De Sovjet-republiek in 1923
d
AVO RIET
3ïet vetfiaal wn den dag
et Erfdeel
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSON! Zoo'n
echte" schoen
voor „echte" jongens
VRIJDAG 12 MEI
UIT SIBERIE WEG!
Ondergaande jeugd
Windmolen door slang
vernield
Minder Westersche op
schik in Irak
Hoe gaat dat nu verder
Eenige opluchting in den klein
handel, maar niet in de onder
drukking van den geest
SOPLA\2V2)cIGARILLOS
99
KNIEËN ALS VERSTEEND
Vrouw die 10 jaar rheumatiek
had loopt nu gemakkelijk 6 K.M.
Deze coupon met vijf der bekende Quaker-
premiebons geeft recht op een keurig ge
bonden dierenboekje. De coupon verliest-
op i Juli 1933 haar geldigheid. 5
--
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
Omstreeks de tweede helft van het jaar 1921
begon onder de vluchtelingen, die vanuit
Rusland naar Siberië waren getrokken,
een strooming te ontstaan om naar Rusland,
naar hun vroegere woonplaatsen terug te keeren.
Er kwamen berichten, dat weliswaar de toestand
nog ellendig was, maar dat men tenminste leven
kon zonder iederen dag met de vrees rond te
loopen, dat men zijn laatsten dag had geleefd.
Men kon echter alleen dan teruggaan, als men
in de plaats van bestemming een betrekking
had gevonden, natuurlijk in dienst van den
staat en dus moeilijk door een bourgeois te ver
overen. Na ontzaglijk veel moeite en na vele
teleurstellingen gelukte dit eindelijk aan het
gezin van dokter Rachmanof, wiens dochter het
reeds gepubliceerde besproken dagboek uit dien
tijd zoo nauwkeurig bijhield. De directe aan
leiding voor deze permissie was echter een toe
val. Het geviel n.l. dat de man, die hierover te
beslissen had, een oogje had op een meisje,
dat met de familie Rachmanof bevriend was.
Dit meisje nu had hem gevraagd het verzoek
te willen inwilligen en hij deed het in de hoop,
dat de familie bij het bewuste meisje een goed
woord voor den elementen redder zou doen.
En daar begon de reis huistoe. Dagen lang
hobbelde de trein door de onmetelijke landen
en aan ieder station werd nieuwsgierig naar den
toestand geïnformeerd. Overal stapten enkele
reizigers uit en telkens werden de berichten
minder bevredigend. Er gingen geruchten, dat
in Rusland dagelijks honderden menschen van
honger omkwamen, maar iedereen verkoos de
onzekere toekomst boven de onmenscheüjke toe
standen in het ijzige Siberië.
Een jongeman reisde mee in dezen trein. Hij
was zenuwachtig en verwachtte niet anders of
de dood wachtte hem in zijn vroegere woon
plaats. Hij had een brief ontvangen van zijn
zuster, die hem smeekte terug te komen. Twee
dagen later schreef zij hem om in 's Hemels
naam weg te blijven. Het was duidelijk, dat de
eerste brief geschreven was onder pressie van
de Tsjèka en dat de briefkaart door het meisje
nagezonden was om den broer te waarschuwen.
De jongeman begreep dit best, maar had niet
den moed om terug te gaan. Het leven had geen
waarde meer voor hem en hij zag in zijn wan
hoop met doffe berusting den dood tegemoet.
Aan zijn station stapte hij uit. Zijn zuster
wachtte hem op en toen zij elkaar begroetten,
traden twee tsjèkisten op hem toe om hem te
arresteeren. Nog dienzelfden nacht werd hij
opgeruimd. Hij had destijds in het leger van
de Witten gediend.
De familie Rachmanof durfde zoo dicht bij
hun eigen stad hun wagon niet te verlaten, uit
vrees, dat zü ontmoetingen op het perron zou
den hebben die gevaarlijk konden zijn. Maar
daar verscheen een beambte, die de familie uit-
noodigde uit te stappen en hen te volgen. Niet
zonder vrees besteeg men een wagen, die aan
het station gereed stond en die de familie bracht
naar den militairen commandant, een zekeren
Gorbunow, vroeger arbeider op het landgoed
van den schoonvader van den dokter. Deze man
woonde vorstelijk en at en dronk vorstelijk. Geen
wonder, want hij had alles van zijn vroegeren
meester gestolen en meegenomen. De familie
R. kwam dan ook in een welbekenden salon en
zat op welbekende meubelen, dronk uit eigen
familieglazen en was op bezoek bij een vroegeren
dienaar, die thans over hun leven kon beschik
ken. Gorbunow, de man, die een reeks moorden
en folteringen op zijn geweten had, ontving zijn
gasten met groote voorkomendheid en zijn vrouw
deed niet in vriendelijkheid voor hem onder.
