De jaarlijksche roeiwedstrij den op het Noordzee-kanaal.
Het Japansche gevaar
Het oude boeren-erfrecht
Men iebifft om:
I KING-PEPERMUNT
HET BEHOUD VAN HET
PLATTELAND
VRIJDAG 26 MEI 1933
De Westersche industrie
bedreigd
De landbouwpolitiek
fü!
iiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiniiiiiiiiiiii
„ANNO SANCTO"
Plaatsverkoop buiten Amsterdam
Men hoopt door het herstel van
het oude recht de proletarisee
ring van den kleinen boeren
stand tegen te gaan
BOEK EN BLAD
sp-i K5-* &&S onder voortdurende scheikundige controle =j
vVv van het Laboratorium Dr. v. Hamel Roos és s
N^'Vjfr Harmens, Amsterdam.
FOTOREPORTAGE
H De oude Egyptenaren gebruikten reeds op primitieve g
s wijze de opwekkende bestanddeelen der pepermuntplant.
H Gij als modern mensch vindt in de origineels KING-Peper- g
munt ditzelfde middel ter verkwikking in verfijnden en ver-
H sterkten vorm terug.
OP DE AMSTERdAMSCHE SINTELBAAN hadden Donderdag groote athletiekwedstrijden plaats. De start van den 100 Meter
hardloop voor dames, die gewonnen werd door MeJ. A. Doorgeest.
HET 6e REGIMENT VELD-ARTILLERIE TE
LEIDEN, dat van 1894 tot 1898 als lie afdee-
ling van het toenmalige 2e regiment veld
artillerie door luitenant-kolonel von Stein Cal»
icnfels gecommandeerd werd, heelt Woensdag
ter eere van diens 90sten verjaardag voor zijn
oud-commandant gedefileerd, na afloop waar
van generaal von Stein Callenfels den com
mandant J. E. Haitsma Muiier dankte.
DE AMSTERDAMSCHE KEEPER in actie tijdens den voetbalwedstrijd tusschen het Rotterdamsche-
en het Amsterdamsche elftal, die Donderdag in de Maasstad werd gespeeld.
HET HOOFDNUMMER van de Varsity die Donderdag op het Noordzee-kanaal werd gehouden, werd
gewonnen door Triton (oude Vier). De ploeg na de overwinning.
DE HEER J. G. J. E. i iOM, edelsmid en con
servator van het Aartsbisschoppelijk Museum
te Utrecht, is Woensdag te Amsterdam in het
huwelijk getreden met mej. H. M. M. Fischer.
De directie van de Koninklijke Stoom
weverij in Nijverdal heeft zich genood
zaakt gezien, circa 200 man van het
personeel (dat toch al belangrijk was inge
krompen) ontslag aan te zeggen. Zij beargu
menteerde haar besluit door te wijzen op de
scherpe concurrentie van de zijde van Japan,
waaraan men het hoofd niet meer kon bie
den. Japan heeft de markten, waar de Ko
ninklijke Stoomweverij vasten voet had, ver
overd en het ziet er niet naar uit, dat het
hier een tijdelijke aangelegenheid geldt.
Dit sombere bericht somber voor de
slachtoffers, die zonder werk komen te zit
ten en steuntrekkers moeten worden, maar ook
uiterst pijnlijk voor Twente en geheel in
dustrieel Nederland doet ons nog eens wij
zen op het groote ekonomische gevaar, dat Eu
ropa van uit het Oosten dreigt. Niet genoeg
kunnen wij hameren op het aambeeld: dat er
een andere handelspolitiek, zoowel voor ons
land als voor het Rijk buiten Europa, gevolgd
zal moeten worden. Gedurende en na den oor
log trad Japan op als industrieele steun voor
het vechtende en moe-gestreden Europa. Eu
ropa kon tijdens den oorlog zélf niet meer
voldoende produceeren, omdat het grootste ge
deelte van zijn krachten beschikbaar moest
zijn voor den krijg. Men was Japan dankbaar
voor den flinken steun, welken het loyaal ver
leende. Men begreep toen echter niet, dat Eu
ropa hierdoor het paard van Troje binnen
haalde; men kan een industrie, die zich ont
wikkeld heeft, nu eenmaal niet meer afbre
ken, vooral niet in dit geval, nu Japan voor
zijn toenemende bevolking aan die industrie zoo
veel te danken had. Het was te begrijpen, dat
het land van de Rijzende Zon veel verder zou
gaan, wanneer eenmaal de industrieele capaci
teiten verkregen zouden zijn. Dit duurde tal
van jaren, doch nu Japan eenmaal bogen
kan op een moderne installatie met goedkoope
werkkrachten en nu het daarbij ziet, hoe ge
makkelijk het met Europa concurreeren kan,
is er geen houden meer aan.
