De Sovjet-republiek in 1923 d AVO RIET 3ïet vetfiaal wn den dag et Erfdeel ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSON! Zoo'n echte" schoen voor „echte" jongens VRIJDAG 12 MEI UIT SIBERIE WEG! Ondergaande jeugd Windmolen door slang vernield Minder Westersche op schik in Irak Hoe gaat dat nu verder Eenige opluchting in den klein handel, maar niet in de onder drukking van den geest SOPLA\2V2)cIGARILLOS 99 KNIEËN ALS VERSTEEND Vrouw die 10 jaar rheumatiek had loopt nu gemakkelijk 6 K.M. Deze coupon met vijf der bekende Quaker- premiebons geeft recht op een keurig ge bonden dierenboekje. De coupon verliest- op i Juli 1933 haar geldigheid. 5 -- AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Uit het Engelsch van Joseph Hocking Omstreeks de tweede helft van het jaar 1921 begon onder de vluchtelingen, die vanuit Rusland naar Siberië waren getrokken, een strooming te ontstaan om naar Rusland, naar hun vroegere woonplaatsen terug te keeren. Er kwamen berichten, dat weliswaar de toestand nog ellendig was, maar dat men tenminste leven kon zonder iederen dag met de vrees rond te loopen, dat men zijn laatsten dag had geleefd. Men kon echter alleen dan teruggaan, als men in de plaats van bestemming een betrekking had gevonden, natuurlijk in dienst van den staat en dus moeilijk door een bourgeois te ver overen. Na ontzaglijk veel moeite en na vele teleurstellingen gelukte dit eindelijk aan het gezin van dokter Rachmanof, wiens dochter het reeds gepubliceerde besproken dagboek uit dien tijd zoo nauwkeurig bijhield. De directe aan leiding voor deze permissie was echter een toe val. Het geviel n.l. dat de man, die hierover te beslissen had, een oogje had op een meisje, dat met de familie Rachmanof bevriend was. Dit meisje nu had hem gevraagd het verzoek te willen inwilligen en hij deed het in de hoop, dat de familie bij het bewuste meisje een goed woord voor den elementen redder zou doen. En daar begon de reis huistoe. Dagen lang hobbelde de trein door de onmetelijke landen en aan ieder station werd nieuwsgierig naar den toestand geïnformeerd. Overal stapten enkele reizigers uit en telkens werden de berichten minder bevredigend. Er gingen geruchten, dat in Rusland dagelijks honderden menschen van honger omkwamen, maar iedereen verkoos de onzekere toekomst boven de onmenscheüjke toe standen in het ijzige Siberië. Een jongeman reisde mee in dezen trein. Hij was zenuwachtig en verwachtte niet anders of de dood wachtte hem in zijn vroegere woon plaats. Hij had een brief ontvangen van zijn zuster, die hem smeekte terug te komen. Twee dagen later schreef zij hem om in 's Hemels naam weg te blijven. Het was duidelijk, dat de eerste brief geschreven was onder pressie van de Tsjèka en dat de briefkaart door het meisje nagezonden was om den broer te waarschuwen. De jongeman begreep dit best, maar had niet den moed om terug te gaan. Het leven had geen waarde meer voor hem en hij zag in zijn wan hoop met doffe berusting den dood tegemoet. Aan zijn station stapte hij uit. Zijn zuster wachtte hem op en toen zij elkaar begroetten, traden twee tsjèkisten op hem toe om hem te arresteeren. Nog dienzelfden nacht werd hij opgeruimd. Hij had destijds in het leger van de Witten gediend. De familie Rachmanof durfde zoo dicht bij hun eigen stad hun wagon niet te verlaten, uit vrees, dat zü ontmoetingen op het perron zou den hebben die gevaarlijk konden zijn. Maar daar verscheen een beambte, die de familie uit- noodigde uit te stappen en hen te volgen. Niet zonder vrees besteeg men een wagen, die aan het station gereed stond en die de familie bracht naar den militairen commandant, een zekeren Gorbunow, vroeger arbeider op het landgoed van den schoonvader van den dokter. Deze man woonde vorstelijk en at en dronk vorstelijk. Geen wonder, want hij had alles van zijn vroegeren meester gestolen en meegenomen. De familie R. kwam dan ook