Leven van Horatio Bottomley COTTON: FLAX: WOOL ARTIFICIAL SILK INDUSTRIES THE MANCHESTER GUARDIAN COMMERCIAL Jid vetfiaal van den dag maumncwe et Erfdeel RUSTELOOS WERKER ROBINSON CRUSOE'S AVONTUREN Geen robbedoes ravot Zijn ROBINSONS kapot 'la'ii VRIJDAG 2 JUNI Arm geboren, arm ge storven Postzegel-Expositie Protest tegen Mariene Spada voor de ge vangenis Het huis van den zelfmoord Een financieel, journalistiek en oratorisch talent WATCH THE PROGRESS OF THE BRITISH and through the columns of An annual subscription of 18 shillings, sent to the Publisher, "MANCHESTER GUARDIAN COMMERCIAL", Cuardian Buil ding, Manchester, England, will bring the paper to you every Saturday morning. Write for a specimen copy, free of charge. SELO rolfiim geeft de beste kiekjes, zelfs met de goedkoopste camera i te heeft hu me i driemaster DAGEN LANG HOOFDPIJN Een middel dat verbetering bracht AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Uit het Engelsch van Joseph Hocking Dïzer dagen ls in het Middlesex Hospital te Londen overleden Horatio Bottomley, een man, die een zoo avontuurlijk leven achter den rug had, dat het nauwelijks zijn weerga vindt in de geschiedenis. Hij stierf, zooals hij geboren was: doodarm. Tusschen deze twee polen heeft hij geleefd op de hoogste toppen van den roem en den rijk dom. Het land heeft hem gekend als een bril- lant redenaar, wiens welsprekendheid duizen den naar den grooten oorlog lokte en het par lement heeft hem gekend als een van de beste sprekers van het Lager Huis. Londen kende hem als een financieel talent, dat de contröle had over tientallen millioenen. De paardenrennen kenden hem als een geluk kig winnaar van verschillende wedstrijden. In weerwil van deze buitengewone hoedanigheden op allerlei gebied, heeft hij niettemin een car rière gemaakt, die niet steeds over rozen hep. Hij heeft allerlei tegenslag gekend tot en met het bankroet toe, doch telkens kwam hij er weer boven op. Dit bleek o.a. voor de zooveelste maal toen hU den rechter zeven jaar gevange nisstraf tegen hem hoorde elschen en toen hij geen oogenblik het vertrouwen in zijn goed ge sternte verloor. Dit vonnis, dat hem ten deel viel na een fraude ter grootte van honderd dui zend pond, was welbeschouwd het beginpunt van zijn tegenspoed. Van toen af zakte hij ver der af naar de diepte, waar hij eindelijk zou terecht komen en die zou uitloopen op een Sterfbed van een hospitaal. Horatio Bottomley, zoon van een kleermaker, werd in Maart 1860 te Betemae geboren. Zijn aanleg erfde hij van zijn moeder, die de zuster jsitMmssMmsmaiisiraMiMiMiiitiismiiiitMiiinMiMiiiisfimiimisfitmMi MJIItllllM •itMitiintsfiinftiMimiiiHfttMimMmmtfimtiintfftMimumnMitmaiiitf was van den bekenden publicist Holyoake. Bot tomley kwam terecht in een weeshuis van Bir mingham. Daarna werkte hij in allerlei baan tjes en bekwaamde zich in de kennis van het recht, waarin hij reeds op twintigjarigen leef tijd zeer bedreven was. Tegelijk begon hij de journalistiek ter hand te nemen en met succes. De journalistiek kwam hem uitstekend van pas bij zijn financieele en politieke aspiratie. Hij werd hoofdredacteur van de „National Refor mer", maar moest nog even wachten vooral eer hij zijn eerste politieke successen kon boe ken. Hij was toen dertig jaar oud en een jaar daarna zat hij in het Lager Huis. Daar bleef hij lid tot een bankroet hem trof in 1912, doch in 1918 kwam hij weer terug als de leider van een kleine onafhankelijke partij. Hij stichtte daarna het dagblad „Debater" en het avondblad „Sun", alsmede verschillende technische bladen, doch het meest lucratieve baantje, dat hij in dien tijd veroverde, was de contröle over het blad „John Buil". Het was ten tijde der ontginning van de Australische goudvelden en in één enkel jaar stichtte hij arie en twintig maatschappijen met een geza menlijk kapitaal van tien millioen