Discussie over de Regeeringsverklaring Het oordeel der R.K. Kamerfractie De werkloosheids verzekering Economische Raad ALBARDA TEGEN BELEID VAN MIN. DECKERS .RADIO-PROGRAMMA VRIJDAG 2 JUNI Verdediging door prof. Aalberse De werkloosheid in Maart 1933 Zaterdag 3 Juni 1933 Bijdragen verdeeld over drie groepen Rede Min. Verschuur Houding van katholieken en libe ralen bij de pogingen tot kabinetsformatie DEN HAAG, 1 Juni Maid enspeeches Duistere punten Onze houding Uitloting Indische leeningen Netelig punt Liberale bereidheid DE NOODTOESTAND IN DEN LANDBOUW Adres der samenwerkende Boeren bonden aan den Minister president „ANNO SANCTO' Extra-treinen NIEUWE SPOORBRUG Werk van een half millioen Minder dan in Februari BOSCH- EN HEIDEBRANDEN Lezingen voor militairen DE NIEUWE BRUG OVER HET MERWEDEKANAAL VRIJZ. DEM. KAMERFRACTIE Voorontwerp van wet tot instelling van een crisiswerkloos heids fonds reservevorming Sweepstake-winnaars te Soerabaja 'n Fout De installatieplechtigheid in het Departement van Econo mische Zaken Coördinatie ïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De eerste dag van het debat over de Regeeringsverklaring van het Kabinet- Colijn heeft wel zeer overtuigend aange toond, welk een zieke plek in ons parle mentair leven de kleine partijtjes zijn. Het begon goed met een welsprekend voor gedragen betoog van den leider der sociaal democratische tractie, ir. Albarda, En het eindigde ook goed met een helder ex posé van Prof. A a b e r s e over het standpunt van het Katholieke Kamer- deel tegenover de pogingen van Dr COLIJN, om tot een parlementair kabinet te komen, en met een bekwame rede van den nieuwen leider der vrijzinnig- democratische Maar wat daa~- we schakelen Mr. K n o t- tam betoog daarbij uit Ir. ALBARDA fractie Mr. J o e k e s. tusschen lag tenbelt's vrij was zóó minnetjes en klein van kijk, dat het eigenlijk een triest gezicht is, heel een verga dering van dan toch tal van kundige en erva ren mannen genoopt te zien, haar tijd te ver doen aan het beluisteren (of ook negeeren) van wat de éénmanspartijtjes zooal te berde brengen De man van Nationaal Herstel Mr. WES1ER- MAN, de man van de Christehjk-Democratische Unie van Houten en de nieuweling van de p'at- telanders mr. VERVOORN hielden speeches, waarvan het vaderland geen greintje nut zal trekken, terwijl de weergekeerde Ds. LINGBEEK slechts de verdienste heeft, zijnen mede-Kamer leden eênige vroolijke oogenblikken te hebben bezorgd met zijn geestige, zij het soms wat ge zochte, zetten. De kloosterlingen-salarissen heeft hij nu reeds te berde gebracht! Mr. Westerman begon al heel ongelukkig, toen hij zeide te zijn afgevaardigd door nationaal denkende Nederlanders en toen de communist de Visser daarop onmiddellijk reageerde met de interruptie: U bent niet afgevaardigd! De rare methode van Nationaal Herstel, om bovenaan zijn lijst den generaal Snijders, die geen zitting nemen zou, te plaatsen, speelde den vertegen woordiger dezer partij al onmiddellijk parten. De heer Westerman zweeg. Wat viel daarop ook te antwoorden? En ook overigens maakte deze nieuwe vertegenwoordiger, die tijdens de ver kiezingscampagne zoo'n heel hoog woord had, al zeer weinig indruk. Het was de nationale ge dachte en nog eens de nationale gedachte. Zij was in de Regeeringsverklaring niet genoeg tot u.cing gekomen. Die verklaring was een „uiterst vage troonrede" geweest, die door haar alge meenheden denken deed aan de uitingen der vroegere regeering. Maar wat dan wèl in dat stuk had moeten zijn gezegd, we kregen het van den heer Westerman niet te hooren. Inhoud was er in diens betoog niet te ontdekken, de vorm was van iemand, die zoo van een P.E.N. congres komt, af en toe vrij treurig het kabinet was een aantal „vogels van diverse pluimage, waar bij het nationale fundament zeer zwak is!" en de voordracht werd verre overtroffen door den leider van de partij, ter wier bestriding Nationaal Herstel in de Kamer wilde, den com munist DE VISSER. Want deze, die voorname lijk weer tegen de S.D.A.P. en haar „eten van twee wallen" losbrandde en die