in een welbekenden salon en zat op welbekende meubelen, dronk uit eigen familieglazen en was op bezoek bij een vroegeren dienaar, die thans over hun leven kon beschik ken. Gorbunow, de man, die een reeks moorden en folteringen op zijn geweten had, ontving zijn gasten met groote voorkomendheid en zijn vrouw deed niet in vriendelijkheid voor hem onder. Er werden herinneringen opgehaald, voor den gastheer „roemrijk", voor de gasten meer dan pijnlijk. De oude dokter kon zich dan ook niet langer bedwingen en voer heftig uit tegen het sovjet-systeem, maar de gastheer meende, dat hij den spreker tot de orde moest roepen en ernstig moest bedreigen. Eten was onder deze omstandigheden nauwelijks mogelijk en alleen om erger te voorkomen, forceerden de gasten zich tot het nemen van wat visch en koek, hoe wel zij door hevigen honger werden gekweld. Eindelijk vertrok men, verheugd, dat men weg kon uit deze omgeving, waar een van de felste bourgeois-jagers zelf een bourgeois was ge worden Eindelijk het station van het stadje R., het doel van de reis. Geen sterveling op straat. Nu en dan een oude vrouw, die een emmer water droeg. De straat uitgestorven, de huizen ver vallen. Het leek wel of niemand buiten durfde komen. Het vroegere huis van den dokter stond daar nog vrij ongehavend. Dezelfde gordijnen, dezelfde planten voor de ramen. Daar woonde de vroegere keukenmeid en zij verhuurde kamers. Zij was eigenares geworden en dacht er niet aan, iets den vroegeren eigenaars terug te geven. Zij begreep er zelf niet veel van en ontving de dochter met uitroepen van verbazing en har telijke bezorgdheid. Maar het huis en de in boedel, daar moest men afblijven. Zoo was het nu eenmaal. Haar vroegere meesters waren maar bourgeois en zij was een proletarische vrouw. Bovendien woonde ook haar „verloofde" in een van haar kamers en dat was behalve een „De zeeleeuwen hebben ruzie met elkaar over een visch, Robbie," riep Topsy. „Ja, en het is ook zoo'n mooie Visch," verklaarde Robbie. De twee zeeleeuwen namen geen notitie van Bobbie en Topsy, maar ze gingen door met ruzie te maken, ©e eene had den kop van den visch in zijn bek en de andere den staart en beiden trokken hard. ,,Ik ben nieuwsgierig, wie den visch krijgt," zeide Topsy. Mut ra Potseling brak de visch aan beide einden en alleen de kop en de staart bleven in de bekken der zeeleeuwen. Het middelste gedeelte van den visch, waar het meeste vleesch zit, viel juist op de plek, waar de kat zat. „Geen van beiden heeft eigenlijk iets van den visch gekregen," zeide Topsy. „Maar de visch is toch niet ver loren. Polly heeft hem," zeide Robbie. (Morgenavond vervolg) (Ingezonden Mededeeling) onmondige jongeling ook nog een felle bolsje wiek, die zeker niet zou willen, dat zij haar nieuwe eigendommen zou afgeven aan misda digers, die de „vroegeren" uiteraard waren. Wel ging ze eens bij de familie op bezoek om te constateeren dat de arme stakkers volkomen aan den grond waren geraakt. Maar daar kon zij verder ook niets aan doen, want zooals het nu was, zoo hoorde het nu eenmaal, aldus had men haar geleerd. Het eenige voedsel, dat de menschen in dien tijd gebruikten, waren de z.g. „patrijzen". O, niet de vogels, die wij dezen naam hebben ge geven, maar aardappels, zoo dun mogelijk ge schild, dan in schijfjes gesneden en licht ge bakken. Deze luxe wordt met vereende vreugde opgesmuld en men is tevreden. Evenals het eten, is ook de brandstof ellen dig. In den strengen winter van 1921 is het natte hout het eenige, wat men krijgen kan en het verspreidt een ondraaglijken rook, die het stoken vrijwel onmogelijk maakt. Overal hoort men verhalen van nieuwe hu welijken en nieuwe scheidingen. Het is een al- gemeene ontreddering en wee de arme moeders, die onder dezen verschrikkelijken hongersnood en deze afschuwelijke moreele depressie kinde ren moeten groot brengen. Alles wat voor een baby onmisbaar is, is