Met vatfiaal van den dag et Erfdeel Rond om de wereld als blinde passagier REIS-KRABBELS, ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Uw eigen winkelier verkoopt ROBINSONschoenen f750-MSriiSf250- Ï5»"K f125- MAANDAG 8 MEI WANHOPIGE MOED Oude en nieuwe trucs Rontgen-onderzoek Prijsvragen voor stu denten Een oude ceintuur Luchtpost Vrouw in Turkije Verdwenen land? T erechtstellingen De koekoek roept! Bij de bestrijding der long- tuberculose Universiteit van Utrecht AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking Alleen hij, die eens op de kade van een ha ven in het buitenland heeft gestaan, zon der geld, zonder passagebiljet en die daar de reusachtige zeekasteelen zag aankomen of vertrekken alleen hy kan den wanhopigen moed begrypen, die de „blinde passagiers" be zielt en hen helpt, ook de grootste moeilyk- heden te overwinnen, in de ééne gedachte: Verder! Het minst moeiiyk schünt men het den blin den passagiers in Zuid-Amerika en in vele Oos- tersche landen te maken. Wie bekend is in Zuid-Amerikaansche havens, vooral in de klei ne, kent ook de oude, min of meer verloopen kapiteins, die daar bij dozijnen in de kroegen zitten. Er is altyd wel een matroos of een havenarbeider te vinden, die tegen betaling van een bescheiden fooi den blinden passagier in kennis wil brengen met zulk een kapitein, die belooft, hem „gratis" mee te nemen. „Gratis" beteekent dan óf een betrekkeiyk lage vrachtprijs öf het ietwat onvrywillig af geven van pas en papieren, die men dan nooit terugziet. Want voor dergeiyke papieren wordt in Zuid-Amerika altyd veel betaald. Bovendien loopt de blinde passagier gevaar, in zee te Worden geworpen, wanneer er toevallig eens een officieel onderzoek wordt ingesteld. By een dergelijke controle kan den kapitein niets over komen: hy komt altijd uit Kaapstad of uit Riga en de bemanning is bereid te zweren wat de kapitein wil. Hetzelfde geldt voor den Oriënt. En een zeer lugubere wijze van passagiersvervoer kent men daar, waar Chineesche arbeiders werken, dus hoofdzakelijk op de Zuidzee-eilanden. Deze ar me duivels werken een groot gedeelte van hun leven voor een begrafenis in den vaderland- schen bodem. Na hun* dood worden zy in zin ken doodkisten gelegd en wanneer er genoeg by elkaar zijn, worden zij met een kleine boot Daar China gebracht. Welnu: een doodkist meer of minder speelt geen rol en of er nu een doode of een levende passagier in de kist ligt, blijft den kapitein gelyk. Het is alleen on aangenaam, dat de gezagvoerder zich vaak als een gewetenloos afperser ontpopt. Hy dreigt den passagier by de autoriteiten te Sjanghai aan te geven, wanneer „het levende lyk" niet De tuberculose is een der belangrijkste oor zaken van de sterfte onder de productieve leef tijdsklassen; de ongeschiktheid voor het ver zichten van arbeid, door ziekte en invaliditeit vindt hierin een van haar voornaamste oorza ken. Het is daarom noodzakelyk, den strijd tegen deze ziekte met krachtige en algemeen toe te passen middelen te voeren, daarbij uitgaande Van de nieuwere opvattingen over het ontstaan en de ontwikkeling der longtuberculose. De toe- bassing van Röntgenstralen is hierbij het sou- vereine middel gebleken voor het opsporen der longtuberculo^p, iy een vroeg stadium, waaruit volgt, dat een intensieve bestrijding dezer ziekte hl de eerste plaats vereischt het mogelijk ma ken en organiseeren van het massa-onderzoek met Röntgenstralen. Het ideaal zou zyn, dat de geheele bevolking nan een systematisch en periodiek Röntgen onderzoek werd onderworpen; vooralsnog ech ter zal eèn dergelijk massa-onderzoek op prac- tische moeilijkheden stuiten. Evenwel is in ver schillende landen reeds bij bepaalde groepen der bevolking (o.a. by arbeiders, miliciens, politie agenten en schoolkinderen) een dergelyk syste matisch