Er werden herinneringen opgehaald, voor den
gastheer „roemrijk", voor de gasten meer dan
pijnlijk. De oude dokter kon zich dan ook niet
langer bedwingen en voer heftig uit tegen het
sovjet-systeem, maar de gastheer meende, dat
hij den spreker tot de orde moest roepen en
ernstig moest bedreigen. Eten was onder deze
omstandigheden nauwelijks mogelijk en alleen
om erger te voorkomen, forceerden de gasten
zich tot het nemen van wat visch en koek, hoe
wel zij door hevigen honger werden gekweld.
Eindelijk vertrok men, verheugd, dat men weg
kon uit deze omgeving, waar een van de felste
bourgeois-jagers zelf een bourgeois was ge
worden
Eindelijk het station van het stadje R., het
doel van de reis. Geen sterveling op straat. Nu
en dan een oude vrouw, die een emmer water
droeg. De straat uitgestorven, de huizen ver
vallen. Het leek wel of niemand buiten durfde
komen. Het vroegere huis van den dokter stond
daar nog vrij ongehavend. Dezelfde gordijnen,
dezelfde planten voor de ramen. Daar woonde
de vroegere keukenmeid en zij verhuurde kamers.
Zij was eigenares geworden en dacht er niet
aan, iets den vroegeren eigenaars terug te geven.
Zij begreep er zelf niet veel van en ontving de
dochter met uitroepen van verbazing en har
telijke bezorgdheid. Maar het huis en de in
boedel, daar moest men afblijven. Zoo was het
nu eenmaal. Haar vroegere meesters waren
maar bourgeois en zij was een proletarische
vrouw. Bovendien woonde ook haar „verloofde"
in een van haar kamers en dat was behalve een
„De zeeleeuwen hebben ruzie met
elkaar over een visch, Robbie," riep
Topsy.
„Ja, en het is ook zoo'n mooie
Visch," verklaarde Robbie.
De twee zeeleeuwen namen geen
notitie van Bobbie en Topsy, maar
ze gingen door met ruzie te maken,
©e eene had den kop van den visch
in zijn bek en de andere den staart
en beiden trokken hard.
,,Ik ben nieuwsgierig, wie den
visch krijgt," zeide Topsy.
Mut ra
Potseling brak de visch aan beide
einden en alleen de kop en de staart
bleven in de bekken der zeeleeuwen.
Het middelste gedeelte van den
visch, waar het meeste vleesch zit,
viel juist op de plek, waar de kat
zat.
„Geen van beiden heeft eigenlijk
iets van den visch gekregen," zeide
Topsy.
„Maar de visch is toch niet ver
loren. Polly heeft hem," zeide
Robbie.
(Morgenavond vervolg)
(Ingezonden Mededeeling)
onmondige jongeling ook nog een felle bolsje
wiek, die zeker niet zou willen, dat zij haar
nieuwe eigendommen zou afgeven aan misda
digers, die de „vroegeren" uiteraard waren. Wel
ging ze eens bij de familie op bezoek om te
constateeren dat de arme stakkers volkomen
aan den grond waren geraakt. Maar daar kon
zij verder ook niets aan doen, want zooals het
nu was, zoo hoorde het nu eenmaal, aldus had
men haar geleerd.
Het eenige voedsel, dat de menschen in dien
tijd gebruikten, waren de z.g. „patrijzen". O,
niet de vogels, die wij dezen naam hebben ge
geven, maar aardappels, zoo dun mogelijk ge
schild, dan in schijfjes gesneden en licht ge
bakken. Deze luxe wordt met vereende vreugde
opgesmuld en men is tevreden.
Evenals het eten, is ook de brandstof ellen
dig. In den strengen winter van 1921 is het
natte hout het eenige, wat men krijgen kan en
het verspreidt een ondraaglijken rook, die het
stoken vrijwel onmogelijk maakt.
Overal hoort men verhalen van nieuwe hu
welijken en nieuwe scheidingen. Het is een al-
gemeene ontreddering en wee de arme moeders,
die onder dezen verschrikkelijken hongersnood
en deze afschuwelijke moreele depressie kinde
ren moeten groot brengen. Alles wat voor een
baby onmisbaar is, is niet te krijgen. Men staat
uren in een rij om te trachten op een distribu
tiekantoor iets machtig te worden, doch wie
daar haar heil zoekt, loopt kans baby bij thuis
komst niet meer levend aan te treffen.