niet te krijgen. Men staat uren in een rij om te trachten op een distribu tiekantoor iets machtig te worden, doch wie daar haar heil zoekt, loopt kans baby bij thuis komst niet meer levend aan te treffen. Van tijd tot tijd komt een Gepeoe-man op bezoek om inlichtingen. Dan heeft de oude dokter, dien men spaart, omdat men hem als dokter niet missen kan, zich weer eens onvoor zichtig uitgelaten, zoodat een waarschuwing noodig is. Maar de oude en versleten man kan niet zwijgen, dan nadat hij al zijn gal heeft uitgespuwd. In April 1922 gaan geruchten over Lenin, die ernstig ziek moet zijn. Er wordt zoo weinig mo gelijk over hem verteld en de kranten zwijgen over zijn ziekte. Alleen wordt vermeld, dat hij niet op het partij-congres aanwezig was. Het moet dus wel ernstig zijn. In Mei wordt berrint, dat de leider door een beroerte is getroffen. Het is algemeen bekend, maar niemand durft er over te spreken dan in 't geheim. Men fluistert, dat niemand Lenin zal kunnen opvolgen en dat de overige leiders radeloos zijn. Dit zou de red ding beteekenen. Intusschen heeft de partijleiding een alge- meene loonsverlaging in de fabriek afgekondigd en dit wekt groot misnoegen onder de arbeiders. Want al is het waar, dat de arbeiders het eerst voor de voedselvoorziening in aanmerking ko men, ook zij hebben lang niet genoeg en klagen bitter. Het nieuwe systeem van Lenin, de N.E.P. of nieuwe economische politiek, die het parti culier initiatief eenigszins herstelde, is slechts langzaam tot andere steden dan Moskou door gedrongen. Men durft nog altijd niet gelooven, dat de regeering den kleinhandel toestaat. Ook in de godsdienstige gevoelens komt een lichte kentering. De menschen laten weer in 't geheim htm kind doopen en geven het eveneens in het geheim een doopnaam, maar dit doen dan meestal de moeders buiten weten van den man, wanneer die tot de partij der bolsjewieken be hoort. Zoo loopen er dan kindertjes in Rutkmd rond met den doopnaam van een heilige, tei\ijl zij een burgerlijken naam hebben die b.v. luidt Ninel (omzetting van Lenin); in de kerk werd de baby in zoo'n geval Nina gedoopt. Behalve Ninel is pok de naam Wil in zwang. Deze naam wordt gevormd door de voorletters van Wladi- mir Iljitsch Lenin. Een begrafenis aan het einde van 1922. Een partijman is gestorven. Geen geestelijke bij de begrafenis natuurlijk. Een groepje mannen en vrouwen volgen de open kist, waarin de doode ligt. Zij kijken somber en nijdig. De begrafenis is een karwei voor hen en hun gezichten zijn volmaakt in tegenspraak met het opschrift op de kist, dat luidt: „Blijmoedig gaan wij, com munisten, in den dood!" Een bourgeois-jongen of meisje, dat naar de universiteit wil, kan daar alleen komen, via de jeugdvereeniging, de Komszomolen en dit beteekent in de meeste gevallen een volslagen ondergang. Vandaar, dat de ouders zioh zoo lang mogelijk verzetten, al kunnen zij er, indien de kinderen willen, absoluut niets aan doen. Meer en meer hoort men trouwens van kinderen, die hun ouders niet meer erkennen, die hun ouder - wetschheid verwijten en burgerlijk egoïsme. Ook in de openbare optochten die nu en dan plaats hebben voert de moderne jeugd den ooventoon en het zijn juist de jonge meisjes die het schan delijkst te keer gaan. fiet publiek reageert nau welijks en op school vloeken en tieren de leer lingen, zonder dat er ook maar iemand gevonden wordt, die daar iets tegen doen kan. Straf is verboden, strafwerk eveneens. Huiswerk maken zjj niet, opletten doen ze ook niet. Alles komt hierop neer, dat niet de ouderen de jeugd, maar de jeugd de ouderen opvoedt en volgens de jeugd hoort het ook zoo. Dan maar weer eens de universiteit. Als er een nieuwe rector moet gekozen worden, komt een partijman de vergadering voorzitten. Er zijn twee candidaten: een „vroegere" en een com munist. De laatste heeft geen schijn van kans. Dan staat de voorzitter na de stemming