Nederlandsch Fabrikaat Prikkeldraad VERTWIJFELDE STRIJD Engeland en wij VRIJDAG 2 JUNI ÉpS'' T Het weer op Zondag Plicht der overheid Nieuwe inkomstenbron DE BEROEMDE RACE IN ENGELAND Lord Derby's Hyperioniciret de Epsom-Derby Inzet Lord Derby Waarschijnlijk mooi Pinksterweer, iets warmer. Let op den barometer VERBODEN COLPORTAGE Een tweede geval van overtreding der Godslasteringswet ONTSLAGEN TE DEN HELDER Twee bondsbeambten verdwijnen Kon. Ned. Zangersverbond R.K. MIDDENSTANDSBOND In het bisdom Haarlem BENOEMINGEN In het bisdom Breda VISCHEXPORT NAAR FRANKRIJK Contingent uitgeput tot 30 Sep. Het drukken der productiekosten is in ons land, dat een duurte- eiland is, zij het dan ook moeilijk, toch nood zakelijk" Rede ir. Regout Rede prof. Gelissen NED. ARBEIDERSBANK Verslag over het eerste boekjaar DE ECONOMISCHE CRISIS DE TREINONTSPORING BIJ KROMMENIE Het opruimingswerk vordert goed WEER EEN NIEUWE LEUS Eet meer zeelt en andere zoetwatervisch Waarom blyft het zoo stil?, NOORDZEEVISSCHERIJ IN MEI De omzet te IJmuiden Audiëntie Vvtes MK *J.J De voorzomer is de tijd, waarin tengevolge van overheerschenden Noordelijken wind, veel vuldig koel weer voorkomt. Het aantal koele dagen overtreft bijna altijd het aantal warme. Dit is nu in meer dan gewone mate het geval en inzonderheid brachten de laatste weken ons overwegend koel weer, zij het dan dat het over het algemeen, en vooral de laatste dagen, droog en zonnig was. Warm weer zou slechts dan te verwachten zijn, wanneer de toevoer van koude lucht door den Noordenwind ophoudt en veel warmer weer, wanneer een Zuidelijke wind doorkwam. In dit opzicht zijn de kansen wel eenigszins gekeerd. In de eerste plaats is over de Brit- sche eilanden en het Oostelijk gedeelte van den Oceaan een gebied van lage luchtdrukking en warm weer tot ontwikkeling gekomen. Er heerscht daar algemeen een Zuidelijke wind. In verband hiermede zal de over Scandinavië uit het hooge Noorden toestroomende koele lucht naar het Westen worden afgezogen en daarbij niet meer of in minder sterke mate tot ons land doordringen. Waarschijnlijk zal de wind bij ons meer naar het Oosten, daarna naar het Zuid-Oosten draaien, ten slotte mis schien naar het Zuiden omloopen. In het eer ste geval zal het weer, bij stationnairen of stij genden barometer droog, zonnig en iets war mer worden. Men lette dus vooral op de be weging van den barometer. Stijging beteekent dan mooi, droog weer met de Pinksterdagen In het tweede geval zou bij dalenden baro meter het weer zeer warm kunnen worden, doch dit zou gepaard gaan met toenemende regen en onweerskans. Een dalende barometer zou in elk geval een ongunstig teeken zijn. Hoewel nu de algemeene weerstoestand niet zeer stabiel is en ons land dicht bij de grens ligt tusschen vrij warm, droog en veel warmer, regenachtig weer, wijzen de laatste berichten (Donderdag) op toenemende kans op mooi, droog Pinksterweer, vooral wanneer de baro meter niet* daalt. Alleen wanneer deze begint te dalen moet men rekening houden met re genkans. In het eerste geval iets warmer, in het laatste geval zelfs veel warmer. (Nadruk verboden) Voor de Rotterdamsche rechtbank is Donder dag behandeld het tweede proces in den lande wegens overtredingvan de wet op smalende Godslastering. Verdachte, de 34-jarige P. v. G. te Rotterdam, had in December gecolporteerd met de brochure „Nederland-God-Oranje", waarin op ergerlijke en voor anderen krenkende wijze over God wordt geschreven. Verd. ontkende niet gecolporteerd te hebben, doch was van meening, dat de inhoud der brochure niet als godslasterlijk kan worden aan gemerkt. Het O. M. achtte in dit geval een geldboete misplaatst en vroeg een gevangenisstraf van één maand om aldus een voorbeeld te stellen. Het in de wet gestelde maximum is drie maan den gevangenisstraf. De verdediger mr. G. Oskam pleitte vrijspraak omdat hij niet het smalend, doch wel het godS' lasterend karakter in de gewraakte brochure ontkende. De uitspraak werd bepaald op 15 Juni. De schrijver der brochure kon niet worden vervolgd, omdat ze reeds geschreven was voor de wet in het Staatsblad was afgekondigd. Nadat eerst