Japan echter brengt zelf niet de grondstof
fen voort, waaraan het behoefte heeft. Er
bestond dus altijd een kans, dat het in het
buitenland terecht moest komen, zoodat een
deel van zijn voorsprong door lage loonen
en door een gedeprecieerde valuta in hooge
prijzen voor die grondstoffen zou te niet gaan.
Daardoor kwam de noodzakelijkheid nog meer
naar voren om zich meester te maken van
de macht om de Japansche Zee. Deze neiging
bestond al lang bij de Japansche Regeering,
maar nimmer zag zij de kans schoon om haar
doei te bereiken. Tot in 1929 de krisis uit
brak, waardoor de tegenstellingen tusschen de
Europeesche naties, Amerika incluis, zóó groot
werden, dat een ekonomische oorlog werd ont
ketend, die misschien even funeste gevolgen
zal hebben als destijds de militaire oorlog,
al wordt er nu gelukkig geen menschenbloed
vergoten.
Het was voor Japan de geboden gelegenheid
om de leuze „Azië voor de Aziaten" in toepas
sing te brengen. De krijgstocht naar Mantsjoe-
koeo nam een aanvang, terwijl Noord-China
verder op de nominatie staat om door Japan
te worden beheerscht. Bovendien slaat Tokio
een begèerig oog op Wladiwostock en op Noord-
Sachalin met zijn grooten olie-rijkdom. Japan
beoogt hiermede twee doeleinden; ten eerste
krijgt het de hegemonie in het Oosten en een
afzetgebied voor zijn te sterk toenemende be
volking en ten tweede verovert het regionen,
die uitnemend geschikt zijn om de noodige
grondstoffen voort te brengen. Waar de loonen
in die streken nog lager zijn dan in Japan,
is het koopen van dure grondstoffen uit de
aan de Westersche mogendheden behoorende
gebieden te zijnèr tijd onnoodig, waardoor de
concurrentiekansen nog beduidend beter wor
den. Dit zou nog sterker gelden, wanneer Chi
na op een gegeven moment met Japan zou
samengaan.
Het gevaar, dat Europa van de zijde van
Japan op ekonomisch gebied bedreigt,
is dus zeer groot. Er zal een tijd ko
men, dat de productie van goedkoopere massa
goederen voor Europa niet meer loonend zal
zijn en dat de Europeesche industrie zich zal
moeten „umstellen". Deze „Umstellung" zal
echter geleidelijk moeten gaan, terwijl de tus-
schenphase moet worden overbrugd door en met
behulp van een doeltreffende handelspolitiek.
Er moet een halt worden toegeroepen aan den
invoer van goedkoope vreemde fabrikaten en
wij moeten bovendien troeven in de handen
hebben om deze te kunnen uitspelen tegen
over hen, die méér in ons land invoeren dan
zij van ons betrekken. Dit is een gebiedende
noodzaak.
De komende strijd tusschen het Oosten en
het Westen is mede een der oorzaken van het
autarkische streven, dat wij de laatste jaren
opmerken. Men ziet dit niet algemeen in en
men vindt het streven naar een zekere mate
van autarkie een dwaasheid.
Wanneer men dit streven echter zou be
strijden ontneemt men het Westen de laatste
kans om met succes tegen een ekonomische
overmacht van het Oosten te kunnen strijden.
Hoe meer de invoer van goedkoope goederen
wordt belemmerd, hoe eerder de concurren
ten zich gedrongen zullen voelen om door on
derling overleg tot betere verhoudingen te ko
men.
Wat heeft Japan er aan om te produceeren
zonder te kunnen verkoopen. Tenzij China een
voldoende afzetgebied zal kunnen worden, het
geen wij betwijfelen, daar China datgene noo-
dig heeft, wat Japan toch met kan leveren,
terwijl de opkomende Chineesche industrie juist
een concurrente van Japan kan worden ge
noemd.
Wij zien zéér wel in, dat door steeds méér
autarkie de internationale verhoudingen steeds
chaotischer zullen worden, maar de ramp
van dien chaos schijnt de wereld nu een
maal noodig te hebben om tot inkeer te ko
men en weer te grijpen naar het beproefde
middel van internationaal contact in interna
tionaal vertrouwen.