op, ver klaart deze voor ongeldig, zegt, dat men niets van den nieuweren tijd heeft begrepen en stelt opnieuw den communist voor. Er wordt ge vraagd de hand op te steken als men tegen den communist is. Geen hand gaat natuurlijk om hoog en de communist is gekozen, 't Is alles heel eenvoudig. Maar er zijn ook openbare de batten over godsdienst. De onwetendheid der verdedigers van de godloosheid is verbijsterend en maken een schandelijk figuur, maar aan het eind der vergadering werden alle verdedigers van den godsdienst gevangen genomen.... Op de universiteiten is het streven zooveel mogelijk de oude leerkrachten aan te tasten en er nieuwe jongere krachten voor in de plaats te zetten. Deze nieuwen hoeven niets te ken nen van het vak, dat zij moeten doceeren, doch kunnen volstaan met wat getheoretiseer over den nieuwen staat. Maar gemakkelijk gaat het niet, omdat de geleerden weinig kans geven en zooveel mogelijk lezingen houden voor fa brieksarbeiders en anderen. Met de studenten is het erger gesteld. Die schrijven hun profes soren de les voor, protesteeren, als zij iets niet begrijpen en dreigen met verbanning als zij geen kans hebben op succes in een examen. Zü hebben dus kans en slagen schitterend, behalve bij den Duitschen echtgenoot van Alja Rachmanowa. Die is n.l. een buitenlander, waar voor men nog respect heeft en hij is vrijwel de eenige, die met wat voorzichtigheid zijn vak nog eerlijk kan uitoefenen. De geestverwanten komen bij elkaar om te debatteeren over de toestanden en het toekomstige lot van Rusland. Het Russische intellect, de Russische weten schap wanhoopt aan de toekomst, maar houdt dapper stand en tracht de wetenschap vrij te houden van een fatale politiek. Einde 1923 is de markt plotseling overstroomd met suiker, boter, honing, visch, kaviaar enz. Houten winkeltjes verrijzen bij de vleet. Dit is de nieuwe economische politiek, die doorgezet wordt, een verstandige maatregel van Lenin, die den moed had het mislukken van zijn eerste systeem te erkennen. Maar tegelijk doen ge ruchten de ronde, dat de Gepeoe weer strenger gaat werken. Men weet er het fijne niet van, maar feiten doen zich voor, dat menschen zon der bekende reden worden gevangen genomen en niet meer terugkeeren Men herinnert zich den „heiligen duivel" Ras- poetin, den man die den Czaar en zijn vrouw volkomen in zijn macht had? Welnu, onder het bolsjewistisch régime zijn navolgers van Ras- poetin opgestaan, maar dezen verkondigen de leer, dat het communisme de eigenlijke gods dienst van Christus is. Wolodka Gusjen is zoc'n monnik. Hij is zelf een bisschop, eet en drinkt evenveel als Raspoetin in zijn tijd en heeft evenals de staritz een groote macht op vrou wen. Als hij stomdronken is lastert hü, dat de bisschop Cyrillus, die door de Rooden levend begraven was, eigenlijk volstrekt ongeloovig was en de menschen in godsdienstzaken bedroog om dat het gemakkelijker is de menschen dom te houden dan hen over de waarheid in te lichten. Cyrillus zou hem dit zelf hebben gezegd en de monnik vindt zoowaar gehoor bij een reeks onevenwichtige vrowen, zonder dat hij haar door zijn walglijk gedrag afstoot. Later be kende hij weer, dat hü over Cyrillus gelogen had om even daarna die leugen weer te her roepen. Zoo houdt hij zijn vereersters voort durend in spanning en daarbij predikt hij de leer, dat het hoogste genot op aarde te vinden is en wel in de meest bandelooze „liefde". Zoo heeft ook het typisch Russisch verschijn sel van den fascineerenden monnik, die de zonde aanbeveelt, zich op den communistischen stam overgeplant. Hij zelf geeft het voorbeeld en doet aan veelwijverij in het groot.... De eigenaar van een boerderij te Boshof ont dekte onlangs tot zijn niet geringe verbazing, dat de windmolen, welke iederen dag wordt ge bruikt, op onverklaarbare wijze was vernield. De belangrijkste onderdeelen der machine wa ren gebroken, terwijl zich