Röntgen-onderzoek doorgevoerd met be langrijk resultaat. Het bleek mogelijk om met behulp der Röntgendoorlichting een groot aantal gevallen van beginnende longtuberculose Vast te stellen, die anders aan de waarneming Zouden zyn ontsnapt. Ten behoeve van zulk een onderzoek is in het Philips Röntgenlaboratorium een speciale Ront- gen-installatie ontworpen, welke gemakkelijk transportabel en demontabel is en daardoor de Belegenheid biedt het onderzoek op elke plaats, in fabrieken en op scholen, in dorpen en ge huchten, te verrichten. By goede organisatie en deskundige bediening kan het onderzoek ge schieden in een tempo van 2030 personen per Uur, zooals o.m. bleek by de toepassing dezer methode by den Keuringsraad voor miliciens te Hoensbroek, waar elk kwartier één zestal te keuren personen zonder overhaasting werden on derzocht, niet alleen wat betreft de longen, maar ook aangaande mogelijke grove afwykingen van het hart en de groote bloedvaten. Uit het tot heden bij de verschillende onder zoekingen verkregen materiaal is wel komen vast te staan, dat de methode der Röntgen-doorlich ting, de meest economische voor massa-onder- Zoek, een voldoend zeker resultaat oplevert bij de opsporing van gevallen van longtuberculose. Voor nader onderzoek en by twyfelachtige ge- Vallen zal een Röntgenfoto moeten worden ge- Domen. Voor het gestelde doel, een betrouwbare toethode voor longtuberculose-opsporing by mas sa-onderzoeking, is de eenvoudige Röntgen- floorlichting echter volkomen toereikend. een stevige som gelds betaalt of zich bereid verklaart, aan boord te werken. In de havens der moderne Europeesche sta ten wordt het den blinden passagier wel zeer moeiiyk gemaakt. Op vele plaatsen houdt men lysten van de „goede klanten", en wie een of tweemaal een slechte aanteekening krygt, meet voorbereid zyn op een onzachte behandeling en loopt de kans op een flinke straf. Maar dat ééne woord „verder!" is soms krach tiger dan alle lysten en wetsbepalingen. De noodzaak dringt. En zoo vinden, ondanks alle bezwaren, nog vele honderden wanhopige uit wegen en mogelijkheden. De treinen byvoorbeeld. Men beweert, dat de Europeesche wagons zóó gebouwd zijn, dat een tochtje op de assen, waarvan in Amerika zooveel gebruik wordt gemaakt, zoo goed als onmogelijk is. Of onmogelijk misschien niet, maar levensgevaarlijk. Maar niettemin blykt, dat nog dagelyks van dit vervoermiddel gebruik wordt gemaakt. Men behoeft echter niet veel fantasie te hebben om zich te kunnen voor stellen, dat een ritje op de assen geen genoe gen is. Nog gevaarlijker dan op de assen is een zitplaats op de buffers of boven op de wagons. Wellicht herinnert men zich het gruwelijk on geluk, dat eenigen tijd geleden plaats vond, toen een tweetal passagiers, dat zich op het dak van een wagon had „genesteld", werd verpletterd, doordat de trein door een tunnel passeerde, die juist hoog genoeg was om de enkele wagons door te laten. Geroutineerde stow-aways hebben overigens hun speciaal systeem. Niet zoo lang geleden heeft de politie iemand ontmaskerd, die voor zichzelf uitstekend nagemaakte plaatsbewijzen vervaardigde en die bovendien nog wel eens aan andere belanghebbenden verkocht. Nieuwelingen in het beroep worden spoedig herkend aan de oude truc met de twee perron kaartjes. Zy hebben dan een perronkaartje van het station van vertrek en één van het station van aankomst. Gedurende de reis houden zij zich verborgen op het toilet of onder de bank. Deze beginnelingen loopen meestal spoedig in de gaten. Ook de truc van den „verkeerden trein", dien men .noodgedwongen" wel tot het eerstvolgende station moet nemen, helpt niet meer. De rector en de Senaat der Universiteit te Utrecht hebben een aantal prijsvragen uitge schreven voor studenten aan de Nederlandsche Universiteiten. Faculteit der Godgeleerdheid. X. De Faculteit verlangt 'n textoritisch onder zoek naar de vraag in hoeverre de text der „testimonia" in het Nieuwe Testament verwant schap vertoont met den text van den Targum en van de Fesitta van het Oude Testament. 