Tienduizend Robinson Crusoë's
HUISVROUWEN VAN NEDERLAND!
B1UE BAND
Jiet <m&aal van dat daa
-|et Erfdeel
ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN
ROBINSONschoenen
Een feest voor je teenen
DINSDAG 23 MEI
BOERENVISSCHERS
Nieuwe toekomst
Van plant tot papier
Modern Siam
Nieuwe toeristenweg
Philanthroop overleden
Eenzame bewoners van de
M agd alena-eïland en
VERSCH GEKARND
Ondeugdelijke levensmiddelen
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
Ergens aan de Amerikaansche kust, in
den Atlantischen Oceaan en toebehoo-
rend aan Canada, liggen de Magdalena-
eilanden, die zich in een bijzondere reputatie
biogen verheugen en wel in deze, dat zij nau
welijks bekend zijn bij de Canadeezen zelf.
Nochtans liggen zij allerminst in onbekend wa
ter. Dagelijks varen er schepen voorbij van
groote stoomvaartlijnen, doch niettemin zijn de
bewoners van deze eilandengroep vrij gebleven
Van vele akelige dingen, die onze maatschappij
«enigszins bederven, terwijl zij talrijke prettige
en nuttige dingen van diezelfde maatschappij
hebben overgenomen.
De bewoners zijn van afkomst Europeanen,
h.l. Fransehen en Britten, dat wil zeggen Schot
ten, Engelschen en Ieren, om het begrip Brit
bader te omschrijven. Grooter dan tienduizend
is hun aantal niet, maar deze tienduizend le
ven onder benijdenswaardige omstandigheden.
Treinen kennen zij niet, de brandweer is hun
Vreemd en o, wonder, politie behoort er tot de
Volstrekt onbekende dingen. Ook een krant is
onbekend, behalve bij enkele bewoners, die ge
abonneerd zijn op een Amerikaansch of Euro-
Peesch blad. Uit dit alles volgt, dat er ook geen
bandieten zijn en dus geen advocaten, maar
evenmin cinema's en theaters.
De groep bestaat uit een zeer groot aantal
eilanden, kleine en groote, en in den zomer is
het klimaat er bijzonder verrukkelijk. De zo-
öier is echter zeer kort en de rest van het jaar
regent en stormt het van je welste. Hierom en
omdat hooge rotsen zich aan de kust uit zee ver
heffen, worden de eilanden gevreesd door de
zeelieden, die menige herinnering hebben aan
verschrikkelijke schipbreuken, die aan deze kust
Plaats hadden.
Bij alle gemis aan ons z.g. modern comfort,
is dit land toch voorzien van radio en natuur
lijk van een postkantoor, want de menschen,
die hier wonen, zijn allerminst onontwikkeld,
getuige het paar dozijn kerken en de enkele do-
Zijnen scholen, die de bewoners rijk zijn. Voorts
hebben zij het druk genoeg met de vischvangst
en verschillende Amerikaansche maatschap
pijen hebben op de Magdalena-eilanden hun
filialen gevestigd. Er is bovendien een douane
dienst en een hotel, dat den zeer weinigen be
zoekers gastvrijheid verleend en dat modern is
ingericht.
Het is heel stil op deze merkwaardige eilan
den en dit kan ook niet anders, gezien 't feit,
dat de bewoners verspreid wonen over tiental
len eilanden. Op de kleinste eilanden wonen
soms maar enkele menschen, die vrijwel afge
storven van de rest van de wereld leven.
Het merkwaardige feit doet zich voor, dat de
bewoners, die voor een goed deel van visch
vangst leven moeten, niet het recht hebben om
jacht te maken op kreeften, die in ontzaglijke
hoeveelheden voorkomen in de wateren dat de
eilanden gescheiden houdt. Deze vischsoort is
n.l. eigendom van de regeering, die haar eigen
personeel uitzendt en een aardigen duit aan de
kreeft verdient. Behalve vischvangst, is ook de
landbouw een druk beoefend vak. De opbrengst
van den landbouw wordt echter voor het aller
grootste deel in eigen land verbruikt. Export is
er vrijwel niet. Iedereen, die het land wil be
bouwen, heeft een groot stuk land voor zichzelf
en teelt daarop, wat hij voor zijn gezin noodlg
heeft.
De menschen wonen meestal in houten hui
zen en dit hout werd verkregen van 't wrak
hout, dat van gestrande schepen aan de kust is
aangespoeld.