aan alle burgerbestuurders van den Bond van Marineschepelingen ontslag moest worden verleend, heeft thans de com mandant der Marine, volgens „Het Volk", be paald, „dat ook de overige beambten geen ge nade zullen vinden in de oogen van de autori teiten." Zoc zal met ingang van 1 Juli aan de beide bondsbeambten Groothof en Van der Mast ontslag worden gegeven, omdat zij, vol gens de autoriteiten „in het verleden een zoo- danigen invloed op de richting der bondsactie hebben gehad en op zoodanige wijze van hun politieke gezindheid hebben getuigd, dat het uitgesloten is, dat voor hen vergunning wordt verleend in dienst te blijven van een eventueel te stichten belangenvereeniging." voor het loket, met eenig gevoel van veron- gelijktheid brachten wij in beleef de, maar man* nelijke taal onze klacht uit, en wij veronderstel den niet anders, of de beambte daar aan gene zijde van de grens tusschen burger- en staats domein zou er minstens met eenige belangstel ling kennis van nemen, ons misschien voorlich ten omtrent vergissingsmogelijkheden. Maar niets van dit alles! Het zoo triomphan te lijk door ons voor zijn aanschijn gedeponeerde re?u, het onfeilbare bewijsstuk, werd nauwelijks een blik waardig gekeurd, en zonder ook maar de minste bewogenheid in z'n stem sprak de ambtenaar, achteloos het ons zoo dierbare do cument terugschuivend: „Moet u eerst een zegeltje van vijftien cent gaan koopen; eerst daarna kan de zaak in onderzoek genomen worden...." We stonden 'n beetje onthutst. Als er 'n aangeteekende brief zoek raakt of te laat besteld wordt, als dus de post in ver zuim is en ons nadat we toch behoorlijk betaald hebben niet goed bedient, je du peert, moeten wij dan beginnen met extra te betalen om de fout ontdekt te krijgen, moe ten wij dan beginnen met extra te betalen voor een ons aangedaan onrecht? We voelden ons 'n beetje geërgerd, maar ons nationaal verantwoordelijkheidsgevoel deed eensklaps alle ergernis verdwijnen: hadden wij hier in het landsbelang geen enorme ontdekking gedaan? Lag het geld hier voor de overheid niet voor t grijpen? Als de post er nu eens 'n systeem van maakte aangeteekende brieven zooveel mogelijk te ver donkeremanen, althans te vertragen, hoeveel duizenden en duizenden zegeltjes van vijftien cent zou zij dan niet kunnen verkoopen! En als ze er dan bovendien eens premies op zette: welke beambten de meeste navragen 4 raison van vijftien cent weten uit te lokken?! Zien de heeren Colijn, De Wilde en Oud het perspectief, dat zich hier opent? In de dezer dagen gehouden vergadering van het Hoofdbestuur van den R.K. Middenstands bond in het Bisdom Haarlem werd het nieuw gekozen lid van het Hoofdbestuur, de heer P. Klaver, te Hillegom, als zoodanig geïnstalleerd. Als penningmeester van den Bond in de va cature-Van Tetering werd aangewezen de heer A. J. van Rest, te Poeldijk. Als lid van het Hoofdbestuur van den Ned. R.K. Middenstandsbond werd eveneens aange- 'wezen de heer A. J. van Rest. Als lid van den Diocesanen Jeugdraad en adviseerend lid van het Hoofdbestuur der Ka tholieke Jonge Middenstandsbeweging in het Diocees Haarlem werd aangewezen de heer P. Klaver, terwijl tot 2en secretaris van den Bond in de vacature Van Rest werd benoemd de heer A. Menheere te 's-Heerenhoek. Met voldoening nam het Hoofdbestuur kennis van de groote vlucht, welke blijkens de cijfers de Coöperatieve Bredasche Diocesane Hanze Glasverzekering ook in het Haarlemsche Bis dom neemt. Vervolgens werd aandacht geschonken aan de uitvoering der besluiten, genomen door den jongsten Centralen Raad van den Bond. Z.H.Exc. de Bisschop van Breda heeft be noemd tot pastoor van de parochie der Onbe vlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria te Princenhage den Zeereerw. heer J. Dekkers, tot kapelaan te Breda (O. L. Vrouw Tenhemelopne ming) de weleerw. heer A. de Munck, tot kape laan te Stampersgat den weleerw. heer I» Mabesoone, die werkzaam was in het Aartsbis dom Mechelen, tot kapelaan te Princenhage (Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria) den weleerw. heer Jac. van Tilburg, tot kapelaan te St. Willebrord den weleerw. heer