Nederlandsch Fabrikaat
Prikkeldraad
VERTWIJFELDE STRIJD
Engeland en wij
VRIJDAG 2 JUNI
ÉpS''
T
Het weer op Zondag
Plicht der overheid
Nieuwe inkomstenbron
DE BEROEMDE RACE IN ENGELAND
Lord Derby's Hyperioniciret de Epsom-Derby
Inzet Lord Derby
Waarschijnlijk mooi Pinksterweer,
iets warmer. Let op den
barometer
VERBODEN COLPORTAGE
Een tweede geval van overtreding
der Godslasteringswet
ONTSLAGEN TE DEN HELDER
Twee bondsbeambten verdwijnen
Kon. Ned. Zangersverbond
R.K. MIDDENSTANDSBOND
In het bisdom Haarlem
BENOEMINGEN
In het bisdom Breda
VISCHEXPORT NAAR
FRANKRIJK
Contingent uitgeput tot 30 Sep.
Het drukken der productiekosten
is in ons land, dat een duurte-
eiland is, zij het dan ook
moeilijk, toch nood
zakelijk"
Rede ir. Regout
Rede prof. Gelissen
NED. ARBEIDERSBANK
Verslag over het eerste boekjaar
DE ECONOMISCHE CRISIS
DE TREINONTSPORING
BIJ KROMMENIE
Het opruimingswerk vordert goed
WEER EEN NIEUWE LEUS
Eet meer zeelt en andere
zoetwatervisch
Waarom blyft het zoo stil?,
NOORDZEEVISSCHERIJ IN
MEI
De omzet te IJmuiden
Audiëntie
Vvtes MK *J.J
De voorzomer is de tijd, waarin tengevolge
van overheerschenden Noordelijken wind, veel
vuldig koel weer voorkomt. Het aantal koele
dagen overtreft bijna altijd het aantal warme.
Dit is nu in meer dan gewone mate het geval
en inzonderheid brachten de laatste weken ons
overwegend koel weer, zij het dan dat het over
het algemeen, en vooral de laatste dagen, droog
en zonnig was.
Warm weer zou slechts dan te verwachten
zijn, wanneer de toevoer van koude lucht door
den Noordenwind ophoudt en veel warmer weer,
wanneer een Zuidelijke wind doorkwam.
In dit opzicht zijn de kansen wel eenigszins
gekeerd. In de eerste plaats is over de Brit-
sche eilanden en het Oostelijk gedeelte van den
Oceaan een gebied van lage luchtdrukking en
warm weer tot ontwikkeling gekomen. Er
heerscht daar algemeen een Zuidelijke wind.
In verband hiermede zal de over Scandinavië
uit het hooge Noorden toestroomende koele
lucht naar het Westen worden afgezogen en
daarbij niet meer of in minder sterke mate tot
ons land doordringen. Waarschijnlijk zal de
wind bij ons meer naar het Oosten, daarna
naar het Zuid-Oosten draaien, ten slotte mis
schien naar het Zuiden omloopen. In het eer
ste geval zal het weer, bij stationnairen of stij
genden barometer droog, zonnig en iets war
mer worden. Men lette dus vooral op de be
weging van den barometer. Stijging beteekent
dan mooi, droog weer met de Pinksterdagen
In het tweede geval zou bij dalenden baro
meter het weer zeer warm kunnen worden, doch
dit zou gepaard gaan met toenemende regen
en onweerskans. Een dalende barometer zou in
elk geval een ongunstig teeken zijn.
Hoewel nu de algemeene weerstoestand niet
zeer stabiel is en ons land dicht bij de grens
ligt tusschen vrij warm, droog en veel warmer,
regenachtig weer, wijzen de laatste berichten
(Donderdag) op toenemende kans op mooi,
droog Pinksterweer, vooral wanneer de baro
meter niet* daalt. Alleen wanneer deze begint
te dalen moet men rekening houden met re
genkans. In het eerste geval iets warmer, in
het laatste geval zelfs veel warmer.
(Nadruk verboden)
Voor de Rotterdamsche rechtbank is Donder
dag behandeld het tweede proces in den lande
wegens overtredingvan de wet op smalende
Godslastering.
Verdachte, de 34-jarige P. v. G. te Rotterdam,
had in December gecolporteerd met de brochure
„Nederland-God-Oranje", waarin op ergerlijke
en voor anderen krenkende wijze over God
wordt geschreven.
Verd. ontkende niet gecolporteerd te hebben,
doch was van meening, dat de inhoud der
brochure niet als godslasterlijk kan worden aan
gemerkt.
Het O. M. achtte in dit geval een geldboete
misplaatst en vroeg een gevangenisstraf van
één maand om aldus een voorbeeld te stellen.
Het in de wet gestelde maximum is drie maan
den gevangenisstraf.