Door de duisternis tot bet licht!
Daar er eenige wijzigingen gekomen zijn in
de adressen van den plaatsverkoop buiten Am
sterdam, voor het Sacramentsspel „Anno Sanc-
to", laten wij hieronder de lijst der adressen
nog eens volgen:
Reisbureau „Hollandia", Schimmelp.str. 72,
Amersfoort.
J. Verhoekx, Oosteinde 215, Delft.
Nieuwe Delftsche Courant, Molslaan 121,
Delft.
Eindiiovensch Dagblad, Eindhoven.
H. J. Spruyt, Gr. Florisweg 12, Gouda.
P. Konijn, Rijksstraatweg 555, Haarlem.
„Onze Courant", Dr'aafsingel 43, Hoorn.
„De Leidsche Courant", Papengracht 32—34,
Leiden.
„Nieuwe Purmerender Courant", Hoogstr. 2,
Purmerend.
„De Gelderlander", Lange Hekelstr. 21, Nij
megen.
((Van onzen Berlijnschen correspondent)
Wanneer het nieuwe régime door zijn
woorden niet het minst, maar natuur
lijk ook door zijn daden, een wereld
van vijandschap tegen zich heeft geschapen,
dan moet men het toch ook recht laten weder
varen, als het tot positief en nuttig regeerings-
werk overgaat, zooals thans in Pruisen het ge
val is.
De kracht van de nationaal-socialistische be
weging ligt zonder twijfel in haar sterke ver
binding met het volk, vooral met die lagen er
van die nog gebonden zijn aan de aarde en
verbonden met de natuur, de boeren dus. Wel
iswaar wordt deze innige samenhang met den
Duitschen bodem en de Duitsche cultuur hier
en daar weer zoo belachelijk op de spits ge
dreven dat gevaarlijke eenzijdigheid, stuitende
rassendunk en innerlijke verarming er het ge
volg van zijn, doch reclamezucht en politieke
belangen veroorzaken deze excessen, neigingen
dus, die het geweldige partij-apparaat en de
politieke alleenheerschappij meebrengen.
Thans is men in Pruisen bezig, het boeren-
erfrecht te hervormen, en het blijft niet bij
lapwerk. Als onderdeel van een heel complex
landbouwwetten, die allen in een zelfde rich
ting werken, namelijk het scheppen van een
boeren-middenstand, staat het nieuwe erfrecht
in het middelpunt der belangstelling. Het
nieuwe erfrecht is eigenlijk een erg oud erf
recht; het was in Duitschland algemeen in
zwang, eeuwen achtereen, totdat het Romein-
sche recht zijn intrede deed. De oude spreuk
luidde: „de boer heeft maar één zoon, die den
hof kan erven", en het was dan ook de ge
woonte om de hofstede niet onder de kinderen
te verdeelen, doch aan den oudsten zoon over
te laten in zijn geheel. Dit was welis
waar wat hard tegenover de andere kinderen,
doch de vroegere eeuwen kenden immers een
sterk gemeenschapsgevoel, en verantwoordelijk
heid der familie voor elk familielid, verant
woordelijkheid ook der dorpsgemeenschap voor
den dorpeling. De niet-ervende kinderen bleven
op de hofstee werken, of trokken naar elders,
maar juist doordat de hof en het land niet
verdeeld werden, was de eigenaar in staat, zijn
broers en zusters een uitzet mee te geven of
anderszins voor hen op te komen. Een ver
splintering van het familiebezit in vier of zes
deelen en de daarop onvermijdelijk volgenden
ondergang van de kleinere hofsteden was daar
mee voorkomen.
Het één-erfrecht is door het gezond verstand
der middeleeuwsche boeren geschapen; in een
tijdperk, toen men van gemeenschapsstandpunc
uit placht te denken. Toen kwam de herleving
van het Romeinsche recht, dat niet enkel de
roerende erf-goederen maar ook den grond
verdeelt onder de erfgenamen, en met het
steeds verder doordringen van de Code Napo
léon werd het één-erfrecht in de meeste stre
ken afgeschaft. Doch er waren er ook» waar de
nieuwe denkbeelden geen voet konden vatten;
het taaiste hield zich wel het land der roode
aarde, namelijk Westfalen, waar een trotsche
boerenadel leefde op hofstedes, die generaties
door steeds op den oudsten zoon waren over
geërfd. Het grifst drong het nieuwe erfrecht in
het Rijnland binnen, wat dan ook een versnip
pering van het grondbezit ten gevolge had,
zoo sterk, dat thans voor verschillende gedeel
ten van het Rijnland een uitzondering gemaakt
moet worden, omdat deze terreinen onherstel
baar verloren zijn en onmogelijk meer een hof
stede kunnen voeden.
