Waarom geen parlementair kabinet?
Tusschen vijf fracties onmogelijk
Smokkelaars in
arrest
DE STUKKEN OP TAFEL
■.RADIO-PROGRAMMA
INKRIMPING VAN DEN
VEESTAPEL
z
DINSDAG 30 MEI
Briefwisseling tusschen den for
mateur en den leider der
R. K. Kamerclub,
prof. Aalberse
Krachtig regeeren met
de liberalen?
De basis van vijf
Dr. H. Colijn
Prof. mr, P Aalberse
Toestand uitermate critiek
De spaak in het wiel
Tot nu toe slechts
kinderspel
Hooge Raad van Arbeid
Vrijwillige of wettelijke verkorting
van den arbeidsduur?
GELUK IN DE SWEEPSTAKE
Nederlandsche winnaars
HET KANO-ONGELUK OP HET
IJSSELMEER
Een lijk aangespoeld
MINISTERIEEL VERBOD
Uit het vlooientheater
Woensdag 31 Mei 1933
Op de binnenlandsche markt zijn
boter en margarine con
currenten
Expört-moeilijkheden
HET SMOKKELDRAMA
TE GENNEP
Elf leden van een uitgebreide
bende voorloopig onschadelijk
PLANNEN VAN MINISTER
MARCHANT
PHILIPS' FABRIEKEN
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiniiijiiiii
Onder den titel „Waarom Dr. Colijn niet kon
slagen in de formatie van een parlementair
kabinet" publiceerde „De Standaard" Maan
dagavond de tusschen Dr. H. Colijn en prof
mr. P. J. Aalberse gevoerde briefwisseling. Het
blad acht het wenschelijk thans deze briefwis
seling in zijn geheel bekend te maken, nu reeds
uit het ook door ons gepubliceerde interview
met mr. Aalberse een en ander is uitgelekt.
Zooals bekend, was Dr. Colijn den 12en Mei
tot het besluit gekomen, dat hij meende de for
matie van een parlementair kabinet te moe
ten neerleggen. Hij deed daarvan schriftelijk
mededeeling aan de fractieleiders.
In dit schrijven zeide de formateur het vol
gende:
Zooals U bekend is, acht ik den toestand,
financieel en economisch, dermate ernstig, dat
alleen de breedst mogelijke samenwerking van
de parlementaire groepen uitzicht biedt op ge
noegzaam zedelijken steun, óók in het land,
voor een Kabinet, dat zeer drastische maatre
gelen zal hebben voor te stellen.
Alleen wie zichzelf van deze samenwerking
uitsluit, behoort daarbuiten te worden gelaten.
Nu de vorming van een Kabinet op den ge-
wenschten breeden grondslag mij niet mogelijk
blijkt, meen ik, hoewel de formuleering van het
mandaat ruimte laat voor andere oplossingen,
de ontvangen opdracht te moeten neerleggen.
Aan het reeds door ons vermelde schrijven,
dat de formateur hierop ontving van deu
voorzitter der R.K. Kamerclub, mr. Aalberse,
ontleenen we nog het volgende.
De redenen, waarom de Katholieke fractie
reeds vóór de verkiezing, en daarna in het ad
vies, door haar voorzitter aan H. M. de Ko
ningin gegeven, verklaard heeft niet met de
Vrijheidsbondsche fractie tot vorming van een
meerderheid te willen meewerken, waren drie
voudig.
1. Principieel: wij wenschen noch met de
S.D.A.P., noch met den Vrijheidsbond, buiten
uiterste noodzaak samen te werken, omdat de
zer beginselen te ver van de onze afliggen;
2. practisch: wij meenen, dat een Kabinet op
zoo breede, vijfvoudige basis (65) niet sterker,
maar zwakker staat, eenerzijds om het gemis
aan homogeniteit, te grooter naarmate de
basis breeder is, anderzijds ook, omdat een zoo
groote meerderheid het bij onpopulaire maat
regelen al te gemakkelijk maakt voor zwakke
of vreesachtige naturen, om zich afzijdig te
houden;
en 3e. politiek: wij achten het een groote
fout, wanneer thans alle niet-socialistische
partijen zich vereenigen. Daardoor komen de
Sociaal-Democraten in een uiterst gunstige
positie en worden zij in een verkeerde richting
gedrongen.
Dit waren onze, TT te voren bekende, gronden,
waarom wij op een basis van vijf niet konden
samenwerken.
U heeft gemeend, toch op die breedste basis
te moeten beginnen, hoewel de mislukking IJ
vooraf bekend was. Wij betreuren dit, ook om
dat U daardoor de Katholieke Kamerfractie
onnoodig in een onaangename positie heeft
gebracht.
Juist daarom ook stellen wij er prijs op, dat
TJ thans Uwe pogingen niet opgeeft, maar door
zet, ons daardoor de gelegenheid gevende, open
lijk te bewijzen, dat wjj geen bezwaar hadden
tegen een Antirevolutionnair formateur, noch
ook tegen den persoon van Dr. Colijn.