Ch. Weemaes, die werkzaam was in het Aarts bisdom Mechelen, tot adjunct-diocesaan ver- kennersgeestelijke voor Breda-buitenplaatsen.den weleerw. heer J. van Besouw, kapelaan te Tete- ringen, tot adjunct-diocesaan verkennersgeeste- lijke voor Zeeuwsch Vlaanderen den weleerw. heer N. Theeuwes, kapelaan te St. Jansteen, dia teveens benoemd is voor groepsgeestelijke van da St. Norbertusgroep te St. Jansteen. Officieel wordt medegedeeld, dat het contin gent voor den invoer van versche visch, kate- gorie B en gedroogde, gezouten en gerookte visch vanuit Holland tot 30 September 1933, is uitgeput. Heden kwam te Maastricht de algemeene ledenvergadering der vereeniging „Neder landsch Fabrikaat" bijeen. Gisterenavond, na aankomst van den avond sneltrein, werd een niet officieele samenkomst gehouden in het Restaurant van de Tentoon stelling „Twenboutem", 'Schermerweg hoek Witte Vrouwenweg, alwaar de deelnemers door het bestuur van de „Twenboutem" werden ont vangen. Heden werd om elf uur de vergadering ge houden in den Foyer van den Schouwburg. De heer K, F. v. d. Berg opende de vergade ring met een rede, waarin hij de geschiedenis van de leuze „Nederlandsch Fabrikaat" schets te. Van den aanvang af heeft zich de werkzaam heid onzer Vereeniging gekenmerkt, zei hij, als een van consumentenzijde aan de industrie Spontaan aangeboden steun. Een steun, die echter zijn rechtvaardigingsgrond alleen in de eigen merites dier industrie kon vinden, en waaraan dus iedere gedachte van kunstmatige bescherming vreemd was. Bij de toenmalige kwetsbaarheid onzer internationale positie werd het daaraan verbonden gevaar intuïtief ge voeld: en dit bracht de oprichters onzer Ver eeniging er toe het neutraal karakter der op touw gezette beweging aanstonds openlijk te verkondigen. Hij besloot zijn rede na een overzicht der werkzaamheden aldus: Maar al deze werkzaamheden kunnen slechts een voorbereidend en bemiddelend karakter dragen. De richtige uitvoering der beoogde maatregelen kan slechts verkregen worden met de medewerking, en vooral de goede onderlinge samenwerking van alle betrokken belangen groepen. Dat het hieraan bij ons nog al eens hapert, danken wij aan onze overgeërfde indi vidualistische eigenschappen. Maar dat het ook anders kan, hebben wij gezien in de jaren van den wereldoorlog, toen wij ons metterdaad een drachtig en saamhoorig gevoelden, in het be wustzijn gezamenlijk een gevaar te moeten kee- ren. Ook thans staan wij voor een gemeen- schappelijken nood, worden wij bedreigd door gevaren van buiten. Laten wij hopen, dat deze bedreiging de geschillen zal doen verdwijnen, die in normale tijden zoo'n belangrijke plaats in ons leven innemen en ons opnieuw tot elkaar zal brengen in één gemeenschappelijk élan tot herstel onzer volkshuishouding, waaraan inder daad behoefte bestaat. Vervolgens kwamen aan de orde: Voorzien in de vacatures in het Dagelijksch Bestuur en Hoofdbestuur wegens periodiek af treden van de heeren: Mr. S. J. Hogerzeil en Dr. W. C. A. Baron van Vredenburgh, die her benoembaar zijn. Voorstel tot wijziging van artikel 5 van het algemeen huishoudelijk reglement, luidende: „De leden van het Dagelijksch Bestuur moe ten in Den Haag of aangrenzende gemeenten woonachtig zijn." veranderen in: „De Leden van het Dagelijksch Bestuur moe ten zoo mogelijk in Den Haag of aangrenzende gemeenten woonachtig zijn." Goedkeuring van het geldelijk beheer over 1932. Benoeming van de leden van de Commissie voor het onderzoek van het geldelijk beheer over 1933. Verslag van de werkzaamheden der Vereeni ging van 1 Januari 1933 tot en met 1 Mei 1933. Vervolgens hield de heer J. F. E. Regout zijn aangekondigde rede: „Eenige practische punten ter bevordering van den afzet van Nederlandsch Fabrikaat". De Nederlandsche fabrikanten moeten een vertwijfelden strijd om hun bestaan op steeds vinnigere wijze voeren en beconcurreeren op de allereerste plaats de buitenlandsche concur rentie. Het is vanzelfsprekend, dat dientengevolge de Verkoopprijzen op sensationeele wijze zijn ge daald. De vaste kosten zijn, relatief beschouwd, ge stegen en vormen bijna ondraaglijke lasten. Er worden