pond ster ling. Zijn successen waren enorm, maar ook thans wachtte de tegenslag, die begon bij de déb&cle van de Hansard Union, een organisatie van drukkerijen, waarvan een de leverancier was der officieele staatsrapporten. In het daar op volgend proces verdedigde Bottomley zich schitterend en met zoo'n succes, dat de rechter hem complimenteerde. Maar er lagen nieuwe moeilijkheden gereed om hem te bespringen. In den loop van zeven jaren, n.l. tusschen 1902 en 1909 waren niet minder dan 221 faillissementsaanvragen tegen hem binnengekomen, met het gevolg, dat hij door de rechtbank werd veroordeeld. In den oorlog toonde hij zich een patriot van den eersten rang en zijn populariteit was groo- ter dan van eenig Engelschman in dien tijd. Maar ook hier kwamen weer geldzaken aan te pas en in minder dan een maand had Bottom ley 500.000 pond bij elkaar, die hij te danken had aan zijn reputatie en die dienen moesten voor een nieuwe onderneming, de Victory Bond Club, die eveneens scheef liep. In 1922 kwam de laatste slag, toen hij weder om beschuldigd werd van fraude en tot over maat van ramp in de gevangenis een aanslag ontving van 16.000 pond sterling belasting. Na zijn invrijheidsstelling begon Bottomley weer zijn joumalistieken arbeid, aanvankelijk met succes, maar in 1929 ging hij weer failliet en verdween in de duisternissen der onbekend heid. Hij was in 1880 getrouwd met miss Eliza Norton, die hem dapper ter zijde stond in al zijn moeilijkheden en drie jaar geleden over leed. Zijn eenige dochter, een gebrekkig meisje, woont in Frankrijk. Over zijn redenaarstalent is in Engeland steeds met grooten lof gesproken. Het kostte hem weinig moeite op het toppunt van zijn carrière de enorme Albert Hall te vullen en overal waar hij tijdens den oorlog het woord voerde, krioelde het van belangstellenden. Zel den heeft een dagbladleider zoo'n salaris ver diend als hij, die tusschen de tien en vijftien duizend pond per jaar ontving. In de befaamde lastercampagne, waarvan hierboven sprake was, was hij zijn eigen advo caat en geen rechtsgeleerde in Londen had hem beter kunnen verdedigen dan hij het zich zelf deed. Doch in dien tijd was hij reeds een ziek en zwak man en korten tijd daarna werd hij in het hospitaal opgenomen. Voor zoover bekend heeft hij geen wilsbe schikking achtergelaten, maar wel liet hij een document na van beteekenis, n.l. een boek, ge titeld „Mijn leven en dood Bekentenissen en onthullingen", geschreven gedurende de laatste weken van zijn leven en uitblinkend door op rechtheid, levendigheid en helderheid. De pu blicatie van dit boek in de Engelsche pers is reeds begonnen. Zoo is dus weer heengegaan een man, die met een ongewone rusteloosheid zijn bonte car rière heeft gemaakt en niet moede werd alle moeilijkheden te overwinnen. Hij ging geen moeilijkheden uit den weg, integendeel, hij zocht ze als het ware. Bottomley is de zooveelste: een man, die bij zondere gaven en een enorme werkkracht be zat, maar die, als al zijn soortgenooten. de groote strakke lijn miste, die een leven groot kan maken. Zij sterven arm, zij sterven meestal op het oogenblik, dat de armoede den schjjn heeft voorgoed te zijn ingetreden. De Internationale Vereeniging van Post zegel-verzamelaars, waarvan de hoofdzetel in Hamburg gevestigd is, zal, naar Reuter meldt, ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een groote nationale tentoonstelling houden op 2 Juni as. De Vereeniging, die reeds voor den oorlog het grootste aantal leden had en als de belang rijkste ter wereld moet worden beschouwd, zal postzegels tentoonstellen van historisch, natio naal en politiek belang van alle landen ter wereld. De tentoonstelling zal negen dagen geopend zijn. Mariene Dietrich heeft waarschijnlijk niet ongewild een klein oproer in de wereld ontketend, sedert zij met voorliefde echte man- nenkleeding