in den muur eenige groote gaten bevonden. Daar de machinerie niet meer te herstellen was, zag hij zich ge noodzaakt den molen voor 'n groot deel te doen afbreken en opnieuw opbouwen. Hierbij kwam de dader aan 't licht; onder in den molen bevond zich namelijk een groote geelslang van een ontzaglijken omvang. Nadat het dier zijn vernielingswerk had aangericht, moet het naar beneden zijn gestort, waardoor men het ondier niet tijdig heeft kunnen ontdekken. Bij onder zoek bleek, dat de slang, die vermoedelijk tus- schen een der cylinders heeft bekneld gezeten, dusdanige verwondingen had opgeloopen, dat ze gemakkelijk onschadelijk kon worden ge maakt. Jim Cruise zag hoe Robson's hand voor de laatste maal boven de golven zichtbaar werd en vervolgens voor goed verdween. Hij wendde het hoofd af en greep de riemen. Ge- ruimen tijd liet hij de sloep over de ongeluks plek kruisen en daama zette hij koers naar hei eiland. Het was achter den rug. Dat heen en weer varen was noodig om mogelijke menschen met verrekijkers op het eiland, in den waan te bren gen, dat hij naar het Hjk van zijn verdwenen makker zocht. Alles moest stipt en nauwkeurig gebeuren. Nu zijn plan tot zoover was gelukt, moest hij zorgen geen fouten te maken, die hem in de gevangenis konden brengen. Met Robson was hij uit Singapore gekomen en onderweg had Robson hem ingelicht over het verloren fortuin van een schoener „Hosang- hei". Robson was de eenige overlevende van de ramp, welke het oude schip op de rotsen van Nieuw Zeeland te pletter had doen slaan. Met een groot gedeelte van de parelvangst had hij zich kunnen redden, maar, bevreesd voor de scheepseigenaren die op de parels aanspraak konden maken, had hij het fortuin in een flesch verborgen. Slechts een paar parels had hij behouden en met behulp daarvan geraakte hij in Sidney. Door allerlei omstandigheden was hij niet in staat geweest de parels terug te krij gen toen de ramp van den schoener in het ver geetboek was geraakt. Hij zag zich zelfs genood zaakt om te monsteren naar Singapore. Op de terugreis had hij Jim Cruise aangeboden de kaart en de nauwkeurige beschrijving van de verblijfplaats der parels tegen contant geld'te verkoopen en Jim Cruise had daar wel ooren naar. En nu op dit pleziertochtje waren de zaken tot een eind gekomen. Jim had genoeg geld om voor de kaart te betalen en over te houden voor de opsporing van de parels. Maar hij had het verstandiger gevonden om Robson de kaart af handig te maken en hem overboord te stooten. Dat spaarde geld uit. Niemand had het gezien en Jim's verklaring was al bedacht. Geen ster veling zou achterdocht koesteren en bovendien wist niemand dat de kaart het eigendom was van Robson, die thans voor altijd zwijgend, door de golven van den oceaan werd meege voerd. Na een uur roeien landde Jim op het eiland. Twee dagen lang werd er op het eiland ge sproken over den ongelukkigen zeeman, die by een spelevaart overboord geslagen was. Jim werd ondervraagd en moest verklaringen af leggen en onderteekenen. Na een week was het voorval vergeten. Echter ging Jim pas een maand later op weg om zijn parels te halen. De reis was duur, daar hij als passagier voer en verder overland maakte hij meer onkosten dan hy van plan was geweest. Wat deed het er toe? Hy had de kaart en Robson kon niet meer spreken. Na een langen moeilyken tocht over de rot sen kwam hy op het terrein waar hij de kaart gebruiken kon. Beneden hem bruiste de branding. De rotsen De minister van onderwys heeft, naar Reu ter meldt, een circulaire gezonden aan alle on- derwyzeressen, waarin zy worden aangespoord tot meer bescheidenheid en minder gebruikma king van Westerschen opschik. Eeuwenlang hebben de vrouwen zich verscho len achter sluiers en bleven zy voor de buiten wereld verborgen, doch de grootere vrijheid heeft tot overdrijvingen geleid. De minister verbiedt derhalve aan onderwijze ressen gebruik te