orders aangenomen tegen prijzen, die yerliesbrengend zijn. Anderzijds werden en worden nog steeds be duidende kapitalen aangewend om nieuwe arti kelen te brengen en aan de spits te blijven der moderne techniek voor de keramische bedrijven. Deze strijd heeft tot resultaat, dat de omzet in het binnenland procentueel, vergeleken met het totaalverbruik, is gestegen. Dit is op de allereerste plaats het geval met sanitair, in welk artikel de Maastrichtsche fa brieken de markt tegenwoordig vrijwel beheer- schen. Analoog hiermede, maar in mindere mate, is dit het geval met de wand- en vloertegels en ook eenigszins met huishoudelijk aardewerk en glas. Een en ander neemt niet weg, dat de totaal omzetcijfers zoo aanzienlijk zijn gedaald, dat de toestand uiterst zorglijk is. Zooals voor zeer veel fabrieken in Nederland het geval is, moet er verandering komen. Met het propageeren van schoone idealen al leen, komen wij er niet. De practijk heeft be wezen, dat ons streven in deze op verschillende punten gefaald heeft. Het ideëele voorbeeld van Nederland oefent blijkbaar niet den minsten invloed uit op de groote mogendheden. Wü dienen tot de erkenning te komen, dat wij niet in staat zijn het wereldgebeuren op dit gebied in het minst te onzen gunste te wijzi gen. Ook zal ongetwijfeld blijken, dat wij niet in staat zijn, op afzienbaren termijn het verloren afzetgebied in Nederlandsch-Indië, geheel of gedeeltelijk, te herwinnen. Ook hier is een enorm afzetgebied voor de Maastrichtsche Ke ramische bedrijven verloren gegaan. Talloos waren de bronnen van welvaart voor Nederland, die in het buitenland waren gele gen en die voor ons onbereikbaar zijn geworden en waaruit wij dus niet meer kunnen putten. Daarom moeten wij meer dan ooit tevoren het oog gericht houden op het binnenland en dient deze omzet, waar mogelijk, vergroot te worden tegen loonende prijzen. De invoercijfers bewijzen, dat zulks voor kera mische producten nog in ruime mate mogelijk is en ligt nog een prachtig arbeidsveld voor uwe vereeniging. Voorzoover men slaagt het afzetgebied in het binnenland uit te breiden, kan dit een compen satie vormen voor het verloren afzetgebied in het buitenland en voor het verlies van voor melde bronnen van welvaart, welke wij n i e t in staat zijn te beïnvloeden. Het bevorderen van den afzet van Neder landsch fabrikaat kan worden beïnvloed door: le. Den fabrikant. 2e. Het publiek. 3e. De overheid en de openbare instellingen. Spr. behandelde deze punten alle in het kort. Na te hebben nagegaan wat de regeering niet moet doen, concludeerde spr.: Wij komen nu tot de vraag wat de Regeering wèl moet doen ten einde de industrie te sau- veeren. Haar taak is tweeërlei. Op de eerste plaats dient de Regeering er voor te zorgen, dat ons indexcijfer, dat 138 pet. bedraagt, belangrijk daalt. Op de tweede plaats moet de overheid hare industrie een zekere bescherming geven voor haar afzet in het binnenland en niet voortgaan in het treffen van maatregelen omtrent het ge bruik van Nederlandsch fabrikaat, tengevolge waarvan de fabrikant verplicht is de artikelen af te leveren tegen prijzen, die lager liggen dan de -kostprijzen, zoodat de mogelijkheid bestaat, dat dit in vele gevallen leidt tot aantasten der reserves. De overheid werkt dusdoende mede aan het verzwakken van het weerstandsvermogen der industrie. Ik besef heel goed, dat de twee begrippen: „Steun aan de industrie en verlaging van het indexcijfer" oogenschijnlijk niets tegenstrijdigs bevatten. Indien de overheid er niet in slaagt het in dexcijfer voor levensonderhoud te drukken, be staat de mogelijkheid dat deze, door den val van den gulden vanzelf zal intreden. Een oplossing moet komen; wij hebben de keuze tusschen een vrijwillige en een ons op- gedrongene. Ik besluit deze rede met een opwekking den toestand ernstig onder de oogen te zien en front te maken tegen de verslapping, die in de na- oorlogsjaren is ingetreden. Aan autarkie kan Nederland niet denken, maar wel aan herwinnen van Nationaal Gevoel, aan het instellen van gezond beleid op geldelijk en economisch gebied, en aan het herstel van het gezag, met als gevolg