De Zalige Gemma Galgani FUROL letfiaal wn den dag et Erfdeel ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN ROBINSONschoenen zijn met leeren- of met rubberzooi De Kathedraal ZATERDAG 13 MEI HAAR LEVEN Heden wordt de eerbiedwaardige zalig verklaard De Hemel op Aarde Haar leven Haar dood DE KRUISVAARDERS VAN ST. JAN Platina-munten in Sovjet-Rusland? Wild tooneel Vergoedingen aan ambtenaren Kunstenaar Schipbreukelingen Nieuwe methode AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Joseph Hocking Morgen heeft in de St. Pieterskerk te Rome de Zaligverklaring plaats van de eerbied waardige Gemma Galgani, de serafijn- sche Maagd van Lucca. Elke katholiek kent haar naam, weinigen echter kennen haar leven en nog minder haar groote verdiensten voor de eer van God. Gemma Galgani doet denken aan de Kleine Theresia, zoowel als aan de H. Liduina van Schiedam. Evenals deze twee stond zij bijna voortdurend in verbinding met den Hemel. Zij beleefde talrijke extasen en werd met vele hemelsche verschijningen beloond, zooals niet alleen blijkt uit het boek „Brieven en extasen" geschreven door haar geestelijken raadsman pater Germano. Kort na den dood van Gemma Galgani is reeds het proces van haar zaligverklaring be gonnen en nu na twintig jaar is men tot de eindconclusie gekomen, zoodat op 19 Februari Z. H. de Paus het besluit kon afkondigen, dat tot haar Zaligverklaring zou worden overgegaan. Gemma Galgani werd geboren in het voorjaar 1878 in een klein Italiaansch stadje, waar haar vader apotheker was. Het gezin telde zeven kinderen, waarvan Gemma de vierde dus „de middelste" was. In dit geval liep dus ook de deugd in 't midden. Sterk en gezond was het gezin niet, noch de moeder, noch de kinderen en dit was eigenlijk de aanleiding tot het ver trek naar het plaatsje Lucca, waar men meende de kinderen beter en gezonder te kunnen op voeden. Gemma, toen nog maar twee jaar, ging naar de bewaarschool, waar zij om haar lief talligheid graag gezien werd. De moeder sprak haar kinderen vaak over het lijden van Chris tus en op Gemma maakte dit steeds een diepen indruk. Hoe klein zij ook was, telkens volgde zij de verhalen van haar moeder met bijzondere interesse. Het was omtrent den tijd, dat het meisje haar Vormsel zou ontvangen, toen de moeder voelde, dat zij niet lang meer zou leven. Zij wilde daarom, naar zij zeide „haar kind aan den H. Geest toevertrouwen," want dan wist zij aan wien zij het had achtergelaten, als zij zelf er niet meer zou zijn. En zie, op den op den dag, dat Gemma het H. Vormsel ont vangt, krijgt zij in de kerk een ingeving, dat zij haar moeder spoedig verliezen zal. Over den dag van haar eerste H. Communie vertelt Gemma zelf het volgende: „Eindelijk was de groote dag gekomen. Ik stond vroeg op en ging voor de eerste maal naar Jezus. Al mijn verlangens waren vervuld, want nu begreep ik de woorden: „Wie zich met Mij spijzigt, zal van mijn Leven leven en wat op het groote oogen- blik tusschen Jezus en mij gebeurde, kan ik niet meer na vertellen". Gemma's vader was, wat men noemt een goedzak. Hij hielp graag andere menschen en deed dit zelfs al te gemakkelijk. Maar zooals het gewoonlijk gaat: hij werd be drogen door allen die hij wèl deed en moest al de ellende van een faillissement ondergaan. Het gevolg was dat de man wegkwijnde en de zorg voor zijn kinderen aan anderen moest over laten. Nu kwam Gemma bij een tante in huis. Tante was rijk en had rijke kennissen en daar Gemma een knap meisje was, duurde het niet lang of een rijke jongeman werd op haar ver liefd. Zü verkeerde toen in de jammerlijke om standigheid, dat de familie in haar de reddende engel zag, die door een rijk huwelijk de armoede van het gezin Galgani kon opheffen. Maar het kwam anders uit en het meisje weigerde gevolg te geven aan den aandrang der