regeeringsver klaring een „oorlogsverklaring aan de niet-be- zittende klasse" noemde, is een gevat en boeiend spreker, naar wien de Kamer toch wel steeds met heel wat meer aandacht luistert dan naar de andere vertegenwoordigers der kleine partijen. Wat de nieuwelingen VAN HOUTEN en VER VOORN trouwens heden leverden, was zéér magertjes. De Christen-democraat bewees de bestaansreden van zijn partijtje naast de anti- revolutionnaire alleen door een pleidooi voor nationale ontwapening. En de heer Vervoorn prevelde op een wijze, die wat den indruk op zijn aanhangers betreft, toch wel in het niet zinkt bij het gedaver des heeren Braat. Van de redevoe ringen van de lei ders der grootere partijen was die van Prof. Aalberse de belangrijkste. Want hij wensch- te natuurlijk nog eens in het open baar af te reke nen met de zeer vrijmoedige aan klacht van vooral de liberale pers, dat de Katholieke Staatspartij de schuld is, dat het land het opnieuw met een extraparlementair Kabinet moet stellen. Prof. Aalberse heeft dat scherp en bondig gedaan Vooropstellend, dat hij en de formateur alle bei evenzeer het sterkst mogelijke parlemen taire Kabinet wenschten te zien samengesteld, betoogde hij, dat hun meeningen uiteenliepen over de wijze, waarop die grootst mogelijke sterk te kon worden bereikt. Hij, Prof. Aalberse, wil de die sterkte zoeken in de krachtige eens- willendheid van niet teveel partijen, terwijl Dr. Coiijn de kracht van het Kabinet zocht in een zoo breed mogelijke basis. Dr. Coiijn had daarvoor tweeërlei motief, een zakelijke reden en een gevoelsargument. De zakelijke reden was deze, dat hij geen vertrouwen stelde in verschillende van de frac ties, waarop hij wenschte te steunen. PROF. AALBERSE En met name was dat dan de Katholieke fractie! Dat argument van een op niets berustend wan trouwen in de Katholieke vertegenwoordigers was voor Prof. Aalberse niet te accepteeren. Want de voorafgaande parlementaire periode had bewezen, dat juist de Katholieken voort durend en eensgezind achter de Regeering stonden, terwijl degenen, die nu en dan de Re geering in den steek lieten, juist waren de Anti-Revolutionnairen, de Christeiyk-Histori- schen, de Vrijzinnig-Democraten en deLi beralen, op wier medewerking de formateur zoo hevig prijs stelde. Dit Kabinet, steunend op vijf fracties van zóó uiteenloopend karakter, zou, aldus Prof. Aalberse, op wisselende meerder heden gebaseerd zijn geweest en zijn homogeni teit eigenlijk alleen hebben gevonden in onder ling wantrouwen. En ook het gevoelsargument van Dr. Coiijn, de in een dergelijk Kabinet tot uiting komen de nationale saamhoorigheid, was onaanvaard baar en hol. Zeide men vroeger juist niet al tijd ter linkerzijde, dat zelfs het Christelijk Coalitiebeginsel te vaag was voor een goede ba sis van practische staatkundige samenwerking? En noemde niet de groote liberale staatsman Thorbecke een samengaan van zóó divergeeren- de richtingen als Dr. Coiijn thans voorstond, een „offerfeest van politieke overtuigingen", waarbij men uit louter vaderlandslievende re denen in het vaderland hielp invoeren, wat men voor dat vaderland verkeerd en schadelijk achtte? Hoe het verloop van de kabinetsformatie ver der precies geweest is, is ook thans nog niet gebleken. Daarvoor voor een juiste kennis van zaken en personen, zeide prof. Aalberse zou noodig zijn, aldus de leider der Katholieken, dat ook de andere fracties publiceerden, wat tusschen hen en den formateur verhandeld werd. Want en dit vergeten zij, die thans de Katholieke aanklagen er waren nog an dere mogelijkheden. En die andere mogelijk heden strandden op den onwil van anderen dan de Katholieken. Deze laatsten wilden aanvaarden: een kabinet, steunend op de rechterzijde plus de vrijzinnig- democraten, een zuiver rechtsch kabinet en zelfs een minderheidskabinet van Katholieken, anti- revolutionnairen en vrijzinnig-democraten. Maar daarvan kwam niets. Het zuiver rechtsche ka binet werd door de anti-revolutionnairen afge wezen met precies hetzelfde argument te groote zwakte waarmee de Katholieken zich tegen een kabinet, steunend op vijf partijen, hadden verzet. Een poging voor 'n vier partijen kabinet werd zelfs niet ondernomen! Wanneer hij, prof. Aalberse, de verantwoordelijkheid op zich nam voor de mislukking van het vijf par tijen-kabinet, dan dienden ook de anderen de verantwoording te aanvaarden voor het niet slagen, het zelfs niet aanpakken van de andere mogelijkheden. 