dezer drie hoofdbe ginselen, de activiteit uwer Vereeniging, die aan onze samenleving reeds onschatbare dien sten heeft bewezen. Vervolgens hield dr. ir. H. Gelissen een voor dracht over het onderwerp: „Toegepast natuur wetenschappelijk onderzoek en de beteekenis daarvan voor hen, die in de industrie werk zaam zijn." Daarbij concludeerde spr.: De toegepaste natuurwetenschap sterkt onze industrie en een sterke industrie, d. w. z. een industrie met „wetenschappelijken goodwill", is een machtig wapen in de hand onzer economen en onzer politici bij het uitlijnen onzer handels politiek. Of wij nu streven naar internationalen vrijhandel of gedwongen worden tot autarkie, onze handelspolitiek zal actief moeten zijn, 'actief om de anderen tot vrijhandel te dwin gen, of om door eigen productie zooveel moge lijk voor onze volkswelvaart te redden. Op den duur is het eenige industrieele export artikel voor een land zonder grondstoffen het intellect. Een klein land als Nederland, dat intellectueel hoog staat, heeft daarom ook zulke groote belangen bij een goede octrooiwetgeving. Immers de door onze industrie in het buiten land geoctrooieerde en goed beschermde pro- cédé's en artikelen beteekenen een vergrooting van ons industrieele achterland. Onze handels politiek, onderdeel onzer economische politiek, moet dus mede haar steun zoeken bij het toe gepast natuurwetenschappelijk onderzoek en de hiervan in octrooien vastgelegde resultaten. De natuurwetenschap van ons land kan en moet mede strijden in de gelederen van ons handelspolitieke front, zij is de artillerie, die wonderen doet, mits goed gebruikt door econo men en politici, en als zoodanig de beste bond genoot van het Nederlandsch fabrikaat. Tenslotte werd een bezoek aan de N. V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabriek „De Sphinx" te Maastricht gebracht en een auto tocht gehouden door Zuid-Limburg, welke ein digde aan het station Sittard, zoodat de deel nemers per avondtrein nog konden vertrekken. Tijdens dezen autotocht bezochten allen de bovengrondsche werken van de Staatsmijn „Maurits". Aan het verslag der Vereeniging zullen wij in een onzer volgende nummers een en ander ontleenen. Verschenen is het eerste jaarverslag van de Nederlandsche Arbeidersbank N.V. Wij ontleenen er het volgende aan: Over het resultaat, in deze periode bereikt, is de Directie zeer tevreden. Bij de beoordeeling van de uiteindelijk be reikte resultaten moet men zich echter niet al leen laten leiden door het cijfer van het be haalde geldelijk overschot, maar tevens in het oog vatten den omvang, in welken onze instel ling zich in dien korten tijd als financieel ver- trouwenscentrum een plaats in de R. K. arbei dersbeweging heeft verworven. Als men al de factoren, welke op een of an dere wijze een financieel dienstbetoon aan de bij onze instelling betrokken personen en groe pen inhouden, in aanmerking neemt en tevens eonstateeren kan, dat het vertrouwen in over vloedige mate aanwezig is, dan kan de con clusie over deze afgesloten periode ongeacht het materieele gewin voor onze instelling als vrucht van haar werken reeds niet anders luiden dan: zeer bevredigend. De aard van onze instelling brengt niet mede, dat wij over groote kapitalen in den vorm van deposito's of rekening-courant-saldi, blijvend de beschikking hebben. Voor het beheer van de spaargelden op meer langen termijn hebben wij onze spaarbanken en de kapitalen der orga nisaties worden in den regel niet in hoofdzaak belegd in deposito's of rekening-courant. Men moet onze bank dan ook meer zien als de finan- cieele centrale, via welke de gelden, welke door en in onze beweging worden verwerkt, haar weg vinden voor het doel waarvoor zij bestemd zijn. Eenerzijds dus als een soort giro-centrale, middels welke zich de vlottende en rouleerende kapitalen bewegen binnen de werkingssfeer van de geheele katholieke arbeidersbeweging, ander zijds als een instituut door 't welk de niet voor directen dienst bestemde kapitalen in solide be legging voor min of meer langeren duur, wor den omgezet. En dit gecompleteerd met de di verse werkzaamheden, welke een rationeel