Van tijd tot tijd komt een Gepeoe-man op
bezoek om inlichtingen. Dan heeft de oude
dokter, dien men spaart, omdat men hem als
dokter niet missen kan, zich weer eens onvoor
zichtig uitgelaten, zoodat een waarschuwing
noodig is. Maar de oude en versleten man kan
niet zwijgen, dan nadat hij al zijn gal heeft
uitgespuwd.
In April 1922 gaan geruchten over Lenin, die
ernstig ziek moet zijn. Er wordt zoo weinig mo
gelijk over hem verteld en de kranten zwijgen
over zijn ziekte. Alleen wordt vermeld, dat hij
niet op het partij-congres aanwezig was. Het
moet dus wel ernstig zijn. In Mei wordt berrint,
dat de leider door een beroerte is getroffen. Het
is algemeen bekend, maar niemand durft er
over te spreken dan in 't geheim. Men fluistert,
dat niemand Lenin zal kunnen opvolgen en dat
de overige leiders radeloos zijn. Dit zou de red
ding beteekenen.
Intusschen heeft de partijleiding een alge-
meene loonsverlaging in de fabriek afgekondigd
en dit wekt groot misnoegen onder de arbeiders.
Want al is het waar, dat de arbeiders het eerst
voor de voedselvoorziening in aanmerking ko
men, ook zij hebben lang niet genoeg en klagen
bitter. Het nieuwe systeem van Lenin, de N.E.P.
of nieuwe economische politiek, die het parti
culier initiatief eenigszins herstelde, is slechts
langzaam tot andere steden dan Moskou door
gedrongen. Men durft nog altijd niet gelooven,
dat de regeering den kleinhandel toestaat. Ook
in de godsdienstige gevoelens komt een lichte
kentering. De menschen laten weer in 't geheim
htm kind doopen en geven het eveneens in het
geheim een doopnaam, maar dit doen dan
meestal de moeders buiten weten van den man,
wanneer die tot de partij der bolsjewieken be
hoort. Zoo loopen er dan kindertjes in Rutkmd
rond met den doopnaam van een heilige, tei\ijl
zij een burgerlijken naam hebben die b.v. luidt
Ninel (omzetting van Lenin); in de kerk werd
de baby in zoo'n geval Nina gedoopt. Behalve
Ninel is pok de naam Wil in zwang. Deze naam
wordt gevormd door de voorletters van Wladi-
mir Iljitsch Lenin.
Een begrafenis aan het einde van 1922. Een
partijman is gestorven. Geen geestelijke bij de
begrafenis natuurlijk. Een groepje mannen en
vrouwen volgen de open kist, waarin de doode
ligt. Zij kijken somber en nijdig. De begrafenis
is een karwei voor hen en hun gezichten zijn
volmaakt in tegenspraak met het opschrift op
de kist, dat luidt: „Blijmoedig gaan wij, com
munisten, in den dood!"
Een bourgeois-jongen of meisje, dat naar de
universiteit wil, kan daar alleen komen, via
de jeugdvereeniging, de Komszomolen en dit
beteekent in de meeste gevallen een volslagen
ondergang. Vandaar, dat de ouders zioh zoo lang
mogelijk verzetten, al kunnen zij er, indien de
kinderen willen, absoluut niets aan doen. Meer
en meer hoort men trouwens van kinderen, die
hun ouders niet meer erkennen, die hun ouder -
wetschheid verwijten en burgerlijk egoïsme. Ook
in de openbare optochten die nu en dan plaats
hebben voert de moderne jeugd den ooventoon
en het zijn juist de jonge meisjes die het schan
delijkst te keer gaan. fiet publiek reageert nau
welijks en op school vloeken en tieren de leer
lingen, zonder dat er ook maar iemand gevonden
wordt, die daar iets tegen doen kan. Straf is
verboden, strafwerk eveneens. Huiswerk maken
zjj niet, opletten doen ze ook niet. Alles komt
hierop neer, dat niet de ouderen de jeugd, maar
de jeugd de ouderen opvoedt en volgens de
jeugd hoort het ook zoo.
Dan maar weer eens de universiteit. Als er een
nieuwe rector moet gekozen worden, komt een
partijman de vergadering voorzitten. Er zijn
twee candidaten: een „vroegere" en een com
munist. De laatste heeft geen schijn van kans.