familie. Kort daarna werd ze ziek en ging naar Lucca terug, maar haar ziekte werd eer erger dan beter. In dien tijd kreeg zij in handen de levensbeschrij ving van den H. Gabriël. Na lezing daarvan voelde zij voortdurend den geest van den H. Gabriël in zich. Bij al haar doen en laten dacht zij aan den H. frater. Des nachts verscheen de heilige haar en voelde zij zijn hand op haar hoofd. Hij gaf haar een raad om dagelijks tot het H. Hart te bidden, opdat zij spoedig beter zou worden. Hij beloofde lederen dag van een noveen bij haar terug te komen. Den laatsten dag communiceerde zij en zij vertelde later, dat Jezus haar gevraagd had of zij beter wilde wor den. Zij had geantwoord, „zooals gij wilt" en twee uur later was zij genezen. Dienzelfden mor gen had Jezus haar beloofd haar nog veel meer gunsten te zullen schenken en dat de Moeder der Smarten Gemma's moeder zou zijn. „Niets zal u ontbreken" aldus luidde een belofte „hoe wel ik u alle steun en troost der wereld heb ont nomen. Op 8 Juni van hetzelfde jaar had zij de bood schap des Hemels gekregen, dat Christus haar wachtte op Calvarië en dat zij moedig moest zijn. Het was op een Donderdagavond, dat Gem ma plotseling overvallen werd door een groot verdriet over haar zonden. Daarop volgde een extase en Gomma stond voor Maria. Haar En gelbewaarder zeide haar een acte van berouw te bidden, waarop Maria antwoordde met de woorden: „Dochter, in naam van Jezus is u alles vergeven. Jezus bemint u zeer en wil u groote genaden schenken. Ik zal uw moeder aüaiarii De Maagd van Lucca Gemma Galgani zijn en verwacht dat gij een goede dochter zult zijn. Zij sloeg haar mantel open en bedekte Gemma ermee. Tóen verscheen Jezus. Zijn won den waren open, maar inplaats van bloed, stroomde vuur eruit in den vorm van lekkende vlammen. Een oogenblik raakten die vlammen de handen, de voeten en het hart van Gemma. Het meisje dacht, dat zij zou sterven, maar Maria beschutte haar voortdurend met haar mantel. Uren gingen voorbij en tenslotte kuste Maria haar op het voorhoofd en verdween. Dit is een van de vele wonderlijke tafereelen, die men over het korte leven van Gemma Gal gani zou kunnen vertellen. Het korte leven in derdaad, want Gemma stierf reeds, op 25-jarigen leeftijd. Het was op Goeden Vrijdag van 1903. Toen een vrouw, die bij haar bed gewaakt had, opstond, riep Gemma haar toe, haar niet alleen te laten, voor zü aan het Kruis genageld zou zijn. Zij beweerde met Jezus gekruisigd te zullen worden, omdat Jezus haar gezegd had, dat al Zijn kinderen aan het kruis moesten sterven. Daarna geraakte zij weer in extase, strekte haar armen open en bleef geruimen tijd in deze hou ding liggen. Zij hing nu met Jezus aan het kruis en allen die bij haar kwamen en haar in deze houding zagen, verklaarden later dat zij met slechts één beeld te vergelijken was, n.l. met het beeld van den gekruisigden Christus. Haar pijnen waren verschrikkelijk en ieder een verwachtte, dat zij zou sterven. De dag ging voorbij en eenzaam lag zij te lijden. Juist deze verlatenheid heeft ook Jezus zoo sterk gevoeld, toen hij aan het kruis hing. Niemand kon haar troosten en zelfs de priesters, op wie zij zoo vertrouwd had, lieten haar in den steek. Maar zij wenschte ook dat offer aan haar brui degom te brengen. Op een oogenblik verklaarde zij, dat zij het niet meer kon dragen en beval haar ziel aan Jezus aan. Plotseling valt zij in slaap en even later trekt een glimlach over haar gelaat. Haar hoofd buigt op zij. Zij sterft. Kenmerkend is de kinderlijke zaligheid die spreekt uit haar geschriften, vooral wanneer zij spreekt over de aanwezigheid van de H. Maagd. Zoo schreef zij eens aan haar geeste lijken leider, hoe schoon het was de H. Com munie te mogen ontvangen in tegenwoordigheid van Maria. „Al de gevoelens van mijn hart," zoo schreef