geld en goed vermogensbeheer nu eenmaal noodig maken, inclusief een binnen bepaalde beperking gehouden credietverstrekking. Uiteraard beperkt zich onze werkingssfeer niet alleen tot cliënten, die in meerdere of min- deer mate aan onze arbeidersbeweging verwant zijn. In het aandeelenkapitaal kwam na de op richting geen wijziging. Wij hebben ook geen moeite gedaan om tot verdere plaatsing van aandeelen te geraken, aangezien de huidige stand van zaken en de omvang van het bedrijf vergrooting van het bedrijfskapitaal onzes in ziens nog niet noodzakelijk maken. De werkzaamheden hebben zich in deze eerste periode successievelijk ontwikkeld. Waren de eerste transactiën meer beperkt tot aan- en verkoop van effecten, verzilveren van coupons en openen van rekeningen in rekening-courant, geleidelijk aan is opk het incasseeren van kwi tanties, het nemen in open bewaameming, be heer van vermogens, bezorgen van vreemd geld tot de normale taak gaan behooren. Vervolgens waren wij betrokken bü de uitgifte van eenige emissies van gemeentebesturen, kloosters en zie kenhuizen, terwijl wij als trustee fungeeren voor de leening ad 700.000 ten behoeve van het sanatorium van „Herwonnen Levenskracht." De credietverstrekking bleef in hoofdzaak be perkt tot het verleenen van voorschotten tegen onderpand van effecten of tegen crediethypo- theek met eerste verband. Dit laatste uitsluitend aan instellingen van onze eigen beweging, waa-r door een solide en actieve werkzaamheid is ont staan, welke nog veel perspectief opent voor de toekomst. Voorgesteld wordt de winstverdeeling conform artikel 29 der Statuten als volgt te doen geschie den: Saldo winst 4.602.62 a. 25 pet. reservefonds 1.150.65 3.451.97 b. 5 pet. over gestort aandeelenkapitaal zijnde 55.920.a 5 pet. 2.796.— Resteert/ 655.97 Hiervan komt: 60 pet. Reservefonds 393.59 20 pet. Volkscrediet 131.19 20 pet. ter beschikking Algemeene Ver gadering Aandeelhouders 131.19 Het Bestuur van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen heeft aan den Minister van Staat, Voorzitter van den Raad van Mi nisters, een uitvoerig adres gezonden, naar aan leiding van den langen duur der economische depressie en de gevolgen hiervan niet alleen voor de arbeidersklasse, maar voor het geheele volk. Het Bestuur verzoekt de Regeering maatre gelen tot steun aan de Nederlandsche industrie. Naast deze maatregelen tot ontwikkeling van het bedrijfsleven wordt een aantal maatregelen gevraagd tot steun aan de door de werkloos heid getroffen arbeiders. Het werk tot opruiming van de wagons, wel ke dezer dagen bij het station Krommenie in volle vaart uit de rails vlogen en gedeeltelijk in het weiland langs den spoordijk terecht kwamen, vordert goed. Gisteren heeft men het in het weiland liggende rijtuig op de baan weten terug te brengen, terwijl men ook met de herstellingen aan de bovenleiding en de draadmasten gereed gekomen is. De toestand is thans weer geheel normaal. De hoofdafdeeling Zoetwatervisscherij der Ne derlandsche Heidemaatschappij schrijft ons het volgende: Dat niet immer door tarieven het gewenschte doel in alle opzichten wordt bereikt, leeren de invoerrechten, 24 ct. per pond voor levende en 18 ct. voor niet levende der voornaamste zoetwatervischsoorten, welke per 1 Maart door Duitschland werden ingesteld, om daar ver hooging van vischprijzen te verkrijgen ten be hoeve zijner eigen visscherij. Tot heden althans bleef de daardoor verwachte prijsstijging in Duitschland over de geheele linie uit. Intusschen worden echter door die invoerrechten niet al leen de Duitsche en de buitenlandsche handel getroffen, maar natuurlijk ook de visschers en die in ons land niet in de laatste plaats. Met 1 Juni eindigt hier te lande de gesloten tijd voor de zoetwatervisch en in de eerste maanden van den vischtijd wordt steeds in het bijzonder veel zeelt, ook wel lieuw of louw ge- heeten en in het Noorden meer bekend onder den naam moethond, gevangen, die andere ja ren gretig en zoo goed als uitsluitend aftrek vond naar Duitschland, waarheen deze sma kelijke visch in speciaal daarvoor ingerichte tankwagens levend werd verzonden. Menigeen