Ook daarom kunt U, als U een parlementair
Rechtsch Kabinet formeert, op een krachtigen en
loyalen steun van de geheele Katholieke fractie
rekenen.
Ik handel dan ook volgens den eenstemmigen
wensch van de Katholieke Kamerfractie, wan
neer ik er bij U zoo sterk mogelijk op aan
dring: geef de formatie niet op, maar tracht
een parlementair Rechtsch Kabinet te for-
meeren.
In het hierna volgend uitvoerig schrijven heeft
dr. Colijn daarop aan de Katholieke fractie nog
eens de motieven bekend gemaakt, die hem
noopten tot het neerleggen van de parlemen
taire formatie. Dit schrijven luidde als volgt:
Hooggeachte Prof. Aalberse.
Veroorloof mij allereerst mijne erkentelijk
heid te betuigen voor de welwillende gevoelens
te mijnen aanzien, welke tot uitdrukking ko
men in Uw brief van 12 Mei j.L Ik stel zulks op
hoogen prijs en gij wilt U dat weet ik
daarvan overtuigd houden, ook zonder dat ik
er in den breede over ga uitweiden.
Des te meer spijt het me, dat ik aan den op
mij uitgeoefenden aandrang om te pogen een
Kabinet te formeeren op den door U aangege
ven grondslag geen gevolg kan geven.
Ik moge de gronden voor deze houding nog
eens schriftelijk uiteenzetten.
De toestand van het land is uitermate critiek.
Het vertrouwen wankelt. Reeds hebben zich en
kele paniekachtige verschijnselen voorgedaan
en met de mogelijkheid van een algemeenen
aanval op ons geldwezen moet ernstig worden
gerekend. Het Rijksbudget met zijn tekort van
ongeveer 270 millioen gulden op den gewonen
dienst voor 1934 (te verminderen met rond 40
millioen indien men besluit voor het tekort in
het leeningsfonds te leenen) waarvan, gelijk
ook uit de dezer dagen gepubliceerde becijfering
van Minister De Geer valt af te leiden, rond 125
millioen door bezuiniging zal zijn te dekken
èn de deplorabele toestand van verscheidene ge
meenten roept een financieel probleem van on-
gekenden omvang in het leven. Hetzelfde kan
worden gezegd van den economischen toestand,
waarbij ik met name denk aan de noodzakelijke
omvormingen die in ons bedrijfsleven niet te
vermijden zullen zijn.
Dit alles om van andere overwegingen maar
te zwijgen wijst heen naar een taak, die in
omvang en aard ver uitgaat boven hetgeen in
meer normale tijden van een Kabinet en een
Kamermeerderheid wordt verwacht.
Bij den noodtoestand waarin het land ver
keert een toestand in wezen ernstiger dan
die van Augustus 1914 heb ik gemeend, dat
een parlementair Kabinet ad hoe, steunend
op alle groepen die bereid waren dien steun
te verkenen, den meesten waarborg bood voor
het slagen eener reddingspoging.
Bij de door mij gedane stappen heb ik alleen
buitengesloten wie zichzelf a priori ongeneigd
hadden getoond tot medewerking. Het aJs het
ware opzettelijk in de oppositie dringen van
parlementaire groepen die bereid waren mee
de helpende hand ter redding uit te steken,
kwam mij daarentegen volstrekt ongeoorloofd
voor.
Het is op deze gronden geweest, dat ik mij
gewend heb tot de 5 fracties om steun op de
basis van een door mij ontworpen program.
Of ik dan ten eenenmale over het hoofd heb
gezien, dat de R. K. Staatspartij zich ongeneigd
had getoond de Liberale Kamergroep als con
stitutief element in de meerderheidsvorming te
betrekken?
In geenen deele.
Uwe Kamerrede van November IJ. en Uwe
latere uitlatingen alle vóór de verkiezingen
vallend hebben mijn volle aandacht gehad.
Datzelfde was het geval met de adviezen door
de raadgevers der Kroon, na afloop der
verkiezingen, aan H. M. de Koningin uitge
bracht, terwijl ikzelf uiteraard mijne eigene in
terpretatie had van den uitslag der verkie
zing en van de daarmee saamhangende moge
lijkheden.
De spaak in het wiel waarvan gij gewaagt,
is inderdaad niet onopgemerkt gebleven. Maar
Uwe opmerking dienaangaande houdt geen re
kening met de mogelijkheid van verwijdering
van zulke hindernissen, terwijl ik moeilijk aan
nemen kan, dat Uwe uitlatingen vóór de ver
kiezingen bedoeld waren als een soort bindend
voorschrift voor een door de Kroon aangewezen
formateur, die immers rekening behoort te hou
den zoowel met het karakter der verkie-
zinescampagne als met den uitslag er van.
Ik meende en meen nog, dat voor de thans
te vervullen taak een beroep moet worden ge
daan op de medewerking van allen, die van
goeden wille zijn. Die taak is toch eene bij uit
stek nationale, doch door het doel dat bereikt
moet worden èn door de diepgaande beteekenis
der maatregelen die noodig zullen zijn. Lof zoo
wel als blaam moeten over zoo breed mogelijker,
kring worden verdeeld. Ieder, die niet zichzelf
uitsluit, behoort thans verantwoordelijkheid te
dragen. In Uwen gedachtengang wordt echter,
naast degenen die zichzelf uitsluiten, bij de
reddingspogingen ook een goedwillend volks
deel ter zijde geschoven.