De verdediger mr. G. Oskam pleitte vrijspraak
omdat hij niet het smalend, doch wel het godS'
lasterend karakter in de gewraakte brochure
ontkende.
De uitspraak werd bepaald op 15 Juni.
De schrijver der brochure kon niet worden
vervolgd, omdat ze reeds geschreven was voor
de wet in het Staatsblad was afgekondigd.
Nadat eerst aan alle burgerbestuurders van
den Bond van Marineschepelingen ontslag
moest worden verleend, heeft thans de com
mandant der Marine, volgens „Het Volk", be
paald, „dat ook de overige beambten geen ge
nade zullen vinden in de oogen van de autori
teiten." Zoc zal met ingang van 1 Juli aan de
beide bondsbeambten Groothof en Van der
Mast ontslag worden gegeven, omdat zij, vol
gens de autoriteiten „in het verleden een zoo-
danigen invloed op de richting der bondsactie
hebben gehad en op zoodanige wijze van hun
politieke gezindheid hebben getuigd, dat het
uitgesloten is, dat voor hen vergunning wordt
verleend in dienst te blijven van een eventueel
te stichten belangenvereeniging."
voor het loket, met eenig gevoel van veron-
gelijktheid brachten wij in beleef de, maar man*
nelijke taal onze klacht uit, en wij veronderstel
den niet anders, of de beambte daar aan gene
zijde van de grens tusschen burger- en staats
domein zou er minstens met eenige belangstel
ling kennis van nemen, ons misschien voorlich
ten omtrent vergissingsmogelijkheden.
Maar niets van dit alles! Het zoo triomphan
te lijk door ons voor zijn aanschijn gedeponeerde
re?u, het onfeilbare bewijsstuk, werd nauwelijks
een blik waardig gekeurd, en zonder ook maar
de minste bewogenheid in z'n stem sprak de
ambtenaar, achteloos het ons zoo dierbare do
cument terugschuivend:
„Moet u eerst een zegeltje van vijftien cent
gaan koopen; eerst daarna kan de zaak in
onderzoek genomen worden...."
We stonden 'n beetje onthutst.
Als er 'n aangeteekende brief zoek raakt of
te laat besteld wordt, als dus de post in ver
zuim is en ons nadat we toch behoorlijk
betaald hebben niet goed bedient, je du
peert, moeten wij dan beginnen met extra te
betalen om de fout ontdekt te krijgen, moe
ten wij dan beginnen met extra te betalen
voor een ons aangedaan onrecht?
We voelden ons 'n beetje geërgerd, maar ons
nationaal verantwoordelijkheidsgevoel deed
eensklaps alle ergernis verdwijnen:
hadden wij hier in het landsbelang geen
enorme ontdekking gedaan? Lag het geld hier
voor de overheid niet voor t grijpen?
Als de post er nu eens 'n systeem van maakte
aangeteekende brieven zooveel mogelijk te ver
donkeremanen, althans te vertragen, hoeveel
duizenden en duizenden zegeltjes van vijftien
cent zou zij dan niet kunnen verkoopen!
En als ze er dan bovendien eens premies op
zette: welke beambten de meeste navragen 4
raison van vijftien cent weten uit te lokken?!
Zien de heeren Colijn, De Wilde en Oud het
perspectief, dat zich hier opent?
In de dezer dagen gehouden vergadering van
het Hoofdbestuur van den R.K. Middenstands
bond in het Bisdom Haarlem werd het nieuw
gekozen lid van het Hoofdbestuur, de heer P.
Klaver, te Hillegom, als zoodanig geïnstalleerd.
Als penningmeester van den Bond in de va
cature-Van Tetering werd aangewezen de heer
A. J. van Rest, te Poeldijk.
Als lid van het Hoofdbestuur van den Ned.
R.K. Middenstandsbond werd eveneens aange-
'wezen de heer A. J. van Rest.
Als lid van den Diocesanen Jeugdraad en
adviseerend lid van het Hoofdbestuur der Ka
tholieke Jonge Middenstandsbeweging in het
Diocees Haarlem werd aangewezen de heer P.
Klaver, terwijl tot 2en secretaris van den Bond
in de vacature Van Rest werd benoemd de
heer A. Menheere te 's-Heerenhoek.
Met voldoening nam het Hoofdbestuur kennis
van de groote vlucht, welke blijkens de cijfers
de Coöperatieve Bredasche Diocesane Hanze
Glasverzekering ook in het Haarlemsche Bis
dom neemt.
Vervolgens werd aandacht geschonken aan de
uitvoering der besluiten, genomen door den
jongsten Centralen Raad van den Bond.