maken van lippenstift of poe der, alsmede van het bezoek aan cabarets. Door overdreven opschik, aldus de minister, geven de onderwyzeressen een slecht voorbeeld aan de onder hun hoede staande kinderen. De ouders hebben de opleiding hunner kin deren in handen gelegd van de onderwijzeres sen en dezen moeten derhalve zorgen den kinde ren bescheidenheid te leeren. waren kaal en ontelbare zeevogels hadden er hun nesten. Een afschrikwekkend oord. Somber, luguber. Een plaats waar de zielen van ver dronken zeelieden rondwaarden. Hier was de „Hosang-hei" vergaan, bedacht Jim, maar die oude schoener was de eenige niet die hier zyn einde had gevonden. Jaren lang moesten hier schepen van allerlei slag op de rotsen zyn ge slagen. De plaats,, was een schepen- i kerkhof en Jim I voelde zich on- i P/7"?/7? 1 f aangenaam te l moede toen hy tusschen het doolhof van rots- blokken, in hammen en kloven zyn weg zocht- Er moest den laatsten tijd heel wat veran derd zyn, want de karrt gaf niet zeer duidelijk de omgeving weer. Mogelijk was Robson on nauwkeurig geweest. Ten langen leste bereikte hy echter de kloof, waar de parels moesten zyn. Nerveus begon hy te zoeken Zoo dicht bij het doel begonnen zyn zenuwen hem parten te spelen. Een uur lang keerde hy iederen steen om. Toenmet een gil van verrukking sprong hij op. DaardaarMet bevende han den tasttte hy in een spleet en haalde er een ongeschonden flesch uit. Er was een papier in, waarop met drukletters stond geschreven: „Dit is alles. Veel geluk er mee!" Het was Jim alsof zyn hart stilstond. De parels? Ze waren er niet. Robson had gelogen! Robson, die met de deining van den oceaan mee wiegde en nooit meer spreken zou. „Sinds ik hier kwam uit Engeland, nu 10 jaar geleden," schrijft ons een vrouw, „heb ik vree- selyke rheumatiek gehad. Ik heb veel moeten liggen en eindeloos geld eraan besteed. Ik kocht medicijnen, waschmiddeltjes, smeersels en aller lei preparaten, tot ik er genoeg van had. Ik hoorde zoo vaak van Kruschen Salts, dat ik dacht: laat ik dat eens probeeren. In dien tyd waren myn knieën zoo styf geworden, alsof ze versteend waren. Ik was werkelijk wanhopig, want ik vcorzag dat het niet lang meer zou duren, of ik zou me heelemaal niet meer kun nen bewegen en dat maakte me zoo treurig. Welnu, ik kocht een flacon Kruschen Salts en nam eiken ochtend een theelepel voL Toen de flacon op was, zei ik: Och, het is hetzelfde als al het andere; ik ben niets beter. Maar myn man zei: Doorzetten. Probeer nog eens een fla con. Geef het den tijd op je bloed in te werken. Wel, toen kocht ik nog een flacon en voordat die op was waren myn knieën niet meer zoo stijf. Ik kon het zelf nauwelyks gelooven, toen ik weer kon bukken en opkomen zonder hulp. Ik was er zóó blij over. Ik ging door met Kru schen en werkelijk, ik ben dezelfde vrouw met meer. Onlangs liep ik 6 K.M. en voelde me best, terwyl ik vroeger nauwelyks door de kamers kon loopen. Mijn man is den heelen winter zon der werk geweest, maar ik moet mijn Kruschen hebben, vóór dat ik geld aan mijn eten besteed. Het is té belangryk dat men gezond is en goed kan loopen. Ik voelde me verplicht U dit alles te vertellen, opdat het ook anderen goed kan doen." Mevr. E. A. Wat hoeft er nog meer gezegd te worden om andere lyders te overtuigen? Het beste is, pro beer Kruschen zelf eens. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar by alle apothekers en drogisten a 050 en 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. (Adv.) IS VOOR VISCH.'TAUERFUNSTE WAT ER IS. Over de avonturen van de kangoeroe of de vlie gende visschen kun je lezen in een mooi boekje, dat je kunt krijgen, als je negen bons uit de Quaker-havermoutpakken verzamelt. Maar als je de coupon hieronder met vyf bons naar ons toe stuurt, kryg je het boekje veel eerder. Op deze manier kun je een aantal verschillende boekjes krijgen. Stuur dus de coupon en vyf bons mèt je naam en adres aan: The Quaker Oats Company, Postbus 905, Rotterdam. Als je eens een bruin beest tegen komt, dat in een zak aan zyn buik zijn jongen draagt, en dat wel vyf meter ver kan springen, dan kun je er wel zeker van zijn, dat het een kangoeroe is. Je weet, dat er visschen zijn, die kunnen vliegen, maar je weet niet, dat vliegende visschen eens het leven van de matrozen van den Schoener „Mary" hebben gered. 