Dit acht ik onjuist.
Behalve deze overweging van algemeenen
aard heb ik tegen de beperking van den grond
slag van het te vormen Kabinet nog een tweede
bezwaar.
Noch naar het getal (52), noch innerlijk, zijn
de 3 groepen der voormalige coalitie sterk ge
noeg om een taak van dezen omvang tot een
goed einde te brengen; om de uitvoering er van
tegenover een oppositie van Liberalen, Vrijzin
nig-Democraten en Socialisten te verzekeren.
Bij alle overeenstemming, zoodra diepere
levensvragen aan de orde komen, is de homo
geniteit der 3 groepen in de latere jaren in het
algemeen vrij sterk achteruitgegaan. Terwij]
de aan de orde komende vragen voorshands alle
buiten het terrein der diepere beginselen lig
gen, dus daar waar de meeningen soms nog al
uiteenloopen.
Eene mislukking van een Rechtsch Kabi
net, wellicht reeds in dit najaar, zou, naast een
mislukking van de reddingspogingen, bovendien
politieke gevolgen van verdere strekking hebben
dan de val van het Kabinet alleen. Die val zou,
evenals in 1923 en 1925, toch veroorzaakt zijn
van binnen uit en zou eene verdere saamwer
king der rechtsche groepen in anderen tijd
waarschijnlijk voor goed onmogelijk maken.
Zelfs kan men verder gaan en zeggen, dat aan
het parlementaire stelsel in ons land dan de
genadeslag toegebracht zou zijn.
Zulk een mislukking mag dus niet worden
geriskeerd. Met het oog op die politieke con
sequenties niet, maar evenmin met het oog op
's lands belangen van het oogenblik. De herstel-
arbeid moet slagen en dat slagen schijnt mij,
althans bij een Kabinet der rechterzijde onder
mijne leiding, niet verzekerd. Daarvoor heeft
de demagogie in Nederland te goed haar werk
verricht.
Het was daarom, dat ik gestreefd heb naar
een parlementair Kabinet ad hoe, dat op den
breedst mogelijken grondslag steunen zou.
Uw schrijven van 12 dezer heeft in deze
zienswijze geen verandering kunnen brengen.
Al erken ik gaarne de gebleken bereidwilligheid
Uwer fractie om de Ministers in het zittend
Kabinet te steunen, U zult mij moeten toege
ven, dat de maatregelen tot nu toe genomen,
slechts kinderspel zijn bij die welke nog geno
men zullen moeten worden.
U derhalve dankend voor de uit Uw brief
sprekende vriendelijke bedoelingen en voor den
door Uwe fractie toegezegden steun aan een
door mij te vormen Kabinet, op basis van een
door U te aanvaarden program, moet ik U tot
mijn leedwezen berichten, dat ik een Kabinet
alleen steunend op de Rechtsche groepen,
niet in staat acht de reuzen-taak te volbrengen
die voor ons ligt. Althans niet een Rechtsch Ka
binet, dat onder mijne leiding zou staan, waar
voor ik de reden hiervoor reeds aangaf.
Ik meen derhalve thans uitvoering te moeten
geven aan mijn voornemen, vermeld in mijn
brief van 12 Mei j.L, om aan H. M. ontheffing
te vragen van de mij verleende opdracht tot
vorming van een parlementair Kabinet
De Hooge Raad van Arbeid heeft op 27 Mei
vergaderd onder leiding van zijn voorzitter,
professor mr. P. J. M. Aalberse.
Besloten werd een commissie van praeadvies
te benoemen ter behandeling van het bij den
Raad ingekomen voorontwerp van een wette
lijke regeling van de werkloosheidsverzekering.
Eveneens zal een commissie uit den Raad be
noemd worden ter bestudeering van de resul
taten van het onderzoek door het Centraal
Bureau voor de Statistiek, ingesteld naar den
invloed van het arbeidsloon op den kostprijs
der producten.
De Raad heeft zijn advies vastgesteld om
trent het in werking treden van de Arbeidswet
t.a.v. ventarbeid van jeugdige personen, het
geen zal medebrengen verbod van ventarbeid
van deze groep op Zondag en op werkdagen
van 7 uur n.m. tot 6 uur v.m.
De Raad heeft zich met het betreffende voor
ontwerp vereenigd. Een aantal leden van den
Raad (bij stemming in den Raad staakten hier
over de stemmen (20—20) was intusschen van
oordeel, dat in den overgangstijd met de be
langen van den spoorwegboekhandel zou moe
ten worden rekening gehouden door het ver-
leenen van tijdelijke dispensatie in den vorm
van overwerkvergunningen voor de daarvoor in
aanmerking komende stations.