2. De Faculteit verlangt een antwoord op de vraag naar de historische betrekkingen tus- schen de Theodice der Stoa en die van Leibniz. Faculteit der Rechtsgeleerdheid. 1. De Faculteit verlangt een kritisch over zicht van de ontwikkeling der geldtheorie sedert het begin dezer eeuw. 2.. De Faculteit verlangt een rechtsvergelijken de studie over theorie en praktijk van het .recht tot ontbinding van het Parlement sinds 1918 in Engeland eener- en het Duitsche Rijk en zyn „Lander" anderzijds. Faculteit der Geneeskunde. De Faculteit verlangt een bijdrage tot de ken nis van het mechanisme van het ontstaan van de netvliesscheur en de daarop volgende net- vliesloslating by den mensch. De behandeling van het vraagstuk kan zyn hetzy een mechanische, hetzij een morpholo- gische, een pathologisch-anatomische of phy- siologische. Faculteit der Wis- en Natuurkunde. 1. Vele homogene substanties vertoonen onder bepaalde omstandigheden verschynselen, die met behulp van het begrip der „zwermvorming" verklaard kunnen worden. Onder zwermvor ming verstaat men dan het optreden van een correlatie tusschen de waarden, welke zekere microscopisch definieerbare physische groot heden aannemen in verschillende punten van de ruimte, wier onderlinge afstanden groot zyn ten opzichte van de afmetingen der moleculen. Voorbeelden: de afwykingen van de gemid delde dichtheid in de buurt van het critische punt van een enkelvoudige stof; of de correla tie van de oriëntatie der moleculen by vloei bare kristallen. Gevraagd wordt een nadere uit werking van de theorie van zulke zwermvormin- gen, waarby vooral de aandicht worde besteed aan het mechanisme van het verschijnsel, d.w.z. aan het verband tusschen de zwerm vorming eenerzyds en de wisselwerkingskrach ten tusschen naburige moleculen anderzyds. 'iiiiiiiiiiiiiiiii ■llllllllllllllic HET OUDE STADJE. i De steenen zijn wat hobbelig i En uit den ouden tijd, Zoodat je opspringt, zelfs wanneer i Je met een Rolls Royce rijdt! De straten zijn ontzettend smal, Maar leuk zoo op 't gezicht, I Al was het door het gootje maar, I Dat daar als stoeprand ligt! I De huizen ook zijn uit den tijd Der oude romantiek. Den stijl alleen reeds voel je aan Als Schubertsche muziek! I i En elke zaakhaar uithangbord, In welke straat je bent! Ofschoon men in zoo'n plaatsje toch E Elkander haarfijn kent! Het stadje ligt vergeten in Een onbedorven dal. 1 Maar voor traditie staat men daar Tot in z'n teenen pal! 't Is alles oud, de menschen ook, i En wat dus niet verbaast, De jeugd zelfs, die men loopen ziet, Vertoont geen spoor van haast! En daarom, dat het zoo bevreemdt En de verwachting breekt, Dat men, ondanks museumlucht, I Hier van „vooruitgang" spreekt! MARTIN BERDEN I (Nadruk verboden) ïïiiiiiiiiniiniiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii>"ii 2. In 1907 hebben J. en W. Docters van Leeu- wen-Reynvaan een onderzoek gepubliceerd over reductie-deeling en bevruchting bij eenige soor ten van Polytrichum. In 1913 is N. Walker tot geheel andere resultaten gekomen. De Faculteit is van meening, dat door het onderzoek van Walker de door bovengenoemde Nederlanders gepubliceerde resultaten hunner onderzoekin gen niet voldoende zijn weerlegd, en verlangt een met preparaten toegelicht nieuw onderzoek naar reductiedeeling, spermatogenese en be vruchting bij een aantal Nederlandsche Blad mossen, in het bijzonder bij de door J. en W. Docters van Leeuwen-Reynvaan onderzochte soorten. Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte. 1. Quantum primo saeculo ante Christum na- tum doctrina Epicurea ad poetas Latinos (prae- ter Lucretium) valuerit quaeque eius rei causa quaeritur. 