Dan staat de voorzitter na de stemming op, ver
klaart deze voor ongeldig, zegt, dat men niets
van den nieuweren tijd heeft begrepen en stelt
opnieuw den communist voor. Er wordt ge
vraagd de hand op te steken als men tegen den
communist is. Geen hand gaat natuurlijk om
hoog en de communist is gekozen, 't Is alles
heel eenvoudig. Maar er zijn ook openbare de
batten over godsdienst. De onwetendheid der
verdedigers van de godloosheid is verbijsterend
en maken een schandelijk figuur, maar aan het
eind der vergadering werden alle verdedigers
van den godsdienst gevangen genomen....
Op de universiteiten is het streven zooveel
mogelijk de oude leerkrachten aan te tasten
en er nieuwe jongere krachten voor in de plaats
te zetten. Deze nieuwen hoeven niets te ken
nen van het vak, dat zij moeten doceeren,
doch kunnen volstaan met wat getheoretiseer
over den nieuwen staat. Maar gemakkelijk gaat
het niet, omdat de geleerden weinig kans geven
en zooveel mogelijk lezingen houden voor fa
brieksarbeiders en anderen. Met de studenten
is het erger gesteld. Die schrijven hun profes
soren de les voor, protesteeren, als zij iets niet
begrijpen en dreigen met verbanning als zij geen
kans hebben op succes in een examen.
Zü hebben dus kans en slagen schitterend,
behalve bij den Duitschen echtgenoot van Alja
Rachmanowa. Die is n.l. een buitenlander, waar
voor men nog respect heeft en hij is vrijwel de
eenige, die met wat voorzichtigheid zijn vak
nog eerlijk kan uitoefenen. De geestverwanten
komen bij elkaar om te debatteeren over de
toestanden en het toekomstige lot van Rusland.
Het Russische intellect, de Russische weten
schap wanhoopt aan de toekomst, maar houdt
dapper stand en tracht de wetenschap vrij te
houden van een fatale politiek.
Einde 1923 is de markt plotseling overstroomd
met suiker, boter, honing, visch, kaviaar enz.
Houten winkeltjes verrijzen bij de vleet. Dit is
de nieuwe economische politiek, die doorgezet
wordt, een verstandige maatregel van Lenin, die
den moed had het mislukken van zijn eerste
systeem te erkennen. Maar tegelijk doen ge
ruchten de ronde, dat de Gepeoe weer strenger
gaat werken. Men weet er het fijne niet van,
maar feiten doen zich voor, dat menschen zon
der bekende reden worden gevangen genomen
en niet meer terugkeeren
Men herinnert zich den „heiligen duivel" Ras-
poetin, den man die den Czaar en zijn vrouw
volkomen in zijn macht had? Welnu, onder het
bolsjewistisch régime zijn navolgers van Ras-
poetin opgestaan, maar dezen verkondigen de
leer, dat het communisme de eigenlijke gods
dienst van Christus is. Wolodka Gusjen is zoc'n
monnik. Hij is zelf een bisschop, eet en drinkt
evenveel als Raspoetin in zijn tijd en heeft
evenals de staritz een groote macht op vrou
wen. Als hij stomdronken is lastert hü, dat de
bisschop Cyrillus, die door de Rooden levend
begraven was, eigenlijk volstrekt ongeloovig was
en de menschen in godsdienstzaken bedroog om
dat het gemakkelijker is de menschen dom te
houden dan hen over de waarheid in te lichten.
Cyrillus zou hem dit zelf hebben gezegd en de
monnik vindt zoowaar gehoor bij een reeks
onevenwichtige vrowen, zonder dat hij haar
door zijn walglijk gedrag afstoot. Later be
kende hij weer, dat hü over Cyrillus gelogen
had om even daarna die leugen weer te her
roepen. Zoo houdt hij zijn vereersters voort
durend in spanning en daarbij predikt hij de
leer, dat het hoogste genot op aarde te vinden
is en wel in de meest bandelooze „liefde".
Zoo heeft ook het typisch Russisch verschijn
sel van den fascineerenden monnik, die de
zonde aanbeveelt, zich op den communistischen
stam overgeplant. Hij zelf geeft het voorbeeld
en doet aan veelwijverij in het groot....
De eigenaar van een boerderij te Boshof ont
dekte onlangs tot zijn niet geringe verbazing,
dat de windmolen, welke iederen dag wordt ge
bruikt, op onverklaarbare wijze was vernield.
De belangrijkste onderdeelen der machine wa
ren gebroken, terwijl zich in den muur eenige
groote gaten bevonden. Daar de machinerie
niet meer te herstellen was, zag hij zich ge
noodzaakt den molen voor 'n groot deel te doen
afbreken en opnieuw opbouwen. Hierbij kwam
de dader aan 't licht; onder in den molen
bevond zich namelijk een groote geelslang van
een ontzaglijken omvang. Nadat het dier zijn
vernielingswerk had aangericht, moet het naar
beneden zijn gestort, waardoor men het ondier
niet tijdig heeft kunnen ontdekken. Bij onder
zoek bleek, dat de slang, die vermoedelijk tus-
schen een der cylinders heeft bekneld gezeten,
dusdanige verwondingen had opgeloopen, dat
ze gemakkelijk onschadelijk kon worden ge
maakt.