Voorts heeft de Raad zijn advies vastgesteld
met betrekking tot het in werking treden der
Arbeidswet voor vervoerarbeid, te land ver
richt door jeugdige personen. De Raad ging
met het betreffende voorontwerp waardoor deze
arbeid verboden zal zijn tusschen 7 uur n.m. en
6 uur v.m. accoord. Een meerderheid in den
Raad (23 tegen 15) vereenigde zich bovendien
met de voorgestelde uitzonderingsbepaling voor
winkels, waardoor jeugdige personen van 16
jaar en ouder op werkdagen tusschen 7 en 8
uur voor winkels bezorgdiensten zullen mogen
verrichten.
Vervolgens heeft de Raad gediscussieerd over
het door een commissie van praeadvies uitge
brachte rapport inzake een wettelijke verkor
ting van den arbeidsduur tot bestrijding der
crisiswerkloosheid. In het rapport worden de
velschillende zijden van het vraagstuk uit
voerig belicht, terwijl tenslotte als compromis
wordt aanbevolen een oplossing, waarbij de
overheid in de eerste plaats zich zou bepalen
tot het aanmoedigen van vrijwillig tot stand
gekomen regelingen, terwijl daarnaast de mo
gelijkheid zou worden geschapen, dat van over
heidswege na een bepaalde procedure en onder
de noodige waarborgen aan bepaalde bedrijfs
takken de verkorte werkweek verplicht zou wor
den opgelegd. Een machtigingswet zou met het
oog hierop noodzakelijk zijn. Over deze oplos
sing hebben in den Raad de stemmen gestaakt
(1818). De leden, die tegen deze oplossing
gekant waren, verwachtten uitsluitend heil van
het bevorderen van vrijwillig tot stand gekomen
regelingen.
Een meerderheid in den Raad verklaarde zich
voorstander van het scheppen van de mogelijk
heid tot toekenning van z.g. overbruggingssub
sidies uit de overheidskas ten behoeve van hen,
die een loonderving ondergaan tengevolge van
de verkorting van den arbeidsduur. Deze meer
derheid gold zoowel voor het toekennen dezer
tegemoetkoming bij vrijwillige arbeidstijdver
korting (19 tegen 15) als voor hetzelfde bij een
opgelegde regeling (20 tegen 15). Een zeer
groote meerderheid van den Raad (31 tegen 3)
zou intusschen bij het bepalen van den omvang
dezer tegemoetkoming willen rekening zien ge
houden met de besparing, welke redelijkerwijze
verwacht mag worden voor de publieke kassen,
voort te vloeien uit de vermindering van uit-
keering ter zake van werkloosheid of steun in
anderen vorm.
Het advies van den Raad over dit onderwerp
zal binnenkort in extenso worden gepubliceerd
Aan het begin der vergadering heeft de voor
zitter met enkele woorden den minister van
Economische Zaken en Arbeid verwelkomd, die
voorloopig voor het laatst een zitting van den
Raad bijwoonde en hem dank gezegd voor de
medewerking, welke de Raad steeds van nem
heeft mogen ondervinden.
De trekking van de Dublin Sweepstake, die
Maandag heeft plaats gehad, heeft, naar „De
Telegraaf" vernam, ook eenigen Nederlanders
geluk gebracht. De heer K. du Schue, Bajonet
straat 6 te Rotterdam (lot Serie C.T. No.
85393), heeft het paard „Lovers walk" getrok
ken; „Neonlite Ltd.", Soerabaja (lot Serie A.S.
No. 70054) het paard „Hyperion" (de tweede
favoriet)„Sierie", Provenierssingel, Rotter
dam, het paard „Raymond" (lot Serie C.N.
80439)„Bavaria", Willem Buftenvechtstraat te
Rotterdam, het paard „King Salmon" (lot
Serie C.L. 33398); en ten slotte „Duo", Haar
lemmermeerstraat te Amsterdam het paard
„Coroado" (lot Serie D.P. 88773).
Het totale bedrag, dat voor deze Sweepstake
is binnengekomen, beloopt £3.010.162, waarvan
aan prijzen zal worden besteed 1.941.846,
welke als volgt verdeeld zullen worden: 19 eer
ste prijzen van £30.000 elk, 19 tweede prijzen
van 15.000 elk en 19 derde prijzen van
10.000. Degenen, die een paard getrokken
hebben, dat eventueel niet geplaatst wordt,
krijgen elk 1521 14 sh. 9 d. Verder zijn er tien
troostprijzen van £4184 12t- en 1900 prijzen
van 100 elk.
In 1932 was het totaal, dat aan prijzen
van de Derby-Sweepstake werd uitgereikt
2.860.552.
Het stoffelijk overschot van den heer Scheen
uit Lochem, een der kanovaarders, die sedert
Zaterdag 20 Mei vermist worden, is onder
Kampen aangespoeld.
Bij ministerieele beschikking is bepaald, dat
het aan militairen ter zeemacht verboden is,
zich te verzekeren bij de Centrale Arbeiders
Verzekering en Deposito Bank.
Deze verbodsbepaling heeft, volgens het
„Volk",betrekking op reeds gesloten of nog te
sluiten verzekeringen. Wat de eerste betreft,
deze moeten premievrij worden gemaakt.