11 F .f 00 dit blad zi1n ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfi bij een ongeval met 9 C/1 „bij verlies van een hand f 1 OC ojj verlies van een f Cf) bij een breuk van f Aft bij verlies van 'n AllC QOOtltlC S ongevallen, verzekerd voor een. der volgende uitkeeringen f O C/C/C/»" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen /*/!/.- doodeiy ken afloop I éSiOVm" een voet of een oog# 11* O»duim of wijsvinger t/l/-~been of arm# tri/-" anderen vinger 39. Nancy sprak niet, maar haar oogen zeiden genoeg. Wel, je kunt het terug krijgen, als je wilt. Ik weet het, zei ze kort-af, lk heb im mers een optie. Daar praat ik niet over, antwoordde de oude man. Ik had een ander plan in myn hoofd. Natuurlyk is er ook nog de optie, maar twee jaar van de vijf zyn al voorbij.... Zie je kans om het terug te krygen? Er was een klank van ironie in zyn stem en dat maakte Nancy woedend. Tot nu toe had ze vriendelyk naar hem geluisterd, bovendien dacht ze nog steeds wat jonge Jack voor haar gedaan had, maar nu voelde ze, dat de oude man haar opzettelyke beleedigde en haar trots kwam in opstand tegen dien ouden parvenu. Hy zou niet merken hoe wanhopig zy zich voelde. Ik zal het natuurlijk terugkoopen, zei ze. Tien duizend pond! Ik zou wel eens wil len weten hoè. Dat is myn zaak. Maar u kunt er zeker van zyn. Zul je het huis in drie jaar tyds terug koopen? Ja. Hoe wil je dat doen, deerntje? Je werkt voor een vast salaris, nietwaar? Iemand die in betrekking is, kan toch geen tien duizend pond overhouden. Als ik zou willen, zou het morgen myn eigendom zyn, liet ze zich ontvallen. Ze had dit niet willen zeggen, maar ze kon zich niet langer beheerschen. Morgen je eigendom zyn? herhaalde de man. Plotseling had hy het begrepen. Hij zag op nieuw hoe goed Nancy er uit zag, zag haar by- zondere charme; begreep, dat in Yorkshire, in die streek van rijke menschen. waar kapitalen werden verdiend, wel een jonge man zou zijn, die met Nancy wild trouwen. Bedoelde ze dat? Als dat zoo was, stonden de kansen van zyn jongen slecht. Hy werd woedend toen hy hieraan dacht. Maar toch twyfelde hy: als Nancy door een rijken Yorks- hirer te trouwen, tien duizend pond kon krij gen, waarom had ze het dan nog niet gedaan? Neen, neen, hy geloofde er geen woord van, maar hy moest het voorzichtig aanleggen en probeeren er achter te komen. Hoe vind je Yorkshire? vroeg hy na een pijnlijke stilte. Heel mooi in sommige opzichten. Aardige menschen?. Heel aardig. Waar hou je meer van, van Cornwall of van Yorkshire? Dat was een verstandige vraag van den ouden Beel, want niettegenstaande haar er gernis was ze gevoelig voor alles wat het tehuis betrof. Trevanion Court scheen haar nog meer dan vroeger de lieflykste plaats ter wereld. Cornwall! Yorkshire! zei ze. Dat is niet te vergelijken. Dus je denkt er niet aan om ginds te jlyven wonen? Hoe zou ik dat kunnen, Mr. Beel. Ik zou liever in een schuur willen wonen in myn eigen land, dan in een paleis in Yorkshire. Waarom doe je het dan niet, liefje? Ieder een zou bly zyn om je terug te zien. Ik zie zelf dat het huis niet is als vroeger, als jij er niet bent. Nietwaar, Jack? Maar jonge Jack gaf wyselijk geen ant woord. Hy had op heete kolen gezeten, terwijl zyn vader sprak, en was bang, dat alle kansen verloren waren. Ik zou alles voor mijn jongen over heb ben, ging de oude man voort. En je weet heel goed, waar het hem om te doen is. Waarom wacht je dan langer? Nu je eenmaal hier bent, moest