Blijkbaar maakt men hier veel werk van het
eten, want de keuken is het grootste vertrek
van het huis. Uiteraard is het visite-gaan hier
sterk ontwikkeld. Wat zal men al anders doen
in dit land met weinig vertier dan elkaar zoo
veel mogelijk bezoeken en gezelschap houden.
Vandaar dan ook het groote aantal stoelen,
dat men er in de huizen aantreft. Hoe meer
zielen, hoe meer vreugd, luidt het spreekwoord,
en op de Magdalena-eilanden komt dat precies
uit.
Of het aan de beschermde kreeften ligt, we
ten wij niet, maar de vischvangst levert niet
veel op, zelfs zoo weinig, dat de visschers
van hun vangst alleen niet kunnen leven. Het
visschen kost geld. Men heeft een boot noodig
en netten en die zijn nauwelijks te bekostigen
van de opbrengst der vangst. Waarom dus die
kreeften zoo vrij gelaten?
Eigenlijk zijn de eilanden op 'n eigenaardige
wijze eigendom van Canada geworden. Aan
vankelijk waren zij eigendom van een handels
maatschappij, maar deze ging failliet en toen
kwamen de stukjes .grond aan de Canadeesche
regeering, n.l. aan de Canadeesche Bank.
Het schijnt, dat de bodem der eilanden, al
thans van sommige eilanden, rijk is aan delf
stoffen als magnesium e. d., maar de buitenge
woon slechte verbinding met het vaste land
maken een winstgevende exploitatie onmoge
lijk.
In den aanhef van dit artikeltje vermeldden
wij, dat dagelijks schepen van groote stoom
vaartmaatschappijen voorbij de eilanden varen.
Toch heeft dit weinig beteekenis voor de be
woners gehad, zooals trouwens blijkt uit de vrij
De zeeman was buitengewoon opge
bonden, toen hij op zekeren dag een
Som-boom op het eiland ontdekte, en
biet zoodra had Ivy het eerste kom
nietje vloeibare gom gezien, dat Fred-
<iy had opgevangen, of daar schoot
haar een pracht-idee te binnen.
„Wij zullen eens een paar papieren
Zakjes maken, die kunnen we best in
he keuken gebruiken," zei ze tegen
Robbie en Topsy, die graag mee wil-
hen helpen.
'foflinnirtintottiïi
Nadat ze eenige zakjes gemaakt
hadden, borgen de kinderen him ge
reedschappen op en brachten ze naar
de Artiskeuken, ze keerden toen te
rug om de zakjes te halen, maar tot
hun schrik zagen ze dat aardmanne
tjes de zakjes op hun hoofd hadden
gezet. Een van de kleine aardmanne
tjes zei: „Dank jullie hoor, voor de
nieuwe hoeden."
„Och, och," riep Ivy uit: „nu moe
ten we weer opnieuw beginnen."
(Morgenavond vervolg)
(Ingezonden mededeeling)
P*
IET 4 0 °7o
Laat U door entcete centen niet weerhouden het zekere
vóór het onzekere te nemen. Blue Band kost stechts enkele
centen per pakje meer dan andere, goedkoopere soorten - maar
els Ge Blue Band koopt - koopt Ge gelijktijdig de volle
.zekerheid dat de allerbeste grondstoffen en de allerfijnste
roomboter voor de bereiding worden gebruikt Die zekerheirk
ook voor wat de buitengewone hygiënische wijze van berei
ding aangaat, kunt Ge U verschaffen door een bezoek aan de
Blue Band-fabrieken te Rotterdam; deze toch staan steeds voor
(edereen ter bezichtiging open. Koopt uitsluitend Blue Band dan
houdt Ge alle onzekerheid en twijfel buiten de deur,
AUERFUNSTE ROOMBOTER ONDER RIJKSCONTROLE
primitieve omstandigheden, waarin zij leven.
Een voortdurend contact met de buitenwereld,
welk contact zeker door het bezoek van vreem
de schepen in het leven zou worden geroepen,
zou ongetwijfeld verandering hebben moeten
brengen in de levensgewoonten der menschen.
Maar deze schepen kunnen de eilanden niet
aandoen, omdat het water zeer ondiep is en 'n
landing door middel van roei- of stoombootjes
te veel tijd in beslag neemt.