zij „smelten samen in deze wborden „Moeder, mijn Moedertje, hoe verheugd het mij U moeder te kunnen noemen." En de H. Maagd beantwoordde dezen uitroep „Het verheugt u mij moeder te kunnen noemen, welnu ik heb er behagen in u mijn dochter te noemen." Drie maal op één dag herhaalde Maria die woorden, volgens de verklaring van Gemma.... Jezus had Gemma aan Maria geschonken en zij riep uit: „O! mijn moedertje, Jezus heeft mij aan u geschonken. Kom nu bij mij, want ik weet, hoe een moeder met haar kinderen om gaat." Maria verhoorde haar en liefkoosde haar met groote teederheid en heeft dit herhaaldelijk gedaan. Soms verscheen Maria haar met het het Goddelijk Kind, dat zij liet rusten op Gem ma's schoot. Dan beleefde Gemma de ware moe derweelde. Zoo heeft dit kleine meisje méér dan Liduina van Schiedam de Hemelsche zoetheid op aarde leeren kennen, een zoetheid, waarvan wij allen verstoken zijn, die haar slechts in de verte kun nen navolgen. Op den dag van haar zaligver klaring echter mogen wij wel het voornemen maken om in deze lieve heilige het groote voor beeld te zien van een rein hart en van een on wrikbaar Godsvertrouwen. STEUNT DOOR UW GIFTEN ONS GIRONUMMER IS 23653 U helpt ons hierdoor jongens zielen redden voor Christus De mogelijkheid van de invoering van platina- munten wordt op het oogenblik in de Sovjet- Unie druk besproken en naar door Reuter ver nomen wordt, door de autoriteiten ernstig over wogen. Deze munten zouden uitsluitend voor bin- nenlandsch gebruik zijn en speciaal het gemak dienen van toeristen en in Rusland wonende buitenlanders, die tot dusver met Amerikaan- sche dollars of ponden moesten betalen als zij in de staats-winkels (Torgsin) iets wilden koo- pen. Rusland bezit de grootste platina-reserve ter wereld, n.l. 7.000.000 ounces, welke beheerd wordt door de Ural Platina Trust, terwijl de export in handen is van het commissariaat van Financiën, dat de prijzen naar de Londensche markt regelt. Voor den oorlog had Rusland reeds het we reld-monopolie van platina, met Britsch-Colum- bia op de tweede plaats, en thans is Rusland nog steeds de voornaamste producent. In het begin van de 19de eeuw werd platina in Rusland beschouwd als een van de goed- koopere metalen en men gebruikte het zelfs voor draineer-buizen en keukengereedschap. Toen aan het einde van de 19de eeuw gespro ken werd over het invoeren van een platina- muntstelsel, steeg platina sterk in prijs en werd spoedig een van de zeldzaamste metalen ter wereld en kostbaarder dan goud. De draineer-buizen werden gesloopt en het metaal gesmolten en naar de keizerlijke kelders gebracht. Later werd het gebruikt voor de kroonjuwee- len van de keizerlijke familie en voor het ver vaardigen van kostbare sieraden. In 1913 exporteerden de platina-fabrieken te Jekaterienenburg en Moskou 150.000 ounces van het kostbare metaal, doch toen de revolutie kwam, stortte deze industrie ineen, en in 1921 bedroeg de productie slechts 7000 ounces. De prijs steeg tot 717 shilling per ounce, doch toen de platina-Trust in den Oeral met de pro ductie begon, liep de prijs terug tot 95 sh. en thans fluctueert de prijs tusschen 140 shilling en 150 shilling per .ounce. Voor goud wordt 123 shilling per ounce betaald. In verband met de onzekerheid op de platina- markt gelooft men, dat het Russische commis sariaat voor Financiën ernstig de invoering van een platina-muntstelsel overweegt, ten einde de toegenomen productie te kunnen verwerken, en tevens om het betalen voor de vreemdelin gen te vergemakkelijken. De nieuwe munten zouden alleen te verkrij gen zijn tegen buitenlandsche valuta, zoodat de Sovjet-autoriteiten voldoende dollars en pon den zouden krijgen om aan hun verplichtingen in het buitenland te voldoen. .