2. Gevraagd wordt, of de omstandigheid van de ruimte als aanschouwingsvorm a priori ver valt, doordat het wiskundig bewys zuiver logisch kan worden gevoerd. Faculteit der Veeartsenijkunde. 1. De faculteit verlangt een onderzoek naar het gewicht van het hart en den diameter van de aorta bij de groote huisdieren, met name by het paard en by het rund, en naar de juistheid van de formules, waarin de verhouding dezer grootheden tot het lichaamsgewicht wordt uit gedrukt. 2. De Faculteit verlangt een onderzoek naar de ontwikkeling van Strongylus vulgaris by het paard, speciaal wat betreft de vraag of het ver blijf van de larven in het z.g. aneurysms ver- minosum van de Arteria mesenterica cranialis en van de Arteria ileo-coeco-colica noodzakelyk is voor de ontwikkeling van deze parasiet. De antwoorden moeten vóór 1 Mei 1934 aan den secretaris van den Senaat der Universiteit worden toegezonden. Op den derden Maandag van de maand Sep tember 1934 wordt het oordeel der faculteiten over de ingekomen verhandelingen afgekondigd en aan de schryvers der meest voldoende ant woorden, die door de Faculteit de bekroning zyn waardig gekeurd, de gouden eerepenning uitgereikt. In een graf te Sieding by Wiener Neustadt is een prachtig bewerkte ceintuur gevonden, die, naar de meening van deskundigen 3000 jaar oud moet zyn en dateeren moet uit het Bronstydperk. Nog nooit is in Europa zulk een oud over blijfsel in zoo gaven toestand teruggevonden. Men gelooft dat de ceintuur van een Indo- Germaansch volk is, dat waarschijnlyk uit het Noorden naar dit deel van Oostenrijk is ge komen. Een Indische handelsbank te Simla heeft aan de regeering een plan voorgelegd voor de in richting van een dagelijkschen luchtpostdienst tusschen Karatsji, Calcutta en Rangoon, waar door een brief uit Calcutta binnen tien uur in Rangoon kan worden afgeleverd, terwyi het thans 40 uur duurt. De eerste vrouwelijke ingenieur in Turkije heeft, naar Reuter verneemt, een belangryke functie gekregen aan de waterleiding te Istan- boel. Later zal zy naar Anastolië worden uitgezon den, om de leiding te nemen by het bouwen van bruggen. Robbie en de zeeman hadden samen haasje-over gesprongen, toen Freddy plotseling de giraffe, die graasde, zag. „Wacht eens, wc zullen springen over Edwin," zei hy en maakt zich gereed om een aanloopje te nemen om den sprong te doen. „Het is te hoog, dat kan je niet," riep Robbie, „ik ben er zeker van, dat je het niet kimt." „O, ik ben er zeker van, dat ik het kan." zei Freddy, terwyl hy zich gereed maakte, „ik ben er al over." iS VOOR VISCH.'T ALLERFIJNSTE. WAT ER IS. =Si= .AAA Maar toen Freddy zeide, dat hy er al over was, had hy te haastig ge sproken. Want toen hy over Edwin wilde springen, hief de. giraffe zyn kop op en hy gaf Freddy een gewel digen klap onder zyn kin en de zee man zat schrijlings op den nek van de giraffe. „Hééft de giraffe je bezeerd?" vroeg Topsy. „Ik geloof, dat ze me een tand uit den mond heeft -geslagen," zei Freddy. (Morgenavond vervolg). (Ingezonden Mededeelingen.) Baouakas, de keizer van Algiers, kreeg op zekeren dag lust zich persoonlyk er van te overtuigen of het waar was, wat men van een rechter in een der steden van zijn rijk vertelde: dat deze onmiddellijk de waarheid ontdekte en dat geen misdadiger, die voor hem verscheen, zyn gerechte straf ontging. Baouakas verkleedde zich als kóópman, be steeg een paard en reed naar de stad, waar de rechter woonde. By de poort van de stad strom pelde een kreupele naar hem toe en vroeg een aalmoes. Baouakas gaf hem een paar geldstuk ken en wilde zyn weg vervolgen; maar de man hield hem tegen, door zich aan zyn mantel vast te klemmen. Wat verlangt ge van my? zei Baouakas. Heb ik u niet een aalmoes gegeven? U heeft