Daarom bestaat het plan, om op een of an
dere wijze verbinding te zoeken met het diepe
water, hetzij door het graven van een vaar
geul, hetzü door het bouwen van een water
hoofd, dat ver in zee reikt. Vooral het laatste
plan schijnt de instemming te hebben zoowel
van de eilandbewoners als van de regeering. Dit
zal het begin kunnen worden van een nieuw
leven op de Magdalena-eilanden. Maar zoover
is men nog niet. Het zijn allemaal nog plan
nen en ook de uitvoering daarvan zal met zóó
groote moeilijkheden gepaard gaan, dat er nog
wel eenige tijd zal verloopen eer de Magdale-
ners zoover zijn. En als zij zoover zijn, dat zij
rechtstreeks verbinding hebben met het groote
leven in de wereld daarbuiten, laten wij hun
dan toewenschen, dat zij daarvan alleen het
goede weten te importeeren. Want tot dusver
waren zij er waarlijk nog niet zoo er aan toe.
Na diepgaande onderzoekingen heeft het
papier-instituut te Leningrad geconstateerd,
dat verscheidene plantensoorten, die aan de
rivier Amu-Darja groeien, met goed succes voor
de vervaardiging van papier kunnen worden
gebruikt.
Het instituut heeft reeds uit Midden-Aziati
sche planten verschillende papiersoorten van
voortreffelijke kwaliteit gepubliceerd.
Aan den Amu-Darja zijn ongeveer 250.000
H.A. met dergelijke planten begroeid. Deze
machtige voorraden grondstoffen zullen thans
ontsloten worden. Te Tsjardsjui wordt een cel
lulose- en papierfabriek gebouwd, welks pro
ductie op 24.000 ton per jaar berekend is.
De papier-industrie-trust heeft een speciale
'commissie gezonden naar Midden-Azië, welke
voor de papier-industrie de geschiktste plan
tensoorten moet uitzoeken en voorbereidingen
voor den bouw van de fabriek treffen.
Koning Prajadhipok van Siam laat te Bangkok,
naar Reuter meldt, een groot luxueus inge
richt theater bouwen, dat over eenige maanden
voltooid zal zijn.
De groote zaal, die 1500 menschen kan bevat
ten, zal dienen voor bioscoopzaal, de kleine die
300 toeschouwers kan bevatten, voor tooneel-
voors tellingen.
Het gebouw zal ook een restaurant met dans
gelegenheid bevatten.
Aan de buitenzijde komen drie Siameesche
figuren uit de mythologie 's avonds met neon
licht bestraald.
De groote zaal wordt voorzien van een mo
dern luchtafkoelingsstelsel, zoodat er steeds een
aangename temperatuur zal heerschen.
De koning is een groot bewonderaar van de
moderne geluidsfilms.
De Spaansche toeristenbond overweegt om
een nieuwen langen weg aan te leggen over de
Pyreneeën.
Tot dusver bleven vele prachtige panorama's
aan de Spaansche zijde van de Pyreneeën ver
borgen, wegens het gebrek aan autowegen.
Het thans ontworpen plan beoogt de be
staande wegen met nieuwe te verbinden, waar
door automobilisten uit het Noorden tot in het
Spaansche gedeelte van dit gebergte kunnen
doordringen.
Ook zullen nieuwe hotels worden gebouwd,
om het vreemdelingenverkeer te bevorderen.
De Portugeesche Rockefeller. Senor Gomes
da Silva, die gedurende zijn leven millioenen
aan philantropische instellingen heeft gegeven,
is te Lissabon overleden. Hij stond bekend als
de man op wien nimmer tevergeefs een beroep
was gedaan.
In zijn testament heeft hij aan dertig ver
schillende liefdadigheidsinstellingen elk een be
drag van 20.000 gulden nagelaten, terwijl 500
armen van Lissabon elk 100 gulden krijgen. De
opbrengst van zijn bezittingen moet gebruikt
worden voor het bouwen van een nieuw zie
kenhuis.