De exploitant van het vlooientheater op het
Voorjaarsfeest te 's Gravenhage in den Die
rentuin heeft aangifte gedaan van diefstal van
3 rijtuigjes, bespannen respectievelijk met 2,
2 en 1 vloo, gepleegd uit zijn theater. Naar
ons Haagsche correspondent verneemt is de
verkeerspolitie gealarmeerd.
HUIZEN, 1875 M. 8 uur NCRV Schrift
lezing en meditatie 8.15 Gramofoonmuz.
10.30 Morgendienst door ds. J. H. Don-
ner Jzn. 11 uur Bondsvergadering in het
gebouw „Tivoli" te Utrecht, uitgaande van
het Ned. Verbond van Chr. Meisjesvereeni-
gingen 12 uur Politieberichten 12.15
Gramofoonmuziek 12.30 Het trio v. d.
Horst en J. H. v. Ginkel, klarinet 2 uur
Landbouwuurtje. H. Buma: „Ziekten van
granen" 2.45 Zenderverzorging 3 uur
Chr. lectuur: ,Toen de heide riep" van J.
Visscher 3.30 Concert door mevr. Ina
Mulde-Belser, alt-mezzo. J. E. Wittpen,
fluit. Heinrich School, violo. Bram Ober-
stein, cello. Cor de Groot, piano 5 uur
Kinderuurtje door A. de Vries. Mej. v. d.
Spek, zang. Wim Cramer, piano 6 uur
Concert W. Boeken, viool. Louis van Maa-
nen, cello. 6.30 Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart. Spr. A. Banning 7 uur Pol.
ber. 7.15 Ned. Chr. Persbureau 7.30
Gramofoonmuziek 7.45 Spr. A. Stapel
kamp, secr. van het Chr. Nat. Vakverbond
in Nederland 8 uur Oosterbeeksch Strijk
orkest „Resonant" o.l.v. A. v. Harskamp
9 uur „Dogma en Geestdrift" door prof. dr.
Th. L. Haitjema 9.30 Studio-orgelbespe
ling 10.30 Vaz Dias 10.40 Gramofoon
muziek 11.30 Sluiting.
HILVERSUM, 296 M. 8 uur VARA Or
gelspel door Cor Steyn 8.30 Gramofoon
muz. 10 uur VPRO Morgenwijding
10.15 VARA Uitzending voor de arbeiders
in de continubedrijven. De Notenkrakers o.
l.v. Daaf Wins. Esther Philipse, zang. VARA-
Tooneel o.l.v. W. v. Capellen 12 uur
VARA-Klein orkest o.l.v. Hugo de Groot
12.30 Gramofoonmuziek 12.40 Orgelspel
door J. Jong 1.10 Gramofoonmuziek
1.15 VARA-Klein orkest o.l.v. H. de Groot
1.45 Zenderverzorging 2 uur Vrou
wenuurtje. Mevr. dr. E. A. J. de Vries
Bruins: De strijd tegen de T.B.C. S. S. Lan-
tinga: „Groenten, vruchten en bloemen"
3 uur Voor de kinderen 5.30 De Fliere
fluiters o.l.v. J. v. d. Horst 5.50 Gramo
foonmuziek 6 uur De Flierefluiters o.l.v.
H. de Groot 6.20 Gramofoonmuziek
6.30 Flierefluiters o.l.v. H. de Groot 7 uur
SDAP-kwartiertje. Weekoverzicht, J. Oude-
■geest 7.30 Het Beuker- en Denijs-Ensem-
ble bestaande uit: Lia Egberts, zang. Nella
Palmers, zang. Han Beuker, Wouter Denijs,
twee vleugels 7.59 Herhaling S.O.S.-be-
richten 8 uur Vakbeweging en Coöpe
ratie, G. v. d. Houven 8.20 Muziek van
dezen tijd. Piet v. d. Hurk, fluit; Relie Ri-
mathé, zang; Georges Enderlé, piano. Da
meskoor 9 uur VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot 9.25 Gramofoonmuziek 9.40
VARA-orkest o.l.v. H. de Groot 10 uur
Vaz Dias 10.15 VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot 11 uur Gramofoonmuziek 11.15
VARA-orkest o.l.v. H. de Groot 12 uur
Sluiting.
BRUSSEL, 509 M. 12.20 Concert o.l.v.
André Felleman 1.30 Gramofoonmuziek
5.20 Dansmuziek 7.20 Gramofoon
muziek 8.20 Populair concert door het
radio-orkest o.l.v. Karei Walpot 10.30
Dansmuziek.
LUXEMBOURG, 1191 M. 7 uur Lichte
gramofoonmuziek 7.45 Weekoverzicht
7.50 Symphonleconcert van gramofoon-
platen 8.30 Causerie over een actueel
onderwerp in het Fransch 8.40 Lichte
gramofoonmuziek 9 uur Nieuwsberichten
in het Fransch 9.10 Lichte Gramofoon
muziek 9.45 Nieuwsberichten in het
Duitsch 9 uur Dansmuziek en een geva
rieerd programma van gramofoonmuziek (in
dlv. pauzes slotnoteeringen en sportbe
richten).