-umiiiiimiiiiiii iiiiiimimiiniië REIS-KRABELS Natuurlijk, komt men in een stad Met schoone kathedraal, Dan spreekt het kunstgenot tot ons Vaak in een vreemde taal! Een kort bezoek is hier gewenscht, Want schoonheid wordt gemaakt, Opdat een hart steeds meer of min Daarvoor in geestdrift raakt. Want als ge thuis komt en vertelt, Dan vraagt men u misschien: Toen u daar was, toen heeft u toch De kathedraal gezien? Dus u zoekt ook nog in uw gids Het jaartal op en stijl En brengt dan vlug op zoo'n manier =j Uw kennis wat op peil! Maar aangezien de ingang ook Een beetje imponeert, i Is dit de aangewezen plek, Die gij fotografeert! i De ingangmaar daar blijft het bij, I Want in het buitenland, i Daar zoekt een mensch, al reizende, I Alleen denbuitenkant! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) füiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiMiiimiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Een wild tooneel speelde zich af op het spoor wegstation te Apeardero (Spanje) waar een politie-beambte plotseling zijn verstand ver loor en in het wilde weg met zijn revolver op de menschen begon te schieten. De stationschef en zijn assistent die beiden bedreigd werden wisten zich in veiligheid te brengen, doch een reizigers die op zijn trein stond te wachten werd doodgeschoten. Een groote politiemacht snelde het station in en wist den razenden man niet dan met moeite te overmeesteren. Hij werd doodgeschoten. Het station ver toonde een aanblik van vernieling en de meeste ruiten waren door de kogels stukge schoten. Robbie en Topsy vonden de twee lepelaars bij de rivier en een van hen had op zijn bek een kikvorsch, die daarop een wandelingetje deed. „Die kikvorsch wil niet van mijn bek," riep Muriel. „Waarom eet je hem niet op?" vroeg Madge. „Ik kan hem niet te pakken krij gen," antwoordde Muriel. „Dan zal ik het doen, als jij het niet kunt," zeide Madge en zij deed een hap naar den kikvorsch. Maar Madge was zoo begeerig den kikvorsch te pakken, dat ze niet zag, wat ze deed. De kikvorsch sprong op een rots in de nabijheid en de bek van Madge raakte vast in dien van Muriel en het duurde een heelen tijd voor ze weer los waren. „Nu lacht de kikvorsch hen uit," legde Topsy uit. (Maandagavond vervolg) (Ingezonden Mededeellng) Met uitgestoken hand en stralende oogen kwam de burgemeester van L. mij tege moet. „Aha, meneer," begroette hij me uitbundig. „Dat is een genoegen. Kom binnen, kom bin nen." En hij troonde mij mee in zijn gerieflijke woning. Het was lang geleden sinds ik den heer Barentzen had bezocht en ik bemerkte oogen- blikkelijk, dat het oude heertje nog in het minst niet veranderd was. Nog altijd hetzelfde opge wekte humeur en stralende uiterlijk, dezelfde vriendelijke voorkomendheid en goedhartigheid. Toen wij de zaken hadden afgehandeld, waar voor ik was gekomen, bleven wij nog een poosje gezellig praten over gezamenlijke herinneringen en de burgemeester liet een goede flesch aan rukken, terwijl hij zijn allerbeste sigaren aan bood. Al geruimen tijd had ik vol belangstelling zitten kijken naar een prachtig model van den Keulschen Dom, dat op een tafeltje naast het schrijfbureau van den burgemeester stond. En deze glimlachte van voldoening, toen ik opstond om het kunstwerk wat nader te beschouwen. „Wel, hoe vindt u het?" vroeg hij met merk baren trots in zijn stem. „Buitengewoon!", antwoordde ik en werkelijk, dat was niet te boud gesproken. Geheel van triplex-hout was het model het sprekend evenbeeld van de echte domkerk, die ik vaak, zoowel van binnen als van buiten be wonderd had. De monumentale ingang met de breede trap pen was keurig nagebootst, de twee torens ver hieven zich statig en stoer in de lucht. Zelfs het beeldhouwwerk van den echten dom kon ik hier terugvinden. „Prachtig," zei ik uit den grond van mijn hart. „Maar ik heb nooit geweten dat u zoo'n knappe knutselaar