. Naar Cornwall
gaan kost geld en dat hebben we geen van
beiden.
Ik wel! Luister naar wat ik je vertel; je
kent myn overeenkomst met John Shawcross?
Ik zou honderd pond per jaar verdienen en
deelen in de winst, als de zaken goed gingen.
Maar de zaken gingen niet goed! Je hebt
me zelf verteld, dat de firma ternauwernood
kon rondkomen.
Ik heb me vergist, zei Nancy. Het is
beter gegaan dan we dachten. John Shawcross
kwam vandaag myn kamer binnen én zei, dat
hy eindelyk een paar belangryke bestellingen
uit Londen liad gekregen. Is dat niet heeriyk?
Ik ben echt bly voor je, en Mary Jud-
son's bleeke wangen kleurden zich.
Maar er is nog wat anders! Kyk eens! en
het meisje zwaaide een chèque voor de oogen
van de oude vrouw.
Honderd pond! schrikte ze. Honderd
pond!
Ja, het is een extra-tje. Heelenaal bui
ten mijn salaris. Ik heb het nu pas van John
gekregen en ik voel me zoo rijk als Roth
schild! Weet je wat we moesten doen? Het
huis sluiten, Sarah Ellen vrij.-af geven en
voor een maand naar Cornwall gaan.
Een maand!
ja, een maand, herhaalde Nancy. Het
zal er nu prachtig zyn, de zon schijnt er, de
vogels fluiten, we zullen kamers huren in de
buurt van Trevanion Court en we zullen een
heerlyken tyd hebben, dat beloof ik je....
Of dat heeriyk zou zijn! riep Mary uit.
Zoü zyn? Het zól gebeuren.
Maar dat kost een macht geld, kindje.
Cornwall is een eind weg; de reis alleen kost
een kapitaal.
Je hebt er niets mee te maken: ik betaal
alles! riep Nancy uit.
Voor my betalen? Ik denk er niet aan.
Ik wil tegen niemand en tegen niets dank-je
zeggen, zoolang ik leef.
Haar echte Yorkshire-onafhankelijkheid
kwam boven, ofschoon Nancy's voorstel haar
eigenlyk buitengewoon aanlokte.
je weigert het toch niet?
Ja, kindje, ik wil niet van andermans
geld profiteeren. Waarom huil je nu?
Mary, Nancy's stem klonk onvast,
je zei me, dat als de rubber je zou lukken, je
het oude huis voor me zou terug koopen. Wat
zou je ervan zeggen, als ik dat weigerde aan
te nemen?
Wat ik ervan zou zeggen? Dat zul je toch
nooit weigeren? O, als ik maar de kans ertoe
had.
En toch weiger je, dat ik dat reisje voor
je betaal. Ik wil je op de een of andere manier
mijn erkentelijkheid toonen, je bent zoo goed
voor me geweest, die twee jaar. Bovendien, als
je slaagt, dan
Als je het zoo opvat: ja! zei Mary Judson.
Dan valt er over te praten. En je zult' zien, dat
ik slaag!
Nancy's aanwezigheid had haar weer wat
opgewekter gemaakt en haar droevige stem
ming scheen een oogenblik overgedreven
te zyn.
Je zult zien hoe het je zal opknappen,
ging Nancy voort; na een maand vacantie
ben je een ander mensch. Ik wil met je wed
den om een nieuwe japon dat je na een maand
vacantie in Cornwall tien pond dikker bent ge
worden.
Maar kun je het heusch betalen? vroeg
Mary angstig.
Betalen? Ik zal je mijn boekhouding la
ten zien. Ik heb twee honderd pond over van
wat ik bezat en bovendien heb ik deze chèque.
En verder ga ik binnenkort veel meer verdiGé
nendat heeft Mr. Shawcross mij verzekerd.
Luister: vandaag is het de 27ste en over drie
dagen gaan we op reis naar Cornwall.
Drie dagen? Zoo gauw kan ik niet klaar
zijn.
Waarom niet?
Omdat het huls eerst heelemaal schoon
gemaakt moet worden.
je kunt doen wat je wilt, maar over drie
dagen gaan we weg. En nu gaan we samen ge
zellig theedrinken.
Voor den eersten keer sinds een maand ge
bruikte Mary met smaak haar maaltijd. Het
vooruitzicht voor een maand uit Leeds weg te
gaan en Nancy's oude huis en heerlijke ge
boortestreek te zien, stemde haar gelukkig.
Ze begon zelfs over haar kleeren te spreken
en vroeg Nancy of er in Cornwall bioscopen
bestonden.
Bioscopen? Geen denken aan! Ik zal je
het land laten zien zooals het werkelijk is
met de groote rotsen en de zee.
Het zal heerlijk zijn! zei Mary zacht.
Inderdaad zag ze er tien jaar jonger uit,
toen ze Nancy op het eind van den avond goe
den nacht wenschte. Maar een half uur later
scheen ze weer van stemming veranderd, want
Nancy hoorde haar, toen ze al in bed lag, op
een klagelyken toon sprekei^
Ik kan eigenlyk niet gaan.
Waarom niet?
Het schoot mij opeens te binnen. Wat
moeten we met de formule doen, Nancy? Ik
durf die yiet in huis te laten.
Maar we kunnen de formule toch naar
een safe-deposit brengen!
Nooit van mijn leven! riep Mary uit.
Ik durf het niet in een safe te laten.
Maar dat is even veilig als de Bank van
Engeland'
Ik zou geen minuut rust hebben, als het
niet veilig opgeborgen was.
Bewaar het dan bij de Bank. Dit is toch
wel vertrouwd?
Dat misschien wel, was het antwoord.
Ga dan gauw naar bed en wel te rusten I
Drie dagen later waren Nancy en Mary Jud
son op weg naar Cornwall. Nancy was bang
geweest, dat Mary de lange reis niet zou kun
nen verdragen, maar ze zag tot haar blijd
schap, dat ze er absoluut geen hinder van
scheen te hebben.
Ik voel me of ik een nieuw leven begin,
zei ze; het is werkelijk heerlijk, ik geloof
dat ik nog meer blij ben dan jij.
Maar Nancy was ook gelukkig. Het was twee
jaar geleden dat ze naar Leeds was gekomen
en de gedachte dat se het oude huis zou zien,
was haast te heerlijk. Ze sprak weinig, maai
er ging des te meer in haar om. En toch ging
ze terug naar Trevanion Court als een vreem
de: het was haar eigendom niet meer. Ze wist
wel, dat de jonge Jack Beel haar met open
armen zou ontvangen, dat, als ze het zou vra
gen, alles opnieuw haar eigendom kon worden:
maar ze was niet in staat die vraag uit te
spreken. Aan één kant vond ze het even pijn
lijk als pleizierig om Trevanion Court terug te
zien.
Ze had bijna geen bericht uit Cornwall ont
vangen den laatsten tyd. De jonge Jack Beel
had haar drie keer geschreven, dat zijn gevoe
lens voor haar onveranderd gebleven waren.
Ze had de brieven vriendelijk beantwoord,
meer niet. (Wordt vervolgd).