draagt. Zoover is de mare van de door haar gecreëerde nieuwe mode doorgedron gen, dat zich zelfs de kooplui van het stadje Battle Creek in Michigan genoodzaakt zagen stelling te nemen ten opzichte van de kwestie of de vrouwen al dan niet heerenpantalons zou den dragen. Zij deden dat op een niet te mis kennen wijze. De voornaamste kooplieden der stad, onder wie de notabelen der gemeente, vormden op klaarlichten dag een demonstratie-optocht, die eenig moet geweest zijn. Alle heeren hadden zich n.l. in damescostumes gestoken, van een voudige huisjaponnen tot avondcostumes. Bo vendien schminkten zij zich de lippen en wan gen en trokken zoo met dikke sigaren in den mond door de straten. De demonstratie-optocht begaf zich na gedanen arbeid naar de zalen van een hotel, waar de demonstranten bediend werden door kellnerinnen in heerenpantalons. Een nieuw bewijs van Amerika's verdwazing. De geheele bevolking van Ajacclo was uitge- loopen, toen de beruchte bandiet Spada, die elf laar lang het eiland Corsica geterroriseerd heeft en op wiens hoofd een hooge prijs was gesteld, in een politie-auto naar de gevangenis werd overgebracht. Toen de bandiet door de groote ijzeren deur van de gevangenis ging, maakte hij het kruis- teeken. Hij is niet langer de krachtige Spada van weleer, haveloos en vermagerd ziet hij er uit, na 18 maanden lang in het „maquis" te zijn opgejaagd, van de eene schuilplaats naar de andere. Zijn kleeren hingen in rafels aan zijn li chaam en hij maakte volkomen den indruk van een gebroken mensch. Spada schonk geen aandacht aan hetgeen er rondom hem gebeurde, met gevouwen handen prevelde hij onophoudelijk: „Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten". De bevolking van het district Vigo, die vooral te lijden heeft gehad van Spada's tirannie, is zeer verheugd, dat zij van dezen gevaar lijken bandiet bevrijd is. De politie-inspecteur Brice, die na tallooze moeiten en teleurstellingen er in geslaagd is Spada te arresteeren, is door de regeering ge- lukgewenscht. (Van onzen Weenschen correspondent) Midden in het Oude Weenen staat sinds circa een jaar een dertien verdiepingen hooge pseudo- Amerikaansche wolkenkrabber: het Hochhaus. Begonnen in den tijd der hoop op een spoedig eind van de economische crisis, voleindigd in het meest acute stadium dezer crisis, konden de grootsche verwachtingen van het modernste Weensche huis natuurlijk niet worden vervuld. En wat woningen èn wat lokalen betreft staat nog steeds een groot gedeelte ter beschikking van gezochte gegadigden. En het is te vreezen, dat dit nog erger gaat worden. Niet alicen, om dat de crisis een hardnekkig taai leven blijkt te hebben maar ook omdat er nu nog een psy chologische factor bijgekomen is. Het is iederen statisticus wèl bekend, dat in den tijd van economisch verval niet alleen het stoffelijke, maar ook het cultureele en moreele leven schade lijdt. Verwildering van zeden, toe name van misdaden, met name van eigendoms delicten, en bizonder van zelfmoorden. Dat is hier niet anders dan elders. En nu is het op vallend, dat reeds de derde zelfmoordcandidaat juist het Weensche Hochhaus koos, om zijn doel met besliste zekerheid te bereiken. Men spreekt van voorzorgsmaatregelen om een doodelijken „run" op 't „Hochhaus" te ver hinderen dergelijke dingen, ook zelfmoorden, zijn aanstekelijk als een besmettelijke ziekte en dat is zeker gewenscht; meer gewenscht is het echter, dat de oorzaken der verderfelijke, het materieele en moreele leven van millioenen verwoestende crisis weggenomen worden. In dat geval zal ook het „Hochhaus" zijn bestemming vervullen en het op de dertiende verdieping ge legen Weensche café een pachter vinden, die dan zijn gasten ontvangen kan zonder bevei ligende traliemaatregelen I Robbie en Topsy stonden vlak bij de Artiskeuken toen zij vier aardman netjes zagen die iets wegnamen