De overheid zorgt er voor, dat de winkeliers slechts
deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen, doch hoe
staat het ermee wanneer U ze gebruikt? Wanneer U
muizen hebt kan in één nacht Uw voedsel vies en
bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan
deze bron van schade en ergernis door Rodent te
gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer
A.te K. ondervond in zijn schuur veel last van muizen,
die hij met allerlei middelen trachtte te verdelgen. Ten
slotte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef
hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood
te hebben. Koop nog heden een enkele doos a 50 et
of een dubbele doos k 90 ct. en morgen zult U van
muls en rat bevrijd zijn. Imp.: Fa. B. Meindersma,
Den Haag. B 43
Tusschen Mellow's boekwinkel en Durban's
lunchroom was slechts de opgang voor het
bovenhuis, afgesloten door een groen ge
schilderde voordeur, waarop een koperen plaat
met den naam: „George Armstrong, detective."
De betrekkelijk jonge man van dien naam
hield hier kantoor en stond in den driehoekigen
erker, welke zich juist boven de groene deur
bevond. Hij adverteerde niet, hij was bekend en
op den weg beroemd te worden; hij hield kan
toor, doch was zelf ongeregeld aanwezig, en
kwam alleen om zijn post te behandelen en
bezoekers te ontvangen. Hij zag op zijn pols
horloge en keek uit over de straat. Een meisje
kwam aan op het trottoir, zag even naar de
groene voordeur en ging den boekwinkel binnen.
Armstrong greep, terwijl hij voor het raam
bleef staan, den hoorn van een detectaphone en
luisterde. Er werd geklopt en een jongste be
diende kondigde aan: „Mijnheer Rawly vraagt
u te spreken."
„Laat hem binnen," zeide Armstrong en legde
den horen neer.
De heer Rawly, een overvoed type met een
breed hoofd dicht in zijn schouders, trad bin
nen.
„Goeden morgen," zei Armstrong, „gaat u
zitten."
De heer Rawly ging zitten: „Ik kwam van
morgen...." begon hij.
„Ik verwachtte u gisteren. Uw activiteit is
verrassend. U heeft bewakers voor mijn be
zoekers uitgezet, u schreef me onaangename
brieven in een zeer slecht handschrift en tracht
mij te dreigen. Maak u geen illusies, ik ga toch
mijn gang."
De heer Rawly keek verstoord.
„Laten we open kaart spelen. U wilt verhin
deren dat juffrouw Reule, uw pupil, trouwt
met den jongen Banks, omdat u daardoor een
inkomen van tienduizend gulden per jaar zal
ontgaan. Doch zij zijn onverzettelijk en u heeft
vernomen dat zij met volmacht zullen trouwen.
En wat gebeurt nu? Op een mistigen morgen
verdwijnt Banks uit zijn pension en wordt sinds
dien niet meer gezien. Het meisje, overtuigd dat
u daar de hand in heeft, vraagt mij raad. U ver
moedt daarvan iets en laat haar overal vol
gen
De heer Rawly lachte ruw en onwelluidend:
„U is wel openhartig, jonge man."
„Betrekkelijk," verklaarde Armstrong, „wat
ik vertelde, weet ik uit kranten, een paar slor
dige brieven van uw hand, en het venster daar.
Doch houd u er rekening mede, dat ik zon
der of met uw nieuwsgierigheid evengoed mijn
doel bereik. Goeden morgen," en hij hield de
deur van zijn kantoor voor Rawly beteekenend
open.
De heer Rawly stond op, deed een paar stap
pen en hief dreigend de vuist op; toen stapte
hfi plotseling; zonder spreken, het vertrek uit.
Armstrong luisterde naar het loodzware stap
pen op de trap, de voordeur sloeg dicht en
tegelijkertijd opende Armstrong een deur rechts
in het vertrek en liet een jong meisje binnen.
„Ik begrijp er niets van," zei ze.
„Dan juffrouw Reule, zal ik u wat uitleggen.
Een kantoor als dit, met slechts één ingang,
zou zijn als politieagent met één oog. Ik heb
den boekhandelaar ingelicht, dat u, als u ge
volgd werd, bij hem zoudt binnengaan en mijn
detectaphone vertelde me dat u aangekomen
was."
„Maar als ik nu eens uit zenuwachtigheid de
lunchroom was binnengegaan?" vroeg t meisje.
„Dan zoudt u ook in mijn wachtkamer zijn
terecht gekomen. U moet weten, beide zaken
behooren mij. Zei u niet in uw brief, dat u
door een brief van mij gehoord had?" vroeg
Armstrong.
„Ja, maar ik weet niet of u mij helpen kunt;
ik heb geen enkel bewijs tegen mijn voogd."