was, burgemeester." „Och," lachte de heer Barentsen gevleid. „Een liefhebberij uit mijn jeugd. Ik heb altijd veel van dit soort werk gehouden, maar pas de laat ste jaren heb ik tijd gevonden om me er goed aan te wijden. De drukke jaren zijn thans ach ter den rug en nu wil ik nog eens doen wat ik in mijn jeugd zoo dolgraag verlangde. Een mensch z'n zin, is een mensch z'n leven, zeg gen ze wel eens, nietwaar? Nu, de een gaat timmeren, de ander probeert een hoenderpark in elkaar te prutsen en ik ben gaan knutselen. Als u er belang in stelt dan wil ik u nog wel een paar werkstukken toonen." „Heel graag," was mijn antwoord. „Ikzelf ben absoluut geen held in dergelijk werk, maar ik heb veel bewondering ervoor." De burgemeester ging mij voor naar den zol der van zijn villa, waar op een afgeschoten gedeelte nog twee andere modellen stonden, waarvan er één nog gelakt moest worden. Ook dit waren afbeeldingen van Middeleeuwsche ka thedralen, die ik echter niet kende. Zij konden een vergelijking met 't model van den Keulschen dom schitterend doorstaan. Zoo vernuftig wa ren de bouwwerken opgebouwd, dat men zich kon voorstellen de echte kerken te zien „Maar dat is kolossaal, burgemeester," riep ik bewonderend uit. „Dat zal u heel wat inspan nende uren gekost hebben." „Ja, dat wel, doch als je er van houdt, dan heb je er graag wat voor over. Zooals u ziet, moet dit model nog gelakt worden. Daar was ik den laatsten tijd mee bezig. Ais het klaar is, ga ik een mooi hoekje opzoeken om ze neer te zetten. De zolder is niet bepaald een geschikte plaats om er een model van een kathedraal tot zijn recht te laten komen." We gingen naar beneden en bleven nog ge ruimen tijd verder praten over bouwkunst en over den middeleeuwschen kerkenbouw in het Naar aanleiding van het stelsel van vergoe ding, hetwelk aan het hoofdpostkantoor in En geland reeds sedert eenige maanden wordt toe gepast, is een gelijksoortig stelsel in Zuid- Afrika ingevoerd, waardoor geldelijke vergoe ding wordt gegeven aan ambtenaren van de verschillende postkantoren, indien dezen wenken aan de hand kunnen doen waardoor het werk op de departementen en overige kantoren meer doeltreffend wordt gemaakt of waardoor be langrijke sommen gelds kunnen worden be spaard. Voor dit nieuw ingevoerd stelsel bestaat in Zuid-Afrika groote belangstelling en het hoofdpostkantoor mocht reeds verschillende in lichtingen ontvangen, welke alle onder des kundige leiding zullen worden onderzocht en zoo mogelijk toegepast. Reeds is een comité samengesteld, welke al deze aanbevelingen en inlichtingen zal nagaan. Op de jongste verga dering van genoemd comité werden niet min der dan 56 gevallen behandeld, waarin ambte naren uit alle deelen van Afrika inlichtingen en wenken op velerlei wijzen indienden. Zeven ervan werden aangenomen en goedgekeurd. Eén ambtenaar had in den loop van zijn dage- lijkschen arbeid een idee gekregen van een be paald toestel, welk toestel volgens hem veel geld en tijd zou besparen. Dit voorstel trok vooral de belangstelling van de leden van het comité. Men richtte reeds een schrijven aan den betrokken ambtenaar om zijn gegevens verder uiteen te willen zetten. Voor een goed en vooral geldbesparend „idee" wordt van vijf tot tien pond sterling uitbetaald. Een inlich ting in den vorm van een klacht omtrent den tegenwoordigen toestand wordt onherroepelijk terzijde geschoven. bizonder, over de vele legenden die aan bepaal de historische gebouwen zijn verbonden. En toen het eindelijk tijd voor mij werd om mijn vriendelijken gastheer te verlaten, kon ik niet nalaten hem nogmaals te complimenteeren met zijn bewonderenswaardige bedrevenheid. Een week later liep ik toevallig voorbij een onaanzienlijk winkeltje dat als verloren lag in het drukke gewoel van de groote stad Mijn aan dacht werd