Jim Cruise zag hoe Robson's hand voor de
laatste maal boven de golven zichtbaar werd
en vervolgens voor goed verdween. Hij
wendde het hoofd af en greep de riemen. Ge-
ruimen tijd liet hij de sloep over de ongeluks
plek kruisen en daama zette hij koers naar hei
eiland.
Het was achter den rug. Dat heen en weer
varen was noodig om mogelijke menschen met
verrekijkers op het eiland, in den waan te bren
gen, dat hij naar het Hjk van zijn verdwenen
makker zocht. Alles moest stipt en nauwkeurig
gebeuren. Nu zijn plan tot zoover was gelukt,
moest hij zorgen geen fouten te maken, die hem
in de gevangenis konden brengen.
Met Robson was hij uit Singapore gekomen
en onderweg had Robson hem ingelicht over
het verloren fortuin van een schoener „Hosang-
hei". Robson was de eenige overlevende van de
ramp, welke het oude schip op de rotsen van
Nieuw Zeeland te pletter had doen slaan. Met
een groot gedeelte van de parelvangst had hij
zich kunnen redden, maar, bevreesd voor de
scheepseigenaren die op de parels aanspraak
konden maken, had hij het fortuin in een
flesch verborgen. Slechts een paar parels had
hij behouden en met behulp daarvan geraakte
hij in Sidney. Door allerlei omstandigheden was
hij niet in staat geweest de parels terug te krij
gen toen de ramp van den schoener in het ver
geetboek was geraakt. Hij zag zich zelfs genood
zaakt om te monsteren naar Singapore. Op de
terugreis had hij Jim Cruise aangeboden de
kaart en de nauwkeurige beschrijving van de
verblijfplaats der parels tegen contant geld'te
verkoopen en Jim Cruise had daar wel ooren
naar.
En nu op dit pleziertochtje waren de zaken
tot een eind gekomen. Jim had genoeg geld om
voor de kaart te betalen en over te houden voor
de opsporing van de parels. Maar hij had het
verstandiger gevonden om Robson de kaart af
handig te maken en hem overboord te stooten.
Dat spaarde geld uit. Niemand had het gezien
en Jim's verklaring was al bedacht. Geen ster
veling zou achterdocht koesteren en bovendien
wist niemand dat de kaart het eigendom was
van Robson, die thans voor altijd zwijgend,
door de golven van den oceaan werd meege
voerd.
Na een uur roeien landde Jim op het eiland.
Twee dagen lang werd er op het eiland ge
sproken over den ongelukkigen zeeman, die by
een spelevaart overboord geslagen was. Jim
werd ondervraagd en moest verklaringen af
leggen en onderteekenen. Na een week was het
voorval vergeten. Echter ging Jim pas een
maand later op weg om zijn parels te halen.
De reis was duur, daar hij als passagier voer
en verder overland maakte hij meer onkosten
dan hy van plan was geweest. Wat deed het
er toe? Hy had de kaart en Robson kon niet
meer spreken.
Na een langen moeilyken tocht over de rot
sen kwam hy op het terrein waar hij de kaart
gebruiken kon.
Beneden hem bruiste de branding. De rotsen
De minister van onderwys heeft, naar Reu
ter meldt, een circulaire gezonden aan alle on-
derwyzeressen, waarin zy worden aangespoord
tot meer bescheidenheid en minder gebruikma
king van Westerschen opschik.
Eeuwenlang hebben de vrouwen zich verscho
len achter sluiers en bleven zy voor de buiten
wereld verborgen, doch de grootere vrijheid heeft
tot overdrijvingen geleid.
De minister verbiedt derhalve aan onderwijze
ressen gebruik te maken van lippenstift of poe
der, alsmede van het bezoek aan cabarets. Door
overdreven opschik, aldus de minister, geven de
onderwyzeressen een slecht voorbeeld aan de
onder hun hoede staande kinderen.