In de tweede helft van de negentiende eeuw
begon men langzamerhand de gevaarlijke ge
volgen van het nieuwere erfrecht te bespeuren,
en de boerenstand keerde op verscheidene
plaatsen weer tot de vroegere gewoonten te
rug. Er werden een soort Kadasters geschapen
waar de eigenaar van een hofstede zich kon
laten inschrijven en daarmee zijn wil te ken
nen gaf, dat huis en erf na zijn dood niet ver
deeld zouden worden. In de meeste streken
bleef een en ander aan den vrijen wil van den
boer overgelaten; in Westfalen en enkele an
dere werd deze gewoonte weer wet. Zoo kreeg
Pruisen in 1896 het één-erfrecht voor landgoe
deren en terreinen, Westfalen in 1898. Mecklen
burg kende sedert 1869 het wettelijk éénerf-
recht en de ondeelbaarheid van erfpachthoven.
Thans wordt het éénerfrecht in heel Pruisen
in eere hersteld. Niet voor het grootgrondbe
zit, maar slechts voor de boerenhofsteden, en
wel wordt nauwkeurig bepaald van welken om
vang af. Het eenige gebied dat uitgezonderd
blijft is het zuiden van de Rijnprovincie en
Hessen-Nassau; hier blijft het van den vrijen
wil van den boer afhankelijk, of hij een enke
len zoon ofwel alle zonen terrein wil laten
erven. Voor de andere kinderen zorgt de
nieuwe wet echter ook: evenals in vroeger
eeuwen moet ook nu weer de erfgenaam de
zorg op zich nemen voor zijn broers en zusters,
in denzelfden geest als de vader het voor zijn
kinderen zou gedaan hebben, namelijk hun op
voeding betalen, in hun onderhoud voorzien,
hun een uitzet meegeven of een vak laten lee-
ren, en in geval zij elders niet slagen, hen op
nieuw op de hofstee nemen.
De nieuwe maatregelen zullen, vooral in de
eerste jaren, ongetwijfeld veel familiegeschillen
veroorzaken; daarom wordt er tegelijk voor
O. A M. Jansen, J. Steentr. 23, Schiedam.
J. F. Horvers, Besterdstr. 48, Tilburg.
J. Muiteman, Lange Louwenstr., Utrecht.
„Neerlandia", Kromme Nieuwe Gracht 64,
Utrecht.
B. Mooy, Doodweg 33, Velsen.
J. Schoonebeek, Weesp.
J. C. Kneppel, Kortestr. 23, IJmuiden.
J. Nugter, Oostzijde 408, Zaandam.
N. V. A. N. Gorrers, J. Hendrikstr. 3, Den
Haag.
Voorz. Stillen Omgang, Koningsstr. 35, Hil
versum.
„Limburger Koerier", Wolfstr. 17, Maas
tricht.
„Ons Noorden", Zuiderkerkstr. 10, Groningen.
Katholieke Illustratie, 67ste
gang No .34
Jaar-
erfgerechtshoven gezorgd. Het grootste wordt
gevestigd te Celle, midden in het gebied waar
het éénerfrecht het stevigst wortelt, en be
halve de rechters worden er ook boeren aan
verbonden. Trouwens, ook de plaatselijke ge
rechtshoven voor erfeniskwesties zullen uit een
rechter en twee boeren bestaan.
Zoo hoopt men dan, de toenemende proleta
riseering van den kleinen boerenstand tegen
te gaan, en het plattelandsvolk ook op het
platteland te houden. Er bestaat bij de natio
naal-socialistische landbouwpoiitici een sterke
neiging om den boerenstand te steunen tegen
over het grootgrondbezit, dat volgens hen
eigenlijk de kapiialistische vorm van het land'
bouwbedrijf is. Door enkele privileges weg te
laten vallen, welke door vorige regeeringen aan
het grootgrondbezit zijn toegekend, zijn de
latifundien die niet meer rendeeren, gemakke
lijk in de handen te brengen van jonge kolo
nisten, die meer beloven voor Duitschlands
toekomst. Doch ofschoon deze gedachtengangen
geheel in de lijn van de landbouwpolitiek der
nationaalsocialisten ligt, wacht men op de ver
antwoordelijke plaatsen toch nog even met
dergelijke projecten. Want de Duitschnatio-
nalen, die natuurlijk als vertegenwoordigers
van de groote heerboeren precies de tegen
overgestelde belangen hebben, zouden er met
man en macht tegen te keer gaan. En, hoe
zwak hij ook staat, Hugenberg is toch nog al
tijd minister van Landbouw
In elk geval is men thans op den goeden weg.