zal zich van een Duitsche reis een voortreffelijk „Schleie" zeelt) gerecht herinneren. Tengevolge van de genoemde uitvoerbelem- Het baart eenige verwondering, dat Enge land in de vorige maand tal van handels overeenkomsten gesloten heeft (met De nemarken, Zweden, Noorwegen, Duitschland, Oostenrijk, enz.) en dat wij maar niets hooren omtrent eenige onderhandeling met ons land. Het is toch niet aan te nemen, dat onze Regee ring ook al was zij van plan om op 26 April ontslag aan H. M. de Koningin te vragen zich niet tot het Vereenigde Koninkrijk zou hebben gewend, teneinde óók een handelsver drag te sluiten, waarop men aan de overzijde van het Kanaal, zooals uit de feiten gebleken is, zeer gesteld is. Wij sluiten met ieder land, dat daartoe be reid is, een handelsverdrag en zouden het zeker doen met Engeland, dat zoolang naast ons is blijven staan op de barricade van den vrijhan del. Het is bovendien een land, waar wij groot belang bij hebben als afzetgebied voor onze pro ducten, maar dat omgekeerd zeker niet minder belang heeft bij goede handelspolitieke verbin dingen met Nederland, dat een van zijn beste afnemers is. Er moet dus iets zijn, dat de totstandkoming van een dergelijk handelsverdrag verhindert; anders is het haast onbegrijpelijk. Nu onze delegatie toch naar Londen gaat voor de economische wereldconferentie, hopen we, dat zij van de gelegenheid gebruik zal ma ken om ook deze kwtestie tot oplossing te bren gen. Het is natuurlijk waar dat ons land ten op zichte van het Vereenigd Koninkrijk econo misch anders staat dan de landen, waarmede nu verdragen gesloten zijn. De noordelijke lan den zijn voor hun export bijna geheel op Enge land aangewezen. Zij zijn van Groot-Britannië economisch geheel afhankelijk, want hun export daarheen is veel grooter dan hetgeen vandaar geïmporteerd wordt. De grondslag voor een met ons land te sluiten handelsverdrag zal dus heel anders moeten zijn. Onlangs hebben wij er reeds op gewezen, dat Engeland bij al die verdragen de kolenlevering als grondslag genomen heeft Zweden moet 47 pot., Noorwegen zelfs 70 mering zou hier de zeelt thans wegens onver koopbaarheid ongevangen moeten blijven, ten zij ze hier te lande wordt geconsumeerd. Ge lukkig worden de noodige pogingen aangewend om deze goede vischsoort bij het Nederlandsche publiek ingang te doen vinden. Blijkens een van de Hoofdafdeeling Zoetwatervisscherij der Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem ontvangen „Receptenboekje voor de bereiding van zoetwatervisch", dat door genoemde Hoofd afdeeling tegen inzending van 12 cent aan postzegels aan aanvragers wordt toegestuurd, kan o. m. de zeelt op verschillende manieren smakelijk worden toebereid, terwijl zij gerookt in geenen deele voor gerookte paling behoeft onder te doen. De totaal-omzet aan den Rijksvischafslag te IJmuiden bedroeg over de maand Mei f 300.039.09 tegen f 532.664.82 over hetzelfde maand van het vorige jaar. Terwijl de staking nog steeds voortduurt, zijn toch eenige stoom trawlers naar zee vertrokken, zoodat voor 't eerst sedert Januari, weer trawlers aan de markt verschenen. De besommingen waren echter van dien aard, dat het omzetcijfer er niet veel door beïnvloed werd. De omzet der trawlers (13) be droeg in totaal ruim f 20.000 of gemiddeld bijna f 1600 per boot, hetgeen niet gunstig genoemd kan worden. In Mei 1932 bedroeg de gemiddel de besomming nog ruim f 2250. Het leeuwenaandeel in den omzet hebben nog steeds de loggers, waarvan de omzet in to taal f 146000 bedroeg. De totaal-omzet aan den afslag in de eerste 5 maanden van dit jaar vertoont, in vergelij king met dezelfde periode van het vorige jaar. een nadeelig verschil van niet minder dan ruim anderhalf millioen gulden. De oorzaak hiervan ligt bij de stopzetting der stoomtrawlvisscherij, tengevolge van de staking. Gedurende de eerste 5 maanden van 1932 kwamen 917 stoomtrawlers aan den afslag met een totaal-omzet van f 2.146.349. Over dezelfde periode van dit jaar zijn deze cijfers respec tievelijk 97 en f 254.534. De aanvoer van buitenlandsche visch is, ten gevolge van het conflict, sterk toegenomen. Dit bewijst het