7,„., Moge over dit laatste morgen, als van anti- revolutionnaire en christelijk-historische zijde en door den Minister-President zelf gesproken wordt, meerder licht schijnen! De Katholieke fractie zal overigens tegenover het extra-parlementaire kabinet Coiijn dezelfde houding aannemen als tegenover het kabinet- Ruys. Verantwoording aanvaardt men alleen voor de mate, waarin men zijn beleid goedkeurt, en voor het feit, dat men niet opzettelijk zal pogen, het kabinet van het politieke leven te berooven. Dat de heer Aalberse overigens tegen over de vlotte onderlinge samenwerking van deze „sterke mannen" sceptisch staat, bleek uit zjjn slotwoorden. Het waren de woorden, waar mede Joseph afscheid nam van zijne broeders: „Gaat en wordt niet toornig op elkander". Er zitten Katholieken en geenszins de min sten onder hen in dit kabinet. De heeren Albarda en Knottenbelt stelden, dat dit zitting nemen den zegen der Ka tholieke fractie had en datdus het kabinet practisch parlementair zou zijn. Stelling, die blijk geeft van weinig onder scheidingsvermogen. Want op de eerste plaats was het niet de fractie, die den heeren Verschuur, van Schaik en Deckers adviseerde, zitting te ne men. Het was prof. Aal berse persoonlijk, die dezen wijzen raad ver strekte. Mr. Knottenbelt En op de tweede plaats herinnerde de leid»r der Katholieke fractie er zijn collega's met een lichten toon van sarcasme, die veel van een verwijt had, aan, dat bij de vorming van een parlementair kabinet niet de kwestie, wie zitting zullen nemen, maar de vraag, hoe en op welk program de meerderheid gevormd wordt, de hoofdzaak is. Trouwens, totnogtoe heeft in vrijwel alle rechtsche kabinetten ook een liberaal zitting gehad. Ook thans zou men uit een door de katholieken gesteund parlemen tair kabinet een liberalen minister niet ge weerd hebben! Men zou zelfs bereid zijn ge weest, hem een „katholieke" plaats af te staan! De heer Albarda, die op het uiterst vage van de Regeeringsverklaring wees de liberale bladen intusschen bejubelen haar reeds als allergunstigst afstekend bij de troonreden van het kabinet-Ruys zal afwachten, wat deze Regeering gaat doen. De maatregelen, die Mi nister Deckers ten aanzien van de verhouding tusschen weermacht en sociaal-democraten neemt, zal de S.DAP. echter zoo fel mogelijk bestrijden. Even trachtte ook de leider der socialistische fractie de katholieken nog in ge breke te stellen, omdat zij niet gepoogd had den, met de S.D.A.P. en de vrijzinnig-democra ten een parlementair kabinet te vormen. Alsof De uitloting heeft plaats gehad voor de 4% pet. Ned.-Indische leeningen 1926 A en 1926 B. Uitgeloot werden: van de leening 1926 A: van 1000, de nummers 1 tot en met 3911; van 500 de nummers 250001 tot en met 250758, alsmede 275779 en van 100 de nummers 300001 tot en met 300768, alsmede 326131, 326132 en 326133; van de leening 1926 B, van 1000: de nummers 197697 tot en met 200778; van 500 de nummers 283390 tot en met 283750, alsmede 288110 en van 100 de nummers 348901 tot en met 349980, alsmede 363.022, 363023 en 363024. niet prof. Aalberse herinnerde er terecht aan de heer Albarda zelf in 1931 alle samen werking met anderen reeds van de hand had gewezen. Hoe trouwens In vrijzinnig-«democratischen kring over de S.D.A.P. gedacht wordt, heeft Mr. Joekes, die het ka binet steunen zal, op hartige wijze uiteenge zet. De methoden, ge durende de laatste tij den daar toegepast, lei den onvermijdelijk tot een ontwrichting van het Staatkundig leven als waarvan Duitsch- tand het tooneel is. En de heer Albarda vergat ;oen hij de Duitsche toestanden geeselde, dan Mr. A. M. JOEKES wej gejleei> ^at opkomst van fascisme en nationaal-socialisme voor een zeer groot deel