KALUNDBORG, 1153 M. 3.20 Gramo
foonmuziek 3.50 Mogen Hansen's con
cert 8.20 Omroeporkest o.l.v. Launy
Gröndahl 10.35 Idem 11.20 Dans
muziek.
BERLIJN, 419 M. 4.50 Populaire muziek
5.20 Cellosonate 6.30 Populaire mu
ziek.
HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoon
muziek 2.30 Idem 4.20 Concert door
een symphonie-ork. o.l.v. Richard Grille
10.25 Norag-orkest 11.35 Dansmuziek
door de Hoffmannkapel.
KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M.
12.20 Gramofoonmuziek 4.20 Concert
5.20 Orgelrecital 9.20 Concert door het
omroeporkest.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert
o.l.v. Eysoldt 4.50 Vesperconcert o. 1. v.
Eysoldt 9.20 Orgelconcert 11.05 Con
cert.
DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelcon
cert 1.05 Concert door het Western Stu
dio-orkest onder leiding van Thomas
I.50 Gramofoonmuziek 3.35 Concert
5.05 Orgelconcert 11.40 Roy Fox en zijn
Band.
PARIJS R. 1725 M. 8.05 Gramofoon
muziek 12.35 Concert door het Omroep
orkest 12.50 Orgelconcert 1.25 Concert
door het Omroeporkest 7.40 Populair
Concert.
MILAAN, 331 M. 8.05 Gramofoonmu
ziek 11.25 Dansmuziek.
ROME, 441 M. 9.05 Concert 10.50
Gramofoonmuziek.
WEENEN, 517 M. 7.20 Concert 8.05
idem 10.35 Dansmuziek.
WARSCHAU, 1411 M. 6.20 Populair
Concert 8.35 Brahmsconcert 8.45 Vo
caalconcert 10.45 Gramofoonmuziek
II.20 Dansmuziek.
BEROMUNSTER, 460 M. 5.50 Gramo
foonmuziek 7,25 Omroeporkest 8.20
Russische muziek.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN
VERWIJZEN WIJ NAAR DEN
KATHOLIEKEN RADIOGIDS
De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond
(F.N.Z.) heeft Maandag een drukbezochte ver
gadering gehouden te Amsterdam. De voorzitter,
dr. F. E. Posthuma, opende de bijeenkomst met
een beschouwing over de „Inkrimping van den
Veestapel".
Het schijnt spr. toe, dat bij de beschouwingen
over het wenschelijke of noodzakelijke van de
inkrimping van den veestapel niet lang be
hoeft te worden stilgestaan. Vrij algemeen
wordt wel erkend, dat het wenschelijk is den
veestapel in te krimpen. De groote vraag, waar
om het dan daarna gaat draaien is deze: Moet
die inkrimping door dwang worden verkregen,
dan wel moeten er dusdanige maatregelen wor
den genomen, dat de boeren tot een vrijwillige
inkrimping overgaan?
Als wij over het wenschelijke van de inkrim
ping van den veestapel spreken dan is het wel
goed, zegt spr., dat wij ook een oogenblik stil
staan bij de oorzaken van deze wenschelijkheid.
Verschillende buitenlandsche regeeringen heb
ben den invoer van zuivel- en melkproducten
gecontingenteerd of zullen daar dezer dagen
toe overgaan. Daarnaast heffen m.n. Duitsch-
land, Frankrijk en verschillende andere landen
zeer hooge invoerrechten. Al deze maatregelen
en de overvloedige grasoogsten der laatste jaren
hebben een overvoerde zuivelmarkt, maar ook
een sterk overvoerde vee- en vleeschmarkt ten
gevolge.
Een andere oorzaak is de dalende koopkracht
onzer bevolking.
Het gevolg van de invoerbelemmeringen is,
dat wij steeds meer op de binnenlandsche markt
zullen zijn aangewezen en met name geldt dit
voor de boter.
Op die binnenlandsche markt ontmoet de
boter een concurrent in den vorm van de mar
garine. Door spr. worden van beide producten
het verbruik en den uitvoer nader bekeken.
De consumptie van de boter daalde van 1921
tot 1929, al was deze daling niet groot. De con
sumptie van de margarine steeg aanmerkelijk.
Vragen wij nu naar de oorzaak van het ver
schijnsel, dat de boter en de margarine in deze
verschillende jaren ten aanzien van het ver
bruik een juist tegengesteld verloop hebben,
dan zien wij, zegt spr., dat deze oorzaak is, dat
hooge boterprijzen een groot margarine-ver
bruik geven en omgekeerd.
De daling van de export-mogelijkheid voor
boter is veel fataler dan de daling van de
export mogelijkheid voor margarine.
Toen de export-mogelijkheid van boter zoo
geweldig daalde, heeft de Crisis-Zuivelwet de
oplossing gezocht in een menggebod van boter
en margarine. Het afzetgebied van de boter was
dus niet meer in een bepaald land, maar in de
margarinefabrieken. Boter werd grondstof voor
de margarine.