bedrag aan consignatiezendingen, dat over de afgeloopen 5 maanden f 374.620 be droeg tegen f 128.270 in 1932. De gedetailleerde cijfers over Mei luiden als volgt: Treilvisch: 13 stoomtreilers f 20.686.49; 1 stoomsnurrevaad f 184,73; 243 motorloggers f 146.159,01; 354 motorkustvisschers f 24.701,39; 2 open booten f 22,96; 70 Deensche motorkotters f 42.404,76; 1 Zweedsche motorkotter f 583,25; 2 Belgische motorkotters f 853,78. Drijfnet: 1 Engelsche stoomdrifter f 755,21; 1 motorlogger f 1.360,45; 1. stoomlogger f 2.466,05. Beug: 10 stoombeugers f 7.038.12; consignatie zendingen f 52.822,89. pCt. van het geheele kolenverbruik van Enge land betrekken, anders wordt het handelsver drag opgezegd. Betreffende den prijs is niets geregeld, met het gevolg dat deze landen geheel afhankelijk zijn van Engeland en feitelijk, zoo als een bekend econoom het dezer dagen uit drukte, Engelands koloniën zijn geworden. Zoo iets is met ons land niet mogelijk, want wij koopen meer in Engeland, dan wij er ver koopen. Wij zijn voor Engeland een zeer goede klant, voor wien op grond daarvan w%l eens iets gedaan mag worden; met ons geld immers kunnen wij overal terecht. Een tiende deel van onzen totalen invoer (zelfs die uit Indië naar ons land medegerekend) is in 1932 uit Engeland gekomen. Men mag er in Londen wel eens reke ning mede houden, dat ons land in 1932 nog voor 120 millioen guldens in Engeland gekocht heeft en dat wij met onzen export daar ver be neden blijven. We zullen niet opsommen de lange lijst van goederen, die door ons land uit Engeland be trokken worden, maar volstaan met enkele van de belangrijkste posten. Uit de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt, dat we betrokken hebben voor ruim 4.5 millioen gulden wol, voor 11.8 millioen kolen, cokes en briketten, voor 4.7 millioen blik, voor ruim 11 millioen garens, voor 17.6 millioen manufactu ren, stoffen en weefsels, voor 10 millioen fa- brieks- en landbouwwerktuigen, enz. Men zal aan ons land dus in geen geval eischen kunnen stellen ais aan de Noordelijke Staten. Integendeel, men zal ons iets moeten aanbieden om ons als klant te behouden en zeker ten aanzien van den Nederlandschen im port geen al te ver doorgedreven contingentee- ring mogen toepassen. Dat zal Engeland mis schien moeilijk vallen, waar het den import be perken wil, maar voor ons land is daar best overheen te komen. Want het geld, dat wij voor onze producten in Engeland ontvangen, komt tot heden jaarlijks met een behoorlijke rente terug. Wanneer echter onze export bemoeilijkt wordt, zullen wij op den duur niet in staat blijven voor dergelijke groote bedragen, zooals nog het ge val is geweest in 1932, van Engeland te betrek ken. Nog altijd hebben wij hoop, dat dit de grondslag zal kunnen vormen voor een han delsverdrag met Engeland; alleen zulk een ver drag toch kan aan beide landen ten goede komen. In ons bericht betreffende de uitzending van het gala-concert ter gelegenheid van het 80-ja rig bestaan van het Kon. Ned. Zangersverbond, stond vermeld, dat dit vanuit Den Haag zou geschieden. Het concert wordt echter te Urecht gegeven. Het krisiskabinet, dat uit de kabinetskrisis te voorschijn gekomen is, zal zoo is al gezegd niet kunnen volstaan met bezuinigingen, er zullen ook nieuwe inkomstenbronnen ontdekt en aangeboord moeten worden. Een schijnbaar heel lastige taak. Te oordeelen, tenminste, naar de omzichtig heid, waarmede heeren volksregenten tot op heden in die richting werkzaam geweest zijn, te oordeelen ook naar de resultaten.... Des te meer zal het krisiskabinet het in ons naar wij ons vleien waardeeren, wanneer wij het een allerprobaatst middel tot het „vin den" van nieuw geld aan de hand doen. "n Dag of tien geleden verzonden wij een aan- geteekenden brief; vijf dagen later bleek die brief nog niet ter bestemder plaatse gearriveerd weshalve wij ons tot 't postkantoor van afgifte wendden met verzoek om inlichtingen. Met het re?u gewapend posteerden wij ons Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal de volgende week alleen Donderdag audiëntie verleenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 5