my inderdaad een aalmoes ge geven, zei de man, maar schenk mij nog een gunst: breng my op uw paard naar het markt plein; ik ben bang door de paarden en de ka- meelen onder den voet geloopen te worden. Baouakas liet hem achter zich op het paard plaats nemen en bracht hem naar het markt plein. Daar liet hy het paard stilhouden. De arme man steeg echter niet af. Wat treuzelt ge met afstygen? Vooruit! Er af! Wij zyn er. Afstygen, antwoordde de ander, waarvoor dat? Het paard is myn eigendom en als ge het my niet goedschiks wilt laten, ga dan maar mee naar den rechter. Een groote volksmenigte verzamelde zich om de twistende mannen. En er werd geroepen: Ga toch naar den rechter, die zal wel uitmaken, wie gelyk heeft. Baouakas en de kreupele begaven zich naar den rechter. De rechtzaal was vol menschen; de rechter riep de klagers in volgorde van hun komst voor zich. Eer de zaak van Baouakas aan de beurt kwam, riep hy de namen af van een geleerde en van een boer; hun oneenigheid had betrekking op een vrouw, waarvan de boer be weerde dat zy aan hem behoorde, terwijl de geleerde haar voor zich opeischte. De rechter hoorde beide mannen aan en zei: Laat die vrouw hier blijven en kom morgen beiden terug. De geleerde en de boer vertrokken en een slager kwam voor, in gezelschap van een olie koopman. De slager zat onder bloed en de olie koopman was bedekt met vetvlekken. De slager had geldstukken in zyn hand en de oliekoopman hield hem hy den arm vast. De slager zei: Ik had olie gekocht by dezen man en ik haalde myn beurs te voorschyn om hem te betalen; hy greep my bij den arm en wilde my myn geld ontnemen. Zoo zyn wy voor u ge komen, ik met het geld in myn hand en hü met zyn hand op myn arm, maar het geld is van my en hy is een dief. De oliekoopman zei: Daar is niets van waar. Deze slager kwam by my om olie. Toen ik hem een kruik had vol gegoten, vroeg hy my of ik hem een goudstuk wilde wisselen. Ik ging het geld halen en legde het op de toonbank. Hy greep het en wüde zich uit de voeten maken; ik kon hem nog net bij zyn arm pakken en breng den man hier voor u. Na een oogenblik nagedacht te hebben, zei da rechter: Laat het geld hier, en kom morgen terug. Toen het de beurt was van Baouakas en den kreupele, vertelde Baouakas eerst de toedracht van de zaak. De rechter luisterde naar hem en ondervroeg vervolgens den bedelaar. Deza zei: Er is geen woord van waar! Ik reed op myn paard door de stad. Hy was te voet. Hij vroeg my of ik hem mee wilde nemen. Ik heb hem by my op het paard genomen en hem getracht naar zijn plaats van bestemming. Maar hy heeft geweigerd af te stygen en gezegd, dat het paard hem toebehoorde. Dat is een leugen. De rechter dacht een poos na en zei toen: Laat het paard hier blijven en kom mor gen terug. Den volgenden morgen waren er vele men schen gekomen om te luisteren naar de von nissen. De geleerde en de boer traden het eerst naar voren. Neem uw vrouw mee, zei de rechter tot den geleerde, en laat men den boer vyftig stok slagen geven. De geleerde vertrok met zyn vrouw en de boer onderging zyn straf onmiddellijk. Vervolgens riep de rechter een slager. Het geld behoort aan u, zei hy. En met den vinger naar den oliekoopman wyzend, gelastte hy: Geef hem ook vyftig stokslagen. Thans was het de beurt aan Baouakas en den kreupele. Zoudt ge het paard onder twintig andere paarden herkennen? vroeg de rechter. Zeker. En gy? Ik zou het ook herkennen, antwoordde de bedelaar. Volg my, zei de rechter tot Baouakas. zy gingen samen naar den stal. Baouakas wees onder de twintig paarden dadelyk het zyne aan. De rechter liet den kreupele roepen en ge lastte hem zyn paard aan te wijzen. Ook de kreupele herkende het paard en raakte het met zyn hand aan. Toen nam de rechter weer plaats op zyn zetel en zeide tot Baouakas: Het is inderdaad uw