Z.H.Exc. de Bisschop van Breda heeft be
noemd tot pastoor van de parochie der Onbe
vlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria te
Princenhage den Zeereerw. heer J. Dekkers, tot
kapelaan te Breda (O. L. Vrouw Tenhemelopne
ming) de weleerw. heer A. de Munck, tot kape
laan te Stampersgat den weleerw. heer I»
Mabesoone, die werkzaam was in het Aartsbis
dom Mechelen, tot kapelaan te Princenhage
(Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd
Maria) den weleerw. heer Jac. van Tilburg, tot
kapelaan te St. Willebrord den weleerw. heer
Ch. Weemaes, die werkzaam was in het Aarts
bisdom Mechelen, tot adjunct-diocesaan ver-
kennersgeestelijke voor Breda-buitenplaatsen.den
weleerw. heer J. van Besouw, kapelaan te Tete-
ringen, tot adjunct-diocesaan verkennersgeeste-
lijke voor Zeeuwsch Vlaanderen den weleerw.
heer N. Theeuwes, kapelaan te St. Jansteen, dia
teveens benoemd is voor groepsgeestelijke van da
St. Norbertusgroep te St. Jansteen.
Officieel wordt medegedeeld, dat het contin
gent voor den invoer van versche visch, kate-
gorie B en gedroogde, gezouten en gerookte
visch vanuit Holland tot 30 September 1933, is
uitgeput.
Heden kwam te Maastricht de algemeene
ledenvergadering der vereeniging „Neder
landsch Fabrikaat" bijeen.
Gisterenavond, na aankomst van den avond
sneltrein, werd een niet officieele samenkomst
gehouden in het Restaurant van de Tentoon
stelling „Twenboutem", 'Schermerweg hoek
Witte Vrouwenweg, alwaar de deelnemers door
het bestuur van de „Twenboutem" werden ont
vangen.
Heden werd om elf uur de vergadering ge
houden in den Foyer van den Schouwburg.
De heer K, F. v. d. Berg opende de vergade
ring met een rede, waarin hij de geschiedenis
van de leuze „Nederlandsch Fabrikaat" schets
te.
Van den aanvang af heeft zich de werkzaam
heid onzer Vereeniging gekenmerkt, zei hij, als
een van consumentenzijde aan de industrie
Spontaan aangeboden steun. Een steun, die
echter zijn rechtvaardigingsgrond alleen in de
eigen merites dier industrie kon vinden, en
waaraan dus iedere gedachte van kunstmatige
bescherming vreemd was. Bij de toenmalige
kwetsbaarheid onzer internationale positie werd
het daaraan verbonden gevaar intuïtief ge
voeld: en dit bracht de oprichters onzer Ver
eeniging er toe het neutraal karakter der op
touw gezette beweging aanstonds openlijk te
verkondigen.
Hij besloot zijn rede na een overzicht der
werkzaamheden aldus:
Maar al deze werkzaamheden kunnen slechts
een voorbereidend en bemiddelend karakter
dragen. De richtige uitvoering der beoogde
maatregelen kan slechts verkregen worden met
de medewerking, en vooral de goede onderlinge
samenwerking van alle betrokken belangen
groepen. Dat het hieraan bij ons nog al eens
hapert, danken wij aan onze overgeërfde indi
vidualistische eigenschappen. Maar dat het ook
anders kan, hebben wij gezien in de jaren van
den wereldoorlog, toen wij ons metterdaad een
drachtig en saamhoorig gevoelden, in het be
wustzijn gezamenlijk een gevaar te moeten kee-
ren. Ook thans staan wij voor een gemeen-
schappelijken nood, worden wij bedreigd door
gevaren van buiten. Laten wij hopen, dat deze
bedreiging de geschillen zal doen verdwijnen,
die in normale tijden zoo'n belangrijke plaats in
ons leven innemen en ons opnieuw tot elkaar
zal brengen in één gemeenschappelijk élan tot
herstel onzer volkshuishouding, waaraan inder
daad behoefte bestaat.
Vervolgens kwamen aan de orde:
Voorzien in de vacatures in het Dagelijksch
Bestuur en Hoofdbestuur wegens periodiek af
treden van de heeren: Mr. S. J. Hogerzeil en
Dr. W. C. A. Baron van Vredenburgh, die her
benoembaar zijn.
Voorstel tot wijziging van artikel 5 van het
algemeen huishoudelijk reglement, luidende:
„De leden van het Dagelijksch Bestuur moe
ten in Den Haag of aangrenzende gemeenten
woonachtig zijn."
veranderen in:
„De Leden van het Dagelijksch Bestuur moe
ten zoo mogelijk in Den Haag of aangrenzende
gemeenten woonachtig zijn."
Goedkeuring van het geldelijk beheer over
1932.
Benoeming van de leden van de Commissie
voor het onderzoek van het geldelijk beheer
over 1933.
Verslag van de werkzaamheden der Vereeni
ging van 1 Januari 1933 tot en met 1 Mei 1933.
Vervolgens hield de heer J. F. E. Regout zijn
aangekondigde rede: „Eenige practische punten
ter bevordering van den afzet van Nederlandsch
Fabrikaat".