„Mijnheer Banks is het laatst gezien op den
zevenden dezer maand, nietwaar? Kunt u mfi
niet op een of andere wijze inlichten over het
doen en laten van uw voogd tusschen bijvoor
beeld den derden en den tienden?"
Misschien mijn dagboek?...." merkte het
meisje weifelend op.
„Kan ik dat vandaag van u ontvangen?"
„Ik zal direct naar huis gaan en het u zen
den."
Een uur later ontving de heer Armstrong een
paket, waarin een meisjes-dagboek, dat weinig
belangrijks bevatte, doch Armstrong scheen
tevreden.
Twee dagen later werd juffrouw Reule ver
zocht by den heer Armstrong te komen. Toen
zij het kantoor binnentrad, zei ze: „Ik had
graag eerder willen komen, maar het was on
mogelijk. Zelfs nu ben ik nog gevolgd, de man
staat buiten aan de overzijde te wachten."
„En iets verder staat zijn eigen bewaker,"
merkte Armstrong op. „Ik liet u niet eerder
komen, omdat wij met onze nasporingen waren
bezet"
„En heeft u mij iets te zeggen?"
„Inderdaad, t Voornaamste is, dat mijnheer
Banks is gevonden in uitstekende conditie."
„Goddank 1" juichte het meisje. „Kan ik hem
spreken?"
„Heeft u tijd?"
„Den geheelen dag."
„Dan stel ik voor," zeide de heer Armstrong,
terwijl hfi naar den kapstok liep, „dat we een
taxi nemen en met den middagtrein naar Li
verpool gaan."
In Liverpool bracht hen een taxi naar een
afgelegen oud huis. Op het schellen van Arm
strong opende een bejaarde vrouw de voordeur.
„Ja, mijnheer Banks is boven," zeide zij.
De heer Armstrong wendde zich tot 't meisje.
„In dit geval gaan zeer zeker de dames eerst."
Toen hij een twintig minuten later aan de
deur van een zitkamer klopte, werd deze voor
hem door een gelukkige juffrouw Reule ge
opend.
„Alles verteld?" vroeg Armstrong.
Banks schudde het hoofd: „Ik kon alleen
vertellen, dat ik in den mist ben neergeslagen
en in een taxi gedragen werd. Dan kwam ik
in een leeg huis, werd in een groote krat ge
stopt en hierheen gebracht."
„Dat is inderdaad weinig," meende de heer
Armstrong, „doch meer een gevolg van het feit
dat slechts het begin van het spel kon worden
gespeeld. Er was nog een zeereis op een schip
bij bedoeld."
„Hoe kwam u er achter?" vroeg het meisje.
.Doordat de gewone handelingen van Rawly
volgens het dagboek niet klopten met zijn fei
telijke daden. Hij reisde bijvoorbeeld naar Li
verpool, had bij
zondere interesse
voor een krat van I IflClH
een warenhuis, I
welke naar een
particuliere werf vermist I
werd gebracht en
daar nog staat,"
vertelde de heer Armstrong.
„Dat wil zeggen, er staat eigenlijk een twee
lingzusje van die krat," voegde hij er peinzend
aan toe, „en die krat vertrekt met de „Semper
Melior". Overigens zal de straf nog volgen,
denk ik."
Toen de heer Rawly 's avonds van zijn kan
toor thuis kwam, hoorde hij dat juffrouw Reule
volgens haar bewaker nog steeds bij den heer
Armstrong moest zijn en een telegram hem in
de huiskamer wachtte. Het was van het stoom
schip „Semper Melior" en meldde: „Krat aan
boord. Kom onmiddellijk over." Er was geen
onderteekening.
Rawly verbleekte eenigszins, er moest iets
niet in orde zijn. Hij dineerde slecht en besloot
ten slotte naar Liverpool te gaan. Toen hij
bij de havens kwam en rondzocht, naderde hem
een slaperig uitziende zeeman: „Iets te ver
dienen, mijnheer?"
„Ja*" antwoordde Rawly, „kun je mij de
„Semper Melior" wijzen?"
,Die wacht op het gety om uit te varen. Voor
een shilling breng ik u aan boord."
Vijf minuten roeien door het duister bracht
hem langszfi van een vrachtboot. „Die trap
maar op, dan zie je den kapitein wel. Je loopt
maar van de trap rechtdoor," zei de zeeman
en roeide weg.