paard, neem het mee. En laat men den kreupele vyftien stokslagen toedienen. Toen de zitting geëindigd was, begaf de rech ter zich naar huis. Baouakas volgde hem. Wat verlangt u van mij? vroeg de rechter. Is mijn vonnis u niet naar den zin? Integendeel, ik ben er uiterst tevreden over. zei Baouakas. Maar ik zou graag willen hooren hoe u heeft kunnen weten, dat de vrouw aan den geleerde behoorde, dat het geld van den slager was en dat het paard myn eigendom en niet dat van den bedelaar is. Wat de vrouw betreft, ziehier hoe ik te werk ben gegaan. Ik heb haar vanmorgen bij my laten komen en tot haar gezegd: „Vul mijn inktkoker met inkt." Zij nam den inktkoker, reinigde hem vlug en vulde hem met inkt, zon der een vlek te maken. Zy is er dus aan gewend i j-x j een inktkoker te AAB (JL IJ ZE vullen; als zy de i vrouw van den .VBChtCT boer geweest was, had zy het niet kunnen doen. Derhalve stond de geleerde in zijn recht. Met het geld heb ik op de volgende wyze de waarheid ontdekt: ik heb de goudstukken in een beker vol water gelegd en vanmorgen ge zien of er soms vet op het water dreef. Als het geld van den oliekoopman was geweest, zou hij het geld met zyn vette vingers zeker bezoedeld hebben. Welnu, er was geen spoor van vet op het water te bekennen. Derhalve moet de sla ger de waarheid gesproken hebben. Met uw paard was het vinden van de waar heid iets moeilyker. De kreupele heeft, evenals gy zelf, terstond het paard aangewezen, tus schen de twintig andere. Maar dat ik u allebei in den stal liet komen, was niet om te zien of gy een der paarden als het uwe zoudt herken nen, maar om vast te stellen wien van u beiden het paard als meester zou herkennen. Toen u naar het dier liep, wendde het den kop om en strekte zyn hals naar u uit. Maar toen het paard door den ander werd aangeraakt, legde het de ooren plat op den kop en lichtte een poot van den grond. Zoo ontdekte ik dat gij zijn meester waart. Nu nam Baouakas het woord en zeide: Ik ben geen koopman, ik ben de keizer. Ik ben naar hier gekomen om met eigen oogen te zien of het waar is wat men van u vertelt. Ik weet thans dat gij een rechter vol wysheid zyt, vraag my wat gy wilt en ik zal het u geven. De rechter antwoordde: Ik heb geen behoefte aan een beloonir.g. ik vind myn loon in het dienen van de rech vaardigheid. Kolonel Seymour-Sewell, die onlangs is af getreden als directeur van den Zoölogischen dienst in Indië, is voornemens dezen zomer een expeditie te ondernemen om nasporingen te doen in de Arabische Zee naar verdwenen land, dat vroeger Indië en Afrika moet hebben ver bonden. De expeditie neemt Aden als uitgangspunt en zal vermoedelijk negen maanden op zee bly- ven. Op groote diepten in de Arabische Zee en den Indischen Oceaan zullen netten worden ge sleept. Het onderzoek zal zich uitstrekken van de Perzische Golf tot Madagascar. Het nieuwe Kabinet van Irak heeft besloten om voortaan terechtstellingen niet meer bin nen de muren van de gevangenis, doch in het publiek te doen plaats hebben, en wel zoodanig dat zooveel mogelijk menschen de lugubere ge beurtenissen kunnen bywonen. Dezer dagen zyn dan ook vyf veroordeelden te Bagdad in het publiek opgehangen, waar van vier op een dag, en nog zeven anderen wachten op hun terechtstelling. Groote menschenmenigten waren erbij aan wezig en het blykt juist de bedoeling van de regeering te zyn de executies te houden in wijde open ruimten, groot genoeg om duizenden toeschouwers te bevatten. De regeering wil nl op deze wyze een af schrikwekkend voorbeeld stellen en de mis daad voorkomen door het laten zien van de straf, welke den misdadiger wacht. Donderdagochtend 4 Mei werd in de Meierij het geroep van den koekoek gehoord. Naar men weet, is de koekoek een trekvogel. Als de koekoek roept geldt ten plattelande de zomer ingetreden. J 11 1 't on dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen _b!J levenslange geheele hpi?