De ouders hebben de opleiding hunner kin
deren in handen gelegd van de onderwijzeres
sen en dezen moeten derhalve zorgen den kinde
ren bescheidenheid te leeren.
waren kaal en ontelbare zeevogels hadden er
hun nesten. Een afschrikwekkend oord. Somber,
luguber. Een plaats waar de zielen van ver
dronken zeelieden rondwaarden. Hier was de
„Hosang-hei" vergaan, bedacht Jim, maar die
oude schoener was de eenige niet die hier zyn
einde had gevonden. Jaren lang moesten hier
schepen van allerlei slag op de rotsen zyn ge
slagen. De plaats,,
was een schepen- i
kerkhof en Jim I
voelde zich on- i P/7"?/7? 1 f
aangenaam te l
moede toen hy
tusschen het
doolhof van rots-
blokken, in hammen en kloven zyn weg zocht-
Er moest den laatsten tijd heel wat veran
derd zyn, want de karrt gaf niet zeer duidelijk
de omgeving weer. Mogelijk was Robson on
nauwkeurig geweest.
Ten langen leste bereikte hy echter de kloof,
waar de parels moesten zyn. Nerveus begon hy
te zoeken Zoo dicht bij het doel begonnen zyn
zenuwen hem parten te spelen.
Een uur lang keerde hy iederen steen om.
Toenmet een gil van verrukking sprong
hij op. DaardaarMet bevende han
den tasttte hy in een spleet en haalde er een
ongeschonden flesch uit.
Er was een papier in, waarop met drukletters
stond geschreven:
„Dit is alles. Veel geluk er mee!"
Het was Jim alsof zyn hart stilstond. De
parels? Ze waren er niet. Robson had gelogen!
Robson, die met de deining van den oceaan
mee wiegde en nooit meer spreken zou.
„Sinds ik hier kwam uit Engeland, nu 10 jaar
geleden," schrijft ons een vrouw, „heb ik vree-
selyke rheumatiek gehad. Ik heb veel moeten
liggen en eindeloos geld eraan besteed. Ik kocht
medicijnen, waschmiddeltjes, smeersels en aller
lei preparaten, tot ik er genoeg van had. Ik
hoorde zoo vaak van Kruschen Salts, dat ik
dacht: laat ik dat eens probeeren. In dien tyd
waren myn knieën zoo styf geworden, alsof ze
versteend waren. Ik was werkelijk wanhopig,
want ik vcorzag dat het niet lang meer zou
duren, of ik zou me heelemaal niet meer kun
nen bewegen en dat maakte me zoo treurig.
Welnu, ik kocht een flacon Kruschen Salts en
nam eiken ochtend een theelepel voL Toen de
flacon op was, zei ik: Och, het is hetzelfde als
al het andere; ik ben niets beter. Maar myn
man zei: Doorzetten. Probeer nog eens een fla
con. Geef het den tijd op je bloed in te werken.
Wel, toen kocht ik nog een flacon en voordat
die op was waren myn knieën niet meer zoo
stijf. Ik kon het zelf nauwelyks gelooven, toen
ik weer kon bukken en opkomen zonder hulp.
Ik was er zóó blij over. Ik ging door met Kru
schen en werkelijk, ik ben dezelfde vrouw met
meer. Onlangs liep ik 6 K.M. en voelde me best,
terwyl ik vroeger nauwelyks door de kamers
kon loopen. Mijn man is den heelen winter zon
der werk geweest, maar ik moet mijn Kruschen
hebben, vóór dat ik geld aan mijn eten besteed.
Het is té belangryk dat men gezond is en goed
kan loopen. Ik voelde me verplicht U dit alles
te vertellen, opdat het ook anderen goed kan
doen." Mevr. E. A.
Wat hoeft er nog meer gezegd te worden om
andere lyders te overtuigen? Het beste is, pro
beer Kruschen zelf eens.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar by
alle apothekers en drogisten a 050 en 1.60
per flacon. Stralende gezondheid voor één cent
per dag.
(Adv.)
IS VOOR VISCH.'TAUERFUNSTE WAT ER IS.
Over de avonturen van de kangoeroe of de vlie
gende visschen kun je lezen in een mooi boekje,
dat je kunt krijgen, als je negen bons uit de
Quaker-havermoutpakken verzamelt. Maar als je
de coupon hieronder met vyf bons naar ons toe
stuurt, kryg je het boekje veel eerder. Op deze
manier kun je een aantal verschillende boekjes
krijgen. Stuur dus de coupon en vyf bons mèt je
naam en adres aan: The Quaker Oats Company,
Postbus 905, Rotterdam.
Als je eens een bruin beest tegen
komt, dat in een zak aan zyn buik
zijn jongen draagt, en dat wel vyf
meter ver kan springen, dan kun
je er wel zeker van zijn, dat het
een kangoeroe is.