en er mee van door gingen. Drie van hen droegen een paar trossen bananen en de vierde rende de anderen achterna met het blikken fluitje van den zee man. „Het zal mij benieuwen wat zij met al die bananen gaan uitvoeren!" riep Topsy uit. La ten we ze volgen en zien wat zij doen!" De aardmannetjes liepen langs de kust naar den ingang van een grot en de drie mannetjes met de bananen bonden die om hun lichaam vast, zoo dat zij net balletdanseressen waren, en de vierde klom op een rots, waar hij een vroolijk deuntje op de fluit van Freddy Vrijdag begon te blazen. „Moet je eens zien", riep Topsy uit. „Ik heb nog nooit zoo'n aardig wijsje om op te dansen gehoord, jij wel Robbie?" (Morgenavond vervolg). (Ingezonden mededeeling) Opgevuld met oude kasten en stoelen uit diverse tijdperken, met antiek uitziende potten, pannen en kruiken, met aarde werk, klokken en koper, had de tweede-handsch- goederen-winkel van Farrell MacCrean het air aangenomen van een handel in antiek. De oude Farrell MacCrean had wel verstand van antiek en wist een zeer goede splitsing te maken tusschen zijn enorme verscheidenheid van koopwaar, doch de zaak leverde slechts een karig bestaan, daar hij zwaar leed aan rheu- matiek, veel verdokterde aan allerlei medicijnen en weinig in de zaak meer kon zijn. Hij moest gereden worden in een stoel, en alle zorg voor winkel en huishouding rustte op de twee schou ders van Maggy. Ze was verloofd met Gerald Moore, doch het huwelijksbootje was nog mid den in den oceaan onzichtbaar, want Gerald voelde wel voor antiek, maar moest veel te hard werken in een meubelfabriek, om tenminste zichzelf in leven te kunnen houden. Toen de verjaardag van Maggy naderde, dacht hij duizend dingen uit, waardoor hij aan wat geld zou kunnen komen, om haar een ge schenk te kunnen geven. Tenslotte had hij een oplossing gevonden; hij toog naar den ouden Farrell MacCrean met een schilderij onder den arm en zei: „Zoudt u dit schilderij in uw win kel voor me willen verlcoopen? Ik kreeg het van mijn oom, die het weer van zijn grootvader had gekregen, en hij heeft me verteld dat het wel wat goeds was en zeker een paar tientjes zou opbrengen." De oude MacCrean bekeek de schilderij, een op hout vrü onbeholpen geschilderden driemas ter met volle zeilen op een vreeselijk blauwe, hooggolvende zee en antwoordde voorzichtig: „Luister eens, Gerald, 't spijt me voor je, maar ik zie er niet veel in. De lijst is nog goed, mooi verguld en aardig bewerkt. Die brengt wel enkele guldens op, maar de schilderij, enfin, je mag hem hier laten, dan zullen we verder zien." Doch Gerald hield aan: „Goed, zet u het maar in de étalage, maar onder de vijftig gul den gaat ie niet weg!" En Maggy zette de schilderij in de uitstalling en iedere week als deze werd schoongemaakt, kreeg de schilderij van Gerald een extra-be handeling en een plaats, waar iedere belang stellende ze in haar gouden lijst wel moest zien staan. Doch er kwamen geen koopers. Tot bij een nieuwe wekelijksche schoon maak Maggy, tot haar grooten schrik, de schil derij uit handen liet vallen. De lijst viel uit het verband en werd zwaar beschadigd. Nu was alle schijn van een schilderij er heelemaal af, er was niets over dan een plank, waarop geschil derd was. Verdrietig zag Maggy naar de ruïne en nam het stuk van den grond op; ze staarde naar de volle zeilen en de hel-blauwe zee en keerde het plankje om. Daar zag ze dat ook de achterzijde was beschilderd, er stond een man op in heel ouderwetsche kleeding, met een lange steenen pijp in den mond, maar Maggy kon het niet bewonderen, en zich troostend met de gedachte dat Gerald misschien de lijst nog kon herstellen, zette ze de schilderij weer voor de ramen Een half uurtje later ging de winkelbel over en Maggy ging haar klant tegemoet. Hij was een vreemde, eenigszins bejaard, en tikte aan zijn hoed: „U heeft