De Nederlandsche fabrikanten moeten een
vertwijfelden strijd om hun bestaan op steeds
vinnigere wijze voeren en beconcurreeren op de
allereerste plaats de buitenlandsche concur
rentie.
Het is vanzelfsprekend, dat dientengevolge de
Verkoopprijzen op sensationeele wijze zijn ge
daald.
De vaste kosten zijn, relatief beschouwd, ge
stegen en vormen bijna ondraaglijke lasten. Er
worden orders aangenomen tegen prijzen, die
yerliesbrengend zijn.
Anderzijds werden en worden nog steeds be
duidende kapitalen aangewend om nieuwe arti
kelen te brengen en aan de spits te blijven der
moderne techniek voor de keramische bedrijven.
Deze strijd heeft tot resultaat, dat de omzet
in het binnenland procentueel, vergeleken met
het totaalverbruik, is gestegen.
Dit is op de allereerste plaats het geval met
sanitair, in welk artikel de Maastrichtsche fa
brieken de markt tegenwoordig vrijwel beheer-
schen.
Analoog hiermede, maar in mindere mate, is
dit het geval met de wand- en vloertegels en
ook eenigszins met huishoudelijk aardewerk en
glas.
Een en ander neemt niet weg, dat de totaal
omzetcijfers zoo aanzienlijk zijn gedaald, dat
de toestand uiterst zorglijk is.
Zooals voor zeer veel fabrieken in Nederland
het geval is, moet er verandering komen.
Met het propageeren van schoone idealen al
leen, komen wij er niet. De practijk heeft be
wezen, dat ons streven in deze op verschillende
punten gefaald heeft. Het ideëele voorbeeld van
Nederland oefent blijkbaar niet den minsten
invloed uit op de groote mogendheden.
Wü dienen tot de erkenning te komen, dat
wij niet in staat zijn het wereldgebeuren op dit
gebied in het minst te onzen gunste te wijzi
gen.
Ook zal ongetwijfeld blijken, dat wij niet in
staat zijn, op afzienbaren termijn het verloren
afzetgebied in Nederlandsch-Indië, geheel of
gedeeltelijk, te herwinnen. Ook hier is een
enorm afzetgebied voor de Maastrichtsche Ke
ramische bedrijven verloren gegaan.
Talloos waren de bronnen van welvaart voor
Nederland, die in het buitenland waren gele
gen en die voor ons onbereikbaar zijn geworden
en waaruit wij dus niet meer kunnen putten.
Daarom moeten wij meer dan ooit tevoren het
oog gericht houden op het binnenland en dient
deze omzet, waar mogelijk, vergroot te worden
tegen loonende prijzen.
De invoercijfers bewijzen, dat zulks voor kera
mische producten nog in ruime mate mogelijk
is en ligt nog een prachtig arbeidsveld voor uwe
vereeniging.
Voorzoover men slaagt het afzetgebied in het
binnenland uit te breiden, kan dit een compen
satie vormen voor het verloren afzetgebied in
het buitenland en voor het verlies van voor
melde bronnen van welvaart, welke wij n i e t in
staat zijn te beïnvloeden.
Het bevorderen van den afzet van Neder
landsch fabrikaat kan worden beïnvloed door:
le. Den fabrikant.
2e. Het publiek.
3e. De overheid en de openbare instellingen.
Spr. behandelde deze punten alle in het kort.
Na te hebben nagegaan wat de regeering niet
moet doen, concludeerde spr.:
Wij komen nu tot de vraag wat de Regeering
wèl moet doen ten einde de industrie te sau-
veeren.
Haar taak is tweeërlei.
Op de eerste plaats dient de Regeering er
voor te zorgen, dat ons indexcijfer, dat 138 pet.
bedraagt, belangrijk daalt.
Op de tweede plaats moet de overheid hare
industrie een zekere bescherming geven voor
haar afzet in het binnenland en niet voortgaan
in het treffen van maatregelen omtrent het ge
bruik van Nederlandsch fabrikaat, tengevolge
waarvan de fabrikant verplicht is de artikelen
af te leveren tegen prijzen, die lager liggen dan
de -kostprijzen, zoodat de mogelijkheid bestaat,
dat dit in vele gevallen leidt tot aantasten der
reserves.
De overheid werkt dusdoende mede aan het
verzwakken van het weerstandsvermogen der
industrie.
Ik besef heel goed, dat de twee begrippen:
„Steun aan de industrie en verlaging van het
indexcijfer" oogenschijnlijk niets tegenstrijdigs
bevatten.
Indien de overheid er niet in slaagt het in
dexcijfer voor levensonderhoud te drukken, be
staat de mogelijkheid dat deze, door den val
van den gulden vanzelf zal intreden.
Een oplossing moet komen; wij hebben de
keuze tusschen een vrijwillige en een ons op-
gedrongene.