voortspruit uit de ver wording van het Marxisme, waartegen de leiders ook hier te lande zoo spoedig mogelijk een dam zullen hebben op te werpen. Van het netelige punt der defensie heeft Mr. Joekes alleen ge zegd, dat zijn fractie hoopt, dat de Regeering daarop, vooral haar bezuinigingen zal trachten te vinden. Mr. Knottenbelt blaakte van bereidheid tot samenwerking. Wij zullen afwachten, hce die bereidheid zich bij concrete voorstellen ont wikkelen zal. Reeds thans werd breede kijk! aangedrongen op afschaffing van de opcenten op het invoerrecht op thee! Ook 's heeren Knottenbelt's critiek op de katholieke fractie is het bleek boven op krachtige wijze door den heer Aalberse weerlegd. Namens de besturen der Samenwerkende Boerenbonden is door voorzitter en secretaris, resp. de heeren E. Z. Oldenbanning en Jac. ter Haar Ezn., een adres gezonden aan den Minis ter-President, betreffende den noodtoestand in den landbouw. Op overwegingen van moreelen, socialen, politieken en economischen aard is het volgens de meening van adressant noodzakelijk, dat ten spoedigste tot het nemen van zeer krach tige maatregelen inzake den landbouw wordt overgegaan. In het adres wordt voorts verwezen naar het program der Boerenbonden met uit voerige toelichting, terwijl den Minister-Presi dent met nadruk verzocht wordt, aandacht voor den toestand in den landbouw te hebben. Op het oogenbük staat reeds vast, dat op Zondag 18 Juni de volgende twee extra-treinen zullen loopen in verband met de „Anno Sanc- to"-viering te Amsterdam. 1) Van Tilburg via Den Bosch, Utrecht naar Amsterdam. Vanuit Roozendaal en Eindhoven heeft men aansluiting op dezen trein. 2) Van Arnhem naar Amsterdam. Vanuit Nij megen heeft men aansluiting op dezen trein. De extra-treinen hebben 2e en 3e klasse spoorwagens Nadere bijzonderheden zullen t.z.t. worden bekend gemaakt. Met het oog op eventueele in- lassching van nog meerdere extra-treinen, ver zoeken wij personen, die buiten Amsterdam wo nen, dringend om zich spoedig van toegangs kaarten te voorzien. Naar de „Prov. Overijs. en Zw. Crt." ver neemt, is in de j.l. Zaterdag gehouden verga dering van commissarissen der Nederlandsche Spoorwegen besloten om een nieuwe spoorbrug over den IJsel, nabij Zwolle, te bouwen. Het zal een brug zijn voor enkel spoor en naast de bestaande zal de nieuwe brug van zwaarder materiaal en zwaardere afmetingen gelegd worden, zoodat de snelheid der treinen ook op deze brug kan worden opgevoerd. Wanneer de nieuwe brug gereed zal Ttjn, wordt de oude spoorbrug afgebroken. Het be treft hier een werk, dat een half millioen vordert. Hieronder volgen de indexcijfers van de werkloosheid, zooals deze berekend zijn door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze cijfers, weergevende het percentage werkloos- heidsdagen van het aantal dagen, dat gewerkt had kunnen worden, indien geen werkloosheid ware voorgekomen, zijn in hoofdzaak berekend uit opgaven van gesubsidieerde werklozenkas sen. Het totaal aantal personen, van wie de werk loosheid is nagegaan, bedroeg in Maart 1933 rond 616.000, waaronder 608.000 leden van werk lozenkassen; het aantal werkloozen onder hen bedroeg rond 184.800, waaronder 183.800 leden van werkloozeakassen. Beroepsklassen Indexcijfers der werkloosheid Maart Maart Febr. 1933 1932 1933 Aardewerkindustrie enz. 7,5 1) 11,3 25,9 Diamantindustrie 82,4 88,7 82,1 Drukkersbedrijven enz. 15,6 10,0 15,5 Bouwbedrijven enz. 37,8 36,4 52,9 Houtbewerking enz. 43,3 32,8 48,6 Kleedingindustrie 12,7 9,2 20,1 Lederindustrie 14,6 6,4 16,5 Steenkolenmijnen 8,5 7,2 5,2 Metaalind., scheepsbouw 39,8 34,8 41,4 Textielnijverheid 29,91) 20,11) 30,8 1) Vöedings- en genotm.- bedrijven 17,0 12,9 16,8 w.o. tabak- en sigaren- industrie 25,8 19,3 25,2 Landb.bedr.. veenderij 17,11) 30,2 42,6 Visschery 18,9 18,5 24,4 Handelsreizigers 1,9 1,1 1,3 1) Verkeerswezen 2) 20,9 1) 19,5 25,8 Handels- en Kant.bed. 10,5 7,0 10,5 Toonkunstenaars 31,1 25,7 25,9 Overige klassen 24,6 21,5 28,6 Totaal 25,5 24,4 33,2 (Tot. excl. Diamantind.) (25.0) (23,7) (32,7) (Totaal Industrie) (30,3) (26,5) (35,5) 1) Onvolledige opgaven. 