getrokken door een model van een oud raadhuis, dat in de etalage te pronk stond. Ik stapte eens binnen, meer uit nieuwsgierig- reid dan om wat iiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiimmiiiiiiiiiiiii te koopen, en werd ontvangen r r\ ioor een mageren i De man met een bril i op, waar hij over- heen keek. Zoo van het een op 't ander kwam ik met den man aan het praten. „Ja, dat raadhuis, hè," zei hij met een zweempje trots. „Dat is mooi werk. Zoo heb ik er nog verscheidene. Achter is onze werkplaats. Daar kunt u nog een aantal middeleeuwsche kathedralen bewonderen, waar de meeste klan ten fel op gebrand zijn. Zoo heb ik bijvoorbeeld een klant, een burgemeester nog wel, ik ge loof dat hij in L. woont die was zoo verrukt toen hij ze zag, dat hij er meteen drie van kocht. En ik weet zeker dat hij zal terugkomen, want hoewel het massafabricage is, wordt er aan het afwerken toch veel zorg besteed. Bo vendien leveren wij de modellen ongelakt, dan kunnen de klanten ze zelf in de gewenschte kleur lakken. Heeft meneer misschien interesse voor zoo'n Keulschen Dom?" H. E. Drie overlevenden van het vergane Sovjet- Russische reddingsschip „Rousland", dat op 24 April in een hevigen storm nabij de Zuid kaap is gezonken, zijn met den Noorschen rob- benvanger „Ringesael" te Tromsoe aangeko men. Deze drie manschappen, van wie men aan vankelijk had aangenomen, dat zij eveneens waren omgekomen, waren door den robben- vanger in een reddingsboot drijvende gevonden. Zij bevonden zich allen in een deerlijken toe stand. Hun beenen waren geheel bevroren en zullen moeten worden geamputeerd. Aan een Reuter-correspondent verhaalde een der geredden, dat zij vijf dagen lang op zee hadden rondgedreven. Toen zij op I Mei door de „Ringesael" werden opgemerkt, lagen zij volkomen uitgeput en als dqoden in de reddingsboot. 'Toen zij van boord van de „Ringesael" wa ren gebracht, zette deze terstond koers naar Spitsbergen, doch kon door den hevigen storm dit eiland niet bereiken, waarop naar Noor wegen werd koersgezet. Eerst nadat de Russische schipbreukelingen langdurig door de matrozen van de „Ringe sael" waren behandeld, ontdooiden hun ver stijfde ledematen eenigszins. Aanvankelijk waren zij met vijf man in dé reddingsboot geweest, doch Vorosonoff, de ma chinist van de „Rousland", was na een dag van hevig lijden overleden. De kapitein Klujeff van de „Rousland", die eveneens in de reddingsboot had plaatsgeno men, had verklaard, aan een plotselingen dood de voorkeur te geven boven een langzamen dood door bevriezen. Hij had zijn geweer genomen, zich zelf dood geschoten en was daarop in zee gevallen. De drie anderen waren ten prooi aan de grootste wanhoop in de boot achtergebleven en van tijd tot tijd buiten bewustzijn geraakt, zoodat zij zich de rest van hun avonturen slechts vaag konden herinneren. De Turksche autoriteiten overwegen om de belastingen niet meer aan de huizen te komen innen, doch de bevolking in de gelegenheid te stellen hun belasting aan het genjeentehuis te komen betalen. Indien zjj in gebreke blijven, zal een aantal tamboers voor hun deur worden geplaatst, die eenigen tijd zullen blijven trommelen. De autoriteiten stellen zich dit op de volgen de wijze voor: Indien iemand drie maanden te laat is met het betalen van zijn belasting, zullen zes man hem in zijn huis opzoeken en indien hij dan niet onmiddellijk betaalt, zullen zij gedurende een uur uit alle macht voor zijn deur op hun trommel slaan. Indien dan na drie dagen nog niet betaald is, zullen deuwaarders komen en zijn huisraad publiek verkoopen. Ook deze medaille heeft echter een keerzijde. Vele ambtenaren, die thans de belastingen innen, zullen zonder werk komen; de buren kunnen bezwaar maken tegen het voortdurend tromgeroffel en het is de vraag of de autori teiten over een voldoend aantal trommen be schikt. A li** „l... °P dlt blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f Ofiflf) bij levenslangegeheeleongesch: Jllie GOOTlTie S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ol/Uv»m verlies van beide armen, beide t '7Cfï bij een ongeval met f OCfl bij verlies van een hand f Of oij verlies van een f Cfk bij een breuk van f Afï bij verlies van 'n beenen of belde oogen T OU*m doodeiyken afloop £OU»m een voet of een oog# duim of wijsvinger t/l/.