Rawly klom de touwladder met moeite op,
hy zag geen hand voor de oogen. Boven ge
komen stapte hij over de verschansing, deed
een paar stappen rechtuit, voelde plotseling
geen grond meer onder de voeten en stortte
naar beneden. Verdoofd bleef hy liggen op een
aantal zakken, die zyn val verzachtten.
Toen hij de oogen weer opende, vond hy een
volslagen duisternis om zich heen. Hy begon
uit alle macht om hulp te roepen. Eindehjk
hoorde hy gestommel en zag hy den schyn van
eeu lantaarn.
„Dat is verschrikkeiyk tegenwoordig met
die verstekelingen," hoorde hy grommen en
daarna hoorde hy een ladder naar beneden
schuiven en een bevel om naar boven te ko
men. Toen hy op het dek kwam, werd hy door
een paar mannen bemonsterd, wat hem een
oogenblik naar zichzelf deed zien. Hy stond
versteld. Hy was gekleed in een blauw werk
pak en droeg zware schoenen; hy graaide in
z'n zakken en vond 'n zakmes, enkele shillings
en een enveloppe, gericht aan James Melbone
te Liverpool. Hoe hy ook trachtte den kapi
tein te overtuigen van het voor hem onbegrij
pelijk gebeuren, de kapitein bleef onbewogen
en kende geen medeiyden met den verstekeling.
Hy kwam slechts te weten, dat hy aan boord
was van de „Invincible", welke zich reeds op
den oceaan bevond op weg naar San Francisco,
en dat hy zyn overtocht kon verdienen door als
stoker te werken of zou worden gevangen ge
zet. Rawly protesteerde, hy vloekte zelfs; 'twas
alles vergeefsch. Hy bleef James Melbone en
accepteerde ten slotte. lederen dag ging hy
haast geradbraakt door het zware werk naar
zyn krib en sliep zooals hy in geen dertig jaren
had kunnen slapen.
Toen bereikten ze San Francisco en Rawly
bezat slechts de enkele shillings van Melbone.
De kapitein, die zijn verhaal nog maar half
geloofde, streek de hand over het hart en als
uiterste dienst, dien hy bewijzen wilde, offreer
de hij Rawly den terugtocht tegen stokersgage.
En Rawly accepteerde opnieuw.
Hij verliet tenslotte het schip, toen zy Li
verpool weer hadden bereikt, en had zware
eelthanden. Hy neusde in oude kranten en las
over zyn verdwyning en veronderstelling van
zelfmoord, en een paar dagen, by nader onder
zoek, bleek hem dat verschillende zyner maat
schappijen, welke slechts bestonden door zijn
persooniykheid, over den kop waren gegaan.
Dit alles beteekende het einde van zyn carrière.
„Ais die Armstrong hier een hand in heeft,"
bedacht Rawly woedend, „dan zal ik me wreken
en hem ruïneeren, zooals hy my deed!"
Maar terwijl hy over wraak nadacht, be
greep hij de mislukking daarvan; hy zou nooit
iets kunnen aanvoeren of uitrichten, zonder
een verklaring te moeten geven over zichzelf
en waarom hy naar een schip in de haven van
Liverpool zocht op een laten avond in Sep
tember.
En de heer Armstrong, die op datzelfde
oogenblik bezig was een wit lint toe te strikken
om een huwelijksgeschenk, wist dat ook!
IN POTJES
A 11* A**ox> dlt blad z!Jn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen f Ofltlfl bij
Alle U O O Tl Tie S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen OU ver]
geheeleongeschiktheid tot werkendoor f 7Cfl by een ongeval met f O C/l bij verlies van
le armen, beide beenen of beide oogen OUdoodeiyken afloop t*OU»m een voet of
van een hand f 9 C by verlies van een f Cfl bij een breuk van f Af] bij verlies van 'n
een oog# X£tO»m duim of wysvinger t#l/«~been of arm# Tl/»" anderen vinger
48.
Dit is een gezellige kamer, merkte Ben op,
het is me niet gelukt zoo iets bij my thuis
gedaan te krijgen. Maar nu heb ik moeder
zoover, dat ik myn eigen kamer volgens myn
eigen smaak laat inrichten. Het zal er niet
kwaad uitzien, denk ik. Kom eens kijken als je
Trilt.
Was het om me dat de vragen dat u mee
bent gegaan?