2) Excl. Havenarbeidsreserve. Evenals vorige jaar werden door de Neder landsche Heidemaatschappij weer lezingen ge houden in de garnizoenen over bosch- en heide branden. Bijna steeds mocht de met deze lezingen be- loste houtvester allen mogelijken steun van offi cieren en kader ondervinden, zoodat de samen komsten, soms met meer dan 250 man, als regel uitstekend slaagden. Er werden lezingen gehou den in Nijmegen, Milligen, Harderwijk, Kam pen, Soesterberg, Deventer, Amersfoort, Arn hem, Haarlem, Breda, Naarden, Den Haag, Ede, Den Bosch, Assen en Berg op Zoom. zoodat wel alle garnizoenen, die in de nabijheid van bosch- en heidevelden liggen, zijn bezocht. In de meeste garnizoenen werden verscheidene lezingen gehouden, omdat het aantal toehoor ders anders te groot was om te worden toege sproken. Naar wy vernemen zal de nieuwe brug over het Merwedekanaal, waarvan de groote beton nen opritten de voltooiing naderen, in Augustus gereed komen. Verder bestaan er plannen, om den weg AmsterdamLaren met een viaduct den Hil- versumschen weg te doen kruisen. In de plaats resp. van de heeren Marchant en Oud zijn aangewezen als voorzitter en se cretaris van de V.D. Tweede Kamer-iractie mr. A. M. Joekes en mevr. mr. B. Bakker Nort. HUIZEN, 1875 M. KRO 8.00 Gra- mofoonmuziek 10.00 Idem 11.30 Pas toor L. H. Perquin O.P.: „Godsdienstig halfuurtje" 12.00 Politieberichten 12.15 K.R.O.-orkest o.l.v. Marinus van 't Woud 1.45 Rustpoos voor 't verzorgen van den zender 2.00 Half uurtje voor de rijpere jeugd 2.30 Kinderuurtje HIRO 4.00 Uitzending van de Theoso fische Vereeniglng, gramofoohmuziek 4.10 G. de Boer: Wetenschappelijke en godsdienstige Theosofen 4.30 Uitzen ding van de algemeene Nederlandsche vak centrale, gramofoonmuziek 4.40 H. M. Roos: De positie van ambtenaar in Staat en Maatschappij KRO 5.00 De KRO- boys o.l.v. Piet Lustenhouwer 7.00 Po litieberichten J. Rens: „Hoe een een- voudigen tuin aan te leggen en te beplan ten 7.35 Gramofoonmuziek 7.45 A. Resink: „Waarom een R.K. Vereeniglng voor Handenarbeid?" 8.00 Viering van het 80-jarig bestaan van het Kon. Ned. Zangersverbond 11.00 Persberichten v. h. Persbureau Vaz Dias te Amsterdam 11.05 Gramofoonmuziek. HILVERSUM, 296 M. VARA 8.00 Gramofoonnruziek VPRO 10.00 Mor genwijding VARA 10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continubedrijven 12.00 De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins 2.00 Rustpoos voor het verzorgen van den zender 2.15 Gramofoonmuziek 2.50 W. Verkade: „Het vervaardigen van goed- koope zwemvesten" 3.10 De Fliereflui ters o.l.v. Jan van der Horst 4.00 Kin deruurtje XXXV „Op het booze eiland": „De groote schoonmaak" 5.00 Jazzmu ziek 5.40 Letterkundig overzicht door A. M. de Jong: „De ProeftUd", Frits Hop man 6.00 Zenderverwisseiing en uitzen ding voor het Onthouders Radio-Comité VRO 7.00 Opening door den omroeper; 2. Causerie: 3. Vereenigingsberichten VPRO 8.00 Opening van de Pinkster- conferentie van de Vrilz. Chr. Jeugdcen- trale VARA 9.00 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot 9.30 Willy Derby 9.45 Vaz Dias en Varia 10.00 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot 10.30 Willy Derby 10.45 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot 11.30 Gramofoonmuziek. LUXEMBOURG, 1191 M. 7.00 Lichte Gramofoonmuziek 7.45 Weeroverzicht 7.50 Symphonlsch concert van gramo- foonplaten 8.30 Causerie over een ac tueel onderwerp in het Fransch 9.10 Voortzetting concert lichte gramofoonmu ziek 9.45 Nieuwsberichten 1. h. Duitsch 9.55 Dansmuziek en een gevarieerd programma van gramofoonplaten (In de dlv. pauzes: slotnoteeringen der wis selkoersen van de voornaamste Europee- sche beurzen: de laatste goederenprijzen en de laatste sportberichten). De aankon diging hiervan geschiedt in drie talen. BRUSSEL, 509 M. 12.20 Gramofoon muziek 1.30 Concert doör het kleine orkest van het NIR o.l.v. P. Leemans 5.20 Concert door het omroeporkest 9.25 Concert door het omroepsymphonie- orkest o.l.v. Jean Kumps 10.30 Dans muziek. KALUNDBORG, 1153 M. 12.20 Strijk orkest o.l.v. A. Bendlx 2.50 Gramofoon muziek 3.50 Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl 8.20 Bachconcert 9 20 Louis Preii's concert 10.50 Dansmuziek. BERLIJN. 