-been of arm# tU»m eschlktheld tot werkendoor anderen vinger Uit het Engelsch van 40. Op den vierden dag van haar verblijf begon ze er eindelijk met Mary Judson over. Het is twee mijl hier vandaan, waar schuwde ze. Voel je Je sterk genoeg? Sterk genoeg? herhaalde de oudere vrouw. Ik voel me als herboren. Toen ik hier kwam, voelde ik me zoo slap als een vaatdoek en nu voel ik me tot alles in staat. Je ziet er veel beter uit. Het is hier ook heerlijk! Ik heb je nooit Willen gelooven, als je over de zee en het strand ende lucht hier sprak, maar nu voel Ik zelf dat het waar is. Niet dat ik hier zou willen wonen, voegde ze er bü, er bestaat voor mij geen andere stad dan Leeds, maar het is heer lijk voor een vacantie. Je hebt me beloofd het oude huis te laten zien, daar verlang ik ook naar. Na het ontbijt begaven de vriendinnen zich op weg. John volgde zijn meesteres op de hie len. Meer dan eens had ze hem gezegd terug naar zijn baas te gaan, maar de hond was al tijd weer bij haar teruggekomen, Die hond houdt van je, merkte Mary op. En ik van hem. Ik kreeg herft als kind al Zal zijn eigenaar het niet vreemd vinden, dat hij niet terug komt? Nancy gaf geen antwoord. Ze had Mary Jud son niets verteld van Jack's voorstel. Eindelijk bereikten ze den top van den heu vel en Trevanion Court lag voor hen. Is dat bet? vroeg Mary opgewonden. Nancy knikte zwijgend. Het is buitengewoon mooi, verklaarde de ander. Kom mee! Ik durf niet, antwoordde het meisje. Ik durf gewoonweg niet. Ik was er den eersten morgen nadat we aankwamen en mijn hart brak van verdriet. Dan ga ik alleen, zei Mary resoluut, en de daad bij het woord voegend, stapte ze op het huis af, terwijl Nancy met John bleef wachten. Nancy voelde zich dien morgen weemoediger dan ooit. Niet alleen dat ze wanhopig was, ze voelde zich ook teleurgesteld. Uit Leeds had ze John Trefry van haar komst naar Cornwall geschreven en hem mee gedeeld, dat zij bij Dorcas Uren ging wonen, maar John had haar niet geantwoord. Gedu rende de twee laatste jaren hadden ze voort durend gecorrespondeerd en daar John's brie ven altijd hartelijk en vriendschappelijk wa ren, verbaasde het meisje zich erover, dat ze hem tot nu toe niet had zien opdagen. Hij had toch minstens een paar regels kunnen schrijven, dacht ze. Nu hij weet dat ik hier ben, is het heel:maal niet aardig van hem om geen enkel teeken van leven te geven. Nancy had John sinds jaren beschouwd als haar besten vriend. John was een stile, rustige jongen, die absoluut geen uitzicht had op een schitterende carrière. Maar hij was eerlijk en oprecht en Nancy wist, dat hij de eenige was die haar volkomen begreep en met haar mee voelde. Daarom was ze ook zoo teleurgesteld door zijn houding. Ze voelde zich vandaag be paald mistroostig. Mary Judson kwam, zonder dat ze het had gemerkt, weer bij haar staan. Ben je het huis binnengegaan? vroeg Nancy haar. Neen, maar ik liep er om heen; ik heb nooit zoo iets moois gezien. Heeft het altijd aan je familie behoord? Meer dan drie honderd jaar geleden bouw den mijn voorouders het, zei het meisje. Drie honderd jaar? Ja, en het schijnt dat dit huis gebouwd is op de grondvesten van een nog ouder, voegde ze erbij. Misschien is het dwaas om daar trotsch op te zijn, maar de Trevanions kunnen hun stamboom terugvinden tot vóór den tijd van