daar een schilderij te koop, nietwaar?" „O ja," antwoordde Maggy direct zakelijk, „een mooi geschilderd schip in volle zee. Het kostte vijftig gulden, maar de lijst is gebroken. Daarom komt het nu op vijfenveertig." De vreemdeling zag haar aan: „Ik bedoel geen schip, maaren hij verzette zijn stem, „dat daar." Hij wees naar het beschilderde plankje, en toen eerst zag Maggy dat zij de schilderij andersom in de uitstalling had gezet. Zij gaf het den vreemdeling over, die met een vergroot glas op de schilderij tuurde en haar daarna om draaide, om het schip te bewonderen. „Prachtig! Ik geef 45 gulden voor dien drie master. Ik ben dol op zee en zeilen." Maggy's koopmansbloed stroomde sneller; zij gevoelde een zakelijke verantwoordelijkheid waarschuwend opkomen en antwoordde: „Het spijt me, dat u de schilderij niet onmiddellijk kunt meenemen. De koop hangt af van de toe stemming van den eigenaar, en die is op het oogenblik niet hier." „Goed," antwoordde de man zichtbaar spijtig, „dan zal ik wat wachten." „Hij kan er niet zijn vóór vanavond," besliste Maggy, „komt u liever dan terug." De vreemdeling keek teleurgesteld, doch schik te zich in het onvermijdelijke. Hij overtuigde Maggy echter, de schilderij niet meer voor de ramen te zetten, doch ze in papier gepakt weg te bergen. Als Gerald 's middags van Maggy vernam dat hij 45 gulden voor de schilderij kon krijgen, was hij den koning te rijk en beloofde onmid dellijk van zijn werk 's avonds naar den win kel te komen. De vreemdeling was niet minder op tijd, doch toen Gerald naar de kast ging, waar de schilderij in weggeborgen was, vond hij haar daarin niet meer. Hij riep om Maggy, maar kreeg geen antwoord en veronderstelde dat zij boodschappen was gaan doen. De vreemdeling scheen ontstemd over dezen CA IV fc -DtLM 5 -• S IN POTJES gang van zaken, doch hij kon niet anders doen, dan genoegen nemen met het voorstel den an deren dag eens terug te komen. Een paar uur later kwam Maggy terug, bui ten adem van het snelle loopen, maar met een stralend gezicht, en vertelde, dat het haar zoo had bevreemd, dat de vreemdeling maar vluch tig naar het schip had gezien, doch met een loupe de achterzijde had bestudeerd waarop ook was geschilderd. Dat had haar achterdochtig gemaakt en ze was naar een bekenden schilde rij-kenner gegaan om diens oordeel te vragen. „En", vertelde Maggy, toen hij het schip zag, keek hij mij eens vragend aan, doch toen hij de achterzijde bestudeerde, ver- f ging die uitdruk- T\~ rtnuApn king in verras- gUUUen sing. En tenslot- 7 verteld, dat het een waardevolle schilderij was van een der grootste meesters van de Vlaamsche school, en dat we het best doen, de schilderij in de veiling te brengen." Verrast zagen de oude MacCrean en Gerald het meisje aan, en er was heel spoedig beslo ten den goeden raad van den kunstkenner te volgen. Op den dag der veiling had Gerald vrij ge nomen en was vol nieuwsgierigheid en verwach ting naar het deftige veilingsgebouw gegaan. Hij hoorde dat talrijke kenners het schilderstuk hadden betuurd en bestudeerd, en dat van de waarde niet veel te zeggen was vóór er geboden zou worden. In spanning wachtte Gerald in een hoekje der zaal tot zijn schilderij aan de beurt van verkoopen zou komen. Hij verschoot van kleur, als hij een ouden heer met lorgnet een eerste bod hoorde inzetten van 500 gulden, dat onmiddellijk werd verhoogd tot 750 en 1000 gulden. Gerald zat perplex, het bieden steeg tot 1200, 1500, ja tot 1800 gulden. Gerald stond op en verliet het vertrek; hij moest de frissche lucht in en had in zijn zenuwachtige spanning be hoefte om luid te lachen, en dat durfde hij hier niet tusschen die deftige, heftig tegen elkaar opbiedende menschen. Na 'n kwartiertje kwam hij terug, de verkoop van zijn schilderij was reeds afgeloopen, andere nummers hadden de belangstelling, maar hij vernam dat het