419 M. 5.30 Concert 6.40 Zana—oordracht 10.40 „Fahrt ins Blaue"; in de pauze berichten, daarna tot 1.20 dansmuziek door 't Waldemar Hassorkest. HAMBURG, 372 M. 11.50 Concert door het orkest van de Koningsberger opera 1.35 Gramofoonmuziek 1.35 Gramofoon muziek 2.30 Idem 8.20 Solistencon cert 11.05 Concert. KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 2.20 Gramofoonmuziek 4.20 Concert 5.50 Pianorecital 12.20 Dansmuziek. LANGENBEREEG. 472 M. 12,20 Popu lair concert 1.05 Concert door het Com modore Grand orkest o.l.v. Joseph Mus- cant 2.05 Gramofoonmuziek 3.50 Concert 5.05 Orgelconcert 7.50 Viool- recital 10.05 Concert door het B.B.C.- orkest o.l.v. Joseph Lewis 11.00 Am brose en zün orkest. PARIJS (Eiffel), 1446 M. 8.50 Blij spel van Molière. PARIJS (R.), 1725 M. 12.20 Concert door het omroeporkest 9.50 Gramofoon muziek. MILAAN, 331 M. 8.05 Gramofoonmu ziek 9.05 Gevarieerd concert 11.25 Dansmuziek. ROME. 441 M. Concert ter eere van de oprichters van de E.I.A.R. (Italiaansche Omroep Mij.). WEENEN. 515 M. 8.20 Drinkliederen en dansen uit opera's 10.20 Dansmuziek. WARSCHAU, 1411 M. 8.20 Populair concert door iet omroeporkest o.l.v. St. Nawrot 11.20 Dansmuziek. BEROMÜNSTER, 460 M. 5.20 Accorde. onmuziek 5.50 Gramofoonmuziek 9.40 Populair programma 10.40 dansmuziek. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VERWIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Verschenen is een voorontwerp van wet. houdende wettelijke regelen inzake het erken nen en subsidieeren van vereenigingen met werkloozenkas en de instelling van een Crisis- werkloosheidsfonds. Aan de toelichting van den heer R. A. Verwe?, directeur van den Rijksdienst der Werkloos heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, ont- leenen wij het volgende: Reeds jaren lang is er op aangedrongen, dat de werkloosheidsverzekering ten onzent niet langer rusten zou op een Koninklijk besluit, doch zou geregeld worden bij de wet. Laatstelijk werd dit onderwerp in de Tweede Kamer der Staten-Generaal behandeld op 7 December 1932, bij welke gelegenheid de Minis ter van Staat, Minister van Binnenlandse he Zaken zich bereid heeft verklaard, aan den wensch naar een regeling bij de wet tegemoet te zullen komen door een voorontwerp bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig te maken. De werkloosheidsverzekering kan zijn: eener- zijds verplichte verzekering, waarbij allen, die arbeider zijn in den zin van de wet, ook onder de verzekering vallen; anderzijds vrijwillige verzekering, waarbij alleen die arbeiders ver zekerd zijn, die door eigen stappen daartoe ge raken, n.l. doordat zij toetreden tot een ver- eeniging van arbeiders dan wel van werkgevers en arbeiders, die een werkloozenkas inricht. Waar van de arbeiders een eigen daad vei- langd wordt, gelijk dit het geval is in het twee de systeem, wordt daarmede een zeer waarde volle selectie verkregen. De ervaring heeft geleerd, dat de besturen van werkloozenkassen doeltreffend kunnen zorgen, dat „beroepswerkloozen" blijven buiten die kassen; hetgeen bij verplichte verzekering ondoenlijk zou blijken. Categorieën arbeiders met zeer gering werk loosheidsrisico blijven bij vrijwillige verzekering er buiten; onnoodige administratiekosten wor den daardoor bespaard. Bij een systeem, waarbij de vrijwilligheid wordt gehandhaafd voor de toetreding van de arbeiders tot werkloozenkassen, is de verplich ting voor werkgevers om bijdragen te betalen voor die kassen, niet billijk. Dit beteekent allerminst, dat niet ook op het terrein van de werkloosheidsverzekering plaats is voor bijdragen van werkgevers en dat daar aan geen plaats zou kunnen worden ingeruimd in een wet, die op het systeem van vrijwillig heid gebouwd is. Het advies van den Hoogen Raad van Arbeid van 8 October 1928 bevat te dezen aanzien eenige vingerwijzingen. Op den grondslag van de daarin ontwikkelde denkbeelden is een regeling gedacht, waarbij