Gedeelteiyk wel, antwoordde Ben, maar
er is nog iets anders; ik ben Juist terug uit
Cornwall, voegde hy er aan toe.
Cornwall? herhaalde het meisje. Hebt
lihebt u
Ja, ik heb Trevanion Court gezien. Ben
kerkte dat het meisje nieuwsgierig was.
- Ik begrijp dat je er zooveel van houdt,
8ihg hy voort, het is werkelyk prachtig.
Ik ben biy, dat u het zoo mooi vindt I
*iep het meisje uit.
Wie zou het niet mooi vinden! Het is een
brachtig oud huis en het draagt den stempel
Tan eeuwen.
Ik vind het heeriyk, dat u er zoo over
praat.
Hoe oud is het? vroeg Ben.
Het werd gebouwd onder Koningin Eliza
beth, antwoordde Nancy, maar het staat op de
grondvesten van een veel ouder huis.
Ik kan me goed begrijpen wat het je ge
kost heeft om het te moeten verkoopen, zei de
jonge man hartelyk, ik ben niet sentimen
teel, maar ik begryp het volkomen. Alleen al
die eiken zoldering is onbetaalbaar. Ze hebben
me verteld dat er Amerikanen zyn geweest die
eenige duizenden ponden hebben geboden, al
leen voor die paneelen.
Maar hy mag ze niet verkoopen, riep
Nancy uit, dat staat in het koop-cor tract.
Wat ik heb gehoord is, dat de oude Beel
die Amerikanen een optie voor anderhalf Jaar
heeft aangeboden, zei Ben.
Die ellendeling! riep Nancy uit. Hy zal
het nooit probeeren!
Maar je kunt er niets tegen doen, ging
Ben voort, als je ten minste zelf die optie
niet aanvaarden kunt. Het zou zonde en schan
de zijn. Zulke oude gebouwen zijn zeldzaam en
die paneelen door een Amerikaon te laten weg-
snyden en ze in een afschuweiyk huis in New-
York over te brengen, is heiligschennis.
Er moest een wet bestaan om dat te ver
bieden, zuchtte het meisje.
Maar met je eigendom kun Je alles doen,
zei Ben. Ik heb ook gehoord, dat de oude Beel
die groote oprijlaan zou laten omhakken.
Omhakken? Waarom? waarom?...» ze
kon niet spreken van ontroering.
Ik denk dat het een zeldzame boomsoort
is en dat hy er veel geld voor kan maken. Na-
tuuriyk kunnen het praatjes zyn, maar de
oude Beel ls er best toe in staat.
Hebt u hem gesproken?
Ja, vader en zoon. Toen ze wisten dat ik
je kende, waren ze heel vriendeiyk.
Hebt u gezegd, dat ik u kende?
Ja, ik zei dat je een vriendin van myn
zuster bent.
Niet anders? vroeg het meisje haastig.
—Neen, antwoordde Ben. Toen, haar vast
aanziende: ik zei, dat je hoopte het eens te
rug te kcopen.
Wat antwoorde hy daarop?
Hy lachte. Hy beschouwde het als een
grap. De Jonge kerel keek woedend. Maar het
is een schande, voegde Ben eraan toe, dat
menschen als de Beels eigenaars zijn van zulk
een huis. Wat ls het prachtig gelegen! Een
sprookje!
Er is niets mooiers op de wereld, zei
Nancy.
Ben had zyn plan zorgvuldig voorbereid. Hy
had geleerd dat hy de vorige keeren niet op
de juiste manier met Nancy gesproken had.
Hy wilde nu diplomatiek zyn. Hy dacht aan 't
gezegde: Ben Briggs krijgt alles wat hy wil en
hy had nooit zijn plan opgegeven om met
Nancy te trouwen. Daarom was hfi naar Corn
wall gegaan om nu zoo met haar te kunnen
spreken. Hij had het juiste oogenblik ervoor
berekend. Ze moest nu moe en teleurgesteld
zijn en ze zou het ellendig vinden om alleen in
het stille huisje te zitten. Sarah Ellen had dien
avond vry-af en zoo konden ze ongestoord met
elkaar praten.
Weet je welk plan ik heb gemaakt? vroeg
Ben.
Nancy schudde het hoofd.
Jou het recht vragen om het huis terug
te koopen. Ik heb de documenten doorgeke
ken en gezien, dat jy het recht hebt het huis
binnen vyf jaar na den dag van verkoop terug
te koopen. Maar dat is makkelyk in orde te
brengen: je moet er met je advocaat over spre
ken en mij het recht van optie overdragen.