geld hem den anderen dag zou worden toegezonden. Hoe groot het bedrag was, vergat hij zelfs te vragen. Den volgenden avond ontving Gerald een brief en hij holde er mede naar Maggy en den ouden MacCrean. De enveloppe werd openge scheurd en bevatte een cheque van ruim 5000 gulden en een speciale dankbetuiging, dat hij den makelaars zoo'n bijzonder schilderwerk ter dispositie had willen stellen. „En zoo," besloot Gerald, toen hij zijn vreug de in normale gedachten kon uitdrukken, „zoo is met de verdwijning van dien driemaster ons huwelijksbootje in zicht gekomen! En u, papa MacCrean, kunt u nu alle middeltjes aan schaffen, die u nog niet hebt geprobeerd! U krijgt nu uw rust, wij nemen de zaak van u over, maar.... we laten een uithangbord schil deren en noemen onze zaak in antiek voortaan: „In den gouden driemaster!" Een onverwachte gewichtsafname Uit dankbaarheid voor het succes dat zij met Kruschen Salts had, schrijft een vrouw ons den volgenden brief: „Vóórdat ik Kruschen nam had ik veel last van rheumatiek en hoofdpijn, soms dagen ach tereen. Gewoonlijk liep ik rond met een ver band om mijn hoofd, omdat dit de pijn iets ver lichtte. 's Ochtends waren mijn ledematen meest al zóó stijf, dat ik nauwelijks kon opstaan. Nu heb ik zeer zelden hoofdpijn en 's morgens voel ik me frisch en uitgerust. Tevens wil ik nog vermelden, dat mijn gewicht verminderd is van ruim 76 kilo tot 57 kilo. Zes maanden nam ik Kruschen Salts vóór ik voelde, dat ik inder daad beter werd. Nu zou ik het nooit meer willen missen," Mevr. W. H. C. Meestal beginnen de hoofdpijnen wanneer Uw inwendige machine niet goed functionneert wanneer Uw afvoerorganen onvoldoende wer ken en Uw organisme niet meer vrij houden van afvalstoffen. Het gevolg is, dat onzuiver heden in Uw bloed komen. Laat daarom de zes zouten van Kruschen Uw afvoerorganen nieren en ingewanden aansporen tot re gelmatige werking, zooals dit voor een gezond lichaam noodig is. De „kleine, dagelfjksche do sis" Kruschen Salts zorgt dat alle afvalstoffen geregeld en volkomen uit het lichaam verwij derd worden. Het gevolg van deze inwendige schoonheid is, dat verfrischt en vernieuwd bloed door Uw aderen stroomt. U voelt zich gezonder en energieker, vrij van hoofdpijnen, vermoeid heid, zwaarlijvigheid en dergelijke hinderlijke kwaaltjes. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten S, ƒ0.90 en ƒ1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. (Adv.) t VI 'f op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f '7Cfï bij een ongeval met f Of/J bij verlies van een hand f 1 OC oij verlies van een f Cf) bij een breuk van f Af) m bij J®rlles van "n /xll€ CtU OTITIC S ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen T OvUU»m verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f t Ol/»m doodelijken afloop! een voet of een oog! iévi duim of wijsvinger been of arm# anderen vinger En nou ga Je m'n erf af, versta je? Al ben ik duizend maal een Beel en jij een Trevanion en al zijn we door je vader en grootvader be handeld als oud vuil, daarom hoef Ik geen brutale indringers In mijn huis te dulden. Dat is heel vriendelijk van u, zei Nancy rustig. In de verte hoorde ze een auto na deren. Dat is de wagen van notaris Handy, zei Nancy droogjes. Notaris Handy? Dus het ls meenens? Daar had u niet aan hoeven te twijfelen. Notaris Handy voegde zich bij het gezelschap met een korten groet. Ik denk dat mijn cliënte je al een en an der verteld heeft, Beel, nietwaar? We hebben heel gezellig gebabbeld, lachte Nancy. Ik wilde een schikking voorstellen, maar Mr. Beel houdt zich aan de letter van de overeenkomst. Dat is Jammer, zei de oude rechtsgeleerde, voor hém. En hij wees op Beel. Er was iets ta zijn stem en manieren dat den ouden boer nog benauwder maakte. Waarom is het jammer voor mij? vroeg hij angstig. In de documenten staat