Ik besluit deze rede met een opwekking den
toestand ernstig onder de oogen te zien en front
te maken tegen de verslapping, die in de na-
oorlogsjaren is ingetreden.
Aan autarkie kan Nederland niet denken,
maar wel aan herwinnen van Nationaal Gevoel,
aan het instellen van gezond beleid op geldelijk
en economisch gebied, en aan het herstel van
het gezag, met als gevolg dezer drie hoofdbe
ginselen, de activiteit uwer Vereeniging, die
aan onze samenleving reeds onschatbare dien
sten heeft bewezen.
Vervolgens hield dr. ir. H. Gelissen een voor
dracht over het onderwerp: „Toegepast natuur
wetenschappelijk onderzoek en de beteekenis
daarvan voor hen, die in de industrie werk
zaam zijn."
Daarbij concludeerde spr.:
De toegepaste natuurwetenschap sterkt onze
industrie en een sterke industrie, d. w. z. een
industrie met „wetenschappelijken goodwill", is
een machtig wapen in de hand onzer economen
en onzer politici bij het uitlijnen onzer handels
politiek. Of wij nu streven naar internationalen
vrijhandel of gedwongen worden tot autarkie,
onze handelspolitiek zal actief moeten zijn,
'actief om de anderen tot vrijhandel te dwin
gen, of om door eigen productie zooveel moge
lijk voor onze volkswelvaart te redden.
Op den duur is het eenige industrieele export
artikel voor een land zonder grondstoffen het
intellect. Een klein land als Nederland, dat
intellectueel hoog staat, heeft daarom ook zulke
groote belangen bij een goede octrooiwetgeving.
Immers de door onze industrie in het buiten
land geoctrooieerde en goed beschermde pro-
cédé's en artikelen beteekenen een vergrooting
van ons industrieele achterland. Onze handels
politiek, onderdeel onzer economische politiek,
moet dus mede haar steun zoeken bij het toe
gepast natuurwetenschappelijk onderzoek en de
hiervan in octrooien vastgelegde resultaten.
De natuurwetenschap van ons land kan en
moet mede strijden in de gelederen van ons
handelspolitieke front, zij is de artillerie, die
wonderen doet, mits goed gebruikt door econo
men en politici, en als zoodanig de beste bond
genoot van het Nederlandsch fabrikaat.
Tenslotte werd een bezoek aan de N. V.
Kristal-, Glas- en Aardewerkfabriek „De
Sphinx" te Maastricht gebracht en een auto
tocht gehouden door Zuid-Limburg, welke ein
digde aan het station Sittard, zoodat de deel
nemers per avondtrein nog konden vertrekken.
Tijdens dezen autotocht bezochten allen de
bovengrondsche werken van de Staatsmijn
„Maurits".
Aan het verslag der Vereeniging zullen wij
in een onzer volgende nummers een en ander
ontleenen.
Verschenen is het eerste jaarverslag van de
Nederlandsche Arbeidersbank N.V.
Wij ontleenen er het volgende aan:
Over het resultaat, in deze periode bereikt,
is de Directie zeer tevreden.
Bij de beoordeeling van de uiteindelijk be
reikte resultaten moet men zich echter niet al
leen laten leiden door het cijfer van het be
haalde geldelijk overschot, maar tevens in het
oog vatten den omvang, in welken onze instel
ling zich in dien korten tijd als financieel ver-
trouwenscentrum een plaats in de R. K. arbei
dersbeweging heeft verworven.
Als men al de factoren, welke op een of an
dere wijze een financieel dienstbetoon aan de
bij onze instelling betrokken personen en groe
pen inhouden, in aanmerking neemt en tevens
eonstateeren kan, dat het vertrouwen in over
vloedige mate aanwezig is, dan kan de con
clusie over deze afgesloten periode ongeacht
het materieele gewin voor onze instelling als
vrucht van haar werken reeds niet anders
luiden dan: zeer bevredigend.
De aard van onze instelling brengt niet mede,
dat wij over groote kapitalen in den vorm van
deposito's of rekening-courant-saldi, blijvend de
beschikking hebben. Voor het beheer van de
spaargelden op meer langen termijn hebben wij
onze spaarbanken en de kapitalen der orga
nisaties worden in den regel niet in hoofdzaak
belegd in deposito's of rekening-courant. Men
moet onze bank dan ook meer zien als de finan-
cieele centrale, via welke de gelden, welke door
en in onze beweging worden verwerkt, haar weg
vinden voor het doel waarvoor zij bestemd zijn.
Eenerzijds dus als een soort giro-centrale,
middels welke zich de vlottende en rouleerende
kapitalen bewegen binnen de werkingssfeer van
de geheele katholieke arbeidersbeweging, ander
zijds als een instituut door 't welk de niet voor
directen dienst bestemde kapitalen in solide be
legging voor min of meer langeren duur, wor
den omgezet. En dit gecompleteerd met de di
verse werkzaamheden, welke een rationeel geld
en goed vermogensbeheer nu eenmaal noodig
maken, inclusief een binnen bepaalde beperking
gehouden credietverstrekking.