Het is duidelijk, dat onze tegenwoordige hooge
boter- en margarineprijzen moeten leiden tot
een steeds lagere consumptie van boter, ook
nog daarom, omdat de consument thans in
elke K.G. margarine 0.4 K.G. boter ontvangt,
terwijl de prijzen dezer beide producten zich
nog steeds verhouden als 2 3.
Blijft nu onze export nog verder dalen en
willen wij toch voor onze boter een loonenden
prijs hebben, dan kunnen wij twee wegen op,
zegt spr.
De eerste weg is: veel minder boter aanbie
den in het binnenland, doch dan vergt het niet
veel rekenkunst om uit te rekenen, dat wij
ongeveer 2/3 van onzen veestapel zullen moeten
afslachten. Wij kunnen echter ook een anderen
weg op. Die is, het verbruik van margarine in
het binnenland contingenteeren.
Beide wegen worden door spr. aan een nadere
beschouwing onderworpen.
Voor spr. staat vast, dat als het enkel gaat
over de vraag: gedwongen veeafslachten of de
margarine-productie beperken en het meng
gebod intrekken, dan antwoordt hij zonder
eenige aarzeling: de margarineproductie beper
ken en het menggebod intrekken.
Echter omtrent een vrijwillige inkrimping
van den veestapel bestaat geen verschil van
meening.
Tenslotte zet spr. nog uiteen, dat vernietiging
van een groot gedeelte van den veestapel be-
teekent kapitaalvernietiging op grooten schaal.
Door een geforceerde afslachting van den vee
stapel worden veel grootere en veel wijder ver
takte industrieele en handelsbelangen geschaad
dan door een beperking van de margarinepro
ductie voor het binnenland (applaus).
Voorts deelde de voorzitter mede, dat het
overleg tusschen de vertegenwoordigers der
centrale landbouworganisaties en het dagelijksch
bestuur van den F.N.Z. tot de volgende gemeen
schappelijke conclusies heeft geleid, welke ter
kennis van den minister van Economische Za
ken en Arbeid zullen worden gebracht.
Ie. Het is in verband met het huidige boter-
vraagstuk noodzakelijk, dat de afzet van mar
garine in het binnenland beperkt wordt ter
geheele of gedeeltelijke vervanging van het
menggebod, teneinde het binnenlandsch ver
bruik van boter als zoodanig zooveel mogelijk
te bevorderen.
2e. Vrijwillige inkrimping van den veestapel
door middel van het stellen der mogelijkheid
om het overtollige vee uit de markt te nemen
is noodzakelijk. Tegelijkertijd dienen maatre
gelen genomen te worden om uitbreiding van
den ingekrompen veestapel te voorkomen.
De secretaris deed vervolgens een aantal
mededeelingen, o.m. over de werking van de
crisis-zuivelwet.
De jaarverslagen, die daarna in behandeling
kwamen, werden goedgekeurd. De rekening van
den penningmeester sloot aan inkomsten en
uitgaven met een bedrag van 163.530 en had
een batig saldo van 2515.
Naar aanleiding van het Zaterdagavond op
den rijksweg OttersumGennep plaats gehad
hebbende smokkeldrama, waarbij de assistent-
dienstgeleidér der Invoerrechten De Man onder
de gemeente Gennep door een in volle vaart
rijdenden auto met smokkelwaar was overreden
en gedood op het moment dat de ambtenaar
op den weg staande den bestuurder van den auto
signalen gaf, dat hij moest stoppen, was vol gas
gegeven, waardoor de M. niet meer tijdig op zij
kon springen, gegrepen werd en later aan de
gevolgen van de bekomen verwondingen was
overleden heeft de brigade-commandant der
Koninklijke Marechaussee te Gennep per politie-
radio de opsporing en voorgeleiding verzocht van
J. A. van der Krommert, oud 22 jaar, smok
kelaar, woonachtig te Nijmegen, als verdacht
van doodslag.
U IV
Wat we missen en bezitten
In de nieuwe wijken eener stad liggen
fraaie landhuizen met tuinen tegen
over een veel eenvoudiger straatge
deelte van kleine middenstandswo
ningen. De eenvoudige lieden die in
de sombere huizen wonen hebben een
veel schooner uitzicht op de tuinen
der rijken, dan deze op de strakke
huizenrij aan den overkant. Een voor
bijganger zag alles aan en vroeg zich
af: wie is rijker?
Eenzelfde vraag stelde een eenzame,
die in een deftig gezelschap was te
rechtgekomen. De menschen hadden
schatten aan de vingers en om de
polsen: goud en edelgesteente. Maar
zichzelf bevredigden zij er niet mee.
De meesten zagen met een afgunsti-
gen blik naar het bezit van anderen,
zonder genoegen te scheppen in het
eigen bezit.
„Dwazen die de handen vol schoon
heid hebben maar er niet naar om
zien om alleen afgunstig te zijn op
anderen."
Het gaat velen evenzoo. We denken
te veel aan wat we missen, te weinig
aan wat we bezitten.
In een woning in de buurt van de grens tus
schen Noord-Limburg en het Duitsche Rijn
land hebben douane en politie elf smokkelaars,
o. w. zich drie Nederlanders moeten bevinden,
gearresteerd.