uitdrukkelijk dat Trevanion Court binnen vijf Jaar het onbe twist en volledig eigendom wordt van Miss Trevanion als zij een bedrag van 10.000 pond betaalt, zonder eenige kwalificatie en dat be- teekent volgens de wet met al het te velde staande koren en andere gewassen.... Maar dat kan niet waar zijn immers. God beware me Het is niet anders Beel. En daarom is het jammer dat je je niet een beetje inschikkelijk getoond hebt tegenover miss Trevanion Een minuut later at de barsche Jack Beel Senior uit de hand. Hij was de deemoed in per soon en smeekte: Dat is toch niet waar, dat kunt u toch niet meenen.... dat zou me duizenden ponden kos ten. Ik handel precies volgens de wet. Dus miss Trevanion is werkelijk.... —Mis Trevanion is bereid de som van tien duizend pond te betalen laten we zeggen: mor gen. Zullen we elkaar ontmoeten laten we zeg gen in Truro morgenvroeg om elf uur? Ik zal alle papieren in orde maken en Nee nee, viel Nancy die medelijden met den ouden man kreeg hem in de rede. Ik wil niet zoo strikt op mijn recht staan. Maar waar zijn in 's hemelsnaam die tienduizend pond vandaan gekomen? Dat is mijn zaak mr. Beel. Op één ding moet ik echter aandringen. Het huis moet di rect ontruimd worden. Het spijt mij voor u, maar Trevanion Court is niet geschikt voor boerderij. U kunt zoolang in het Old Dower- huis uw intrek nemen, als u dat wilt. Old Dower-huis, stotterde Jack. Juist, en daar kunt u tof Kerstmis blij ven. Maar dit huis moet direct ontruimd wor den, mr. Beel; direct; want ik wil hier Kerst mis vieren. Ze heeft fortuin gemaakt, Jack, zei de oude man later toen Nancy en de notaris wa ren weggegaan. en een groot fortuin ook. We bennen verslagen, jong, voegde hij er som ber aan toe, ze is ons de baas geweest! Maar de jonge Jack gaf geen antwoord. Drie maanden later heerschte een ongewone bedrijvigheid in de burnt van Trevanion Court. Iedereen wist datTrevanion Court ontruimd was en dat er groote dingen gebeurden in het huis. Er waren werklieden in de weer, er wer den voortdurend wagonladingen meubels en andere artikelen aangevoerd: tuinlieden "maak ten den tuin in orde en toen Kerstmis in het land was, zag men keurig-gekleede dienst meisjes in het huis rondtrippelen. Ze moet duizenden ponden uitgeven, zei den de bewoners onder elkander. Waar zou ze het vandaan hebben gehaald? Maar nie mand wist te waarheid. Wat ze wisten was, dat Nancy Trevanion in het oude huis terugkwam en bijna allen ver heugden ze zich over dat feit. Op Kerstavond was er een ongekende druïde aan het kleine stationnetje. Verscheidene auto's kwamen aan gereden en uit den trein stapte een groot aan tal vreemdelingen die door de wagens naar Trevanion Court gereden werden. Ja Nancy, ik ben blij Je terug te zien! Het is prachtig, hoor meisje, prachtig mooi, nietwaar moeder? Dat is het, beaamde Mrs. Briggs. Ik ben er trotsch op om je gast te zijn in dit prachtige huis, Nancy. U weet wel, dat ik daar altijd naar heb verlangd, mrs. Briggs, om u te kunnen uit- noodigen voor Kerstmis en ik ben blij dat u het huis mooi vindt. Nancy's oogen schitter den van geluk. Hoelang had ze naar dit oogen blik verlangd! Het is iets bijzonders, begon de brave Yorkshirer opnieuw. Ik wou dat Ben.... Neen, neen, viel zijn vrouw hem in de rede, daar praten we niet meer over. Daar komt Jessie met haar verloofde. Vind je het niet mooi, Jessie? Het is magnifiek, riep het meisje uit, niet waar Walter? En Nancy zag den jongen Yorks hirer fabrikant, met wien ze kort geleden had kennis gemaakt. Wie is dat? vroeg Jessie fluisterend, toen er een nieuwe gast binnenkwam. Het was een lange, geleerd-uitziende man. Professor Sheepshranks, kondigde de oude Adam Trebil- cock aan. Mijn hartelijke gelukwenschen, zei de pro fessor, Nancy's handen schuddend: het is het mooiste huis dat ik ooit heb gezien. Geen wonder dat u er trotsch op