Uiteraard beperkt zich onze werkingssfeer
niet alleen tot cliënten, die in meerdere of min-
deer mate aan onze arbeidersbeweging verwant
zijn.
In het aandeelenkapitaal kwam na de op
richting geen wijziging. Wij hebben ook geen
moeite gedaan om tot verdere plaatsing van
aandeelen te geraken, aangezien de huidige
stand van zaken en de omvang van het bedrijf
vergrooting van het bedrijfskapitaal onzes in
ziens nog niet noodzakelijk maken.
De werkzaamheden hebben zich in deze
eerste periode successievelijk ontwikkeld. Waren
de eerste transactiën meer beperkt tot aan- en
verkoop van effecten, verzilveren van coupons
en openen van rekeningen in rekening-courant,
geleidelijk aan is opk het incasseeren van kwi
tanties, het nemen in open bewaameming, be
heer van vermogens, bezorgen van vreemd geld
tot de normale taak gaan behooren. Vervolgens
waren wij betrokken bü de uitgifte van eenige
emissies van gemeentebesturen, kloosters en zie
kenhuizen, terwijl wij als trustee fungeeren
voor de leening ad 700.000 ten behoeve van
het sanatorium van „Herwonnen Levenskracht."
De credietverstrekking bleef in hoofdzaak be
perkt tot het verleenen van voorschotten tegen
onderpand van effecten of tegen crediethypo-
theek met eerste verband. Dit laatste uitsluitend
aan instellingen van onze eigen beweging, waa-r
door een solide en actieve werkzaamheid is ont
staan, welke nog veel perspectief opent voor de
toekomst.
Voorgesteld wordt de winstverdeeling conform
artikel 29 der Statuten als volgt te doen geschie
den:
Saldo winst 4.602.62
a. 25 pet. reservefonds 1.150.65
3.451.97
b. 5 pet. over gestort aandeelenkapitaal
zijnde 55.920.a 5 pet. 2.796.—
Resteert/ 655.97
Hiervan komt:
60 pet. Reservefonds 393.59
20 pet. Volkscrediet 131.19
20 pet. ter beschikking Algemeene Ver
gadering Aandeelhouders 131.19
Het Bestuur van het Nederlandsch Verbond
van Vakvereenigingen heeft aan den Minister
van Staat, Voorzitter van den Raad van Mi
nisters, een uitvoerig adres gezonden, naar aan
leiding van den langen duur der economische
depressie en de gevolgen hiervan niet alleen
voor de arbeidersklasse, maar voor het geheele
volk.
Het Bestuur verzoekt de Regeering maatre
gelen tot steun aan de Nederlandsche industrie.
Naast deze maatregelen tot ontwikkeling van
het bedrijfsleven wordt een aantal maatregelen
gevraagd tot steun aan de door de werkloos
heid getroffen arbeiders.
Het werk tot opruiming van de wagons, wel
ke dezer dagen bij het station Krommenie in
volle vaart uit de rails vlogen en gedeeltelijk
in het weiland langs den spoordijk terecht
kwamen, vordert goed. Gisteren heeft men
het in het weiland liggende rijtuig op de baan
weten terug te brengen, terwijl men ook met
de herstellingen aan de bovenleiding en de
draadmasten gereed gekomen is. De toestand
is thans weer geheel normaal.
De hoofdafdeeling Zoetwatervisscherij der Ne
derlandsche Heidemaatschappij schrijft ons het
volgende:
Dat niet immer door tarieven het gewenschte
doel in alle opzichten wordt bereikt, leeren de
invoerrechten, 24 ct. per pond voor levende en
18 ct. voor niet levende der voornaamste
zoetwatervischsoorten, welke per 1 Maart door
Duitschland werden ingesteld, om daar ver
hooging van vischprijzen te verkrijgen ten be
hoeve zijner eigen visscherij. Tot heden althans
bleef de daardoor verwachte prijsstijging in
Duitschland over de geheele linie uit. Intusschen
worden echter door die invoerrechten niet al
leen de Duitsche en de buitenlandsche handel
getroffen, maar natuurlijk ook de visschers en
die in ons land niet in de laatste plaats.
Met 1 Juni eindigt hier te lande de gesloten
tijd voor de zoetwatervisch en in de eerste
maanden van den vischtijd wordt steeds in het
bijzonder veel zeelt, ook wel lieuw of louw ge-
heeten en in het Noorden meer bekend onder
den naam moethond, gevangen, die andere ja
ren gretig en zoo goed als uitsluitend aftrek
vond naar Duitschland, waarheen deze sma
kelijke visch in speciaal daarvoor ingerichte
tankwagens levend werd verzonden. Menigeen
zal zich van een Duitsche reis een voortreffelijk
„Schleie" zeelt) gerecht herinneren.