Dan schrijf ik je een cheque van tienduizend
pond uit en zoo kun je dan....
Maar dan moet ik het later aan jou over
dragen! riep Nancy uit.
Niet, als je dat niet wilt, en Ben's stem
trilde. Mjjn gevoelens zyn hetzelfde gebleven.
Niets zou my een grooter vreugde zyn dan Je
het oude huis terug te geven. Maar dan is er
nog iets. Het is een geheim, je mag er met
niemand over sprekenEen van de redenen
waarom ik naar Cornwall ging was, dat ik lid
van het parlement kan worden.
Bedoel je dat je gekozen kimt worden?
Ja, ik heb groote kans.
Wat leukl En neem je het aan?
Ik beloofde binnen eenige dagen antwoord
te geven. Trevanion Court hoort by mijn ar
rondissement, vervolgde hij en het zou goed
staan voor een lid van het parlement, daar te
wonen, is het niet?
Nancy's hart klopte wild. Nooit had ze aan
zoo iets gedacht. Ben's aanbod maakte niet
alleen de liefde voor haar huis, maar ook die
voor haar landstreek wakker. De vrouw te zijn
van een lid van het parlement, te leven in Tre
vanion Court, tusschen haar geliefd volk!
Iedere zenuw van haar lichaam stond ge
spannen, haar trots werd gestreejd en alles in
haar verlangde om ja te zeggen. Waarom ook
niet? Dan zou haar hartewensch in vervulling
gaan; een andere kans was er niet. John Tre-
fry scheen niet werkelyk van haar te houden;
hy had haar niet eens de gelegenheid gegeven
hem te schrijven en als hy met haar trouwde,
zou ze armoede met hem UJden. Het gesprek
met Ben had haar tot in haar binnenste ge
roerd.
Ik moet myn besluit binnen een week me-
dedeelen, zei Ben, terwyi hy opstond, en Je
zult er nog eens over nadenken, niet waar,
Nancy?
Ja, ik zal er over nadenken antwoordde
ze. Maar laat me nu alsjeblieft alleen. Ik
ben overspannen en zenuwachtig en wil er
graag rustig over denken.
En mag ik over drie dagen je besluit hoo-
ren? vroeg Ben.
Ja. Als je tot Vrydag niets van me hebt
gehoord ben ik dien avond thuis.
Toen Ben was weggegaan zuchtte Nancy
diep. Ze wist dat als Ben langer had aange
drongen ze voor het verleidelijk voorstel zou
zyn gezwicht.
Ik moet er rustig over denken, zei het
meisje in zichzelf. Ik moet het met mezelf
uitvechten.
HOOFDSTUK XXXV
SARAH ELLEN IN HET NAUW
Nooit had Ben's voorstel Nancy zoo aanlok
kelijk toegeschenen. 21e moest haar plan ten
uitvoer brengen, ze wildte Trevanion Court
terug koopen. Maar hoe?
John Trefry was uit het gezicht verdwenen,
bovendien had hy haar teleurgesteld en ge
kwetst; hij had haar eigenliefde beleedigd! In
een uur van zwakheid had ze hem verteld dat
ze alles zou willen opofferen en in armoede
met hem zou willen leven omdat ze hem lief
had, maar John was weggegaan zonder zelfs
te zeggen waar heen! Bovendien was hy een
onpractische droomer, iemand, die wel nooit
zou slagen in het leven. Over den jongen Jack
dacht ze niet eens meer. Na de scène by het
oude huis kon ze niet zonder walging aan hem
denken, dat was onmogelyk. Maar met Ben
Briggs was het heel anders. Hy was tenminste
een man van beschaving, het was een sterke,
prachtige, jonge kerel en in veel opzichten een
gentleman. Hy hield van haar, al jaren, en
dat streelde haar ydelheid. Ben was erop voor
uitgegaan in dien tyd. Hy was niet langer de
zelfzuchtige, eigenwyze jongen van vroeger;
hy was bescheidener en sympathieker gewor
den. Bovendien zou het heeriyk zyn om op
Trevanion Court terug te komen; Jack Beel
zou eruit verdreven worden en ze was terug in
het land waar ze zooveel van hield. Maar ze
voelde zich niet voldaan.
Wordt vervolgd.