«?^óen Alle abonne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen T óifUU» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen Dij verlies van een f Cfk duim of wijsvinger OU»m bij een breuk van f A/l been of arm# ii/»' bij verUes van 'n anderen vinger gevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen TÓUVU. m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f vu» doodenjKen anoop llit het Engeisch van My gaat het uitstekend, glimlachte miss Judson. Dat is niet waar! Wat heb je den heelen dag uitgevoerd? In het laboratorium gewerkt? Neen, antwoordde de ander. Ik voelde toe niet goed in orde. Ik heb den heelen dag hier gezeten. Nancy keek haar onderzoekend aan: ze zag, boe bleek en ziek ze er uitzag. Heb je zitten tobben? Neen, alleen.... Alleen wat? Het komt er niet op aan. Luister maar hiet naar me. Je hebt vacantie noodig! riep Nancy. Je moest eens weg van Rhododendron Street, je hebt de frissche zeelucht noodig, weg uit die afschuwelijke benauwde stad. Hoelang is het Wel geleden dat je vacantie had? En hoelang sinds jy vacantie had? vroeg tip pnHpr t^TTTcr Ik heb het niet noodig, ik ben sterk ge- boeg. Maar.... Neen, kindje, en de tranen klonken in Mary's stem jij hebt het net zoo goed noo dig als ik. We konden ons tot nu toe geen va cantie permitteeren. Kon ik die rubber maar maken, kon ik die rubber maar eindehjk ont dekken! Luister eens, riep Nancy uit, ik heb goed nieuws voor je! Goed nieuws Er is maar één ding dat goed nieuws voor my zou zyn en dat schynt niet te gebeuren. Jawel, lachte Nancy. Er bestaat nog wel iets anders op de wereld! We gaan samen een vacantiereisje maken. We laten dit roo- kerige, benauwde Leeds voor wat het is en gaan samen naar Cornwall. Plaag me niet, zei Mary. Naar Cornwall gaan kost geld en dat hebben we geen van beiden. Ik wel! Luister naar wat ik je vertel; je kent myn overeenkomst met John Shawcross? Ik zou honderd pond per jaar verdienen en deelen in de winst, als de zaken goed gingen. Maar de zaken gingen niet goed! Je hebt me zelf verteld, dat de firma ternauwernood kon rondkomen. Ik heb me vergist, zei Nancy. Het is beter gegaan dan we dachten. John Shawcross kwam vandaag myn kamer binnen én zei, dat hy eindelyk een paar belangryke bestellingen uit Londen liad gekregen. Is dat niet heeriyk? Ik ben echt bly voor je, en Mary Jud- son's bleeke wangen kleurden zich. Maar er is nog wat anders! Kyk eens! en het meisje zwaaide een chèque voor de oogen van de oude vrouw. Honderd pond! schrikte ze. Honderd pond! Ja, het is een extra-tje. Heelenaal bui ten mijn salaris. Ik heb het nu pas van John gekregen en ik voel me zoo rijk als Roth schild! Weet je wat we moesten doen? Het huis sluiten, Sarah Ellen vrij.-af geven en voor een maand naar Cornwall gaan. Een maand! ja, een maand, herhaalde Nancy. Het zal er nu prachtig zyn, de zon schijnt er, de vogels fluiten, we zullen kamers huren in de buurt van Trevanion Court en we zullen een heerlyken tyd hebben, dat beloof ik je.... Of dat heeriyk zou zijn! riep Mary uit. Zoü zyn? Het zól gebeuren. Maar dat kost een macht geld, kindje. Cornwall is een eind weg; de reis alleen kost een kapitaal. Je hebt er niets mee te maken: ik betaal alles! riep Nancy uit. Voor my betalen? Ik denk er niet aan. Ik wil tegen niemand en tegen niets dank-je zeggen, zoolang ik leef. Haar echte Yorkshire-onafhankelijkheid kwam boven, ofschoon Nancy's voorstel haar eigenlyk buitengewoon aanlokte. je weigert het toch niet? Ja, kindje, ik wil niet van andermans geld profiteeren. Waarom huil je nu? Mary, Nancy's stem klonk onvast, je zei me, dat als de rubber je zou lukken, je het oude huis voor me zou terug koopen. Wat zou je ervan zeggen, als ik dat weigerde