Tengevolge van de genoemde uitvoerbelem-
Het baart eenige verwondering, dat Enge
land in de vorige maand tal van handels
overeenkomsten gesloten heeft (met De
nemarken, Zweden, Noorwegen, Duitschland,
Oostenrijk, enz.) en dat wij maar niets hooren
omtrent eenige onderhandeling met ons land.
Het is toch niet aan te nemen, dat onze Regee
ring ook al was zij van plan om op 26 April
ontslag aan H. M. de Koningin te vragen
zich niet tot het Vereenigde Koninkrijk zou
hebben gewend, teneinde óók een handelsver
drag te sluiten, waarop men aan de overzijde
van het Kanaal, zooals uit de feiten gebleken
is, zeer gesteld is.
Wij sluiten met ieder land, dat daartoe be
reid is, een handelsverdrag en zouden het zeker
doen met Engeland, dat zoolang naast ons is
blijven staan op de barricade van den vrijhan
del. Het is bovendien een land, waar wij groot
belang bij hebben als afzetgebied voor onze pro
ducten, maar dat omgekeerd zeker niet minder
belang heeft bij goede handelspolitieke verbin
dingen met Nederland, dat een van zijn beste
afnemers is.
Er moet dus iets zijn, dat de totstandkoming
van een dergelijk handelsverdrag verhindert;
anders is het haast onbegrijpelijk.
Nu onze delegatie toch naar Londen gaat
voor de economische wereldconferentie, hopen
we, dat zij van de gelegenheid gebruik zal ma
ken om ook deze kwtestie tot oplossing te bren
gen.
Het is natuurlijk waar dat ons land ten op
zichte van het Vereenigd Koninkrijk econo
misch anders staat dan de landen, waarmede
nu verdragen gesloten zijn. De noordelijke lan
den zijn voor hun export bijna geheel op Enge
land aangewezen. Zij zijn van Groot-Britannië
economisch geheel afhankelijk, want hun export
daarheen is veel grooter dan hetgeen vandaar
geïmporteerd wordt. De grondslag voor een met
ons land te sluiten handelsverdrag zal dus heel
anders moeten zijn. Onlangs hebben wij er reeds
op gewezen, dat Engeland bij al die verdragen
de kolenlevering als grondslag genomen heeft
Zweden moet 47 pot., Noorwegen zelfs 70
mering zou hier de zeelt thans wegens onver
koopbaarheid ongevangen moeten blijven, ten
zij ze hier te lande wordt geconsumeerd. Ge
lukkig worden de noodige pogingen aangewend
om deze goede vischsoort bij het Nederlandsche
publiek ingang te doen vinden. Blijkens een
van de Hoofdafdeeling Zoetwatervisscherij der
Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem
ontvangen „Receptenboekje voor de bereiding
van zoetwatervisch", dat door genoemde Hoofd
afdeeling tegen inzending van 12 cent aan
postzegels aan aanvragers wordt toegestuurd,
kan o. m. de zeelt op verschillende manieren
smakelijk worden toebereid, terwijl zij gerookt
in geenen deele voor gerookte paling behoeft
onder te doen.
De totaal-omzet aan den Rijksvischafslag te
IJmuiden bedroeg over de maand Mei
f 300.039.09 tegen f 532.664.82 over hetzelfde
maand van het vorige jaar. Terwijl de staking
nog steeds voortduurt, zijn toch eenige stoom
trawlers naar zee vertrokken, zoodat voor 't eerst
sedert Januari, weer trawlers aan de markt
verschenen. De besommingen waren echter van
dien aard, dat het omzetcijfer er niet veel door
beïnvloed werd. De omzet der trawlers (13) be
droeg in totaal ruim f 20.000 of gemiddeld bijna
f 1600 per boot, hetgeen niet gunstig genoemd
kan worden. In Mei 1932 bedroeg de gemiddel
de besomming nog ruim f 2250.
Het leeuwenaandeel in den omzet hebben
nog steeds de loggers, waarvan de omzet in to
taal f 146000 bedroeg.
De totaal-omzet aan den afslag in de eerste
5 maanden van dit jaar vertoont, in vergelij
king met dezelfde periode van het vorige jaar.
een nadeelig verschil van niet minder dan ruim
anderhalf millioen gulden. De oorzaak hiervan
ligt bij de stopzetting der stoomtrawlvisscherij,
tengevolge van de staking.
Gedurende de eerste 5 maanden van 1932
kwamen 917 stoomtrawlers aan den afslag met
een totaal-omzet van f 2.146.349. Over dezelfde
periode van dit jaar zijn deze cijfers respec
tievelijk 97 en f 254.534.