Reeds lang was het, aldus lezen we in „Het
Handelsblad", den Duitschen douanebeambten
opgevallen, dat een aantal personen een ge
regelde verbinding onderhield tusschen Noord-
Limburg en Duisburg. Verscheidene malen
hadden zij den wagen, waarmede de mannen
heen en weer reisden, onderzocht zonder ech
ter ooit iets verdachts te hebben ontdekt.
In samenwerking met de Kriminalpolizei
van Duisburg deden de douane-beambten Za
terdag een inval in een in de Duitsche grens
streek gelegen woning, waar een aantal man
nen bijeengekomen was, hetgeen de douane
ter oore was gekomen.
De mannen werden in verzekerde bewaring
genomen en er werd een huiszoeking verricht.
Na lang zoeken vond men eenige goed verbor
gen kelders, die volgepropt waren met gesmok
kelde koffie en tabak. Alles was reeds van
andere verpakking voorzien en lag gereed om
verder doorgevoerd te worden.
Bij verhoor der smokkelaars bleek, dat de
waren voor Hamburg bestemd waren. Onmid
dellijk werd toen de politie aldaar gewaar
schuwd, die daarna een inval deed in een door
de sluikers genoemd café in Hamburg, waar
de beurs der smokkelaars gevestigd was en
waar de koopers en verkoopers geregeld samen
kwamen.
Hier heeft de politie van Hamburg nog eenige:
personen in arrest genomen. In de bij het café
gelegen garage werden eveneens groote hoe
veelheden smokkelwaar gevonden.
In deze garage werd gewoonlijk alles over
geladen uit den auto der smokkelaars op die
der afnemers.
In totaal zijn nu elf personen aangehouden.
Zij hebben bekend gedurende ongeveer drie
maanden voor ruim 50.000 K.G. tabak en koffie
van Noord-Limburg naar Hamburg gesmok
keld te hebben.
Daar de bende zeer uitgebreid blijkt te zijn,
Worden nog talrijke arrestaties verwacht.
Met den nieuwen minister van Onderwijs, den
zoo juist afgetreden wethouder van den Haag,
mr. H. P. Marchant, heeft de „Haagsche Cou
rant" een interview gehad.
Mr. Marchant is van meening, dat het onder
wijs in de dertig jaren, die tusschen zijn wet
houderschap te Deventer en dat in den Haag
liggen, met reuzenschreden vooruit is gegaan en
sprak als zijn overtuiging uit, „dat wij zorgvul
dig dienen te bewaren wat sindsdien gegroeid
is en er naar moeten streven om de bezuini
gingsmaatregelen zoo te kiezen, dat de beper
king der uitgaven geen aantasting van het
eigenlijke onderwijs tot gevolg hebben."
Hoe dé heer Marchant zich deze bezuinigings-
maatregèlen denkt, heeft hij in het interview
in zeer vage termen aangegeven. Hij sprak van
„verandering van bouw en constructie van het
onderwijssysteem en al hetgeen daar organisato
risch en administratief toe behoort" en kon
digde aan, dat niet „alle maatregelen het onder
wijs op zichzelf genomen onaangeroerd zullen
laten. Er zullen minder mooie dingen dienen te
worden gedaan."
De minister verzekerde, dat zijn streven erop
gericht zal zijn om het onvermijdelijke nadeel
zoo gering mogelijk te doen zijn.
Maandag is te Eindhoven de algemeene ver
gadering van aandeelhouders der N.V. Philips*
Gloeilampenfabrieken gehouden, onder voor
zitterschap van den heer G. van Mesdag. Aan
wezig waren 22 aandeelhouders, uitbrengende
88.827 stemmen.
In een toelichtende verklaring deelde de voor
zitter o.m. mede, dat ondanks den achteruitgang
van den omzet in 1932, het saldo van de exploi
tatierekening ongeveer gelijk is gebleven, dank
zij de genomen rationalisatie-maatregelen.
Niet door de moedermaatschappij, maar door
de N.V. Philips Radio zijn obligaties ingekocht,
opdat bij een eventueele toekomstige expansie
deze obligaties zonder nieuwe kosten weer kon
den verkocht of beleend worden.
De volgende jaren zal een winst- en verlies
rekening worden samengesteld, waarbij een
splitsing van het exploitatiesaldo zichtbaar is.
Na een uitvoerige discussie over de regeling
der kapitaalsreductie door terugbetaling van
250 per aandeel, werd het voorstel der directie
met groote meerderheid van stemmen aange
nomen, onder voorbehoud, dat over, het terug
betaalde bedrag geen dividendbelasting behoeft
te worden betaald.
Tevens werd goedgekeurd het boekjaar te
verplaatsen van 1 Mei tot en met 30 April.
In verband hiermede wordt ook de winstvcr-
deeling over het eerste jaar, dat van 1 Januari
1933 tot en met 30 April 1934 loopt, zoodanig
gewijzigd, dat het primaire dividend op de pre
ferente en de gewone aandeelen 8 pCt. be
draagt.