aan te nemen? Wat ik ervan zou zeggen? Dat zul je toch nooit weigeren? O, als ik maar de kans ertoe had. En toch weiger je, dat ik dat reisje voor je betaal. Ik wil je op de een of andere manier mijn erkentelijkheid toonen, je bent zoo goed voor me geweest, die twee jaar. Bovendien, als je slaagt, dan Als je het zoo opvat: ja! zei Mary Judson. Dan valt er over te praten. En je zult' zien, dat ik slaag! Nancy's aanwezigheid had haar weer wat opgewekter gemaakt en haar droevige stem ming scheen een oogenblik overgedreven te zyn. Je zult zien hoe het je zal opknappen, ging Nancy voort; na een maand vacantie ben je een ander mensch. Ik wil met je wed den om een nieuwe japon dat je na een maand vacantie in Cornwall tien pond dikker bent ge worden. Maar kun je het heusch betalen? vroeg Mary angstig. Betalen? Ik zal je mijn boekhouding la ten zien. Ik heb twee honderd pond over van wat ik bezat en bovendien heb ik deze chèque. En verder ga ik binnenkort veel meer verdiGé nendat heeft Mr. Shawcross mij verzekerd. Luister: vandaag is het de 27ste en over drie dagen gaan we op reis naar Cornwall. Drie dagen? Zoo gauw kan ik niet klaar zijn. Waarom niet? Omdat het huls eerst heelemaal schoon gemaakt moet worden. je kunt doen wat je wilt, maar over drie dagen gaan we weg. En nu gaan we samen ge zellig theedrinken. Voor den eersten keer sinds een maand ge bruikte Mary met smaak haar maaltijd. Het vooruitzicht voor een maand uit Leeds weg te gaan en Nancy's oude huis en heerlijke ge boortestreek te zien, stemde haar gelukkig. Ze begon zelfs over haar kleeren te spreken en vroeg Nancy of er in Cornwall bioscopen bestonden. Bioscopen? Geen denken aan! Ik zal je het land laten zien zooals het werkelijk is met de groote rotsen en de zee. Het zal heerlijk zijn! zei Mary zacht. Inderdaad zag ze er tien jaar jonger uit, toen ze Nancy op het eind van den avond goe den nacht wenschte. Maar een half uur later scheen ze weer van stemming veranderd, want Nancy hoorde haar, toen ze al in bed lag, op een klagelyken toon sprekei^ Ik kan eigenlyk niet gaan. Waarom niet? Het schoot mij opeens te binnen. Wat moeten we met de formule doen, Nancy? Ik durf die yiet in huis te laten. Maar we kunnen de formule toch naar een safe-deposit brengen! Nooit van mijn leven! riep Mary uit. Ik durf het niet in een safe te laten. Maar dat is even veilig als de Bank van Engeland' Ik zou geen minuut rust hebben, als het niet veilig opgeborgen was. Bewaar het dan bij de Bank. Dit is toch wel vertrouwd? Dat misschien wel, was het antwoord. Ga dan gauw naar bed en wel te rusten I Drie dagen later waren Nancy en Mary Jud son op weg naar Cornwall. Nancy was bang geweest, dat Mary de lange reis niet zou kun nen verdragen, maar ze zag tot haar blijd schap, dat ze er absoluut geen hinder van scheen te hebben. Ik voel me of ik een nieuw leven begin, zei ze; het is werkelijk heerlijk, ik geloof dat ik nog meer blij ben dan jij. Maar Nancy was ook gelukkig. Het was twee jaar geleden dat ze naar Leeds was gekomen en de gedachte dat se het oude huis zou zien, was haast te heerlijk. Ze sprak weinig, maai er ging des te meer in haar om. En toch ging ze terug naar Trevanion Court als een vreem de: het was haar eigendom niet meer. Ze wist wel, dat de jonge Jack Beel haar met open armen zou ontvangen, dat, als ze het zou vra gen, alles opnieuw haar eigendom kon worden: maar ze was niet in staat die vraag uit te spreken. Aan één kant vond ze het even pijn lijk als pleizierig om Trevanion Court terug te zien. Ze had bijna geen bericht uit Cornwall ont vangen den laatsten tyd. De jonge Jack Beel had haar drie keer geschreven, dat zijn gevoe lens voor haar onveranderd gebleven waren. Ze had de brieven vriendelijk beantwoord, meer niet. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 3