Je weet, dat er visschen zijn, die
kunnen vliegen, maar je weet niet,
dat vliegende visschen eens het
leven van de matrozen van den
Schoener „Mary" hebben gered.
11 F .f 00 dit blad zi1n ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfi bij een ongeval met 9 C/1 „bij verlies van een hand f 1 OC ojj verlies van een f Cf) bij een breuk van f Aft bij verlies van 'n
AllC QOOtltlC S ongevallen, verzekerd voor een. der volgende uitkeeringen f O C/C/C/»" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen /*/!/.- doodeiy ken afloop I éSiOVm" een voet of een oog# 11* O»duim of wijsvinger t/l/-~been of arm# tri/-" anderen vinger
39.
Nancy sprak niet, maar haar oogen zeiden
genoeg.
Wel, je kunt het terug krijgen, als je wilt.
Ik weet het, zei ze kort-af, lk heb im
mers een optie.
Daar praat ik niet over, antwoordde de
oude man. Ik had een ander plan in myn
hoofd. Natuurlyk is er ook nog de optie, maar
twee jaar van de vijf zyn al voorbij.... Zie je
kans om het terug te krygen?
Er was een klank van ironie in zyn stem en
dat maakte Nancy woedend. Tot nu toe had ze
vriendelyk naar hem geluisterd, bovendien
dacht ze nog steeds wat jonge Jack voor haar
gedaan had, maar nu voelde ze, dat de oude
man haar opzettelyke beleedigde en haar trots
kwam in opstand tegen dien ouden parvenu.
Hy zou niet merken hoe wanhopig zy zich
voelde.
Ik zal het natuurlijk terugkoopen, zei ze.
Tien duizend pond! Ik zou wel eens wil
len weten hoè.
Dat is myn zaak. Maar u kunt er zeker
van zyn.
Zul je het huis in drie jaar tyds terug
koopen?
Ja.
Hoe wil je dat doen, deerntje? Je werkt
voor een vast salaris, nietwaar? Iemand die in
betrekking is, kan toch geen tien duizend pond
overhouden.
Als ik zou willen, zou het morgen myn
eigendom zyn, liet ze zich ontvallen.
Ze had dit niet willen zeggen, maar ze kon
zich niet langer beheerschen.
Morgen je eigendom zyn? herhaalde de
man.
Plotseling had hy het begrepen. Hij zag op
nieuw hoe goed Nancy er uit zag, zag haar by-
zondere charme; begreep, dat in Yorkshire, in
die streek van rijke menschen. waar kapitalen
werden verdiend, wel een jonge man zou zijn,
die met Nancy wild trouwen.
Bedoelde ze dat? Als dat zoo was, stonden
de kansen van zyn jongen slecht. Hy werd
woedend toen hy hieraan dacht. Maar toch
twyfelde hy: als Nancy door een rijken Yorks-
hirer te trouwen, tien duizend pond kon krij
gen, waarom had ze het dan nog niet gedaan?
Neen, neen, hy geloofde er geen woord van,
maar hy moest het voorzichtig aanleggen en
probeeren er achter te komen.
Hoe vind je Yorkshire? vroeg hy na een
pijnlijke stilte.
Heel mooi in sommige opzichten.
Aardige menschen?.
Heel aardig.
Waar hou je meer van, van Cornwall of
van Yorkshire?
Dat was een verstandige vraag van den
ouden Beel, want niettegenstaande haar er
gernis was ze gevoelig voor alles wat het tehuis
betrof.
Trevanion Court scheen haar nog meer dan
vroeger de lieflykste plaats ter wereld.
Cornwall! Yorkshire! zei ze. Dat is niet
te vergelijken.
Dus je denkt er niet aan om ginds te
jlyven wonen?
Hoe zou ik dat kunnen, Mr. Beel. Ik zou
liever in een schuur willen wonen in myn
eigen land, dan in een paleis in Yorkshire.
Waarom doe je het dan niet, liefje? Ieder
een zou bly zyn om je terug te zien. Ik zie zelf
dat het huis niet is als vroeger, als jij er niet
bent. Nietwaar, Jack?
Maar jonge Jack gaf wyselijk geen ant
woord. Hy had op heete kolen gezeten, terwijl
zyn vader sprak, en was bang, dat alle kansen
verloren waren.
Ik zou alles voor mijn jongen over heb
ben, ging de oude man voort. En je weet heel
goed, waar het hem om te doen is. Waarom
wacht je dan langer? Nu je eenmaal hier bent,
moest je maar by ons blijven, drong hy aan,
en zijn stem klonk vleiend.
Goeden dag, Mr. Beel. Ik moet nu weg.
Ik ben met een vriendin hier en ik kan niet
zoo lang wegblyven.