Men begint in Duitschland te begrijpen, dat
ir.et tarieven alléén de boerenstand niet gered
wordt. Er moeten nog heel andere dingen ge
daan worden ook: allereerst moet er land zijn,
genoeg bouwland voor elke boerenfamilie om
een menschwaardig bestaan te leiden en zon
der schulden haar producten te kunnen afzet
ten. Dit herstel van den boeren-middenstand
is een uitstekend principe. Er moet wel een
pad beschreden worden, dat geen enkele re
geering vóór deze heeft kunnen gaan, omdat
men haar direct als cultuurbolchewistisch ge
desavoueerd zou hebben, maar de nieuwe hee-
ren bewijzen zoo af en toe ook wel eens, dat
zij behalve nationaal ook nog socialisten zijn,
en welke oppositie zou zich tegen hen met
succes kunnen verzetten?.
DeK. I. komt deze week weer met een
interessant nummer voor den dag. Een onge
noemd auteur schrijft uit eigen ervaring over
„De geestelijkheid en de maatschappelijke toe
standen in Spanje"; in de Rusland-serie wor
den de „Roode Legioenen" behandeld; mefc
„De Gymnicher Rit" zien we een vroom en
eigenaardig gebruik in Hongarije geschetst; da
gewezen Nederlander Anthony Fokker wordt
geroemd om zijn beteekenis in de vlieg-in-
dustrie, en ten slotte beschrijft Dom Willibrord
Verkade O. S. B. de abdij Beuron. Al deze ar
tikelen zijn met fraaie foto's rijk geïllustreerd.
De korte verhalen zijn weer van bekende
auteurs. Antoon Cooien levert in „Zachte
Dood" een fijne schets van de laatste uren
eener koe, en H. B. van der Sande teekent
zuiver in „Het gebed van den beeldhouwer"
een ontroerend stuk kunstenaarsleven.
Ook het bijvoegsel „De witte raaf" is vd
afwisseling. We ontmoeten er Ed. Hoomik
met „Het Bourgondische beeld" en nog ver
schillende andere goede vertellers te midden
van een keur van humoristen. Zoo wordt aan
lezers en kijkers van den meest uiteenloopen
den aard nog iets naar htm gading geboden.
HERDRUKKEN
Bij de Wereldbibliotheek verscheen de lie
druk vijftiende duizendtal van „Het Huis
je aan de Sloot", door Corry van Bruggen.
over: Verpleegsters!
Het was In 't Februari-nummer van het orgaan
der „R.K. Ziekenvernleging" dat Pater Faschasius
O. Cap. Min. een artikel schreef over den doof
Prof. Vlerick in .Bouvigne" te geven cursus: „In
leiding tot het volle leven".
Kaar aanleiding hiervan ben ik naar Bouvign®
gegaan en heb dezen cursus gevolgd en kan nie»
anders zeggen, dat ik het een voorrecht vind, dis
dagen meegemaakt te hebben.
Ik ben verpleegster in één der grootste zieken
huizen van Amsterdam en iedere verpleegster wee*
met mi) dat het lang niet altijd gemakkelijk >s:
om over datgene wat men .Leven" noemt, moo»
te blijven denken.
Prof. Vlerick, die het leven, het mooie groot#
„Leven" ons laat zien door het oog van het ge
loof, heeft den cursisten in deze dagen iets gege
ven, zóó mooi, zóó heilig, dat we bet zouden wil
len uitdreven aan allen, maar vooral aan degene»
die dit als verpleegster zoo héél hard noodig heb
ben.
Omstreeks 15 Aug. e.k. (juiste datum is nos
niet bekend) zal prof. Vlerick weer zoo'n cursus
geven. Als die dagen vrij te maken zijn volg hei»
dan, U zult er altijd met vreugde aan terug den
ken. De Directrice van „Bouvigne" zal U gaarn"
inlichtingen verstrekken over logies, énz. B~"
adres is: „Kasteel Bouvigne", Ginneken bij Bred®
Mocht U over den cursus nog iets naders wn-
len vernemen, dan ls ondergeteekende hiertoe
gaarne bereid.
WTEPT MEEL®®*