bent. Mr. Shawcross, Mr. Greenwood, kondigde Adam aan. We zijn allemaal bij elkaar! riep Elyah verheugd uit. Dat is braaf van Je, Nancy, om al je vrienden uit Leeds uit te noodigen! Een nieuwe stem deed zich hooren. Crow- ther, neen niet Mr. Crowther. ik heet gewoon maar Jack. Ah, miss Nancy, riep hij uit, op Nancy afstappend, dat had ik nooit verwacht; Leeds is goed genoeg voor me en Kerstmis is Kerstmis, maar ik ben blij dat ik gekomen ben. Jack's bewering werd gevolgd door gelijklui dende uitroepen. Eindelijk zaten ze allen aan de lange, keu rig gedekte tafel. Het was een vroolijk en op gewekt gezelschap. Het gelach was niet van de lucht. Plotseling stond Elyah Briggs van zijn plaats op. De meesten van u, begon hij, zijn goede vrienden van mij en diegene die ik voor 't eerst heb ontmoet, zullen het gauw ook wor den, hoop ik. Ik wil de gelegenheid niet voorbij laten gaan zonder een paar woorden te spre ken. Vier en een half jaar geleden kwam onze gastvrouw bij mij in Leeds en vanaf den eer sten dag had ze mijn hart veroverd, nietwaar moeder? Zoo is het, stemde mrs. Briggs toe. Ik heb haar meer dan eens gezegd en het zou mijn hartewensch zijn geweest haar tot schoondochter te krijgen. Dat is helaas niet gebeurd, maar daarover wil ik niet spreken op het oogenblik. U allen kent haar geschiedenis. Dit is het oude huis. Jaren geleden is het ver kocht, maar haar vader liet haar een erfenis na; dat was te probeeren tien duizend pond bü elkaar te krijgen om het huis terug te koopen. Hoe dat moest gebeuren wist ze niet. Maar ze had het haar vader beloofd en ze wilde en zou slagen. En ze is geslaagd, riepen eenlgen. De geschiedenis is waard om te boek ge steld te worden, ging Elyah voort. Zonder Leeds en Amos Judson zou ze niet zijn ge slaagd, maar ze is en blijft een kranige meid en ik ben er van overtuigd, dat niemand in Yorkshire haar dit zal nadoen. En ik wil dezen Kestavond, die een van de beste uit mijn leven is, op de gezondheid drinken van Nancy Trevanion. Na deze toast kwam er geen eind aan de speeches. Professor Sheepshranks sprak en John Shawcross en ook de oude Jack Crow ther. Ze is een meisje uit duizend, zei hü, maar één ding ontbreekt haar toch. Een goede man! Als ik twintig jaar jonger was, zou ik een kansje wagen, maar omdat dat niet meer mo gelijk is hoop ik dat ze een flinken jongen kerel trouwen zal. Na deze toast vroegen allen om een speech van Nancy en ze voldeed glimlachend aan het verzoek. Ik ben vanavond tusschen vrienden, zei ze, tusschen de beste vrienden die een meisje op de wereld kan bezitten en ze sprak verder over Mary Judson, herdacht den ouden Amos, in het kort, ze vertelde nog eens de geschiede nis van haar leven. En ze vergat Elyah Briggs en zijn vrouw niet voor alles te bedanken. Maar één ding wou Ik nog zeggen, besloot ze, en dat is iets dat een antwoord geeft op de woorden van Jack Crowther. Hij zei, dat mij een man ontbreekt. Wel, ik moet iets beken nen. Ik heb het al dien tijd geheim gehouden. Ik zou nooit in mijn plannen zijn geslaagd zonder de hulp van Mr. Trefry, die hier naast mij zit. Want het belangrijkste van de uitvin ding is zijn werk. We kennen elkaar al jaren en er is iets anders ookhet meisje hield op met spreken en keek blozend de kamer rond. Toen vervolgde ze: Ik heb u niet alleen hier gevraagd om Kerstmis in miln oud tehuis te vieren, maar ik noodig u meteen uit voor mijn huwelijk,- dat overmorgen in ons oud kerkje zal plaats hebben. Ik ben bang, dat deze uitnoodiging niet heelemaal volgens de eti quette is maar ik hoop dat u toch allemaal zult willen komen. Nietwaar John? John probeerde te antwoorden, maar de ont roering maakte het hem onmogelijk. En, waar het heele verbaasde en gelukkige gezelschap bij was, trok hjj Nancy naar zich toe en gaf haar een hartelijken kus. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 10