je maar by ons blijven, drong hy aan, en zijn stem klonk vleiend. Goeden dag, Mr. Beel. Ik moet nu weg. Ik ben met een vriendin hier en ik kan niet zoo lang wegblyven. Waarom heb je zoo'n haast? mopperde de oude man. Kyk eerst eens rond, nu je eenmaal hier bent. Ik heb een boel nieuwe dingen laten maken en alles is prachtig onderhouden. Als God wil, zullen we een goeden oogst hebben dit jaar. Ga eens mee naar het veld en vertel me of je ooit mooier kudde schapen in Cornwall hebt gezien. Vanmorgen niet, zei het meisje gedeci deerd, ik moet nu heusch weg.... En hoelang ben je van plan hier te bly- ven? Een maand. En ga je dan terug naar Yorkshire? Ja. Drie jaar zyn gauw voorby; als de optie verloopen is, is het afgeloopen, denk daar aan, deerntje Deze woorden klonken als een bedreiging en ze waren ook als zoodanig bedoeld. Maar Nan cy scheen er geen aandacht aan te schenken. O, die tien duizend pond zal ik wel kry gen, zei ze uit de hoogte. Van je eigen geld? Natuurlijk van myn eigen geld. Tien duizend pond van een ander is niet hetzelfde, zei hij nadenkend. Waarom wist ze niet, maar die woorden hin derden haar. Gesteld dat ze met Ben Briggs zou trouwen en Trevanion Court als huwe- lykscadeau kreeg, dan zou dat toch niet het zelfde zyn als het terug te koopen van eigen verdiend geld en over de vreugde van het op nieuw bezitten zou een schaduw vallen. Het huis zou, moreel gesproken, niet aan haar, maar aan Ben behooren. Je herinnert je wat ik je twee jaar gele den gezegd heb, nietwaar? ging de oude voort, ik zou het een beroerde geschiedenis vin den, maar als je erop gesteld bent, zou je je naam niet behoeven te veranderen, en hy fluisterde de woorden als er kinderen zou den komen, zouden ze Trevanion kunnen bly- ven heeten. Denk daar aan, deerntje, denk daar aan! Nancy vloog weg zonder een woord te ant woorden. De twee mannen keken haar na, ter wyl ze de laan uit rende. Maar ze was niet ver gekomen, of ze merkte het getrippel van pooten achter zich en voelde iets kouds en nats op haar hand. Het was John, de hond, die haar was gevolgd. John, John, John! Hier! hoorde ze den ouden Beel roepen. Maar John bleef naast haar loopen. Jy wilt by my blijven, nietwaar? zei het meisje, het dier streelend. John blafte van vreugde en keek het meisje met zyn groote trouwe oogen aan. Laat hem maar roepen, lachte ze, blyf maar by me, als je wilt. En ze vervolgden samen hun weg. Ben je van plan dat toe te staan? zei de oude man kwaad tegen zijn zoon. Wat toestaan? Dat ze je hond inpalmt? Ze mag nemen, wat ze wil, antwoordde jonge Jack. Begrijp je niet, vader, dat John niet eerder terug komt, voordat zy hem terug brengt; en dan Beide mannen zwegen een poos. Toen begon de oude Jack opnieuw: Misschien heb je gelijk, jong. Ze is zoo trotsch als een prinses, maar een knappe meid is ze en ik zou haar graag als schoondochter hebben. Ik zal haar krygen, wat er ook gebeurt. Als ze terug komt zal ik met haar spreken. Maar dan moet u er niet by komen. Waarom niet? Omdat u alles bederft. Vanmorgen ook al. Waarom? U praat op een verkeerden toon met haar. U kwetst haar door haar te laten mer ken dat ze geen geld heeft. Oude Jack zweeg een oogenblik; toen begon hy spottend te lachen. Luister, jongen. Ik ben niet voor niets ze ventig jaar geworden. De menschen zeiden dat je moeder de lastigste vrouw uit Cornwall was en toch heb ik haar klein gekregen. Ik ken de vrouwen en ik heb vanmorgen meer voor je gedaan dan jy wel denkt. Maar vader..., Hou je mond en wees geen kind, zei de oude Jack en liet hem alleen staan. Gedurende de drie volgende dagen kwam Nancy niet naar Trevanion Court. Ze gaf al haar tyd aan Miss Judson, hopend op deze manier haar verdriet te vergeten. Maar ver geefs. Ze kon de belofte aan haar vader niet vergeten en het heerlyke landschap om haar heen was als een stil verwyt. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 9