eenerzijds de vrijwilligheid van verzekering be houden blijft, anderzijds van de werkgevers financieele offers wórden-gevraagd om, met"het Rijk en de gemeenten, de verzekering ook in tijden van crisis tot haar recht te laten ko men. Juist dan heeft de verzekering haar grootste waarde. Van hoe groot belang een goed werkende werkloosheidsverzekering ook voor het bedrijfs leven is, heeft de heerschende crisis zoo over tuigend bewezen, dat een motiveering van een verplichting, om zich van de zijde van de be drijven eenige financieele offers te getfoosten, overbodig mag worden geacht. Om die offers niet te groot te doen zijn, is er reden ook het Rijk en de gemeenten naast de werkgevers aan de voor crisistijden te doen medewerken. Hun be lang is trouwens bij een goede voorziening in niet mindere mate betrokken dan dat van de werkgevers. Gedacht is daarom aan de oprichting van een Crisiswerkloosheidsfonds, waaraan het Rijk, de gezamenlijke gemeenten en de gezamenlijke werkgevers per jaar te zamen (ieder voor een derde deel) evenveel opbrengen als aan bijdra gen voor de werkloozenkassen in totaal per jaar ontvangen wordt. Neemt men aan, dat per jaar ƒ6.000.000 aan bijdragen wordt ontvangen, dan zal iedere groep ƒ2.000.000 moeten opbrengen. Bi) een jaarlijks verloond bedrag van 1.300.000.000 komt dit neer op een premie van ƒ1.50 per 1000 loon per jaar. Het doel van het Crisiswerkloosheidsfonds is in de eerste plaats de werkloozenkassen in tijd van crisis te helpen. Voor zoover de beschik bare middelen het toelaten, zullen de gelden van het fonds ook aan andere doeleinden, met voor koming of bestrijding van werkloosheid verband houdende, dienstbaar kunnen worden gemaakt. Gedacht is b.v. aan cursussen ten bate van werkloozen, werkverruiming, steunverleening o.a. aan gemeenten met te groote werkloos heidslasten. Om de uitvoering van het denkbeeld niet al leen zoo eenvoudig mogelijk, doch zoo min mo gelijk kostbaar te maken, is gedacht aan pre miebetaling door die werkgevers, die premie ingevolge een wettelijke ongevallenverzekering betalen. Aan den eenen kant zullen daardoor sommigen van premiebetaling worden vrijge steld, die wel tegen werkloosheid verzekerden in hun dienst hebben (b.v. advocaten en nota rissen), doch aan den anderen kant zullen werkgevers premie betalen wier personeel niet of niet algemeen tegen werkloosheid verzekerd is (b.v. groepen van Overheidspersoneel). Het wetsontwerp opent de mogelijkheid om niet alleen zuivere arbeidersorganisaties met werkloozenkas te erkennen en te subsidieeren, doch ook vereenigingen, opgericht door werk gevers en arbeiders te zamen. Op deze wijze zou bedrijfsgewijze kunnen worden opgetreden tegen het euvel van loon derving door onvrijwillige werkloosheid. Dat men dezen weg ook hier te lande wel op wenscht te gaan, kan men afleiden uit het betalen van wachtgeldregelingen door werkgevers. Die wachtgeldregelingen kosten den werkgevers geld tijdens de crisis; by verzekering wordt het geld ten behoeve van uitkeeringen by werkloosheid in tyden van bedrüvigheid byeengebracht. SOERABAJA, 1 Juni (Aneta) Door de overwinning van Hyperion by de Derby-races verdeelen de heeren Itallle, Van Dorsten, Ba- cher en een typiste van de firma Neonlite te Soerabaja de helft van den eersten Prijs m de Sweepstake-lotery. -plus 2000 pond sterling, waarvoor zy de helft van hun lot aan den grootsten bookmaker te Londen hadden ver kocht. Iemand heeft zich vergistheeft 'n fout gemaakt. Dadelijk is de niets-ontziende en praatjesmakende gemeente er hij om het euvel breed uit te meten. Hoe heeft iemand zóó iets doms kunnen doen. En men ver telt dan bijzonderheden er bij om te doen uitkomen hoe goed men alles zelf wist en zou doen en hoe slecht die ander op de hoogte is.... Die ander is tienmaal knapper dan zijn bevitters, hij werkt twintig keer harder en presteert dertig maal meer. Met minder vertoon. Maar die ééne foutO wee.... de minder betee- kenende menschjes hoonen en lachen en trachten hem bij de superieuren in discrediet te brengen Wie niets doet, maakt geen fouten. Diens