Ed.uard den Belijder. De oudere vrouw zweeg een poosje. Eindelijk vroeg ze langzaam: Die optie duurt nog drie jaar, zei je? Drie jaar, herhaalde het meisje. En je hebt er tien duizend pond voor noo- dig? Nancy knikte bevestigend. O, kon ik ze maar verdienen, riep Mary met een trilende stem. We moeten het gedaan krijgen, het moet! Ik heb het gevoel dat het ons zal gelukken. Toen ik hier kwam, was ik dood-op, maar ieder endag voel ik me sterker. Als we naar Leeds teruggaan, dan.... Nancy., niet huilen, niet huilen, want de tranen rolden over het gezicht van het meisje. Het schijnt zoo onmogelijk, Mary. En je hebt het je vader beloofd? Ja, op zijn doodsbed. Dan zullen we het doen! Het moet gaan! Het zal de mooiste dag van mijn leven zijn, als ik je het huis kan teruggeven. Nancy gaf ge enantwoord. Ze keek treurig naar de met stroo gedekte daken van de ge bouwen vóór haar. Gesteld dat we niet slagen, ging Mary voort, is er dan een andere mogelijkheid om het geld bij elkaar te krijgen? Tien duizend pond is een massa geld! Er is een mogelijkheid. Welke? Nancy zweeg een oogenblik. Toen zei ze plot seling: Mary, wat zou jij doen in mijn plaats? Je hebt mijn oud tehuis gezien en je weet wat ik heb beloofd. Zou jij in mijn plaats de be lofte vervulen door met een man te trouwen waar je niet van hield? Welken man? vroeg Mary Judson. Dat zal ik je vertellen. HOOFDSTUK XX JOHN TREFRY EN JACK BEEL Is het Ben Briggs soms?. Waarom vraag je dat? Omdat ik de manier heb gezien, waarop hij naar je keek. Heeft hij je gevraagd? Hij zou het mij als huwelijkscadeau ge ven, lachte Nancy hitter. Maar waarom eigenlijk niet? Ben Briggs is een aardige jongen. Hij is firmant van een van de grootste zaken in Yorkshire en hij zal nog wel eens Lord Mayor worden of zooiets. Maar ik hóud niet van hem! riep Nancy uit. Hou je dan van iemand anders, kind? Nancy schudde het hoofd. Waarom zou je het dan niet doen? Raad jij mij aan met Ben Briggs te trou wen? Je kunt slechter doen. Zelfs al houd ik niet van hem? Moet ik mezelf verkoopen, Mary? Moet ik mij verbin den aan een man, omdat hij dèt voor mij kan terugkoopen? en ze wees naar het huis. Raad jij me zoo iets aan? Ik weet het niet, zei de vrouw peinzend. Een oude vrijster worden is ook geen pretje, Nancy, jaar in jaar uit alleen te leven zon der iemand om van te houden. Er is nog iemand, zei Nancy na een lange stilte. Nog een? Wie dan? Ken ik hem? De eigenaar van Trevanion Court. Is het een groote jonge kerel van een jaar of 27, met een bruinverbrand gezichten dik zwart haar? Heb je hem gezien? Heb je met hem ge sproken? Hij draaide om mij heen, toen ik een half uur geleden bij de poort stond. Hij zei niets, maar hij keek naar me of ik een geestverschij ning was. Eén van de werklui zei Mr. Jack tegen hem. Is hij het? Hij vroeg me den dag dat mijn vader be graven werd, antwoordde het meisje. Ik weet dat hij verliefd op mij is. HU kocht dezen hond voor me en mUn paard Phoebe. Wil hU graag met je trouwen? Laten we daarover niet spreken, zei het meisje, haastig opstaand. Ik wil er niet aan denken. En toch weet ik, dat ik alles liever zou doen, dan de belofte aan mUn vader niet hou den. Het is afschuwelijk, Mary, maar als het ons niet gelukt om rubber te maken, zal ik een van de twee moeten trouwen. Wie van de twee? Ik weet het niet. Het is me gelijk. Luister eens, Nancy, begon Mary, toen ze op den terugweg waren, zou jU, als je met Ben Briggs of met dien Jack trouwde, het ge voel hebben, dat Trevanion Court jouw eigen dom was? Ik geloof het niet, zei het meisje, dat maakt me juist zoo wanhopig. Maar je mag niet wanhopig z«n! Zoodra we in Leeds terug zijn, beginnen we opnieuw en we zullen het maken, we zullen! En dan is het werkelijk van jou. Wordt vervolgd. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 14