De aanvoer van buitenlandsche visch is, ten
gevolge van het conflict, sterk toegenomen. Dit
bewijst het bedrag aan consignatiezendingen,
dat over de afgeloopen 5 maanden f 374.620 be
droeg tegen f 128.270 in 1932.
De gedetailleerde cijfers over Mei luiden als
volgt:
Treilvisch: 13 stoomtreilers f 20.686.49; 1
stoomsnurrevaad f 184,73; 243 motorloggers
f 146.159,01; 354 motorkustvisschers f 24.701,39;
2 open booten f 22,96; 70 Deensche motorkotters
f 42.404,76; 1 Zweedsche motorkotter f 583,25;
2 Belgische motorkotters f 853,78.
Drijfnet: 1 Engelsche stoomdrifter f 755,21;
1 motorlogger f 1.360,45; 1. stoomlogger
f 2.466,05.
Beug: 10 stoombeugers f 7.038.12; consignatie
zendingen f 52.822,89.
pCt. van het geheele kolenverbruik van Enge
land betrekken, anders wordt het handelsver
drag opgezegd. Betreffende den prijs is niets
geregeld, met het gevolg dat deze landen geheel
afhankelijk zijn van Engeland en feitelijk, zoo
als een bekend econoom het dezer dagen uit
drukte, Engelands koloniën zijn geworden.
Zoo iets is met ons land niet mogelijk, want
wij koopen meer in Engeland, dan wij er ver
koopen. Wij zijn voor Engeland een zeer goede
klant, voor wien op grond daarvan w%l eens
iets gedaan mag worden; met ons geld immers
kunnen wij overal terecht. Een tiende deel van
onzen totalen invoer (zelfs die uit Indië naar
ons land medegerekend) is in 1932 uit Engeland
gekomen. Men mag er in Londen wel eens reke
ning mede houden, dat ons land in 1932 nog
voor 120 millioen guldens in Engeland gekocht
heeft en dat wij met onzen export daar ver be
neden blijven.
We zullen niet opsommen de lange lijst van
goederen, die door ons land uit Engeland be
trokken worden, maar volstaan met enkele van
de belangrijkste posten. Uit de gegevens van
het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt,
dat we betrokken hebben voor ruim 4.5 millioen
gulden wol, voor 11.8 millioen kolen, cokes en
briketten, voor 4.7 millioen blik, voor ruim 11
millioen garens, voor 17.6 millioen manufactu
ren, stoffen en weefsels, voor 10 millioen fa-
brieks- en landbouwwerktuigen, enz.
Men zal aan ons land dus in geen geval
eischen kunnen stellen ais aan de Noordelijke
Staten. Integendeel, men zal ons iets moeten
aanbieden om ons als klant te behouden en
zeker ten aanzien van den Nederlandschen im
port geen al te ver doorgedreven contingentee-
ring mogen toepassen. Dat zal Engeland mis
schien moeilijk vallen, waar het den import be
perken wil, maar voor ons land is daar best
overheen te komen. Want het geld, dat wij voor
onze producten in Engeland ontvangen, komt
tot heden jaarlijks met een behoorlijke rente
terug.
Wanneer echter onze export bemoeilijkt wordt,
zullen wij op den duur niet in staat blijven voor
dergelijke groote bedragen, zooals nog het ge
val is geweest in 1932, van Engeland te betrek
ken. Nog altijd hebben wij hoop, dat dit de
grondslag zal kunnen vormen voor een han
delsverdrag met Engeland; alleen zulk een ver
drag toch kan aan beide landen ten goede
komen.
In ons bericht betreffende de uitzending van
het gala-concert ter gelegenheid van het 80-ja
rig bestaan van het Kon. Ned. Zangersverbond,
stond vermeld, dat dit vanuit Den Haag zou
geschieden. Het concert wordt echter te Urecht
gegeven.
Het krisiskabinet, dat uit de kabinetskrisis te
voorschijn gekomen is, zal zoo is al gezegd
niet kunnen volstaan met bezuinigingen, er
zullen ook nieuwe inkomstenbronnen ontdekt en
aangeboord moeten worden.
Een schijnbaar heel lastige taak.
Te oordeelen, tenminste, naar de omzichtig
heid, waarmede heeren volksregenten tot op
heden in die richting werkzaam geweest zijn,
te oordeelen ook naar de resultaten....
Des te meer zal het krisiskabinet het in ons
naar wij ons vleien waardeeren, wanneer
wij het een allerprobaatst middel tot het „vin
den" van nieuw geld aan de hand doen.
"n Dag of tien geleden verzonden wij een aan-
geteekenden brief; vijf dagen later bleek die
brief nog niet ter bestemder plaatse gearriveerd
weshalve wij ons tot 't postkantoor van afgifte
wendden met verzoek om inlichtingen.
Met het re?u gewapend posteerden wij ons
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
de volgende week alleen Donderdag audiëntie
verleenen.