grootste fout is het niets doen. Wie veel werk verzet is meer in de gelegenheid een vergissing te begaan. Eenvoudige rechtvaardigheid en ge zond verstand moeten ons behoeden al te ernstig zulke fouten aan te re kenen. Wee indien we de bevitters in hun plaats aan den arbeid zouden stellen. Het zou niet in het belang van dien arbeid zijn Min. VERSCHUUR Donderdagmiddag is in een der zalen van het Departement van Economische Zaken en Arbeid de ECONOMISCHE RAAD door den Minister van Economische Zaken en Arbeid, Mr. Ver schuur, geïnstalleerd. De Minister heeft een rede gehouden, waar aan wy het volgende ontleenen. De Regeering heeft by het bepalen van haar houding tegenover het economisch leven aller eerst als haar taak gevoeld het bedrijfsleven beter dan voorheen van voorlichting te dienen. Niemand zal be twisten, dat uit het centrale punt, dat de overheid in ieder geval is, de voorlichting op de beste en tevens op de meest objec tieve wijze kan ge schieden. De over gang van het geven van voorlichting tot het vergemaksD kelijken van hst vinden van afzet gebieden is ge makkelijk en van zelfsprekend; want niet alleen het zich rekenschap geven van afzetmogeiykheden, maar ook het wijzen in de richting van nieuwe afzetgebieden is een aangewezen taak van de officieele economische voorlichting. Die afzetgebieden zoowel in het binnen- als, vooral ook, in het buitenland en het vraagstuk van de behoeften, vooral dan bezien uit het oogpunt van het vaderland, brengen ons als van zelf voor het buitenge woon dringende vraagstuk, dat ons reeds op het gebied van den landbouw zoo uitermate bezighoudt, het vraagstuk van hét verband tusschen onze productiemogeiykheden en onze afzetmogeiykheden. Waar wy op het gebied van den landbouw dat vraagstuk hebben ontmoet, hebben wi) zelfs niet den tyd gehad om te bedenken, of een andere theorie ons wél toestond om stap pen te doen, die konden leiden tot een betere verhouding van onze productie- en onze af- zetmogelükheden op het gebied van den land bouw. wy hebben de taak moeten aanvatten om ons niet voor te ernstige ineenstorting te zien geplaatst, de taak om de productiemogeiykhe- den te gaan benutten in een beter verband met de behoeften. Dit vraagstuk kan thans misschien nog be- theoertiseerd worden voor ander gebied van het bedryfsleven, maar het ïydt voor mij geen twyfel, of een nationaal denkende Re geering zal zich hebben bezig te houden met het groote nationale vraagstuk, op welke wy- ze wy ons te weer zullen stellen en een be- hooriyke plaats zullen kunnen behouden door steeds voortgaande verandering van werk zaamheid, onder steeds wisselende moeibjkhe- den van natuuriyken en van menscheiyk-op- zetteiyken aard. Die vraagstukken zou ik kun nen aanduiden als vraagstukken van coördina tie, coördinatie van onze verschillende produc tie-instellingen, coördinatie van de verschillen de soorten van productie tot het nationaal bes te resultaat. Bemoeiingen, die de regeering tot nog toe heeft gehad met de nüverheid en met een spe- slale nyverheid, de metaalnyverheid in het bij zonder, hebben nog duideiyk aangetoond, dat reeds een bescheiden taak van voorlichting en van bevordering buitengewoon nuttige gevolgen zou kunnen hebben voor de geheele economie van ons land. Wy hebben in ons land eenige ervaring op het gebied van een economisch voorlichtend li chaam, dat op het beginsel van vertegenwoor diging was opgetrokken. In elk geval geloof ik, dat wij het best ge daan hebben met een lichaam te kiezen als de Economische Raad, dat duideiyk niet op het vertegenwoordigend beginsel is gebaseerd, maar dat toch wel haast al die voordeelen kan be zitten, die by een toepassing van het beginsel van de vertegenwoordiging gewooniyk voor oogen staan. Materieel hebben wy hier een college, dat op het bedrijfsleven vertegenwoordigend is opge trokken, zonder dat» het de formeele toepassing van het beginsel met zich brengt. De rede van den Minister werd door den Voorzitter van den Raad, Prof. Ir. I. P. de VOOYS, beantwoord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1933 | | pagina 6