Waarom heb je zoo'n haast? mopperde de
oude man. Kyk eerst eens rond, nu je eenmaal
hier bent. Ik heb een boel nieuwe dingen laten
maken en alles is prachtig onderhouden. Als
God wil, zullen we een goeden oogst hebben dit
jaar. Ga eens mee naar het veld en vertel me
of je ooit mooier kudde schapen in Cornwall
hebt gezien.
Vanmorgen niet, zei het meisje gedeci
deerd, ik moet nu heusch weg....
En hoelang ben je van plan hier te bly-
ven?
Een maand.
En ga je dan terug naar Yorkshire?
Ja.
Drie jaar zyn gauw voorby; als de optie
verloopen is, is het afgeloopen, denk daar aan,
deerntje
Deze woorden klonken als een bedreiging en
ze waren ook als zoodanig bedoeld. Maar Nan
cy scheen er geen aandacht aan te schenken.
O, die tien duizend pond zal ik wel kry
gen, zei ze uit de hoogte.
Van je eigen geld?
Natuurlijk van myn eigen geld.
Tien duizend pond van een ander is niet
hetzelfde, zei hij nadenkend.
Waarom wist ze niet, maar die woorden hin
derden haar. Gesteld dat ze met Ben Briggs
zou trouwen en Trevanion Court als huwe-
lykscadeau kreeg, dan zou dat toch niet het
zelfde zyn als het terug te koopen van eigen
verdiend geld en over de vreugde van het op
nieuw bezitten zou een schaduw vallen.
Het huis zou, moreel gesproken, niet aan
haar, maar aan Ben behooren.
Je herinnert je wat ik je twee jaar gele
den gezegd heb, nietwaar? ging de oude voort,
ik zou het een beroerde geschiedenis vin
den, maar als je erop gesteld bent, zou je je
naam niet behoeven te veranderen, en hy
fluisterde de woorden als er kinderen zou
den komen, zouden ze Trevanion kunnen bly-
ven heeten. Denk daar aan, deerntje, denk
daar aan!
Nancy vloog weg zonder een woord te ant
woorden. De twee mannen keken haar na, ter
wyl ze de laan uit rende. Maar ze was niet
ver gekomen, of ze merkte het getrippel van
pooten achter zich en voelde iets kouds en nats
op haar hand. Het was John, de hond, die haar
was gevolgd.
John, John, John! Hier! hoorde ze den
ouden Beel roepen.
Maar John bleef naast haar loopen.
Jy wilt by my blijven, nietwaar? zei het
meisje, het dier streelend.
John blafte van vreugde en keek het meisje
met zyn groote trouwe oogen aan.
Laat hem maar roepen, lachte ze, blyf
maar by me, als je wilt.
En ze vervolgden samen hun weg.
Ben je van plan dat toe te staan? zei de
oude man kwaad tegen zijn zoon.
Wat toestaan?
Dat ze je hond inpalmt?
Ze mag nemen, wat ze wil, antwoordde
jonge Jack. Begrijp je niet, vader, dat John
niet eerder terug komt, voordat zy hem terug
brengt; en dan
Beide mannen zwegen een poos.
Toen begon de oude Jack opnieuw:
Misschien heb je gelijk, jong. Ze is zoo
trotsch als een prinses, maar een knappe meid
is ze en ik zou haar graag als schoondochter
hebben.
Ik zal haar krygen, wat er ook gebeurt.
Als ze terug komt zal ik met haar spreken.
Maar dan moet u er niet by komen.
Waarom niet?
Omdat u alles bederft. Vanmorgen ook al.
Waarom?
U praat op een verkeerden toon met
haar. U kwetst haar door haar te laten mer
ken dat ze geen geld heeft.
Oude Jack zweeg een oogenblik; toen begon
hy spottend te lachen.
Luister, jongen. Ik ben niet voor niets ze
ventig jaar geworden. De menschen zeiden dat
je moeder de lastigste vrouw uit Cornwall was
en toch heb ik haar klein gekregen. Ik ken de
vrouwen en ik heb vanmorgen meer voor je
gedaan dan jy wel denkt.
Maar vader...,
Hou je mond en wees geen kind, zei de
oude Jack en liet hem alleen staan.
Gedurende de drie volgende dagen kwam
Nancy niet naar Trevanion Court. Ze gaf al
haar tyd aan Miss Judson, hopend op deze
manier haar verdriet te vergeten. Maar ver
geefs. Ze kon de belofte aan haar vader niet
vergeten en het heerlyke landschap om haar
heen was als een stil verwyt.
Wordt vervolgd.